ID.nl logo
Isoleren met écht duurzame (biobased) materialen doe je zo
© Foto: Ingo Bartussek
Energie

Isoleren met écht duurzame (biobased) materialen doe je zo

Duurzame isolatiematerialen zorgen voor meer comfort en een gezonder binnenklimaat in huis. Ze isoleren zo goed, dat we er niet alleen warmpjes bijzitten in de winter. Ze houden het huis ook nog eens koeler tijdens de zomer. Meer comfort dus! Bovendien zijn ze ook nog eens beter voor het milieu. Win-win. Kost dat extra comfort je ook extra? Je leest het hier. Ook bespreken we andere voordelen en welk materiaal je waar kunt gebruiken.

In dit artikel lees je over:

  • De term biobased isoleren
  • Voordelen van natuurlijke isolatiematerialen
  • Wat je waar kunt gebruiken en wat je ervoor betaalt
  • Toekomstbestendig isoleren
  • FAQ’s

Ook interessant: Eén op de zes Nederlanders ontevreden over isolatiemaatregelen

Biobased of ecologisch

ID.nl sprak met Joost van der Waal, oprichter van de Ecobouwschool en eigenaar van Isoleerbewust. Hij isoleert met écht duurzame materialen en noemt die ook wel biobased. Joost vertelt om mee te beginnen wat biobased precies is: "Natuurlijk gegroeide grondstoffen, met plantaardige vezels. Dat is voor mij biobased." 

De isolatiematerialen die daarvoor worden gebruikt, zijn hoofdzakelijk plantaardig - voorheen ook wel ecologisch materiaal genoemd. Die term is niet helemaal passend. Plasticfolie wordt bijvoorbeeld ook ecologisch genoemd, omdat je er maar weinig materiaal van nodig hebt. Maar dat bedoelt Joost niet: "We bedoelen dat het natuurlijk gegroeide isolatiematerialen zijn. Denk aan reststromen van duurzame bosbouw, afvalstromen van houtzagerijen en landbouw als stro, hennep, vlas en olifantsgras. Wij doen dat omdat we heel erg het geloof hebben: hoe dichter bij de natuur, hoe beter voor het milieu, hoe beter voor onszelf. " 

De natuur is zelf CO2-positief. Tijdens de groei neemt een boom of plant veel meer CO2 op dan dat hij uitstoot tijdens de bewerking tot isolatiemateriaal of het transport ervan. Regulier isolatiemateriaal vraagt juist om veel energie tijdens de bewerking. G(l)aswol moet bijvoorbeeld tot 1400 graden verwarmd worden om het bruikbaar te maken. 

Koel in zomer, warm in de winter  

Biobased materialen kom je niet vaak tegen bij de bouwmarkt. Daarom is het voor veel mensen nog onbekend terrein om ermee te isoleren, terwijl ze prima functioneren. Want in tegenstelling tot pir en pur-isolatie verwarm je er niet alleen je huis mee in de winter, je koelt het huis ook nog eens in de zomer. Joost: "Houtvezel bijvoorbeeld, houdt tot drie keer langer de warmte buiten in de zomer. Het kan tot 8 graden binnen schelen. "

Mensen ondervonden de voordelen van ecologisch isoleren vooral tijdens de coronacrisis, toen thuiswerken de norm werd en mensen merkten dat het op zolder toch wel erg warm werd, zelfs als ze de ruimte hadden geïsoleerd. Met gebruikelijke isolatiematerialen wordt het toch nog warm. "Glaswol doet niet heel veel om de warmte buiten te houden. Plastic speelgoed ging op zolder zelfs smelten, omdat we tegenwoordig veel zwarte of donkere dakpannen gebruiken. Het dak wordt dan loeiheet en kan wel oplopen tot 80 graden, ook al is het buiten niet zo warm. Je voelt gewoon de warmte naar binnen stromen. Zodra je het isoleert met houtvezel merk je meteen verschil. Kijk, het wordt geen 18 graden, dat is een illusie. Maar het wordt wel echt een stuk koeler."

©AIGen - stock.adobe.com

Dichtheid 

Dat houtvezel de warmte ook buiten houdt tijdens de warme zomerdagen, ligt onder andere aan de dichtheid, vertelt Joost: "Houtvezel krijg je aangeleverd als een soort strobalen. Je krijgt het niet opgerold omdat het zo’n hoge dichtheid heeft. Daarom blijft de warmte zo lang buiten. In glasvezel zit weinig dichtheid. Dat merk je zodra je het van de rollen afhaalt, het zet meteen uit."

Tip
Ook biobased: dons voor in je dekbed

Prijsverschil

Over ecologisch isoleren gaat het verhaal dat het stukken duurder is dan reguliere isolatiemethoden. We leggen het voor aan Joost: "Biobased is duurder op het moment, maar daarmee koop je isolatie voor in de winter én in de zomer." Er gaan geruchten dat je vanaf volgend jaar 7 euro per vierkante meter extra subsidie kunt krijgen op biobased isolatiematerialen. Dan komt de inkoopprijs van houtvezel en glaswol toch wel dicht bij elkaar te liggen en wordt het interessanter om aan te schaffen.

Ondanks de investering, verdienen de materialen zich zeker terug. In de praktijk had een klant van Joost geen mobiele airco meer nodig, omdat de biobased isolatie het verkoelende werk deed. Binnen twee jaar had die klant prijsverschil terugverdiend doordat hij de airco minder hoefde te gebruiken. De meeste biobased materialen gaan 50-75 jaar mee. In Frankrijk staat bijvoorbeeld een strobalenhuis van meer dan 100 jaar oud. 

Welk isolatiemateriaal voor welke plek?

Biobased materialen zijn er in allerlei soorten. Bekende soorten zijn houtvezel, vlas, hennep, gras, schapenwol, cellulose, kurk, stro en olifantsgras. Maar eigenlijk wordt er van alles gebruikt om te isoleren en vind je ook nog weleens krantenknipsels of zeewier als isolatiemateriaal. Veel van de materialen zijn voor bijna alle isolatietoepassingen te gebruiken. Toch zijn bepaalde materialen net wat beter geschikt voor specifieke toepassingen:

SoortGebruikGeschatte prijs/m2
VlasVloer, kruipruimte, kieren20-22 euro
HennepKruipruimte, kieren21-23 euro
HoutvezelSchuin dak, verdiepingsvloer18-20 euro
SchapenwolKruipruimte (vochtige plekken), kieren30-32 euro
CelluloseDak, verdiepingsvloer18-20 euro
StroDak, verdiepingsvloer10-20 euro
GrasvezelDak, vloer20 euro

Bron: De Kopersgids van Isoleerbewust 

Hoe bepaal je wat je gaat gebruiken? Joost legt het uit: "Ga ik uit van een warme winter en een koele zomer, dan gebruik ik in het dak altijd een materiaal dat een hoge dichtheid heeft. Zoals houtvezel, cellulose en stro.  In verdiepingsvloeren gebruiken we ook vaak houtvezel. Met de dichtheid heb je ook minder last van contactgeluid. Maar het kan ook cellulose of stro zijn." 

"Voor de vloer van de begane grond gebruik ik materialen die makkelijk te vouwen zijn. Geen houtvezel, want als je dat gaat vouwen gaat het kapot. Voor de kruipruimte gebruik ik hennep, dat is makkelijk te buigen en kun je goed tussen de balken doen. Stel, het is echt een vochtige kruipruimte, dan gebruik ik nog weleens bodemfolie. Dat is helaas niet biobased. Of schapenwol, de haren zijn erg goed voor het transporteren van vocht. Net zoals onze haren."

"Bij een plat dak is grasvezel een minder handige keuze om er mee boven je hoofd te werken. Er komen best veel stofdeeltjes vrij. Draag dan altijd een stofmasker en bril. Hennep laat bijvoorbeeld veel minder stofjes los. Bij een schuin dak kun je er gewoon naast gaan staan. Dan is houtvezel wel handig te gebruiken."

In de spouwmuur is spuitkurk nu nog de enige biobased keus. Grasvezel, hennep of houtvezel wordt te vochtig. Van spouwmuurisolatie is Joost overigens niet zo'n fan, "omdat het is gemaakt voor je vochthuishouding, nu blazen mensen dat vol met isolatie. En eigenlijk wil je er geen synthetisch materiaal in spuiten, want dat past de vochthuishouding aan. Het vocht kan dan helemaal niet meer naar buiten."

©Ingo Bartussek

Ook schoonmaken doe je natuurlijk ecologisch

Kies uit een ruim assortiment voor elke schoonmaakklus!

Factoren om rekening mee te houden

We vragen naar aandachtspunten: "Bij biobased moet je er goed opletten dat je de afwerking luchtdicht hebt. Als je synthetisch goed isoleert, dan is het ook luchtdicht. Ecologische materialen zijn dat niet. Glas- en steenwol overigens ook niet. 

De laatste decennia zijn we ons meer gaan focussen op luchtdicht isoleren. Dat houdt in dat we ervoor zorgen dat er geen ongewenste luchtstromen door je isolatie gaan. Ga je aan de binnenzijde isoleren, moet je erop letten dat het vocht dat je zelf produceert, niet op de koude bakstenen slaat. Dan kan er condens ontstaan.

Daarom is bij bestaande bouw aan de binnenzijde klimaatfolie, ook wel vochtvariabele folie, aan te raden die damp beide richtingen op kan doorlaten. Zo komt er niet te veel vocht in de constructie en voorkom je schimmel of houtrot. "

💡 Klimaatfolie, ook wel vocht variabele folie genoemd, is een membraan dat open en dicht kan staan. Bij een hoge luchtvochtigheid gaat het juist meer dicht staan. Dat is handig voor biobased materialen, maar bij isolatie van glas- en steenwol is dat ook nodig. Bij andere synthetische materialen staan die meestal dicht en is er geen vochtbeweging.

Stoken met natuurlijke materialen?

Kijk dan eens voor een houtkachel bij Bol.com

Vochtproblemen

We vragen ons af: isoleren met natuurlijke materialen moet je niet doen vanwege vochtproblemen. Zin of onzin? "Onzin", zegt Joost. "Die zijn gewoon op te lossen met klimaatfolie die je eigenlijk ook zou moeten toepassen bij glas- en steenwol."

Hij gaat verder: "In 99 procent van de gevallen kies ik biobased. Alleen kies ik er nog weleens voor bij de binnenzijde van de gevel, bij je kozijn. Daar is niet veel ruimte, maar je wilt er wel isolatie hebben want dat is een plek waar het wel echt koud kan worden. Het kan zijn dat je dan maar 1 centimeter hebt en een hogere isolatiewaarde wilt halen, kan het zijn dat je op dat soort plekken dan voor iets anders moet kiezen. Maar in de praktijk kom ik dan weinig tegen. Dan heb je de keuze: of je gaat iets duurders dat ecologisch te gebruiken is zoals Aerogel. Dat gebruiken ze ook in de ruimtevaart. Of je kiest voor iets goedkoops."

Lees ook: Vocht voor en na isolatie, oorzaak of oplossing?

Toekomstbestendig isoleren begint bij vroeger 

Voordat in 1901 de woningwet intrad, was het gebruik van lokaal gegroeide grondstoffen heel normaal. Toen de WOII snel gebouwd moest worden, verdwenen ze uit het zicht. Sindsdien zijn pir, pur, glas- en steenwol gangbaar. Joost: "Terwijl die energie-intensief zijn. Daar komen we nu achter. Door alle woningen daarmee te bouwen, raakt het hele CO2- budget van Nederland op. Terwijl natuurlijk gegroeide materialen CO2 opslaan, ze beter zijn voor je gezondheid en ze in de zomer het huis ook nog koel en in de winter warm houden." 


Wil je je huis laten isoleren? Kijk dan eens bij meerdere partijen en overleg of zij biobased isoleren en zo ja welke materialen zij daarvoor gebruiken👇🏻

Vraag een offerte aan voor isolatie:

▼ Volgende artikel
Zo stel je jouw ideale keuken samen
© Andy Dean Photography
Huis

Zo stel je jouw ideale keuken samen

Natuurlijk is het belangrijk hoe een keuken eruitziet, maar het draait vooral om hoe je hem gebruikt. Een goede keuken sluit aan op jouw manier van koken en leven, met een logische indeling en keuzes die het dagelijks gebruik makkelijker maken. In dit artikel laten we zien hoe je stap voor stap tot een ontwerp komt dat echt bij je past – van de eerste schetsen tot het kiezen van werkbladen, apparatuur en grepen.

Zelf je keuken samenstellen? Dit is belangrijk:
  • Beschikbare ruimte
  • Je keukengewoontes
  • Werkhoogte
  • Opbergruimte
  • Materialen
  • Stijl
  • Apparatuur

Begin bij de ruimte en je gewoontes

Voordat je nadenkt over frontjes en kleuren voor je nieuwe keuken, kijk je naar de ruimte die je hebt. Is het een dichte keuken of is hij open en loopt hij naadloos door in je woonkamer? Hoeveel wandlengte is beschikbaar? Waar zitten de ramen, deuren en aansluitpunten? Het helpt om de plattegrond van je keuken op schaal te tekenen. Nog beter: gebruik een digitale tool waarmee je je ontwerp meteen in 3D ziet (zie kader verderop).

Daarna kijk je naar je eigen kookgedrag. Sta je vaak uitgebreid te koken of wil je vooral snel en makkelijk eten kunnen maken? Heb je veel spullen die opgeborgen moeten worden of houd je het graag minimalistisch? De antwoorden op die vragen bepalen welke indeling het best werkt: een rechte wandopstelling, een hoek, een U-vorm of juist een kookeiland.

Let bij het indelen op de zogeheten werkdriehoek. Daarmee bedoelen we de afstand tussen kookplaat, spoelbak en koelkast. Die drie punten vormen samen het hart van je keuken. Hoe dichter deze drie bij elkaar liggen, hoe makkelijker en sneller je werkt. Je hoeft minder heen en weer te lopen en hebt alles onder handbereik.

De ideale werkhoogte

De ideale hoogte van een aanrecht hangt af van je lichaamslengte. Werk je te laag, dan moet je steeds voorover buigen. Werk je te hoog, dan gaan je schouders omhoog. Beide zijn vermoeiend. Daarom loont het om bij het samenstellen van je keuken stil te staan bij de juiste werkhoogte. Een handig uitgangspunt: als je rechtop staat met je armen gebogen in een hoek van 90 graden, dan ligt het werkblad ongeveer 10 tot 15 cm onder je ellebogen. Hieronder zie je een indicatie op basis van je lengte.

LichaamslengteAanbevolen werkbladhoogte
Tot 1,70 meter85 tot 90 cm
1,70 tot 1,90 meter90 tot 95 cm
Langer dan 1,90 meter95 tot 100 cm

Let op: dit zijn richtlijnen. De beste hoogte bepaal je uiteindelijk door zelf even te testen wat prettig voelt – bijvoorbeeld op een instelbaar werkblad of in een showroom met verschillende hoogtes.

Hoeveel opbergruimte heb je nodig?

Gebruik je vaak pannen of bakvormen, dan heb je meer aan een paar brede lades dan aan een kast met planken. Je ziet in één oogopslag wat waar ligt, en je hoeft niet op je knieën om achter in het kastje iets te zoeken. Dat werkt net wat makkelijker – zeker als je dagelijks kookt. Zorg ook dat je je spullen straks logisch kunt verdelen. Het is handig om keukengerei bij de kookplaat op te bergen, schoonmaakspullen onder de spoelbak, en om je voorraad in een hoge kast of ladeblok te bewaren.

Nog iets om bij je ontwerp rekening mee te houden: laat voldoende ruimte over om kastdeuren te openen zonder dat ze elkaar raken. Ook is het prettig om rond het fornuis en de spoelbak minstens 90 centimeter loopruimte te hebben.

©Phurichai

Materialen en stijl: meer dan alleen smaak

Frontjes bepalen in grote mate de uitstraling van je keuken, maar het materiaal zegt ook iets over onderhoud en levensduur. Een gelakte keuken ziet er strak uit, maar is gevoeliger voor krassen en vingerafdrukken. Hout voelt warm aan, maar vraagt meer onderhoud. Kunststof of melamine is onderhoudsvriendelijk en budgetvriendelijk, maar minder duurzaam op de lange termijn.

Voor het werkblad is het goed om verder te kijken dan alleen uiterlijk. Composiet is sterk en makkelijk schoon te houden. Keramiek kan tegen hitte, maar is gevoelig voor harde klappen. Marmer en graniet hebben een unieke uitstraling, maar vereisen regelmatig onderhoud. Houd bij je keuze rekening met hoe je de keuken gebruikt en hoeveel tijd je aan schoonmaak en onderhoud wilt besteden.

Ook de grepen spelen een rol. Een greeploze keuken oogt strak, maar kan onpraktisch zijn als je snel iets wilt pakken. Met zichtbare grepen maak je het jezelf makkelijker – en kies je meteen een detail dat stijl en karakter toevoegt.

©Анастасия Купавц

Apparaten kiezen die bij je passen

Een keuken zonder apparatuur bestaat niet, maar de vraag is welke apparaten je nodig hebt – en hoe je ze slim plaatst. Veel mensen kiezen tegenwoordig voor een inductiekookplaat. Die werkt snel, is energiezuinig en makkelijk schoon te maken. Let wel op de aansluiting: sommige modellen werken op een gewoon stopcontact, maar krachtigere platen hebben een aparte 3-fasengroep nodig in de meterkast.

Belangrijker dan het type is de vraag hoeveel kookzones je nodig hebt. Kook je vaak met meerdere pannen tegelijk? Dan is een brede plaat met vijf of zelfs zes zones handig. Sta je meestal alleen eenpansgerechten te maken, dan volstaat een compactere uitvoering.

Bedenk of je een losse oven wilt, een combi-oven of een stoomoven. Denk na over het formaat en de plaatsing van je koelkast: vrijstaand of inbouw, met vriesvak of zonder. En vergeet de afzuiging niet. In een open keuken werkt een plafondunit of geïntegreerde afzuiging in het kookplaatblad vaak beter dan een klassieke afzuigkap aan de muur.

Bij de plaatsing geldt: apparaten die je vaak gebruikt, moeten makkelijk bereikbaar zijn. Een oven op ooghoogte voorkomt bukken. De vaatwasser naast de spoelbak scheelt heen en weer lopen. Kies je voor een Quooker of een losse kokendwaterkraan? Denk dan ook aan de benodigde ruimte voor het reservoir.

In beeld: ontwerp je keuken met een 3D-planner

Wil je al je ideeën meteen tot leven brengen? Gebruik dan een 3D-keukenplanner, zoals die van Bemmel & Kroon. Je tekent je eigen ruimte in, plaatst ramen en deuren en sleept vervolgens keukenelementen op hun plek. Frontjes, kleuren, apparaten en opstellingen kun je eindeloos combineren. Zo krijg je direct een realistisch beeld van je toekomstige keuken. Het fijne: je hoeft niet meteen naar de winkel, maar kunt thuis op je gemak proberen, aanpassen en verfijnen.

Van ontwerp naar uitvoering

Ben je tevreden met je ontwerp? Neem dan de tijd om alles nog één keer kritisch door te lopen. Kloppen de looproutes? Heb je voldoende werkruimte tussen kookplaat en spoelbak? Zit de oven op een prettige hoogte? Zijn alle opbergruimtes logisch ingedeeld? Kijk ook naar de plaats van je aansluitpunten: water, stroom en afzuiging moeten aansluiten op wat je hebt gepland.

Heb je je keuken in een 3D-tool ontworpen? Dan kun je die visualisatie gebruiken om een afspraak te maken met een adviseur of keukenwinkel. Samen kijk je dan of je ontwerp technisch haalbaar is en welke materialen en apparaten beschikbaar zijn. Pas als alles klopt – van de maatvoering tot de afwerking – is het tijd om je keuken echt te gaan bestellen.

▼ Volgende artikel
Review Nothing Phone (3) – Uniek, maar geen vlaggenschip
© Wesley Akkerman
Huis

Review Nothing Phone (3) – Uniek, maar geen vlaggenschip

Met een adviesprijs van 849 euro is de Nothing Phone (3) het duurste toestel dat dit jonge merk tot op heden heeft uitgebracht. Zelf presenteert Nothing dit model als een heus vlaggenschip, maar uit onze ervaring blijkt dat deze smartphone dat niveau niet helemaal haalt.

Goed
Conclusie

De Nothing Phone 3 valt op met zijn design en Glyph-systeem, maar laat het afweten op het gebied van prestaties, hitteontwikkeling en camera’s bij weinig licht. De software is strak en onderscheidend, maar voor 850 euro heeft de concurrentie simpelweg meer te bieden.

Plus- en minpunten
  • Uniek ontwerp met grappig Matrix-display
  • Nothing OS blijft een fantastische Android-schil
  • Fijn display met levendige kleuren
  • Veel beter camerasysteem
  • Redelijke batterijduur bij normaal gebruik
  • Rivalen doen het op belangrijke vlakken beter
  • Geen high-end processor
  • Behoorlijke warmteontwikkeling
  • Android 16 laat nog op zich wachten
  • Oledpaneel zonder LTPO
  • Maakt te veel compromissen voor een vlaggenschip

De Nothing Phone (3) voelt met zijn aluminium frame en matte afwerking degelijk aan, maar de glanzende transparante achterkant is wel besmettelijk voor vingerafdrukken. De telefoon heeft vier knoppen, inclusief de Essential Key van de Phone (3a) voor screenshots en spraaknotities. Qua ontwerp haal je de meest unieke smartphone van dit moment in huis. Nothing zet hoog in op esthetiek en verheft de doorgaans saaie achterkant tot een waar kunstwerk. Net als bij andere Nothing-toestellen is die tevens functioneel; zo is er onder meer een rode stip die oplicht zodra je gaat filmen.

De meest controversiële verandering is het verdwijnen van de kenmerkende Glyph-strips. Die zijn voor de gelegenheid vervangen door de Glyph Matrix, een klein monochroom schermpje rechtsboven op de achterzijde van het toestel. Dat matrixdisplay biedt meer functionaliteit dan de ledstrips op de voorgangers, zoals notificaties en spelletjes, maar mist de unieke uitstraling van de Glyphs op zijn voorganger. Vooralsnog zien we alleen potentie in dat extra schermpje. Ontwikkelaars moeten nog aan de bak met nuttige functies en games, want tot op heden is de functionaliteit dusdanig beperkt dat je het onderdeel alleen voor meldingen kunt gebruiken.

©Wesley Akkerman

©Wesley Akkerman

De Essential Key zit onder de powerknop.

Op zich een prima scherm

Het scherm is redelijk op vlaggenschip-niveau. Het toestel heeft een oleddisplay van 6,67 inch met een hoge resolutie en een verversingssnelheid van 120 Hz. De (piek)helderheid is hoog genoeg voor gebruik in de zon, terwijl de kleurweergave zowel nauwkeurig als levendig is. Verder is er support voor HDR10+- en Ultra HDR-content. Helaas mist het scherm LTPO-technologie. Dat betekent dat de verversingssnelheid niet lager dan 30 Hz zakt bij statische content. In de praktijk kan dat de batterijduur negatief beïnvloeden.

De Nothing Phone 3 is de eerste telefoon die de Snapdragon 8s Gen 4-processor gebruikt. De chipset presteert vergelijkbaar met de Snapdragon 8 Gen 3, met lichte grafische verbeteringen en een hogere topsnelheid. Hoewel het toestel in dagelijks gebruik vlot aanvoelt en visueel intensieve games prima aankan, blijft de 8s Gen 4 in rauwe prestaties achter bij de nieuwste échte vlaggenschip-processors, zoals de Snapdragon 8 Elite. Potentiële kopers betwisten daarom of de Phone (3) 'flagship material' is of niet – maar bij normaal gebruik merk je geen vertragingen.

©Wesley Akkerman

©Wesley Akkerman

Voorbeeld van een Glyph Matrix-functie: het batterijniveau.

©Wesley Akkerman

Voorbeeld van een Glyph Matrix-functie: de tijd.

Warmteontwikkeling

Wat ook opvalt, is de warmteontwikkeling tijdens het gebruik. Het toestel kan namelijk flink opwarmen tijdens het uitvoeren van zwaardere taken, zoals bij het gamen. Dan kun je de telefoon bijna niet meer comfortabel vasthouden. Helaas een typisch Qualcomm-euvel dat we vaker tegenkomen. Verder is het zo dat de smartphone met een totaal vermogen van 5150 mAh qua accu ook wat achterloopt op zijn rivalen. Bij intensief gebruik moet je de telefoon soms eerder opladen dan je zou hopen. Bij normaal gebruik kom je er echter de dag wel mee door.

De Nothing Phone (3) draait op Nothing OS 3.5, gebaseerd op Android 15, en biedt een vloeiende, strakke interface met fijne, aanpasbare elementen en opvallende widgets. Net zoals op de Nothing Phone (3a) kom je ook hier de Essential Space tegen, een aparte sectie die screenshots opslaat en AI gebruikt om belangrijke informatie te extraheren en te organiseren, inclusief transcripties van spraakmemo's. Dat laatste gaat verrassend goed, met hier en daar een enkele typefout. Zo'n memo maak je snel aan door bijvoorbeeld de Essential Key ingedrukt te houden.

0,6x

1x

2x

Minder functies, maar wel uniek

Hoewel Nothing OS minder functies heeft dan sommige andere Android-skins, is het vrij van bloatware (erg belangrijk!) en legt het systeem de nadruk op een minimalistische, monochrome esthetiek. Dat maakt de software-omgeving daadwerkelijk anders dan je elders aantreft. Nothing belooft daarnaast vijf Android-upgrades en zeven jaar lang beveiligingspatches. Dat is een uitstekende score, meer dan gemiddeld, maar Nothing staat helaas niet bekend om de snelle uitrol van nieuwe softwareversies. Houd dus wat rekening met vertragingen op dat gebied.

Dat bewijst bijvoorbeeld de uitrol van Android 16. Die versie is reeds beschikbaar, maar de Nothing Phone 3 wordt geleverd met Android 15. Nu is het tegelijkertijd zo dat versie 16 echt nog maar net uit is, maar toch voelt dit aan als een gemiste kans. De upgrade moet echter voor het einde van het jaar verschijnen, dus daar kun je naar uitkijken. Verder heeft de nieuwe AI-zoekbalk nog een eigenaardigheid. Je kunt daarmee van alles opzoeken (apps, contacten, functies en meer), maar de Essential Space wordt daarin niet meegenomen.

3x

6x

6x

3x

Beste camera's tot nu toe, maar…

Verspreid over de achterkant tref je een veelzijdig camerasysteem aan. Dat bestaat uit drie sensoren van 50 megapixel: een hoofdcamera, een ultragroothoek- en een periscooplens. Daarmee zoom je tot 3x optisch in. Ook is er nog een selfiecamera van 50 megapixel. Alle camera's ondersteunen video-opnamen in 4K-kwaliteit bij 60 fps. Overdag leveren ze gedetailleerde foto's met levendige, accurate kleuren en een breed dynamisch bereik, hoewel er soms lichte oververzadiging optreedt en de sluitertijd wat beter kan.

De telelens presteert goed tot en met 6x inzoomen met behoud van helderheid en kleuren. Die lens is ook geschikt voor macro-opnames tot 10 centimeter. Over het algemeen vinden we dit de beste lenzen die Nothing tot nu toe aanbiedt, maar ook op dit vlak presteren concurrerende modellen beter. Vooral de Pixels en Galaxy's leveren betere kwaliteit bij weinig licht en snelle bewegingen. Nothings beeldverwerking zorgt gelukkig voor consistente kleuren over alle lenzen en voor goede diepte, maar de camera's kunnen dus nog verbetering gebruiken.

2x

1x

0,6x

Nothing Phone (3) kopen?

De Nothing Phone (3) streeft duidelijk naar onderscheid met zijn unieke ontwerp en het nieuwe Glyph Matrix-systeem, maar op cruciale punten blijft hij achter bij concurrenten in zijn prijsklasse. Hoewel de Snapdragon 8s Gen 4-processor echt wel vlot is voor dagelijks gebruik, blijft-ie op papier achter bij de concurrentie. Niet dat je al die snelheid per se nodig hebt (eerlijk is eerlijk: veel mobiele cpu's zijn echt overkill), maar die dingen gaan wel tellen als je een hogere prijs betaalt. Het helpt ook niet dat het toestel echt heet wordt onder hoge druk.

Ondanks een capabel camerasysteem presteert de Phone (3) onder uitdagende omstandigheden niet zo goed als je zou willen of verwachten. De batterijduur is adequaat, maar niet uitzonderlijk, en de usb-c-poort blijft steken op de oudere 2.0-standaard. Hoewel Nothing OS 3.5 een strakke en unieke software-ervaring biedt met langdurige updates, compenseren de software-extra's en het innovatieve Glyph-systeem de hardwarematige tekortkomingen niet voldoende om de Nothing Phone (3) een toptoestel te noemen, zeker niet gezien zijn prijskaartje van 850 euro.