ID.nl logo
Cursus: Deel 1 - Raspberry Pi, de ultieme knutselcomputer
© PXimport
Zekerheid & gemak

Cursus: Deel 1 - Raspberry Pi, de ultieme knutselcomputer

Wellicht heb je al eens iets gelezen over de Raspberry Pi, het minicomputertje van amper 40 euro. In deze cursus leggen we uit waar je een exemplaar koopt, wat je allemaal nodig hebt en wat de mogelijkheden zijn. Ook maken we de Raspberry Pi klaar voor het echte werk. Na deze cursus volgt nog een workshopreeks, waarin we toepassingen voor de Raspberry Pi doorlopen.

Toen de Raspberry Pi vorig jaar op de markt kwam, volgde er een stormloop op de websites waar het apparaatje te koop was. Wie er eentje wilde bemachtigen, moest op een abnormaal vroege tijd uit bed, om te proberen binnen te komen in één van de webwinkels.

©PXimport

In principe kan je de Raspberry Pi als een minidesktopcomputer gebruiken, maar dat raden we niet aan.

Het leek wel een virtuele vorm van de wachtrijen die we altijd bij Apple-winkels zien wanneer er een nieuw model van de iPhone of iPad uitkomt. Maar de Raspberry Pi is helemaal het tegenovergestelde van een iPhone: het is een ruw computerbordje, zonder mooie vormgeving, helemaal niet afgewerkt en je moet er zelfs nog een besturingssysteem op installeren voor je er iets mee kan doen. Waarom is het dan zo populair?

Computer voor kinderen

Oorspronkelijk is de Raspberry Pi vooral ontwikkeld om een een kleine, goedkope computer te produceren voor kinderen die ermee kunnen leren programmeren. Het project ontsproot aan het brein van Eben Upton van het computerlaboratorium van de universiteit van Cambridge. Hij merkte dat zich ieder jaar weer minder studenten inschreven voor de opleiding computerwetenschappen. Bovendien hadden de studenten steeds minder programmeerervaring, terwijl dat een decennium eerder helemaal anders was. Upton besloot dat er iets moest gebeuren: kinderen moesten van jongs af aan gestimuleerd worden om te programmeren. Hij begon daarom een goedkope minicomputer te ontwerpen. Die moest zo goedkoop zijn dat het ouders het als cadeau konden geven aan hun kinderen, en ook zo goedkoop dat het geen ramp is als een te enthousiast kind iets verkeerd doet, met een defect tot gevolg. Na jaren prototypes ontwikkelen was het resultaat er vorig jaar: de Raspberry Pi. Maar die bleek uiteindelijk meer bij computernerds in de smaak te vallen dan bij het beoogde doelpubliek!

Populariteit

De prijs is een belangrijke factor voor die populariteit. Voor amper 40 euro haal je een klein apparaatje ter grootte van een bankpas in huis, dat eigenlijk een volledige computer is (zie het kader voor de specificaties). Bovendien verbruikt de Pi slechts 3,5 watt, waardoor je hem gerust dag en nacht kan laten draaien. Dat opent dus heel wat mogelijkheden voor wie zelf wil knutselen. Je kan er bijvoorbeeld zelf een mediacenter mee bouwen, een NAS, een centrale aansturing van domotica of beveiligingscamera's enzovoort.

Je kan het zo gek niet bedenken of de Pi kan het, al zal je zelf wel de handen uit de mouwen moeten steken. Je moet echter geen aversie tegen Linux hebben, want Windows draait niet op de Raspberry Pi. In deze basiscursus en in de workshops in de komende maanden zullen we je laten zien dat dit geen onoverkomelijk probleem is.

©PXimport

De Raspberry Pi is enkel een moederbordje. Verbind allerlei andere apparaten om ermee aan de slag te gaan.

Specificaties Pi

Processor 700 MHz Arm11

RAM 256 MB (Model A en Model B rev1), 512 MB (Model B rev2)

Usb2.0-poorten 1 (Model A), 2 (Model B)

Digitale video HDMI (1.3 en 1.4)

Analoge video RCA

Digitale audio HDMI

Analoge audio 3,5mm-jack

Opslag SD-kaartslot

Netwerk geen (Model A), 10/100 Mbit/s Ethernet (Model B)

Stroom 300 mA/1,5 W (Model A), 700 mA/3,5 W (Model B)

Afmetingen 85,60 x 53,98 x 20 mm

Gewicht 45 gram

Modellen en accessoires

Allereerst is het belangrijk om te weten dat er verschillende modellen zijn. Model A is het goedkoopste, maar biedt voor veel toepassingen een wat te beperkte functionaliteit. Zo heeft dit model geen netwerkaansluiting, slechts één usb-poort en maar 256 MB RAM.

Je kan hier uiteraard een usb-hub op aansluiten en daar een usb-netwerkadapter en andere usb-randapparatuur aan hangen, maar in de meeste gevallen haal je beter voor tien euro meer Model B in huis. Dat model heeft immers een Ethernetadapter voor 10/100 Mbit/s ingebouwd en heeft twee usb-poorten. Sinds de nieuwste revisie van 15 oktober 2012 is daar bovendien 512 MB RAM ingebouwd, wat voor veel toepassingen geen overbodige luxe is.

©PXimport

Twee vroege prototypes van de Raspberry Pi.

Let dus op het juiste model als je een Raspberry Pi aanschaft: model B revisie 2. Heb je vorig jaar al model B revisie 1 gekocht, dan is dat overigens geen ramp: voor veel servertoepassingen volstaat 256 MB RAM wel.

Daarnaast is het ook belangrijk om te weten dat je met enkel de Raspberry Pi niets kan. Om het in pc-termen te zeggen: met de Raspberry Pi koop je enkel een moederbord, zij het dan met het geheugen geïntegreerd. Je hebt allereerst een SD-kaart nodig, waar je een besturingssysteem op installeert.

De opslagcapaciteit hoeft niet enorm te zijn, want als je de Pi bijvoorbeeld als bestandsserver of mediaspeler wilt gebruiken, sluit je gewoon een externe harde schijf via usb aan voor je gegevens. Een SD-kaartje van 4 GB volstaat. Wel is de Pi wat kieskeurig: niet iedere SD-kaart werkt. Je koopt daarom maar beter je SD-kaart samen met een Pi in een webwinkel die de compatibiliteit garandeert.

©PXimport

Met enkele kabels sluit je de Raspberry Pi op alle benodigde randapparatuur aan.

Het enige wat je daarna nog nodig hebt zijn kabels, maar die heb je misschien al wel liggen. Stroom haalt de Pi uit een micro-usb-aansluiting, dus je kan perfect de lader van je (Android-)smartphone gebruiken, zolang die minstens 700 mA stroom levert. Voor de netwerkaansluiting heb je een Ethernetkabel nodig. De Pi aansluiten op een computerscherm gaat met een HDMI-kabel. Heb je geen computerscherm of tv met HDMI-aansluiting beschikbaar, dan kan je ook een oude tv gebruiken en die via de analoge RCA-kabel aansluiten. Een toetsenbord en muis sluit je tot slot via usb aan.

Accessoires

Na de installatie van Linux, waarop we later in deze cursus verder ingaan, heb je niet altijd al die accessoires nog nodig. Als je van de Pi bijvoorbeeld een bestandsserver maakt, heeft die geen scherm, toetsenbord of muis nodig. In plaats daarvan moet je dan wel een externe harde schijf via usb aansluiten. Gebruik daarvoor een ‘powered-usb-hub’, want de schijf heeft natuurlijk stroom nodig, die de Pi niet kan leveren.

Wil je een mediacenter van je Pi maken, dan sluit je de Pi via HDMI op je televisie aan.

©PXimport

Veel webwinkels verkopen kant-en-klare pakketten met een Raspberry Pi.

Overigens raden we wel een behuizing aan als je de Pi in je woonkamer plaatst. Dat zorgt niet alleen voor een extra bescherming, maar ook voor wat fysieke stabiliteit: het moederbordje zelf weegt immers zo weinig dat het gemakkelijk door een zware HDMI-kabel meegetrokken wordt, waardoor een ongelukje in een klein hoekje zit. Om alleen wat te experimenteren, is een behuizing geen vereiste.

Waar kopen?

In Nederland en België is de Raspberry Pi intussen in heel wat webwinkels te koop. Vaak verkopen die ook behuizingen en allerlei andere accessoires, zoals compatibele SD-kaartjes. Ook vind je er alles-in-één-pakketten met voedingskabel en een kleine muis en toetsenbord. Eveneens populair zijn de voorgeïnstalleerde besturingssystemen: je koopt dan een SD-kaartje waarop al Raspbian of een ander besturingssysteem voor de Pi staat, zodat je onmiddellijk aan de slag kan. Enkele interessante webwinkels zijn www.sossolutions.nl (waar je als lezer van Computer!Totaal 10% korting op je hele bestelling krijgt als je de kortingscode COMPUTERTOTAAL bij het bestellen ingeeft), www.minifo.com, www.kiwi-electronics.nl en www.conrad.nl.

Installatie

Wanneer je een Raspberry Pi en de benodigde accessoires hebt, is het tijd om er een besturingssysteem op te installeren. De makers raden Raspbian ‘wheezy’ aan, een speciaal voor de Raspberry Pi geoptimaliseerde versie van de Linux-distributie Debian. Download het zip-bestand van de downloadpagina www.raspberrypi.org/downloads op je computer en pak het bestand uit. Het resultaat is een bestand met de extensie .img dat je naar de SD-kaart moet schrijven. Steek die SD-kaart in de kaartlezer van je computer.

Het img-bestand is een exacte kopie van de SD-kaart, dus je kan het niet naar de SD-kaart schrijven door het in Windows Verkenner naar de juiste schijf te verslepen. Je hebt hiervoor het programma Win32 Disk Imager nodig.

Download het zip-bestand via http://ct.link.ctw.nl/wdi en pak het uit, waarna je het programma Win32DiskImager.exe in de uitgepakte map opstart. Je kiest het img-bestand en de schijfletter van de SD-kaart. Let op dat je niet per ongeluk de schijfletter van je harde schijf of een ander opslagapparaat kiest! Je bent dan alle bestanden immers kwijt. Kijk dus goed na of je de juiste schijfletter hebt klik dan pas op Write. Als het volledige img-bestand naar de SD-kaart geschreven is, sluit je het programma af en haal je de SD-kaart uit de computer.

©PXimport

Schrijf Raspbian naar de SD-kaart met Win32 Disk Imager.

Eerste keer opstarten

Als je Raspbian eenmaal op de SD-kaart geschreven hebt, steek je die in de sleuf op de Raspberry Pi en sluit je alle benodigde kabels aan: Ethernet, toetsenbord, HDMI en pas als laatste steek je de voedingskabel in het stopcontact. Er gaan nu wat ledjes branden naast de usb-poorten en de Pi start op. Als alles goed gaat, zie je nu op het scherm allerlei meldingen verschijnen van Raspbian. Uiteindelijk verschijnt er een configuratievenster, waarin je een aantal belangrijke zaken instelt, zoals je tijdzone, wachtwoord, toetsenbordindeling enzovoort. Ga met de pijltjestoetsen naar de onderdelen die je wilt instellen en druk op Enter.

Wat als je Raspberry Pi niet opstart?

Problemen met het opstarten kunnen divers zijn. De ledlichtjes geven echter een goede indicatie van wat het probleem is. Het rode ledje met PWR ernaast moet continu branden als er voeding is. Knippert dat ledje, dan gebruik je een te zwakke voedingskabel. Het groene ledje met OK ernaast, knippert wanneer de SD-kaart aangesproken wordt. Als je tijdens het opstarten wel het rode PWR-ledje ziet branden maar het groene OK-ledje niet knippert maar zachtjes brandt, dan vindt de Raspberry Pi de bootcode van het besturingssysteem niet. Controleer dan of de SD-kaart wel correct in zijn slot zit. Als het dan nog niet werkt, probeer dan het image opnieuw naar de SD-kaart te schrijven of probeer eens een andere SD-kaart uit. Als de Pi wel opstart maar het ‘splash screen’ (vier pixels vergroot over het hele scherm) blijft tonen, vindt hij de Linux-kernel niet om op te starten. Schrijf dan ook opnieuw een image naar de SD-kaart.

Als je die configuratie eenmaal hebt gedaan (zie ook het kader ‘Onmisbare configuratiestappen’), ga je met de Tab-toets naar Finish en druk je op Enter, waarna je een opdrachtprompt te zien krijgt die wat op de DOS-prompt lijkt. Overigens biedt Raspbian ook een grafische omgeving aan. Type de opdracht startx in de opdrachtprompt en druk op Enter. Je krijgt de grafische omgeving LXDE op je scherm te zien. Heb je een muis aangesloten, dan kan je hiermee in principe de Raspberry Pi als een minidesktopcomputer gebruiken. Als webbrowser staat er bijvoorbeeld Midori op. Toch is het niet de bedoeling dat je nu op je Pi gaat surfen en teksten typen, want daarvoor is het apparaatje wat te zwak.

©PXimport

Als je de Raspberry Pi op je tv aangesloten hebt, krijg je een opdrachtprompt van Raspbian te zien.

Onmisbare configuratiestappen

De eerste keer dat je de Raspberry Pi opstart krijg je een configuratieprogramma te zien. Je kan die configuratie op elk ander moment opnieuw opstarten. Type daarvoor de opdracht sudo raspi-config in de opdrachtprompt. Niet alle configuratietaken zijn even belangrijk, maar we stippen er twee aan die niet erg duidelijk, maar toch belangrijk zijn. Zo moet je zeker expand_rootfs kiezen, omdat het image van Raspbian dat je naar de SD-kaart geschreven hebt, niet de volledige opslagcapaciteit gebruikt. Als je deze optie kiest en de Raspberry Pi herstart, is de volledige capaciteit beschikbaar. En met de optie memory_split kies je hoeveel megabytes RAM er beschikbaar zijn voor programma's en hoeveel voor de grafische processor (gpu), want dat geheugen wordt gedeeld. Als je de Raspberry Pi als server wilt inzetten, kan het geen kwaad om zo min mogelijk RAM aan de gpu toe te kennen, bijvoorbeeld slechts 16 MB.

Servertoepassingen

We gaan de Raspberry Pi in de volgende delen vooral voor een aantal servertoepassingen inzetten, dus vergeet even de grafische omgeving die je nu op je scherm ziet. Sluit deze af door in de rechterbenedenhoek op het icoontje van de powerknop te klikken, waarna je de opdrachtprompt weer te zien krijgt. Als we de Pi als server willen inzetten, moeten we die kunnen aansturen zonder toetsenbord, muis of scherm. Dat kan door via het netwerk opdrachten te geven. Daarvoor moeten we eerst het IP-adres van de Pi op je lokale netwerk kennen. Typ daarvoor de opdracht ifconfig eth0 in de opdrachtprompt in en druk op Enter. Achter inet addr: krijg je het IP-adres te zien, bijvoorbeeld 192.168.0.84. Onthoud of noteer dit adres.

©PXimport

Configureer je Raspberry Pi met het programma raspi-config.

Installeer nu op je computer het programma PuTTY, dat gratis te downloaden is van http://ct.link.ctw.nl/put. Daarmee kan je via het netwerk op je Rasberry Pi inloggen. Start putty.exe op, vul het IP-adres van de Pi in bij Host Name (or IP address), laat het verbindingstype op SSH staan en de poort op 22, en klik onderaan op Open. Je krijgt daarna de vraag om de zogenoemde SSH-sleutel van de Pi te aanvaarden, wat je moet doen om verder te gaan. Tot slot vul je na Login as: je gebruikersnaam (standaard pi) in en na password: je wachtwoord (standaard raspberry). Daarna ben je ingelogd en krijg je dezelfde opdrachtprompt te zien als toen je rechtstreeks op de Pi inlogde met het toetsenbord en scherm.

©PXimport

Dankzij PuTTY kan je op je Raspberry Pi inloggen via het netwerk. Een toetsenbord, muis en beeldscherm zijn dan niet meer nodig.

Vanaf nu kan je alle benodigde opdrachten op de Pi vanaf je Windows-computer uitvoeren, dus verwijder gerust het toetsenbord, de muis en de HDMI-kabel van de Raspberry Pi. Overigens heeft de Pi geen aan/uit-knop. Typ de opdracht sudo shutdown -h now in PuTTY in, wacht tot alleen het rode PWR-ledje nog brandt en trek de stekker eruit.

©PXimport

In dit venster van PuTTY zal je tijdens de komende workshops heel wat opdrachten voor je Raspberry Pi intypen.

Klaar voor gebruik

Als je deze cursus volledig gevolgd hebt, ben je nu de trotse eigenaar van een werkende Raspberry Pi. Het ziet er misschien nog niet indrukwekkend uit, maar vergis je niet: dit kleine apparaatje biedt je heel wat mogelijkheden. In de komende nummers tonen we je een aantal van die mogelijkheden, waarbij we je in enkele workshops stap voor stap verschillende toepassingen laten installeren.

©PXimport

Nadat je met raspi-config de volledige capaciteit van je SD-kaart benut hebt, controleer je met de opdracht df -h -t rootfs hoeveel gigabyte je tot je beschikking hebt.

▼ Volgende artikel
Nieuw van Hisense: AI-tv's voor sportzomer 2025
Huis

Nieuw van Hisense: AI-tv's voor sportzomer 2025

Met de FIFA Club World Cup 2025, Wimbledon, de Tour de France, het EK Hockey en de Dutch GP in aantocht, lanceert Hisense een nieuwe generatie televisies die zijn afgestemd op sport en snelle actie. De U7Q- en E7Q(PRO)-series maken gebruik van Mini-LED-technologie in combinatie met slimme AI-functies. De modellen zijn leverbaar in schermformaten tot 100 inch.

Voor sport ontworpen beeldweergave

De nieuwe modellen zijn voorzien van 'AI Sports Mode', die automatisch het beeld en geluid aanpast bij live sportwedstrijden. Denk aan verbeterde bewegingsweergave, verhoogde kleurintensiteit en geluidsdynamiek. Zo blijven snelle acties – zoals een sprint of counter – scherp in beeld, zonder hapering of vervaging. De hoge helderheid van Mini-LED maakt deze televisies bovendien geschikt voor gebruik in lichte kamers.

Slimme beeldbewerking met Hi-View AI Engine

De Hi-View AI Engine is het hart van de U7Q- en U7Q PRO-modellen. Deze techniek analyseert elk frame op kleur, contrast en detail. Daarbij wordt ook gekeken naar diepte, huidtinten en grafische elementen, zodat het beeld er haarscherp en levensecht uitziet. Standaardcontent wordt automatisch opgeschaald naar 4K-resolutie, voor een consistent hoge beeldkwaliteit.

Ook voor gaming en films

De topmodellen in de nieuwe line-up – zoals de U8Q en U7Q PRO – combineren Mini-LED PRO met 165Hz Game Mode Ultra. Die zorgt voor extreem vloeiend beeld en korte responstijden, ook bij snelle games. De U8Q beschikt over een 4.1.2 surround-geluidssysteem; de U7Q PRO over 2.1.2 geluid met ingebouwde subwoofer.

Wie een model zoekt met vergelijkbare techniek, maar tegen een scherper prijsniveau, komt uit bij de standaard U7Q (55 tot 85 inch). Die is voorzien van Mini-LED, 144Hz Game Mode Pro en diepe bassen via een geïntegreerde subwoofer. De E7Q PRO combineert QLED-paneeltechniek met AI Picture-technologie, 144Hz en Dolby Vision Atmos. De E7Q heeft vergelijkbare beeldoptimalisatie en is geschikt voor zowel sportkijkers als filmliefhebbers.

Wat is Mini-LED?

Mini-LED is een vorm van led-achtergrondverlichting waarbij veel kleinere leds worden gebruikt dan bij standaard led-tv's. Daardoor kunnen zones preciezer worden aan- of uitgeschakeld. Het resultaat: hoger contrast, diepere zwartwaarden en meer controle over de helderheid. Dit is vooral zichtbaar bij scènes met veel licht/donker-overgangen – en dus ideaal voor sport en film.


📺 Bekijk en vergelijk Hisense-televisies op Kieskeurig.nl:


▼ Volgende artikel
Lekker bezig in de tuin: dit doe je in juni
© DoraZett
Huis

Lekker bezig in de tuin: dit doe je in juni

Juni is een maand waarin alles in je tuin op volle toeren draait. De planten groeien snel, het gras schiet omhoog en bloemen staan volop in bloei. Tegelijk vraagt die uitbundige groei ook om aandacht. Door nu slim in te grijpen, houd je je tuin sterk, gezond en in vorm – klaar voor een lange, mooie zomer. Of je nu de schaar pakt voor je haag, je gieter vult of de grasmaaier uit de schuur haalt: dit zijn de klussen waar je in juni het verschil mee maakt.

In juni mag je: • De laatste kale plekken opvullen met plantenDe rozen bemestenBij droog weer de planten en het gazon veel water gevenHet gras 1 tot 2 keer per week maaienHagen en heesters voor 21 juni snoeien

Lees ook: Groener gras? Maaien en onderhouden doe je zo

Het kan nog: meer planten in je tuin

Dit is hét moment om één- en tweejarige planten te zaaien voor volgend jaar. En zie je nog een kaal plekje in de tuin? Zet daar dan nu nog wat eenjarige zomerbloeiers neer. Zo heb je er deze zomer nog plezier van.

Knip ook de uitgebloeide bloemen uit je planten. Dat lijkt een kleine moeite, maar het zorgt ervoor dat ze hun energie in nieuwe bloemen steken in plaats van in zaadvorming. En vergeet niet de peulen van de blauwe regen te verwijderen – die zijn giftig.

Heb je afgelopen najaar geen rozen of heesters geplant? Dan kun je dat nu alsnog doen. Rozen bloeien snel, dus je ziet er deze zomer al resultaat van. Heb je hoge planten in je borders? Geef ze wat steun met een paar bamboestokken en bind ze voorzichtig vast. Zo blijven ze mooi overeind, ook als het ineens flink waait.

©lev dolgachov

Mest voor de rozen

De rozen staan er deze maand schitterend bij. Om ervoor te zorgen dat ze het goed blijven doen, bemest je ze met speciaal rozenmest. Hierin zit magnesium, wat de roos veel goeds doet. Daarin zit onder andere magnesium, en daar worden ze zichtbaar blij van. Kijk meteen ook of je witte of zwarte vlekken op het blad ziet – dat kan duiden op meeldauw of sterroetdauw.

Heb je fuchsia's in de tuin? Controleer die dan op bladluis en witte vlieg. Door de warmte is de kans op plagen nu groter. Meng 1 liter water met 20 gram groene zeep en 10 gram spiritus, en spray dit mengsel regelmatig over de planten. Zo houd je ze gezond en sterk.

Voldoende water

Haal de tuinslang maar uit de schuur, want bij droog weer hebben planten echt dorst. Geef niet telkens een beetje water, maar maak de grond in één keer goed nat – tot diep bij de wortels. Het is beter om eens per week langdurig te sproeien dan elke dag een kwartiertje. Kies wel het juiste moment: 's ochtends vroeg of aan het eind van de dag. Dan verdampt het water minder snel en kunnen planten het beter opnemen. Vergeet ook je kamerplanten niet. Bij warm weer hebben zij óók meer nodig. Zet ze op een regenachtige dag gerust even buiten. Dan spoelt het stof van het blad en krijgen ze meteen een opfrisser.

©Елена Бурова

Snoeien = groeien

Wist je dat veel planten na de langste dag van het jaar een groeispurt krijgen? Juist daarom is het slim om vóór 21 juni hagen en snelgroeiende heesters nog even bij te knippen. Zo lopen ze in de zomer mooi en vol uit.

Ook jasmijn, seringen, liguster, botanische rozen, sierkers en bodembedekkers kun je nu nog prima snoeien. Sommige vaste planten mag je na de bloei zelfs flink terugknippen – dan maken ze vaak een tweede ronde. Denk aan vrouwenmantel, margriet, zonnehoed, kattenkruid, kokardebloem en kogelboterbloem. En ook de bosrank (clematis) snoei je terug zodra hij is uitgebloeid.

Kies wel een bewolkte dag voor het snoeiwerk. Dan is de kans kleiner dat het verse blad of de stengels verbranden in de zon.

©africa-studio.com (Olga Yastremska and Leonid Yastremskiy)

Extra zorg voor je gras

Het gras groeit in juni razendsnel. Maai het gazon daarom één tot twee keer per week en neem meteen de randen mee met een trimmer. Is het langere tijd droog? Maai dan minder vaak en laat het gras iets langer staan, zodat het beter bestand is tegen de hitte. Op warme dagen kun je het maaien het best uitstellen tot de avond, dan droogt het gras minder snel uit.

Heb je nog dorre of kale plekken in het gazon? Pak die dan nu aan. Zaai nieuw gras in, of leg graszoden als je snel resultaat wilt. Let ook op het onkruid: dat groeit net zo hard mee en vraagt dus om wat vaker wieden.