ID.nl logo
In 8 stappen een tweede leven voor je router
© PXimport
Zekerheid & gemak

In 8 stappen een tweede leven voor je router

Als je nog ergens een oude draadloze router hebt liggen, kun je hier nog leuke dingen mee doen. Je kunt hem inzetten als een extra draadloos toegangspunt voor beter bereik of een switch om meer apparatuur aan te sluiten. In dit artikel lees je alles over handige toepassingen voor je oude router.

Als we het over een router hebben, bedoelen we een draadloze router: het kastje dat je apparatuur aan elkaar knoopt tot een netwerk met een ingebouwd wifi-accesspoint. Door de router te verbinden met je modem, krijgt je netwerk toegang tot internet. Als je je router vervangt door een beter exemplaar (of een betere (modem)router krijgt van je internetaanbieder), heb je één router over en die kun je hergebruiken. Voordat we hiermee aan de slag gaan, behandelen we kort enkele basisfuncties van een doorsnee router.

01 Wat doet je router?

Op je router vind je twee soorten netwerkpoorten: WAN en LAN. De WAN-aansluiting is bedoeld voor de internetverbinding via je modem en is daarom soms aangeduid als internet. Deze aansluiting vervalt meestal als je de oude router inzet als tweede router in je netwerk. De LAN-aansluitingen worden gebruikt om je netwerkapparatuur bedraad aan te sluiten, denk aan je computers, tv, NAS en netwerkprinter.

Een router zorgt er ook voor dat alle apparaten in je netwerk voorzien worden van IP-informatie middels de DHCP-server. We benoemen de DHCP-server expliciet omdat dit onderdeel voor vreemde storingen kan zorgen als je een tweede router toevoegt aan je netwerk. Hierover later meer. Sommige routers hebben ook een usb-poort om een printer te delen. Tot slot is er de draadloze functie van je router. Hiermee verbind je apparaten via wifi met je thuisnetwerk en internetverbinding. Afhankelijk van waarvoor je de oude router wilt inzetten, kun je het wifi-signaal uitschakelen of wijzigen. Hiermee voorkom je onnodige storing op het hoofd-wifi-netwerk van je nieuwe (modem)router.

©PXimport

01 Je herkent een router aan de aanwezigheid van één WAN-poort (links) en meerdere LAN-poorten (rechts)

02 Beheermodule

Alle instellingen van je router zijn te beheren via je browser, bijvoorbeeld via het adres http://192.168.1.1. Het IP-adres verschilt per merk/type router en kan ook nog eens handmatig gewijzigd zijn. Om je router te kunnen beheren, moet je weten hoe je inlogt op de beheermodule. De eenvoudigste manier om toegang te krijgen tot je router is door de handleiding van de fabrikant te volgen. Zoek deze (eventueel via Google) en lees de instructie.

Reset je oude router volgens de voorgeschreven procedure, zo maak je een frisse start. Meestal gebruik je hiervoor een verborgen pinnetje dat je kunt indrukken met een pen of paperclip. Met een reset worden alle instellingen teruggebracht naar de fabrieksinstellingen. De beheermodule wordt bereikbaar via het standaard-wachtwoord. Als je instellingen gaat wijzigen, neem dan de moeite om de router bedraad aan te sluiten op je computer. Verbind een standaard netwerkkabel tussen een LAN-poort op de router en de netwerkaansluiting van je computer. Je kunt de meeste aanpassingen ook draadloos doorvoeren, maar dit is een stuk foutgevoeliger.

©PXimport

02 De instellingen van de beheermodule van je router zijn bereikbaar via een speciaal webadres.

03 Firmware

Een router heeft een besturingssysteem: de firmware. Het is altijd aan te raden om eerst de meest recente firmwareversie van je routerfabrikant te installeren. De aanwezige firmwareversie van je router wordt meestal prominent getoond in de beheermodule van je router. Kijk ook op de sticker van je router welk type, model en versienummer/revisie je hebt. Met deze informatie kun je op de website van de fabrikant een firmwarebestand binnenhalen, op die website lees hier ook hoe je de firmware op je router installeert.

©PXimport

03 Installeer de meest recente firmwareversie op je router.

IP-instellingen

Als je je computer aansluit op een LAN-poort van je router (of draadloos verbindt), krijg je via de DHCP-server een diverse IP-gegevens toebedeeld. Door deze gegevens op te vragen, kun je het adres van de beheermodule van je router achterhalen. Geef via Windows-toets+R de opdracht cmd.exe en dan de opdracht ipconfig.exe. Het IP-adres van je computer staat achter IPv4 Address (bijvoorbeeld 192.168.1.126). Het adres van de beheermodule van je router is meestal gelijk aan het IP-adres achter Default gateway (bijvoorbeeld 192.168.1.1).

©PXimport

De opdracht ipconfig.exe toont het IP-adres van je computer en het IP-adres van je router.

04 Switch

Een van de eenvoudigste toepassingen voor je oude router is het kastje degraderen tot 'domme switch'. Hierdoor kun je de LAN-poorten van je oude router gebruiken om meer netwerkapparaten op je netwerk aan te sluiten. Dit is de meest basale functie, maar hierdoor niet minder handig. Als je bijvoorbeeld ooit slechts één netwerkkabel naar je tv hebt getrokken, kun je met een switch nu ineens ook je dvd-speler, game-console, Raspberry Pi en andere randapparatuur bedraad aansluiten.

©PXimport

04 Door DHCP en wifi uit te schakelen, houd je een switch over.

05 Van router naar switch

Om van je router een switch te maken, dien je twee dingen uit te schakelen: het wifi-gedeelte en de DHCP-server. Je kunt overwegen je wifi aan te laten, maar dan heb je kans dat deze functie stoort op je hoofd-wifi-netwerk. Schakel eerst het wifi-gedeelte uit. De naam van de instellingen in de beheermodule van je router varieert per merk/type router. Zoek naar iets dat lijkt op WiFi network mode of WiFi radio. Bewaar de instellingen en schakel pas dan de DHCP-server uit. Deze instellingen vind je bij de basis-netwerkinstellingen van je router. Je router is nu geschikt om te gebruiken als switch. Gebruik hiervoor uitsluitend de LAN-aansluitingen.

Omdat de DHCP-server is uitgeschakeld, kun je de beheermodule van je router niet meer eenvoudig bereiken. Reset de router naar de fabrieksinstellingen als je de aanpassingen ongedaan wilt maken.

©PXimport

05 Schakel de ingebouwde DHCP-server uit om 'botsingen' in je netwerk te voorkomen.

Botsing in je netwerk

Om storingen te voorkomen, mag je nooit twee DCHP-servers in hetzelfde netwerk hangen. Schakel de DHCP-server van je oude router uit (zie tip 5). Ook kun je wifi-problemen ondervinden. Experimenteer in dit geval met een alternatief kanaal (zie tip 6). Tot slot is er nog het standaard IP-adres van je routers. Deze adressen mogen niet hetzelfde zijn.

Je kunt dit controleren door een computer aan te sluiten op je thuisnetwerk en de 'default gateway' te achterhalen (zie kader 'IP-instellingen'). Sluit je computer vervolgens aan op je oude router (met ingeschakelde DCHP-server) en vraag ook hier de 'default gateway' op. Dezelfde adressen? Verander het IP-adres van je oude router naar een adres dat niet voorkomt in je thuisnetwerk. Kies wel een IP-adres in dezelfde range dat buiten het bereik van de DHCP-server van je primaire router valt, zo kun je de webinterface van je oude router nog bereiken.

06 Als accesspoint instellen

Je kunt je oude router ook inzetten als extra wifi-toegangspunt zodat je op bepaalde plekken beter bereik hebt. Open de beheermodule van je oude router en stel een nieuw wifi-netwerk in. Je kunt kiezen voor dezelfde naam (SSID) of voor een andere naam dan die van je hoofd-wifi-netwerk. Als je hoofd wifi-netwerk bijvoorbeeld 'Anneke' heet, kun je 'Anneke2' instellen als SSID. Bij een afwijkende netwerknaam weet je zeker dat je met het juiste accesspoint verbonden bent.

Bij dezelfde netwerknaam hoef je niets in te stellen op bijvoorbeeld je smartphone. In principe verbindt apparatuur met het sterkste accesspoint, maar in de praktijk wil een laptop of smartphone nog wel eens verbonden blijven met het zwakkere accesspoint. Je kunt beide manieren uiteraard uitproberen. Kies altijd een ander kanaal dan je hoofdnetwerk, en kies hierbij een kanaal dat zo vrij mogelijk is. Wel kun je je op de 2,4GHz-band het best beperken tot de kanalen 1, 6 of 11. Een hulpprogramma als Acrylic WiFi Free ziet wat er allemaal in de lucht hangt en welke kanalen het minst druk zijn. Vergeet niet om je wifi-netwerk te beveiligen! WPA2 is de beste keuze, als dat niet beschikbaar is kies je voor WPA. Het wachtwoord van het draadloze netwerk mag hetzelfde zijn als dat van je hoofdnetwerk. Gebruik je dezelfde SSID, dan moet het hetzelfde zijn.

©PXimport

06 Een tweede router in je thuisnetwerk kan altijd, maar je moet wel rekening houden met een paar spelregels.

07 Accesspoint aansluiten

Heb je je oude router ingesteld als accesspoint, dan sluit je hem bedraad aan op je bestaande thuisnetwerk. Dit kan via een kabel in de WAN-poort van je oude router naar een LAN-poort van je thuisnetwerk, maar dat raden we af. Het nadeel is dan namelijk dat de apparaten die verbonden zijn met je nieuwe wifi-netwerk (Anneke2) en de apparaten in het hoofd-wifi-netwerk (Anneke) elkaar niet kunnen zien. Een betere methode is het uitschakelen van de DHCP-server van de tweede router. Vervolgens kun je de verbinding leggen tussen een LAN-poort van je thuisnetwerk en een LAN-poort op je oude router. De DHCP-server van je thuisnetwerk deelt nu ook de adressen uit aan de apparaten achter je oude router.

Zorg ervoor dat het IP-adres van je oude router een vast IP-adres is dat ligt in de range van je hoofdrouter. Zo kun je de webinterface van je oude router nog bereiken. De methode die we in stap 6 en 7 hebben beschreven werkt bij alle routers. Sommige routers hebben daarnaast een speciale accesspoint-modus, je leest hierover meer in het kader 'Speciale accesspoint-modus'.

©PXimport

07 Gebruik je oude router als extra draadloos toegangspunt voor plekken in huis waar het bereik wat minder is.

Speciale accesspoint-modus

De methode waarbij je de DHCP-server uitschakelt om van je router een accesspoint te maken, werkt bij alle routers. Sommige draadloze routers hebben daarnaast een speciale accesspoint-modus, waarmee de draadloze router verandert in een echt accesspoint zonder zaken als een DHCP-server etc. Indien aanwezig kun je de modus van de router omschakelen via de webinterface. Is je router te veranderen in een echt accesspoint, dan gebruik je de WAN-aansluiting om hem aan je netwerk te koppelen. Sommige routers hebben een bridge-functie, maar daar wordt wat anders mee bedoeld. Hiermee verander je de router in een draadloze bridge waarmee je een wifi-adapter met netwerkaansluitingen krijgt. De router is dan inzetbaar als een wifi-adapter voor apparaten met een netwerkaansluiting.

08 Super-firmware

Als je geluk hebt ondersteunt jouw oude router DD-WRT. Deze alternatieve firmware maakt van een 'standaardrouter' een 'superrouter'. De kans is groot dat je hiermee de wifi-zender stiekem kunt 'opvoeren', maar er is veel meer mogelijk. Je kunt je router dankzij DD-WRT ook dienst laten doen als range-extender (repeater). Hiermee vergroot je het draadloos bereik zonder dat je wifi-netwerk twee namen krijgt. Het installeren en instellen van DD-WRT is lastig, maar het experimenteren met DD-WRT en zo een gratis 'superrouter' in elkaar sleutelen is leuk voor iedereen die van tweaken houdt. De community-website van DD-WRT heeft uitstekende handleidingen om router extra te tweaken.

©PXimport

08 DD-WRT maakt van een 'standaardrouter' een 'superrouter'.

▼ Volgende artikel
Windows 11 installeren zonder Microsoft-account? Zo omzeil je de blokkade
© MG | ID.nl
Huis

Windows 11 installeren zonder Microsoft-account? Zo omzeil je de blokkade

Wanneer je Windows 11 (opnieuw) installeert, vereist Microsoft dat je je aanmeldt met een Microsoft-account of dat je er eentje aanmaakt. En dat terwijl je je voorheen in Windows 10 gewoon met een offline account kunt aanmelden. Wij laten je zien hoe je dat ook in Windows 11 doet, rechtstreeks tijdens de installatieprocedure.

Microsoft wil maar al te graag dat je een Microsoft-account hebt en deze ook gebruikt bij het aanmelden van Windows 11. Behalve dat je hiermee in geval van het vergeten van je installatiecode het besturingssysteem makkelijker opnieuw kunt activeren, biedt een Microsoft-account niet heel veel extra voordelen in Windows 11 zelf. Het enige wat met zo'n account makkelijker gaat is het instellen van e-mail en OneDrive, maar dat zijn ook diensten waar je je later bij kunt aanmelden.

Installatieprocedure

In een van de laatste stappen van de installatieprocedure, of wanneer je een Windows 11-laptop hebt gekocht, word je - om de laatste instellingen toe te passen - gevraagd om in te loggen bij een Microsoft-account, of er eentje aan te maken.

©MG | ID.nl

Microsoft vraagt in Windows 11 standaard om een Microsoft-account.

Wanneer je in bovenstaand scherm bent aangekomen, lijkt het alsof je hier niet meer uit kunt komen: je moet óf een account invullen, óf er eentje aanmaken, óf een stap terug gaan met de pijl rechtsboven in beeld. Toch kun je hier nog iets anders doen, namelijk een opdrachtprompt openen. En dat is handig, want met een opdrachtprompt tijdens de installatie van Windows 11 kun je alvast dingen regelen voordat Windows 11 zelf is opgestart. Het omzeilen van het aanmaken of invoeren van een Microsoft-account bijvoorbeeld. Om de opdrachtprompt te openen, moet je de volgende toetscombinatie intypen:

Shift+F10

Let op: bij sommige computers zoals laptops kan het zijn dat je ook de Functietoets Fn moet indrukken om de F10-knop te kunnen gebruiken. De opdracht wordt in dat geval dan:

Shift+Fn+F10

Na het indrukken van deze toetscombinatie wordt een zwart venster voor de opdrachtprompt geopend.

©MG | ID.nl

Via een opdrachtprompt tijdens de installatieproductie van Windows 11 kunnen we de blokkade voor het aanmaken van een gewoon account omzeilen.

In dit scherm voor je een speciale opdracht in waarmee we de verplichte invoer voor een Microsoft-account gaan omzeilen. Zodra Windows 11 heeft gedetecteerd dat jouw computer een werkende verbinding heeft, blijf je op dat accountscherm hangen, maar ook wanneer er nog geen verbinding is gemaakt, wil Microsoft toch eerst dat je verbinding maakt en daarna alsnog met een Microsoft-account aan de slag gaat.

Nu de opdrachtprompt is geopend, schakelen we die online functie uit. Voer exact de volgende opdracht in:

start ms-cxh:localonly

Gevolgd door een druk op de Enter-toets. Dat zit eruit als hieronder:

©MG | ID.nl

Met behulp van de opdracht start ms-cxh:localonly kunnen we toch een normaal account.

Nadat je op Enter hebt gedrukt, verschijnt er een nieuw venster met de mogelijkheid om een lokaal account (dus zonder Microsoft-account) aan te maken. Goed om te weten: dit account is ook meteen een administrator-account.

©MG | ID.nl

Je kunt iedere accountnaam gebruiken die je wenst, en een wachtwoord opgeven hoeft nu nog niet.

Je kunt hier dus gewoon een normale (voor- en achter)naam opgeven, een e-mailadres is dan niet nodig. Je kunt ervoor kiezen om nu een wachtwoord in te vullen, maar als je dat doet, krijg je ook direct drie controlevragen die je moet opgeven; dat kun je niet skippen. Sla je het aanmaken van een wachtwoord nu over, dan kun je dat later in Windows 11 alsnog doen.

Nadat je de benodigde gegevens hebt ingevuld, worden de laatste installatiestappen voltooid, en wordt de computer nog een keertje opnieuw opgestart. Daarna kun je je aanmelden met het nieuwe account en voer je nog een aantal stappen uit met betrekking tot functies als locatie, diagnostische gegevens en handschriftherkenning.

Account aanpassen

Het account waarmee je je aanmeldt is een administrator-account. In dat geval doe je er goed aan om een wachtwoord in te stellen als je dat nog niet hebt gedaan in de hierboven uitgelegde stap. Om een wachtwoord in te stellen, klik je op de Startknop, en vervolgens op je accountnaam en kies je voor Mijn account beheren.

©MG | ID.nl

Via het Startmenu vraag je de eigenschappen van je account op.

Je komt nu in het instellingenscherm terecht voor je account. Scroll naar de knop Aanmeldingsopties en daarna op Wachtwoord.

©MG | ID.nl

Klik op het onderdeel Wachtwoord om een wachtwoord toe te voegen aan je account.

Nu kun je een wachtwoord naar wens opgeven, de eisen zijn hier niet streng, maar uiteraard kies je wel voor een lastig te raden wachtwoord. Wel ben je verplicht om een geheugensteuntje op te geven, maar dat is minder lastig dan drie extra beveiligingsvragen die je normaliter bij het installatiescherm moet opgeven. Bij de geheugensteun mag het wachtwoord (vanzelfsprekend) niet gebruikt worden .

©MG | ID.nl

Hier geef je je wachtwoord op. De wachtwoordhint (geheugensteun) mag niet ook je wachtwoord.

Wachtwoord en geheugensteun ingevoerd? Dan ben je in principe klaar en kun je je systeem verder gaan configureren. Eventueel kun je nu ook nieuwe extra accounts aanmaken via het onderdeel Andere gebruikers in het instellingenscherm.

▼ Volgende artikel
Wat is doomscrolling en hoe kom je ervan af?
© AK | ID.nl
Huis

Wat is doomscrolling en hoe kom je ervan af?

Je pakt je telefoon om even snel iets te bekijken – en ineens ben je zomaar een uur verder, omdat je niet kon stoppen met scrollen. En onderweg ben je meestal niet blijven hangen bij blije kattenfilmpjes, maar bij rampen, slecht nieuws en roddel. Of bij posts van mensen die allemaal mooier of rijker lijken dan jij. Doomscrolling dus. Slecht voor je humeur en zelfbeeld én zonde van je tijd. Maar gelukkig kun je er iets tegen doen.

In dit artikel lees je:

☠️ Wat doomscrolling is ☠️ Waarom je maar blijft scrollen ☠️ Hoe je weet of jij een doomscroller bent ☠️ Wat je tegen doomscrollen kunt doen

Lees ook: Minder afleiding van je telefoon met deze 6 apps

Wat is doomscrolling?

Doomscrolling is eindeloos blijven scrollen door berichten, filmpjes en posts die je eigenlijk alleen maar onrustig maken. Dat begon ooit met nieuws, maar geldt tegenwoordig ook voor sociale media. Denk aan TikTok, Instagram of X waar je urenlang blijft scrollen, maar waar je zelden wijzer of rustiger van wordt. Het algoritme weet precies wat je aandacht trekt – en hoe het je blijft vasthouden.

De term ontstond rond 2020, tijdens de COVID-19-pandemie, toen mensen massaal thuis zaten en constant updates zochten over het virus. Maar het fenomeen heeft zich sindsdien uitgebreid naar alle vormen van nieuws of posts waar je je slechter van gaat voelen.

Waarom blijven we scrollen?

Apps zijn zo ontworpen dat ze je aandacht vasthouden. Elke swipe of nieuwe video geeft een kleine prikkel in je brein: een signaal dat er misschien iets interessants komt. Soms zit er iets tussen dat écht boeit, maar vaak blijft het bij vluchtige prikkels. Ondertussen raakt je hoofd vol, maar je krijgt er weinig voor terug.

Hoe weet je of je doomscrollt?

Er bestaat geen test waarmee je kunt checken of je een doemscroller bent. Maar er zijn wel duidelijke signalen. Je zit in de gevarenzone wanneer je:

🚩 Gedachteloos nieuws- of socialmedia-apps opent, vaak meerdere keren per dag
🚩 Je daarna leeg, onrustig of somber voelt
🚩 Moeite hebt om te stoppen, terwijl je eigenlijk wel weet dat het nergens toe leidt
🚩 's Avonds of 's ochtends lang op je telefoon zit zonder duidelijk doel
🚩 Niet toekomt aan andere dingen, of je gejaagd voelt als je niets checkt

Herkenbaar? Dan is het tijd om je scrollgedrag te doorbreken. Dat is niet makkelijk, maar het kan wel. Onderstaande tips helpen je op weg.

©Gorodenkoff

Wat kun je doen tegen doomscrolling?

1. Beperk je schermtijd en las schermvrije tijdstippen in

Geef jezelf vaste momenten waarop je iets mag checken. Bijvoorbeeld: 's ochtends 15 minuten nieuws, 's avonds 10 minuten social media. Stel een timer in, zodat je niet ongemerkt blijft hangen. Je kunt ook met jezelf afspreken dat je bijvoorbeeld één uur per dag niet op je scherm kijkt. Of in het weekend pas na twaalf uur 's middags je telefoon pakt. Ook is het mogelijk om tijdslimieten in te stellen voor bepaalde apps. Hieronder lees je hoe je dat doet op een iPhone en op een Android-toestel.

Scherm- en apptijd beperken op iPhone

Wil je op vaste tijden niet gestoord worden? Stel dan apparaatvrije tijd in op je iPhone. Tijdens die periodes zijn alleen telefoongesprekken, berichten en apps die je zelf toestaat beschikbaar. Ga naar Instellingen > Schermtijd, tik op App- en websiteactiviteit en schakel dit in als dat nog niet gebeurd is. Kies daarna voor Apparaatvrije tijd en stel via Gepland de begin- en eindtijd in. Je kunt kiezen voor elke dag hetzelfde tijdstip of per dag variëren. Vlak voor de ingestelde tijd krijg je een herinnering.

Ook kun je tijdslimieten instellen voor apps of hele categorieën, zoals sociale netwerken of games. Ga naar Instellingen > Schermtijd > Applimieten > Voeg limiet toe en selecteer de gewenste apps of categorieën. Tik op Volgende, stel de limiet in en gebruik eventueel Pas dagen aan voor verschillende limieten per dag. Rond af met Voeg toe.

Scherm- en apptijd beperken op je Android-telefoon

Rustmomenten op je Android-toestel stel je in via de Bedtijdmodus. Tijdens deze periodes worden je schermkleuren aangepast (bijvoorbeeld naar grijstinten) en kun je meldingen dempen of het scherm automatisch laten uitschakelen. Ga naar Instellingen > Digitaal welzijn en ouderlijk toezicht > Bedtijdmodus en stel in wanneer de modus moet starten en eindigen. Je kunt dit voor elke dag apart instellen of een vast schema kiezen.

Wil je appgebruik beperken? Ga dan naar Digitaal welzijn > Dashboard en kies de app die je wilt beperken. Tik op het zandlopertje naast de app en stel een dagelijkse limiet in. Zodra de limiet is bereikt, is de app de rest van die dag niet meer toegankelijk.

2. Zet meldingen uit

Pushmeldingen van nieuwsapps, sociale media of video-apps zorgen dat je telkens toch weer gaat kijken en scrollen. Zet ze uit. Wat je niet ziet, open je ook minder snel.

3. Richt je telefoon prikkelarmer in

Zet socialmedia- en nieuwsapps niet op je beginscherm. Of verwijder ze helemaal. Wil je ze toch echt bezoeken, dan kan dat via de browser. Dat is een extra handeling vergeleken met een app, maar juist daarom doe je het misschien minder vaak.  

Verder kun je er ook voor kiezen om de grijstintenmodus in te schakelen. Dat zorgt voor minder afleiding en een beeld dat rustiger is.

Op een iPhone ga je hiervoor naar Instellingen > Toegankelijkheid > Weergave en tekstgrootte > Kleurfilters en schakel je de optie in. Op een Android-smartphone ga je hiervoor naar Instellingen -> Toegankelijkheid -> Kleurfilters. Hier schakel je de optie Grijstinten in. Afhankelijk van je toestel kunnen deze menu-opties een iets andere naam hebben.

©ID.nl

4. Volg niet alles en iedereen

Kies één of twee betrouwbare nieuwsbronnen. Ontvolg accounts die vooral onrust of negativiteit brengen. Kies liever voor mensen of media die je inspireren, informeren of aan het denken zetten. Een account waar je geen energie van krijgt, maar dat je energie kost: dat kun je beter ontvolgen.

Stoppen met doom-scrolling? Het kan!

Doomscrolling gaat allang niet meer alleen over nieuws. Ook gedachteloos scrollen langs filmpjes, reacties of meningen op sociale media hoort erbij. Het lijkt onschuldig, maar kost tijd, energie en aandacht — en levert weinig op.

Het goede nieuws: je kunt ermee stoppen. Niet in één keer, maar stap voor stap. Door bewuster te kiezen wat je leest en wanneer. Door je telefoon minder het ritme van je dag te laten bepalen. En door ruimte te maken voor dingen die je echt iets opleveren.

📵 Verveel je je zonder smartphone?

📘 Door een boek kun je urenlang scrollen!