ID.nl logo
Isoleren met écht duurzame (biobased) materialen doe je zo
© Foto: Ingo Bartussek
Energie

Isoleren met écht duurzame (biobased) materialen doe je zo

Duurzame isolatiematerialen zorgen voor meer comfort en een gezonder binnenklimaat in huis. Ze isoleren zo goed, dat we er niet alleen warmpjes bijzitten in de winter. Ze houden het huis ook nog eens koeler tijdens de zomer. Meer comfort dus! Bovendien zijn ze ook nog eens beter voor het milieu. Win-win. Kost dat extra comfort je ook extra? Je leest het hier. Ook bespreken we andere voordelen en welk materiaal je waar kunt gebruiken.

In dit artikel lees je over:

  • De term biobased isoleren
  • Voordelen van natuurlijke isolatiematerialen
  • Wat je waar kunt gebruiken en wat je ervoor betaalt
  • Toekomstbestendig isoleren
  • FAQ’s

Ook interessant: Eén op de zes Nederlanders ontevreden over isolatiemaatregelen

Biobased of ecologisch

ID.nl sprak met Joost van der Waal, oprichter van de Ecobouwschool en eigenaar van Isoleerbewust. Hij isoleert met écht duurzame materialen en noemt die ook wel biobased. Joost vertelt om mee te beginnen wat biobased precies is: "Natuurlijk gegroeide grondstoffen, met plantaardige vezels. Dat is voor mij biobased." 

De isolatiematerialen die daarvoor worden gebruikt, zijn hoofdzakelijk plantaardig - voorheen ook wel ecologisch materiaal genoemd. Die term is niet helemaal passend. Plasticfolie wordt bijvoorbeeld ook ecologisch genoemd, omdat je er maar weinig materiaal van nodig hebt. Maar dat bedoelt Joost niet: "We bedoelen dat het natuurlijk gegroeide isolatiematerialen zijn. Denk aan reststromen van duurzame bosbouw, afvalstromen van houtzagerijen en landbouw als stro, hennep, vlas en olifantsgras. Wij doen dat omdat we heel erg het geloof hebben: hoe dichter bij de natuur, hoe beter voor het milieu, hoe beter voor onszelf. " 

De natuur is zelf CO2-positief. Tijdens de groei neemt een boom of plant veel meer CO2 op dan dat hij uitstoot tijdens de bewerking tot isolatiemateriaal of het transport ervan. Regulier isolatiemateriaal vraagt juist om veel energie tijdens de bewerking. G(l)aswol moet bijvoorbeeld tot 1400 graden verwarmd worden om het bruikbaar te maken. 

Koel in zomer, warm in de winter  

Biobased materialen kom je niet vaak tegen bij de bouwmarkt. Daarom is het voor veel mensen nog onbekend terrein om ermee te isoleren, terwijl ze prima functioneren. Want in tegenstelling tot pir en pur-isolatie verwarm je er niet alleen je huis mee in de winter, je koelt het huis ook nog eens in de zomer. Joost: "Houtvezel bijvoorbeeld, houdt tot drie keer langer de warmte buiten in de zomer. Het kan tot 8 graden binnen schelen. "

Mensen ondervonden de voordelen van ecologisch isoleren vooral tijdens de coronacrisis, toen thuiswerken de norm werd en mensen merkten dat het op zolder toch wel erg warm werd, zelfs als ze de ruimte hadden geïsoleerd. Met gebruikelijke isolatiematerialen wordt het toch nog warm. "Glaswol doet niet heel veel om de warmte buiten te houden. Plastic speelgoed ging op zolder zelfs smelten, omdat we tegenwoordig veel zwarte of donkere dakpannen gebruiken. Het dak wordt dan loeiheet en kan wel oplopen tot 80 graden, ook al is het buiten niet zo warm. Je voelt gewoon de warmte naar binnen stromen. Zodra je het isoleert met houtvezel merk je meteen verschil. Kijk, het wordt geen 18 graden, dat is een illusie. Maar het wordt wel echt een stuk koeler."

©AIGen - stock.adobe.com

Dichtheid 

Dat houtvezel de warmte ook buiten houdt tijdens de warme zomerdagen, ligt onder andere aan de dichtheid, vertelt Joost: "Houtvezel krijg je aangeleverd als een soort strobalen. Je krijgt het niet opgerold omdat het zo’n hoge dichtheid heeft. Daarom blijft de warmte zo lang buiten. In glasvezel zit weinig dichtheid. Dat merk je zodra je het van de rollen afhaalt, het zet meteen uit."

Tip
Ook biobased: dons voor in je dekbed

Prijsverschil

Over ecologisch isoleren gaat het verhaal dat het stukken duurder is dan reguliere isolatiemethoden. We leggen het voor aan Joost: "Biobased is duurder op het moment, maar daarmee koop je isolatie voor in de winter én in de zomer." Er gaan geruchten dat je vanaf volgend jaar 7 euro per vierkante meter extra subsidie kunt krijgen op biobased isolatiematerialen. Dan komt de inkoopprijs van houtvezel en glaswol toch wel dicht bij elkaar te liggen en wordt het interessanter om aan te schaffen.

Ondanks de investering, verdienen de materialen zich zeker terug. In de praktijk had een klant van Joost geen mobiele airco meer nodig, omdat de biobased isolatie het verkoelende werk deed. Binnen twee jaar had die klant prijsverschil terugverdiend doordat hij de airco minder hoefde te gebruiken. De meeste biobased materialen gaan 50-75 jaar mee. In Frankrijk staat bijvoorbeeld een strobalenhuis van meer dan 100 jaar oud. 

Welk isolatiemateriaal voor welke plek?

Biobased materialen zijn er in allerlei soorten. Bekende soorten zijn houtvezel, vlas, hennep, gras, schapenwol, cellulose, kurk, stro en olifantsgras. Maar eigenlijk wordt er van alles gebruikt om te isoleren en vind je ook nog weleens krantenknipsels of zeewier als isolatiemateriaal. Veel van de materialen zijn voor bijna alle isolatietoepassingen te gebruiken. Toch zijn bepaalde materialen net wat beter geschikt voor specifieke toepassingen:

SoortGebruikGeschatte prijs/m2
VlasVloer, kruipruimte, kieren20-22 euro
HennepKruipruimte, kieren21-23 euro
HoutvezelSchuin dak, verdiepingsvloer18-20 euro
SchapenwolKruipruimte (vochtige plekken), kieren30-32 euro
CelluloseDak, verdiepingsvloer18-20 euro
StroDak, verdiepingsvloer10-20 euro
GrasvezelDak, vloer20 euro

Bron: De Kopersgids van Isoleerbewust 

Hoe bepaal je wat je gaat gebruiken? Joost legt het uit: "Ga ik uit van een warme winter en een koele zomer, dan gebruik ik in het dak altijd een materiaal dat een hoge dichtheid heeft. Zoals houtvezel, cellulose en stro.  In verdiepingsvloeren gebruiken we ook vaak houtvezel. Met de dichtheid heb je ook minder last van contactgeluid. Maar het kan ook cellulose of stro zijn." 

"Voor de vloer van de begane grond gebruik ik materialen die makkelijk te vouwen zijn. Geen houtvezel, want als je dat gaat vouwen gaat het kapot. Voor de kruipruimte gebruik ik hennep, dat is makkelijk te buigen en kun je goed tussen de balken doen. Stel, het is echt een vochtige kruipruimte, dan gebruik ik nog weleens bodemfolie. Dat is helaas niet biobased. Of schapenwol, de haren zijn erg goed voor het transporteren van vocht. Net zoals onze haren."

"Bij een plat dak is grasvezel een minder handige keuze om er mee boven je hoofd te werken. Er komen best veel stofdeeltjes vrij. Draag dan altijd een stofmasker en bril. Hennep laat bijvoorbeeld veel minder stofjes los. Bij een schuin dak kun je er gewoon naast gaan staan. Dan is houtvezel wel handig te gebruiken."

In de spouwmuur is spuitkurk nu nog de enige biobased keus. Grasvezel, hennep of houtvezel wordt te vochtig. Van spouwmuurisolatie is Joost overigens niet zo'n fan, "omdat het is gemaakt voor je vochthuishouding, nu blazen mensen dat vol met isolatie. En eigenlijk wil je er geen synthetisch materiaal in spuiten, want dat past de vochthuishouding aan. Het vocht kan dan helemaal niet meer naar buiten."

©Ingo Bartussek

Ook schoonmaken doe je natuurlijk ecologisch

Kies uit een ruim assortiment voor elke schoonmaakklus!

Factoren om rekening mee te houden

We vragen naar aandachtspunten: "Bij biobased moet je er goed opletten dat je de afwerking luchtdicht hebt. Als je synthetisch goed isoleert, dan is het ook luchtdicht. Ecologische materialen zijn dat niet. Glas- en steenwol overigens ook niet. 

De laatste decennia zijn we ons meer gaan focussen op luchtdicht isoleren. Dat houdt in dat we ervoor zorgen dat er geen ongewenste luchtstromen door je isolatie gaan. Ga je aan de binnenzijde isoleren, moet je erop letten dat het vocht dat je zelf produceert, niet op de koude bakstenen slaat. Dan kan er condens ontstaan.

Daarom is bij bestaande bouw aan de binnenzijde klimaatfolie, ook wel vochtvariabele folie, aan te raden die damp beide richtingen op kan doorlaten. Zo komt er niet te veel vocht in de constructie en voorkom je schimmel of houtrot. "

💡 Klimaatfolie, ook wel vocht variabele folie genoemd, is een membraan dat open en dicht kan staan. Bij een hoge luchtvochtigheid gaat het juist meer dicht staan. Dat is handig voor biobased materialen, maar bij isolatie van glas- en steenwol is dat ook nodig. Bij andere synthetische materialen staan die meestal dicht en is er geen vochtbeweging.

Stoken met natuurlijke materialen?

Kijk dan eens voor een houtkachel bij Bol.com

Vochtproblemen

We vragen ons af: isoleren met natuurlijke materialen moet je niet doen vanwege vochtproblemen. Zin of onzin? "Onzin", zegt Joost. "Die zijn gewoon op te lossen met klimaatfolie die je eigenlijk ook zou moeten toepassen bij glas- en steenwol."

Hij gaat verder: "In 99 procent van de gevallen kies ik biobased. Alleen kies ik er nog weleens voor bij de binnenzijde van de gevel, bij je kozijn. Daar is niet veel ruimte, maar je wilt er wel isolatie hebben want dat is een plek waar het wel echt koud kan worden. Het kan zijn dat je dan maar 1 centimeter hebt en een hogere isolatiewaarde wilt halen, kan het zijn dat je op dat soort plekken dan voor iets anders moet kiezen. Maar in de praktijk kom ik dan weinig tegen. Dan heb je de keuze: of je gaat iets duurders dat ecologisch te gebruiken is zoals Aerogel. Dat gebruiken ze ook in de ruimtevaart. Of je kiest voor iets goedkoops."

Lees ook: Vocht voor en na isolatie, oorzaak of oplossing?

Toekomstbestendig isoleren begint bij vroeger 

Voordat in 1901 de woningwet intrad, was het gebruik van lokaal gegroeide grondstoffen heel normaal. Toen de WOII snel gebouwd moest worden, verdwenen ze uit het zicht. Sindsdien zijn pir, pur, glas- en steenwol gangbaar. Joost: "Terwijl die energie-intensief zijn. Daar komen we nu achter. Door alle woningen daarmee te bouwen, raakt het hele CO2- budget van Nederland op. Terwijl natuurlijk gegroeide materialen CO2 opslaan, ze beter zijn voor je gezondheid en ze in de zomer het huis ook nog koel en in de winter warm houden." 


Wil je je huis laten isoleren? Kijk dan eens bij meerdere partijen en overleg of zij biobased isoleren en zo ja welke materialen zij daarvoor gebruiken👇🏻

Vraag een offerte aan voor isolatie:

▼ Volgende artikel
Review Xiaomi Robot Vacuum 5 Pro – Zuigrobot met een overtuigend navigatiesysteem
© Wesley Akkerman
Huis

Review Xiaomi Robot Vacuum 5 Pro – Zuigrobot met een overtuigend navigatiesysteem

Xiaomi doet al een tijd mee in de wereld van robotstofzuigers en de Xiaomi Robot Vacuum 5 Pro is daar een recent wapenfeit van. Dit is de net iets uitgebreidere versie van de Robot Vacuum 5 en hij heeft een stevige adviesprijs van 799 euro.

Goed
Conclusie

De Xiaomi Robot Vacuum 5 Pro doorbreekt geen barrières. De meest opvallende feature is de manier van navigeren: dat gaat hem heel goed af. Daarnaast is het keurig dat je op dit prijspunt een uitschuifbare borstel én dweil krijgt. Daar staat tegenover dat je koud en zonder zeep moet dweilen, dat de waterbak wellicht te klein voor je is en dat de robot óók het kleed dweilt. Dat zijn een aantal onhandige zaken, waardoor de vraagprijs gevoelsmatig hoog ligt. Mocht de prijs onder de 700 euro zakken, dan is dit een aantrekkelijkere deal.

Plus- en minpunten
  • Uitschuifbare borstel en dweil
  • Antiklitborstel onderop
  • Uitgebreid en secuur navigatiesysteem
  • Meer dan genoeg zuigkracht
  • Uitgebreide object- en vuilherkenning
  • Veel opties binnen de app
  • Uitschuifbare borstel laat zich weinig zien
  • De robot dweilt ook op het vloerkleed
  • Zeepbak in het basisstation ontbreekt
  • Kleine waterbak voor het dweilen

De Xiaomi Robot Vacuum 5 Pro heeft bovenop een telescopische AI-camera en aan de voorkant twee infraroodogen. Daarmee herkent hij tot wel 200 objecten en onderscheidt hij 47 soorten vuil. Handig, want zo kan hij onderweg zijn route en zuigkracht aanpassen. Met de uitschuifbare borstel en het dweilpad pakt hij ook de plinten en lastige hoekjes mee. En met een maximale zuigkracht van 20.000 Pa zuigt de 5 Pro alle viezigheid op die hij tegenkomt.

Onderop zit een borstel die haren netjes meeneemt zonder dat ze erin verstrikt raken. De twee dweilpads klikken met magneten vast. Soms hangen ze wat scheef als de robot met zijn achterkant ergens tegenaan botst, maar ze blijven altijd zitten. Opvallend is dat de pads tijdens een gewone stofzuigbeurt niet in het station achterblijven. Omdat ze bij de volgende ronde toch droog zijn, is dat eigenlijk geen nadeel.

©Wesley Akkerman

Goede en betrouwbare navigatie

Navigeren gaat de Xiaomi Robot Vacuum 5 Pro erg goed af. Nadat hij eerst de kamer(s) omlijnt, gaat hij systematisch te werk door zigzaggend de grond te reinigen (eigenlijk zoals elke robotstofzuiger dat doet). Opvallend is hoe voorzichtig het systeem daarbij te werk gaat. In tegenstelling tot de vergelijkbaar geprijsde Philips Homerun 5000 slaat hij gelukkig weinig plekken over. Zo nu en dan lijkt het net alsof de robot zich namelijk herpakt. Dan stopt hij met bewegen, rijdt-ie een stukje naar achteren om de situatie in te schatten en vervolgens pakt-ie de taak weer op.

Nu zou je kunnen stellen dat dit een wat onhandige manier van werken is, of dat de Xiaomi Robot Vacuum 5 Pro niet slim genoeg is alles in één keer mee te pakken. Maar wij focussen liever op het positieve en zien er juist de waarde van in. De robotstofzuiger komt hierdoor namelijk niet snel klem te zitten. Hij vermijdt stoel- en tafelpoten en rijdt zich nergens op vast. Het enige waar hij wel moeite mee heeft, zijn vloerkleden. De 5 Pro herkent ze als zodanig en stofzuigt ze gewoon, maar op de een of andere manier slaat hij soms hele delen van het kleed over.

©Wesley Akkerman

Dweilen zonder zeep

We hebben de 5 Pro niet kunnen betrappen op het gebruiken van de uitschuifbare borstel. Wellicht acht de robot dat niet nodig, maar die van Dreame maakt er wel degelijk gebruik van. Daarentegen is het goed om te zien dat de Xiaomi de dweilschommel wel inzet. Bij randen en kasten komt de dweilpad naar buiten om dichter op de muren en andere objecten schoon te maken. Ook rijdt hij weleens een stukje naar achteren en naar voren om eventueel overgeslagen delen mee te pakken. De 5 Pro laat bovendien geen dweilstrepen achter; heel fijn om te zien.

Net als bij veel andere dweilende robotstofzuigers kun je er niet van uitgaan dat de Xiaomi Robot Vacuum 5 Pro echt hardnekkige plekken aanpakt. Maar voor dagelijks onderhoud is dit meer dan prima. Het basisstation zorgt er daarnaast voor dat de robot altijd schoon en klaar voor gebruik is. De stofopvangbak wordt leeggezogen, het water wordt bijgevuld en de dweilpads worden netjes gedroogd. Helaas is er geen zeepbak aanwezig, waardoor je dus met alleen koud water wast. Verder vinden we het vreemd dat de robot ook het kleed dweilt, ondanks de tapijtherkenning.

©Wesley Akkerman

De capaciteit van de waterbak stelt met 80 ml ook iets teleur. Voor het huis van ondergetekende (57 vierkante meter) is dat voldoende, maar in een groter huis kan dat voor uitdagingen zorgen. De robot doet er al best lang over om overal te komen. Dat is in principe niet verkeerd, omdat hij secuur te werk gaat. Maar het kan dus zijn dat het systeem nog meer tijd kwijt is aan zijn dweiltaak, omdat hij zonder water komt te zitten en dus moet 'tanken' bij het basisstation. Geen issue als je op vaste momenten schoonmaakt, maar wellicht onhandig als je dat net voor een feestje wilt doen.

Uitgebreide app

Binnen de app kun je overigens flink wat zaken instellen. Je ziet de aanpasbare kaart, de positie van de robot tijdens het rijden en kunt precies instellen hoe je wilt dat de Xiaomi Robot Vacuum 5 Pro schoonmaakt. Ook bepaal je gemakkelijk hoe secuur de robot moet zijn, door invloed uit te oefenen op het gezigzag, in welke mate hij zich moet focussen op hoeken, randen en obstakelvermijding en hoe het basisstation de boel schoonmaakt. Verder kun je altijd meekijken met de camera. In de app zie je tot slot foto's staan van herkende objecten.

Xiaomi Robot Vacuum 5 Pro kopen?

De Xiaomi Robot Vacuum 5 Pro doorbreekt geen barrières. De meest opvallende feature is de manier van navigeren: dat gaat hem heel goed af. Daarnaast is het keurig dat je op dit prijspunt een uitschuifbare borstel én dweil krijgt. Daar staat tegenover dat je koud en zonder zeep moet dweilen, dat de waterbak wellicht te klein voor je is en dat de robot óók het kleed dweilt. Dat zijn een aantal onhandige zaken, waardoor de vraagprijs gevoelsmatig hoog ligt. Mocht de prijs onder de 700 euro zakken, dan is dit een aantrekkelijkere deal.

▼ Volgende artikel
Apple Intelligence spreekt eindelijk Nederlands
© Apple
Huis

Apple Intelligence spreekt eindelijk Nederlands

Apples slimme AI-functies zijn er nu ook in het Nederlands. Met iOS 26.1, macOS 26.1 en watchOS 26.1 krijgen Schrijfhulp en Visual Intelligence officiële taalondersteuning. Eerst alleen in de developer-bèta, over enkele weken in de public bèta en later dit najaar in de definitieve release.

In dit artikel lees je:
  • Apple Intelligence nu ook in het Nederlands
  • Beschikbaar vanaf iOS 26.1, macOS 26.1 en watchOS 26.1
  • Eerst in de developer-bèta, binnenkort ook in de public bèta
  • Slimmere Siri en functies als Schrijfhulp en Visual Intelligence
  • Niet alle functies werken meteen in Europa
  • Alleen beschikbaar op recente iPhones, iPads en Macs

Wat is Apple Intelligence eigenlijk?

Apple Intelligence is het AI-platform dat Apple in 2024 lanceerde als antwoord op ChatGPT. Geen losse app, maar een set slimme functies die diep verweven zit in iOS, iPadOS, macOS en watchOS. Je krijgt daarmee schrijfhulpen, visuele herkenning, vertaalopties en creatieve tools. Belangrijk verschil met veel andere AI-diensten: Apple laat je data zoveel mogelijk op je eigen toestel verwerken. Alleen bij complexere taken springt de cloud bij, afgeschermd via Private Cloud Compute.

Vanaf iOS 26.1 ook bruikbaar in Nederland

Early adapters weten het: tot nu toe moest je in het Engels werken. Met iOS 26.1, macOS 26.1 en watchOS 26.1 schakelt Apple Intelligence echter eindelijk naar het Nederlands. Daarmee wordt het herschrijven van teksten, samenvatten van documenten en aanpassen van toon opeens een stuk toegankelijker. Ook Visual Intelligence, dat teksten op je scherm kan herkennen, samenvatten en vertalen, spreekt onze taal.

Apple voegt tegelijk andere talen toe, waaronder Deens, Noors, Zweeds, Turks en traditioneel Chinees. Het is een voorzichtige, maar gestage wereldwijde uitrol.

©Apple

Siri krijgt eindelijk hersens

Siri stond jarenlang te boek als de domste assistent van de klas. Apple Intelligence verandert dat beeld. Siri kan nu meerdere taken combineren en context begrijpen. Een opdracht als 'Stuur de notulen van mijn laatste vergadering naar Lisa' wordt direct uitgevoerd: Siri zoekt het juiste document in Notities en verstuurt het via Mail of Berichten. Met de komst van Nederlandse taalondersteuning wordt Siri dus ook hier een stuk bruikbaarder.

Niet alles werkt meteen hier

Toch loopt Europa achter op sommige punten. De Workout Buddy in watchOS 26 komt wel, maar voorlopig alleen in het Engels. Deze functie geeft tijdens het sporten motiverende aanwijzingen en feedback. Ook de live-vertaling via de AirPods – die nu ook Japans, Koreaans, Italiaans en Chinees ondersteunt – blijft in de EU nog uit. Reden: strengere Europese regels rondom privacy en veiligheid.

Heb jij de juiste hardware?

Niet elk Apple-apparaat kan trouwens overweg met Apple Intelligence. Voor iPhones geldt dat alleen de iPhone 15 Pro, 15 Pro Max, de hele iPhone 16-serie en uiteraard de nieuwste 17-serie worden ondersteund. Op iPads en Macs is een M-chip vereist: minimaal een M1 dus. Draait je toestel wel iOS 26 of macOS 26, maar heeft het oudere hardware, dan val je helaas buiten de boot.

©Apple

Europa stelt extra eisen

Dat Apple hier later start, komt door de Digital Markets Act. Deze Europese wet verplicht grote techbedrijven transparanter te zijn over datagebruik. Apple moest zijn AI-platform daarom aanpassen met strengere privacyregels en een opt-in model voor functies zoals de koppeling met ChatGPT. In de VS konden gebruikers dus eerder aan de slag.

Met iOS 26.1, macOS 26.1 en watchOS 26.1 start Apple Intelligence eindelijk officieel in het Nederlands. Voorlopig nog in de developer- en public bèta, later dit najaar in de definitieve versie. Het vraagt recente hardware en niet elke functie is hier meteen beschikbaar. Maar dit is wel de stap waarop veel Nederlandse Apple-fans hebben gewacht: kunstmatige intelligentie die naadloos in je iPhone en Mac zit, en eindelijk ook in je eigen taal.