ID.nl logo
Nvidia GeForce RTX 3080 en RTX 3090 - Eindelijk gamen in 4K
© PXimport
Zekerheid & gemak

Nvidia GeForce RTX 3080 en RTX 3090 - Eindelijk gamen in 4K

Met zijn videokaarten uit deGeForce 30-serie brengt Nvidia nieuwe topmodellen uit voor gamers. Een nieuwe generatie betekent betere prestaties in games, mooie nieuwe mogelijkheden en natuurlijk de prangende vraag of het tijd is om te upgraden. De kaarten komen in tal van verschillende varianten op de markt. Welke is nu eigenlijk de beste koop?

4K-gaming is iets waar we al jaren naar uitkijken. En dan niet op een magere dertig frames per seconde zoals consoles doen, of op lage grafische instellingen. Nee, we willen 4K-gaming in de allernieuwste games, met alle grafische pracht en praal, en in combinatie met hoge en soepele framerates.

De beste videokaart tot dusver, de circa 1.200 euro kostende GeForce RTX 2080 Ti, kwam al een heel eind. Toch schoot hij in sommige titels net tekort. Om maar meteen met de deur in huis te vallen: de 720 tot 850 euro kostende GeForce RTX 3080 blijkt circa 25 procent sneller dan de snelste RTX 2080 en is daarmee de eerste videokaart die al onze geteste games op 4K, hoge settings en boven de 60 fps weet te houden. De verbeteringen ten opzichte van de ooit even dure RTX 2080 Super liggen zelfs rond de 60 procent op deze resolutie. Zo’n grote stap vooruit hebben we lange tijd niet gezien. Echt comfortabel gamen in 4K is daarmee in één klap een echt serieuze hobby geworden.

Positief is ook dat de games die gebruik kunnen maken van Nvidia’s paradepaardje, realtime raytracing, dit ook kunnen doen op deze resolutie. Raytracing voegt betere visuele effecten toe, vooral op het gebied van realistische schaduwen en verlichting, maar is enorm intensief om weer te geven. Dankzij een techniek genaamd DLSS, Deep Learning Super Sampling, kunnen RTX-kaarten deze prestatie-impact verzachten door de game op een iets lagere resolutie te renderen, om deze vervolgens via AI op een hogere resolutie weer te geven. En die techniek werkt uitstekend. DLSS is een complex onderwerp, maar in onze ervaring kun je het simpelweg aanzetten en zul je het verschil met een “echt” 4K-beeld nooit zien.

©PXimport

Goed voor 1440p, overkill voor 1080p

Bezitters van snelle quad hd-monitoren mogen ook niet klagen. Met een RTX 3080 zien zij prestatieverbeteringen van rond de 50 procent ten opzichte van de huidige RTX 2080-kaarten. Daarmee speelt deze videokaart alle titels op deze resolutie met hoge framerates. Vaak met 144 fps, soms nog flink meer.

Speel je nog op een 1080p-monitor, dan is de meerwaarde beperkt. Een videokaart van 720 euro of veel meer is dan eigenlijk geen evenwichtige keuze. E-sporters zijn een uitzondering, want voor hen kan elk beetje extra prestatie het verschil maken tussen winnen of verliezen. Zeker als dat gevolgen heeft voor je inkomsten, wil je al snel het beste. Wil je op 1080p echt het maximale uit een 240- of zelfs 360hertz-scherm halen, dan is een RTX 3080 of 3090 dus wel de moeite. Maar we hebben het nu wel over een hele specifieke niche. “Normale” gamers die monitoren met lagere resoluties gebruiken, raden we dan ook aan om te wachten op de RTX 3060- en 3070-kaarten die later dit jaar verschijnen.

RTX 3090: een lastig verhaal

Tot dusver noemden we vooral de hogere prestaties die de RTX 3080 brengt, maar hoe zit het precies met de RTX 3090? Deze videokaart heeft een adviesprijs van dik 1.500 euro, al liggen de straatprijzen op het moment van schrijven zelfs nog veel hoger. Daarmee is hij ruim twee keer zo duur als de RTX 3080. Je zou dan ook een flinke prestatieboost verwachten.

Helaas valt dat in de praktijk tegen en blijkt de RTX 3090 op 4K-resolutie slechts zo’n 11 procent sneller. Op lagere resoluties zakt dat percentage nog verder, waardoor de RTX 3090 voor de gemiddelde gamer eigenlijk geen interessante kaart is. Dat wil niet zeggen dat de videokaart geen bestaansrecht heeft. Zo heeft hij veel meer geheugen, wat bij sommige zakelijke applicaties belangrijk is. Bovendien is hij daarmee in staat om sommige games zelfs op 8K-resolutie te spelen. Maar we betwijfelen of dat laatste een doorslaggevend argument is, want 8K-tv’s en -monitoren zijn ontzettend zeldzaam. En voor elke game die wel in 8K speelbaar is, kennen we er twee die níet soepel werken.

Energieverbruik

Meer prestaties gaan vaak samen met een hoger verbruik, maar de overstap van Nvidia van een 12nm-chip van TSMC naar een 8nm-chip geproduceerd door Samsung brengt ook efficiëntieverbeteringen met zich mee. Met een verbruik van maximaal circa 320 watt lust de RTX 3080 wel een slokje, maar verbruikt hij ruim minder dan de RTX 2080 Ti. Koop je een snellere variant van de RTX 3080, dan kan dat verbruik oplopen richting de 350 watt.

De RTX 3090 vraagt standaard rond de 350 watt en de allersnelste varianten vragen zelfs direct uit de doos al 420 watt. Er zijn zelfs modellen die met een kleine aanpassing 480 watt aan stroom kunnen verbruiken. Niet ongekend veel voor een high-end videokaart, maar wel fors. Rappe varianten van de RTX 2080 Ti zaten ook al snel tegen de 350 watt, terwijl hun prestaties niet eens in de buurt kwamen van een standaard RTX 3090. Nvidia heeft dus zeker een grote slag geslagen op het vlak van efficiëntie, maar je hebt nog altijd een stevige voeding nodig.

Zoek je een nieuwe voeding, dan is voor een RTX 3080 een topklasse voeding van 650 watt of hoger aan te raden. Voor een RTX 3090 heb je al snel een 750watt-voeding nodig. Ons gemiddeld systeemverbruik tijdens het gamen ligt rond de 420 watt met een RTX 3080 en circa 500 watt met een RTX 3090. Met een rappe versie of een beetje overklokken stijgt dat verbruik sterk, waardoor een goede voeding echt een must is.

Koop je de Founders Edition van Nvidia, dan zul je daar een nieuwe 12pins-voedingaansluiting op aantreffen. De meeste voedingen beschikken niet over deze aansluiting. Daarom levert Nvidia een adapter mee, waardoor je er gewoon twee 8pins-stekkers op kwijt kunt. In de toekomst verwachten we dat meer voedingen deze nieuwe aansluiting direct zullen integreren. Koop je een videokaart van bijvoorbeeld ASUS, Gigabyte, MSI of Palit, dan gebruiken die de reeds aanwezige kabels op bestaande voedingen.

©PXimport

Nieuwe mogelijkheden

Met een nieuwe generatie videokaarten volgen ook wat nieuwe mogelijkheden. Zo brengt Nvidia Reflex uit, een combinatie van verschillende technieken om de latency van je game te verlagen. Dat wil dus zeggen dat elk beeld daadwerkelijk sneller op je scherm verschijnt. Of het echt werkt, kunnen we nu nog niet zeggen: het zal meer tijd kosten om dit te testen.

Broadcast is een techniek waar je wel direct gebruik van kunt maken. Met deze tool is het mogelijk om achtergrondgeluiden uit je microfoon weg te filteren. Dit werkt uitstekend en is handig als je in jouw communicatie te maken hebt met vervelend achtergrondgeluid. Of je nu een game streamt of simpelweg in een zakelijke Zoom-meeting zit, met Broadcast kun je dit filter eenvoudig toepassen. Dezelfde tool brengt ook extra mogelijkheden naar je webcam. Zo kan hij de achtergrond verwijderen alsof je een green screen hebt, of je kunt de achtergrond simpelweg iets verzachten voor een rustiger of minder rommelig beeld.

Eenheidsworst

Elke nieuwe videokaartlancering werkt al jaren ongeveer hetzelfde. Nvidia ontwerpt de chip, en vervolgens krijgen hun bekende partners zoals ASUS, Gigabyte en MSI de ruimte om er zelf een eindproduct van te maken. Dat doen ze vaak door zaken zoals de PCB, koeler en software zelf te ontwikkelen. Zo hebben ze enige zeggenschap over de uiteindelijke prestaties, hoe warm de kaart wordt, hoeveel geluid hij maakt, extra mogelijkheden zoals dubbele biossen, de aansluitingen en het verbruik. Uiteraard met enige overlap tussen die punten: zo zijn de snellere varianten meestal wat minder zuinig en wat luider.

Toch is er een duidelijke verschuiving aan de gang in de wereld van videokaarten, vermoedelijk omdat Nvidia van bescheiden chipbakker is uitgegroeid tot een van de grootste bedrijven op het gebied van AI. Nvidia maakt inmiddels zelf ook complete videokaarten die écht goed concurreren. Ook heeft het bedrijf zelf veel meer controle over de prestaties van iedere kaart. Nvidia’s ingebouwde boost haalt inmiddels eigenlijk bijna het maximale uit elke kaart, ongeacht wat de eindfabrikant doet.

Jaren geleden zag je nog gigantische verschillen in gameprestaties tussen diverse kaarten met dezelfde gpu. Uitschieters van 10, 20 of zelfs meer procent waren geen uitzondering. Inmiddels zijn de prestatieverschillen tussen de verschillende kaarten met dezelfde chip bijna niet meer merkbaar.

Waar letten we op?

Vanwege die kleine prestatieverschillen verschuift onze focus bij het testen vooral naar secundaire zaken, zoals de efficiëntie van de koeler en relevante extra’s die impact hebben op jouw gebruik. We waarderen dus uitvoeringen die koeler en/of stiller zijn, maar ook modellen die iets unieks brengen met hun uitstraling. In de wetenschap dat de prestaties nauwelijks verschillen en dat computers met glazen zijpanelen en flashy rgb-verlichting populair zijn, is er helemaal niets mis mee om jouw keuze te baseren op de uitstraling of rgb-mogelijkheden.

Praktisch elke fabrikant past overigens exact dezelfde koeler toe op de RTX 3080 en RTX 3090, wat tot dezelfde conclusies leidt. Daarom combineren we die in één bespreking.

Tekorten en hoge prijzen

Al kort na de lancering bleek de beschikbaarheid van deze videokaarten een groot probleem. Mogelijk had Nvidia de populariteit zwaar onderschat of kampt het bedrijf gewoon met structurele productieproblemen. Hoe dan ook: veel gamers willen deze kaarten wel, maar kunnen hem nergens kopen. Daardoor kunnen we de prijzen van elk van deze varianten niet goed meewegen, die variëren sterk van dag tot dag. De straatprijzen zijn in ieder geval een flink stuk hoger dan de door Nvidia genoemde 719 en 1.549 euro voor respectievelijk de RTX 3080 en RTX 3090.

ASUS

Van ASUS hebben we twee modellen, de ietwat meer bescheiden TUF Gaming-variant en het ROG Strix-topmodel. De ROG Strix-uitvoering doet alles wat liefhebbers van een high-end kaart mogen verwachten: een goede standaard fabrieksoverklok, lage temperaturen, weinig geluid, fijne extra’s zoals een dubbel bios en een design om je vingers bij af te likken. Uiteraard met een flinke dosis rgb-verlichting die je kunt synchroniseren met je ASUS-moederbord. Zowel de fysieke bouw als de afwerking is zoals gebruikelijk top. Dat maakt de ROG Strix-versie van elke videokaart eigenlijk een van de meest begeerlijke.

De keerzijde van ROG Strix-producten is vrijwel altijd de prijs. En hoewel de huidige tekorten ervoor zorgen dat de exacte meerprijs lastig is vast te stellen, is een stevige meerprijs eigenlijk wel een gegeven. Toch kan zo’n meerprijs de moeite waard zijn als er geen concessies zijn gedaan in het ontwerp.

Waar ASUS soms wel erg hard bezuinigt op zijn goedkopere varianten, is daar ditmaal bij de TUF Gaming-uitvoering geen sprake van. Die mist weliswaar iets van de flair en de rgb-verlichting van zijn duurdere broer, maar dat is ook het enige. Met zijn aluminium ontwerp is hij fysiek alsnog indrukwekkend. Bovendien is hij (nipt) de meest efficiënte RTX 3080 die we hebben getest. En ook de extra mogelijkheden zoals het dubbele bios (één iets sneller, één iets stiller) van de ROG Strix zitten er gewoon op.

©PXimport

ASUS ROG Strix

Getest
GeForce RTX 3090
Website
www.asus.com10Score100

  • Pluspunten

  • Fysiek het meest imposant

  • Koel én stil

  • Goede extra’s

  • Minpunten

  • Forse prijs

©PXimport

ASUS TUF Gaming

Getest
GeForce RTX 3080
Website
www.asus.com9Score90

  • Pluspunten

  • Keurige bouw en uitstraling

  • Koel én stil

  • Goede extra’s

  • Minpunten

  • Mist wat rgb-flair

MSI

Van MSI hebben we ook twee modellen, de opvallende Gaming X Trio en de meer bescheiden Ventus 3X. De Gaming X Trio-uitvoering is praktisch gezien erg sterk: prima fabrieksoverklok, een indrukwekkende uitstraling met flink wat rgb-verlichting, plus de stilste koeling van alle kaarten. Dat verschil is zeker hoorbaar. Dit levert iets hogere temperaturen op dan bij de concurrentie, maar nooit té hoog.

MSI probeert de prijs iets aantrekkelijker te houden dan sommige concurrenten door wat mogelijkheden te schrappen. Zo komt deze kaart zonder dubbel bios of extra hdmi-aansluiting. MSI richt zich dus vooral op liefhebbers van stilte en rgb-verlichting, die verder niet meer nodig denken te hebben.

De Ventus 3X is de no nonsense-uitvoering van MSI. Deze variant zou tot de allergoedkoopste op de markt moeten behoren. Fancy extra’s zoals rgb-verlichting, extra aansluitingen of een tweede bios ontbreken dan ook. Wel krijg je een chique koeler met drie fans, die prima temperaturen noteert. Een uitstekende optie als je op zoek bent naar een goede RTX 3080 of RTX 3090 zonder fratsen.

©PXimport

MSI Gaming X Trio

Getest
GeForce RTX 3080 en RTX 3090
Website
www.msi.com9Score90

  • Pluspunten

  • Zeer stil

  • Luxe uitstraling met veel rgb

  • Minpunten

  • Weinig extra’s

MSI Ventus Trio

Getest
GeForce RTX 3080
Website
www.msi.com8Score80

  • Pluspunten

  • Keurige bouw en uitstraling

  • Prima en stille koeling

  • Scherpe prijs

  • Minpunten

  • Weinig extra’s

Gigabyte

Gigabytes mid-range-uitvoering is al enkele jaren de Gaming OC, met doorgaans een goede balans tussen efficiëntie, looks en prijs. En ook bij deze generatie is die balans weer prima in orde. Hij heeft niet de meest efficiënte koeler, maar de achterstand op de beste opties is zeer beperkt. Bovendien ziet hij er met een beetje rgb-verlichting leuk uit, en komt hij met wat fijne extra’s zoals het tweede bios en een hdmi2.1-poort.

Tel daar een normaliter scherpe prijs bij op en je hebt een interessante middenklasser die je af doet vragen waarom je meer zou moeten betalen voor je videokaart. Gezien de geringe verschillen is het sterkste aspect van deze kaart de extra garantie, vier jaar in plaats van de gebruikelijke drie. Wat ons betreft een goed argument wanneer je twijfelt tussen de vele goede opties.

©PXimport

Gigabyte Gaming OC

Getest
GeForce RTX 3080 en RTX 3090
Website
www.gigabyte.com9Score90

  • Pluspunten

  • Goede balans prestaties en prijs

  • Prima efficiëntie

  • Extra lange garantie

  • Minpunten

  • Blinkt nergens echt in uit

Palit

De Palit Game Rock is een beetje een vreemde eend in de bijt. Deze normaliter vooral op Azië gerichte fabrikant kwam met de meest opvallende RTX-kaart aanzetten die we ooit hebben gezien. De hele voorkant is voorzien van een juweelachtige structuur (gewoon plastic overigens) die volledig oplicht met rgb-verlichting. In theorie kunnen die lichtjes uit, maar deze unieke uitstraling is zo dominant dat de doelgroep van Palit – iedereen die overtuigd is dat meer verlichting beter is – er bovenop is gesprongen.

De Game Rock is overigens niet louter looks, want hij is standaard zeer agressief afgesteld, met een wat hoger verbruik en hogere kloksnelheden tot gevolg. Daarmee is hij net wat sneller, maar ook weer net wat warmer en luider. De koeler presteert opvallend goed, maar er zijn efficiëntere kaarten. Extra’s zoals een dubbel bios ontbreken overigens niet. Een aardig complete kaart dus, zeker voor liefhebbers van die opvallende looks.

©PXimport

Palit Game Rock

Getest
GeForce RTX 3090
Website
www.palit.com8Score80

  • Pluspunten

  • Unieke uitstraling

  • Zeer rap afgesteld

  • Prima extra’s

  • Minpunten

  • Uitstraling iets té uniek?

  • Net wat luider

Nvidia GeForce RTX 3080 Founders Edition

Nvidia’s Founders Edition (FE) is de enige uitvoering waarbij de koeler verschilt tussen de RTX 3080 en RTX 3090. De RTX 3090 is veel groter, maar die hebben we helaas niet kunnen testen. En dus richten we ons op de RTX 3080 FE.

Het ontwerp van Nvidia is opvallend. Met zijn volledig metalen design maakt de kaart echt indruk, ondanks de kleinere maatvoering die praktisch gezien ook weer voordelen heeft. Ook de koeler is opvallend. Die blaast aan de rechterkant warme lucht door de kaart heen naar boven. Dat werkt prima in een typische atx-computerkast, maar let op met compacte itx-behuizingen: daar gaat dat soms niet goed.

Een FE was in een ver verleden niet bijster interessant, maar is inmiddels gewoon een degelijke uitvoering die niet langzamer is dan de “OC” of “overclocked” versies van zogeheten boardpartners. Die grotere varianten zoals hierboven zijn weliswaar efficiënter, maar als het design van Nvidia je aanspreekt is hier niets mis mee, zeker als je bedenkt dat deze kaart voor een instapprijs wordt verkocht.

©PXimport

Nvidia Founders Edition

Getest
GeForce RTX 3080
Website
www.nvidia.nl7Score70

  • Pluspunten

  • Indrukwekkende metalen bouw

  • Goede prestatie

  • Gunstige prijs

  • Minpunten

  • Partnerkaarten zijn efficiënter

Conclusie

Met een lagere prijs en grote prestatieverbetering ten opzichte van de RTX 2080 Ti is de RTX 3080 direct aantrekkelijk voor iedereen die op zoek is naar de ultieme prestaties. Het is voor de meeste gamers simpelweg de beste videokaart op de markt en vooralsnog verwachten we dat daar niet veel verandering in gaat komen. Alleen de RTX 3090 is nog iets sneller, maar met een meer dan dubbel zo hoge prijs is die echt alleen voor de allerrijksten weggelegd. Wij vinden de geringe prestatiewinst niet voldoende om hem aan gamers aan te bevelen.

Dankzij Nvidia’s slimme boostalgoritmes is het verschil in daadwerkelijke prestaties tussen de verschillende fabrikanten minimaal. We komen dan ook tot de conclusie dat de negen kaarten die wij hebben getest, stuk voor stuk voorzien van forse koelers, geen van allen een miskoop zijn. Technisch gezien is de ROG Strix de meest complete variant en daarmee nipt testwinnaar. De opvallend lage geluidsproductie van de MSI Gaming X Trio is ook aantrekkelijk voor liefhebbers van ultieme stilte en levert de kaart het keurmerk redactietip op. Hetzelfde keurmerk kennen we toe aan de Gigabyte Gaming OC, een van de normaliter meer betaalbare opties met een aantrekkelijke extra garantie. Wanneer de inhoudelijke verschillen klein zijn, is een extra lange garantie een sterk argument.

Maar mochten de tekorten aanhouden en zie je een van de geteste kaarten in de schappen, dan kun je je er sowieso geen buil aan vallen. De verschillen tussen de beste en de iets mindere kaarten zijn echt minimaal. Mocht je willen overklokken, kijk dan wel of de kaart een extra bios biedt. Vind je de prijs van deze kaarten nog iets te hoog? Tegen de tijd dat je dit leest, is de goedkopere GeForce RTX 3070 ook op de markt en wellicht geldt hetzelfde voor de RTX 3060(Ti). Ook die kaarten zullen hun voorgangers vermoedelijk met een ruime marge achter zich laten.

©PXimport

Conclusie

▼ Volgende artikel
Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt
© fotomek
Huis

Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt

Denk je net goed bezig te zijn met een A+++-wasdroger, blijkt die vanaf juli 2025 opeens een magere C te scoren. Wat is hier aan de hand? Geen paniek: je apparaat is niet plotseling minder efficiënt geworden, het energielabel wordt een stuk strenger. In dit artikel lees je waarom de regels zijn veranderd, wat het nieuwe label precies meet en hoe je wél de juiste conclusies trekt bij je volgende aankoop.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bemmel & Kroon

Vanaf 1 juli 2025 – morgen dus! – verandert het energielabel van wasdrogers in heel Europa. De bekende klassen als A+, A++ en A+++ verdwijnen en maken plaats voor een overzichtelijker schaal van A tot en met G. Hierdoor krijgen veel huidige A+++-drogers voortaan een label C. Niet omdat ze slechter presteren, maar omdat de normering strenger en toekomstbestendiger wordt.

Waarom een nieuw energielabel nodig was

Het oude systeem was zijn doel voorbijgeschoten. Doordat fabrikanten steeds energiezuinigere apparaten ontwikkelden, werden er voortdurend plussen aan de A-klasse toegevoegd. Daardoor ontstond een wildgroei aan energielabels die de consument eerder in verwarring bracht dan hielp. Met het nieuwe label keert de rust terug: één heldere schaal die opnieuw ruimte laat aan de top. De zuinigste klasse A blijft voorlopig zelfs leeg, zodat alleen uitzonderlijk efficiënte apparaten die plek mogen innemen.

©Bemmel & Kroon

Wat je ziet op het nieuwe label

Het nieuwe energielabel bevat veel meer informatie dan alleen een letter. Naast de energieklasse geeft het label nu ook inzicht in het verbruik per honderd droogbeurten, gemeten volgens een gestandaardiseerd Eco-programma. Ook de programmaduur, het maximale vulgewicht van de trommel, het geluidsniveau in decibel en de condensatie-efficiëntie staan erop vermeld. Via een QR-code kun je bovendien extra technische details opzoeken in de Europese EPREL-database. Deze toevoegingen zorgen ervoor dat je als consument beter kunt inschatten welk apparaat past bij jouw huishouden en gebruik. Meer informatie vind je op deze pagina.

©Bemmel & Kroon

1. QR-code met link naar de EU database
2. Energie-efficiëntieklasse
3. Energieverbruik in kWh/100 droogcycli*
4. Condensatie-efficiëntieklasse en -percentage

5. Geluidklasse en geluidemissie in dB(A)**
6. Maximale laadcapaciteit (nominale capaciteit in kg)**
7. Duur in uren en minuten**

* Waarden gelden voor een gewogen gemiddelde van halve en volle ladingen met een verhouding van 0,62 (24x volle lading, 76x halve lading).
** Droogcyclus van katoen eco-programma bij volle lading.

Het lastige van vergelijken

Oude en nieuwe energielabels kun je niet zomaar naast elkaar leggen. Een A+++-droger uit 2024 kan volgens de nieuwe testmethodes een label C krijgen, terwijl het apparaat in de praktijk nog steeds even zuinig is. Dat verschil komt puur door de aangescherpte meetnormen, en niet door een verandering in prestaties. Laat je dus niet misleiden door een ogenschijnlijke 'verslechtering' van het label, maar kijk naar de echte verbruiksgegevens en technische kenmerken van jouw wasdroger.

Wat dit voor jouw keuze betekent

Bij het kopen van een nieuwe droger is het dus belangrijk om verder te kijken dan alleen de letter op het label. De vermelding van het energieverbruik per honderd droogcycli geeft je een veel concreter beeld van de stroomkosten op jaarbasis. Ook het geluidsniveau, de capaciteit van de trommel en de duur van het droogprogramma bepalen in sterke mate hoe comfortabel en efficiënt het apparaat in de praktijk is. Dankzij de QR-code kun je bovendien snel en eenvoudig controleren of de technische gegevens aansluiten bij je verwachtingen.

©Viktoria

Slim kiezen met het nieuwe label

De vernieuwde energielabels maken het makkelijker om een slimme, bewuste keuze te maken. Niet alleen zie je in één oogopslag hoe energiezuinig een apparaat is volgens de nieuwste normen, je hebt ook toegang tot de details die er écht toe doen. Zo kun je jouw keuze afstemmen op wat je belangrijk vindt: lage kosten, weinig geluid, korte droogtijd of een groot vulgewicht. Door te letten op de werkelijke prestaties in plaats van alleen op een letter, maak je een duurzame keuze die ook op de lange termijn rendeert.

Wil je hulp bij het kiezen van een energiezuinige droger of persoonlijk advies over welk type het best bij jouw huishouden past? Laat je dan informeren door een specialist, zodat je met vertrouwen de juiste keuze maakt voor nu én de toekomst.

Op zoek naar een écht zuinige droger?

Bekijk de beste deals bij Bemmel & Kroon!
▼ Volgende artikel
Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op
© zephyr_p
Huis

Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op

Een nieuwe oven, koelkast of vaatwasser kiezen begint niet bij het design of de functies – het begint met een meetlint. Want hoe mooi of geavanceerd een apparaat ook is, als het nét niet past, zit je met een kostbare misser. Een paar millimeter speling kan het verschil maken tussen een perfect passende keuken en een frustrerende inbouwervaring. Met deze meetinstructies weet je zeker dat je straks niet voor verrassingen komt te staan.

Wil je je inbouwapparatuur tot op de millimeter nauwkeurig installeren, dan is precies meten onmisbaar. In dit artikel lees je over:

• Algemene meetprincipes • Waar je precies op moet letten bij een ⋄ inbouwkoelkast of -vriezer  ⋄ inbouwoven en -magnetron  ⋄ inbouwvaatwasser ⋄ inbouw-espressomachine  • Welke veelgemaakte fouten je moet zien te vermijden • Wat je altijd als laatste moet doen

Ook interessant: Een inbouwkoelkast kopen: waar moet je op letten?

Goed meten is het halve werk

Voordat je aan de slag gaat met meten, is het slim om een paar basisregels aan te houden. Gebruik altijd een betrouwbare rolmaat en eventueel een digitale schuifmaat voor extra precisie. Meet de binnenafmetingen van de nis (dus niet de buitenkant van je keukenkast) en noteer breedte, hoogte én diepte.

Houd daarnaast rekening met de ventilatieruimte: meestal is 2 tot 5 cm aan de achterkant en zijkanten nodig. En check of er ruimte is voor stopcontacten, wateraansluitingen en kabeldoorvoeren – die bepalen vaak óók of het apparaat goed kan worden geplaatst.

©Andrey Sinenkiy

Waar moet je op letten per apparaat?

Elk soort inbouwapparaat heeft zijn eigen eisen en aandachtspunten. Hieronder lees je per type waar je bij het opmeten en installeren specifiek op moet letten. Zo kom je niet voor verrassingen te staan.

Inbouwkoelkast of -vriezer

De hoogte van de nis is hier allesbepalend. Veelvoorkomende maten voor inbouwkoelkasten en -vriezers zijn 88, 140 en 178 cm, maar afwijkingen komen vaak voor. Let op het deursysteem: een sleepdeurmechanisme vraagt meestal om iets meer ruimte in de breedte. Diepte is vaak 55 cm, maar modellen met een ventilator achterop kunnen richting de 60 cm gaan.

Inbouwoven of -magnetron

Standaard? Niet helemaal. De nisbreedte is meestal 56 cm, terwijl het frontpaneel iets breder is (ca. 59,5 cm) voor een nette aansluiting. Hoogtes verschillen: compacte ovens zijn 45 cm hoog, standaardmodellen 60 cm. Magnetrons vragen soms extra ruimte aan de bovenkant voor uitstekende bedieningspanelen.

Inbouwvaatwasser

Hier draait het vooral om hoogte. Die varieert tussen 81,5 en 87 cm, met verstelbare poten voor wat speling. Meet ook de plinthoogte (van vloer tot onderkant kast), en vergeet de watertoevoer niet – reken op zo’n 5 cm extra ruimte in de diepte voor de slang.

Inbouw-espressomachine

Kleiner apparaat, maar niettemin precisiewerk. De breedte is vaak rond de 56 cm, maar de diepte varieert sterk. Let vooral op het waterreservoir (dat tot 55 cm diep kan zijn) en op kleppen of deurtjes die naar voren openen: die hebben extra werkruimte nodig.

©Cristina Villar Martin | Ladanifer

Veelgemaakte fouten die je makkelijk voorkomt

Zelfs met zorgvuldige metingen kan het misgaan, vaak doordat kleine details worden vergeten. Denk aan ventilatieruimte, uitstekende stekkers of leidingen die net in de weg zitten. Een handige tip: plak een strook tape op de vloer op de plek waar de achterkant van het apparaat komt, en markeer waar stekkers en leidingen zitten. Zo zie je snel of er iets in de weg zit.

Ook niet onbelangrijk: controleer of de nis waterpas is! Zeker bij koelkasten met uitschuiflades kan een scheve ondergrond voor problemen zorgen. Pas waar nodig je kast of ondervloer aan voordat je installeert.

Bij renovaties gelden vaak afwijkende maten. Oudere keukens hebben soms dikkere wanden of ongebruikelijke dieptes. Meet dus altijd de huidige situatie én de specificaties van je nieuwe apparaat. Twijfel je? Schakel een keukenexpert in, zeker bij combinaties zoals een oven met magnetron, waarbij elk detail telt.

En tot slot: de allerbelangrijkste stap

Het klinkt als een open deur, maar het voorkomt de meeste problemen: meet altijd twee keer! Schrijf je maten op en leg ze naast de officiële productspecificaties. Let daarbij op details als verstelbare voetjes, uitsparingen voor de deur of een uitschuifbaar bedieningspaneel. Zo weet je zeker dat jouw nieuwe inbouwapparaat niet alleen technisch past, maar ook mooi aansluit bij de rest van je keuken. Want uiteindelijk draait het om één ding: alles moet kloppen – tot op de millimeter.