Van een leuke gebeurtenis naar een sprankelende video: je maakt het met OpenShot
Heb je een leuk feest gehad, ben je op vakantie of bij een festival of evenement geweest, dan wil je daar natuurlijk op een ander moment nog lekker van kunnen nagenieten. Beter dan met een sprankelende video kan dat niet. De gratis video-editor OpenShot biedt tal van creatieve opties.
In dit artikel laten we je de leukste mogelijkheden van de video-editor OpenShot zien:
- Overgangen
- Maskers
- Effecten, zoals een kleur vervangen
- Animaties
- Audio-effecten
OpenShot is een gratis opensource-videobewerker voor Windows, macOS en Linux. We gaan uit van de 64bit-versie voor Windows, maar er is ook een 32bit-versie.
Om een idee te krijgen van de belangrijkste functies kun je een kijkje nemen op deze pagina. Hier vind je ook links naar screenshots, video’s en een Engelstalige gebruikersgids van 130 pagina’s. Je kunt 'm ook als pdf downloaden. Voor vragen kun je terecht op een actief Reddit-forum.
We gaan ervan uit dat je al bekend bent met de basisprincipes van videobewerkingssoftware en richten ons daarom meteen op de belangrijkste en leukste opties. De installatie vergt slechts enkele muisklikken. Het hoofdvenster van OpenShot bevat de klassieke driedeling: selectievenster, voorbeeldweergave en tijdlijn. Volgens de makers zou je met de meeste pc’s van na 2017 aan de slag moeten kunnen, maar voor video-editors geldt natuurlijk: hoe krachtiger je systeem, hoe beter.
Project
Het projectprofiel van OpenShot is standaard ingesteld op HD 720p 30 fps (frames per second). Hoewel dit voldoende is voor het bewerkingsproces, is het beter om vanaf het begin het profiel te kiezen dat past bij het gewenste eindproduct. Dit kan via Bestand / Profiel kiezen. Er zijn honderden profielen beschikbaar, waarvan in Europa 30 fps (PAL) gebruikelijk is. Wijzelf kiezen FHD PAL 1080p 25 fps (16:9), maar je kunt natuurlijk een ander profiel selecteren. Het is zelfs mogelijk om je eigen profiel aan de lijst toe te voegen, maar dit is nogal bewerkelijk.
Voorkeuren
Voor je daadwerkelijk aan de slag gaat, is het raadzaam om Bestand / Voorkeuren te controleren. Op de acht tabbladen kun je namelijk allerlei opties instellen. Hier behandelen we er slechts enkele. Op het tabblad Algemeen kun je bijvoorbeeld de taal instellen, waaronder Nederlands, evenals het standaardthema (wij kozen voor Humanity). Ook interessant is de instelbare optie Afbeeldingsduur, die standaard op 10 seconden per getoonde afbeelding is ingesteld.
Op het tabblad Voorbeeld kun je de optie Standaardprofiel wijzigen, wat handig is als je doorgaans met een vast projectprofiel werkt. We raden aan om de functie Automatisch opslaan ingeschakeld te laten, zodat je bij een onverhoopte crash geen werk kwijtraakt.
Bij Prestaties kun je eventueel hardware-versnelling uitproberen, maar weet dat dit een experimentele functie is. Verder kun je op het tabblad Toetsenbord je eigen sneltoetsen instellen voor zo’n zestig handelingen.
Houd er rekening mee dat je OpenShot waarschijnlijk moet herstarten om de wijzigingen door te voeren.
Mediabestanden
Je bent nu klaar om alle gewenste mediabestanden te importeren, zoals video, audio en foto’s. Open daarvoor het tabblad Projectbestanden onder aan het selectievenster en klik op de knop met het groene plusteken (Bestanden importeren) om je mediabestanden toe te voegen. Zorg ervoor dat je ze naar de tijdlijn onderaan verplaatst. Dit kan door ze te verslepen, maar je kunt ze ook allemaal in één keer selecteren. Klik met rechts op je selectie en kies Aan de tijdbalk toevoegen.
Nu kun je de media in de gewenste volgorde op de tijdlijn plaatsen en je kunt de clips later ook nog op de tijdlijn zelf verplaatsen. Stel de opties Starttijd, Afbeeldingsduur en Spoor in, en geef aan of je wilt faden en/of zoomen, en welke overgang je eventueel wilt gebruiken. Bevestig met OK om je media naar de tijdlijn te kopiëren.
Nog niet genoeg videomateriaal?
Met een drone kun je mooie beelden maken
Knipwerk
Alle clips staan nu in de juiste volgorde op je tijdlijn, maar wat als je sommige foto’s langer of korter in beeld wilt hebben, of als je specifieke stukken uit een videoclip liever niet wilt laten zien? Dit kun je eenvoudig aanpassen.
Versleep de linker- of rechterzijde van een clip naar binnen of buiten om de duur aan te passen. Vul indien nodig de lege ruimte op door de overige clips te verschuiven en houd de Ctrl-toets ingedrukt voor een meervoudige selectie. Om voldoende in te zoomen op de tijdlijn gebruik je Ctrl+Scrollwiel (helaas ondersteunt OpenShot geen ‘ripple delete’ voor automatische verschuivingen).
Als je een fragment midden in een videoclip wilt verwijderen, verplaats dan eerst de afspeelknop boven de tijdlijn naar het begin van het ongewenste fragment. Klik met rechts op de clip en kies Afsnijden / Beide kanten behouden. Herhaal dit voor het einde van het fragment. Het fragment wordt nu een afzonderlijke clip die je met de Delete-toets kunt verwijderen.
Stel dat je meerdere sporen hebt (zie ook de volgende paragraaf) en je wilt op elk spoor de clip splitsen waar de afspeelknop zich bevindt: klik dan met rechts op de afspeelknop en kies Alles afsnijden / Beide kanten behouden.
Sporen
Je kunt alle clips op één spoor plaatsen, maar het werkt vaak handiger om meerdere sporen te gebruiken, zoals voor een logo, een emoji uit het aanbod op het tabblad Emoji’s, foto’s, videoclips en achtergrondmuziek.
Klik met rechts op Spoor [n] en kies Spoor hierboven toevoegen of Spoor hieronder toevoegen. Voor audio maakt dit niet zoveel uit, maar het is gebruikelijk om achtergrondmuziek op het onderste spoor te zetten. Vanuit het contextmenu kun je een spoor ook een andere naam geven.
Beelden die je op een hoger spoor plaatst, bedekken de beelden op de sporen eronder, behalve wanneer je het bovenliggende beeld verkleint of deels transparant maakt.
We demonstreren dit met een beeld-in-beeld-effect. Plaats bijvoorbeeld een foto op een spoor bovenop een spoor met een videoclip. Selecteer de foto in de tijdlijn en plaats de afspeelknop boven deze foto. In de voorbeeldweergave zie je nu verschillende handvaten rond de foto. Hiermee kun je de foto kleiner maken zodat een deel van de onderliggende video zichtbaar wordt, maar ook roteren, kantelen en verplaatsen.
Een andere optie is om het bovenliggende beeld deels doorzichtig te maken. Plaats de afspeelknop boven de clip, rechtsklik erop en kies Eigenschappen. Selecteer de eigenschap Alfa bovenaan en schuif de bijbehorende balk wat naar links, of dubbelklik erop om zelf een waarde in te voeren. Merk ook op dat je vanuit dit venster nog heel wat andere eigenschappen kunt aanpassen.
Overgangen
Zolang je niet overdrijft, kan een overgangseffect tussen twee clips wel aardig zijn. Open het tabblad Overgangen en versleep de gewenste overgang tussen twee clips op de tijdlijn, zodat deze beide deels overlapt. Een overgang herken je aan een blauwe rechthoek op de tijdlijn. De duur en positie pas je met de muis aan.
Vanuit het eigenschappenvenster van de overgang pas je onder meer de opties Helderheid en Contrast aan. Het is belangrijk om te weten waar de afspeelknop zich precies bevindt, omdat op dat moment een zogeheten keyframe wordt gemaakt (in OpenShot ook wel key-punt genoemd), waarop je aanpassingen van kracht worden. Met de pijltoetsen kun je één frame tegelijk door je video navigeren.
Een keyframe herken je aan een klein wit ruitje onderaan de clip op de tijdlijn. Door bijvoorbeeld twee keyframes te maken, elk met een andere helderheid of ander contrast, kun je een geleidelijk overgangseffect creëren tussen beide. Met de oranje pijlknoppen boven de tijdlijn navigeer je van het ene naar het andere keyframe.
Maskers
Het is ook mogelijk je eigen overgangseffecten toe te voegen. Plaats een geschikte afbeelding in grijswaarden of zwart-wit in de standaardmap C:\users\<accountnaam>\.openshot_qt\transitions. Geef het bestand een duidelijke naam. Wanneer je OpenShot herstart, vind je de nieuwe afbeelding met die bestandsnaam achteraan in het overzicht met overgangen.
Stel, je hebt een video en een foto (of een andere video) op het spoor eronder. Je zou nu bijvoorbeeld een wit hart op een zwarte achtergrond als overgang op (een deel van) je video kunnen plaatsen. Stel bij het begin van de overgang of op het eerste zelf ingestelde keyframe de helderheid van je overgang in op 0,00. Op het einde van de overgang of op het tweede keyframe vul je de waarde -1,00 in. Hierdoor zal de onderliggende foto binnen de contouren van het hart zichtbaar zijn bij keyframe 1 en geleidelijk vervagen. Zo kun je dus fraaie maskereffecten creëren.
Effecten
Bij OpenShot zijn naast overgangen ook diverse effecten beschikbaar om video- en audioclips aan te passen. Elk effect heeft aanpasbare eigenschappen, waarvan de meeste geanimeerd kunnen worden. Door keyframes te gebruiken, zorgt OpenShot automatisch voor een geleidelijk effect tussen deze frames.
Om een effect toe te voegen, ga je naar het tabblad Effecten en sleep je het gewenste effect naar het video- of audiospoor. Als voorbeeld nemen we het Chrome Key-effect, waarmee je een specifieke kleur in een video of afbeelding kunt vervangen. Bijvoorbeeld, als je een opname hebt met een felgroen doek als achtergrond, kun je dit met het Chrome Key-effect vervangen door een achtergrond van bijvoorbeeld Parijs.
Plaats de video met de kleur die je wilt vervangen boven het spoor met het gewenste achtergrondbeeld. Sleep het Chrome Key-effect naar de bovenste video. Er verschijnt een pictogram met een groene C. Klik er met rechts op en kies Eigenschappen. Dubbelklik op Key kleur en selecteer de gewenste kleur die je wilt vervangen. Kies hier Pick Screen Color als je een schermkleur wilt aanduiden. Je kunt ook andere eigenschappen van het effect aanpassen. Door extra keyframes toe te voegen, kun je het een en ander nog verfijnen.
Animaties
Naast geanimeerde overgangen en effecten biedt OpenShot ook kant-en-klare animaties. Om een animatie toe te passen, klik je met rechts op een videoclip en selecteer je Animatie. Je kunt kiezen uit Begin van clip, Einde van clip of Volledige clip, waarbij je onder andere kunt zoomen of het beeld in een bepaalde richting kunt bewegen. Als voorbeeld kiezen we Begin van clip / Zoomen / Inzoomen (50% naar 100%).
De animatie is direct klaar en je ziet twee witte cirkeltjes aan het begin van de clip, dit zijn de keyframes waartussen de animatie plaatsvindt.
Het eigenschappenvenster toont twee ingekleurde eigenschappen voor deze zoom-animatie: Schaal X en Schaal Y. Je kunt deze waarden handmatig aanpassen, maar voor extra interpolatie-opties als Bézier, Lineair of Constant klik je met rechts op het bijbehorende curve-icoontje.
Het is ook mogelijk andere eigenschappen in de animatie te betrekken. Klik bijvoorbeeld met rechts op Rotatie en kies Keyframe invoegen, waarna je een geschikte waarde invult.
Titels
Om een titel aan je beelden toe te voegen, ga je naar het menu Titel en kies je Titel. Uit de lijst van bijna vijftig sjablonen selecteer je een passend exemplaar. Vul de titelregel(s) in en kies het gewenste lettertype, de juiste tekstkleur en de achtergrondkleur. Bevestig met Opslaan en het titelbestand komt in het deelvenster met projectbestanden terecht. Versleep het vervolgens naar een geschikte plek op je tijdlijn, bij voorkeur op een afzonderlijk spoor.
Je hebt ook de mogelijkheid om eigen vectorafbeeldingen als titelsjablonen te gebruiken. Plaats hiervoor een geschikt svg-bestand (met tekst) in de standaardmap C:\Users\<accountnaam>\.openshot_qt\title_templates. Je kunt zo’n bestand bijvoorbeeld maken met het gratis opensource-programma Inkscape.
Na een herstart van OpenShot verschijnt het aangepaste titelsjabloon in de lijst. Als alternatief kun je het sjabloon ophalen via Projectbestanden, waar je met rechts op het svg-bestand klikt en Titel bewerken kiest.
Je hebt wellicht opgemerkt dat in het dialoogvenster voor het bewerken van een titel de optie Geavanceerde editor gebruiken beschikbaar is, evenals de optie Geanimeerde titel in het uitklapmenu. Beide zijn krachtige functies, maar ze vereisen respectievelijk Inkscape en Blender om te gebruiken en daar hebben we hier helaas niet de ruimte voor.
Audio
Als je bijvoorbeeld achtergrondmuziek op een extra spoor toevoegt, dan wil je natuurlijk niet dat dit het geluid van de video zelf overstemt. Gelukkig kun je makkelijk het volume aanpassen. Klik met rechts op het betreffende spoor, kies Volume / Volledige clip en stel een volumepercentage in. Merk op dat je hier ook geluidseffecten zoals In- en uitfaden ter beschikking hebt.
Zoals gezegd biedt OpenShot op het tabblad Effecten ook een reeks audio-effecten aan, waaronder Compressor, Delay, Echo, Expander, Fluisterstem, Parametrische EQ, Robotstem, Ruis en Vervorming. Vanuit het eigenschappenvenster kun je elk van deze effecten verder aansturen. Je kunt ook meerdere effecten tegelijk op een audioclip toepassen. Experimenteer gerust voor een optimaal resultaat.
Export
Nu je hele videoproject er perfect uitziet en klinkt, is het tijd om het definitieve resultaat vast te leggen. Ga naar het menu Bestand en kies Project exporteren. Geef het exportbestand een naam en selecteer de gewenste opslaglocatie. Bij Doel kun je kiezen uit verschillende videoformaten, zoals MKV, MOV en MP4, elk met verschillende codecs.
Indien nodig kun je hier het videoprofiel aanpassen als je bij aanvang het projectprofiel nog niet had afgestemd op het eindresultaat (zie paragraaf ‘Project’). Selecteer de gewenste kwaliteit – onthoud dat een hogere kwaliteit resulteert in een groter bestand.
Mocht je niet het optimale videoformaat vinden, open dan het tabblad Geavanceerd. Hier kun je onder andere aangeven welke frames je wilt exporteren en zeer nauwkeurig instellen welke video- en audio-codecs je wilt gebruiken, met opties als Samplesnelheid en Bitsnelheid. Je kunt zelfs het videoprofiel tot in de kleinste details aanpassen, inclusief beeld- en pixelverhouding, en de framesnelheid.
Als je alles naar wens hebt ingesteld, start je het exportproces met Video exporteren. Nu rest je niets anders dan te genieten van het eindresultaat.
Lees ook: 15 manieren om media af te spelen op je tv