De (on)zin van speakerwatts
Over de betekenis van speakerwatts bestaan er nogal wat fabels. Zo zijn opmerkingen als “Mijn speakers hebben een vermogen van 250 watt” veelvuldig te horen. Voor een traditionele hifi-opstelling met een versterker en aangesloten luidsprekers kloppen dergelijke beweringen niet. Wat zegt het opgegeven aantal speakerwatts van boxen nou eigenlijk en wat hebben luisteraars eraan?
In dit artikel lees je over:
- Wat de opgegeven wattages van luidsprekers betekenen
- Hoe het zit met de minimale en maximale belastbaarheid van luidsprekers
- Wanneer speakers en versterkers/receivers (g)een goede match zijn
- Hoe het wattage en volumeniveau zich tot elkaar verhouden
Ook interessant: Luidsprekers: welke zijn er en wat kunnen ze?
Wie de achterkant van een willekeurige speaker bestudeert, ziet in kleine letters meestal een wattage staan. Bovendien vind je deze waarde ook terug in de handleiding of op de productpagina. Nuttig om te weten is dat passieve luidsprekers zelf geen watts produceren. De reden dat speakerfabrikanten tóch een wattage vermelden, heeft met de belastbaarheid te maken. Maar wat betekent het wattage van luidsprekers eigenlijk? Alle alle ins en outs daarover lees je in dit artikel.
©Maikel Dijkhuizen
Belastbaarheid van luidsprekers
Bij een klassieke hifi-opstelling stuurt een versterker of receiver minimaal twee boxen aan. Hierbij levert de versterker een bepaald vermogen aan elke speaker. Vervolgens zet de luidspreker de beschikbare elektrische energie om in luchttrillingen, waarna de luisteraar geluid hoort. Het vermogen dat hiervoor nodig is, drukken fabrikanten uit in een wattage. Kortom, de versterker of receiver is volledig verantwoordelijk voor het produceren van het vermogen.
Passieve luidsprekers produceren zelf dus geen watts. Wel ondersteunen ze een minimale en maximale belastbaarheid. We nemen de populaire Bowers & Wilkins 704 S3 als voorbeeld. Deze vloerstaander heeft volgens de productspecificaties een minimale en maximale belastbaarheid van respectievelijk 30 en 150 watt bij een elektrische weerstand van 8 ohm. Kortom, 150 watt is het piekvermogen dat de speaker kan verwerken. Levert de versterker gedurende langere periode een hoger vermogen, dan ontstaat er een risico dat één of meerdere audiodrivers wegens oververhitting kapotgaan. Denk bijvoorbeeld aan een tweeter, middentoner en/of woofer. Overigens zal dat in bovengenoemd voorbeeld niet zo gauw gebeuren. Alleen bij gebruik van een zware versterker op een uitzonderlijk hoog volumeniveau zijn dergelijke wattages haalbaar. Dat is onaangenaam voor de oren, waardoor de luisteraar normaal gesproken al eigenhandig een veilig volumeniveau kiest.
©Bowsers & Wilkins
Actieve speakers Dit artikel gaat over de belastbaarheid van passieve luidsprekers, maar er bestaan als alternatief ook actieve speakers. Die hebben een ingebouwde versterkermodule, waardoor ze geen aansturing van een externe versterker of receiver vereisen. Veel compacte speakers met wifi- en bluetooth-ondersteuning vallen in deze categorie. Daarnaast zijn er tegenwoordig ook veel boekenplankspeakers en vloerstaanders met een geïntegreerde versterker verkrijgbaar.
Aansturing door stereo-versterker
Heb je eenmaal een speakerset op het oog, dan stuur je die met een bijpassende versterker aan. Het is belangrijk dat alle audioproducten goed met elkaar in verhouding staan. Kijk daarom met een schuin oog naar het wattage en de maximale belastbaarheid. Je sluit op een stereoversterker van een paar duizend euro bijvoorbeeld liever geen spotgoedkope boekenplankspeakers met een lage maximale belastbaarheid aan. Mogelijk kunnen de audiodrivers dat namelijk niet aan. Duurdere luidsprekers verdragen in de regel hogere wattages.
Toch hoeven de opgegeven wattages van speakers en luidsprekers niet een-op-een overeen te komen. Zo sluit je in de praktijk probleemloos een luidsprekerset met een belastbaarheid van 60 watt aan op een stereoversterker van 200 watt. Zorg wel dat je de volumeknop nooit (per ongeluk) helemaal opendraait. In dit voorbeeld heeft de versterker voldoende overcapaciteit, waardoor het hifisysteem de speakers moeiteloos kan controleren. Zeker op een laag volumeniveau resulteert dat vaak in een sprankelender geluid. Kies je liever voor volledige zekerheid? Gebruik in dat geval een versterker waarvan het uitgangsvermogen niet boven de maximale belastbaarheid van de speakers uitkomt.
Aansturing door receiver
Bij gebruik van een receiver is de kans dat je aangesloten speakers ‘opblaast’ te verwaarlozen. Dat heeft grofweg twee redenen. In de eerste plaats sjoemelen bepaalde audiomerken nogal eens met het opgegeven vermogen. Vanwege creatieve meetmethoden zijn de vermelde wattages vaak hoger dan de receiver daadwerkelijk levert. Daarnaast valt het uitgangsvermogen per kanaal in de praktijk veelal lager uit, omdat de aanwezige voeding de wattages over pakweg vijf, zeven of zelfs negen speakers verdeelt. Zelfs wanneer je tijdens films, series en tv-programma’s de volumeknop flink opendraait, is er normaliter geen sprake van overbelasting.
Wattage versus volumeniveau
De aangesloten versterker (of receiver) bepaalt in combinatie met het volumeniveau welk wattage de luidsprekers te verduren krijgen. Hoe hoger het volumeniveau, hoe meer vermogen de versterker levert. Geef je de volumeknop een slinger naar rechts, dan loopt het wattage snel op. Elke stijging van drie decibel resulteert namelijk in een verdubbeling van het geleverde vermogen. Dat vereist dus tweemaal zoveel watts. Overigens ervaren mensen een toename van drie decibel als een klein verschil. Luister je op een normaal geluidsniveau, dan zul je de maximale belastbaarheid van een doorsnee speaker niet zo gauw overschrijden. Het luisteren van muziek of kijken van een film op negentig decibel is al behoorlijk luid. De betere hifi-speakers bieden hiervoor voldoende marge.
Let ook op de minimale belastbaarheid
Fabrikanten van hifi-luidsprekers vermelden in de specificaties ook een minimale belastbaarheid. Dit wattage is alleen belangrijk wanneer je een goedkope versterker met een lichte voeding zou aansluiten. Komt de minimale belastbaarheid van een speaker in de buurt van het maximale uitgangsvermogen van een versterker? In dat geval is er vrijwel continu sprake van piekvermogen. Eigenlijk kan de versterker de boel niet bolwerken, waardoor er mogelijk een overvloed aan hoge tonen bij de tweeter terechtkomt. Het geluid klinkt hierdoor schel en vervormd. Dit verschijnsel heet klippen. In het ergste geval kan de tweeter zelfs stukgaan, want er ligt oververhitting op de loer. Koppel dus nooit een goedkope versterker met een laag uitgangsvermogen aan een kwalitatieve luidsprekerset.
Conclusie
Sommige mensen hechten veel waarde aan speakerwatts, maar eigenlijk is dat ten onrechte. Luidsprekers zijn voor het beschikbare vermogen tenslotte volledig afhankelijk van een aangesloten receiver of versterker. Beschouw de minimale en maximale belastbaarheid van speakerfabrikanten daarom vooral als een advies bij de aanschaf van een versterker. Zorg hierbij voor een goede balans tussen alle hifi-apparatuur. Koop je alle audioproducten binnen hetzelfde prijssegment, dan kan er eigenlijk weinig misgaan.