ID.nl logo
Zekerheid & gemak

Perfecte foto's met uw eigen printer

Wie thuis foto's wil printen kan kiezen uit een groot assortiment aan printers, fotoprinters en all-in-ones. Toch rolt er niet altijd als vanzelf een perfecte foto­afdruk uit het apparaat. Soms kloppen kleuren niet of staat een deel van de afbeelding er helemaal niet op. Veel hangt af van de juiste combinatie van printer, papier, inkt, programma- en printerinstellingen. Start uw pc en printer maar alvast op, dan gaan we meteen aan de slag!

1. Winnende combinaties

Printer, fotopapier en inkt bepalen samen de kleurweergave van uw afgedrukte foto. Gebruikt u alles van hetzelfde merk, dan is het redelijk eenvoudig om snel tot een mooi resultaat te komen. Papier of inkt van een ander merk gebruiken mag uiteraard, maar dan zult u vaak wat meer moeite moeten doen om hetzelfde goede resultaat te behalen. Start daarom het liefst met spullen van uw printermerk, dan hebt u in ieder geval een ijkpunt. Daarna is het een kwestie van met instellingen spelen tot de foto ongeveer even goed oogt.

©PXimport

2. Papier kiezen

De papierkeuze speelt een grote rol bij de afdrukkwaliteit. Er zijn veel soorten fotopapier, maar niet elke soort geeft in uw printer een optimaal resultaat. Kijk voordat u papier koopt eerst welke soorten uw printer ondersteunt. De ondersteunde soorten vindt u bij de voorkeursinstellingen van uw printer. In Windows 7 vindt u deze via Start / Apparaten en printers. Klik met rechts op de printer en kies Voorkeursinstellingen voor afdrukken. Het gaat om de volledige naam, zoals HP Premium Plus Photo Paper.

©PXimport

3. Papiersoorten

Ergens in de Voorkeursinstellingen vindt u een lijst met ondersteunde papiersoorten. Dat zullen nagenoeg alleen papiersoorten van het eigen merk zijn, wat direct verklaart waarom dit het beste resultaat geeft. Zodra u ander papier gebruikt om foto's af te drukken, kan er een opvallende groene of rode kleurzweem te zien zijn. Op iedere papiersoort ziet een afgedrukte foto er anders uit! Pas op: bij een laserprinter kunt u geen inkjetpapier gebruiken omdat de bovenlaag dan smelt, dus koop speciaal laserfotopapier. Het meeste fotopapier dat verkocht wordt is voor de inkjetprinter.

©PXimport

4. Glanzend of mat

Gewoon printerpapier is niet erg geschikt om foto's op af te drukken. Fotopapier is niet alleen dikker en steviger, er zit ook een toplaag op die uw foto beter laat uitkomen. Voor kleurenfoto's wordt meestal glanzend fotopapier gebruikt en daar bestaan diverse variaties van. Glans geeft een goede kleurweergave en de foto oogt lekker scherp. Voor zwart-witfoto's en foto's met zachte kleuren zoals pasteltinten en huidkleuren, wordt vaak mat of zijdeglans fotopapier gebruikt. Raak het fotopapier voor en na het printen nooit aan. Een richtlijn voor een veilige droogtijd is al snel een etmaal.

©PXimport

5. Papiergewicht

Fotopapier is in diverse diktes verkrijgbaar. Dikker papier zorgt voor een stevige foto die minder snel omkrult, kreukelt of beschadigt en ziet er extra luxe uit. Houd er wel rekening mee dat u papier maar tot een bepaalde dikte in uw printer kunt stoppen. Controleer dus goed welke papierdikte nog geschikt is voor uw printer, anders zit u met een dure voorraad waar u niets aan hebt. Of nog erger, uw printer loopt vast en wellicht raakt het mechaniek beschadigd.

©PXimport

6. Camera

Het klinkt afgezaagd, maar een goede fotoafdruk begint al bij de camera. Hoe mooier en beter een foto uit het toestel komt rollen, hoe mooier de afdrukken die u ervan kunt maken. Probeer daarom tijdens het fotograferen al om een zo goed mogelijke opname te maken als in de gegeven omstandigheden mogelijk is. Hoe minder u naderhand aan het beeld hoeft te sleutelen, hoe beter de kwaliteit van de fotoafdruk zal zijn. Kijk daarom goed op het schermpje van de camera nadat u een opname hebt gemaakt en maak de foto desnoods opnieuw.

©PXimport

7. Hoogste kwaliteit

Niet elke foto rolt meteen optimaal uit de camera, dus vaak kan een beetje nabewerking geen kwaad. Bijvoorbeeld het verbeteren van kleur en belichting of het wegsnijden van een storend object aan de rand van de foto. Tijdens het bewerken gaan er altijd wat details verloren en kan er kwaliteitverlies optreden. Bouw daarom extra speelruimte in door de hoogste fotokwaliteit op uw camera in te stellen. Kies dus de grootste afbeeldinggrootte (de breedte en hoogte in pixels) en met zo veel mogelijk details (zoals 'fine' of 'superfine').

©PXimport

8. Foto's optimaliseren

Een foto waarover u tevreden bent, hoeft u niet per se te bewerken. Toch is er bijna altijd meer uit een foto te halen, zoals het optimaliseren van kleur en contrast, het wegpoetsen van vlekken en stofjes of het rechtzetten van een scheve foto. Daar mag u natuurlijk een fotobewerker naar keuze voor gebruiken. In deze workshop beperken wij ons tot enkele bewerkingen die vaak specifiek nodig zijn om optimaal te printen. Dit doen wij in dit artikel met Photoshop Elements 9. Hebt u een andere fotobewerker, dan kan de werkwijze dus iets verschillen.

©PXimport

9. Beeldverhouding

Van veel compactcamera's hebben de foto's een beeldverhouding van 4:3, terwijl dat bij spiegelreflexcamera's juist vaak 3:2 is. In het eerste geval is de breedte van elk plaatje dat u schiet 1/3 meer dan de hoogte, in het tweede geval is de breedte de helft langer. Bij het printen kan het daardoor gebeuren dat uw foto witte randen krijgt. De verhouding van de foto is dan anders dan die van het papier en de afbeelding zal niet het volledige velletje papier bedekken. Deze witte randjes kunt u achteraf prima wegsnijden.

©PXimport

Afdrukinstellingen

Wanneer u vanuit een programma een foto print, zal er altijd eerst een venster met afdrukinstellingen verschijnen. Vooral in fotobewerkers kunnen daar aardig wat mogelijkheden te vinden zijn. Alleen met de juiste instellingen rolt er een perfecte ­afdruk uit de printer. Komt slechts een fragment van de foto op papier of lijkt er van de kleuren werkelijk niets te kloppen, dan is het een goed idee de afdrukinstellingen nog eens zorgvuldig na te lopen alvorens een nieuwe poging te wagen.

©PXimport

10. Foto's digitaal bijsnijden

Fotopapier en fotolijstjes hebben vaak een verhouding van 3:2. Bijvoorbeeld 10x15 of 20x30 centimeter. Heeft uw foto een andere beeldverhouding, dan kan Photoshop of een andere beeldbewerker hem bijsnijden zodat het fotopapier optimaal gebruikt wordt en er nagenoeg geen witte randjes zijn. Daar gebruikt u in Photoshop Elements het gereedschap Uitsnijden voor. Kies in de werkbalk bij Verhouding het juiste fotoformaat. Staat het juiste formaat er niet bij, vul dan zelf een breedte en hoogte in. Soms is het nodig cm achter de getallen in te tikken.

©PXimport

11. Uitsnijden

Breedte en hoogte in de werkbalk zijn eenvoudig te verwisselen door op het pijltje er tussenin te klikken. Zo schakelt u eenvoudig over van een liggende naar een staande foto, of andersom. Bij Resolutie hoeft u niets in te tikken. Daarna selecteert u het deel van de foto dat geprint moet worden door met de muis een kader te slepen. Het kader zal zich exact aan de door u opgegeven beeldverhouding houden. U kunt het kader vrijelijk over de foto verplaatsen en groter of kleiner maken. Klik ten slotte op het groene vinkje.

©PXimport

12. Foto afdrukken

De mooiste printjes maakt u door foto's rechtstreeks vanuit uw foto­bewerker af te drukken, ook als u geen bewerkingen aanbrengt. In Photoshop Elements gaat u naar Bestand / Afdrukken. Daar selecteert u eerst de juiste printer en daarna stelt u papiertype, papiergrootte en afdrukkwaliteit in. Wat verwarrend kan zijn, is dat sommige instellingen rechtstreeks via het stuurprogramma van de printer gedaan moeten worden, in een extra venster. Doe deze instellingen eerst, want sommige instellingen in de vensters van Photoshop veranderen spontaan mee!

©PXimport

13. Printerinstellingen

Klik onder Printerinstellingen op Instellingen wijzigen. Een tweede venster verschijnt. Klik daar op de knop Geavanceerde instellingen. Nu verschijnt een venster vol printerinstellingen van het stuurprogramma zelf. Kies hier de papiersoort, het formaat, de afdrukstand (staand of liggend) en kies voor de hoogst mogelijke kwaliteit. Controleer ook alle tabbladen op belangrijke instellingen, zoals de papierbak waarin het fotopapier zit. Zodra u dit venster afsluit zijn als het goed is alle veranderingen nu ook in het venster ­Instellingen wijzigen te zien. Sluit ook dit venster.

©PXimport

14. Afdrukformaat

Controleer in het venster Afdrukken nog eenmaal of alles klopt. Soms worden wijzigingen uit de vorige vensters namelijk niet juist meegenomen. Pas ze dan alsnog aan, bij voorkeur door de zojuist besproken handelingen nog eens te herhalen. Daarnet hebt u onder andere het papierformaat ingesteld. De foto mag op dit formaat, maar ook kleiner afgedrukt worden. Dit geeft u aan bij de optie Selecteer afdrukformaat. Met een vinkje bij Passend maken kan de foto worden bijgesneden, maar het is altijd beter en nauwkeuriger als u dit vooraf doet met het gereedschap Uitsnijden.

©PXimport

15. Kleurbeheer

We kunnen de foto nu bijna echt gaan printen. Maar voordat u op de knop Afdrukken klikt, is het verstandig om (nog steeds in het venster Afdrukken) eerst naar Meer opties te gaan en het tabblad Kleurbeheer te bekijken. De optie Kleurverwerking staat hier standaard op Printer beheert kleuren. Dat is voor de meeste mensen een goede keuze omdat Photoshop het dan aan het stuurprogramma van de printer overlaat hoe kleuren het beste kunnen worden weergegeven. We mogen er immers vanuit gaan dat de leverancier het beste weet hoe zijn eigen printer werkt.

©PXimport

16. Photoshop aan het roer

Besteedt u veel aandacht aan de kleuren en is kleurechtheid cruciaal­ voor u, dan kiest u bij de optie Kleurverwerking beter voor Photoshop Elements beheert kleuren. U moet dan wel enkele extra instellingen heel zorgvuldig nalopen! Allereerst kiest u bij Printerprofiel nogmaals het juiste papiertype. De optie Rendering intent kan vaak op Perceptueel ingesteld worden. Twee kapiteins op één schip is een slecht idee, dus moet kleurbeheer door het stuurprogramma van de printer nu uitgeschakeld worden via de knop Printervoorkeuren (vaak ergens op het tabblad Geavanceerd).

©PXimport

17. Te grote foto

Moderne camera's hebben zo veel megapixels, dat voor een afdruk op ware grootte al snel een vel papier van enkele meters breed nodig is. Dat past vast niet in uw printer. Gelukkig schalen de meeste fotobewerkers uw foto automatisch zodat deze alsnog netjes op bijvoorbeeld een A4-tje past. Het enige dat u hoeft te doen, is bij de printerinstellingen het juiste papierformaat kiezen. Schaalt een programma uw foto niet automatisch, dan moet u zelf actie ondernemen. Maar... verklein nu niet zomaar uw foto! U hoeft de pixels slechts te herverdelen.

©PXimport

18. Pixels herverdelen

Zodra u de afbeeldinggrootte (de hoogte en breedte van de foto in pixels) verlaagt, gooit u veel informatie weg en kan de afdruk lelijk worden. In plaats daarvan verhogen we alleen de resolutie tot de foto op het papier past. De resolutie is het aantal pixels dat per centimeter (inch) wordt afgedrukt. Hoe meer puntjes per centimeter, hoe kleiner de afmetingen van de foto worden. Ditmaal zonder informatie (pixels) weg te gooien. Haal in fotobewerkers zoals Photoshop Elements wel eerst het vinkje weg bij de optie Nieuwe beeldpixels berekenen.

©PXimport

Printerinstellingen

Behalve de afdrukinstellingen van het programma waarmee u werkt, zijn er ook allerlei printereigenschappen die ingesteld moeten worden. Vandaar dat op het afdrukscherm altijd een knop te vinden is waarmee u bij de instellingen van het stuurprogramma terechtkomt. Dit venster is exact hetzelfde als het venster dat u krijgt wanneer u de printereigenschappen vanuit bijvoorbeeld Word aanpast. Aangezien u ditmaal foto's afdrukt, is het verstandig om opties zoals Hoge snelheid en Grijswaarden uit te schakelen. Die zijn prima bij teksten, maar ongewenst bij een mooie kleurenfoto.

©PXimport

19. Kleurverschillen

Een foto ziet er op het camerascherm altijd iets anders uit dan op een computerscherm of op de afdruk die uit de printer rolt. Werkt u veel met foto's, dan is het verstandig om uw beeldscherm(en) te kalibreren. Voor een betrouwbaar resultaat kunt u het beste een kleurmeter kopen die met gespecialiseerde kalibratiesoftware werkt. Dan weet u zeker dat u tijdens het bewerken de juiste kleuren ziet en daar worden uw printjes vanzelf ook mooier van. Een printer kalibreren kan ook, maar dit is best complex en moet per inkt- en papiersoort gebeuren.

©PXimport

20. Pitstop

Voordat u een serie foto's afdrukt, kan het geen kwaad de printer aan een inspectie te onderwerpen. Staat de kop nog goed uitgelijnd? Zijn de spuitmondjes niet verstopt? Zijn de inktpatronen nog voldoende gevuld? Elke onregelmatigheid valt juist bij een fotoprint direct op. Via het stuurprogramma van de printer kunt u al dit soort onderhoudsklusjes uitvoeren. U komt er via Start / Apparaten en printers. Klik met rechts op de printer en kies Voorkeursinstellingen voor afdrukken. Ga dan op zoek naar een tabblad genaamd Onderhoud of Hulpprogramma's of iets in die richting.

©PXimport

21. Automatische correctie

Het stuurprogramma van de printer kan uw foto automatisch optimaliseren. Bijvoorbeeld door de kleuren op te helderen en het contrast te verhogen. Soms kan zelfs de huid in een portretfoto gladder gemaakt worden. Als u de kleurweergave aan de printer overlaat, kunt u een poging wagen. Bevalt het resultaat niet, schakel de automatische functies dan gerust uit. De kans is groot dat de foto dan natuurlijker oogt en meer lijkt op wat u op het scherm ziet. Laat u Photoshop Elements het kleurbeheer doen, dan zijn automatische aanpassingen uiteraard ongewenst.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Windows 11 installeren zonder Microsoft-account? Zo omzeil je de blokkade
© MG | ID.nl
Huis

Windows 11 installeren zonder Microsoft-account? Zo omzeil je de blokkade

Wanneer je Windows 11 (opnieuw) installeert, vereist Microsoft dat je je aanmeldt met een Microsoft-account of dat je er eentje aanmaakt. En dat terwijl je je voorheen in Windows 10 gewoon met een offline account kunt aanmelden. Wij laten je zien hoe je dat ook in Windows 11 doet, rechtstreeks tijdens de installatieprocedure.

Microsoft wil maar al te graag dat je een Microsoft-account hebt en deze ook gebruikt bij het aanmelden van Windows 11. Behalve dat je hiermee in geval van het vergeten van je installatiecode het besturingssysteem makkelijker opnieuw kunt activeren, biedt een Microsoft-account niet heel veel extra voordelen in Windows 11 zelf. Het enige wat met zo'n account makkelijker gaat is het instellen van e-mail en OneDrive, maar dat zijn ook diensten waar je je later bij kunt aanmelden.

Installatieprocedure

In een van de laatste stappen van de installatieprocedure, of wanneer je een Windows 11-laptop hebt gekocht, word je - om de laatste instellingen toe te passen - gevraagd om in te loggen bij een Microsoft-account, of er eentje aan te maken.

©MG | ID.nl

Microsoft vraagt in Windows 11 standaard om een Microsoft-account.

Wanneer je in bovenstaand scherm bent aangekomen, lijkt het alsof je hier niet meer uit kunt komen: je moet óf een account invullen, óf er eentje aanmaken, óf een stap terug gaan met de pijl rechtsboven in beeld. Toch kun je hier nog iets anders doen, namelijk een opdrachtprompt openen. En dat is handig, want met een opdrachtprompt tijdens de installatie van Windows 11 kun je alvast dingen regelen voordat Windows 11 zelf is opgestart. Het omzeilen van het aanmaken of invoeren van een Microsoft-account bijvoorbeeld. Om de opdrachtprompt te openen, moet je de volgende toetscombinatie intypen:

Shift+F10

Let op: bij sommige computers zoals laptops kan het zijn dat je ook de Functietoets Fn moet indrukken om de F10-knop te kunnen gebruiken. De opdracht wordt in dat geval dan:

Shift+Fn+F10

Na het indrukken van deze toetscombinatie wordt een zwart venster voor de opdrachtprompt geopend.

©MG | ID.nl

Via een opdrachtprompt tijdens de installatieproductie van Windows 11 kunnen we de blokkade voor het aanmaken van een gewoon account omzeilen.

In dit scherm voor je een speciale opdracht in waarmee we de verplichte invoer voor een Microsoft-account gaan omzeilen. Zodra Windows 11 heeft gedetecteerd dat jouw computer een werkende verbinding heeft, blijf je op dat accountscherm hangen, maar ook wanneer er nog geen verbinding is gemaakt, wil Microsoft toch eerst dat je verbinding maakt en daarna alsnog met een Microsoft-account aan de slag gaat.

Nu de opdrachtprompt is geopend, schakelen we die online functie uit. Voer exact de volgende opdracht in:

start ms-cxh:localonly

Gevolgd door een druk op de Enter-toets. Dat zit eruit als hieronder:

©MG | ID.nl

Met behulp van de opdracht start ms-cxh:localonly kunnen we toch een normaal account.

Nadat je op Enter hebt gedrukt, verschijnt er een nieuw venster met de mogelijkheid om een lokaal account (dus zonder Microsoft-account) aan te maken. Goed om te weten: dit account is ook meteen een administrator-account.

©MG | ID.nl

Je kunt iedere accountnaam gebruiken die je wenst, en een wachtwoord opgeven hoeft nu nog niet.

Je kunt hier dus gewoon een normale (voor- en achter)naam opgeven, een e-mailadres is dan niet nodig. Je kunt ervoor kiezen om nu een wachtwoord in te vullen, maar als je dat doet, krijg je ook direct drie controlevragen die je moet opgeven; dat kun je niet skippen. Sla je het aanmaken van een wachtwoord nu over, dan kun je dat later in Windows 11 alsnog doen.

Nadat je de benodigde gegevens hebt ingevuld, worden de laatste installatiestappen voltooid, en wordt de computer nog een keertje opnieuw opgestart. Daarna kun je je aanmelden met het nieuwe account en voer je nog een aantal stappen uit met betrekking tot functies als locatie, diagnostische gegevens en handschriftherkenning.

Account aanpassen

Het account waarmee je je aanmeldt is een administrator-account. In dat geval doe je er goed aan om een wachtwoord in te stellen als je dat nog niet hebt gedaan in de hierboven uitgelegde stap. Om een wachtwoord in te stellen, klik je op de Startknop, en vervolgens op je accountnaam en kies je voor Mijn account beheren.

©MG | ID.nl

Via het Startmenu vraag je de eigenschappen van je account op.

Je komt nu in het instellingenscherm terecht voor je account. Scroll naar de knop Aanmeldingsopties en daarna op Wachtwoord.

©MG | ID.nl

Klik op het onderdeel Wachtwoord om een wachtwoord toe te voegen aan je account.

Nu kun je een wachtwoord naar wens opgeven, de eisen zijn hier niet streng, maar uiteraard kies je wel voor een lastig te raden wachtwoord. Wel ben je verplicht om een geheugensteuntje op te geven, maar dat is minder lastig dan drie extra beveiligingsvragen die je normaliter bij het installatiescherm moet opgeven. Bij de geheugensteun mag het wachtwoord (vanzelfsprekend) niet gebruikt worden .

©MG | ID.nl

Hier geef je je wachtwoord op. De wachtwoordhint (geheugensteun) mag niet ook je wachtwoord.

Wachtwoord en geheugensteun ingevoerd? Dan ben je in principe klaar en kun je je systeem verder gaan configureren. Eventueel kun je nu ook nieuwe extra accounts aanmaken via het onderdeel Andere gebruikers in het instellingenscherm.

▼ Volgende artikel
Wat is doomscrolling en hoe kom je ervan af?
© AK | ID.nl
Huis

Wat is doomscrolling en hoe kom je ervan af?

Je pakt je telefoon om even snel iets te bekijken – en ineens ben je zomaar een uur verder, omdat je niet kon stoppen met scrollen. En onderweg ben je meestal niet blijven hangen bij blije kattenfilmpjes, maar bij rampen, slecht nieuws en roddel. Of bij posts van mensen die allemaal mooier of rijker lijken dan jij. Doomscrolling dus. Slecht voor je humeur en zelfbeeld én zonde van je tijd. Maar gelukkig kun je er iets tegen doen.

In dit artikel lees je:

☠️ Wat doomscrolling is ☠️ Waarom je maar blijft scrollen ☠️ Hoe je weet of jij een doomscroller bent ☠️ Wat je tegen doomscrollen kunt doen

Lees ook: Minder afleiding van je telefoon met deze 6 apps

Wat is doomscrolling?

Doomscrolling is eindeloos blijven scrollen door berichten, filmpjes en posts die je eigenlijk alleen maar onrustig maken. Dat begon ooit met nieuws, maar geldt tegenwoordig ook voor sociale media. Denk aan TikTok, Instagram of X waar je urenlang blijft scrollen, maar waar je zelden wijzer of rustiger van wordt. Het algoritme weet precies wat je aandacht trekt – en hoe het je blijft vasthouden.

De term ontstond rond 2020, tijdens de COVID-19-pandemie, toen mensen massaal thuis zaten en constant updates zochten over het virus. Maar het fenomeen heeft zich sindsdien uitgebreid naar alle vormen van nieuws of posts waar je je slechter van gaat voelen.

Waarom blijven we scrollen?

Apps zijn zo ontworpen dat ze je aandacht vasthouden. Elke swipe of nieuwe video geeft een kleine prikkel in je brein: een signaal dat er misschien iets interessants komt. Soms zit er iets tussen dat écht boeit, maar vaak blijft het bij vluchtige prikkels. Ondertussen raakt je hoofd vol, maar je krijgt er weinig voor terug.

Hoe weet je of je doomscrollt?

Er bestaat geen test waarmee je kunt checken of je een doemscroller bent. Maar er zijn wel duidelijke signalen. Je zit in de gevarenzone wanneer je:

🚩 Gedachteloos nieuws- of socialmedia-apps opent, vaak meerdere keren per dag
🚩 Je daarna leeg, onrustig of somber voelt
🚩 Moeite hebt om te stoppen, terwijl je eigenlijk wel weet dat het nergens toe leidt
🚩 's Avonds of 's ochtends lang op je telefoon zit zonder duidelijk doel
🚩 Niet toekomt aan andere dingen, of je gejaagd voelt als je niets checkt

Herkenbaar? Dan is het tijd om je scrollgedrag te doorbreken. Dat is niet makkelijk, maar het kan wel. Onderstaande tips helpen je op weg.

©Gorodenkoff

Wat kun je doen tegen doomscrolling?

1. Beperk je schermtijd en las schermvrije tijdstippen in

Geef jezelf vaste momenten waarop je iets mag checken. Bijvoorbeeld: 's ochtends 15 minuten nieuws, 's avonds 10 minuten social media. Stel een timer in, zodat je niet ongemerkt blijft hangen. Je kunt ook met jezelf afspreken dat je bijvoorbeeld één uur per dag niet op je scherm kijkt. Of in het weekend pas na twaalf uur 's middags je telefoon pakt. Ook is het mogelijk om tijdslimieten in te stellen voor bepaalde apps. Hieronder lees je hoe je dat doet op een iPhone en op een Android-toestel.

Scherm- en apptijd beperken op iPhone

Wil je op vaste tijden niet gestoord worden? Stel dan apparaatvrije tijd in op je iPhone. Tijdens die periodes zijn alleen telefoongesprekken, berichten en apps die je zelf toestaat beschikbaar. Ga naar Instellingen > Schermtijd, tik op App- en websiteactiviteit en schakel dit in als dat nog niet gebeurd is. Kies daarna voor Apparaatvrije tijd en stel via Gepland de begin- en eindtijd in. Je kunt kiezen voor elke dag hetzelfde tijdstip of per dag variëren. Vlak voor de ingestelde tijd krijg je een herinnering.

Ook kun je tijdslimieten instellen voor apps of hele categorieën, zoals sociale netwerken of games. Ga naar Instellingen > Schermtijd > Applimieten > Voeg limiet toe en selecteer de gewenste apps of categorieën. Tik op Volgende, stel de limiet in en gebruik eventueel Pas dagen aan voor verschillende limieten per dag. Rond af met Voeg toe.

Scherm- en apptijd beperken op je Android-telefoon

Rustmomenten op je Android-toestel stel je in via de Bedtijdmodus. Tijdens deze periodes worden je schermkleuren aangepast (bijvoorbeeld naar grijstinten) en kun je meldingen dempen of het scherm automatisch laten uitschakelen. Ga naar Instellingen > Digitaal welzijn en ouderlijk toezicht > Bedtijdmodus en stel in wanneer de modus moet starten en eindigen. Je kunt dit voor elke dag apart instellen of een vast schema kiezen.

Wil je appgebruik beperken? Ga dan naar Digitaal welzijn > Dashboard en kies de app die je wilt beperken. Tik op het zandlopertje naast de app en stel een dagelijkse limiet in. Zodra de limiet is bereikt, is de app de rest van die dag niet meer toegankelijk.

2. Zet meldingen uit

Pushmeldingen van nieuwsapps, sociale media of video-apps zorgen dat je telkens toch weer gaat kijken en scrollen. Zet ze uit. Wat je niet ziet, open je ook minder snel.

3. Richt je telefoon prikkelarmer in

Zet socialmedia- en nieuwsapps niet op je beginscherm. Of verwijder ze helemaal. Wil je ze toch echt bezoeken, dan kan dat via de browser. Dat is een extra handeling vergeleken met een app, maar juist daarom doe je het misschien minder vaak.  

Verder kun je er ook voor kiezen om de grijstintenmodus in te schakelen. Dat zorgt voor minder afleiding en een beeld dat rustiger is.

Op een iPhone ga je hiervoor naar Instellingen > Toegankelijkheid > Weergave en tekstgrootte > Kleurfilters en schakel je de optie in. Op een Android-smartphone ga je hiervoor naar Instellingen -> Toegankelijkheid -> Kleurfilters. Hier schakel je de optie Grijstinten in. Afhankelijk van je toestel kunnen deze menu-opties een iets andere naam hebben.

©ID.nl

4. Volg niet alles en iedereen

Kies één of twee betrouwbare nieuwsbronnen. Ontvolg accounts die vooral onrust of negativiteit brengen. Kies liever voor mensen of media die je inspireren, informeren of aan het denken zetten. Een account waar je geen energie van krijgt, maar dat je energie kost: dat kun je beter ontvolgen.

Stoppen met doom-scrolling? Het kan!

Doomscrolling gaat allang niet meer alleen over nieuws. Ook gedachteloos scrollen langs filmpjes, reacties of meningen op sociale media hoort erbij. Het lijkt onschuldig, maar kost tijd, energie en aandacht — en levert weinig op.

Het goede nieuws: je kunt ermee stoppen. Niet in één keer, maar stap voor stap. Door bewuster te kiezen wat je leest en wanneer. Door je telefoon minder het ritme van je dag te laten bepalen. En door ruimte te maken voor dingen die je echt iets opleveren.

📵 Verveel je je zonder smartphone?

📘 Door een boek kun je urenlang scrollen!