ID.nl logo
Dit zijn de beste grafische kaarten van nu
© Reshift Digital
Huis

Dit zijn de beste grafische kaarten van nu

Sinds de zomer van 2020 hebben zowel Nvidia als AMD de nodige nieuwe grafische kaarten uitgebracht. En dat is goed nieuws als je een pc-gamer bent die op zoek is naar de beste game-ervaring van dit moment. In de praktijk valt er echter wel wat op aan te merken, want door corona zijn er extreme tekorten ontstaan, met teleurstellende voorraden en extreme prijzen als gevolg. Des te belangrijker is het om goed te kijken naar wat de beste grafische kaarten van dit moment zijn.

In onze jarenlange ervaring met videokaarten is het de eerste keer dat we het over de markt hebben. We leven op dit moment in een unieke situatie waarin simpelweg nauwelijks videokaarten te koop zijn. Nieuwe kaarten zijn niet of nauwelijks leverbaar of extreem hoog geprijsd. Videokaarten die 800 euro moeten kosten gaan gemakkelijk voor 1.000 euro over de toonbank. Ook de tweedehands websites lopen vol met gebruikte kaarten voor hogere prijzen dan de producten oorspronkelijk nieuw hebben gekost. Wat kunnen we nu echt met een adviesprijs wanneer er geen voorraad is of wanneer de straatprijs tientallen procenten hoger ligt? Sterker nog: voor sommige producten hebben fabrikanten inmiddels helemaal geen adviesprijzen meer gegeven. In dit artikel en de tabel vermelden we dan ook geen productprijzen, puur omdat er weinig zinvols over te zeggen is. Wil je een nieuwe grafische kaart, dan raden we je aan je aankoop uit te stellen tot de markt stabiliseert, naar verwachting rond de zomer. Maar zeker weten doen we dat natuurlijk niet. We geven iedere kaart een oordeel gebaseerd op de prestaties, zo weet je in ieder geval hoe goed de geteste kaarten technisch zijn. Keurmerken delen we – gezien de situatie met de verkrijgbaarheid en prijzen – in deze vergelijkende test echter niet uit.

©PXimport

Wat zijn de nieuwe producten?

Ondanks de schaarste is er de afgelopen maanden wel degelijk veel interessante hardware uitgebracht. Nvidia heeft vooralsnog het breedste aanbod met hun nieuwe 3000-serie kaarten: met de RTX 3060 Ti (adviesprijs vanaf 400 à 450 euro) hebben zij de goedkoopste videokaart van de nieuwe generatie in handen, met de RTX 3090 (adviesprijs om en nabij de 2.000 euro) hebben ze de ultieme kaart in handen, en met de RTX 3070 en RTX 3080 hebben ze twee kaarten die daar tussenin vallen.

AMD kwam iets later met de RX 6800, RX 6800 XT en RX 6900 XT, die in theorie op vergelijkbare prijspunten concurrerende prestaties bieden.

In de afbeelding is te zien hoe je deze producten grofweg met elkaar kunt vergelijken. Ook toont het de verhouding ten opzichte van de kaarten van vorig jaar, mocht je die nog overwegen.

De eindeloze strijd

Toch zijn er een paar grote verschillen tussen de twee fabrikanten die zich niet in een simpele afbeelding laten uitdrukken. AMD’s voornaamste kracht is het grotere geheugen dat de meeste van hun kaarten bij zich dragen. In theorie houdt dat in dat je op de lange termijn iets minder verval in prestaties zal zien zodra spellen meer geheugen gaan eisen. Nvidia heeft echter het sterkere totaalplaatje. Zo is hun NVENC-encoder een groot voordeel voor iedereen die met Adobe Premiere Pro werkt of wil streamen. Ook loopt Nvidia voor met hun implementatie van raytracing, dat realistischere belichtingen, schaduwen en reflecties mogelijk maakt. Games moeten dit ondersteunen, maar steeds meer titels doen dit.

Een interessantere technologie is DLSS, dat alleen werkt op gpu’s van Nvidia. DLSS laat een game in een lagere resolutie renderen en schaalt dat vervolgens op naar de resolutie van jouw keuze. Vooral bij gebruik van een scherm met een hogere resolutie (4K bijvoorbeeld) profiteer je hier behoorlijk van. Je kunt namelijk tientallen procenten extra prestaties verwachten met een minimaal verlies van beeldkwaliteit. Inmiddels ondersteunt een aardig aantal grote titels DLSS, wat Nvidia een stevige voorsprong geeft. Bij twee kaarten met een vergelijkbare prijs en prestaties heeft Nvidia daarom net een streepje voor.

©PXimport

Nvidia GeForce RTX 3060 Ti

De RTX 3060 Ti is op het moment van schrijven de goedkoopste kaart van de nieuwe generatie en dat is altijd een heel sterke positie. Hij brengt namelijk de prestaties van een flink duurdere kaart uit het verleden naar een nieuw, lager prijspunt. In dit geval de prestaties van een 700 tot 800 euro kostende RTX 2080 naar onder de 500 euro. Althans in theorie, want in de praktijk zijn ze door schaarste ook onder de 600 euro nog lastig te vinden. Alsnog een flink bedrag, maar de extra prestaties die je met de nieuwste hardware krijgt, zijn allerminst onaardig. Oudere kaarten die normaliter slechts iets minder horen te kosten, zoals de GeForce RTX 2060 of de Radeon RX 5700 XT zijn dusdanig veel langzamer dat ze eigenlijk niet interessant meer zijn. Met een RTX 3060 Ti kun je alle games op hoge instellingen op 1080p spelen en ook gamen op 1440p gaat comfortabel. Bovendien heb je de voordelen van Nvidia: een goede stream-encoder, raytracing-ondersteuning en DLSS-ondersteuning.

De beste RTX 3060 Ti

Van de vier RTX 3060 Ti’s die we hebben getest, is de ASUS ROG Strix GeForce RTX 3060 Ti de best presterende kaart, op de voet gevolgd door de MSI GeForce RTX 3060 Ti Gaming X Trio. Beide kaarten zijn snel, blijven onhoorbaar stil in gebruik en houden de temperaturen uitstekend onder controle. ASUS zet het beste pakketje neer vanwege de extra bios, de extra aansluitingen voor ventilatoren en de bouwkwaliteit en afwerking.

©PXimport

Welke kun je het beste kopen?

Normaal gesproken vertellen we je ook welke kaart de beste verhouding biedt tussen prijs en prestaties. Momenteel geldt echter dat dit vooral die kaart is die je kunt vinden voor een niet-absurde prijs. Bovendien geldt voor de 3060 Ti, in tegenstelling tot de echte high-end gpu’s, dat het stroomverbruik vrij laag is, wat het voor fabrikanten lastig maakt om een echt slechte kaart te maken. Van de vier geteste kaarten gooit de Gigabyte RTX 3060 Ti Gaming OC vanuit het oogpunt van de prijs-prestatieverhouding de hoogste ogen, want die kaart zou in theorie iets goedkoper moeten zijn dan de rest. 

©PXimport

Nvidia GeForce RTX 3070

Net als de bij de RTX 3060 Ti is ook de GeForce RTX 3070 een heel sterke gpu, want ook deze kaart heeft vooralsnog weinig concurrentie. Een kaart op basis van AMD’s goedkoopste nieuwe gpu kost al snel zo’n honderd euro meer. Met een adviesprijs tussen de 520 en 600 euro is hij iets duurder dan de RTX 3060 Ti, maar hij is ook wel een stuk sneller. Speel je op een 1080p-scherm, dan merk je daar niet gek veel van. Maar die extra kracht komt wel goed van pas als je op een scherm met hogere resolutie speelt. Heb je een 1440p-gamingmonitor of een ultrawide, dan is de RTX 3070 de gulden middenweg.

De beste RTX 3070

Omdat het een kostbare exercitie is om een koeler te ontwerpen, is het gebruikelijk dat fabrikanten een koelerontwerp op meerdere producten toepassen. Zo zien we bij zowel ASUS, Gigabyte en MSI dezelfde koelers terug. De verhoudingen zijn dan ook ongewijzigd. De flink grotere ASUS- en MSI-uitvoeringen overtuigen verreweg het meest met hun prestaties en vooral de efficiëntie is uitstekend. ASUS biedt het meest complete pakket en is objectief de beste, maar zal in de regel ook prijziger zijn, dus verlies de ijzersterke MSI Gaming X Trio zeker niet uit het oog.

©PXimport

Welke kun je het beste kopen?

Net als bij de RTX 3060 Ti, maakt het bij de RTX 3070-kaarten weinig uit welke je koopt, maar is het wederom de Gigabyte Gaming OC die positief opvalt. Hij is nipt minder efficiënt dan de kaarten die, in theorie, goedkoper zijn, maar wel sneller, koeler en stil genoeg dat het prijsvoordeel van de goedkopere kaarten wel heel zwaar moet wegen. Uiteraard is het zo dat wanneer de prijs van de Gaming OC minder gunstig is, de keuze voor een ander, betaalbaar alternatief interessanter wordt. Zo is Inno3D vaak scherp geprijsd en de iChill-varianten doen het ook heel goed.

©PXimport

Nvidia GeForce RTX 3080

Ondanks dat er een RTX 3090 bestaat, is de GeForce RTX 3080 eigenlijk de topvideokaart van dit moment. De in theorie 750 à 800 euro kostende RTX 3080 is ook voor prijzen rond de 1.000 euro niet aan te slepen. En de reden is begrijpelijk. Zo is hij zo’n dertig procent sneller dan het topmodel van de vorige generatie. Dit houdt in dat het de eerste echte 4K-gaming-videokaart is waarbij je geen concessies hoeft te doen. Zelfs de nieuwste consoles moeten hiervoor trucjes uithalen en kunnen niet opboksen tegen het grafische geweld van deze kaart.

De beste RTX 3080

De beste RTX 3080 in onze test is de MSI GeForce RTX 3080 Suprim X, een extreem grote en zware uitvoering. En vermoedelijk ook meteen een van de duurste. Als je ruimte hebt voor dit beest is hij leuk, zeker als je de overdaad aan rgb kan waarderen, maar de theoretische meerprijs moet je zeker niet te vergeten. Maar de TUF Gaming-uitvoering van ASUS of MSI’s eigen Gaming X Trio zijn niet merkbaar minder goed. Wil je juist wel fratsen, dan is de Aorus Xtreme van Gigabyte het bekijken waard, want die heeft een lcd-schermpje waar je je eigen foto’s of effecten op kunt weergeven.

©PXimport

Welke kun je het beste kopen?

We vallen in herhaling, maar aangezien elke RTX 3080 in de tabel goed presteert, komt het al heel snel op prijs aan. In theorie is Nvidia’s eigen RTX 3080-uitvoering een van de goedkoopste en visueel aantrekkelijkste kaarten, maar deze specifieke uitvoering is erg lastig te krijgen. De MSI Ventus 3X OC is normaliter een van de goedkoopste kaarten, maar presteert als een luxe middenklasser. Hij komt met een vlotte fabrieksoverklok en blijft koel en stil genoeg. Geen fratsen, gewoon een goede kaart. Een om in de gaten te houden dus.

©PXimport

Nvidia GeForce RTX 3090

De Nvidia GeForce RTX 3090 is de snelste videokaart op de markt op dit moment. Dat klinkt goed, ware het niet dat hij nauwelijks tien procent sneller is dan een RTX 3080, terwijl je er wel ruim twee keer zoveel voor moet betalen; 2.000 euro momenteel. Die enorm scheve prijs-prestatieverhouding maakt dit een kaart die we niet direct zullen aanbevelen. De enige reden om een RTX 3090 in huis te halen, is de extreme hoeveelheid werkgeheugen dat voor sommige, veelal zakelijke, doeleinden noodzakelijk is. Alle geteste varianten zijn overigens adequaat, met wederom ASUS en MSI aan kop, op de voet gevolgd door Gigabyte.

©PXimport

En AMD dan?

De leveringsproblemen lijken voor AMD nog groter dan bij Nvidia. De meeste fabrikanten hadden zelf niet eens een enkele kaart voor ons om te testen. Dat belooft dus niet veel goeds voor de beschikbaarheid. Van de Radeon RX 6800, een kaart die grofweg tussen de RTX 3070 en RTX 3080 valt wat prestaties betreft, lukte het zelfs niet er ook maar één te bemachtigen. Daarvan kunnen we enkel stellen dat het referentiemodel van AMD adequaat presteert.

Bij de iets hoger gepositioneerde Radeon RX 6800 XT, een kaart die nipt onder het niveau van de RTX 3080 hangt en een (theoretisch) iets lagere prijs heeft, is de situatie iets beter. Naast de referentiekaart van AMD kregen we een kaart van Gigabyte en ASUS. De Gigabyte Gaming OC laat wederom zien dat een iets duurdere koeler een goede investering is: de temperaturen blijven lager en de kaart is iets sneller.

De ASUS-variant is vrij uniek, die komt namelijk met een volledige waterkoeler aan de kaart vast. Die moet je dus ergens aan bevestigen. Het resultaat is wel een zeer stille, zeer snelle en extreem koele kaart. Al kun je daardoor ook uitgaan van een flink hoger prijskaartje.

De Radeon RX 6900 XT is een kaart die de RTX 3090 op de hielen zit, maar dan voor 1.000 in plaats van 2.000 euro. Ligt de prijs rond de adviesprijs, dan is het een prachtige kaart, waarbij we wederom zien dat je beter af bent met een iets luxere uitvoering, zoals de Gigabyte Gaming OC. De AMD-referentiekaart is adequaat en best stil, maar wordt wel redelijk warm. Al is het lastig vergelijken met slechts twee kaarten in zo’n drie maanden na de lancering.

©PXimport

Conclusie

In grote lijnen zijn de resultaten van de meeste videokaarten niet heel anders dan in het verleden. Duurdere, grotere en dikkere uitvoeringen blijven koeler en stiller, en zijn in de regel duurder. Een award voor Beste product in deze test is lastig, omdat we vooral op AMD-gebied te weinig kaarten kregen voor een goed beeld. En de Redactietip dan? Dat is normaliter de kaart die een goede balans tussen prijs en prestaties weet te vinden. Over prijzen kunnen we echter weinig zinnigs zeggen, want die rijzen vanwege de beperkte beschikbaarheid de pan uit. De allerbeste koop is momenteel dan ook simpelweg een kaart die je weet te bemachtigen voor een enigszins normale prijs. Vanuit dat oogpunt is het fijn dat er tussen de geteste kaarten in ieder geval geen slechte kaarten zitten.

Onthoud overigens dat de beste uitvoering van een lagere chip qua prestaties nooit beter is dan een instapmodel van een hogere klasse. Zit je op de grens van je budget, kies dan voor de betere chip, zoals de RTX 3080 in plaats van de RTX 3070. Dan haal je prijstechnisch de beste prestaties in huis.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Review Baristina Plus Stainless Steel – Foolproof design, smakelijke koffie
© Versuni
Huis

Review Baristina Plus Stainless Steel – Foolproof design, smakelijke koffie

Philips introduceert de Baristina Plus Stainless Steel, een semi-automatische koffiemachine met een roestvrijstalen design en iced coffee-functie. Dit derde apparaat in de Baristina-lijn combineert een robuuste uitstraling met veel gebruiksgemak. Kan er echt niks verkeerd gaan? ID.nl testte het uit.

Uitstekend
Conclusie

Deze machine blinkt uit in gebruiksgemak en het robuuste design zal zeker een grote groep koffiedrinkers aanspreken. Het reservoir bevat genoeg water om de dag door te komen, en er kan eigenlijk niets misgaan tijdens het gebruik. De prijs is stevig vergeleken met de eerder uitgebrachte Baristina Bean Swap, die geen optie heeft voor ice koffie maar wel weer de keuze biedt uit twee soorten koffiebonen. Ben je erg prijsbewust en wil je wel de genoemde functies voor espresso, lungo en ice koffie, maar geef je niks om verse bonen, dan is de L'OR Barista Absolu zeker een optie: die werkt met cups maar is in functionaliteit identiek. Kies je voor je eigen bonen, stijl en gebruiksgemak, dat is de Baristina Plus Stainless Steel een goede keuze.

Plus- en minpunten
  • Stijlvolle uitstraling
  • Gebruiksgemak
  • Meerdere opties voor volume/type koffie
  • Geen handleiding meegeleverd
  • Gevoelig voor vingerafdrukken
  • Prijzig

Ontwerp & specificaties

De Baristina Plus Stainless Steel is een matte, zilverkleurige koffiemachine waarmee je espresso, lungo en cold brew kunt maken van je eigen gewenste soort koffiebonen. In het apparaat zit een grinder die de bonen maalt, de gemalen koffie komt in het portafilter terecht en daarmee zet de Baristina een kop koffie in de gewenste sterkte. De machine is met zijn 5,8 kilo makkelijk te verplaatsen en niet overdreven groot: 35 centimeter hoog, 38 centimeter diep en 15 centimeter breed. De buitenzijde is uitgevoerd in RVS. Smaakvol, maar wel gevoelig voor vingerafdrukken (zoals alle apparaten van roestvrij staal).

©Versuni

Plaats in de Baristina-lijn & techniek

Deze machine is de derde variant in de Baristina-lijn. De eerste, de Baristina, bood in vergelijking met dit apparaat geen ice koffie en was eenvoudiger uitgevoerd. De tweede, de Baristina met Bean swap, bood de gebruikers de keuze om bij elke bak koffie te kiezen tussen twee soorten bonen, of een mix van beide. Dit derde, nieuwe apparaat is een premium-machine die naast een luxe uitstraling de kwaliteit van versgemalen koffie combineert met gebruiksgemak. Als extraatje vergeleken met het instapmodel is er dus de ice coffee-optie. Voor het koffiezetten zet de machine 16 bar pompdruk in voor optimale extractie.

Uitpakken & installatie

De machine zit deugdelijk verpakt in een grote doos met kartonnen bescherming. Er zit geen handleiding bij, alleen een sticker met iconen die aangeven wat er ongeveer moet gebeuren. We vinden dat echt een minpunt; wie nieuw is 'in de koffie' heeft toch wat meer informatie nodig over wat de machine precies kan.

Monteren is een groot woord voor wat je zelf nog moet doen om je eerste kop koffie te zetten. Je pakt het portafilter uit, spoelt het goed om en vult het waterreservoir van 1,2 liter. Dat kan door het reservoir los te halen uit de machine en onder de kraan te vullen. Handiger is het om het klepje bovenaan even open te doen en dan met een kan of maatbeker het water aan te vullen. Bovenin zit een reservoir voor koffiebonen. Ook dit open je met een klepje en vul je tot de rand. Dat is alles!

Bediening & functies

Dit apparaat is duidelijk ontwikkeld voor de koffieliefhebber die houdt van gemak en kwaliteit. De kwaliteit heb je natuurlijk deels zelf in de hand door het type koffiebonen dat je gebruikt. Het gemak uit zich in de bediening van de machine. Aan de bovenzijde zitten verschillende knoppen: een voor espresso, een voor lungo, een voor koffie waar je een ijskoffiedrank mee wilt maken, en een knop voor extra sterke koffie, voor als de standaardinstelling niet voldoende voor je is. Voor de ice coffee wordt de koffie eerst warm gebouwen waarna het doorstroomproces traag verloopt zodat de koffie langzaam afkoelt tijdens het zetten.

De instelling van de molen is niet aanpasbaar, het volume van de koffie in het kopje wel. Hier uit zich het gemis aan een handleiding, deze functie ontdekten we pas toen we op het YouTube-kanaal van Philips wat filmpjes bekeken over de bediening en functies. HIER vind je de betreffende video.

©Versuni

Workflow: van boon tot kop

Je duwt het portafilter in de gleuf links tot deze vastklikt. Dan kies je de gewenste drank, en beweegt (swipet) het portafilter helemaal naar rechts, waar de grinder zit. Het filter zit dan vast en de machine maalt de koffiebonen. Dat maakt uiteraard geluid, vergelijkbaar met andere koffiezetapparaten. Het filter spring terug naar de beginpositie, en de machine zet de gewenste hoeveelheid koffie. Stopt de keuzeknop met knipperen, dan is je 'bakkie' klaar. Het portafilter kun je dan loshalen, ondersteboven boven de vuilnisbak houden en met een druk op de knop de koffiedrab eruit werpen. Dat is alles.

Hier zie je in een Duitstalige video precies hoe dit werkt:

Watch on YouTube

Praktijktest

Koffiemachines moeten natuurlijk getest worden en het liefst door veel verschillende mensen. Ons testexemplaar beleefde de vuurdoop tijdens een drukke verjaardagsvisite, waarbij alle koffiedrinkende bezoekers een kopje Baristina kregen. De vraag was of de machine snel genoeg zou zijn om mensen niet nodeloos lang te laten wachten, en of het geluid van het malen de gesprekken niet zou overstemmen. Voor beide aspecten slaagde de machine met vlag en wimpel. Iedereen was erg te spreken over de smaak van de koffie. Het waterreservoir van 1,2 liter is natuurlijk na enige tijd leeg, dus moet tijdens zulke bijeenkomsten tussentijds wel worden bijgevuld.

Koffiebonen bewaar je niet in de zak uit de supermarkt

Houd ze lang vers in een speciaal bewaarblik

Aandachtspunt

Wel dook er een klein aandachtspunt op. Na enige tijd kwam er nogal waterige koffie met een raar kleurtje uit de machine en klonk het malen ook een beetje gek. De koffiebonen bleken op te zijn. Daar komt verder geen signaal of melding van, maar is iets om in de gaten te houden. Het deksel van het koffiebonen-reservoir is semi-transparant, dus normaliter zou je dat wellicht snel zien. Echter, de machine wordt niet geleverd met een handleiding, maar... met een paarse sticker precies op die plek! Als je die er niet afhaalt, zie je dus niet hoe het gesteld is met de voorraad koffiebonen.

Onderhoud & schoonmaak

De machine heeft verder weinig nodig aan energie van de gebruiker. Het lekbakje is afneembaar en kun je periodiek schoonmaken. Als je zorgt voor voldoende water en bonen en het portafilter elke keer leegmaakt na het zetten van een kopje koffie, kun je een tijd vooruit. Overigens: als je vergeet de drab weg te gooien en aan een nieuwe bak koffie wilt beginnen, kun je het portafilter niet naar de grinder bewegen, dan zit 'ie vast. Je kunt dus nooit verse koffie gemaald krijgen over de drab van een eerdere sessie.

©Versuni

Eindoordeel & alternatieven

Deze machine blinkt uit in gebruiksgemak en het robuuste design zal zeker een grote groep koffiedrinkers aanspreken. Het reservoir bevat genoeg water om de dag door te komen, en er kan eigenlijk niets misgaan tijdens het gebruik. De prijs is stevig vergeleken met de eerder uitgebrachte Baristina Bean Swap, die geen optie heeft voor ice koffie, maar wel weer de keuze biedt uit twee soorten koffiebonen. Ben je erg prijsbewust en wil je wel de genoemde functies voor espresso, lungo en ice koffie, maar geef je niks om verse bonen, dan is de L'OR Barista Absolu zeker een optie. Die werkt met cups maar is in functionaliteit identiek. Kies je voor je eigen bonen, stijl en gebruiksgemak, dat is de Baristina Plus Stainless Steel een goede keuze.

☕ Bekijk alle koffieapparaten van Philips op Kieskeurig.nl

▼ Volgende artikel
Stroomvreters: deze apparaten in huis verbruiken meer energie dan je denkt
© ID.nl
Energie

Stroomvreters: deze apparaten in huis verbruiken meer energie dan je denkt

Met de huidige energieprijzen letten we allemaal extra op ons stroomverbruik. Zuinig aandoen klinkt logisch, maar is best lastig als je niet weet waar de echte energieslurpers zitten. Soms zitten de kosten in een onverwachte hoek. We zetten vijf apparaten op een rij die meer stroom verbruiken dan je waarschijnlijk denkt.

Dit artikel in het kort

Na het lezen van dit artikel zie je precies welke apparaten in huis ongemerkt meer kosten dan je dacht en hoe energielabels je kunnen helpen om de kosten goed (of in ieder geval beter) in te schatten.

Lees ook: Toch nog verdienen aan je zonnepanelen? Zo doe je dat!

Altijd doen: energielabel checken of instellingen aanpassen

Als je iets in huis moet vervangen, kijk in de winkel dan altijd eerst naar het energielabel. Dat geeft een duidelijk beeld van het stroomverbruik. Blijf je liever nog even bij je huidige toestel, dan helpt het om zuiniger met de instellingen om te gaan. Denk aan het aanpassen van de standby-stand of het apparaat alleen gebruiken op momenten waarop de stroomprijs lager ligt. Dat levert al snel tientallen euro's voordeel op.

Het energielabel laat in één oogopslag zien hoe energiezuinig een apparaat is. Vanaf maart 2021 zijn de labels voor een groot aantal apparaten aangepast. Voor de meeste apparaten (zoals wasmachines, vaatwassers, koelkasten, televisies en wasdrogers) loopt de nieuwe schaal van A (het zuinigst) tot G (het minst zuinig). Bij deze groep is A+++ dus verleden tijd; een label C of D is hier vaak al erg zuinig.

Let op: Voor sommige productgroepen, zoals ovens, afzuigkappen en airco's, wordt het oude label nog wel gebruikt. Daar is A+++ nog steeds het hoogst haalbare. Kijk dus altijd goed naar de letter én de kleur op de kaart.

Op energielabel.nl kun je per apparaat opzoeken wat hoe de energielabels precies lopen.

©EPREL

1. Kokendwaterkraan: 133 euro per jaar

Meteen kokend water uit de kraan: wie eenmaal een Quooker heeft, wil niet meer zonder. Maar realiseer je wel dat zo'n kraan het water doorlopend op temperatuur moet houden. En dat zie je terug op je energierekening. Een voorbeeld: een gezin van drie personen gebruikt gemiddeld zo'n 10 liter kokend water per dag via een Quooker. Om dit water te verwarmen, is jaarlijks ongeveer 423 kWh aan energie nodig (bron: ANWB Energie) . Daarnaast kost het op temperatuur houden van het water nog eens 87,5 kWh per jaar. Dit komt neer op een totaal energieverbruik van 511 kWh per jaar. Stel dat je een energiecontract hebt waarbij je gemiddeld 0,26 euro per kWh betaalt, dan kost de kraan je 133 euro per jaar. Je moet dus zelf de afweging maken of je het extra comfort vindt opwegen tegen de extra kosten.

Waar zijn deze bedragen op gebaseerd?

Bij het berekenen van de kosten zijn we uitgegaan van een gemiddelde stroomprijs van 0,26 euro per kWh. Dit is het bedrag dat de ANWB noemt als meest actuele stroomprijs (november 2025). Je kunt de berekeningen makkelijk aanpassen door het tarief in te vullen dat je zelf betaalt.

2. Wifi-versterker: 23 euro per jaar

Overal goede wifi in huis: we kunnen niet meer zonder. Zeker wanneer je veel thuis werkt, graag streamt of kids hebt die niet achter hun gameconsole zijn weg te slaan, is een must. Grote kans dus dat je een of meerdere wifi-versterkers of repeaters gebruikt. Omdat die 24/7 hun werk doen, kost dat meer dan je misschien denkt. De gemiddelde wifi-versterker – je hebt ze met verschillende wattages – verbruikt jaarlijks 88 kWh. Dat kost je per jaar dus ongeveer 23 euro per repeater.

Verbruik uitrekenen

Hoe weet je nu hoeveel energie een apparaat verbruikt? Dat kun je zelf uitrekenen als je het vermogen in Watt (W) weet. Dit wattage vind je meestal in de specificaties of achterop het apparaat onder het kopje Vermogen. Bij vergelijkingssites zoals Kieskeurig.nl vind je die informatie ook terug:

Omdat energie op je rekening in kilowattuur (kWh) wordt afgerekend, moet je Watt eerst omrekenen: 1 kilowatt (kW) = 1000 Watt (W).

Bijvoorbeeld: Een stofzuiger van 900 Watt is: 900 ÷ 1000 = 0,9 kW.

Om de kosten te berekenen, gebruik je deze formule: Energieverbruik (kWh) = Aantal uur in gebruik (h) x Vermogen (kW)

Rekenvoorbeeld:
Gebruik je de stofzuiger van 0,9 kW elke week 3 uur? Dan is het verbruik: 0,9 x 3 = 2,7 kWh per week. De kosten hiervan zijn dan 2,7 kWh x 0,26 euro = = 0,702 per week. Op jaarbasis is dat dus ruim 36 euro per jaar.

Let op:
Deze berekening werkt alleen goed voor apparaten die constant vermogen vragen zolang ze ingeschakeld zijn. Denk aan een stofzuiger, waterkoker of straalkachel: die staan 'aan' en verbruiken dan continu stroom. Voor apparaten met een wisselend programma of thermostaat (zoals een wasmachine, vaatwasser of koelkast) werkt deze som niet, omdat ze niet constant op vol vermogen draaien. Daarvoor kun je beter naar het kWh-verbruik op het energielabel kijken.

3. Televisie: afhankelijk van grootte en schermresolutie

Niet verrassend: het stroomverbruik van een televisie is afhankelijk van het formaat van het scherm. Een 65inch-televisie verbruikt bijvoorbeeld twee keer zo veel stroom als een 43inch-exemplaar met hetzelfde energielabel. Vooral de resolutie van het scherm maakt veel uit voor het verbruik. Grotere beeldschermen hebben een hogere resolutie om een scherp beeld te krijgen, zoals een 4K- of zelfs 8K-resolutie. 8K-televisies verbruiken flink meer energie dan een 4K-televisie die net zo groot is. Bij televisies wordt daarom ook vaak het stroomverbruik apart vermeld voor zowel de SDR- als de HDR-video. In dit geval staat SDR voor Standard Dynamic Range met een resolutie van 1080p en HDR voor 4K-content.

Doordat er hier zo veel variabelen een rol spelen, kunnen we geen richtbedrag berekenen. Met deze gegevens en de uitleg over verbruik uitrekenen in het kader hierboven kun je dit het beste zelf doen.
Lees ook: Dit zijn de 11 best geteste televisies van 2025

Ook de beeldkwaliteit bepaalt hoeveel energie wordt verbruikt. Bij SDR-gebruik (1080p) krijgt deze tv energielabel E, terwijl de HDR-stand goed is voor energielabel G, een stuk minder zuinig dus.

4. Extra koelkast - tussen de 30 en 36 euro

Wanneer ze een nieuwe koelkast kopen, zetten veel mensen hun oude koelkast in de schuur of garage. Handig, maar houd er rekening mee dat oude koelkasten wel een stuk minder zuinig zijn dan nieuwe. Stel dat je een simpele, eendeurs oude koelkast als extra koelruimte gaat gebruiken. Grote kans dat zo'n koelkast dan energielabel D, E of zelfs F heeft. Daarvan is het gemiddelde jaarverbruik respectievelijk 113, 130 en 139 kWh. Dat kost je op jaarbasis al snel tussen de 30 en 36 euro op jaarbasis extra.

Het kan dus slimmer zijn om in plaats daarvan één grotere koelkast in de keuken neer te zetten. Neem een energiezuinig model als de Samsung RB38C607AB1: die heeft een koelinhoud van 273 liter en een vriesinhoud van 114. Verbruik op jaarbasis? 108 kWh, dus ongeveer 28 euro. Dat is dus lager dan die simpele, oude eendeurs koelkasten die we hierboven hebben aangehaald!

Weet je niet zeker of je aan één koelkast genoeg hebt? Veel mensen leggen uit gewoonte alles in de koelkast, maar dat is zonde van de ruimte én de energie. Sommige producten horen er zelfs liever niet in: tomaten, komkommers, avocado's en aubergines verliezen door de kou hun smaak. Daarnaast zijn harde groenten zoals pompoen, knolselderij en winterpeen op een koele plek in huis wekenlang houdbaar zonder koeling. En waarom zou je zes flessen frisdrank tegelijk koelen? Er pas een nieuwe fles in zetten wanneer de oude bijna leeg is werkt net zo goed.

Wil je de tweede koelkast toch houden, zet hem dan alleen aan wanneer je hem echt nodig hebt, bijvoorbeeld wanneer je je hele familie hebt uitgenodigd voor het kerstdiner of wanneer je je verjaardag viert.

5. Consoles en gaming-pc's - tussen de 45 en 365 euro

Ben je een fervent gamer of heb je kinderen die dat zijn? Afhankelijk van het apparaat waarmee er gegamed wordt, kunnen de kosten flink oplopen. Gebeurt dat op een Xbox of PlayStation, dan verbruikt deze tussen de 150 en 160 watt per uur. Game je 3 uur per dag, dan zit je per jaar zo aan de 45 euro.

Maar pas écht in de papieren loopt het met een game-pc: het verbruik zo'n machine komt gemiddeld per jaar – inclusief monitor – uit op ongeveer 1.400 kWh. Je hebt het dan, bij een tarief van 0,26 euro/kWh, over zo'n 365 euro. En dat staat gelijk aan het energieverbruik van drie koelkasten. Wil je echt besparen, dan is een gameconsole dus de betere keuze. En door hem echt uit te zetten in plaats van op stand-by wanneer je hem niet gebruikt, ben je nog voordeliger uit.