ID.nl logo
Dit zijn de beste grafische kaarten van nu
© Reshift Digital
Huis

Dit zijn de beste grafische kaarten van nu

Sinds de zomer van 2020 hebben zowel Nvidia als AMD de nodige nieuwe grafische kaarten uitgebracht. En dat is goed nieuws als je een pc-gamer bent die op zoek is naar de beste game-ervaring van dit moment. In de praktijk valt er echter wel wat op aan te merken, want door corona zijn er extreme tekorten ontstaan, met teleurstellende voorraden en extreme prijzen als gevolg. Des te belangrijker is het om goed te kijken naar wat de beste grafische kaarten van dit moment zijn.

In onze jarenlange ervaring met videokaarten is het de eerste keer dat we het over de markt hebben. We leven op dit moment in een unieke situatie waarin simpelweg nauwelijks videokaarten te koop zijn. Nieuwe kaarten zijn niet of nauwelijks leverbaar of extreem hoog geprijsd. Videokaarten die 800 euro moeten kosten gaan gemakkelijk voor 1.000 euro over de toonbank. Ook de tweedehands websites lopen vol met gebruikte kaarten voor hogere prijzen dan de producten oorspronkelijk nieuw hebben gekost. Wat kunnen we nu echt met een adviesprijs wanneer er geen voorraad is of wanneer de straatprijs tientallen procenten hoger ligt? Sterker nog: voor sommige producten hebben fabrikanten inmiddels helemaal geen adviesprijzen meer gegeven. In dit artikel en de tabel vermelden we dan ook geen productprijzen, puur omdat er weinig zinvols over te zeggen is. Wil je een nieuwe grafische kaart, dan raden we je aan je aankoop uit te stellen tot de markt stabiliseert, naar verwachting rond de zomer. Maar zeker weten doen we dat natuurlijk niet. We geven iedere kaart een oordeel gebaseerd op de prestaties, zo weet je in ieder geval hoe goed de geteste kaarten technisch zijn. Keurmerken delen we – gezien de situatie met de verkrijgbaarheid en prijzen – in deze vergelijkende test echter niet uit.

©PXimport

Wat zijn de nieuwe producten?

Ondanks de schaarste is er de afgelopen maanden wel degelijk veel interessante hardware uitgebracht. Nvidia heeft vooralsnog het breedste aanbod met hun nieuwe 3000-serie kaarten: met de RTX 3060 Ti (adviesprijs vanaf 400 à 450 euro) hebben zij de goedkoopste videokaart van de nieuwe generatie in handen, met de RTX 3090 (adviesprijs om en nabij de 2.000 euro) hebben ze de ultieme kaart in handen, en met de RTX 3070 en RTX 3080 hebben ze twee kaarten die daar tussenin vallen.

AMD kwam iets later met de RX 6800, RX 6800 XT en RX 6900 XT, die in theorie op vergelijkbare prijspunten concurrerende prestaties bieden.

In de afbeelding is te zien hoe je deze producten grofweg met elkaar kunt vergelijken. Ook toont het de verhouding ten opzichte van de kaarten van vorig jaar, mocht je die nog overwegen.

De eindeloze strijd

Toch zijn er een paar grote verschillen tussen de twee fabrikanten die zich niet in een simpele afbeelding laten uitdrukken. AMD’s voornaamste kracht is het grotere geheugen dat de meeste van hun kaarten bij zich dragen. In theorie houdt dat in dat je op de lange termijn iets minder verval in prestaties zal zien zodra spellen meer geheugen gaan eisen. Nvidia heeft echter het sterkere totaalplaatje. Zo is hun NVENC-encoder een groot voordeel voor iedereen die met Adobe Premiere Pro werkt of wil streamen. Ook loopt Nvidia voor met hun implementatie van raytracing, dat realistischere belichtingen, schaduwen en reflecties mogelijk maakt. Games moeten dit ondersteunen, maar steeds meer titels doen dit.

Een interessantere technologie is DLSS, dat alleen werkt op gpu’s van Nvidia. DLSS laat een game in een lagere resolutie renderen en schaalt dat vervolgens op naar de resolutie van jouw keuze. Vooral bij gebruik van een scherm met een hogere resolutie (4K bijvoorbeeld) profiteer je hier behoorlijk van. Je kunt namelijk tientallen procenten extra prestaties verwachten met een minimaal verlies van beeldkwaliteit. Inmiddels ondersteunt een aardig aantal grote titels DLSS, wat Nvidia een stevige voorsprong geeft. Bij twee kaarten met een vergelijkbare prijs en prestaties heeft Nvidia daarom net een streepje voor.

©PXimport

Nvidia GeForce RTX 3060 Ti

De RTX 3060 Ti is op het moment van schrijven de goedkoopste kaart van de nieuwe generatie en dat is altijd een heel sterke positie. Hij brengt namelijk de prestaties van een flink duurdere kaart uit het verleden naar een nieuw, lager prijspunt. In dit geval de prestaties van een 700 tot 800 euro kostende RTX 2080 naar onder de 500 euro. Althans in theorie, want in de praktijk zijn ze door schaarste ook onder de 600 euro nog lastig te vinden. Alsnog een flink bedrag, maar de extra prestaties die je met de nieuwste hardware krijgt, zijn allerminst onaardig. Oudere kaarten die normaliter slechts iets minder horen te kosten, zoals de GeForce RTX 2060 of de Radeon RX 5700 XT zijn dusdanig veel langzamer dat ze eigenlijk niet interessant meer zijn. Met een RTX 3060 Ti kun je alle games op hoge instellingen op 1080p spelen en ook gamen op 1440p gaat comfortabel. Bovendien heb je de voordelen van Nvidia: een goede stream-encoder, raytracing-ondersteuning en DLSS-ondersteuning.

De beste RTX 3060 Ti

Van de vier RTX 3060 Ti’s die we hebben getest, is de ASUS ROG Strix GeForce RTX 3060 Ti de best presterende kaart, op de voet gevolgd door de MSI GeForce RTX 3060 Ti Gaming X Trio. Beide kaarten zijn snel, blijven onhoorbaar stil in gebruik en houden de temperaturen uitstekend onder controle. ASUS zet het beste pakketje neer vanwege de extra bios, de extra aansluitingen voor ventilatoren en de bouwkwaliteit en afwerking.

©PXimport

Welke kun je het beste kopen?

Normaal gesproken vertellen we je ook welke kaart de beste verhouding biedt tussen prijs en prestaties. Momenteel geldt echter dat dit vooral die kaart is die je kunt vinden voor een niet-absurde prijs. Bovendien geldt voor de 3060 Ti, in tegenstelling tot de echte high-end gpu’s, dat het stroomverbruik vrij laag is, wat het voor fabrikanten lastig maakt om een echt slechte kaart te maken. Van de vier geteste kaarten gooit de Gigabyte RTX 3060 Ti Gaming OC vanuit het oogpunt van de prijs-prestatieverhouding de hoogste ogen, want die kaart zou in theorie iets goedkoper moeten zijn dan de rest. 

©PXimport

Nvidia GeForce RTX 3070

Net als de bij de RTX 3060 Ti is ook de GeForce RTX 3070 een heel sterke gpu, want ook deze kaart heeft vooralsnog weinig concurrentie. Een kaart op basis van AMD’s goedkoopste nieuwe gpu kost al snel zo’n honderd euro meer. Met een adviesprijs tussen de 520 en 600 euro is hij iets duurder dan de RTX 3060 Ti, maar hij is ook wel een stuk sneller. Speel je op een 1080p-scherm, dan merk je daar niet gek veel van. Maar die extra kracht komt wel goed van pas als je op een scherm met hogere resolutie speelt. Heb je een 1440p-gamingmonitor of een ultrawide, dan is de RTX 3070 de gulden middenweg.

De beste RTX 3070

Omdat het een kostbare exercitie is om een koeler te ontwerpen, is het gebruikelijk dat fabrikanten een koelerontwerp op meerdere producten toepassen. Zo zien we bij zowel ASUS, Gigabyte en MSI dezelfde koelers terug. De verhoudingen zijn dan ook ongewijzigd. De flink grotere ASUS- en MSI-uitvoeringen overtuigen verreweg het meest met hun prestaties en vooral de efficiëntie is uitstekend. ASUS biedt het meest complete pakket en is objectief de beste, maar zal in de regel ook prijziger zijn, dus verlies de ijzersterke MSI Gaming X Trio zeker niet uit het oog.

©PXimport

Welke kun je het beste kopen?

Net als bij de RTX 3060 Ti, maakt het bij de RTX 3070-kaarten weinig uit welke je koopt, maar is het wederom de Gigabyte Gaming OC die positief opvalt. Hij is nipt minder efficiënt dan de kaarten die, in theorie, goedkoper zijn, maar wel sneller, koeler en stil genoeg dat het prijsvoordeel van de goedkopere kaarten wel heel zwaar moet wegen. Uiteraard is het zo dat wanneer de prijs van de Gaming OC minder gunstig is, de keuze voor een ander, betaalbaar alternatief interessanter wordt. Zo is Inno3D vaak scherp geprijsd en de iChill-varianten doen het ook heel goed.

©PXimport

Nvidia GeForce RTX 3080

Ondanks dat er een RTX 3090 bestaat, is de GeForce RTX 3080 eigenlijk de topvideokaart van dit moment. De in theorie 750 à 800 euro kostende RTX 3080 is ook voor prijzen rond de 1.000 euro niet aan te slepen. En de reden is begrijpelijk. Zo is hij zo’n dertig procent sneller dan het topmodel van de vorige generatie. Dit houdt in dat het de eerste echte 4K-gaming-videokaart is waarbij je geen concessies hoeft te doen. Zelfs de nieuwste consoles moeten hiervoor trucjes uithalen en kunnen niet opboksen tegen het grafische geweld van deze kaart.

De beste RTX 3080

De beste RTX 3080 in onze test is de MSI GeForce RTX 3080 Suprim X, een extreem grote en zware uitvoering. En vermoedelijk ook meteen een van de duurste. Als je ruimte hebt voor dit beest is hij leuk, zeker als je de overdaad aan rgb kan waarderen, maar de theoretische meerprijs moet je zeker niet te vergeten. Maar de TUF Gaming-uitvoering van ASUS of MSI’s eigen Gaming X Trio zijn niet merkbaar minder goed. Wil je juist wel fratsen, dan is de Aorus Xtreme van Gigabyte het bekijken waard, want die heeft een lcd-schermpje waar je je eigen foto’s of effecten op kunt weergeven.

©PXimport

Welke kun je het beste kopen?

We vallen in herhaling, maar aangezien elke RTX 3080 in de tabel goed presteert, komt het al heel snel op prijs aan. In theorie is Nvidia’s eigen RTX 3080-uitvoering een van de goedkoopste en visueel aantrekkelijkste kaarten, maar deze specifieke uitvoering is erg lastig te krijgen. De MSI Ventus 3X OC is normaliter een van de goedkoopste kaarten, maar presteert als een luxe middenklasser. Hij komt met een vlotte fabrieksoverklok en blijft koel en stil genoeg. Geen fratsen, gewoon een goede kaart. Een om in de gaten te houden dus.

©PXimport

Nvidia GeForce RTX 3090

De Nvidia GeForce RTX 3090 is de snelste videokaart op de markt op dit moment. Dat klinkt goed, ware het niet dat hij nauwelijks tien procent sneller is dan een RTX 3080, terwijl je er wel ruim twee keer zoveel voor moet betalen; 2.000 euro momenteel. Die enorm scheve prijs-prestatieverhouding maakt dit een kaart die we niet direct zullen aanbevelen. De enige reden om een RTX 3090 in huis te halen, is de extreme hoeveelheid werkgeheugen dat voor sommige, veelal zakelijke, doeleinden noodzakelijk is. Alle geteste varianten zijn overigens adequaat, met wederom ASUS en MSI aan kop, op de voet gevolgd door Gigabyte.

©PXimport

En AMD dan?

De leveringsproblemen lijken voor AMD nog groter dan bij Nvidia. De meeste fabrikanten hadden zelf niet eens een enkele kaart voor ons om te testen. Dat belooft dus niet veel goeds voor de beschikbaarheid. Van de Radeon RX 6800, een kaart die grofweg tussen de RTX 3070 en RTX 3080 valt wat prestaties betreft, lukte het zelfs niet er ook maar één te bemachtigen. Daarvan kunnen we enkel stellen dat het referentiemodel van AMD adequaat presteert.

Bij de iets hoger gepositioneerde Radeon RX 6800 XT, een kaart die nipt onder het niveau van de RTX 3080 hangt en een (theoretisch) iets lagere prijs heeft, is de situatie iets beter. Naast de referentiekaart van AMD kregen we een kaart van Gigabyte en ASUS. De Gigabyte Gaming OC laat wederom zien dat een iets duurdere koeler een goede investering is: de temperaturen blijven lager en de kaart is iets sneller.

De ASUS-variant is vrij uniek, die komt namelijk met een volledige waterkoeler aan de kaart vast. Die moet je dus ergens aan bevestigen. Het resultaat is wel een zeer stille, zeer snelle en extreem koele kaart. Al kun je daardoor ook uitgaan van een flink hoger prijskaartje.

De Radeon RX 6900 XT is een kaart die de RTX 3090 op de hielen zit, maar dan voor 1.000 in plaats van 2.000 euro. Ligt de prijs rond de adviesprijs, dan is het een prachtige kaart, waarbij we wederom zien dat je beter af bent met een iets luxere uitvoering, zoals de Gigabyte Gaming OC. De AMD-referentiekaart is adequaat en best stil, maar wordt wel redelijk warm. Al is het lastig vergelijken met slechts twee kaarten in zo’n drie maanden na de lancering.

©PXimport

Conclusie

In grote lijnen zijn de resultaten van de meeste videokaarten niet heel anders dan in het verleden. Duurdere, grotere en dikkere uitvoeringen blijven koeler en stiller, en zijn in de regel duurder. Een award voor Beste product in deze test is lastig, omdat we vooral op AMD-gebied te weinig kaarten kregen voor een goed beeld. En de Redactietip dan? Dat is normaliter de kaart die een goede balans tussen prijs en prestaties weet te vinden. Over prijzen kunnen we echter weinig zinnigs zeggen, want die rijzen vanwege de beperkte beschikbaarheid de pan uit. De allerbeste koop is momenteel dan ook simpelweg een kaart die je weet te bemachtigen voor een enigszins normale prijs. Vanuit dat oogpunt is het fijn dat er tussen de geteste kaarten in ieder geval geen slechte kaarten zitten.

Onthoud overigens dat de beste uitvoering van een lagere chip qua prestaties nooit beter is dan een instapmodel van een hogere klasse. Zit je op de grens van je budget, kies dan voor de betere chip, zoals de RTX 3080 in plaats van de RTX 3070. Dan haal je prijstechnisch de beste prestaties in huis.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: vijf 5.1-surroundsets voor minder dan 300 euro
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: vijf 5.1-surroundsets voor minder dan 300 euro

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt. Daarom gaan we een paar keer per week op zoek naar zulke deals. Met de feestdagen voor de deur kijken we dit keer naar 5.1-surroundsets voor de woonkamer. Want wat is er nou leuker om je favoriete film of serie te kijken met supergoed geluid? Of bij het gamen? Voor minder dan 300 euro welteverstaan.

Een 5.1 speakerset is een geluidssysteem dat is opgebouwd uit zes verschillende luidsprekers. Het cijfer 5 staat voor de satellietluidsprekers: een middenkanaal voor spraak, twee speakers voorin (links en rechts) en twee speakers die je achter je plaatst. De .1 verwijst naar de subwoofer, die specifiek de lage bastonen voor zijn rekening neemt. Doordat deze luidsprekers rondom de luisterpositie worden geplaatst, komt het geluid vanuit verschillende richtingen op je af. Dit creëert een ruimtelijk effect waardoor je bij het kijken van films en series of het spelen van games wordt omringd door geluid.

Logitech Z906

Deze set is ontworpen om meerdere audiobronnen tegelijkertijd te kunnen verwerken. Je sluit tot zes apparaten aan, zoals een televisie, gameconsole of computer, via de beschikbare digitale optische, digitale coaxiale of analoge ingangen. De set beschikt over een bedieningsconsole die je stapelt bij je apparatuur en een draadloze afstandsbediening voor bediening vanaf de bank. Het systeem levert een continu vermogen van 500 watt en is THX-gecertificeerd, wat betekent dat het voldoet aan specifieke prestatie-eisen voor bioscoopgeluid. De decodering ondersteunt Dolby Digital en DTS-soundtracks. Naast de subwoofer krijg je vier satellietluidsprekers en een middenkanaal die je flexibel kunt plaatsen.

RMS of uitgangsvermogen?

Bij het vergelijken van specificaties kom je vaak de termen RMS en totaal uitgangsvermogen tegen, en het is slim om vooral op die eerste te letten. RMS staat voor het continue vermogen en geeft eerlijk weer wat de speakers constant kunnen leveren zonder dat het geluid vervormt. Je kunt het zien als de basissnelheid die een hardloper een uur lang volhoudt, terwijl het totaal uitgangsvermogen of piekvermogen slechts een korte sprint van enkele seconden is. Fabrikanten zetten dat hogere piekvermogen vaak groot op de doos als marketingmiddel, maar als je wilt weten hoe krachtig de set echt is tijdens een hele film, concert, serie of game, geeft de RMS-waarde je het meest betrouwbare beeld.

Sony HT-S40R

Bij dit systeem worden de achterste luidsprekers aangestuurd door een draadloze versterker, waardoor er geen kabels van de soundbar voorin de kamer naar achteren hoeven te lopen. De soundbar zelf beschikt over drie kanalen en werkt samen met de subwoofer en de twee achterspeakers voor de 5.1-weergave. Het totale uitgangsvermogen bedraagt 600 watt. Voor de connectiviteit maak je gebruik van HDMI ARC, een optische ingang of een analoge aansluiting. Daarnaast is er Bluetooth 5.0 aanwezig voor het streamen van audio vanaf mobiele apparaten. De soundbar kan aan de muur worden bevestigd of voor de televisie worden geplaatst.

Trust GXT 658 Tytan

Dit geluidssysteem is eigenlijk voornamelijk bedoeld voor games en in combinatie met een pc of gameconsole, waarbij de houten subwoofer het middelpunt vormt. De basweergave is gesynchroniseerd met geïntegreerde LED-verlichting die reageert op het ritme van het geluid. Het systeem schakelt automatisch naar een stand-by modus wanneer het niet in gebruik is. De set wordt geleverd met een afstandsbediening waarmee je onder andere de bas en het volume regelt. De kabels voor de achterste luidsprekers hebben een lengte van 8 meter, wat plaatsing in grotere ruimtes mogelijk maakt zonder verlengsnoeren. Het piekvermogen ligt op 180 watt.

Hisense AX5100G

Dit audiosysteem ondersteunt Dolby Atmos-technologie voor een ruimtelijke geluidsweergave. De set bestaat uit een soundbar, een losse subwoofer en twee achterluidsprekers. Met een totaal vermogen van 340 watt worden de verschillende frequenties verdeeld over de speakers. Je hebt de beschikking over diverse equalizer-modi, waaronder instellingen voor nieuws, film en games. Aansluiten op de televisie gaat via HDMI eARC, maar er zijn ook opties voor USB en een optische kabel. De achterspeakers plaats je achter de luisterpositie om het surround-effect van de 5.1-opstelling te completeren.

Sony HT-S20R

Je installeert dit systeem met een soundbar, subwoofer en twee bedrade achterspeakers. De soundbar verzorgt de linker-, rechter- en middenkanalen, terwijl de externe subwoofer de lage tonen voor zijn rekening neemt. Het systeem heeft een totaal vermogen van 400 watt en ondersteunt Dolby Digital. Via de USB-poort speel je audiobestanden direct af van een geheugenstick. Voor de verbinding met de televisie gebruik je HDMI ARC, maar als je televisie dit niet ondersteunt, zijn er optische en analoge ingangen beschikbaar. De set beschikt over diverse geluidsmodi die je met een knop op de afstandsbediening selecteert.

▼ Volgende artikel
AOC lanceert betaalbare 420Hz-gamingmonitor voor competitieve spelers
© AGON by AOC | KateStudio/Shutterstock
Huis

AOC lanceert betaalbare 420Hz-gamingmonitor voor competitieve spelers

AOC brengt met de Gaming 25G4KUR een monitor op de markt die volledig is afgestemd op competitieve gamers. Het 24,5-inch scherm haalt een verversingssnelheid tot 420 Hz en biedt snelle reactietijden, Adaptive-Sync en ergonomische instelmogelijkheden.

Supersnel beeld voor competitieve spelers

De AOC Gaming 25G4KUR (adviesprijs 259 euro) is bedoeld voor wie elke milliseconde telt. Dankzij een overklokte verversingssnelheid van 420 Hz (400 Hz standaard) en een responstijd tot 0,3 milliseconde reageert het scherm vrijwel direct op elke actie. Dat maakt hem geschikt voor snelle shooters, esports-toernooien en spelers die vloeiende bewegingen en minimale vertraging willen.

Het 24,5-inch formaat is populair onder professionele esports-spelers, omdat het speelveld overzichtelijk blijft zonder dat de ogen veel hoeven te bewegen. De Full HD-resolutie zorgt ervoor dat hoge framerates haalbaar zijn, zelfs met een middenklasse grafische kaart.

©AGON by AOC

Heldere kleuren en vloeiende beelden

De 25G4KUR gebruikt een Fast IPS-paneel met brede kijkhoeken en een kleurdekking van 121 procent sRGB. Het scherm is compatibel met NVIDIA G-SYNC. Adaptive-Sync, zorgt ervoor dat beelden vloeiend blijven zonder haperingen of tearing. DisplayHDR 400 biedt bovendien een iets hoger contrast en betere helderheid dan standaard SDR-monitoren.

Ontworpen voor urenlang gamen

AOC rust de monitor uit met functies die lange gamesessies comfortabeler moeten maken. De flicker-free achtergrondverlichting en blauwlichtreductie verminderen vermoeide ogen, terwijl de ergonomische standaard in hoogte verstelbaar is en kantel-, draai- en rotatiefuncties heeft. Via AOC's G-Menu-software kunnen spelers profielen aanmaken, instellingen aanpassen en de Low Input Lag-modus activeren.

MiniLED-monitor in januari

In januari 2026 brengt AOC nog een nieuw model uit: de Gaming U27G4XM. Deze 27-inch 4K-monitor gebruikt MiniLED-technologie met 1152 local dimming-zones en heeft een DisplayHDR 1000-certificering. Dankzij de hoge helderheid (1200 nits) en het diepe contrast biedt hij beeldkwaliteit die dicht in de buurt komt van OLED, maar zonder risico op inbranden. De U27G4XM krijgt een adviesprijs van 449 euro.