ID.nl logo
Je thuisserver beheren: alles wat je wilt weten over Proxmox VE
© Mdisk - stock.adobe.com
Huis

Je thuisserver beheren: alles wat je wilt weten over Proxmox VE

Heb je een mooie thuisserver gebouwd, dan wil je deze niet alleen flexibel van allerlei software voorzien, maar ook het beheer goed voor elkaar hebben. Proxmox VE is een goede optie. In tegenstelling tot de meeste concurrenten is het gratis te gebruiken. Er is wel een kleine leercurve. Maar als je dit artikel volgt, heb je de grootste stap al gezet.

In dit artikel vertellen we je hoe je je thuisserver met de gratis software Proxmox VE kunt beheren.

Ook interessant: Zo zet je in een handomdraai je eigen virtual private server op

Het lichtgewicht virtualisatieplatform Proxmox VE wint aan populariteit. Met Debian als basis, heet het ook wel een type2-hypervisor. Met het uitkomen van versie 8.0 is Proxmox VE bijgewerkt naar Debian 12 (codenaam Bookworm). De hardware-ondersteuning is zeer breed. Ook voor een kleine en zuinige server met bijvoorbeeld het Intel Jasper Lake- of Alder Lake-platform is Proxmox VE geschikt. De recente kernel verhelpt enkele problemen op systemen met bijvoorbeeld de Celeron N5105-processor. Heb je meer eisen, dan kun je het natuurlijk voor een zwaardere server of zelfs een cluster inzetten.

Qua virtualisatie kun je binnen Proxmox VE zowel lichtgewicht Linux-containers maken (LXC) als virtuele machines (KVM). Een container geeft je een geïsoleerde Linux-server met opdrachtprompt. In een virtuele machine kun je een volledig besturingssysteem als Linux (met desktopomgeving), Windows of macOS installeren. Je kunt natuurlijk ook met Docker werken, zowel op de host zelf als in een container of virtuele machine. Proxmox VE is opensource en alle mogelijkheden zijn gratis te gebruiken. We laten in dit artikel zien hoe je het installeert en gebruikt.

Oefenen met Proxmox VE in VirtualBox Wil je oefenen met Proxmox VE, dan kun je het bijvoorbeeld binnen VirtualBox onder Windows installeren. Voor een productieomgeving is dat minder geschikt.

Het is fijn als je wat extra rekenkernen en geheugen hebt. Zorg ook dat virtualisatie voor je processor actief is in de bios voor jouw pc. Let verder goed op de configuratie van je virtuele machine voor Proxmox VE. Vink bij Systeem / Processor de optie Geneste VT-x/AMD-V inschakelen aan. Bij Netwerk / Adapter 1 kies je achter Gekoppeld aan liefst voor Bridged adapter. Selecteer dan achter Naam de netwerkadapter in jouw pc met een vaste netwerkaansluiting.

Belangrijk is dat je vervolgens onder Geavanceerd bij de optie Promiscuous-modus kiest voor Alle toestaan. Alleen dan kan verkeer voor je containers en virtuele machines (met een eigen, afwijkend MAC-adres) de netwerkadapter passeren.

Bij de configuratie van je systeem in VirtualBox zijn aangepaste netwerkinstellingen nodig.

1 Installatie

Voor de installatie kun je met Rufus een usb-stick van minimaal 2 GB met de laatste versie van Proxmox VE prepareren. Het iso-bestand vind je op deze site. De installatie is vrij rechttoe rechtaan. Je kiest onder meer de gewenste schijf (of schijven) met bestandsindeling, waarbij je naast het voor Linux vertrouwde Ext4 ook modernere opties als ZFS en Btrfs hebt. Verder geef je een ip-adres voor de host en wachtwoord voor de root-gebruiker op. Eventueel kun je Proxmox VE op een eigen schijf installeren. Voeg in dat geval na de installatie een tweede schijf toe voor de opslag van containers en virtuele machines.

Na de installatie log je in bij de webinterface als root met het gekozen wachtwoord. Denk vooraf na over de reeks ip-adressen voor de host en toekomstige containers en virtuele machines. Het netwerk dat wij gebruikten voor dit artikel heeft een ip-bereik van 10.0.10.1 t/m 10.0.10.255. Voor de host gebruiken we 10.0.10.30, voor de containers 10.0.10.31 t/m 10.0.10.39 en voor de virtuele machines 10.0.10.40 t/m 10.0.10.49. Dat heeft deels met de nummering te maken, zie ook paragraaf 10 en het kader ‘CIDR-notatie in netwerkinstellingen’.

Bij de installatie vul je onder meer het wachtwoord voor het root-account in.

2 Webinterface

Na het inloggen zie je onder Datacenter alle hosts. Hier werken we met één host genaamd pve, maar een cluster met meerdere systemen is zeker mogelijk en kun je handig centraal beheren. Clusters stellen wel hogere eisen aan je systemen, afhankelijk van je verdere wensen, zoals gedeelde opslag, hoge beschikbaarheid of live migratie. Klik je op Datacenter, dan zie je rechts veel opties gerelateerd aan clusters, maar ook enkele opties voor onze enkele host. Zo kun je externe opslag koppelen onder Storage (paragraaf 4) en een back-uptaak maken onder Backup (paragraaf 16).

De meeste tijd werken we op het niveau Datacenter / pve. Daar kun je alle relevante opties voor de host instellen, en ook containers en virtuele machines beheren.

Proxmox VE ondersteunt ook geavanceerde clusters met meerdere hosts.

3 Pakketbronnen en updates

Naast updates voor Debian zijn ook updates voor Proxmox VE nodig. Standaard raadpleegt Proxmox VE daarbij de zogenoemde enterprise-repository’s. Deze pakketbronnen vereisen echter een abonnement.

Er is ook een gratis te gebruiken repository voor test- en niet-productieomgevingen genaamd No-Subscription. De updates zijn minder grondig getest, maar dit geeft in de praktijk eigenlijk nooit een probleem. We verwijderen eerst de twee enterprise-repository’s. Ga daarvoor naar Datacenter / pve en kies onder Updates voor Repositories. Klik op de repository genaamd https://enterprise.proxmox.com/debian/ceph-quincy en klik op Disable. Doe hetzelfde voor https://enterprise.proxmox.com/debian/pve. Klik dan op Add en kies No-Subscription.

Om de eerste updates te installeren, ga je naar Updates en kies je Refresh. Je ziet nu een lijst met updates. Klik op Upgrade om ze te installeren. Afhankelijk van de aard van de updates kan het nodig zijn het systeem te herstarten. Dit doe je via de knop Reboot.

We gebruiken pakketbronnen voor niet-productieomgevingen.

Opdrachtprompt voor je server Je zult de opdrachtprompt niet vaak nodig hebben om aanpassingen aan bijvoorbeeld de configuratie van de server te maken. Vrijwel alles kun je via de webinterface instellen. Maar heb je het toch een keer nodig, dan kun je eenvoudig deze opdrachtprompt openen door onder Datacenter / pve voor Shell te kiezen. Dit geeft je direct toegang tot het Debian-besturingssysteem dat de basis voor Proxmox VE vormt.

Via de webinterface open je eenvoudig een opdrachtprompt voor de server.

4 Opslag

Onder Datacenter / Storage zie je welke opslag is geconfigureerd voor welke content. Standaard worden bij de installatie local en local-lvm aangemaakt. Daarbij wordt local gebruikt voor container-templates en iso-images, terwijl local-lvm dient voor de opslag van virtuele harde schijven van virtuele machines en voor gegevens van containers.

Je kunt hier extra opslagbronnen aan toevoegen. De opties NFS en SMB/CIFS zijn heel praktisch voor het koppelen van een NAS, zoals Synology of QNAP. Op de NAS kun je onder meer iso-bestanden neerzetten om te gebruiken voor virtuele machines. Ook kun je de NAS als back-upbestemming gebruiken.

Voor het koppelen zal NFS vaak de voorkeur krijgen. Het is meer op Linux toegespitst en ook iets makkelijker te gebruiken. Dat laten we in de volgende paragraaf zien.

Je kunt opslag configureren voor onder meer templates, iso-bestanden en containerdata.

Meer opslagruimte nodig?

Een NAS is goed te gebruiken als opslaglocatie voor je server

5 Synology-NAS koppelen

Als voorbeeld gaan we een Synology-NAS koppelen via NFS. Open de webinterface van DSM (DiskStation Manager) en open het configuratiescherm. Zorg dat NFS is geactiveerd onder Bestandsservices op het tabje NFS.

Ga dan naar Gedeelde map. Maak indien gewenst een nieuwe map. Zorg er bij het instellen van de gebruikersmachtigingen voor dat je in ieder geval zelf toegang hebt. Dan kun je straks zelf de bestanden raadplegen, zoals back-ups en iso-bestanden.

De toegang voor Proxmox VE regelen we op een andere manier. Selecteer daarvoor de bewuste map en kies Bewerken. Ga naar het tabje NFS-machtigingen en klik op Maken. Vul achter Hostnaam of IP het ip-adres in van de server met Proxmox VE. De overige opties hoef je niet te wijzigen. Bewaar de veranderingen. In de volgende paragraaf gaan we deze opslag toevoegen in Proxmox VE.

Zorg op je NAS dat het ip-adres van de host met Proxmox VE toegang heeft.

6 Opslag toevoegen in Proxmox VE

Ga in Proxmox VE naar Datacenter / Storage en kies Add / NFS. Vul achter ID een beschrijvende naam in, zoals vmopslag. Bij Server vul je het ip-adres van je NAS in. Klik op Export en kies de hiervoor aangemaakte map op de NAS. Bij Content kun je kiezen wat er op de NAS opgeslagen mag worden. We selecteren de opties ISO image, Container template en VZDump backup file.

Gebruik je deze opslag voor back-ups, dan kun je op het tabblad Backup Retention eventueel instellen hoeveel back-ups bewaard moeten worden. Klik als je klaar bent op Add. Links onder Datacenter / pve zie je nu de zojuist toegevoegde opslag. Als je erop klikt, kun je op die locatie door de inhoud bladeren.

Binnen Proxmox VE voeg je de NAS als opslag toe.

7 Templates voor containers

Een Linux-container is een lichtgewicht alternatief voor een virtuele machine. Zoals de naam al aangeeft, gebruik je het voor een Linux-server. Om een container te maken, heb je een template nodig. Ga naar Datacenter / pve en kies een geschikte opslaglocatie. Wij kiezen hier voor local. Ga dan naar CT Templates. Klik op Templates om een lijst met beschikbare templates te zien. Je ziet dat je uiteenlopende smaken van Linux kunt kiezen, waaronder Debian, Ubuntu, Alpine, ArchLinux en Fedora.

We gebruiken in dit artikel Ubuntu 22.04 als basis voor een container. Je kunt het template downloaden door deze aan te klikken en daarna op de knop Download te klikken.

Voor het maken van een container heb je een template nodig.

8 Iso-bestanden ophalen

In een virtuele machine kun je een besturingssysteem installeren op basis van een iso-bestand. Deze maak je eenvoudig beschikbaar: ga daarvoor via Datacenter / pve naar de juiste opslag, zoals local, en kies ISO Images.

Je kunt een iso-bestand uploaden vanaf je pc via de knop Upload. Of je geeft via de knop Download from URL een link naar een iso-bestand op, zodat het direct door Proxmox VE wordt opgehaald.

Als voorbeeld gebruiken we de link die we vinden op de server-downloadpagina van Ubuntu: https://releases.ubuntu.com/22.04.3/ubuntu-22.04.3-live-server-amd64.iso. Plaats deze volledige link in het venster achter URL en kies Query URL. De correcte bestandsnaam wordt ingevuld. Klik dan op Download.

Het is mogelijk om iso-bestanden direct te laten downloaden door Proxmox VE.

Handige installatiehulp Heb je nog niet zo veel ervaring met het installeren van software, dan zijn de scripts van tteck een goede hulp. Zo kun je bijvoorbeeld via één enkele opdracht een container met database of webserver opzetten, of een toepassing als Zigbee2MQTT installeren. Of je maakt er in een handomdraai een virtuele machine mee, bijvoorbeeld met het Home Assistant OS. Voor talloze toepassingen is zo’n installatiehulp beschikbaar.

De installatiehulpjes op deze website maken het installeren van software eenvoudiger.

9 Containers

Een container in Proxmox VE werkt op basis van LXC en heet ook wel Linux-container. Zo’n container deelt in feite de kernel met de host, waardoor deze snel en efficiënt werkt, maar toch op een veilige manier door isolatie.

Dit heeft ook andere voordelen. Zo heb je alles voor één toepassing bij elkaar, is het handig voor back-ups en kun je bijvoorbeeld bronnen toewijzen, een opdrachtprompt openen en de container migreren naar een andere server met Proxmox VE (bij een cluster).

Er bestaan templates met complete software, ook wel TurnKey genoemd. We gaan als voorbeeld een eenvoudige Ubuntu-container toevoegen, die we voor een webserver gaan gebruiken.

Voor containers bestaan er ook templates met complete softwareoplossingen.

Unpriviliged versus priviliged container Een container is naar voorkeur ‘unpriviliged’ of ‘priviliged’. Een unpriviliged container is de standaardoptie. De gebruiker die root is in de container, heeft dan feitelijk heel beperkte rechten op de host. Bij een priviliged container heeft de root-gebruiker in de container daarentegen dezelfde rechten als root op de host. Mocht iemand uit de priviliged container ontsnappen, wat lastig maar niet onmogelijk is, dan is die persoon dus ook root op de host. Hoewel er ook andere veiligheidsmechanismen zijn, schuilt daarin wel een gevaar. Al is dat te overzien als je de server helemaal zelf gebruikt.

Je kunt overigens niet zomaar overstappen van priviliged naar unpriviliged, of andersom. Maar er is wel een simpele omweg. Als je een back-up van de container maakt, zal bij het terugzetten standaard de oorspronkelijke instelling worden overgenomen (priviliged of unpriviliged). Maar je kunt ook kiezen of de nieuwe container priviliged of unpriviliged moet zijn.

Soms loop je bij een unpriviliged container tegen een probleem met rechten aan, waardoor je niet overal toegang toe hebt of niet alles mag doen. Een priviliged container kan dan redding bieden. Maar beter kun je eerst kijken of de beperkingen wellicht zijn op te lossen. En ook een virtuele machine kan een alternatief zijn.

10 Container maken

Om een container te maken, begin je met de blauwe knop Create CT. Op het tabblad General voer je bij CT ID een uniek nummer in voor de container en bij Hostname een herkenbare naam, zoals webserver. Bij Password en Confirm password voer je het wachtwoord in voor de root-gebruiker. Ga dan naar Template: hier selecteer je de opslag die je voor templates gebruikt (zoals local) en het template zelf, dat je hiervoor had opgehaald.

Vervolgens kies je onder Disks waar de containergegevens bewaard moeten worden en wat de omvang van die opslag moet zijn. Begin met bijvoorbeeld 8 GB. Je kunt dit later wijzigen of de omvang aanpassen. Onder CPU stel je in hoeveel processorkracht de container krijgt en onder Memory kies je een limiet voor het geheugengebruik. Zorg dat je genoeg toewijst voor de toepassing(en) die je gaat installeren. Voor een webserver is de standaardwaarde 512 MB meer dan genoeg.

Bij Network vullen wij achter IPv4/CIDR het netwerkadres 10.0.10.31/24 in, in het zogeheten CIDR-formaat (zie kader ‘CIDR-notatie in netwerkinstellingen’). Bij DNS hoef je niets te veranderen. Ga naar Confirm en klik op Finish. De container wordt nu gemaakt. Klik op Start om de container te starten.

We maken een container die we als webserver gaan inrichten.

CIDR-notatie in netwerkinstellingen Let bij het invullen van het ip-adres op de speciale CIDR-notatie die door Proxmox VE wordt gebruikt. Meestal zul je uitgaan van een subnetmasker van 255.255.255.0. Dat geeft in ons voorbeeld de adressen 10.0.10.1 t/m 10.0.10.255. Dit subnet komt overeen met de aanduiding /24 in het CIDR-formaat.

Het adres voor de eerste container schrijven we daarom als 10.0.10.31/24. Zelf vinden wij het handig als het nummer van de container (de CT ID) het ip-adres volgt. Daarom hebben wij voor de eerste container op 10.0.10.31 gekozen voor 1031 als uniek nummer.

De netwerkinstellingen voor de container in Proxmox VE.

11 Details voor je container

Klik je onder Datacenter / pve op de zojuist gemaakte container, dan zie je onder Summary de details voor deze container. Gebruik het gedeelte Notes voor bijvoorbeeld een beschrijving van de container of inloggegevens. Je kunt hier met Markdown-opmaak werken. Via Console kun je een opdrachtprompt voor je server openen en dan inloggen met je root-account. Hoewel je hiervoor natuurlijk ook ssh kunt gebruiken, geeft het een snelle ingang als je het nodig hebt. We gebruiken de opdrachtprompt in de volgende paragraaf voor de configuratie van Ubuntu.

Onder Resources kun je het geheugengebruik en opslag aanpassen, waaronder het verplaatsen of vergroten van de opslag. Onder Options vind je onder meer de optie Start at boot. Dit zorgt dat de container na een herstart van de host automatisch wordt gestart. Bij Backup maak je uiteraard een back-up van de container, zie ook paragraaf 16. Onder Snapshots maak je desgewenst een momentopname van de inhoud van de container, waar je op elk moment naar kunt terugkeren.

Je kunt alle details voor je container eenvoudig later nog bekijken.

12 Configuratie van Ubuntu

Onze container met Ubuntu werkt, maar vaak zul je nog wat instellingen willen nalopen. Zorg dat de container is gestart, ga naar Console en log in. Werk het systeem via de Opdrachtprompt bij met deze twee opdrachten:

apt update

en

apt upgrade

Kies de juiste tijdzone (Europe/Amsterdam) met:

dpkg-reconfigure tzdata

Voor taalinstellingen voer je dit commando uit:

dpkg-reconfigure locales

We zetten een vinkje bij nl_NL.UTF-8. Deze keuze kun je daarna eventueel ook voor de systeeminstellingen doorvoeren, zodat je in het Nederlands wordt aangesproken.

Wil je met ssh kunnen inloggen met je root-account? Bewerk dan de configuratie met de opdracht:

nano /etc/ssh/sshd_config

Haal het commentaarteken bij PermitRootLogin weg en verander de instelling naar:

PermitRootLogin yes

Bewaar de aanpassingen met Ctrl+O en verlaat de editor met Ctrl+X. Herstart de service met:

service sshd restart

Je kunt nu met je favoriete ssh-client inloggen op deze server.

Pas instellingen zoals de tijdzone aan voor je container.

13 Webserver installeren

Als voorbeeld installeren we de webserver Nginx in de nieuwe container. Dit kan eenvoudig met de opdracht:

apt install nginx

Als je met een browser naar het ip-adres van de container gaat, zie je de welkomstpagina van deze webserver. Merk op dat de container met webserver minder dan 50 MB aan geheugen gebruikt. Typisch zullen containers tussen 50 en 150 MB aan geheugen gebruiken, met een paar uitschieters naar boven voor wat zwaardere toepassingen.

Onder Summary kun je eenvoudig aflezen wat de systeembelasting is. Je ziet ook grafieken voor de betreffende container. Die zijn er voor processor- en geheugengebruik, maar ook voor netwerkverkeer en de belasting van de opslag. Dit laatste wordt uiteraard door lees- en schrijfacties beïnvloed.

Een container vraagt in de regel maar heel weinig van je systeem.

14 Virtuele machine

Bij een virtuele machine wordt de hardware van een pc via software geëmuleerd. Binnen Proxmox VE configureer en beheer je deze virtuele machines. Op de achtergrond wordt het bekende KVM (Kernel-based Virtual Machine) gebruikt.

Je maakt een virtuele machine met de knop Create VM. Het is voor een deel vergelijkbaar met het toevoegen van een container. Meestal kun je de standaardinstellingen gebruiken. Op het tabblad OS kies je een iso-bestand met het gewenste besturingssysteem. Onder System configureer je de virtuele hardware. Onder Disks wijs je opslagruimte toe en bij Memory geef je aan hoeveel geheugen de virtuele machine krijgt. Bij veel besturingssystemen kun je de optie Ballooning Device aanzetten. Die optie zie je overigens alleen als je een vinkje bij Advanced zet. Daarmee geeft een virtuele machine een teveel aan geheugen terug aan de host.

De instellingen van een virtuele machine zijn deels vergelijkbaar met die voor een container.

15 Besturingssysteem installeren

Bij het starten van de virtuele machine start ook gelijk de installatie voor de virtuele machine. Dit kun je via Console volgen. Veel instellingen (zoals gebruikersaccounts en netwerk) regel je nu uiteraard binnen de server en grotendeels al tijdens de installatie. Wil je een mooier beeld, dan kies je rechtsboven onder Console voor noVNC. Ook Spice is een goede optie, maar vereist wat extra software.

Het besturingssysteem kun je vanuit de console installeren en configureren.

16 Back-up maken

Je kunt eenvoudig een back-up maken van een container of virtuele machine, door bij het betreffende systeem naar Backup te gaan. Je kunt ook een taak toevoegen voor automatische periodieke back-ups, onder Datacenter / Backup. Het is slim daarbij een e-mailnotificatie aan te zetten voor mislukte back-ups.

Standaard kun je back-ups in de lokale map genaamd local maken. Het is echter raadzaam om ze op een extern systeem te bewaren, zoals de eerder gekoppelde NAS (paragraaf 5 en 6).

Een back-up van een unpriviliged container naar een netwerkshare (zoals NFS) vereist overigens een kleine aanpassing. Open daarvoor de shell en bewerk het bestand vzdump.conf met de opdracht:

nano /etc/vzdump.conf

Haal het commentaarteken (#) weg voor tmpdir: en wijzig deze instelling naar:

tmpdir: /tmp

Bewaar de aanpassingen met Ctrl+O en verlaat de editor met Ctrl+X. Tijdens het maken van de back-up zal dit nu als tijdelijke map worden gebruikt. Merk op dat de inhoud van deze map standaard bij het booten zal worden gewist.

We maken een kleine aanpassing voor back-ups van unpriviliged containers.

Watch on YouTube
▼ Volgende artikel
Inbouwvriezer of vrijstaand model: waar moet je voor kiezen?
© ID.nl
Huis

Inbouwvriezer of vrijstaand model: waar moet je voor kiezen?

Bij je zoektocht naar een vriezer zijn er verschillende zaken om op te letten. Denk bijvoorbeeld aan de ruimte waar je de vriezer wilt plaatsen – in de keuken of juist ergens anders, zoals de schuur of garage. Welk model past het beste? En wat zijn de technische verschillen tussen een inbouw- en een vrijstaand model?

Sta je op het punt een nieuwe vriezer te kopen? Dan kom je waarschijnlijk al snel voor een keuze te staan: ga je voor een inbouwvriezer of kies je toch liever voor een vrijstaand model? Op het eerste gezicht lijken ze misschien op elkaar, want ze doen in de basis hetzelfde: eten en drinken invriezen en koel bewaren. Toch zijn er flink wat verschillen tussen deze twee soorten, en het is handig om daar even goed naar te kijken voordat je beslist.

Locatie: keuken of ergens anders

Eén van de eerste dingen om over na te denken is waar je de vriezer wil plaatsen. Een inbouwvriezer is bedoeld om netjes weggewerkt te worden in een keukenkast. Je ziet ‘m dus bijna niet, omdat de deur van de vriezer schuilgaat achter een kastdeur. Dat ziet er strak uit, vooral als je keuken een rustige en moderne uitstraling heeft. Wel heb je dan dus een keuken nodig die daar op is voorbereid, met de juiste maten en ruimte om de vriezer in te bouwen.

Een vrijstaande vriezer kun je neerzetten waar je maar wilt, zolang er een stopcontact in de buurt is en het niet te warm of te koud wordt in de ruimte. Denk aan de bijkeuken, schuur of garage. Dit maakt een vrijstaande vriezer wat flexibeler in gebruik.

©ID.nl

De keuken is voor de meesten de meest logische plek voor een vriezer, maar hij kan ook ergens anders staan.

Is er op de plek waar de vrijstaande vriezer komt te staan genoeg ruimte? Dan kun je ook een ander model overwegen, zoals een liggende vriezer. Dat zijn vrieskisten die je van boven opent. Het voordeel van dergelijke vriezers is dat er vaak meer inpast, omdat de opslagruimte groter is en je meerdere lagen kunt vullen.

Installatie

Als je kiest voor een vrijstaande vriezer, is het installeren meestal een fluitje van een cent. Je zet ‘m neer, zorgt dat hij waterpas staat en steekt de stekker in het stopcontact. Bij een inbouwvriezer komt er wat meer bij kijken. Je moet namelijk zorgen dat alles goed past en dat het keukenfront netjes aan de vriezerdeur wordt bevestigd. Soms zijn er ook speciale scharnieren nodig. Wanneer je een keuken laat ontwerpen, kan er alvast rekening worden gehouden met een inbouwvriezer en kunnen de juiste deurelementen daar alvast op worden aangepast.

Hoe zit het met het stroomverbruik?

Vriezers staan dag en nacht aan, dus het stroomverbruik telt flink mee in je energierekening. Zowel inbouw- als vrijstaande modellen zijn tegenwoordig verkrijgbaar met een zuinige energieklasse, maar vrijstaande vriezers zijn over het algemeen net iets efficiënter. Dat komt doordat ze beter hun warmte kunnen afvoeren, omdat ze immers niet 'opgesloten' zitten. Als je de vriezer vaak gebruikt en er veel in bewaart, kan het op de lange termijn dus schelen in je energiekosten. Bij een inbouwvriezer moet je sowieso goed opletten dat er voldoende koele lucht in de inbouwnis komt en dat de warmte goed kan worden afgevoerd. De achterzijde van een nis waar een inbouwvriezer in wordt gezet is standaard altijd open, maar zorg ook voor voldoende ruimte tussen de muur en de inbouwvriezer, zodat de afgegeven warmte niet blijft hangen en goed kan worden afgevoerd.

Hoeveel ruimte heb je nodig?

Ook de grootte van de vriezer is iets om rekening mee te houden. Heb je een groot gezin of koop je graag boodschappen in het groot? Dan is een vrijstaande vriezer vaak praktischer, omdat die er in grotere maten zijn en dus meer ruimte bieden. Inbouwvriezers zijn vaak wat kleiner, omdat ze in een standaard keukenkast moeten passen. Voor wie weinig invriest of een kleinere keuken heeft, is dat meestal geen probleem.

©ID.nl

Geluidsproductie

Een vriezer maakt geluid, dat hoort erbij. Dat geluid is niet constant, maar meestal vooral hoorbaar als de compressor aanslaat. Toch kan het verschil maken waar hij staat en welk type je hebt of het geluid dat een vriezer produceert, storend is. Een inbouwvriezer hoor je doorgaans iets minder, omdat het geluid wordt gedempt door de keukenkast eromheen. Een vrijstaande vriezer kan net iets meer opvallen qua geluid, vooral als hij in de keuken staat en niet ergens apart. Benieuwd hoeveel geluid de vriezer naar keuze eigenlijk maakt? Van tevoren kun je op de site van het Europees productregister voor energie-etikettering zien wat de geluidsproductie van de gekozen vriezer in Decibel is.

Op het energielabel dat verplicht is voor alle vriezers en koelkasten, zie je direct wat de geluidsproductie is van het gekozen apparaat.

Schoonmaak en onderhoud

Kijken we naar de schoonmaak en het onderhoud van de vriezer, dan is er eigenlijk weinig verschil in hoe een inbouwvriezer of een gewone vriezer wordt schoongemaakt. Intern zijn beide kasten op dezelfde manier opgebouwd, maar aan de buitenzijde is dat toch anders. Een vrijstaande vriezer kun je bijvoorbeeld aan de achterzijde veel beter schoonmaken omdat je de vriezer makkelijker kunt verplaatsen. Bij een inbouwvriezer kan er na verloop van tijd wel veel meer stofophoping plaatsvinden en is het lastiger om de achterkant schoon te maken: daarvoor zul je toch echt de vriezer uit de nis moeten halen.

Extra functies

Tegenwoordig hebben veel vriezers allerlei handige functies. No Frost is daarbij een bekende, want hiermee hoef je een vriezer nooit meer te ontdooien. Ook handig is een een snelvriesfunctie voor als je net boodschappen hebt gedaan en je spullen snel moet invriezen. Die functies vind je zowel bij inbouw- als vrijstaande modellen. Het aanbod is bij vrijstaande vriezers vaak iets breder, simpelweg omdat er meer soorten van zijn.

©ID.nl

Kostenplaatje

Als je kijkt naar de prijs, zijn vrijstaande vriezers meestal wat goedkoper dan inbouwmodellen met vergelijkbare eigenschappen. Bij een inbouwvriezer betaal je namelijk ook voor het inbouwsysteem en het strakkere ontwerp. Bovendien moet je bij vervanging vaak een model kiezen dat precies in je keukenkast past. Dat maakt de keuze beperkter en soms ook duurder. Verder hangt het ook af van het deursysteem dat je kiest voor een inbouwvriezer. Bij een deur-op-deursysteem waar de deur van de keukenkast direct op de deur van de vriezer wordt gemonteerd, zijn ook andere scharnieren nodig die het extra gewicht van de keukendeur kunnen dragen. Bij een glijsysteem is dat niet het geval, omdat in dat geval de deur van de keukenkast een eigen scharniersysteem heeft.

Past het in je interieur?

Als je keuken er strak en opgeruimd uitziet, dan wil je misschien niet dat er een groot wit apparaat in het zicht staat. In dat geval is een inbouwvriezer een mooie oplossing. Die zit netjes achter een kastdeurtje en valt niet op. Een vrijstaande vriezer zie je wel altijd staan, maar dat hoeft geen probleem te zijn – zeker niet als hij in een bijkeuken of garage komt. Plus: tegenwoordig zijn de designs ook een stuk mooier dan pak 'm beet tien jaar geleden.

Staat je vriezer op een koude plek?

Niet elke vriezer werkt goed bij lage temperaturen. Als je van plan bent om je vriezer in een onverwarmde ruimte te zetten, zoals een schuur of garage, is het belangrijk om eerst na te gaan of het apparaat daar wel tegen kan. Vaak wordt gedacht dat een vriezer het juist beter doet als het buiten koud is, maar dat klopt niet altijd. Een vriezer moet voldoende warmte kunnen afvoeren, en bij te lage omgevingstemperaturen kan de thermostaat in de war raken, waardoor het apparaat minder goed of zelfs helemaal niet meer werkt. De meeste vriezers kunnen tot zo'n 10 graden Celsius als minimum temperatuur aan.

Sommige vriezers kunnen ook prima in een schuur of garage staan, maar alleen als de temperatuurspecificaties dit toelaten.

Om te bepalen of een vriezer geschikt is voor een koude ruimte, kijk je naar de klimaatklasse. Die vind je op het energielabel of in de productspecificaties. Klimaatklassen geven aan binnen welk temperatuurbereik een vriezer goed kan functioneren. De meest voorkomende klassen zijn SN, N, ST en T. Een vriezer met klimaatklasse SN (Subnormal) werkt bijvoorbeeld nog bij temperaturen vanaf 10 graden, terwijl sommige modellen die speciaal ontworpen zijn voor gebruik in onverwarmde ruimtes al functioneren vanaf 5 graden of zelfs lager. Fabrikanten geven dit meestal duidelijk aan.

Op het Europees productregister voor energie-etikettering kun je van alle producten zien wat de klimaatklasse en de minimale en maximale temperatuur is waardoor het apparaat geschikt is.

Vrijstaande vriezers zijn soms speciaal ontworpen voor dit soort omstandigheden, met aanpassingen aan de techniek en isolatie. Er zijn bijvoorbeeld modellen met zogeheten Freezer Guard- of Frost Protect-technologie, die juist wel goed blijven werken in koude omgevingen. Die zijn ideaal als je de vriezer bijvoorbeeld op zolder of in een onverwarmde bijkeuken wilt zetten.

Inbouwvriezers daarentegen zijn vrijwel altijd bedoeld voor gebruik binnenshuis, op plekken waar de temperatuur redelijk constant is, zoals in de keuken. Ze zijn meestal niet getest of ontworpen voor gebruik bij lage omgevingstemperaturen. Zet je zo’n vriezer toch in een koude ruimte, dan is de kans groot dat hij niet goed werkt of dat de levensduur wordt verkort.

©ID.nl

Een vriezer op zolder zetten kan een oplossing zijn bij ruimtegebrek in de keuken, maar vergeet ook niet dat hij ook helemaal naar boven moet worden gezet.

Tot slot is het goed om te bedenken dat ook vocht en vorst in onverwarmde ruimtes een rol kunnen spelen. Als de omgeving te vochtig is of als er bevriezingsgevaar ontstaat, kan dat schade veroorzaken aan de elektronica of het rubber van de deurafdichting. Het is dus altijd slim om niet alleen naar de temperatuur, maar ook naar de algemene omstandigheden van de ruimte te kijken voordat je besluit waar je de vriezer neerzet.

Verhuizing of herinrichting?

Als je nog niet zo lang op één plek woont of van plan bent te verhuizen, is het handig om te bedenken hoe flexibel je wilt zijn. Een vrijstaande vriezer kun je gemakkelijk meenemen of op een andere plek zetten. Een inbouwmodel zit vast in je keuken en is lastiger te verplaatsen of te vervangen. Dat maakt een vrijstaand model soms praktischer, en is een betere keuze als je je (keuken)inrichting regelmatig verandert.

Tot slot

Of je nu kiest voor een inbouw- of een vrijstaande vriezer, het belangrijkste is dat hij goed past bij jouw huishouden en wensen. Denk goed na over waar je hem wilt neerzetten, hoeveel ruimte je nodig hebt en hoe belangrijk je dingen als energieverbruik of uitstraling vindt. Door even de tijd te nemen en je goed te laten informeren, voorkom je dat je achteraf spijt krijgt van je aankoop. Zo weet je zeker dat je een vriezer kiest waar je jarenlang plezier van hebt.

▼ Volgende artikel
Vakantie en fileleed? Zo gebruik je Google Maps voor live informatie
© PixieMe - stock.adobe.com
Huis

Vakantie en fileleed? Zo gebruik je Google Maps voor live informatie

De vakanties zijn begonnen en als je op weg gaat naar het zuiden, sta je al gauw vast, bijvoorbeeld op de Autoroute du Soleil.De gratis app Google Map sbeschikt over een set tools om je trip vlot te laten verlopen. Zo kun je bijvoorbeeld heel eenvoudig de verkeersdrukte volgen.

In dit korte artikel laten we zien hoe je de verkeerslaag in Google Maps gebruikt:

  • Stel je route in en schakel de verkeerslaag in via het lagenmenu
  • Bekijk de actuele verkeersdrukte aan de hand van kleuren op de kaart
  • Ontvang meldingen over verkeersdrukte bij opgeslagen locaties

Ook interessant om te lezen: Dit zijn de 4 beste alternatieven voor Google Maps

De laag Verkeer

Open Google Maps op je smartphone en geef het vertrekpunt en de bestemming in. Daarna tik je onderaan op Route. Boven de kaart kies je de manier hoe je je verplaatst: auto, tram, metro, te voet of per fiets. Onderaan de kaart lees je alvast de afstand en de reistijd. Tik daarna op het pictogram Lagen in de rechterbovenhoek van het scherm. In de groep Kaartgegevens selecteer je Verkeer. Hierdoor wordt de verkeerslaag over de Google Maps-kaart gelegd. Verlaat het gedeelte Lagen door op het kruisje in de rechterbovenhoek te tikken.

Op de kaart worden de wegen ingekleurd op basis van de actuele verkeersdichtheid. Groen betekent dat je op een normaal tempo kunt rijden. Oranje staat voor langzaam rijdend verkeer en rood betekent dat het verkeer stilstaat. Niet tevreden met de route die Google Maps heeft geselecteerd? Bekijk dan alle alternatieve routes die als grijze lijnen op het scherm worden weergegeven. Tik op een van de opties om een ​​alternatieve route te selecteren.

De verkeersdrukte wordt met kleuren weergegeven.

Google Maps in de auto gebruiken?

Dan is een telefoonhouder een must

Live verkeer

Op de computer open je de webbrowser en surf je naar Google Maps. Weer zoek je de bestemming, zodat Maps de route tevoorschijn kan halen. Daarna beweeg je de muisaanwijzer over het pictogram Lagen linksonder. Klik op de laag met het label Verkeer. Opnieuw zal Google de wegen inkleuren volgens verkeersdrukte. Je kunt de weergave Live verkeer in- en uitschakelen door op de schakelaar in het onderste deel van het scherm te klikken.

Op de computer kun je de weergave Live verkeer in- en uitschakelen.

Meldingen ontvangen

Het is mogelijk om van Google Maps meldingen te ontvangen wanneer er drukte ontstaat in de buurt van een locatie die je in Maps hebt opgeslagen. Hiervoor tik je rechtsboven op het pictogram van je Google-account. Daarna kies je Instellingen en dan Meldingen. Op de iPhone controleer je of het schuifje bij Plaatsen en evenementen aanstaat. Op een Android-apparaat tik je bij Navigeren / Verkeer bij nabije evenementen op Aan of Alleen in de app.

Wil je verkeersupdates ontvangen over plaatsen die je hebt opgeslagen?

Watch on YouTube