ID.nl logo
Dit zijn de beste grafische kaarten van nu
© PXimport
Huis

Dit zijn de beste grafische kaarten van nu

Sinds de zomer van 2020 hebben zowel Nvidia als AMD de nodige nieuwe grafische kaarten uitgebracht. En dat is goed nieuws als je een pc-gamer bent die op zoek is naar de beste game-ervaring van dit moment. In de praktijk valt er echter wel wat op aan te merken, want door corona zijn er extreme tekorten ontstaan, met teleurstellende voorraden en extreme prijzen als gevolg. Des te belangrijker is het om goed te kijken naar wat de beste grafische kaarten van dit moment zijn.

In onze jarenlange ervaring met videokaarten is het de eerste keer dat we het over de markt hebben. We leven op dit moment in een unieke situatie waarin simpelweg nauwelijks videokaarten te koop zijn. Nieuwe kaarten zijn niet of nauwelijks leverbaar of extreem hoog geprijsd. Videokaarten die 800 euro moeten kosten gaan gemakkelijk voor 1.000 euro over de toonbank. Ook de tweedehands websites lopen vol met gebruikte kaarten voor hogere prijzen dan de producten oorspronkelijk nieuw hebben gekost. Wat kunnen we nu echt met een adviesprijs wanneer er geen voorraad is of wanneer de straatprijs tientallen procenten hoger ligt? Sterker nog: voor sommige producten hebben fabrikanten inmiddels helemaal geen adviesprijzen meer gegeven. In dit artikel en de tabel vermelden we dan ook geen productprijzen, puur omdat er weinig zinvols over te zeggen is. Wil je een nieuwe grafische kaart, dan raden we je aan je aankoop uit te stellen tot de markt stabiliseert, naar verwachting rond de zomer. Maar zeker weten doen we dat natuurlijk niet. We geven iedere kaart een oordeel gebaseerd op de prestaties, zo weet je in ieder geval hoe goed de geteste kaarten technisch zijn. Keurmerken delen we – gezien de situatie met de verkrijgbaarheid en prijzen – in deze vergelijkende test echter niet uit.

©PXimport

Wat zijn de nieuwe producten?

Ondanks de schaarste is er de afgelopen maanden wel degelijk veel interessante hardware uitgebracht. Nvidia heeft vooralsnog het breedste aanbod met hun nieuwe 3000-serie kaarten: met de RTX 3060 Ti (adviesprijs vanaf 400 à 450 euro) hebben zij de goedkoopste videokaart van de nieuwe generatie in handen, met de RTX 3090 (adviesprijs om en nabij de 2.000 euro) hebben ze de ultieme kaart in handen, en met de RTX 3070 en RTX 3080 hebben ze twee kaarten die daar tussenin vallen.

AMD kwam iets later met de RX 6800, RX 6800 XT en RX 6900 XT, die in theorie op vergelijkbare prijspunten concurrerende prestaties bieden.

In de afbeelding is te zien hoe je deze producten grofweg met elkaar kunt vergelijken. Ook toont het de verhouding ten opzichte van de kaarten van vorig jaar, mocht je die nog overwegen.

De eindeloze strijd

Toch zijn er een paar grote verschillen tussen de twee fabrikanten die zich niet in een simpele afbeelding laten uitdrukken. AMD’s voornaamste kracht is het grotere geheugen dat de meeste van hun kaarten bij zich dragen. In theorie houdt dat in dat je op de lange termijn iets minder verval in prestaties zal zien zodra spellen meer geheugen gaan eisen. Nvidia heeft echter het sterkere totaalplaatje. Zo is hun NVENC-encoder een groot voordeel voor iedereen die met Adobe Premiere Pro werkt of wil streamen. Ook loopt Nvidia voor met hun implementatie van raytracing, dat realistischere belichtingen, schaduwen en reflecties mogelijk maakt. Games moeten dit ondersteunen, maar steeds meer titels doen dit.

Een interessantere technologie is DLSS, dat alleen werkt op gpu’s van Nvidia. DLSS laat een game in een lagere resolutie renderen en schaalt dat vervolgens op naar de resolutie van jouw keuze. Vooral bij gebruik van een scherm met een hogere resolutie (4K bijvoorbeeld) profiteer je hier behoorlijk van. Je kunt namelijk tientallen procenten extra prestaties verwachten met een minimaal verlies van beeldkwaliteit. Inmiddels ondersteunt een aardig aantal grote titels DLSS, wat Nvidia een stevige voorsprong geeft. Bij twee kaarten met een vergelijkbare prijs en prestaties heeft Nvidia daarom net een streepje voor.

©PXimport

Nvidia GeForce RTX 3060 Ti

De RTX 3060 Ti is op het moment van schrijven de goedkoopste kaart van de nieuwe generatie en dat is altijd een heel sterke positie. Hij brengt namelijk de prestaties van een flink duurdere kaart uit het verleden naar een nieuw, lager prijspunt. In dit geval de prestaties van een 700 tot 800 euro kostende RTX 2080 naar onder de 500 euro. Althans in theorie, want in de praktijk zijn ze door schaarste ook onder de 600 euro nog lastig te vinden. Alsnog een flink bedrag, maar de extra prestaties die je met de nieuwste hardware krijgt, zijn allerminst onaardig. Oudere kaarten die normaliter slechts iets minder horen te kosten, zoals de GeForce RTX 2060 of de Radeon RX 5700 XT zijn dusdanig veel langzamer dat ze eigenlijk niet interessant meer zijn. Met een RTX 3060 Ti kun je alle games op hoge instellingen op 1080p spelen en ook gamen op 1440p gaat comfortabel. Bovendien heb je de voordelen van Nvidia: een goede stream-encoder, raytracing-ondersteuning en DLSS-ondersteuning.

De beste RTX 3060 Ti

Van de vier RTX 3060 Ti’s die we hebben getest, is de ASUS ROG Strix GeForce RTX 3060 Ti de best presterende kaart, op de voet gevolgd door de MSI GeForce RTX 3060 Ti Gaming X Trio. Beide kaarten zijn snel, blijven onhoorbaar stil in gebruik en houden de temperaturen uitstekend onder controle. ASUS zet het beste pakketje neer vanwege de extra bios, de extra aansluitingen voor ventilatoren en de bouwkwaliteit en afwerking.

©PXimport

Welke kun je het beste kopen?

Normaal gesproken vertellen we je ook welke kaart de beste verhouding biedt tussen prijs en prestaties. Momenteel geldt echter dat dit vooral die kaart is die je kunt vinden voor een niet-absurde prijs. Bovendien geldt voor de 3060 Ti, in tegenstelling tot de echte high-end gpu’s, dat het stroomverbruik vrij laag is, wat het voor fabrikanten lastig maakt om een echt slechte kaart te maken. Van de vier geteste kaarten gooit de Gigabyte RTX 3060 Ti Gaming OC vanuit het oogpunt van de prijs-prestatieverhouding de hoogste ogen, want die kaart zou in theorie iets goedkoper moeten zijn dan de rest. 

©PXimport

Nvidia GeForce RTX 3070

Net als de bij de RTX 3060 Ti is ook de GeForce RTX 3070 een heel sterke gpu, want ook deze kaart heeft vooralsnog weinig concurrentie. Een kaart op basis van AMD’s goedkoopste nieuwe gpu kost al snel zo’n honderd euro meer. Met een adviesprijs tussen de 520 en 600 euro is hij iets duurder dan de RTX 3060 Ti, maar hij is ook wel een stuk sneller. Speel je op een 1080p-scherm, dan merk je daar niet gek veel van. Maar die extra kracht komt wel goed van pas als je op een scherm met hogere resolutie speelt. Heb je een 1440p-gamingmonitor of een ultrawide, dan is de RTX 3070 de gulden middenweg.

De beste RTX 3070

Omdat het een kostbare exercitie is om een koeler te ontwerpen, is het gebruikelijk dat fabrikanten een koelerontwerp op meerdere producten toepassen. Zo zien we bij zowel ASUS, Gigabyte en MSI dezelfde koelers terug. De verhoudingen zijn dan ook ongewijzigd. De flink grotere ASUS- en MSI-uitvoeringen overtuigen verreweg het meest met hun prestaties en vooral de efficiëntie is uitstekend. ASUS biedt het meest complete pakket en is objectief de beste, maar zal in de regel ook prijziger zijn, dus verlies de ijzersterke MSI Gaming X Trio zeker niet uit het oog.

©PXimport

Welke kun je het beste kopen?

Net als bij de RTX 3060 Ti, maakt het bij de RTX 3070-kaarten weinig uit welke je koopt, maar is het wederom de Gigabyte Gaming OC die positief opvalt. Hij is nipt minder efficiënt dan de kaarten die, in theorie, goedkoper zijn, maar wel sneller, koeler en stil genoeg dat het prijsvoordeel van de goedkopere kaarten wel heel zwaar moet wegen. Uiteraard is het zo dat wanneer de prijs van de Gaming OC minder gunstig is, de keuze voor een ander, betaalbaar alternatief interessanter wordt. Zo is Inno3D vaak scherp geprijsd en de iChill-varianten doen het ook heel goed.

©PXimport

Nvidia GeForce RTX 3080

Ondanks dat er een RTX 3090 bestaat, is de GeForce RTX 3080 eigenlijk de topvideokaart van dit moment. De in theorie 750 à 800 euro kostende RTX 3080 is ook voor prijzen rond de 1.000 euro niet aan te slepen. En de reden is begrijpelijk. Zo is hij zo’n dertig procent sneller dan het topmodel van de vorige generatie. Dit houdt in dat het de eerste echte 4K-gaming-videokaart is waarbij je geen concessies hoeft te doen. Zelfs de nieuwste consoles moeten hiervoor trucjes uithalen en kunnen niet opboksen tegen het grafische geweld van deze kaart.

De beste RTX 3080

De beste RTX 3080 in onze test is de MSI GeForce RTX 3080 Suprim X, een extreem grote en zware uitvoering. En vermoedelijk ook meteen een van de duurste. Als je ruimte hebt voor dit beest is hij leuk, zeker als je de overdaad aan rgb kan waarderen, maar de theoretische meerprijs moet je zeker niet te vergeten. Maar de TUF Gaming-uitvoering van ASUS of MSI’s eigen Gaming X Trio zijn niet merkbaar minder goed. Wil je juist wel fratsen, dan is de Aorus Xtreme van Gigabyte het bekijken waard, want die heeft een lcd-schermpje waar je je eigen foto’s of effecten op kunt weergeven.

©PXimport

Welke kun je het beste kopen?

We vallen in herhaling, maar aangezien elke RTX 3080 in de tabel goed presteert, komt het al heel snel op prijs aan. In theorie is Nvidia’s eigen RTX 3080-uitvoering een van de goedkoopste en visueel aantrekkelijkste kaarten, maar deze specifieke uitvoering is erg lastig te krijgen. De MSI Ventus 3X OC is normaliter een van de goedkoopste kaarten, maar presteert als een luxe middenklasser. Hij komt met een vlotte fabrieksoverklok en blijft koel en stil genoeg. Geen fratsen, gewoon een goede kaart. Een om in de gaten te houden dus.

©PXimport

Nvidia GeForce RTX 3090

De Nvidia GeForce RTX 3090 is de snelste videokaart op de markt op dit moment. Dat klinkt goed, ware het niet dat hij nauwelijks tien procent sneller is dan een RTX 3080, terwijl je er wel ruim twee keer zoveel voor moet betalen; 2.000 euro momenteel. Die enorm scheve prijs-prestatieverhouding maakt dit een kaart die we niet direct zullen aanbevelen. De enige reden om een RTX 3090 in huis te halen, is de extreme hoeveelheid werkgeheugen dat voor sommige, veelal zakelijke, doeleinden noodzakelijk is. Alle geteste varianten zijn overigens adequaat, met wederom ASUS en MSI aan kop, op de voet gevolgd door Gigabyte.

©PXimport

En AMD dan?

De leveringsproblemen lijken voor AMD nog groter dan bij Nvidia. De meeste fabrikanten hadden zelf niet eens een enkele kaart voor ons om te testen. Dat belooft dus niet veel goeds voor de beschikbaarheid. Van de Radeon RX 6800, een kaart die grofweg tussen de RTX 3070 en RTX 3080 valt wat prestaties betreft, lukte het zelfs niet er ook maar één te bemachtigen. Daarvan kunnen we enkel stellen dat het referentiemodel van AMD adequaat presteert.

Bij de iets hoger gepositioneerde Radeon RX 6800 XT, een kaart die nipt onder het niveau van de RTX 3080 hangt en een (theoretisch) iets lagere prijs heeft, is de situatie iets beter. Naast de referentiekaart van AMD kregen we een kaart van Gigabyte en ASUS. De Gigabyte Gaming OC laat wederom zien dat een iets duurdere koeler een goede investering is: de temperaturen blijven lager en de kaart is iets sneller.

De ASUS-variant is vrij uniek, die komt namelijk met een volledige waterkoeler aan de kaart vast. Die moet je dus ergens aan bevestigen. Het resultaat is wel een zeer stille, zeer snelle en extreem koele kaart. Al kun je daardoor ook uitgaan van een flink hoger prijskaartje.

De Radeon RX 6900 XT is een kaart die de RTX 3090 op de hielen zit, maar dan voor 1.000 in plaats van 2.000 euro. Ligt de prijs rond de adviesprijs, dan is het een prachtige kaart, waarbij we wederom zien dat je beter af bent met een iets luxere uitvoering, zoals de Gigabyte Gaming OC. De AMD-referentiekaart is adequaat en best stil, maar wordt wel redelijk warm. Al is het lastig vergelijken met slechts twee kaarten in zo’n drie maanden na de lancering.

©PXimport

Conclusie

In grote lijnen zijn de resultaten van de meeste videokaarten niet heel anders dan in het verleden. Duurdere, grotere en dikkere uitvoeringen blijven koeler en stiller, en zijn in de regel duurder. Een award voor Beste product in deze test is lastig, omdat we vooral op AMD-gebied te weinig kaarten kregen voor een goed beeld. En de Redactietip dan? Dat is normaliter de kaart die een goede balans tussen prijs en prestaties weet te vinden. Over prijzen kunnen we echter weinig zinnigs zeggen, want die rijzen vanwege de beperkte beschikbaarheid de pan uit. De allerbeste koop is momenteel dan ook simpelweg een kaart die je weet te bemachtigen voor een enigszins normale prijs. Vanuit dat oogpunt is het fijn dat er tussen de geteste kaarten in ieder geval geen slechte kaarten zitten.

Onthoud overigens dat de beste uitvoering van een lagere chip qua prestaties nooit beter is dan een instapmodel van een hogere klasse. Zit je op de grens van je budget, kies dan voor de betere chip, zoals de RTX 3080 in plaats van de RTX 3070. Dan haal je prijstechnisch de beste prestaties in huis.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Windows 10 zonder Microsoft-account installeren? Zo maak je een offline account
Huis

Windows 10 zonder Microsoft-account installeren? Zo maak je een offline account

Het was tot voor kort mogelijk om Windows 10 (opnieuw) te installeren zonder Microsoft-account. Maar net zoals bij Windows 11 is dat nu niet meer mogelijk als je een nieuwe installatie van Windows 10 uitvoert. Gelukkig is die belemmering te omzeilen. We laten je zien hoe je dat tijdens de installatieprocedure van Windows 10 doet.

Microsoft wil maar al te graag dat je een Microsoft-account hebt en deze ook gebruikt bij het aanmelden binnen Windows 10. Behalve dat je hiermee in geval van het vergeten van je installatiecode het besturingssysteem makkelijker opnieuw kunt activeren, biedt een Microsoft-account niet veel extra voordelen in Windows 10 zelf. Het enige wat met zo'n account makkelijker werkt, is het instellen van e-mail en OneDrive, maar dat zijn ook diensten waar je je later bij kunt aanmelden.

Installatieprocedure

In een van de laatste stappen van de installatieprocedure van Windows 10 (of als je een Windows 11-laptop hebt gekocht) word je – om de laatste instellingen toe te passen – gevraagd om in te loggen met een Microsoft-account. Als je die niet hebt, wordt er gevraagd er eentje aan te maken.

Microsoft vraagt in Windows 10 nu standaard ook om een Microsoft-account bij een nieuwe installatie.

Wanneer je in bovenstaand scherm bent aangekomen, lijkt het alsof je hier niet meer uit kunt komen: je moet óf een account invullen, óf er eentje aanmaken. Toch kun je hier nog iets anders doen, namelijk een opdrachtprompt openen. En dat is handig, want met een opdrachtprompt tijdens de installatie van Windows 10 kun je alvast zaken regelen vóórdat Windows 10 zelf is opgestart. Het omzeilen van het aanmaken of invoeren van een Microsoft-account bijvoorbeeld. Om de opdrachtprompt te openen, druk je op Shift+F10.Let op: bij sommige computers zoals laptops kan het zijn dat je ook de Functietoets Fn moet indrukken om de F10-knop te kunnen gebruiken. De opdracht wordt in dat geval Shift+Fn+F10.

Na het indrukken van deze toetscombinatie wordt een zwart venster voor de opdrachtprompt geopend (zie afbeelding hieronder).

Via een opdrachtprompt tijdens de installatieproductie van Windows 10 kunnen we de blokkade voor het aanmaken van een gewoon account omzeilen.

In dit scherm voor je een speciale opdracht in waarmee we de verplichte invoer voor een Microsoft-account gaan omzeilen. Zodra Windows 10 heeft gedetecteerd dat jouw computer een werkende verbinding heeft, blijf je op dat accountscherm hangen. Maar ook als er nog geen verbinding is gemaakt, wil Microsoft toch eerst dat je verbinding maakt en daarna alsnog met een Microsoft-account aan de slag gaat.

Nu de opdrachtprompt is geopend, schakelen we die online functie echter uit. Voer exact de volgende opdracht in: start ms-cxh:localonly

Druk daarna op de Enter-toets. Dat ziet eruit als hieronder:

©MG | ID.nl

Met behulp van de opdracht start ms-cxh:localonly kunnen we toch een normaal account aanmaken.

Nadat je op Enter hebt gedrukt, verschijnt er een nieuw venster met de mogelijkheid om een lokaal account (dus zonder Microsoft-account) aan te maken. Goed om te weten: dit account is ook meteen een administrator-account.

©MG | ID.nl

Je kunt elke accountnaam gebruiken die je wenst, en een wachtwoord opgeven hoeft nu nog niet.

Je kunt hier dus gewoon een normale (voor- en achter)naam opgeven; een e-mailadres is dan niet nodig. Je kunt ervoor kiezen om nu een wachtwoord in te vullen, maar als je dat doet, krijg je ook direct drie controlevragen die je moet opgeven. Dat kun je niet skippen. Sla je het aanmaken van een wachtwoord nu over, dan kun je dat later in Windows 10 alsnog doen.

Nadat je de benodigde gegevens hebt ingevuld, worden de laatste installatiestappen voltooid en wordt de computer nog een keertje opnieuw opgestart. Daarna kun je je aanmelden met het nieuwe account en voer je nog een aantal stappen uit met betrekking tot functies als locatie, diagnostische gegevens en handschriftherkenning.

Account aanpassen

Het account waarmee je je aanmeldt, is een administrator-account. In dat geval doe je er goed aan om een wachtwoord in te stellen (als je dat nog niet hebt gedaan) in de hierboven uitgelegde stap. Om een wachtwoord in te stellen, klik je op de Startknop, vervolgens op je accountnaam en kies je voor Accountinstellingen wijzigen.

Via het Startmenu vraag je de eigenschappen van je account op.

Je komt nu in het instellingenscherm voor je account. Scrol naar de knop Aanmeldingsopties (linkerkant) en daarna op Wachtwoord (rechts).

Klik op het item Wachtwoordom een wachtwoord aan je account toe te voegen.

Nu kun je een wachtwoord naar wens opgeven. De eisen zijn hier niet streng, maar uiteraard kies je wel voor een lastig te raden wachtwoord. Wel ben je verplicht om een geheugensteuntje op te geven, maar dat is minder lastig dan drie extra beveiligingsvragen die je normaliter bij het installatiescherm moet opgeven. Bij de geheugensteun mag het wachtwoord (vanzelfsprekend) niet worden gebruikt.

©MG | ID.nl

Hier geef je je wachtwoord op. De wachtwoordhint (geheugensteun) mag niet ook je wachtwoord zijn.

Wachtwoord en geheugensteun ingevoerd? Dan ben je in principe klaar en kun je je systeem verder configureren. Eventueel kun je nu ook nieuwe extra accounts aanmaken via het onderdeel Andere gebruikers in het instellingenscherm.

▼ Volgende artikel
Kookplaat met geïntegreerde afzuiging: waar moet je op letten?
© Siemens
Huis

Kookplaat met geïntegreerde afzuiging: waar moet je op letten?

Steeds meer mensen kiezen voor een kookplaat met ingebouwd afzuigsysteem. Geen afzuigkap meer die in het zicht hangt of je hoofdruimte beperkt – dat klinkt aantrekkelijk, nietwaar? Maar waar moet je precies op letten als je zo'n systeem overweegt?

Na het lezen van dit artikel weet je:
  • Wat een kookplaat met ingebouwde afzuiging is en hoe het werkt
  • Wat de voordelen (zoals ruimtewinst) en nadelen (extra onderhoud en hogere kosten) zijn
  • Welke typen afzuiging (recirculatie of luchtafvoer) er bestaan
  • Waarop je moet letten bij capaciteit, geluid, onderhoud en prijs

Lees ook:Inductie, keramisch of gas: welke pan past bij welke kookplaat?

Een kookplaat met geïntegreerde afzuiging, ook wel werkbladafzuiging genoemd, zuigt de kookdampen direct bij de bron weg. De afzuiging zit in de kookplaat zelf verwerkt, wat betekent dat je geen traditionele kap boven je hoofd meer nodig hebt. In een bestaande keuken levert dat direct een strakkere uitstraling op. Ben je toe aan een volledig nieuwe keuken, dan biedt dit type systeem vooral vrijheid in het ontwerp van de ruimte boven je fornuis. Kies je voor een recirculatiemodel, waarbij de lucht wordt gefilterd en terug de keuken in wordt geblazen, dan heb je zelfs geen afvoer naar buiten meer nodig. Dat biedt mogelijkheden, vooral als zo'n kanaal technisch lastig te realiseren is.

©Siemens

Wat zijn de voordelen?

Het grootste pluspunt: ruimtewinst. Doordat er geen afzuigkap meer in het zicht hangt, oogt je keuken meteen een stuk opener en rustiger. De dampen worden bovendien direct van het kookoppervlak weggezogen, wat in de praktijk vaak effectiever werkt dan een traditionele kap. Vooral bij kookeilanden of in open keukens merk je het verschil: je zichtlijn blijft vrij en de keuken voelt minder 'vol'. Ook esthetisch levert het wat op: de kookplaat ligt vlak in het werkblad, wat zorgt voor een gestroomlijnd geheel dat bij veel mensen in de smaak valt.

En de nadelen?

Er zitten ook haken en ogen aan deze technologie. De installatie vraagt vaak om maatwerk: keukenkasten moeten worden aangepast, en dat kost tijd én geld. Onder het werkblad gaat bovendien flink wat kastruimte verloren vanwege het afzuigsysteem. Ook het geluidsniveau is iets om op te letten. Zeker in open keukens kan het gezoem nadrukkelijk aanwezig zijn, soms meer dan bij een klassieke afzuigkap. Verder vergt het systeem regelmatig onderhoud: vetfilters moeten schoon worden gehouden, en bij recirculatiemodellen zul je de koolstoffilters tijdig moeten vervangen. Die kosten kunnen behoorlijk oplopen, net als de aanschafprijs zelf. Een geïntegreerde kookplaat is beduidend duurder dan een losse kookplaat met afzuigkap.

SysteemAanschaf + installatie
Inductieplaat + standaard afzuigkap€ 400,- tot € 1600,-
Inductieplaat met werkbladafzuiging€ 1500,- tot € 4500,-

Welk type kookplaat?

De meeste kookplaten met ingebouwde afzuiging werken op inductie, omdat inductie het mogelijk maakt om het systeem netjes in het vlakke oppervlak te integreren. Bij keramische platen zie je deze combinatie veel minder. Voor wie op gas wil koken, zijn de opties nog beperkter: slechts een handvol modellen biedt deze combinatie, en dan ook nog met beperkte zuigkracht.

Hoe werkt de afzuiging?

Er zijn grofweg twee systemen: recirculatie en luchtafvoer naar buiten. Een recirculatiesysteem zuivert de lucht van vet en geurtjes en blaast die vervolgens terug de ruimte in. Handig als je geen kanaal naar buiten kunt of wilt aanleggen, al vraagt dit systeem wel om regelmatige vervanging van de filters. Een luchtafvoersysteem voert lucht en vocht direct af naar buiten en werkt efficiënter, maar vereist een afvoerkanaal. Daardoor ben je minder vrij in het kiezen van de plek van je kookplaat.

©R_Yosha

Hoe krachtig moet de afzuiging zijn?

De afzuigcapaciteit wordt uitgedrukt in kubieke meters per uur (m³/u) en bepaalt hoeveel lucht het systeem kan verplaatsen. In een kleine, afgesloten keuken volstaat een lagere capaciteit. Heb je een grotere of open keuken, dan is een krachtiger systeem nodig om de kookdampen goed af te voeren. Zorg dat je een model kiest dat past bij de grootte van je keuken én bij hoe intensief je kookt.

Wat vraagt zo'n systeem qua onderhoud?

Een geïntegreerd systeem vergt meer aandacht dan een traditionele afzuigkap. De vetfilters moeten regelmatig worden gereinigd (gelukkig kan dat meestal gewoon in de vaatwasser). Bij recirculatie hoort daar ook het vervangen van koolstoffilters bij. Die filters zijn niet goedkoop en moeten regelmatig worden vernieuwd om de werking op peil te houden. Het is dus goed om deze terugkerende kosten mee te nemen in je overweging.

Herrie in de keuken?

Het geluidsniveau wordt nogal eens onderschat. Sommige modellen maken meer lawaai dan je zou verwachten, vooral op de hoogste stand. In een open keuken kan dat storend zijn, omdat het geluid zich makkelijker verspreidt. Let daarom bij je keuze goed op de decibelwaarde, zeker als rust in de keuken belangrijk voor je is.

©Inventum

Kosten en installatie

Zoals je in het tabelletje hierboven al kon zien, lopen de prijzen uiteen van zo'n 1500 euro voor instapmodellen tot boven de 4000 euro voor de luxere uitvoeringen. Niettemin lijken de prijzen inmiddels iets te zakken en duiken hier en daar de eerste modellen onder de 1000 euro op. De installatie is vaak complex en vergt vakmanschap, vooral als je kiest voor luchtafvoer naar buiten. Houd bovendien rekening met bijkomende kosten voor het aanpassen van je keukenmeubilair.

Tot slot

Een kookplaat met geïntegreerde afzuiging oogt strak, bespaart ruimte en past perfect bij een moderne keuken. Daar staat tegenover dat je rekening moet houden met hogere kosten, meer onderhoud en mogelijk meer geluid. Vraag jezelf dus goed af wat voor jou belangrijk is: hoe vaak kook je, hoeveel ruimte heb je beschikbaar, en wat wil je investeren? Dit type kookplaat is vooral geschikt voor wie veel waarde hecht aan design en bereid is iets meer moeite te doen voor een opgeruimde, eigentijdse keuken. Laat je desnoods adviseren bij de betere keuken- en witgoedspecialist.