ID.nl logo
Alles over decentralized finance: Bankieren zonder bank
© Reshift Digital
Huis

Alles over decentralized finance: Bankieren zonder bank

Begin 2020 stond decentralized finance nog in de kinderschoenen en bijna niemand was er mee bezig. Inmiddels hebben gebruikers meer dan tien miljard dollar aan cryptomunten in deze diensten gestopt. Hiermee voeden ze de mogelijkheid om munten te wisselen en geld te lenen, allemaal zonder dat er een tussenpersoon of gecentraliseerde organisatie aan te pas komt.

Twintig jaar geleden kregen klanten een paar procent rente op hun spaargeld, maar tegenwoordig moeten we blij zijn als er geen negatieve rente op een bankrekening zit. Consumenten mogen niet op hun geld zitten, maar moeten consumeren en investeren. Logisch dat er initiatieven ontstaan als alternatief voor het traditionele bankwezen. Met de uitvinding van de Bitcoinblockchain tien jaar geleden, werd de eerste stap gezet. 

Daarna deed centralized finance zijn intrede, waarbij bedrijven financiële diensten verzorgen voor digitale assets, waaronder cryptocurrencies. Denk hierbij aan wisselkantoren en handelsplatformen. Onlangs heeft decentralized finance haar doorbraak gemaakt. Handelaren worden ‘liquidity providers’, verdienen ‘SUSHI’, en zijn bezig met ‘yield farming’. Het is momenteel de grote trend in het blockchain-landschap.

Wat is decentralized finance?

In het kort kan decentralized finance het best beschreven worden als het idee dat traditionele financiële diensten van banken en andere investeringsdiensten nagemaakt en verbeterd kunnen worden door middel van blockchain-technologie. Deze diensten draaien volledig op zogeheten smart contracts, ofwel opensource software op de blockchain. Hierbij is niemand afhankelijk van een gecentraliseerd orgaan of aandeelhouders. Gedecentraliseerde financiële diensten, ook wel DeFi genoemd, zijn toegespitst op het opslaan, verdienen en versturen van bijvoorbeeld cryptomunten. Er zijn diensten die draaien om het lenen of verhandelen van cryptomunten, en er zijn zelfs verzekeringen.

DeFi beschikt over enkele unieke kenmerken. Zo zijn er bijvoorbeeld geen tussenpersonen. Gebruikers handelen onderling door middel van een softwarematige interface. Bovendien houden gebruikers controle over hun eigen cryptomunten via hun eigen portemonnee. Metamask is hiervoor een veelgebruikte browser-extensie. Iedereen met een crypto-portemonnee, waar dan ook ter wereld, kan meedoen. 

©PXimport

Daarnaast beschikken de meeste DeFi-platformen over een zogeheten governance token. Deze verdienen gebruikers door te participeren op het platform, en geeft hen stemrecht bij bepaalde beslissingen.

DeFi-producten gebruiken verschillende diensten om het eigen product op te bouwen. Aan de basis staat uiteraard een blockchain, vooral Ethereum wordt momenteel veel gebruikt. Daar bovenop komen andere frameworks, zoals technologie om verschillende blockchains met elkaar te verbinden of zogeheten oracles die zorgen voor een geverifieerde datavoorziening. 

Daarnaast zijn er verschillende cryptomunten die ontwikkelaars of gebruikers kunnen verbinden aan een DeFi-product. Uiteindelijk heeft een consument alleen te maken met een eindproduct, denk hierbij aan een crypto-portemonnee, een leenplatform of een wisseldienst.

Liquidity providers

Laten we vooropstellen dat decentralized finance een zeker vertrouwen vereist in de toekomst van cryptomunten. Hoewel toepassingen binnen DeFi een uitstekend rente geven op basis van je inbreng, wordt deze rente wel uitbetaald in cryptomunten. Op die manier kan een rente van 15 procent teniet worden gedaan als de waarde van de munten te hard daalt. 

Een van de meest toegankelijke manieren om mee te doen aan deze trend, is door als liquidity provider, ofwel liquiditeitsvoorziener, op te treden. Die biedt de valuta aan die het mogelijk maakt om handel te drijven. Op een decentraal wisselkantoor ligt geen pot met cryptomunten. Het zijn de gebruikers zelf die het wisselgeld beschikbaar stellen. Participeren als liquiditeitsvoorziener is voor iedereen weggelegd. Zo krijgen gebruikers die 100 DAI, een cryptomunt gelijkwaardig aan de dollar, in het Aave platform stoppen een rente van 4,33 procent op jaarbasis. Leg je USDT in, dan krijg je ‘slechts’ 2,65 procent. Dat heeft alles te maken met vraag en aanbod. Het is de kern van een trend binnen decentralized finance: yield farming.

Momenteel is Uniswap het meest populaire decentrale wisselkantoor voor allerlei cryptomunten. Handelen vindt hier plaats in een zogeheten pool, bijvoorbeeld een pool waar handel tussen Ether (ETH) en de dollar (USDT) plaatsvindt. 

©PXimport

Als liquiditeitsvoorziener stel je een hoeveelheid ETH beschikbaar en een gelijkwaardige hoeveelheid USDT, vervolgens ontvang je een speciale token als kassabonnetje. Dit bonnetje wordt opgeslagen in de cryptoportemonnee van de persoon die de cryptomunten beschikbaar stelt. Op basis van de handel die plaatsvindt in de betreffende pool en het aandeel in de totale pool, verdient de liquiditeitsvoorziener een percentage over de transactiekosten.

Met ruim 2,9 miljard dollar is Uniswap de absolute marktleider in de wereld van decentralized finance. Waar rente op een bank maandelijks of jaarlijks wordt uitbetaald, kan dat via decentralized finance dagelijks. Deze eigenschap brengt ook gevaren met zich mee waar menig investeerder zich al aan heeft gebrand, namelijk het eerder aangestipte yield farming. 

Wanneer iemand vroeg in een nieuw project duikt, zal die persoon naar alle waarschijnlijkheid flinke winsten maken. Hebberigheid heeft al verschillende problemen van decentralized finance blootgelegd. Bij yield farming verdienen liquidity providers een nieuwe token voor het aanbrengen van liquiditeit. Zo verdienen liquiditeitsvoorzieners bij Yam Finance de YAM token. Alleen software op de blockchain is niet altijd foutloos. Zo kunnen kwaadwillenden proberen een zwakte in een smart contract uit te buiten.

Dit gebeurde recent bij Yam Finance, waardoor het project als een kaartenhuis in elkaar stortte. De waarde van de YAM token kelderde van 160 dollar naar 20 cent. Het opensource project is inmiddels aan een doorstart begonnen. Op het moment van schrijven is YAM net iets meer waard dan 9 dollar.

Grootschalige hacks

Na Yam deden deze zomer verschillende projecten hun intrede, waarbij vooral SushiSwap in het oog springt. Dit gedecentraliseerde wisselkantoor kopieerde het systeem van Uniswap en gooide daar een vorm van gamificatie overheen. Liquiditeitsvoorzieners verdienen hier SUSHI voor hun inbreng, en deze token kan vervolgens ook weer verhandeld worden. De anonieme beheerder van het project ging er met 14 miljoen dollar vandoor, maar gaf dit uiteindelijk enkele dagen later weer terug. 

Niet iedereen is zo goedwillig als de anonieme SushiChef, want decentralized finance heeft in haar korte bestaan al diverse scams meegemaakt. Toch is het een goede manier om in de economie van cryptomunten te participeren. Standaard wisselkantoren bieden immers ook geen zekerheid.

©PXimport

Bij een gecentraliseerd wisselkantoor plaatsen gebruikers hun cryptomunten in het beheer van een bedrijf, denk aan Binance or Coinbase. Ook dit is niet zonder risico’s. Binance en Coinbase zijn in het verleden slachtoffer geweest van grootschalige hacks waarbij hackers miljoenen hebben buitgemaakt. Recent werd het wisselkantoor Kucoin ook gehackt, waarbij dieven zo’n 140 miljoen dollar aan cryptomunten hebben buitgemaakt.

Grote wisselkantoren zijn verzekerd en hebben een buffer om dit soort tegenslagen op te vangen. Toch helpt dit niet altijd. Het in Nieuw Zeeland gevestigde Cryptopia werd op 14 januari 2019 gehackt en is deze klap niet meer te boven gekomen. Vier maanden later werd de stekker uit het wisselkantoor getrokken.

Dit zijn problemen die we bij decentralized finance niet tegenkomen. Iedere deelnemer handelt vanuit zijn eigen portemonnee en legt zijn vertrouwen in de software. Is de software goed, dan hoeft niemand bang te zijn voor een hack.

Snelle ontwikkelingen

De ontwikkelingen op het gebied van gedecentraliseerde financiële diensten zitten in de lift. Waar gebruikers tot voor kort alleen maar konden handelen, zijn er inmiddels allerlei toepassingen in ontwikkeling. Gebruikers kunnen geld lenen via platformen als Compound, Cream Finance en Maker. Ook aan wisselplatformen is geen tekort. Naast Uniswap zijn er platformen als dYdX, Bancor, Kyber en Balancer. 

Het is slechts een kleine greep uit de mogelijkheden die decentralized finance biedt. Er zijn zelfs initiatieven om je cryptomunten te verzekeren. Hiervoor biedt Yearn Finance een opensource oplossing waarbij de gemeenschap geld inlegt. Het platform gebruikt dit vervolgens om de waarde van cryptomunten bij liquiditiy providers te verzekeren. Daalt de waarde van je investering, dan dekt de verzekering het verschil.

Yearn Finance erkent de problemen rond het risico van decentralized finance. Daarom lanceerden zij in samenwerking met Nexus Mutual een platform genaamd Yinsure Finance. Via dit platform kunnen investeerders zich indekken tegen onvoorziene marktbewegingen. Dit alles werkt op basis van smart contracts, en hier komt verder dus geen tussenpersoon aan te pas. Yearn Finance is overigens ook geen kleine partij, want de governance token van dit project is inmiddels bijna twee keer zoveel waard als een bitcoin.

©PXimport

Andre Cronje is het grote brein achter Yearn Finance. Hij is continu bezig nieuwe projecten op de markt te brengen. Eind september ontdekten enthousiastelingen dat Cronje bezig was met iets nieuws. Niemand wist wat het was, maar binnen de kortste keren hadden gebruikers miljoenen dollars aan cryptomunten in het smart contract geplaatst. 

De hebberigheid en zoektocht naar gemakkelijk geld hebben zij duur moeten bekopen. Een hacker zag dit alles gebeuren en besloot de 15 miljoen dollar uit het contract mooi in zijn eigen zak te steken. Cronje kreeg vervolgens veel kritiek te verwerken vanuit de online gemeenschap, maar benadrukte vooral dat het dom is van gebruikers om geld in iets te stoppen dat nog niet eens is onthuld.

Maak er een spelletje van

Bankieren leuker en gemakkelijker maken begon eigenlijk al jaren geleden. Wie kan zich die Pennie Rekening spaarpot nog herinneren van de Postbank? Het is een fysiek schoolvoorbeeld om bankieren leuker te maken. Met decentralized finance gebeurt in zeker zin hetzelfde. Bovendien is er een grote overlap tussen decentralized finance en games. 

Zo zijn er games die hun eigen token op de markt hebben gebracht. The Sandbox gebruikt de SAND-token om spelers te belonen, maar diezelfde token kunnen gamers ook weer gebruiken om een virtueel landgoed of een gamepersonage te kopen. Bovendien kunnen gamers hun inkomsten uit The Sandbox omzetten naar andere cryptomunten. 

Daarnaast wordt SAND ook verhandeld op handelsplatformen als Uniswap, wat weer rente oplevert voor de liquiditeitsvoorzieners. Dit onderstreept maar weer dat decentralized finance meer is dan een handige bankrekening, en dat games in combinatie met blockchain-technologie en decentralized finance meer is dan een spelletje.

©PXimport

The Sandbox is niet het enige voorbeeld. Zo heeft Animoca Brands een racegame op de markt gebracht, genaamd F1 Delta Time. In dit spel speelt een token genaamd REVV een centrale rol. Spelers verdienen REVV, maar moeten ook REVV gebruiken. Het interessante aan dit ecosysteem is dat F1 Delta Time niet het enige spel is voor REVV. Animoca Brands wil al haar racespellen integreren in het ecosysteem, waaronder een spel gebaseerd op de MotoGP en twee klassieke racespellen van Atari. 

Gamers verdienen cryptomunten door te participeren in de gamewereld, en kunnen dat verdiende geld ook weer uitgeven aan in-game items of iets totaal anders. Maar de gamesindustrie is pas net begonnen met de implementatie van decentralized finance. De verwachting is dat dit in de komende jaren een vogelvlucht zal nemen.

Waar games steeds meer aspecten van decentralized finance omarmen, is decentralized finance juist erg bezig met gamificatie. Met tokens als YAM en SUSHI gebeurt het op het niveau van de gebruikerservaring en de gebruikersinterface. Wanneer we praten over SAND gaat het meer om de integratie van een financieel product in een game. 

Eén van de meest opvallende producten van dit jaar is zonder twijfel MEME. Dit project begon als een grap, maar is inmiddels uitgegroeid tot één van de meest besproken producten. Jordan Lyall is eigenlijk een Ethereum ontwikkelaar bij Consensys. Op Twitter maakte hij een grap over het Wilde Westen dat ontstaan is rond decentralized finance. Een half uur later was de MEME-token een feit. 

Door de MEME-token in een smart contract te stoppen, genereert de gebruiker ananas-punten. Deze ananas-punten kunnen vervolgens gebruikt worden om digitale kunstwerken en collectibles te kopen. Het klinkt allemaal als een spelletje, maar er zit wel geld achter. De meest zeldzame digitale kunstwerken kosten de meeste punten, maar worden vervolgens ook voor de grootste bedragen verkocht. Verschillende van deze collectibles zijn al voor 15 duizend dollar over de toonbank gegaan.

Moeten traditionele banken al vrezen?

Gebruikers hebben op het moment van schrijven meer dan 11 miljard dollar vastgelegd in financiële diensten op de blockchain. Ter vergelijking: het Amerikaanse bankwezen zag 865 miljard dollar bijgeschreven worden in alleen de maand april 2020. Het is dan wel erg gemakkelijk om te stellen dat decentralized finance nog in de kinderschoenen staat. Het bankwezen heeft op basis van absolute aantallen weinig te vrezen. Toch zijn deze ontwikkelingen wel iets voor banken om in de gaten te houden. Decentralized finance biedt oplossingen die goedkoop zijn om uit te voeren en het zakelijke model van het bankwezen ondermijnen.

Zo’n twintig miljard dollar is opgeslagen in kluizen en omgezet naar digitale dollars als USDT en USDC op verschillende blockchains. Zo stroomt er steeds meer geld in het blockchainlandschap en de Ethereumblockchain in het bijzonder. Niet alleen dollars vinden hun weg naar de Ethereumblockchain, maar ook de bitcoin. Een bitcoin wordt dan ‘ingepakt’ en via een smart contract aangeboden op de Ethereumblockchain. Zodoende is Wrapped Bitcoin (WBTC) altijd gelijkwaardig aan de bitcoin zelf. 

Dit zijn interessante ontwikkelingen voor handelaren waarbij blockchaintechnologie steeds meer openheid biedt om te handelen. Het is niet voor niets dat bedrijven als MicroStrategy en Square gezamenlijk recent zo’n 200 miljoen dollar aan bitcoin hebben ingekocht. De verwachting is dat meer investeringsfondsen een deel van hun portfolio in cryptomunten gaan stoppen.

Decentralized finance heeft recent een plek in de schijnwerpers gekregen. De ontwikkeling van nieuwe protocollen en producten gaat onverminderd door. Het mooie is dat iedereen mee kan doen, ongeacht waar iemand vandaan komt. Het is een open systeem dat draait om participatie. In de komende jaren gaan we zeker nog meer horen van deze financiële systemen. 

De vraag is wanneer decentralized finance echt volwassen wordt. De Verenigde Staten, China, de Europese Unie en verschillende andere landen zijn bezig om hun geld te digitaliseren, en misschien moet het bankwezen dan ook wel op de schop. Het lijkt alleen alsof handel op de blockchain enkele jaren voorsprong heeft en de traditionele banken er een beetje achteraan hobbelen.

Tekst: Robert Hoogendoorn

▼ Volgende artikel
Wat doet 120 Hz voor je televisie of monitor, en heb je het wel echt nodig?
© ER | ID.nl
Huis

Wat doet 120 Hz voor je televisie of monitor, en heb je het wel echt nodig?

Als je de specificatielijst van een moderne televisie of monitor bekijkt, zie je achter het kopje 'verversingssnelheid' vaak een getal staan gevolgd door 'Hz'. Jarenlang was 50 of 60 Hz de standaard, maar tegenwoordig pronken fabrikanten met 100, 120 of zelfs 144 Hz. Klinkt sneller, en sneller is meestal beter, maar wat betekent het nou eigenlijk voor jouw kijkervaring? Is het een noodzaak voor iedereen, of vooral leuk voor fanatieke gamers?

Om te begrijpen wat die Hertz (Hz) doet, moet je een televisie of monitor niet zien als een statisch schilderij, maar als een soort digitale flipbook. Het beeld dat je ziet, wordt immers continu opnieuw opgebouwd. Een standaard 60Hz-scherm ververst het beeld 60 keer per seconde. Dat is voor het menselijk oog snel genoeg om een vloeiende beweging waar te nemen bij normaal tv-kijken, zoals het nieuws of een dramaserie. Een 120Hz-scherm doet dat dus dubbel zo vaak: 120 keer per seconde.

©DC Studio

Waarom zou je meer beelden per seconde willen?

Het grootste voordeel van een hogere verversingssnelheid is soepelheid. Hoe meer beelden er per seconde worden getoond, hoe vloeiender bewegingen eruitzien. Bij 60 Hz kunnen snelle acties soms wat schokkerig ogen of last hebben van bewegingsonscherpte, ook wel 'motion blur' genoemd. Bij 120 Hz blijven details scherp, zelfs als de camera snel draait of als er bijvoorbeeld een raceauto voorbij raast. Daarnaast voelt de besturing van games directer aan. Tussen het moment dat je een knop indrukt en het moment dat je actie op het scherm ziet, zit minder tijd. Dat verschil in milliseconden lijkt verwaarloosbaar, maar je brein pikt het direct op als een responsievere ervaring.

Het verschil tussen 120 en 144 Hz (en hoger)

Terwijl 120 Hz de nieuwe gouden standaard is voor televisies, zie je bij computermonitors vaak getallen als 144 Hz, 165 Hz of zelfs 240 Hz en hoger. Het principe blijft hetzelfde, maar de toepassing verschilt. 120 Hz is de limiet voor de huidige generatie spelcomputers, zoals de PlayStation 5 en Xbox Series X. Televisies richten zich daarom specifiek op dat getal. Pc-gamers hebben echter vaak krachtiger videokaarten die nóg meer beelden per seconde kunnen produceren. Daarom zie je monitors met 144 Hz of meer.

Is het verschil tussen 120 en 144 Hz zichtbaar? Voor de gemiddelde gebruiker nauwelijks. Waar de stap van 60 naar 120 Hz een wereld van verschil is die bijna iedereen direct ziet, is de stap naar 144 Hz of hoger vooral voer voor professionele e-sporters die elke mogelijke fractie van een seconde winst nodig hebben. Voor de consument die een monitor zoekt voor thuisgebruik en gaming, is alles boven de 120 Hz doorgaans een uitstekende keuze.

©ER | ID.nl

Heb jij het nodig?

Het antwoord op die vraag hangt volledig af van wat je met je scherm doet; of dat nu een tv of een gamemonitor is. Kijk je voornamelijk lineaire televisie, films en series via streamingdiensten? Dan is een 120Hz-scherm geen harde noodzaak, aangezien films doorgaans in 24 beelden per seconde worden geschoten. Toch hebben 100/120Hz-panelen in televisies vaak wel een betere beeldkwaliteit en kunnen ze die films rustiger weergeven dan goedkopere 60Hz-panelen.

Ben je echter een gamer? Dan is het antwoord volmondig ja. De nieuwste spelcomputers en moderne videokaarten zijn gemaakt om die hoge snelheden te benutten. Games spelen soepeler, zien er scherper uit tijdens actiescènes en je reageert sneller op wat er gebeurt. Als je nu een nieuwe tv of monitor koopt met het oog op de toekomst en gaming, is 120 Hz of hoger eigenlijk een vereiste op je wensenlijstje. Let er bij televisies wel op dat je beschikt over een HDMI 2.1-aansluiting, want alleen die kabel kan de enorme hoeveelheid data van 4K-beeld met 120 Hz verwerken.

Drie tv's met 120 Hz of meer

De meeste high-end tv's van dit moment ondersteunen 120 Hz voor spelcomputers (PS5/Xbox Series X) en gaan zelfs tot 144 Hz als je ze aan een krachtige gaming-pc hangt.

Als we kijken naar de huidige generatie televisies, kunnen we niet om de LG OLED evo C5 heen. Dit is de gloednieuwe opvolger van de populaire C4 en wordt gezien als de standaard voor gamers en filmliefhebbers. Hij beschikt over vier HDMI 2.1-poorten die de volle 144 Hz ondersteunen, wat hem toekomstbestendig maakt voor pc-gamers, terwijl hij naadloos samenwerkt met de PlayStation 5 en Xbox Series X op 120 Hz. Het nieuwe paneel heeft een nog hogere helderheid dan zijn voorganger, waardoor HDR-beelden nog meer impact hebben.

Daarnaast is de Samsung OLED S95F een absolute blikvanger in de winkels. Waar Samsung vorig jaar hoge ogen gooide met de S95D, doet de F-serie er nog een schepje bovenop met een vernieuwde antireflectielaag die nog beter werkt in lichte kamers. Dit model combineert de diepe zwartwaarden van OLED met de intense kleuren van Quantum Dots. Ook dit scherm ondersteunt verversingssnelheden tot 144 Hz en beschikt over de uitgebreide Gaming Hub van Samsung, waarmee je zelfs zonder console games kunt streamen.

Voor wie liever geen OLED wil, is de Samsung Neo QLED QN90F de meest courante keuze in het high-end lcd-segment. Dit 2025-model maakt gebruik van geavanceerde Mini-LED-technologie, waardoor de helderheid veel hoger ligt dan bij OLED-schermen. Dat maakt hem ideaal voor een zonovergoten woonkamer. Met een verversingssnelheid die oploopt tot 144 Hz en een extreem lage invoervertraging, is dit voor veel competitieve gamers de favoriete keuze.

Drie monitors met 120 Hz of meer

Bij monitors ligt de standaard tegenwoordig al hoger dan 120 Hz, omdat snelheid de uitkomst van een potje schieten of racen bepaalt. Deze modellen zijn populair op Kieskeurig.

Op het gebied van monitoren zien we dat 240 Hz langzaam de nieuwe standaard wordt voor de serieuze gamer. Een model dat momenteel erg goed scoort op Kieskeurig is de LG UltraGear 27GR83Q. Dit is een 27-inch IPS-scherm met een razendsnelle verversingssnelheid van 240 Hz. In tegenstelling tot oudere modellen biedt dit scherm een extreem snelle responstijd van 1 milliseconde, waardoor je in snelle shooters geen last hebt van wazige beelden. Het is een van de meest complete monitoren van dit moment die zowel voor pc als console geschikt is.

Zoek je de absolute top in beeldkwaliteit, dan is de Samsung Odyssey G6 (G60SD) een model dat je veel ziet. Dit is een moderne OLED-monitor met een verversingssnelheid van maar liefst 360 Hz. Hoewel dat misschien overkill klinkt, zorgt de combinatie van de OLED-techniek en deze snelheid voor een ongekend vloeiende en scherpe ervaring. Het scherm heeft bovendien een nieuw koelsysteem waardoor de kans op inbranden – een angst bij oudere OLED-monitoren – aanzienlijk is verkleind.

Voor wie een beperkter budget heeft maar wel snelheid wil, is de MSI MAG 27CQ6F een actuele hardloper. Dit is een gebogen scherm (Curved) met een snelheid van 180 Hz, wat net dat beetje extra soepelheid geeft ten opzichte van de standaard 144 Hz-schermen. Het paneel biedt een hoog contrast en is daarmee een uitstekende instapper voor wie zijn game-ervaring wil upgraden zonder direct de hoofdprijs te betalen.

▼ Volgende artikel
Waarom QD-OLED voor veel gamers de beste keus is
© ID.nl
Huis

Waarom QD-OLED voor veel gamers de beste keus is

QD-OLED is steeds vaker terug te vinden in gamingmonitoren. Waar deze techniek eerst vooral was voorbehouden aan het hogere segment, zie je steeds vaker in modellen die voor een veel bredere groep gamers betaalbaar zijn. De vraag is natuurlijk of je dat verschil in beeldkwaliteit ook echt merkt tijdens het spelen. In dit artikel lees je hoe QD-OLED werkt en wanneer je het verschil in de praktijk merkt.

In dit artikel

In dit artikel lees je wat QD-OLED precies is en waarom deze schermtechniek vooral bij gamen zichtbaar voordeel biedt. We leggen uit hoe QD-OLED verschilt van traditionele lcd-panelen, wat je merkt bij snelle actie en donkere scènes, en hoe het zit met helderheid, HDR en reflecties. Ook besteden we aandacht aan burn-in en de beschermingsmechanismen die moderne QD-OLED-monitoren gebruiken. Tot slot lees je voor welk type gamer QD-OLED het meest geschikt is en wanneer een Mini-LED-monitor een logisch alternatief kan zijn.

Lees ook: Lcd versus oled: wat is het verschil en welke televisie moet je kiezen?

Wat QD-OLED anders maakt

Een traditioneel LCD-paneel werkt met achtergrondlicht dat door meerdere lagen heen moet voordat je een beeld ziet. Dat kost tijd en maakt dat zwart nooit volledig zwart wordt. QD-OLED laat die tussenlagen achterwege. Elke pixel geeft zelf licht en schakelt onafhankelijk van de rest. Daardoor reageert het beeld direct. De quantum-dot-laag zet het blauwe OLED-licht om in diepe en zuivere kleuren. Het voelt alsof je condens van een raam veegt: zodra de waas verdwijnt, zie je het beeld helder en zonder vertraging.

©ID.nl

Vloeiende beelden bij snelle actie

Die directe pixelreactie merk je vooral wanneer je snelle spellen speelt. Omdat pixels vrijwel meteen overschakelen naar een nieuwe kleurstand, blijven objecten die over het scherm vliegen scherp in beeld. In shooters, racespellen en andere games waarbij snelheid telt, bijvoorbeeld voetbalgames, ontstaat daardoor een rustiger beeld met minder bewegingsonscherpte. Je ogen hoeven zich minder vaak aan te passen. Daardoor raken ze minder snel vermoeid en houd je makkelijker overzicht, ook wanneer je langere tijd achter elkaar speelt.

©ID.nl

Zicht in donkere scènes

QD-OLED blinkt uit in donkere scènes. Pixels die geen licht hoeven te geven, staan volledig uit en leveren een diep zwart dat je bij LCD-panelen zelden ziet. Doordat heldere elementen hier direct naast kunnen staan zonder dat ze licht lekken, ontstaat een sterk contrast dat schaduwen en lichte accenten duidelijker scheidt. Daardoor verdwijnen grijze waasjes in schaduwhoeken en blijven contouren van objecten helder zichtbaar. Vooral in stealth-games, horrorspellen en shooters waarin je tegenstanders soms alleen als silhouet ziet, levert dat een tastbaar voordeel op.

©ID.nl

Kleurrijk zonder overdrijven

De quantum-dot-laag zorgt voor een breed kleurbereik waardoor lichteffecten, huidtinten en subtiele schaduwen goed zichtbaar blijven. Veel QD-OLED-monitoren tonen kleuren standaard wat verzadigd, vooral in de felste modi. In een sRGB- of filmmodus wordt het beeld zachter en natuurgetrouwer, wat beter aansluit bij fotobewerking en dagelijks gebruik. Zodra je de juiste modus gebruikt, lopen kleuren vloeiend in elkaar over en blijven ze gelijkmatig, terwijl uitgesproken elementen zoals neon en magie juist duidelijk opvallen. Dat merk je niet alleen in games, maar ook wanneer je foto's bewerkt of films kijkt.

Helderheid en HDR in perspectief

QD-OLED heeft op het gebied van helderheid flinke stappen gezet ten opzichte van eerdere OLED-generaties. In HDR-games kunnen lichte delen krachtig oplichten zonder dat fel zacht of dof oogt; explosies, glinsteringen op water en fel tegenlicht komen daardoor beter tot hun recht. Toch is het goed om te weten dat deze techniek niet alle beperkingen wegneemt. De helderheid van QD-OLED hangt sterk af van de schermvulling. Bij SDR (standaard dynamisch bereik, het normale helderheidsniveau voor dagelijkse pc-taken) op een volledig wit scherm ligt de helderheid meestal rond de 200 tot 250 nits. Bij kleinere, heldere onderdelen kan dit oplopen richting 400 tot 500 nits. In HDR kunnen pieken van 1000 tot 1300 nits worden bereikt, maar die waarden gelden vooral voor kleine accenten en niet voor het hele scherm. Mini-LED-monitoren houden hogere helderheidsniveaus langer vast, wat in fel verlichte kamers zichtbaar voordeel geeft in extreme highlights. QD-OLED compenseert veel daarvan met perfect zwart, waardoor het contrast wel krachtig blijft (zie ook kader QD-OLED versus Mini-LED) .

Reflecties in daglicht

De meeste QD-OLED-monitoren hebben een glanzende afwerking. Dat helpt bij de kleurweergave en het contrast, maar maakt het paneel gevoeliger voor reflecties bij daglicht. Daarnaast ontbreekt een polarisatiefilter. Daardoor kunnen zwartwaarden in fel licht een paarse of grijze waas krijgen: het diepe zwart wordt zichtbaar opgelicht, meer dan bij een gewone spiegeling. Dat drukt het contrast in een goed verlichte kamer en kan afleiden bij gamen. Gebruik je de monitor vooral in een donkere of gelijkmatig verlichte ruimte, dan speelt dit nauwelijks. In kamers met veel direct zonlicht of grote ramen komt een matte Mini-LED-monitor daarom vaak rustiger over.

©ID.nl

Minimale inputvertraging

Naast de snelle pixelreacties is ook de invoervertraging laag. Moderne QD-OLED-modellen reageren direct op elke muisbeweging en elke controlleractie. Vooral in competitieve shooters is dat een voordeel, omdat elke handeling zonder merkbare vertraging op het scherm verschijnt. 

QD-OLED versus Mini-LED

QD-OLED en Mini-LED worden vaak naast elkaar genoemd, maar het zijn fundamenteel verschillende technieken. QD-OLED is zelflichtend: elke pixel geeft zijn eigen licht en kan volledig uit. Dat levert perfect zwart, zeer snelle pixelreacties en sterk contrast op, wat vooral bij games met veel beweging en donkere scènes zichtbaar voordeel geeft.

Mini-LED is een verfijnde vorm van LCD. Het paneel gebruikt duizenden kleine leds als achtergrondverlichting die in zones worden gedimd. Daardoor kan een Mini-LED-scherm hoge helderheid over grote delen van het scherm vasthouden, wat prettig is in fel verlichte kamers en bij HDR met veel lichtaccenten. Zwart is hierbij wel afhankelijk van lokale dimming en nooit volledig uitgeschakeld zoals bij OLED.

Kort gezegd blinkt QD-OLED uit in contrast, snelheid en beeldrust in donkere omgevingen, terwijl Mini-LED praktischer is bij veel omgevingslicht, wanneer dezelfde elementen of onderdelen langdurig in beeld staat en als hoge helderheid belangrijk is.

Burn-in en levensduur

Burn-in blijft bij elke OLED-variant een punt van aandacht, al zijn moderne QD-OLED-schermen duidelijk verder dan eerdere generaties. Ze gebruiken meerdere beschermingsmechanismen die de belasting door statische beelden beperken. Voor normaal gamegebruik werkt dat in de praktijk goed en blijft het risico klein.

Dat neemt niet weg dat enige nuance op zijn plaats is. Gebruik je een monitor dagelijks vele uren voor taken met veel vaste elementen, zoals spreadsheets, fotobewerkingspanelen of het steeds terugkerende HUD van één game, dan is de kans op inbranden groter dan bij LCD- of Mini-LED-panelen. Afwisseling in wat je op het scherm toont en af en toe even pauze nemen helpt om het paneel langer in goede staat te houden. Even pauze nemen is ook voor jezelf goed trouwens!

Wat voor beschermingstechnieken kun je tegenkomen?

Wat is het?Wat doet het?
Screensaver (schermbeveiliging)Dimt het scherm bij langdurig stilstaand beeld en herstelt de helderheid automatisch zodra er weer beweging is, om inbranden te voorkomen.
Pixel orbiting (pixelverschuiving)Verschuift het beeld continu minimaal op pixelniveau zodat vaste elementen nooit exact op dezelfde plek blijven staan.
Pixel refresh (pixelverversing)Start een onderhoudscyclus waarbij het paneel zichzelf corrigeert om slijtage en beginnende inbranding te verminderen.
Auto Warning (automatische waarschuwing)Geeft na een bepaalde gebruiksduur automatisch een melding om een pixel refresh uit te voeren.
Logos protection (logobescherming)Herkent vaste logo's in beeld en verlaagt daar lokaal de helderheid om inbranden te beperken.
Boundary dimmer (randdimming)Dimt automatisch delen van het scherm met zwarte balken of sterke helderheidsverschillen, bijvoorbeeld bij afwijkende beeldverhoudingen.
Taskbar dimmer (taakbalkdimming)Verlaagt specifiek de helderheid van de taakbalk om langdurige statische weergave op die plek te beperken.
Thermal protection (thermische beveiliging)Past de helderheid automatisch aan wanneer de monitor te warm wordt, om oververhitting en paneelslijtage te voorkomen.

©AGON by AOC

AGON by AOC PRO OLED AG276QKD2

Voorbeeld: bescherming in de praktijk

Veel QD-OLED-monitoren combineren verschillende beschermingsmechanismen om het risico op burn-in te beperken. In onderstaande tabel zie je bijvoorbeeld wat je kunt vinden in een aantal recente modellen uit de AGON PRO line-up van AOC. Je kunt al deze functies zelf in- en uitschakelen en je kunt de intensiteit ervan aanpassen. Dat betekent dat je zelf kunt bepalen hoe sterk de bescherming is.

Techniek ⬇ / Model ➡AG276QKD2AG276UZDAG346UCDAG276QZD2
Screen saverJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / Fast
Pixel orbitingJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / Strong
Pixel refreshJa: On / OffJa: On / OffJa: On / OffJa: On / Off
Auto WarningJa: On / OffJa: On / OffJa: On / OffJa: On / Off
Logos ProtectionJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2Ja: Off / 1 / 2Ja: Off / 1 / 2
Boundary dimmerJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3
Taskbar dimmerJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3
Thermal protectionJa: Off / OnJa: Off / OnJa: Off / OnJa: Off / On

Voor wie QD-OLED vooral interessant is

Gamers die veel snelle actie spelen, halen het meeste uit QD-OLED. De voordelen van de techniek zijn in elk genre zichtbaar, maar vallen vooral op in shooters en racespellen, waar tempo en directe reacties tellen. Ook filmische games die sterk leunen op licht-donkercontrasten winnen zichtbaar aan sfeer en detail.

Conclusie

QD-OLED combineert diepe zwartwaarden met snelle pixelreacties en een breed kleurbereik. Dat zorgt voor een vloeiend beeld in snelle games en meer overzicht in donkere scènes. HDR komt overtuigend tot zijn recht, al blijven Mini-LED-schermen beter overeind bij zeer hoge helderheid en fel daglicht. Inbranden blijft een punt van aandacht wanneer hetzelfde element lange tijd in beeld staat, maar moderne modellen beschikken over uitgebreide beschermingsmaatregelen. Voor veel gamers is QD-OLED daarmee een goede keuze: snel, sfeervol en klaar voor de komende jaren.

QD, OLED en QD-OLED

OLED
Elke pixel geeft zelf licht. Daardoor zijn zwartwaarden diep en schakelt het beeld snel. Geschikt voor gaming en films, met aandacht voor burn-in bij langdurig statisch beeld.

QD (Quantum Dots)
Quantum dots zetten licht om in pure, heldere kleuren. Ze worden ingezet om kleurvolume en helderheid te verbeteren.

QD-OLED
Combineert de zelflichtende OLED-pixelstructuur met een quantum-dot-laag. Je krijgt diepe zwarttinten, snelle reactie en een breed kleurbereik. Het is een balans tussen snelheid, helderheid en kleurprecisie die goed aansluit bij moderne games.