ID.nl logo
Defragmenteren? Register opschonen? Alles over PC-onderhoud
© Reshift Digital
Zekerheid & gemak

Defragmenteren? Register opschonen? Alles over PC-onderhoud

Bij computervragen en -problemen richten veel gebruikers zich tot Google. Begrijpelijk, want internet staat bol van nuttige tips en tools. Maar er zijn ook heel veel waardeloze of zelfs misleidende tips te vinden over pc-onderhoud. We kijken kritisch naar tips van twijfelachtig allooi en helpen je op (de goede) weg met een aantal slimme gewoontes.

Tip 01: Registeropschoners

Het Windows-register is natuurlijk een essentiële datastructuur, die informatie bevat over je systeem, over hardwarecomponenten en geïnstalleerde toepassingen. Je kunt (voorzichtig) een kijkje nemen via Windows-toets+R, waarna je Regedit uitvoert.

Welke problemen je ook ondervindt, de kans is groot dat je op internet tips vindt die je aanraden een ‘registry cleaner’ te draaien. Registeropschoners zijn er inderdaad meer dan genoeg (zoek maar eens op Snapfiles maar eens naar Registry cleaner), maar je zult er zelden een concreet pc-probleem mee oplossen. Ook de bewering dat zo’n opschoonronde je systeem merkbaar sneller maakt slaat meestal nergens op. Windows leest namelijk alleen registerdelen in die het op dat moment nodig heeft. Die worden bovendien in het snelle geheugen geplaatst, zodat een afslanking van het register nauwelijks effect heeft. Daarbij bestaat de kans dat zo’n opschoner iets te rigoureus te werk gaat en ook nuttige registersleutels verwijdert.

Wil je echt zo’n tool toch gebruiken, zorg dan eerst voor een back-up van het systeem of het register. Eén van de betere tools is RegBak. Klik op Click here to view details en zet bij voorkeur ook een vinkje bij Others. Bevestig met OK, druk op New Backup, geef een doellocatie aan en klik op Start. Een back-up terugzetten is simpel: selecteren en Restore aanklikken. Via Options bepaal je zelf welke register-onderdelen je herstelt.

©PXimport

Tip 02: Usb formatteren

Als je een usb-schijf of -stick in gebruik wilt nemen, moet die natuurlijk geformatteerd zijn. Google lepelt je bestandsindelingen op als fat32, exfat en ntfs. Een verhaal van het bos en de bomen, dus. Veel hangt echter af van wat je met die stick of schijf wilt doen, waarbij je twee belangrijke factoren in het achterhoofd houdt: compatibiliteit - of portabiliteit, zo je wil - en bestandslimitering.

Ntfs lijkt op het eerste gezicht de beste indeling: ondersteuning van erg grote volumes, een ‘journaling systeem’ dat bestandscorruptie hoort tegen te gaan en ondersteuning van machtigingen. Dat zijn echter argumenten die voor een verwijderbaar usb-medium nu net van minder belang zijn: zo’n medium is zelden groter dan 2 TB, het journaling systeem zorgt voor overhead (extra schrijfoperaties) en gebruikersmachtigingen bemoeilijken een vlot gebruik van het medium op diverse apparaten.

Dan vinden we Fat32 beter geschikt voor verwijderbare usb-media. Er is echter één uitzondering: bestanden kunnen onder fat32 maximaal 4 GB groot zijn; voor grotere bestanden zoals video kies je beter voor ntfs. Houd er echter rekening mee dat macOS-systemen ntfs-schijven normaliter alleen kunnen lezen, niet beschrijven. Dat is standaard wél mogelijk met fat32.

Exfat is een alternatief voor wie met bestanden groter dan 4 GB wil werken, maar houd ook hier rekening met een beperkte portabiliteit: macOS-systemen versie 10.6.4 of ouder, sommige Linux-distributies en Xbox 360-apparaten kunnen hier standaard niet mee overweg.

©PXimport

Tip 03: Wisselbestand

©PXimport

Als Windows merkt dat er een tijdelijk tekort aan fysiek ram-geheugen is dan wordt normaliter het virtuele geheugen oftewel het wisselbestand aangesproken. Gezien dit bestand zich op de schijf bevindt is dat per definitie een veel trager dan het ram-geheugen. Op het internet lees je echter vaak de tip dat je bij voldoende geheugen (bijvoorbeeld minimaal 8 GB ram) het wisselbestand kunt verwijderen. Of je krijgt raadgevingen mee zoals “stel de grootte van het wisselbestand in op 1,5x de hoeveelheid ram-geheugen”.

Het is echter zo goed als onmogelijk algemeen advies over de optimale grootte van het wisselbestand te geven. Die hangt namelijk sterk samen met de hoeveelheid ram-geheugen nodig is voor applicaties die je regelmatig simultaan gebruikt. Verder is het zo dat Windows zelf heel goed (de grootte van) dit wisselbestand weet te regelen.

In veruit de meeste gevallen laat je het beheer dus rustig aan Windows over: druk op Windows-toets+R en voer sysdm.cpl uit. Open het tabblad Geavanceerd, druk op de bovenste knop Instellingen, ga nogmaals naar het tabblad Geavanceerd en klik op Wijzigen. Plaats een vinkje bij Wisselbestandsgrootte voor alle stations automatisch regelen.

Wil je grootte van dit wisselbestand toch absoluut zelf regelen, verwijder dan het vinkje, selecteer de beoogde schijf, vink Aangepaste grootte aan en vul de Begingrootte en de Maximale grootte in. Om de optimale waarden te kunnen bepalen moet je echter het geheugengebruik bestuderen, bijvoorbeeld met behulp van het gratis Process Explorer. We hebben echter niet de ruimte hier dieper op in te gaan.

Windows is best in staat zelf voor een optimaal beheer van het virtuele geheugen te zorgen.

-

Tip 04: Internetsnelheid

Internet schotelt je regelmatig “ultieme tips” voor waarmee je de snelheid van je internetverbinding merkbaar zou kunnen verhogen, Het gaat dan haast altijd om tips die je allerlei technische parameters laten aanpassen – parameters van het type die je te zien krijgt wanneer je als administrator naar de opdrachtprompt gaat en daar het commando netsh interface tcp show global uitvoert. Zeggen deze items je niet zoveel en heb je ook geen duidelijk idee over de mogelijke impact ervan, dan doe je er echter beter aan deze tips links te laten liggen. Immers, Windows stelt deze parameters doorgaans zelf al optimaal in.

Mocht je er toch aan willen sleutelen, dan kun je eventueel de semi-automatische tweaktool SG TCP Optimizer 4 inzetten. Start die als administrator op en stel het tabblad General settings in op Current. Verplaats de schuifknop vervolgens naar je maximaal beschikbare internetsnelheid - controleer dat eventueel. Druk vervolgens op Apply Changes, plaats een vinkje bij Backup, bevestig daarna met OK en herstart je pc.

Merk je na enkele dagen niet de verhoopte snelheidsverhoging op, dan kun je altijd nog terugkeren: ga naar File, kies Restore backup settings en verwijs naar het geback-upte bestand (met extensie spg) dat zich in de map van TCP Optimizer 4 bevindt.

©PXimport

Tip 05: Datashredding

Ben je van plan je harde schijf weg te geven of te verkopen, dan is het fijn om zeker te weten dat de ontvanger je oude data niet meer kan terughalen. Een simpele formattering is dan niet toereikend – ‘undelete’-tools als het gratis Recuva maken je dat snel genoeg duidelijk. Er zit dan weinig anders op dan je gegevens te ‘shredden’. Dat betekent zoveel als: met pseudo-willekeurige datapatronen overschrijven. Op het internet krijg je hierbij vaak het advies om dat met de Gutmann-methode te doen, waarbij je originele data maar liefst 35 keer worden overschreven – een uiterst arbeidsintensief en langdurig proces. Het is ook niet nodig, want op een moderne harde schijf liggen de databits zo dicht bij elkaar dat er ook van data die slechts één keer zijn overschreven, geen restmagnetisme meer terug te vinden is.

Degelijke tools om data op een harde schijf te shredden zijn DBAN voor complete partities, en Eraser voor individuele mappen en bestanden. Beide tools laten je uit diverse overschrijfmethodes kiezen, maar één keer overschrijven van je data is dus voldoende.

©PXimport

Tip 06: Slimme back-ups

Back-uppen blijft de beste garantie tegen gegevensverlies, maar de manier waarop je back-upt maakt wel verschil. Met de epidemie van ransomware in het achterhoofd is het namelijk erg belangrijk dat je back-upmedium na het back-uppen niet langer zomaar toegankelijk is. Idealiter koppel je het medium fysiek los van je pc, zoals een externe harde schijf. Is dat niet mogelijk of wenselijk, bijvoorbeeld bij een nas, zorg er dan voor dat de back-updata niet zonder meer bereikbaar zijn vanuit het account waarmee je bij Windows bent aangemeld. Immers, malware als ransomware opereert met dezelfde machtigingen als dat account.

Dat doe je door vanuit het configuratiescherm van je nas een speciaal gebruikersaccount met wachtwoord te creëren en uitsluitend aan dat account toegang te verlenen tot de back-upmap. Je moet er nu alleen nog voor zorgen dat je in je back-upsoftware de benodigde accountgegevens invult. Dat is bijvoorbeeld mogelijk in de uitstekende tool Veeam Agent for Microsoft Windows Free (registratie vereist – bij Company vul je eventueel iets willekeurigs in). Maar ook in dit geval valt het aan te bevelen dat je over minstens twee back-ups beschikt, die je op verschillende fysieke media bewaart. Idealiter is een van deze media nooit aangekoppeld op het moment dat het andere medium wel verbonden is.

©PXimport

Back-ups maken is goed. Slimme back-ups maken is nog beter.

-

Tip 07: Aparte datapartitie

Wanneer je de Windows-installatie zijn gang laat gaan, dan creëert die standaard één grote schijfpartitie voor zowel Windows zelf als voor de applicaties en je gegevensbestanden. Je doet er echter goed aan om deze laatste op een afzonderlijke datapartitie te zetten. Als ooit je Windows crasht, dan kun je de partitie waarop je het OS hebt geïnstalleerd in principe rustig herformatteren en Windows herinstalleren, zonder aan je gegevens (op de datapartitie) te raken. Een andere reden is dat het makkelijker is om je back-uptool volautomatische gegevensback-ups te laten maken: de stationsletter van je datapartitie invoeren is genoeg.

Beschik je inderdaad over een enkele partitie en wil je alsnog ruimte creëren voor een nieuwe datapartitie, druk dan op Windows-toets+R en voer diskmgmt.msc uit. De module voor Schijfbeheer opent zich. Hier klik je de partitie met de rechtermuisknop aan, waarna je Volume verkleinen kiest en aangeeft met hoeveel MB je die wilt verkleinen. Vervolgens creëer je vanuit het contextmenu van de Niet-toegewezen ruimte een afzonderlijke datapartitie via de optie Nieuw eenvoudig volume. In principe verloopt deze operatie zonder gegevensverlies, maar vooraf een complete systeemback-up maken lijkt ons toch wel aangewezen. Murphy, weet je wel.

©PXimport

Tip 08: Defragmenteren

Er is al heel wat (digitale) inkt gevloeid over de zin en onzin van schijfdefragmentaties. Dat is het proces waarbij dataclusters van eenzelfde bestand verplaatst worden zodat ze niet langer verspreid liggen over het schijfoppervlak, maar in samenhangende clusters worden bewaard. Zo’n proces vergt vanzelfsprekend heel wat schrijfoperaties, en dat is nu precies waar ssd’s niet op gemaakt zijn, wegens het relatief beperkte aantal schrijfcycli.

Je hoeft echter niet wakker te liggen van deze materie: Windows is namelijk wel zo slim om zelf voor een regelmatige defragmentatie te zorgen. Dat heb je snel genoeg gecheckt. Start de Verkenner, klik op Deze pc en klik een station met de rechtermuisknop aan. Kies Eigenschappen, ga naar het tabblad Extra en klik op Optimaliseren. Je kunt nu de instellingen van de aangesloten stations bekijken. Via Instellingen wijzigen / Gepland uitvoeren kun je een geschikte frequentie instellen (zoals Maandelijks). Je hoeft overigens niet bang te zijn dat Windows ook ssd’s gaat defragmenteren: op deze schijven beperkt het OS zich tot andere optimalisaties met behulp van het trim-commando.

©PXimport

Tip 09: Standaardaccount

Weliswaar is het handig om je altijd aan te melden met het administratoraccount – op die manier hoef je niet telkens het account-id van een administrator in te vullen wanneer je een Windows-instelling wilt wijzigen of software wilt installeren – maar veilig is het niet bepaald. Immers, zoals we al aangaven in tip 06, liften malware en hackers mee op de rug van het account waarmee jij bij Windows bent aangemeld. Is dat een administratoraccount, dan krijgt dat gespuis meteen ook veel meer armslag. Je doet er daarom verstandig aan ook voor jezelf – en zeker voor eventuele medegebruikers – een standaardaccount te creëren en je voor dagdagelijks gebruik daarmee aan te melden. Je creëert zo’n account via Instellingen / Accounts / Gezin en andere personen / Iemand anders aan deze pc toevoegen. Klik vervolgens het account aan en kies Accounttype wijzigen, waar je dan Standaardgebruiker selecteert.

©CIDimport

Tip 10: Regelmatige updates

Microsoft heeft het knap lastig gemaakt voor gebruikers die automatische systeemupdates willen blokkeren. Niet onbegrijpelijk, want een up-to-date systeem betekent automatisch ook een veiliger systeem. Maar naast Windows zelf zijn er natuurlijk nog applicaties en stuurprogramma’s die eveneens gebaat zijn bij regelmatige updates. Sommige toepassingen controleren weliswaar zelf op eventuele updates, maar het blijft een hele klus om dat voor alle programma’s en drivers te doen. Gelukkig is er hulp in de vorm van (gratis) tools als Snaildriver en SUMo.

Snaildriver zorgt voor automatische updates van de geïnstalleerde stuurprogramma’s. De tool bestaat in twee versies (2.1 en 1.03) en er valt wel wat voor te zeggen om voor de oudere versie te kiezen. Die is namelijk minder opdringerig dan de opvolger. De werking is eenvoudig: druk op de Scan-knop, laat het vinkje staan bij de drivers die je wilt laten updaten en druk op Update. We raden je wel aan eerst een systeemherstelpunt te maken. Druk op de Windows-toets, tik herstel in en kies Een herstelpunt maken, waarna je op het tabblad Systeembeveiliging de knop Maken indrukt.

SUMo speurt naar verouderde toepassingen die je op je systeem hebt staan. Bij het opstarten kies je Geïnstalleerde software automatisch detecteren en vervolgens Controleer op updates voor uw geïnstalleerde software. Even later krijg je alle gedetecteerde updates in een lijstje. In de gratis Lite-versie moet je die wel zelf nog ophalen en installeren; in de betaalde Pro-variant (vanaf 14.99 euro) kun je dat ook automatisch laten verlopen.

©CIDimport

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.

▼ Volgende artikel
Waarom je tv-beeld onnatuurlijk oogt (en hoe je dat oplost)
© DC Studio
Huis

Waarom je tv-beeld onnatuurlijk oogt (en hoe je dat oplost)

Je hebt net een klein fortuin uitgegeven aan een gloednieuwe 4K- of zelfs 8K-televisie. Je installeert hem, start je favoriete filmklassieker en zakt onderuit op de bank. Maar in plaats van een bioscoopervaring bekruipt je het gevoel dat je naar een goedkope soapserie of een homevideo zit te kijken. De acteurs bewegen vreemd soepel, de actiescènes lijken versneld en de magie is ver te zoeken. Geen zorgen, je televisie is niet stuk. Hij doet eigenlijk iets te goed zijn best.

Dit fenomeen is zo wijdverspreid dat er een officiële term voor is: het 'soap opera effect'. In technische kringen wordt dit ook wel bewegingsinterpolatie of 'motion smoothing' genoemd. Hoewel fabrikanten deze functie met de beste bedoelingen in hun televisies bouwen, is het voor filmfanaten vaak een doorn in het oog. Gelukkig is het eenvoudig op te lossen... als je tenminste weet waar je moet zoeken.

Nooit meer te veel betalen? Check
Kieskeurig.nl/prijsdalers!

Wat is het 'soap opera effect' precies?

Om te begrijpen wat er misgaat, moeten we kijken naar hoe films worden gemaakt. De meeste bioscoopfilms en veel dramaseries worden opgenomen met 24 beelden per seconde. Die snelheid geeft films hun karakteristieke, dromerige uitstraling. Een beetje bewegingsonscherpte hoort daarbij; dat is wat onze hersenen associëren met 'cinema'. Moderne televisies verversen hun beeld echter veel vaker: meestal 60 of zelfs 120 keer per seconde.

Om dat verschil te overbruggen, verzint je slimme televisie er zelf beelden bij. De software kijkt naar beeld A en beeld B, en berekent vervolgens hoe een tussenliggend beeld eruit zou moeten zien. Dit voegt de tv toe aan de stroom. Het resultaat is een supervloeiend beeld waarin elke hapering is gladgestreken.

Voor een voetbalwedstrijd of een live-uitzending is dat geweldig, omdat je de bal en spelers scherper kunt volgen. Maar bij een film zorgt die kunstmatige soepelheid ervoor dat het lijkt alsof je naar een achter de schermen-video zit te kijken, of dus naar een soapserie zoals Goede Tijden, Slechte Tijden, die traditioneel met een hogere beeldsnelheid werd opgenomen. De filmische illusie wordt hierdoor verbroken.

©ER | ID.nl

De winkelmodus is ook een boosdoener

Naast beweging is er nog een reden waarom het beeld er thuis soms onnatuurlijk uitziet: de beeldinstellingen staan nog op standje zonnebank. Veel televisies staan standaard in een modus die 'Levendig' of 'Dynamisch' heet. Deze stand is ontworpen om in een felverlichte winkel de aandacht te trekken met knallende, bijna neon-achtige kleuren en een extreem hoge helderheid. Bovendien is de kleurtemperatuur vaak nogal koel en blauw, omdat dat witter en frisser oogt onder tl-licht. In je sfeervol verlichte woonkamer zorgt dat echter voor een onrustig beeld waarbij huidtinten er onnatuurlijk uitzien en details in felle vlakken verloren gaan.

Hoe krijg je de magie terug?

Het goede nieuws is dat je deze 'verbeteringen' gewoon kunt uitzetten. De snelste manier om van het soap opera effect en de neonkleuren af te komen, is door in het menu van je televisie de beeldmodus te wijzigen. Zoek naar een instelling die Film, Movie, Cinema of Bioscoop heet. In deze modus worden de meeste kunstmatige bewerkingen, zoals bewegingsinterpolatie en overdreven kleurversterking, direct uitgeschakeld of geminimaliseerd. Het beeld wordt misschien iets donkerder en warmer van kleur, maar dat is veel dichter bij wat de regisseur voor ogen had.

Sinds kort hebben veel moderne televisies ook de zogeheten Filmmaker-modus. Dat is de heilige graal voor puristen. Als je deze modus activeert, zet de tv met één druk op de knop alle onnodige nabewerkingen uit en respecteert hij de originele beeldsnelheid, kleuren en beeldverhouding van de film.

Wil je de beeldmodus niet volledig veranderen, maar alleen dat vreemde, soepele effect kwijt? Dan moet je in de geavanceerde instellingen duiken. Elke fabrikant geeft het beestje een andere naam. Bij Samsung zoek je naar Auto Motion Plus of Picture Clarity, bij LG-televisies ga je naar TruMotion, bij Sony naar Motionflow en bij Philips naar Perfect Natural Motion. Door deze functies uit te schakelen of op de laagste stand te zetten, verdwijnt het goedkope video-effect en krijgt je film zijn bioscoopwaardige uitstraling weer terug.