ID.nl logo
Alles over decentralized finance: Bankieren zonder bank
© PXimport
Huis

Alles over decentralized finance: Bankieren zonder bank

Begin 2020 stond decentralized finance nog in de kinderschoenen en bijna niemand was er mee bezig. Inmiddels hebben gebruikers meer dan tien miljard dollar aan cryptomunten in deze diensten gestopt. Hiermee voeden ze de mogelijkheid om munten te wisselen en geld te lenen, allemaal zonder dat er een tussenpersoon of gecentraliseerde organisatie aan te pas komt.

Twintig jaar geleden kregen klanten een paar procent rente op hun spaargeld, maar tegenwoordig moeten we blij zijn als er geen negatieve rente op een bankrekening zit. Consumenten mogen niet op hun geld zitten, maar moeten consumeren en investeren. Logisch dat er initiatieven ontstaan als alternatief voor het traditionele bankwezen. Met de uitvinding van de Bitcoinblockchain tien jaar geleden, werd de eerste stap gezet. 

Daarna deed centralized finance zijn intrede, waarbij bedrijven financiële diensten verzorgen voor digitale assets, waaronder cryptocurrencies. Denk hierbij aan wisselkantoren en handelsplatformen. Onlangs heeft decentralized finance haar doorbraak gemaakt. Handelaren worden ‘liquidity providers’, verdienen ‘SUSHI’, en zijn bezig met ‘yield farming’. Het is momenteel de grote trend in het blockchain-landschap.

Wat is decentralized finance?

In het kort kan decentralized finance het best beschreven worden als het idee dat traditionele financiële diensten van banken en andere investeringsdiensten nagemaakt en verbeterd kunnen worden door middel van blockchain-technologie. Deze diensten draaien volledig op zogeheten smart contracts, ofwel opensource software op de blockchain. Hierbij is niemand afhankelijk van een gecentraliseerd orgaan of aandeelhouders. Gedecentraliseerde financiële diensten, ook wel DeFi genoemd, zijn toegespitst op het opslaan, verdienen en versturen van bijvoorbeeld cryptomunten. Er zijn diensten die draaien om het lenen of verhandelen van cryptomunten, en er zijn zelfs verzekeringen.

DeFi beschikt over enkele unieke kenmerken. Zo zijn er bijvoorbeeld geen tussenpersonen. Gebruikers handelen onderling door middel van een softwarematige interface. Bovendien houden gebruikers controle over hun eigen cryptomunten via hun eigen portemonnee. Metamask is hiervoor een veelgebruikte browser-extensie. Iedereen met een crypto-portemonnee, waar dan ook ter wereld, kan meedoen. 

©PXimport

Daarnaast beschikken de meeste DeFi-platformen over een zogeheten governance token. Deze verdienen gebruikers door te participeren op het platform, en geeft hen stemrecht bij bepaalde beslissingen.

DeFi-producten gebruiken verschillende diensten om het eigen product op te bouwen. Aan de basis staat uiteraard een blockchain, vooral Ethereum wordt momenteel veel gebruikt. Daar bovenop komen andere frameworks, zoals technologie om verschillende blockchains met elkaar te verbinden of zogeheten oracles die zorgen voor een geverifieerde datavoorziening. 

Daarnaast zijn er verschillende cryptomunten die ontwikkelaars of gebruikers kunnen verbinden aan een DeFi-product. Uiteindelijk heeft een consument alleen te maken met een eindproduct, denk hierbij aan een crypto-portemonnee, een leenplatform of een wisseldienst.

Liquidity providers

Laten we vooropstellen dat decentralized finance een zeker vertrouwen vereist in de toekomst van cryptomunten. Hoewel toepassingen binnen DeFi een uitstekend rente geven op basis van je inbreng, wordt deze rente wel uitbetaald in cryptomunten. Op die manier kan een rente van 15 procent teniet worden gedaan als de waarde van de munten te hard daalt. 

Een van de meest toegankelijke manieren om mee te doen aan deze trend, is door als liquidity provider, ofwel liquiditeitsvoorziener, op te treden. Die biedt de valuta aan die het mogelijk maakt om handel te drijven. Op een decentraal wisselkantoor ligt geen pot met cryptomunten. Het zijn de gebruikers zelf die het wisselgeld beschikbaar stellen. Participeren als liquiditeitsvoorziener is voor iedereen weggelegd. Zo krijgen gebruikers die 100 DAI, een cryptomunt gelijkwaardig aan de dollar, in het Aave platform stoppen een rente van 4,33 procent op jaarbasis. Leg je USDT in, dan krijg je ‘slechts’ 2,65 procent. Dat heeft alles te maken met vraag en aanbod. Het is de kern van een trend binnen decentralized finance: yield farming.

Momenteel is Uniswap het meest populaire decentrale wisselkantoor voor allerlei cryptomunten. Handelen vindt hier plaats in een zogeheten pool, bijvoorbeeld een pool waar handel tussen Ether (ETH) en de dollar (USDT) plaatsvindt. 

©PXimport

Als liquiditeitsvoorziener stel je een hoeveelheid ETH beschikbaar en een gelijkwaardige hoeveelheid USDT, vervolgens ontvang je een speciale token als kassabonnetje. Dit bonnetje wordt opgeslagen in de cryptoportemonnee van de persoon die de cryptomunten beschikbaar stelt. Op basis van de handel die plaatsvindt in de betreffende pool en het aandeel in de totale pool, verdient de liquiditeitsvoorziener een percentage over de transactiekosten.

Met ruim 2,9 miljard dollar is Uniswap de absolute marktleider in de wereld van decentralized finance. Waar rente op een bank maandelijks of jaarlijks wordt uitbetaald, kan dat via decentralized finance dagelijks. Deze eigenschap brengt ook gevaren met zich mee waar menig investeerder zich al aan heeft gebrand, namelijk het eerder aangestipte yield farming. 

Wanneer iemand vroeg in een nieuw project duikt, zal die persoon naar alle waarschijnlijkheid flinke winsten maken. Hebberigheid heeft al verschillende problemen van decentralized finance blootgelegd. Bij yield farming verdienen liquidity providers een nieuwe token voor het aanbrengen van liquiditeit. Zo verdienen liquiditeitsvoorzieners bij Yam Finance de YAM token. Alleen software op de blockchain is niet altijd foutloos. Zo kunnen kwaadwillenden proberen een zwakte in een smart contract uit te buiten.

Dit gebeurde recent bij Yam Finance, waardoor het project als een kaartenhuis in elkaar stortte. De waarde van de YAM token kelderde van 160 dollar naar 20 cent. Het opensource project is inmiddels aan een doorstart begonnen. Op het moment van schrijven is YAM net iets meer waard dan 9 dollar.

Grootschalige hacks

Na Yam deden deze zomer verschillende projecten hun intrede, waarbij vooral SushiSwap in het oog springt. Dit gedecentraliseerde wisselkantoor kopieerde het systeem van Uniswap en gooide daar een vorm van gamificatie overheen. Liquiditeitsvoorzieners verdienen hier SUSHI voor hun inbreng, en deze token kan vervolgens ook weer verhandeld worden. De anonieme beheerder van het project ging er met 14 miljoen dollar vandoor, maar gaf dit uiteindelijk enkele dagen later weer terug. 

Niet iedereen is zo goedwillig als de anonieme SushiChef, want decentralized finance heeft in haar korte bestaan al diverse scams meegemaakt. Toch is het een goede manier om in de economie van cryptomunten te participeren. Standaard wisselkantoren bieden immers ook geen zekerheid.

©PXimport

Bij een gecentraliseerd wisselkantoor plaatsen gebruikers hun cryptomunten in het beheer van een bedrijf, denk aan Binance or Coinbase. Ook dit is niet zonder risico’s. Binance en Coinbase zijn in het verleden slachtoffer geweest van grootschalige hacks waarbij hackers miljoenen hebben buitgemaakt. Recent werd het wisselkantoor Kucoin ook gehackt, waarbij dieven zo’n 140 miljoen dollar aan cryptomunten hebben buitgemaakt.

Grote wisselkantoren zijn verzekerd en hebben een buffer om dit soort tegenslagen op te vangen. Toch helpt dit niet altijd. Het in Nieuw Zeeland gevestigde Cryptopia werd op 14 januari 2019 gehackt en is deze klap niet meer te boven gekomen. Vier maanden later werd de stekker uit het wisselkantoor getrokken.

Dit zijn problemen die we bij decentralized finance niet tegenkomen. Iedere deelnemer handelt vanuit zijn eigen portemonnee en legt zijn vertrouwen in de software. Is de software goed, dan hoeft niemand bang te zijn voor een hack.

Snelle ontwikkelingen

De ontwikkelingen op het gebied van gedecentraliseerde financiële diensten zitten in de lift. Waar gebruikers tot voor kort alleen maar konden handelen, zijn er inmiddels allerlei toepassingen in ontwikkeling. Gebruikers kunnen geld lenen via platformen als Compound, Cream Finance en Maker. Ook aan wisselplatformen is geen tekort. Naast Uniswap zijn er platformen als dYdX, Bancor, Kyber en Balancer. 

Het is slechts een kleine greep uit de mogelijkheden die decentralized finance biedt. Er zijn zelfs initiatieven om je cryptomunten te verzekeren. Hiervoor biedt Yearn Finance een opensource oplossing waarbij de gemeenschap geld inlegt. Het platform gebruikt dit vervolgens om de waarde van cryptomunten bij liquiditiy providers te verzekeren. Daalt de waarde van je investering, dan dekt de verzekering het verschil.

Yearn Finance erkent de problemen rond het risico van decentralized finance. Daarom lanceerden zij in samenwerking met Nexus Mutual een platform genaamd Yinsure Finance. Via dit platform kunnen investeerders zich indekken tegen onvoorziene marktbewegingen. Dit alles werkt op basis van smart contracts, en hier komt verder dus geen tussenpersoon aan te pas. Yearn Finance is overigens ook geen kleine partij, want de governance token van dit project is inmiddels bijna twee keer zoveel waard als een bitcoin.

©PXimport

Andre Cronje is het grote brein achter Yearn Finance. Hij is continu bezig nieuwe projecten op de markt te brengen. Eind september ontdekten enthousiastelingen dat Cronje bezig was met iets nieuws. Niemand wist wat het was, maar binnen de kortste keren hadden gebruikers miljoenen dollars aan cryptomunten in het smart contract geplaatst. 

De hebberigheid en zoektocht naar gemakkelijk geld hebben zij duur moeten bekopen. Een hacker zag dit alles gebeuren en besloot de 15 miljoen dollar uit het contract mooi in zijn eigen zak te steken. Cronje kreeg vervolgens veel kritiek te verwerken vanuit de online gemeenschap, maar benadrukte vooral dat het dom is van gebruikers om geld in iets te stoppen dat nog niet eens is onthuld.

Maak er een spelletje van

Bankieren leuker en gemakkelijker maken begon eigenlijk al jaren geleden. Wie kan zich die Pennie Rekening spaarpot nog herinneren van de Postbank? Het is een fysiek schoolvoorbeeld om bankieren leuker te maken. Met decentralized finance gebeurt in zeker zin hetzelfde. Bovendien is er een grote overlap tussen decentralized finance en games. 

Zo zijn er games die hun eigen token op de markt hebben gebracht. The Sandbox gebruikt de SAND-token om spelers te belonen, maar diezelfde token kunnen gamers ook weer gebruiken om een virtueel landgoed of een gamepersonage te kopen. Bovendien kunnen gamers hun inkomsten uit The Sandbox omzetten naar andere cryptomunten. 

Daarnaast wordt SAND ook verhandeld op handelsplatformen als Uniswap, wat weer rente oplevert voor de liquiditeitsvoorzieners. Dit onderstreept maar weer dat decentralized finance meer is dan een handige bankrekening, en dat games in combinatie met blockchain-technologie en decentralized finance meer is dan een spelletje.

©PXimport

The Sandbox is niet het enige voorbeeld. Zo heeft Animoca Brands een racegame op de markt gebracht, genaamd F1 Delta Time. In dit spel speelt een token genaamd REVV een centrale rol. Spelers verdienen REVV, maar moeten ook REVV gebruiken. Het interessante aan dit ecosysteem is dat F1 Delta Time niet het enige spel is voor REVV. Animoca Brands wil al haar racespellen integreren in het ecosysteem, waaronder een spel gebaseerd op de MotoGP en twee klassieke racespellen van Atari. 

Gamers verdienen cryptomunten door te participeren in de gamewereld, en kunnen dat verdiende geld ook weer uitgeven aan in-game items of iets totaal anders. Maar de gamesindustrie is pas net begonnen met de implementatie van decentralized finance. De verwachting is dat dit in de komende jaren een vogelvlucht zal nemen.

Waar games steeds meer aspecten van decentralized finance omarmen, is decentralized finance juist erg bezig met gamificatie. Met tokens als YAM en SUSHI gebeurt het op het niveau van de gebruikerservaring en de gebruikersinterface. Wanneer we praten over SAND gaat het meer om de integratie van een financieel product in een game. 

Eén van de meest opvallende producten van dit jaar is zonder twijfel MEME. Dit project begon als een grap, maar is inmiddels uitgegroeid tot één van de meest besproken producten. Jordan Lyall is eigenlijk een Ethereum ontwikkelaar bij Consensys. Op Twitter maakte hij een grap over het Wilde Westen dat ontstaan is rond decentralized finance. Een half uur later was de MEME-token een feit. 

Door de MEME-token in een smart contract te stoppen, genereert de gebruiker ananas-punten. Deze ananas-punten kunnen vervolgens gebruikt worden om digitale kunstwerken en collectibles te kopen. Het klinkt allemaal als een spelletje, maar er zit wel geld achter. De meest zeldzame digitale kunstwerken kosten de meeste punten, maar worden vervolgens ook voor de grootste bedragen verkocht. Verschillende van deze collectibles zijn al voor 15 duizend dollar over de toonbank gegaan.

Moeten traditionele banken al vrezen?

Gebruikers hebben op het moment van schrijven meer dan 11 miljard dollar vastgelegd in financiële diensten op de blockchain. Ter vergelijking: het Amerikaanse bankwezen zag 865 miljard dollar bijgeschreven worden in alleen de maand april 2020. Het is dan wel erg gemakkelijk om te stellen dat decentralized finance nog in de kinderschoenen staat. Het bankwezen heeft op basis van absolute aantallen weinig te vrezen. Toch zijn deze ontwikkelingen wel iets voor banken om in de gaten te houden. Decentralized finance biedt oplossingen die goedkoop zijn om uit te voeren en het zakelijke model van het bankwezen ondermijnen.

Zo’n twintig miljard dollar is opgeslagen in kluizen en omgezet naar digitale dollars als USDT en USDC op verschillende blockchains. Zo stroomt er steeds meer geld in het blockchainlandschap en de Ethereumblockchain in het bijzonder. Niet alleen dollars vinden hun weg naar de Ethereumblockchain, maar ook de bitcoin. Een bitcoin wordt dan ‘ingepakt’ en via een smart contract aangeboden op de Ethereumblockchain. Zodoende is Wrapped Bitcoin (WBTC) altijd gelijkwaardig aan de bitcoin zelf. 

Dit zijn interessante ontwikkelingen voor handelaren waarbij blockchaintechnologie steeds meer openheid biedt om te handelen. Het is niet voor niets dat bedrijven als MicroStrategy en Square gezamenlijk recent zo’n 200 miljoen dollar aan bitcoin hebben ingekocht. De verwachting is dat meer investeringsfondsen een deel van hun portfolio in cryptomunten gaan stoppen.

Decentralized finance heeft recent een plek in de schijnwerpers gekregen. De ontwikkeling van nieuwe protocollen en producten gaat onverminderd door. Het mooie is dat iedereen mee kan doen, ongeacht waar iemand vandaan komt. Het is een open systeem dat draait om participatie. In de komende jaren gaan we zeker nog meer horen van deze financiële systemen. 

De vraag is wanneer decentralized finance echt volwassen wordt. De Verenigde Staten, China, de Europese Unie en verschillende andere landen zijn bezig om hun geld te digitaliseren, en misschien moet het bankwezen dan ook wel op de schop. Het lijkt alleen alsof handel op de blockchain enkele jaren voorsprong heeft en de traditionele banken er een beetje achteraan hobbelen.

Tekst: Robert Hoogendoorn

▼ Volgende artikel
Review Eufy Omni E25 – Soms net uit koers
© Wesley Akkerman
Huis

Review Eufy Omni E25 – Soms net uit koers

Met de Omni E25 wil het Chinese merk Eufy een krachtige midrange robotstofzuiger op de markt brengen, die de concurrentie aangaat met de Roomba's en Dreames van deze wereld. De adviesprijs bedraag 899 euro. Hoe vergaat het de Eufy Omni E25 in de praktijk?

Goed
Conclusie

De Eufy Omni E25 is een ambitieuze middenklasser met een krachtige zuigkracht van 20.000 Pa en een basisstation dat legen, bijvullen en schoonmaken grotendeels automatiseert. Functies als een CornerRover-arm en AI-objectherkenning zorgen voor een premium ervaring, op budget. Helaas heeft het apparaat wel te kampen met wat navigatieproblemen. Vooral langs muren vertoont de E25 een soort ‘dronken’ rijgedrag, waarbij hij kleine bochtjes maakt en smalle stroken soms overslaat. De dweilfunctie is degelijk, maar mist standaard een smalle rand door de beperkt draaiende dweilrol. Ook rijdt het systeem soms zó voorzichtig dat delen van de vloer worden gemist. Bovendien ben je gebonden aan Eufy’s eigen zeepsysteem. Maar eerlijk is eerlijk: dit systeem kost wel minder dan veel concurrenten, terwijl het toch zeer scherpe specificaties biedt. Wie iets meer wil investeren, zou de iets duurdere Dreame L50 Pro kunnen overwegen.

Plus- en minpunten
  • Verfijnd ontwerp
  • Uitschuifbare zijborstel
  • Krachtige dweilprestaties
  • Zuigkracht van hoog niveau
  • Basisstation neemt veel werk uit handen
  • Antihaarborstel onderop
  • Midrange prijs voor premium functies
  • Rijdt soms te voorzichtig
  • Komt niet overal met de dweil
  • Af en toe wat navigatieproblemen
  • Verplicht gebruik Eufy's zeepsysteem

Naast de Eufy Omni E25 heeft de fabrikant ook een duurdere variant op de markt gebracht, namelijk de E28. Nog geen jaar eerder lanceerde het merk de S1 Pro, een model dat vooral inzet op dweilprestaties. De drie robotstofzuigers delen bepaalde eigenschappen, maar verschillen op andere punten juist flink. Het is dus de moeite waard om die verschillen en overeenkomsten naast elkaar te zetten. Zeker als je overweegt een van deze autonome, dweilende modellen in huis te halen. Een interessante concurrent is bovendien Dreame L50 Pro Ultra.

Eufy Omni E25 vs. Eufy Omni E28

De Eufy Omni E25 beschikt over een indrukwekkende zuigkracht van 20.000 Pa. Het HydroJet-dweilsysteem reinigt actief met neerwaartse druk en reinigt zichzelf tussendoor. De DuoSpiral-borstels voorkomen dat haren vastdraaien, terwijl de uitschuifbare CornerRover-arm randen en hoeken beter meepakt. Dankzij het AI See-systeem met RGB-camera herkent de robot honderden objecten en rijdt hij daar netjes omheen. Het Omni-basisstation neemt het meeste werk uit handen: het leegt, reinigt, vult en droogt de robot automatisch en voegt schoonmaakmiddel toe. Zo blijft de E25 wekenlang zonder omkijken schoonmaken.

De Eufy Omni E28 is technisch vrijwel identiek aan de E25. Je krijgt dezelfde krachtige zuigfunctie, hetzelfde dweilsysteem, dezelfde slimme arm en obstakelherkenning. Het verschil zit in de toevoeging van een afneembare, draagbare dieptereiniger. Daarmee kun je ook handmatig moeilijk bereikbare plekken reinigen, zoals traptreden of bankkussens. Ook bij de E28 zorgt het uitgebreide Omni-basisstation voor een grotendeels onderhoudsvrij gebruik.

©Wesley Akkerman

©Wesley Akkerman

Eufy Omni E25 vs. Eufy Omni S1 Pro

Daartegenover staat de Eufy Omni S1 Pro, die zich juist richt op een geavanceerde dweilervaring. Het Always Clean Mop-systeem maakt gebruik van een continu roterende dweilrol die zichzelf schoonhoudt (net als bij de E25 en E28) en die met één kilo neerwaartse druk stevig over de vloer gaat. De zuigkracht ligt met 8.000 Pa wel een stuk lager dan bij die twee modellen. Door het slanke, lage ontwerp komt de S1 Pro makkelijker onder meubels. Dat is mede te danken aan de geïntegreerde 3D MatrixEye--obstakelvermijding, die binoculair infrarood en een camera combineert voor nauwkeurige navigatie zonder LiDAR-toren (zoals op een Dreame).

Alle drie modellen maken gebruik van het Omni-basisstation, dat automatisch leegt, reinigt, vult en droogt. Welke je kiest, hangt af van je prioriteiten: de E25 biedt maximale zuigkracht en pakt randen en hoeken goed mee, de E28 voegt daar een draagbare dieptereiniger aan toe, en de S1 Pro blinkt uit in dweilen en wendbaarheid. Extra hygiëne krijg je bij de S1 Pro bovendien via Eco-Clean: een ozonreinigingssysteem in het basisstation dat het water zuivert.

©Wesley Akkerman

©Wesley Akkerman

Praktisch ontwerp

Het ontwerp van de Eufy Omni E25 is niet alleen gestroomlijnd, maar ook. Bovenop zitten twee knoppen waarmee je de robotstofzuiger activeert of naar de basis stuurt. Haal je de glanzende plastic kap eraf, dan krijg je toegang tot de uitneembare stofbak en afneembare watercontainer. Aangezien het basisstation deze zelf respectievelijk leegt en vult, heb je er weinig omkijken naar. Maar mocht er iets misgaan, of wil je de bakken even schoonmaken omdat je dat prettig vindt, dan kun je er dus moeiteloos bij.

Voorop zitten de camera en een led-lamp, zodat de robot ook in donker ziet waar hij heen moet. Onderop zit de uitschuifbare robotarm, samen met een antihaarborstel en de dweilrol. Die draait 180 keer per minuut en is 29 centimeter lang. Ook is daar een schraper gepositioneerd die het vuil van de rol haalt. Na controle van de waterbak zien we inderdaad dat er wat vuil in zit, dat helaas niet helemaal door het basisstation opgezogen wordt. Daarom is het handig om die bak zo nu en dan zelf even grondig schoon te maken, om nare geurtjes te voorkomen.

Installeren en go

De installatie van de Eufy Omni E25 is zo gebeurd. Je bent even bezig met uitpakken en alles een plek geven, maar het koppelen aan de – hier en daar wat knullig vertaalde – app verloopt snel. Na de eerste schoonmaakronde verschijnt er een gedetailleerde kaart van je woning. Je kunt meerdere kaarten maken voor verschillende verdiepingen, en wisselen tussen een 2D- en 3D-weergave. Binnen de app stel je no-go-zones in, markeer je zones zoals een vloerkleed, en geef je per kamer of ruimte nauwkeurige instructies.

Zodra de E25 aan het werk gaat, valt één ding op: hij lijkt soms wel dronken. Dit valt vooral op wanneer hij langs een muur rijdt. In plaats van een rechte lijn aan te houden maakt hij constant schijnbewegingen. De robot neemt een korte bocht richting de muur, wil niet botsen, rijdt terug en herhaalt dit gedrag totdat hij de hele muur heeft afgerond met datzelfde wiebelige patroon. Waarom hij dit doet, is onduidelijk. Opvallend is dat dit gedrag alleen optreedt bij muren en meubels. In open ruimtes rijdt de E25 namelijk wél strak in rechte lijnen.

Stofzuigprestaties en navigatie

Met een zuigkracht van 20.000 Pa – gelijk aan die van de veel duurdere Dreame X50 Pro – laat de Eufy Omni E25 nauwelijks iets liggen. Het maakt daarbij niet uit of het een tapijt of harde vloer betreft. Toch merkten we dat hij op een vloerkleed af en toe wat haren mist, maar daar hebben duurdere modellen ook last van. Qua geluidsniveau is de E25 niet storend aanwezig. Je hoort hem duidelijk werken, maar het is prima uit te houden als je thuis bent terwijl hij z'n ronde doet.

Omdat de Eufy Omni E25 geen LiDAR heeft, mist hij wat precisie in het inschatten van zijn omgeving. De camera geeft voldoende overzicht om botsingen grotendeels te voorkomen, maar het navigeren verloopt soms iets te voorzichtig. Daardoor stuurt hij nét te vroeg bij of laat hij een klein randje liggen. Het resultaat is dat je soms ziet waar hij wel geweest is en waar niet – bijvoorbeeld doordat er nog wat vuil ligt of de vloer op een plek droog is gebleven.

Dweilt goed, maar…

Vooral dat laatste is opvallend. Hoewel de Eufy Omni E25 de vloer netjes achterlaat, zie je altijd precies waar hij wel en niet geweest is. Dat komt door de dweilrol onderop. Die doet zijn werk goed, schraapt zichzelf schoon en drukt stevig op de vloer om ook hardnekkigere vlekken aan te pakken. Maar omdat hij niet naar buiten kan draaien – iets wat de Dreame L50 Pro wél kan – mis je altijd een deel van de vloer. We hebben dat met een foto vastgelegd ter illustratie. Het is iets om rekening mee te houden.

Tot slot het basisstation. Dat is compact en oogt modern, maar vraagt wel om een plek die een beetje centraal ligt in huis. De transparante waterbakken geven het station een eigen uitstraling, al zie je daardoor ook duidelijk het verdampte water op de bovenkant zitten. Dat maakt het geheel soms wat rommelig. Jammer is ook dat Eufy een eigen zeepsysteem gebruikt, waardoor je niet je eigen schoonmaakmiddel kunt toevoegen. Verder valt op dat het station zelf snel vies wordt op de plek waar het de stofopvangbak voor je leegt.

©Wesley Akkerman

©Wesley Akkerman

Eufy Omni E25 kopen?

De Eufy Omni E25 is een ambitieuze middenklasser met opvallende specificaties: een zuigkracht van 20.000 Pa en een basisstation dat het legen, bijvullen en schoonmaken grotendeels uit handen neemt. Functies als een CornerRover-arm en AI-objectherkenning zorgen voor een premium ervaring, op budget.

Helaas heeft het apparaat wel te kampen met wat navigatieproblemen. Vooral langs muren maakt de E25 rare schijnbewegingen, alsof hij constant kleine bochtjes maakt om niet te dicht bij de rand te komen. Dit 'dronken' patroon vertraagt niet alleen het schoonmaken, maar zorgt er ook voor dat smalle stroken langs de wanden soms worden overgeslagen. In open ruimtes rijdt hij wél strak in rechte banen, wat het verschil nog opvallender maakt.

De dweilfunctie is degelijk, maar weet de randen vaak niet goed mee te nemen. Dat heeft alles te maken met de dweilrol onderop: die kan niet naar buiten draaien, waardoor hij standaard een smalle strook langs de rand mist. Ook rijdt het systeem op sommige plekken zó voorzichtig, dat delen van de vloer simpelweg worden overgeslagen. Een ander nadeel is dat je vastzit aan Eufy's eigen zeepsysteem.

Hoewel het basisstation veel onderhoud uit handen neemt, spelen dergelijke minpunten wel mee. Maar eerlijk is eerlijk: dit systeem kost minder dan veel concurrenten, terwijl het toch zeer scherpe specificaties biedt. De Dreame L50 Pro is iets duurder, maar zou zomaar de meerprijs waard kunnen zijn.

▼ Volgende artikel
Je muur als canvas: slimme lichteffecten met de Philips Hue Play wall washer
© Philips
Zekerheid & gemak

Je muur als canvas: slimme lichteffecten met de Philips Hue Play wall washer

Op zoek naar slimme verlichting die méér doet dan alleen een kamer verlichten? De nieuwe Philips Hue Play wall washer projecteert kleurrijke lichteffecten op je muur en tilt sfeer naar een hoger niveau, ideaal voor films, muziek en ontspannen avondjes.

Een lege muur is vaak gewoon… nou ja, leeg. Praktisch misschien, maar niet echt spannend. Daar wil Philips Hue met de nieuwe Play wall washer iets aan veranderen. Deze compacte designlamp projecteert een kleurrijk lichtspel op je wand, waarmee je in één beweging sfeer aan je kamer toevoegt. Van subtiele achtergrondverlichting tot passende effecten tijdens een film of game, de wall washer is verrassend veelzijdig.

©Philips

Lavalamp 2.0: licht dat meer doet dan verlichten

De Philips Play wall washer is ontworpen om je muren tot leven te brengen. Dankzij een nieuwe techniek, ColorCast genaamd, ontstaan vloeiende kleurverlopen die echt iets doen met de ruimte. Het licht voelt rijk en dynamisch aan, alsof je muur zelf begint te ademen. Sluit je de lamp aan op je Hue-entertainmentsysteem, dan reageert het licht bovendien op wat je kijkt of luistert – of dat nu een film is, een game of je favoriete playlist.

Ook lezen: Review Philips Hue Play Gradient Lightstrip - duur, maar wel leuk

Je bepaalt zelf hoe groot het projectiegebied moet zijn: zet je de lamp dichter bij de muur, dan krijg je een strakke lichtbundel; plaats je hem verder weg, dan spreidt het effect zich breder uit. Via de Hue-app stel je alles eenvoudig in, inclusief richting, helderheid en de snelheid waarmee de kleuren worden afgewisseld.

©Philips

Designlamp met een slimme binnenkant

Wat meteen opvalt, is dat de lamp zelf geen aandacht opeist. De behuizing is strak, mat en gemaakt van aluminium – geen plastic spul dus. In zwart of wit past hij moeiteloos in een modern interieur. Het projectievenster is transparant en subtiel, zodat het vooral het licht is dat de show steelt. Daardoor ervaar je de wall washer meer als een designobject dan als tech-gadget.

De lamp werkt naadloos samen met het Hue-ecosysteem. Of je nu gebruikmaakt van een afstandsbediening, je smartphone of je stem via Siri, Alexa of Google Assistant, alles werkt zoals je mag verwachten van Hue. De wall washer is bovendien volledig compatibel met accessoires zoals de Hue HDMI Sync Box en de desktop-apps voor pc en tv.

Een vleugje AI in je verlichting

Tegelijk met de lamp lanceert Philips Hue ook zijn eerste AI-assistent. Die denkt bijvoorbeeld met je mee over de juiste sfeer. Je zegt of typt bijvoorbeeld 'gezellige avond' of 'ochtendenergie' en de assistent kiest automatisch een bijpassende lichtscène, of stelt er zelf eentje samen als er nog geen goede match is.

De AI werkt voorlopig alleen als je de Hue-app op Engels hebt staan en is beschikbaar in Nederland, België en Luxemburg. Andere landen volgen later dit jaar.

Niet goedkoop, wel doordacht

Met een prijs van 199,99 euro (en 349 euro voor een 2-pack) voor een enkele lamp is de wall washer duidelijk bedoeld als luxe toevoeging, niet als basisverlichting. Maar als je van sfeer, detail en controle houdt én je hebt al wat spullen van Philips Hue hangen, dan is dit een opvallend compleet pakket. De combinatie van slim licht, subtiel design en – nou ja, laten we het creatieve vrijheid noemen, maakt deze lamp interessant voor iedereen die meer uit z'n lege muren wil halen.

Meer informatie is te vinden op de site van Philips Hue.