ID.nl logo
Alles over decentralized finance: Bankieren zonder bank
© Reshift Digital
Huis

Alles over decentralized finance: Bankieren zonder bank

Begin 2020 stond decentralized finance nog in de kinderschoenen en bijna niemand was er mee bezig. Inmiddels hebben gebruikers meer dan tien miljard dollar aan cryptomunten in deze diensten gestopt. Hiermee voeden ze de mogelijkheid om munten te wisselen en geld te lenen, allemaal zonder dat er een tussenpersoon of gecentraliseerde organisatie aan te pas komt.

Twintig jaar geleden kregen klanten een paar procent rente op hun spaargeld, maar tegenwoordig moeten we blij zijn als er geen negatieve rente op een bankrekening zit. Consumenten mogen niet op hun geld zitten, maar moeten consumeren en investeren. Logisch dat er initiatieven ontstaan als alternatief voor het traditionele bankwezen. Met de uitvinding van de Bitcoinblockchain tien jaar geleden, werd de eerste stap gezet. 

Daarna deed centralized finance zijn intrede, waarbij bedrijven financiële diensten verzorgen voor digitale assets, waaronder cryptocurrencies. Denk hierbij aan wisselkantoren en handelsplatformen. Onlangs heeft decentralized finance haar doorbraak gemaakt. Handelaren worden ‘liquidity providers’, verdienen ‘SUSHI’, en zijn bezig met ‘yield farming’. Het is momenteel de grote trend in het blockchain-landschap.

Wat is decentralized finance?

In het kort kan decentralized finance het best beschreven worden als het idee dat traditionele financiële diensten van banken en andere investeringsdiensten nagemaakt en verbeterd kunnen worden door middel van blockchain-technologie. Deze diensten draaien volledig op zogeheten smart contracts, ofwel opensource software op de blockchain. Hierbij is niemand afhankelijk van een gecentraliseerd orgaan of aandeelhouders. Gedecentraliseerde financiële diensten, ook wel DeFi genoemd, zijn toegespitst op het opslaan, verdienen en versturen van bijvoorbeeld cryptomunten. Er zijn diensten die draaien om het lenen of verhandelen van cryptomunten, en er zijn zelfs verzekeringen.

DeFi beschikt over enkele unieke kenmerken. Zo zijn er bijvoorbeeld geen tussenpersonen. Gebruikers handelen onderling door middel van een softwarematige interface. Bovendien houden gebruikers controle over hun eigen cryptomunten via hun eigen portemonnee. Metamask is hiervoor een veelgebruikte browser-extensie. Iedereen met een crypto-portemonnee, waar dan ook ter wereld, kan meedoen. 

©PXimport

Daarnaast beschikken de meeste DeFi-platformen over een zogeheten governance token. Deze verdienen gebruikers door te participeren op het platform, en geeft hen stemrecht bij bepaalde beslissingen.

DeFi-producten gebruiken verschillende diensten om het eigen product op te bouwen. Aan de basis staat uiteraard een blockchain, vooral Ethereum wordt momenteel veel gebruikt. Daar bovenop komen andere frameworks, zoals technologie om verschillende blockchains met elkaar te verbinden of zogeheten oracles die zorgen voor een geverifieerde datavoorziening. 

Daarnaast zijn er verschillende cryptomunten die ontwikkelaars of gebruikers kunnen verbinden aan een DeFi-product. Uiteindelijk heeft een consument alleen te maken met een eindproduct, denk hierbij aan een crypto-portemonnee, een leenplatform of een wisseldienst.

Liquidity providers

Laten we vooropstellen dat decentralized finance een zeker vertrouwen vereist in de toekomst van cryptomunten. Hoewel toepassingen binnen DeFi een uitstekend rente geven op basis van je inbreng, wordt deze rente wel uitbetaald in cryptomunten. Op die manier kan een rente van 15 procent teniet worden gedaan als de waarde van de munten te hard daalt. 

Een van de meest toegankelijke manieren om mee te doen aan deze trend, is door als liquidity provider, ofwel liquiditeitsvoorziener, op te treden. Die biedt de valuta aan die het mogelijk maakt om handel te drijven. Op een decentraal wisselkantoor ligt geen pot met cryptomunten. Het zijn de gebruikers zelf die het wisselgeld beschikbaar stellen. Participeren als liquiditeitsvoorziener is voor iedereen weggelegd. Zo krijgen gebruikers die 100 DAI, een cryptomunt gelijkwaardig aan de dollar, in het Aave platform stoppen een rente van 4,33 procent op jaarbasis. Leg je USDT in, dan krijg je ‘slechts’ 2,65 procent. Dat heeft alles te maken met vraag en aanbod. Het is de kern van een trend binnen decentralized finance: yield farming.

Momenteel is Uniswap het meest populaire decentrale wisselkantoor voor allerlei cryptomunten. Handelen vindt hier plaats in een zogeheten pool, bijvoorbeeld een pool waar handel tussen Ether (ETH) en de dollar (USDT) plaatsvindt. 

©PXimport

Als liquiditeitsvoorziener stel je een hoeveelheid ETH beschikbaar en een gelijkwaardige hoeveelheid USDT, vervolgens ontvang je een speciale token als kassabonnetje. Dit bonnetje wordt opgeslagen in de cryptoportemonnee van de persoon die de cryptomunten beschikbaar stelt. Op basis van de handel die plaatsvindt in de betreffende pool en het aandeel in de totale pool, verdient de liquiditeitsvoorziener een percentage over de transactiekosten.

Met ruim 2,9 miljard dollar is Uniswap de absolute marktleider in de wereld van decentralized finance. Waar rente op een bank maandelijks of jaarlijks wordt uitbetaald, kan dat via decentralized finance dagelijks. Deze eigenschap brengt ook gevaren met zich mee waar menig investeerder zich al aan heeft gebrand, namelijk het eerder aangestipte yield farming. 

Wanneer iemand vroeg in een nieuw project duikt, zal die persoon naar alle waarschijnlijkheid flinke winsten maken. Hebberigheid heeft al verschillende problemen van decentralized finance blootgelegd. Bij yield farming verdienen liquidity providers een nieuwe token voor het aanbrengen van liquiditeit. Zo verdienen liquiditeitsvoorzieners bij Yam Finance de YAM token. Alleen software op de blockchain is niet altijd foutloos. Zo kunnen kwaadwillenden proberen een zwakte in een smart contract uit te buiten.

Dit gebeurde recent bij Yam Finance, waardoor het project als een kaartenhuis in elkaar stortte. De waarde van de YAM token kelderde van 160 dollar naar 20 cent. Het opensource project is inmiddels aan een doorstart begonnen. Op het moment van schrijven is YAM net iets meer waard dan 9 dollar.

Grootschalige hacks

Na Yam deden deze zomer verschillende projecten hun intrede, waarbij vooral SushiSwap in het oog springt. Dit gedecentraliseerde wisselkantoor kopieerde het systeem van Uniswap en gooide daar een vorm van gamificatie overheen. Liquiditeitsvoorzieners verdienen hier SUSHI voor hun inbreng, en deze token kan vervolgens ook weer verhandeld worden. De anonieme beheerder van het project ging er met 14 miljoen dollar vandoor, maar gaf dit uiteindelijk enkele dagen later weer terug. 

Niet iedereen is zo goedwillig als de anonieme SushiChef, want decentralized finance heeft in haar korte bestaan al diverse scams meegemaakt. Toch is het een goede manier om in de economie van cryptomunten te participeren. Standaard wisselkantoren bieden immers ook geen zekerheid.

©PXimport

Bij een gecentraliseerd wisselkantoor plaatsen gebruikers hun cryptomunten in het beheer van een bedrijf, denk aan Binance or Coinbase. Ook dit is niet zonder risico’s. Binance en Coinbase zijn in het verleden slachtoffer geweest van grootschalige hacks waarbij hackers miljoenen hebben buitgemaakt. Recent werd het wisselkantoor Kucoin ook gehackt, waarbij dieven zo’n 140 miljoen dollar aan cryptomunten hebben buitgemaakt.

Grote wisselkantoren zijn verzekerd en hebben een buffer om dit soort tegenslagen op te vangen. Toch helpt dit niet altijd. Het in Nieuw Zeeland gevestigde Cryptopia werd op 14 januari 2019 gehackt en is deze klap niet meer te boven gekomen. Vier maanden later werd de stekker uit het wisselkantoor getrokken.

Dit zijn problemen die we bij decentralized finance niet tegenkomen. Iedere deelnemer handelt vanuit zijn eigen portemonnee en legt zijn vertrouwen in de software. Is de software goed, dan hoeft niemand bang te zijn voor een hack.

Snelle ontwikkelingen

De ontwikkelingen op het gebied van gedecentraliseerde financiële diensten zitten in de lift. Waar gebruikers tot voor kort alleen maar konden handelen, zijn er inmiddels allerlei toepassingen in ontwikkeling. Gebruikers kunnen geld lenen via platformen als Compound, Cream Finance en Maker. Ook aan wisselplatformen is geen tekort. Naast Uniswap zijn er platformen als dYdX, Bancor, Kyber en Balancer. 

Het is slechts een kleine greep uit de mogelijkheden die decentralized finance biedt. Er zijn zelfs initiatieven om je cryptomunten te verzekeren. Hiervoor biedt Yearn Finance een opensource oplossing waarbij de gemeenschap geld inlegt. Het platform gebruikt dit vervolgens om de waarde van cryptomunten bij liquiditiy providers te verzekeren. Daalt de waarde van je investering, dan dekt de verzekering het verschil.

Yearn Finance erkent de problemen rond het risico van decentralized finance. Daarom lanceerden zij in samenwerking met Nexus Mutual een platform genaamd Yinsure Finance. Via dit platform kunnen investeerders zich indekken tegen onvoorziene marktbewegingen. Dit alles werkt op basis van smart contracts, en hier komt verder dus geen tussenpersoon aan te pas. Yearn Finance is overigens ook geen kleine partij, want de governance token van dit project is inmiddels bijna twee keer zoveel waard als een bitcoin.

©PXimport

Andre Cronje is het grote brein achter Yearn Finance. Hij is continu bezig nieuwe projecten op de markt te brengen. Eind september ontdekten enthousiastelingen dat Cronje bezig was met iets nieuws. Niemand wist wat het was, maar binnen de kortste keren hadden gebruikers miljoenen dollars aan cryptomunten in het smart contract geplaatst. 

De hebberigheid en zoektocht naar gemakkelijk geld hebben zij duur moeten bekopen. Een hacker zag dit alles gebeuren en besloot de 15 miljoen dollar uit het contract mooi in zijn eigen zak te steken. Cronje kreeg vervolgens veel kritiek te verwerken vanuit de online gemeenschap, maar benadrukte vooral dat het dom is van gebruikers om geld in iets te stoppen dat nog niet eens is onthuld.

Maak er een spelletje van

Bankieren leuker en gemakkelijker maken begon eigenlijk al jaren geleden. Wie kan zich die Pennie Rekening spaarpot nog herinneren van de Postbank? Het is een fysiek schoolvoorbeeld om bankieren leuker te maken. Met decentralized finance gebeurt in zeker zin hetzelfde. Bovendien is er een grote overlap tussen decentralized finance en games. 

Zo zijn er games die hun eigen token op de markt hebben gebracht. The Sandbox gebruikt de SAND-token om spelers te belonen, maar diezelfde token kunnen gamers ook weer gebruiken om een virtueel landgoed of een gamepersonage te kopen. Bovendien kunnen gamers hun inkomsten uit The Sandbox omzetten naar andere cryptomunten. 

Daarnaast wordt SAND ook verhandeld op handelsplatformen als Uniswap, wat weer rente oplevert voor de liquiditeitsvoorzieners. Dit onderstreept maar weer dat decentralized finance meer is dan een handige bankrekening, en dat games in combinatie met blockchain-technologie en decentralized finance meer is dan een spelletje.

©PXimport

The Sandbox is niet het enige voorbeeld. Zo heeft Animoca Brands een racegame op de markt gebracht, genaamd F1 Delta Time. In dit spel speelt een token genaamd REVV een centrale rol. Spelers verdienen REVV, maar moeten ook REVV gebruiken. Het interessante aan dit ecosysteem is dat F1 Delta Time niet het enige spel is voor REVV. Animoca Brands wil al haar racespellen integreren in het ecosysteem, waaronder een spel gebaseerd op de MotoGP en twee klassieke racespellen van Atari. 

Gamers verdienen cryptomunten door te participeren in de gamewereld, en kunnen dat verdiende geld ook weer uitgeven aan in-game items of iets totaal anders. Maar de gamesindustrie is pas net begonnen met de implementatie van decentralized finance. De verwachting is dat dit in de komende jaren een vogelvlucht zal nemen.

Waar games steeds meer aspecten van decentralized finance omarmen, is decentralized finance juist erg bezig met gamificatie. Met tokens als YAM en SUSHI gebeurt het op het niveau van de gebruikerservaring en de gebruikersinterface. Wanneer we praten over SAND gaat het meer om de integratie van een financieel product in een game. 

Eén van de meest opvallende producten van dit jaar is zonder twijfel MEME. Dit project begon als een grap, maar is inmiddels uitgegroeid tot één van de meest besproken producten. Jordan Lyall is eigenlijk een Ethereum ontwikkelaar bij Consensys. Op Twitter maakte hij een grap over het Wilde Westen dat ontstaan is rond decentralized finance. Een half uur later was de MEME-token een feit. 

Door de MEME-token in een smart contract te stoppen, genereert de gebruiker ananas-punten. Deze ananas-punten kunnen vervolgens gebruikt worden om digitale kunstwerken en collectibles te kopen. Het klinkt allemaal als een spelletje, maar er zit wel geld achter. De meest zeldzame digitale kunstwerken kosten de meeste punten, maar worden vervolgens ook voor de grootste bedragen verkocht. Verschillende van deze collectibles zijn al voor 15 duizend dollar over de toonbank gegaan.

Moeten traditionele banken al vrezen?

Gebruikers hebben op het moment van schrijven meer dan 11 miljard dollar vastgelegd in financiële diensten op de blockchain. Ter vergelijking: het Amerikaanse bankwezen zag 865 miljard dollar bijgeschreven worden in alleen de maand april 2020. Het is dan wel erg gemakkelijk om te stellen dat decentralized finance nog in de kinderschoenen staat. Het bankwezen heeft op basis van absolute aantallen weinig te vrezen. Toch zijn deze ontwikkelingen wel iets voor banken om in de gaten te houden. Decentralized finance biedt oplossingen die goedkoop zijn om uit te voeren en het zakelijke model van het bankwezen ondermijnen.

Zo’n twintig miljard dollar is opgeslagen in kluizen en omgezet naar digitale dollars als USDT en USDC op verschillende blockchains. Zo stroomt er steeds meer geld in het blockchainlandschap en de Ethereumblockchain in het bijzonder. Niet alleen dollars vinden hun weg naar de Ethereumblockchain, maar ook de bitcoin. Een bitcoin wordt dan ‘ingepakt’ en via een smart contract aangeboden op de Ethereumblockchain. Zodoende is Wrapped Bitcoin (WBTC) altijd gelijkwaardig aan de bitcoin zelf. 

Dit zijn interessante ontwikkelingen voor handelaren waarbij blockchaintechnologie steeds meer openheid biedt om te handelen. Het is niet voor niets dat bedrijven als MicroStrategy en Square gezamenlijk recent zo’n 200 miljoen dollar aan bitcoin hebben ingekocht. De verwachting is dat meer investeringsfondsen een deel van hun portfolio in cryptomunten gaan stoppen.

Decentralized finance heeft recent een plek in de schijnwerpers gekregen. De ontwikkeling van nieuwe protocollen en producten gaat onverminderd door. Het mooie is dat iedereen mee kan doen, ongeacht waar iemand vandaan komt. Het is een open systeem dat draait om participatie. In de komende jaren gaan we zeker nog meer horen van deze financiële systemen. 

De vraag is wanneer decentralized finance echt volwassen wordt. De Verenigde Staten, China, de Europese Unie en verschillende andere landen zijn bezig om hun geld te digitaliseren, en misschien moet het bankwezen dan ook wel op de schop. Het lijkt alleen alsof handel op de blockchain enkele jaren voorsprong heeft en de traditionele banken er een beetje achteraan hobbelen.

Tekst: Robert Hoogendoorn

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.