ID.nl logo
Zo sluit je het best een receiver aan
© JBL
Huis

Zo sluit je het best een receiver aan

De achterzijde van een doorsnee receiver telt al gauw tientallen aansluitingen. Bij duurdere modellen loopt dat aantal vaak op tot bijna honderd. Voor het aansluiten van audiovisuele apparaten bestaan er dan ook meestal meerdere opties. In dit artikel lees je welke poorten je het best kunt gebruiken.

In dit artikel bespreken we:

• Welke aansluitingen een receiver heeft • Hoe je speakers aan de juiste uitgangen koppelt • Hoe je een televisie, cd-speler, draaitafel, tv-ontvanger en andere apparaten het beste kunt aansluiten

Ook interessant: Receiver kopen? Let op deze aandachtspunten

Bekende audiomerken als Denon, Onkyo, Marantz en Yamaha brengen geregeld uitgebreide receivers op de markt. Dat resulteert in een nogal drukke achterkant met een heleboel in- en uitgangen. Gelukkig helpen de fabrikanten je alvast een handje. Zo staat bij vrijwel alle aansluitingen vermeld waarvoor je de bewuste poort kunt gebruiken. Toch is een nadere uitleg geen overbodige luxe. Kijken we bijvoorbeeld naar het koppelen van een cd-speler, dan zijn er doorgaans drie mogelijkheden. En zo stuit je wellicht op nog meer aansluitdilemma's.

©Onkyo

In de witte vlakken zie je welke apparaten en luidsprekers je allemaal op de receiver kunt aansluiten. Tip: klik op de afbeelding om hem te vergroten.

Speakers aansluiten

Afhankelijk van hoeveel audiokanalen de receiver ondersteunt, zijn er meerdere speakeruitgangen beschikbaar. Sluit op Front de twee voorste luidsprekers aan. Het is hierbij belangrijk dat je de linker en rechter speaker aan de overeenkomstige uitgangen koppelt. Fabrikanten duiden dat doorgaans aan met L en R. Let bovendien op de plus- en min-aansluiting. Die zijn respectievelijk rood en zwart.

In een klassieke 5.1-kanaals surroundopstelling bevindt zich onder de televisie een middenspeaker. Koppel die aan de rode en zwarte uitgang bij Center. Daarnaast heb je als het goed is ook nog twee speakers achter de zitpositie opgesteld. Die verbind je met de Surround-uitgangen van de receiver. Verder kun je een subwoofer op Sub, Sub out of Subwoofer out aansluiten. In tegenstelling tot reguliere luidsprekers gebruik je voor deze basspeaker slechts één stekker.

Ondersteunt jouw receiver nog meer kanalen, dan zie je vermoedelijk namen als Back, Surround Back en/of Height. Hierop kun je optioneel extra speakers aansluiten. Bij gebruik van een geschikte receiver en de juiste luidsprekers creëer je daarmee een driedimensionaal geluid (Dolby Atmos/DTS:X). Houd er rekening mee dat fabrikanten van receivers geen luidsprekerkabels meeleveren. Voor een goed geluid loont het de moeite om in kwalitatieve kabels te investeren.

©Maikel Dijkhuizen

Er lopen vanaf elke luidspreker normaliter twee (verbonden) kabels naar de receiver.

Televisie aansluiten

Uiteraard wil je het (surround)geluid van tv-zenders en video-apps via de receiver afspelen. Verbind de televisie bij voorkeur met de HDMI-ARC-uitgang van het audiosysteem. Op hedendaagse beeldbuizen vind je zo'n zelfde HDMI-ARC-aansluiting. Bijzonder aan deze poort is dat het beeld en geluid in tegengestelde richting kan transporteren. De afkorting ARC staat dan ook voor Audio Return Channel. Open je op de smart-tv bijvoorbeeld Netflix, Videoland of een andere app, dan nemen de receiver en aangesloten luidsprekers het audiospoor voor hun rekening.

Heeft jouw televisie geen HDMI-ARC-poort? Geen probleem, want je kunt het tv-geluid waarschijnlijk alsnog via je receiver afspelen. Check eerst of de beeldbuis een optische uitgang heeft. Dit staat aan de achterzijde van de televisie bijvoorbeeld aangeduid met Optical digital audio out of een soortgelijke benaming. Heeft de receiver eveneens een digitale optische poort, dan luister je naar een mooi surroundgeluid.

Als je nog een hele oude televisie hebt, kun je die wellicht analoog aansluiten. Gebruik hiervoor een witte en rode tulpingang achterop de receiver. Overigens luister je bij een analoge verbinding uitsluitend naar stereogeluid.

©Pioneer

Let op dat je een televisie aan een HDMI-poort met ARC-ondersteuning koppelt.

Videobronnen aansluiten

Voor het koppelen van videobronnen heeft vrijwel elke recente receiver meerdere HDMI-inputs. Sluit hierop bijvoorbeeld een tv-ontvanger, blu-ray-speler, spelcomputer en/of mediaspeler aan. De receiver verwerkt het audiospoor van de gekozen videobron en geeft het beeldsignaal door aan de televisie. Dat laatste gebeurt via de HDMI-ARC-uitgang (zie vorige paragraaf).

Bij iedere HDMI-poort op de receiver staat doorgaans de naam van een bepaalde videobron vermeld. Het is verstandig om je daaraan te houden. Je kunt dan met aparte knoppen op de afstandsbediening simpel naar de juiste videobron schakelen. Sommige receivers hebben ook nog analoge video-ingangen, zoals component (groen/blauw/rood), composiet (geel) en s-video. Die zijn met name nuttig voor het geval je oude videoapparatuur wilt aansluiten.

Cd-speler aansluiten

Als je een cd-speler wilt aansluiten, heb je meestal keuze uit drie mogelijkheden. Veel receivers hebben twee verschillende digitale ingangen, namelijk optisch en coaxiaal. Wanneer jouw cd-speler over een van deze uitgangen beschikt, kun je de audiobron digitaal aansluiten. In dat geval zet de receiver het digitale signaal om naar een analoog signaal, waarna het geluid wordt verwerkt door de aangesloten speakers. Dit gebeurt door de digitaal/analoog-converter (dac) van de receiver.

Vrijwel alle cd-spelers hebben zelf óók een digitaal/analoog-converter. Deze route kun je als alternatief kiezen. Het digitale geluid van de cd wordt dan meteen omgezet naar een analoog signaal. Via een witte en rode tulpuitgang bereikt dit signaal vervolgens jouw audiosysteem, waarna je geluid uit de speakers hoort.

De hamvraag is natuurlijk of je een cd-speler nou het beste digitaal of analoog kunt aansluiten. Het antwoord daarop heeft alles met de kwaliteit van de gebruikte digitaal/analoog-converter te maken. Ga je een goedkope cd-speler op een prijzige receiver aansluiten? Hoogstwaarschijnlijk doet de digitaal/analoog-converter van de receiver deze taak met meer precisie, waardoor je luistert naar een gedetailleerder geluid. In dit voorbeeld sluit je de cd-speler dus bij voorkeur digitaal aan. Overigens zijn er ook prijzige cd-spelers met een hoogwaardige digitaal/analoog-converter verkrijgbaar. Zo'n apparaat leent zich goed voor een analoge verbinding.

©Marantz

De Marantz CD6007 kun je zowel digitaal (optisch en coaxiaal) als analoog aansluiten.

Platenspeler aansluiten

Plaatjes draaien is tegenwoordig weer helemaal hip. Misschien wil je daarom wel een mooie draaitafel aansluiten. Zie je achterop de receiver een rode en witte tulpingang met een Phono-aanduiding? Goed nieuws, want in dat geval is er al een phono-voorversterker ingebouwd. Je kunt elke platenspeler hierop aansluiten. Als de receiver niet over dit onderdeel beschikt, gebruik je een andere analoge tulpingang. Je hebt dan wel een platenspeler met een geïntegreerde voorversterker of een losse voorversterker nodig. Zo'n laatstgenoemd kastje is vanaf enkele tientjes te koop.

Netwerktoegang

Tegenwoordig hebben veel recente receivers ook een netwerkfunctie. Je kunt dan muziek streamen vanaf online diensten en overige netwerkbronnen – zoals Spotify, Tidal of een NAS. Sluit een receiver bij voorkeur op een bekabeld netwerk aan. Dankzij een hogere bandbreedte is de verbinding stabieler. Bovendien voorkom je daarmee dat naburige wifi-netwerken de draadloze verbinding negatief beïnvloeden (interferentie). Is er geen bekabelde verbinding voorhanden, dan meld je de receiver alsnog aan op wifi.

©Denon

De Denon AVC-X4800H heeft twee antennes voor het oppikken van een wifi-signaal.

Cd-speler aangesloten op je receiver?

Kies uit honderdduizenden schijfjes

▼ Volgende artikel
Draadloos opladen: wat is het verschil tussen MagSafe en Qi2?
© Andrey Popov
Huis

Draadloos opladen: wat is het verschil tussen MagSafe en Qi2?

Draadloos opladen wordt steeds populairder, met twee toonaangevende technologieën: MagSafe van Apple en de nieuwe Qi2-standaard. In dit artikel leggen we de werking van MagSafe en Qi2 uit en lees je wat de verschillen tussen deze twee technologieën zijn.

Zowel MagSafe als Qi(2) gebruiken magneten om smartphones precies op de juiste plek op de oplader te positioneren. Ze kunnen allebei tot 15 watt vermogen leveren. Apple introduceerde MagSafe in 2020 voor iPhones, terwijl Qi2 een universele opvolger is van de oude Qi-standaard.

Lees ook: Dit zijn de verschillen tussen het nieuwe Qi2 en voorganger Qi

Wat is MagSafe?

MagSafe is niet nieuw. Apple introduceerde het al in 2006 voor MacBooks, waar het diende als magnetische stroomconnector. In 2020 paste Apple de techniek aan voor de iPhone en integreerde het in de iPhone 12. Sindsdien is MagSafe aanwezig op alle iPhone-modellen vanaf de iPhone 12. De techniek maakt gebruik van een ring van magneten rond de oplaadspoel in de iPhone. Die zorgen ervoor dat de telefoon automatisch op de juiste plek ligt op een MagSafe-oplader. Dat voorkomt energieverlies en maakt snelladen via draadloos opladen betrouwbaarder.

Gebruik je een officieel gecertificeerde MagSafe-oplader (onderdeel van Apple's MFi-programma), dan laadt je iPhone op met maximaal 15 watt. Bij standaard Qi-laders en bij niet-gecertificeerde laders is dat vermogen meestal beperkt tot 7,5 watt.

©hadrian | ifeelstock - stock.adobe.com

Wat is Qi2?

Qi2 is de verbeterde opvolger van de bestaande Qi-standaard. De techniek is ontwikkeld door het Wireless Power Consortium (WPC), met medewerking van Apple. Een belangrijk onderdeel is het zogeheten Magnetic Power Profile: een magneetring die qua opbouw sterk lijkt op MagSafe. Ook Qi2 zorgt er dus voor dat een telefoon automatisch goed ligt op de oplader.

Qi2 levert net als MagSafe maximaal 15 watt, maar zonder dat een fabrikant een aparte Apple-certificering nodig heeft. Hierdoor zijn er meer en goedkopere laders op de markt, van allerlei merken. Bij oudere Qi-laders of niet-gecertificeerde modellen ligt het laadvermogen vaak lager, tussen de 5 en 7,5 watt.

Zo helpen MagSafe en Qi2 bij stabiel opladen

Bij draadloos opladen is het belangrijk dat je telefoon precies goed op de oplader ligt. Ligt hij een beetje scheef, dan sluiten de spoelen niet goed op elkaar aan waardoor er energie verloren gaat en het laadvermogen daalt. Oudere Qi-laders gebruiken geen magneten, waardoor het makkelijk is om je telefoon nét verkeerd neer te leggen. MagSafe en Qi2 lossen dat op met een magneetring in zowel de oplader als de telefoon. Die trekken elkaar automatisch op de juiste plek. Het resultaat: stabieler en sneller laden.

⚡Wat zegt het wattage over opladen? Het wattage geeft aan hoeveel vermogen een oplader levert. Hoe hoger het wattage, hoe sneller je telefoon wordt opgeladen – mits je toestel dat ondersteunt. Let op: de werkelijke snelheid hangt ook af van factoren zoals de temperatuur van je toestel, hoe vol de batterij al is en of de telefoon goed op de lader ligt. Goed om te weten: zowel MagSafe- als Qi2-laders bevatten vaak temperatuurbeveiliging die het laadvermogen verlaagt bij oververhitting.

iPhone-ondersteuning voor MagSafe en Qi2

MagSafe werkt vanaf de iPhone 12. Alle modellen sindsdien hebben een magneetring rond de oplaadspoel, die zorgt voor correcte uitlijning en snelladen. De iPhone SE (3e generatie) ondersteunt wél draadloos opladen via Qi, maar heeft geen MagSafe en dus ook geen magnetische uitlijning of ondersteuning voor snelladen via MagSafe-opladers.

Qi2-ondersteuning is er vanaf de iPhone 15 (vanaf de eerste iOS-versie). Heb je een iPhone 13 of 14, dan moet daar minimaal iOS 17.2 op draaien. Oudere iPhones ondersteunen alleen standaard Qi en profiteren dus niet van de verbeterde uitlijning of hogere laadsnelheid van Qi2.

Ook interessant: 7 handige MagSafe-accessoires voor je iPhone

©Belkin

Android-ondersteuning voor MagSafe en Qi2

Sommige Android-modellen hebben inmiddels ook een magneetring rond de spoel, waardoor ze fysiek compatibel zijn met MagSafe-opladers. Maar dat betekent niet automatisch optimale prestaties. De exacte plaatsing van de spoelen moet overeenkomen – en dat is lang niet altijd zo.

Let op: Apple-specifieke functies zoals StandBy-modus werken niet op Android, ook al kun je soms fysiek dezelfde oplader gebruiken.

De meeste Android-telefoons ondersteunen Qi2 nog niet. Langzamerhand komen er wel steeds meer modellen op de markt die Qi2 (gaan) ondersteunen. Denk aan toestellen als de Samsung Galaxy S25-serie en de OnePlus 13. Deze zijn technisch Qi2-ready en kunnen opladen met 15 watt via een Qi2-lader, maar hebben meestal geen ingebouwde magneetring. Daardoor ontbreekt de automatische uitlijning. Wil je daar wél gebruik van maken, dan is een speciaal hoesje met ingebouwde magneetring nodig. Daarmee profiteer je alsnog van stabiel opladen en magnetische bevestiging, vergelijkbaar met MagSafe op een iPhone.

Fabrikanten zoals Samsung en Xiaomi gebruiken vaak hun eigen magnetische systemen, los van MagSafe of Qi2. Daardoor is de uitlijning soms net niet goed, wat invloed heeft op de laadsnelheid.

⚠️Let op: Qi2 werkt alleen als je toestel er geschikt voor is Qi2 is geen functie die je via een software-update kunt toevoegen. Je telefoon moet er hardwarematig op voorbereid zijn. Bij sommige iPhones (zoals de iPhone 13 en 14) werkt Qi2 wél na een update naar iOS 17.2. Bij Android-toestellen is dat anders: die moeten Qi2 vanaf de fabriek ondersteunen. Is dat niet zo, dan werkt de nieuwe standaard simpelweg niet.

Zo kies je tussen MagSafe en Qi2

MagSafe is specifiek voor iPhones ontwikkeld, werkt betrouwbaar en snel, maar vereist een gecertificeerde oplader. Qi2 brengt dezelfde techniek naar een breder publiek en maakt 15 watt draadloos opladen toegankelijk voor meer toestellen, waaronder veel nieuwe Android-modellen.

Voor iPhone-gebruikers betekent Qi2 vooral meer keuze in laders. Voor Android-gebruikers luidt Qi2 een nieuwe fase in: eentje waarin draadloos opladen niet langer traag of instabiel hoeft te zijn.

KenmerkMagSafeQi2
OntwikkelaarAppleWireless Power Consortium
Introductiejaar2006 (MacBook), 2020 (iPhone)2023
Magnetische uitlijningJa, via magneetringJa, via Magnetic Power Profile (vergelijkbaar)
Maximaal laadvermogen15 watt (alleen met gecertificeerde MagSafe-lader)15 watt (met elke gecertificeerde Qi2-lader)
Vereist certificeringJa, via Apple's MFi-programmaNee, open standaard
Geschikt voor iPhoneJa, vanaf iPhone 12 (iPhone SE (3e generatie) ondersteunt Qi, maar niet MagSafe)Ja, vanaf iPhone 15 (of iPhone 13/14 met iOS 17.2)
Geschikt voor AndroidBeperkt, fysiek mogelijk bij sommige modellen met magneetring, maar niet officieel ondersteundJa, mits toestel Qi2 ondersteunt (hardware vereist)
Prijsniveau ladersHoger, door Apple-certificeringBreder en vaak goedkoper, geen Apple-certificering nodig

Draadloze opladers

Met Qi-certificering

▼ Volgende artikel
Zo kies je de perfecte strijkplank bij jouw strijkijzer
© deagreez - stock.adobe.com
Huis

Zo kies je de perfecte strijkplank bij jouw strijkijzer

Een nieuw strijkijzer gekocht, maar nog geen strijkplank? De juiste strijkplank kiezen is gelukkig helemaal niet ingewikkeld, maar je moet wel even weten waarop je moet letten. Met deze tips vind je snel een strijkplank die bij je past. 

Een goede strijkplank zorgt ervoor dat je kleding glad én droog onder het strijkijzer vandaan komt, je je wasgoed tijdens het strijken niet eindeloos hoeft te verschuiven en je comfortabel en ontspannen kunt strijken, zonder gewiebel en gerammel. Maar waar moet je op letten als je een strijkplank koopt? Op het volgende:

  • Het type strijkijzer dat je hebt
  • De grootte en de vorm van het strijkblad
  • De stabiliteit van de plank
  • Of de strijkplank in hoogte verstelbaar is, zodat je geen last krijgt van je rug

Lees ook: Waar moet je op letten bij het kopen van een strijkijzer?

Als je wekelijks bergen wasgoed wegstrijkt, is het wel zo fijn als het strijken een beetje soepel gaat. Een kwalitatief strijkijzer is daarbij natuurlijk belangrijk, maar onderschat ook de kracht van een goede strijkplank niet. Continu je beddengoed moeten verschuiven, kleding die vochtig blijft na het stomen en een wiebelende strijkplank is immers niet waar je op zit te wachten. Sluiten jouw strijkijzer en strijkplank mooi op elkaar aan, dan zul je merken dat die steeds terugkerende berg wasgoed in een mum van tijd kreukvrij en opgevouwen in de kast ligt. Zo houd jij weer tijd over voor dingen die je écht leuk vindt.

Stoomstrijkijzer of stoomgenerator?

Het type strijkijzer dat je hebt, bepaalt grotendeels wat voor soort strijkplank je nodig hebt. Heb je een stoomstrijkijzer? Daarbij hoort een plank met een hittebestendige strijkijzerhouder die stoom goed kan doorlaten. Ook handig is een katoenen hoes met een vulling van bijvoorbeeld vilt of schuim, zodat condens niet kan ophopen en je wasgoed snel droogt na het strijken. Stoomstrijkijzers passen over het algemeen op alle 'standaard' strijkplanken die je in de winkel koopt, maar check voor de zekerheid dus wel altijd even of de plank stoomdoorlatend is. 

©Kaspars Grinvalds - stock.adobe.com

Een stoomgenerator is een stuk groter dan een gewoon stoomstrijkijzer. Dat betekent dat dit type strijkijzer ook een grotere strijkplank nodig heeft, anders bestaat de kans dat de plank tijdens het strijken niet stevig op zijn plek blijft staan. Ook een sterk plateau dat het gewicht van de stroomunit aankan is een must. En omdat een stoomgenerator grote hoeveelheden stoom produceert, is ook hiervoor een katoenen hoes met een laag van schuim of vilt onmisbaar. Bij de specificaties van strijkijzers wordt altijd duidelijk aangegeven of ze geschikt zijn voor stoomgeneratoren. Je hoeft dus niet bang te zijn dat je per ongeluk toch een gewone strijkplank koopt. 

Grootte en vorm strijkblad

De grootte en vorm van het strijkblad hebben veel invloed op hoe comfortabel je strijkt. Strijken op een kleine strijkplank met een grote strijkbout werkt niet prettig: je kunt dan minder gedetailleerd te werk gaan en misschien hevelt de strijkbout regelmatig over de plank - dat kan nog gevaarlijk zijn ook. Aan de andere kant is een te groot strijkblad ook niet ideaal: je moet dan vaker heen en weer bewegen om je wasgoed glad te krijgen, wat extra tijd kost. Kies daarom altijd een model dat qua formaat bij jouw strijkbout past. Houd ook rekening met het soort wasgoed dat je vaak strijkt. Voor beddengoed, tafelkleden en lange jurken is een breed strijkblad fijn. Strijk je af en toe een T-shirt of een broek, dan volstaat een compacter strijkblad. 

©Olga Yastremska, New Africa, Africa Studio

Stabiliteit 

Niets is vervelender dan een strijkplank die tijdens het strijken continu heen en weer wiebelt. Dit maakt het niet alleen lastiger om je kleding mooi glad te strijken, maar vergroot ook het risico op ongelukken. Goedkopere modellen zijn vaak minder stabiel, dus laat je niet te snel verleiden door het prijskaartje dat aan bepaalde strijkplanken hangt. Kijk liever naar het gewicht: een strijkplank van rond de 8 kilo is lekker stevig en zal niet snel wankelen of omvallen. Vooral wanneer je een stoomgenerator of een wat zwaarder stoomstrijkijzer hebt, wil je een model met een robuust en stabiel frame. 

In hoogte verstelbaar

Strijken kan lichamelijk best zwaar zijn, vooral als je grote hoeveelheden achter elkaar strijkt of een zwaar strijkijzer gebruikt. Als je last hebt van rugklachten of andere lichamelijke ongemakken, doe je er daarom goed aan om een strijkplank te kiezen die je in hoogte kunt verstellen. Zo vind je altijd een houding die ergonomisch verantwoord is. Sommige strijkplanken kun je zelfs zó laag instellen dat je zittend kunt strijken. Dat klinkt misschien wat gek, maar zittend strijken is een stuk gunstiger voor je rug. Voor zittend strijken is een strijkplank nodig met een werkhoogte van minstens 60 centimeter. De werkhoogte bij staand strijken varieert tussen de 90 en 102 centimeter. 

Mooie hoes nodig voor je strijkplank?

Kies uit honderden modellen