ID.nl logo
Zo bewerk je eenvoudig raw-foto's
© PXimport
Zekerheid & gemak

Zo bewerk je eenvoudig raw-foto's

Standaard rollen er jpg-foto's uit een camera. Die plaatjes kunnen er al best fraai uitzien, maar het kan beter! Door de camera op 'raw' in te stellen, haal je pas echt het maximale uit je fototoestel. Ook zijn er dan meer mogelijkheden om een minder geslaagde foto te redden in de nabewerking.

Tip 01: Kant-en-klaar

We zijn gewend dat er kant-en-klare foto's uit onze digitale camera's komen rollen. Deze jpg-bestanden kunnen we meteen bekijken, afdrukken en delen. Minder bekend is dat veel camera's ook nog een ander bestandsformaat kennen. Dat is het raw-formaat. Een raw-bestand is alleen geen kant-en-klare foto. Verre van dat zelfs. Het bevat alleen de bouwstenen waaruit je een foto samenstelt; de ruwe gegevens van de beeldsensor. Wat heb je er dan aan?

Vergelijk een jpg-foto met een kant-en-klaar maaltijd. Die hoef je alleen nog maar op te warmen. Lekker makkelijk en snel. Je kunt er alleen weinig aan veranderen, want alles is al bereid. Hooguit kun je er nog wat peper of zout bij doen, maar dat is het dan ook. Een raw-bestand kun je zien als de ingrediënten die nodig zijn om een maaltijd mee te maken. Je kunt er nog alle kanten mee op en de maaltijd volledig naar eigen smaak bereiden. Je hebt er wel een recept bij nodig en bent meer tijd kwijt.

©PXimport

Tip 01 Met een raw-bestand stel je als het ware zelf je gerecht samen.

Tip 02: Raw-foto's

Stel dat een foto veel te licht of te donker is of de kleuren kloppen niet. Als het om een jpg-foto gaat, kun je dit maar beperkt herstellen in een fotobewerker. Jammer, het had zo'n mooie foto kunnen zijn. Gaat het om een raw-bestand, dan is er ineens heel veel te repareren. De belichting kan in hoge mate worden opgeknapt en kleuren zijn volledig te herstellen zonder dat de foto beschadigd raakt. Dat komt omdat in een raw-bestand de pure informatie van de beeldsensor is opgeslagen. Fotografeer je in jpg, dan bewerkt jouw camera die beeldinformatie: kleuren worden ingesteld, het contrast wordt verhoogd, de foto wordt verscherpt en er wordt ruisreductie toegepast.

De camera bepaalt dus hoe de foto er moet uitzien en daar moet je het maar mee doen. In een fotobewerker kun je kleine correcties aanbrengen, maar de foto radicaal veranderen lukt niet. Dat kan alleen als je in raw fotografeert. Tot slot verkleint de camera een jpg-foto om ruimte te besparen. Hierbij gaat enorm veel kostbare data verloren. Raw-bestanden bevatten wel alle originele beeldinformatie. Ze nemen daarom meer ruimte in beslag op het geheugenkaartje, maar dat is het meer dan waard.

©PXimport

Tip 02 Een raw-bestand bevat onbewerkte gegevens rechtstreeks van de sensor.

Welke camera

Elke spiegelreflex kan in raw fotograferen, net als systeemcamera's. Bij compactcamera's kunnen alleen de meer geavanceerde modellen dit. Hoe weet je of jouw camera het kan? In het menu vind je dan een optie waarmee je aangeeft of de camera in jpg of in raw moet fotograferen. Twijfel je of jouw camera het ondersteunt of kun je de optie niet vinden, raadpleeg dan de handleiding van het toestel.

Op veel camera's kun je er ook voor kiezen om beide formaten te laten wegschrijven. Dus elke keer dat je een foto maakt, krijg je dan zowel een (klein) jpg- als een raw-bestand. Het geheugenkaartje raakt nu nog sneller vol, maar het grote voordeel is dat je de kant-en-klare jpg-bestanden kunt gebruiken zolang de foto's piekfijn in orde zijn. Alleen als het nodig is om een foto te bewerken, pak je het raw-bestand erbij en maak je met een fotobewerker jouw eigen geoptimaliseerde foto. Zodoende hoef je niet onnodig duizend(en) vakantiefoto's te bewerken.

Tip 03: Fotobewerker

Een raw-bestand is geen toonbare foto. Het gaat immers om de ruwe data van de beeldsensor. Er is altijd een fotobewerker nodig om er een echte foto van te maken. Welke fotobewerker heb je nodig? Grote kans dat er bij jouw camera een fotobewerker is meegeleverd. Vaak is dat de software van de fabrikant zelf en die is specifiek bedoeld voor de raw-bestanden van dat ene merk. Hiermee kun je waarschijnlijk best uit de voeten.

Er zijn ook bekendere fotobewerkers, zoals Adobe Photoshop Elements of Corel Paintshop Pro. Die weten raad met de raw-bestanden van alle bekende cameramerken. Er bestaat ook software specifiek bedoeld voor het beheren en bewerken van raw-foto's, zoals Adobe Lightroom en Corel AfterShot. Die software is vooral handig als je nagenoeg alleen met raw-bestanden werkt en dat zo efficiënt mogelijk wilt doen. Tot slot bestaat er ook nog gratis software zoals Raw Therapee. Omdat Photoshop Elements een populair en veelgebruikt pakket is, laten wij zien hoe je hier je raw-bestanden mee bewerkt. Gebruik je zelf een ander pakket, dan kun je waarschijnlijk (bijna) al deze bewerkingen ook uitvoeren, mogelijk net op een andere manier.

©PXimport

Tip 03 Met een fotobewerker maak je van een raw-bestand een foto.

Tip 04: Adobe Camera Raw

Zodra je een raw-bestand opent met Photoshop Elements, verschijnt deze niet meteen in de fotobewerker zoals je gewend bent. Eerst kom je in Adobe Camera Raw (ACR) terecht. Dit is een extra programma dat is meegeleverd met Photoshop. Het is een soort voorportaal waarin je alle essentiële bewerkingen uitvoert. Pas daarna zal de foto in Photoshop Elements zelf verschijnen. De bedoeling is dat je zo veel mogelijk in ACR aan de foto sleutelt, omdat dit de beste beeldkwaliteit oplevert.

Zodra ACR is gestart, zie je een voorbeeld van de foto. Die is meestal wat minder sprankelend dan je van jouw camera gewend bent. Geen paniek, het komt doordat je naar de pure beeldinformatie kijkt waar jouw camera nog niets mee heeft gedaan. Jij kunt de foto nu zelf optimaal gaan bewerken. Boven de foto zie je een rijtje gereedschappen en rechts van de foto zie je een histogram met eronder een drietal tabbladen. Op de eerste twee tabbladen vind je de belangrijkste bewerkingen terug. Het derde tabblad heb je niet snel nodig.

©PXimport

Tip 04 Zodra je een raw-bestand opent, start Adobe Camera Raw.

Tip 05: Belichting

Het eerste tabblad is zeer uitgebreid. Hier optimaliseer je voornamelijk kleur en belichting. Met de schuifregelaar Belichting is bijvoorbeeld de volledige foto lichter of donkerder te maken. Omdat we met de originele sensorgegevens uit een raw-bestand werken, is het resultaat aanzienlijk beter dan bij een jpg-bestand. Een te donkere foto met +2 of +3 lichter maken is doorgaans geen enkel probleem. Toch is vaak maar een klein deel van een foto over- of onderbelicht.

Met Hooglichten kun je dan de allerlichtste tinten herstellen, zoals een felle wolkenlucht. Met Schaduwen licht je de schaduwpartijen wat op, zodat ze niet meer zwart zijn en er weer details in te zien zijn. Gebruik Witte tinten om alleen de lichte delen van een foto lichter of donkerder te maken, terwijl de donkere delen nagenoeg intact blijven. Andersom gebruik je Zwarte tinten om juist alleen de donkere delen lichter of donkerder te maken, terwijl nu de lichtere gebieden vrijwel hetzelfde blijven. Het idee is dat je eerst Belichting gebruikt om de globale belichting van de foto in te stellen. Daarna pak je de resterende probleemgebieden aan met de andere vier schuifregelaars. Speel met de schuifregelaars om de juiste instelling voor de foto te krijgen, bij het verplaatsen van een schuifregelaar zie je het resultaat direct in de foto.

©PXimport

Tip 05 Met vijf schuifregelaars optimaliseer je selectief de belichting.

Soorten raw

Elke camerafabrikant heeft een eigen formaat voor raw-bestanden bedacht. Aan de extensie kun je in ieder geval herkennen met welk merk bepaalde foto's zijn gemaakt. Canon gebruikt bijvoorbeeld CR2 als achtervoegsel, Nikon noemt ze NEF en die van Sony heten ARW. Ook verschilt het formaat van raw-bestanden per cameramodel. Het is daarom essentieel dat de fotobewerker niet alleen de raw-bestanden van jouw cameramerk ondersteunt, maar vooral ook van jouw specifieke camera.

Bestaat dat model al wat langer, dan zit het wel goed. Koop je echter een model dat nog maar net op de markt is, dan kan het een aantal weken of maanden duren voordat de raw-bestanden ervan verwerkt kunnen worden door de fotobewerker. Controleer daarom regelmatig op updates. Tussentijds kun je dan in jpg werken of de door de fabrikant meegeleverde fotobewerker gebruiken.

Tip 06: Contrastrijk

Mocht je de foto nog wat te vlak vinden, dan kun je via Contrast de foto wat meer pit geven. Hiermee trek je de lichte en donkere delen wat verder uit elkaar, zodat er meer contrast ontstaat. Is er juist te veel contrast, dan is dit hiermee uiteraard ook te verminderen. De schuif Lokaal contrast is erg interessant. Beweeg je die naar rechts, dan worden allerlei kleine details extra benadrukt en lijkt de foto scherper en gedetailleerder. Dit heet ook wel microcontrast. Het werkt niet in elke foto even goed en pas ook op dat je het effect niet overdrijft, want dan oogt de foto te onnatuurlijk.

©PXimport

Tip 06 Met Lokaal contrast oogt een foto scherper en gedetailleerder.

Tip 07: Histogram

Tijdens het bewerken is het aan te raden het histogram in de gaten te houden. Hierin is precies te zien wat er met de foto gebeurt. Uiterst links staat voor zwart, helemaal rechts is wit en hiertussen bevinden zich alle lichtwaarden tussen zwart en wit. Je ziet dus aan de hoogte van de grafiek meteen hoeveel lichte en donkere delen er in de foto zijn. Gebruik je de schuifregelaars uit de voorgaande tips, let dan eens op hoe het berglandschap verschuift en van vorm verandert. Klik op de driehoekjes in de bovenhoeken van het histogram om een waarschuwing voor onder- en overbelichting aan te zetten. Die gebieden van de foto krijgen dan een kleurtje.

Rood voor overbelichting (te licht), blauw voor onderbelichting (te donker). Je kunt zodoende zelf bepalen of je het wilt oplossen met de schuifregelaars. Zo hoeft overbelichting van een wolkje helemaal geen probleem te zijn, zolang de persoon die je fotografeert maar wel goed belicht is.

©PXimport

Tip 07 Over- en onderbelichte delen krijgen een kleurtje.

Tip 08: Kleuren

Een camera legt de wereld in drie kleuren vast: rood, groen en blauw (RGB). Tijdens het maken van een jpg-foto worden die drie kleuren door de camera vermengd, zodat kleuren ontstaan zoals wij die zien. Essentieel hierbij is dat de witbalans goed staat ingesteld. Want afhankelijk van het soort verlichting, moet die vermenging anders plaatsvinden. Fotografeer je in raw, dan maakt de witbalans-instelling in de camera niet meer uit. Het mengen van kleuren gebeurt pas in de fotobewerker, dus je kunt nog alle kanten op, wederom zonder dat er kwaliteitsverlies optreedt. Vind je de kleuren niet mooi? In Adobe Camera Raw stel je bij Witbalans dan alsnog de gewenste lichtbron in. Zoals zon, bewolking, of gloeilampen.

Kloppen de kleuren daarna nog niet (helemaal)? Gebruik de schuif Temperatuur om te finetunen. Naar links koel je de foto af, bijvoorbeeld als een foto die je binnenshuis hebt gemaakt te geel is geworden door het lamplicht. Naar rechts warm je de foto juist op, handig voor een foto die in de schaduw is gemaakt op een zonnige dag, waardoor sneeuw of een wit kleed een blauwe tint heeft gekregen. Met Kleur breng je alleen indien nodig nog de laatste correcties aan.

©PXimport

Tip 08 Kies een witbalans of stel de kleurtemperatuur in.

Tip 09: Witbalans

Vind je de schuifregelaars Temperatuur en Tint wat lastig te bedienen en wordt het via de schuif Witbalans ook niet in één keer goed? Gebruik dan het (gelijknamige) gereedschap Witbalans, dat is het pictogram met het pipetje boven de foto. Zoek in de foto een egaal gekleurd gebied op waarvan je weet dat het in het echt wit, grijs of zwart moet zijn. Klik er met het gereedschap op en de schuifregelaars Temperatuur en Tint verspringen vanzelf.

Herhaal dit eventueel totdat je een natuurgetrouwe kleurweergave hebt. Daarna kun je indien nodig met Temperatuur en Tint nog wat kleine correcties aanbrengen. Laat de schuif Witbalans echter met rust, want die maakt het gereedschap Witbalans weer ongedaan. Wil je de kleuren sprankelender maken, dan kan dat via twee schuifregelaars. Breng je Levendigheid naar rechts, dan verzadig je alle kleuren behalve huidskleuren. Ideaal voor portretfoto's. Met Verzadiging pas je wel alle kleuren aan. Naar links schuiven kan natuurlijk ook, met minder verzadigde kleuren krijgt je foto een wat ouderwets effect.

©PXimport

Tip 09 Klik op een gebied dat wit, grijs of zwart hoort te zijn om de witbalans aan te passen.

Tip 10: Ruisreductie

Zodra je de aanpassingen op het eerste tabblad naar wens hebt gedaan, is het tijd voor het tweede tabblad. Hier kun je de foto verscherpen en indien nodig nog wat ruisreductie toepassen. Met Hoeveelheid bepaal je de mate van verscherping. De standaardwaarde van 25 voldoet meestal wel. De schuif Luminantie gebruik je alleen als er storende ruis in de foto zit doordat er met een hoge ISO-waarde is gefotografeerd. De ruis wordt gereduceerd, maar de foto wordt er ook iets onscherper door, dus gebruik het met mate. Bestaat de ruis uit gekleurde stippen en vlakjes, dan verhelp je dit met de schuifregelaar Kleur.

©PXimport

Tip 10 Verminder de ruis als er met een hoge ISO-waarde gefotografeerd is.

Tip 11: Opslaan

Boven de foto vind je diverse gereedschappen, bijvoorbeeld om een scheve foto recht te zetten, een uitsnede te maken en rode ogen in een flitsfoto te verhelpen. Dit zijn bewerkingen die je in principe ook in Photoshop Elements zelf kunt doen. Er is wel een cruciaal verschil. Alle bewerkingen die je hier in ACR doet, zijn niet-destructief. Wat dit betekent? Alle bewerkingen worden als een soort recept in een extra bestand opgeslagen met als achtervoegsel xmp.

Het originele raw-bestand blijft altijd intact, wat je ook doet. Dit betekent dat je alles wat je hier aanpast, later gewoon weer kunt veranderen of helemaal ongedaan maken. Vind je na enkele dagen of een jaar de belichting of de kleuren toch minder goed gelukt? Dan verander je ze gewoon weer, zonder kwaliteitsverlies. Klaar met bewerken in ACR? Klik rechtsonder op Afbeelding openen. De foto wordt nu gegenereerd en in Photoshop Elements geopend. Je kunt de foto nu meteen als jpg-bestand bewaren via Bestand / Opslaan als, of je bewerkt hem nog wat meer met de gereedschappen van Photoshop Elements. Het raw-bestand behoudt altijd de status van het moment dat je ACR hebt verlaten.

©PXimport

Tip 11 Sla de foto tot slot op als jpg-bestand.

Tip 12: Lightroom

Als je genoeg hebt aan de bewerkingen die in Adobe Camera Raw zitten, gebruik je Photoshop Elements eigenlijk alleen nog maar om de jpg-foto op te slaan. Dat is wat omslachtig. In dat geval kun je overwegen om over te stappen op Adobe Lightroom. Dat pakket is specifiek bedoeld voor raw-bestanden. Je krijgt dan nog veel meer gereedschappen tot je beschikking en kunt razendsnel grote aantallen jpg-foto's genereren. Je hoeft dan niet meer steeds in en uit de fotobewerker te springen. Heb je soms toch speciale fotobewerkingen nodig die niet in Lightroom zitten, dan kun je zo'n foto altijd nog rechtstreeks vanuit Lightroom naar je favoriete fotobewerker sturen.

©PXimport

Tip 12 Een pakket als Lightroom is handiger als je erg veel met raw-bestanden werkt.

▼ Volgende artikel
Review Motorola Moto Watch Fit – Spotgoedkope fitnesstracker met lange adem
© Rens Blom
Gezond leven

Review Motorola Moto Watch Fit – Spotgoedkope fitnesstracker met lange adem

De Motorola Moto Watch Fit is een fitnesstracker met een groot scherm, waarop je naast de tijd ook je sportieve activiteiten en smartphonemeldingen kunt volgen. Motorola zegt dat je de wearable slechts eens in de twee weken hoeft op te laden. En hij kost maar 80 euro! In deze review lees je onze ervaringen met deze gadget.

Uitstekend
Conclusie

De Motorola Moto Watch Fit is een heel betaalbare kennismaking met het concept fitnesstracker en valt ook positief op door zijn lange accuduur. Zolang je verwachtingen van de slimme functies en nauwkeurigheid van sommige metingen niet te hooggespannen zijn, kun je veel plezier beleven aan dit slimme horloge.

Plus- en minpunten
  • Erg betaalbaar
  • Goed scherm
  • Lange accuduur
  • Werkt naar behoren ...
  • ... de hartslagmeter uitgezonderd
  • Werkt niet met een iPhone
  • Qua functies en software wat beperkt

De adviesprijs is een groot pluspunt van de Moto Watch Fit. Bij een bekende webwinkel kun je de fitnesstracker op moment van schrijven zelfs voor minder dan 60 euro oppikken. Voor zo'n prijs is het de vraag wat je wel en niet kunt verwachten. Nou, in elk geval een prima ontwerp. De Moto Watch Fit weegt slechts 25 gram, is waterdicht en kan ook tegen stof. Het meegeleverde stoffen groene bandje voelt wat eenvoudig aan, maar werkt naar behoren en irriteert niet. Fijn is dat Motorola adapters meelevert, zodat je een ander (eigen) bandje aan de fitnesstracker kunt bevestigen.

©Rens Blom

©Rens Blom

Het scherm van de wearable heeft een diagonaal van 1,9 inch (4,8 cm). Dat is vrij fors. De Moto Watch Fit kan daarom wat lomp ogen om een smallere pols en staat beter om een wat bredere pols. Op het grote scherm zie je de tijd, meldingen en andere informatie wel lekker duidelijk. Het scherm kan fel genoeg, oogt scherp en toont dankzij het oleddisplay mooie kleuren. We kunnen zeggen dat we positief verrast zijn door de schermkwaliteit.

©Rens Blom

App en metingen

Houd er rekening mee dat de Moto Watch Fit alleen werkt met een Android-smartphone (dat hoeft geen model van Motorola te zijn). Als je een Apple iPhone gebruikt, kun je niets met de Moto Watch Fit. Na het installeren van de Moto Watch-smartphoneapp en het verplicht aanmaken van een Motorola-account, koppel je de fitnesstracker aan je smartphone. Je kiest een wijzerplaat, stelt in welke app-meldingen wel en niet op je horlogescherm mogen verschijnen en kunt andere zaken aanpassen. De app werkt prima en geeft ook duidelijk inzicht in gezondheidsstatistieken die door het horloge verzameld zijn.

©Rens Blom

De Moto Watch Fit kan aardig wat zaken meten. Van je stappen en je slaap tot sportieve sessies, je hartslag en hoeveel calorieën je verbrandt. Veel metingen vinden we – afgezet tegen nauwkeurig bewezen wearables – goed genoeg, maar de hartslagmeter van de Watch Fit zit vaak te hoog. Gelet op het prijspunt zijn we tevreden over hoe de fitnesstracker onze gezondheid in kaart brengt, maar zoals Motorola zelf ook aangeeft: staar je er niet blind op en gebruik de wearable niet voor medische doeleinden.

©Rens Blom

Niet bellen

Dat we met een spotgoedkope gadget te maken hebben, merken we ook aan het ontbreken van sommige technische functies. Een microfoon en luidspreker ontbreken bijvoorbeeld. Je kunt dus niet bellen met de Moto Watch Fit. De wearable kan überhaupt geen geluid opnemen en ook geen geluid maken. Lekker rustig, kun je ook denken. Meldingen van bijvoorbeeld WhatsApp, je e-mail-app en andere apps kun je bekijken op het horlogescherm, maar niet beantwoorden.

©Rens Blom

Op het horloge vind je wel basale doch nuttige apps als een timer, stopwatch, ademhalingsoefeningen en wekker. Ook kun je je telefoon laten rinkelen, als je die kwijt bent. Die laatste functie werkt alleen als de telefoon en smartwatch via bluetooth met elkaar verbonden zijn.

Geweldige accuduur

De beperkte slimheid van de Moto Watch Fit in combinatie met energiezuinige onderdelen leiden tot een geweldige accuduur. Motorola schermt met een gebruikstijd tot zestien dagen en daar kunnen wij ons in vinden. Na zeven dagen gebruik is de batterij bijna 50 procent teruggelopen. Opladen doet het horloge snel via een meegeleverd kabeltje.

Motorola Moto Watch Fit kopen?

De Motorola Moto Watch Fit is een heel betaalbare kennismaking met het concept fitnesstracker en valt ook positief op met zijn lange accuduur. Zolang je verwachtingen van de slimme functies en nauwkeurigheid van sommige metingen niet te hooggespannen zijn, kun je veel plezier beleven aan dit slimme horloge.

▼ Volgende artikel
Vakantievoorpret? Vermijd deze 8 inpakblunders
© Krakenimages.com - stock.adobe.com
Mobiliteit

Vakantievoorpret? Vermijd deze 8 inpakblunders

Vakantievoorpret is heerlijk, maar inpakken is vaak een ander verhaal. Te veel, te weinig, iets vergeten of juist drie keer hetzelfde mee: het overkomt iedereen weleens. Een goede voorbereiding scheelt stress én overgewicht op het vliegveld. In dit artikel lees je welke fouten veel mensen maken bij het inpakken van hun vakantiekoffer – fouten die jij nu natuurlijk nooit meer maakt!

De 8 meest gemaakte inpakfouten

❌ 1: Geen checklist gebruiken ❌ 2: Te veel meenemen ‘voor de zekerheid’ ❌ 3: Vloeistoffen niet apart verpakken ❌ 4: Schoenen los tussen je kleding stoppen ❌ 5: Geen ruimte overlaten voor souvenirs of aankopen ❌ 6: Kleding niet slim oprollen of verdelen ❌ 7: Geen rekening houden met handbagageregels ❌ 8: Zware spullen bovenop leggen

Lees ook: Valt de vakantie tegen? Dit is wat je kunt doen (ook achteraf!)

Of je nu met het vliegtuig of met de auto op vakantie gaat: hoe beter je koffer is ingedeeld, hoe makkelijker je alles terugvindt. Je kleding blijft netter, je hoeft minder te graaien én je houdt ruimte over voor souvenirs en andere aankopen die je mee terug naar huis wilt nemen.

Fout 1: Geen checklist gebruiken

Zonder checklist ga je af op je geheugen, en dat blijkt zelden waterdicht. In de haast of vermoeidheid vergeet je al snel iets essentieels: je oplader, een zonnebril, medicijnen of ondergoed. Een lijst geeft overzicht en rust. Je kunt er al een week van tevoren aan beginnen, zodat je tijd hebt om nog iets te kopen of te wassen. Denk in categorieën: kleding, toiletspullen, apparatuur, documenten. Ook handig: check op de dag van vertrek de lijst nog eens terwijl je je tas dichtdoet. Gebruik papier of een checklist-app, zolang je maar iets hebt om letterlijk af te vinken. Het kost je 10 minuten, maar voorkomt veel ergernis op reis.

Tip: op internet kun je op allerlei plekken inpak-checklists downloaden, bijvoorbeeld vanaf de site van de ANWB. Je geeft aan op wat voor soort vakantie je gaat (bijvoorbeeld autovakantie, vliegvakantie of kamperen) en krijgt dan een bijpassende checklist die je kunt downloaden als PDF. Je kunt die lijsten ook prima gebruiken als inspiratiebron, want ze zijn erg uitgebreid (zie Fout 2). Waarschijnlijk heb je een aantal dingen die erop staan niet echt nodig!

Fout 2: Te veel meenemen 'voor de zekerheid'

Iedereen kent het: je stopt nog snel extra kleding of schoenen in je koffer, voor het geval dat. Maar in de praktijk draag je vaak de helft niet. Die dikke trui (voor als het 's avonds afkoelt … spoiler alert: het koelt meestal minder af dan je dacht), dat derde jurkje voor 'misschien een chic diner'… het komt de hele vakantie je koffer niet uit. Kies liever voor kleding die je kunt combineren: een broek die bij meerdere tops past, een jurk die zowel overdag als 's avonds kan. Houd rekening met het klimaat, je geplande activiteiten en wasmogelijkheden op locatie. Als je toch iets mist, kun je het vaak ook ter plekke kopen.

©Mike Watson Images Limited

Fout 3: Vloeistoffen niet apart verpakken

Shampooflesjes, zonnebrand of vloeibare make-up die los tussen je spullen zitten, vormen een risico. Door drukverschillen tijdens de vlucht of simpelweg een loszittend dopje, kan de inhoud gaan lekken. Resultaat: vlekken in je kleding, beschadigde souvenirs of andere schade. Stop vloeistoffen daarom altijd in een aparte toilettas of een afsluitbaar plastic zakje. Reisflesjes met kliksluiting zijn compacter en beter af te sluiten. Zet doppen stevig vast en gebruik een extra stukje plakband als je twijfelt of ze echt goed dicht zitten.

Fout 4: Schoenen los tussen je kleding stoppen

Schoenen zijn stug, onhandig van vorm en vaak ook vies. Als je ze los tussen je kleding stopt, kunnen ze vlekken veroorzaken of je nette kleding kreuken. Beter: stop ze in een plastic zak of speciale schoenenzak en plaats ze onderin je koffer, bij de wieltjes. Zo vormen ze een stabiele basis en blijven andere spullen beschermd. Vul de schoenen met sokken, ondergoed of kleine accessoires: dat bespaart ruimte en houdt de schoenen in vorm. Neem maximaal twee paar mee (naast het paar dat je aan hebt): één comfortabel en één geschikt voor het weer of een nette gelegenheid.

Fout 5: Geen ruimte overlaten voor souvenirs of aankopen

Op vakantie koop je vaak meer dan je van plan was: kleding, lekkernijen, lokale producten of cadeautjes. Als je je koffer op de heenweg al helemaal volstouwt, past dat er niet meer bij. Gevolg: stress bij het inpakken en overbagage (ja, dat is een woord). Vooral als je gaat vliegen moet je flink bijbetalen voor elke extra kilo gewicht die niet binnen de normaal geboekte ruimbagage valt. Laat daarom bewust ruimte over in je koffer. Je hebt speciale kofferorganizers, packing cubes genoemd. Dat zijn rechthoekige zakjes van stof met ritsen die je in je koffer gebruikt om verschillende soorten kleding gescheiden en compact op te bergen - bijvoorbeeld één cube voor ondergoed, één voor shirts en één voor broeken. Zorg er op de heenweg voor dat je er eentje leeg laat, voor de terugreis. En: moet echt álles mee terug naar huis? Een fles shampoo waar nog maar een bodempje in zit, die teenslippers die na al dat flaneren echt helemaal versleten zijn: sommige dingen kun je eigenlijk het beste weggooien op je vakantieadres.

Reis je met de auto? Zorg dan dat je een of twee stevige extra tassen bij je hebt. Je hoeft dan niet je koffer propvol te doen, maar kunt toch alles wat je wilt mee terug naar huis nemen. Ook handig, vooral als je etenswaren meeneemt: een elektrische koelbox die op de sigarettenaansteker kan.

©nito

Fout 6: Kleding niet slim oprollen of verdelen

Veel mensen vouwen hun kleding zoals thuis in de kast: netjes opgestapeld. Maar in een koffer werkt dat onhandig. Vouwen leidt sneller tot kreukels, en opgestapelde kleding maakt het zoeken lastig. Door kleding op te rollen blijft het gladder én neemt het minder ruimte in. Je ziet bovendien in één oogopslag wat je bij je hebt. Wil je het nog georganiseerder aanpakken? Gebruik packing cubes of ziplockzakken om kleding per soort, dag of activiteit in te delen. Zo pak je snel uit en houd je je koffer overzichtelijk.

Fout 7: Geen rekening houden met handbagageregels

Reis je alleen met handbagage, dan gelden er strikte regels. Niet alleen qua afmetingen en gewicht, maar ook voor wat je wel of niet mag meenemen. Zo mogen vloeistoffen alleen in verpakkingen van maximaal 100 ml, en moeten ze samen in één hersluitbaar doorzichtig zakje van maximaal 1 liter passen. Elektronica moet apart getoond worden bij de beveiliging. Controleer daarom vóór vertrek de regels van je luchtvaartmaatschappij, want die verschillen per maatschappij. Een klein verschil in formaat of gewicht kan er al voor zorgen dat je moet bijbetalen of dat je toch op ruimbagage aangewezen bent.

Fout 8: Zware spullen bovenop leggen

Zware items horen onderin je koffer, bij de wielen. Als je ze bovenop legt – denk aan boeken, toilettassen of elektronische apparaten – ligt het gewicht op je kleding. Dat veroorzaakt vouwen en kreukels, en maakt je koffer ook instabiel tijdens het rollen. Leg zwaardere spullen dus eerst in de koffer, plat en dicht bij de wieltjes. Daarbovenop leg je de lichtere kleding. Zo blijft je bagage beter in balans en komt alles netter aan. Reis je met handbagage? Dan geldt dit nog meer, omdat je tas vaak rechtop in het bagagevak staat.


📸 Handzame camera's voor je vakantiefoto's