ID.nl logo
13 wifi-tips voor maximaal bereik op vakantie
© PXimport
Huis

13 wifi-tips voor maximaal bereik op vakantie

Slecht wifi kan een vakantie behoorlijk frustreren. Ook op de camping en in het hotel moet je gewoon online kunnen zijn wanneer jij dat wilt en met alle smartphones en tablets die je mee hebt. Het wifi van veel campings en hotels is van matige kwaliteit. Met deze tips haal je er het maximale uit.

Tip 01: De juiste camping

Neem bij de keuze van camping, hotel of appartement ook de beschikbaarheid, kwaliteit en prijs van het wifi mee. Is het wel onbeperkt en gratis? Wat is de dekking? Op afstand lijkt het lastig dit echt te weten te komen, maar op recensiesites als Zoover.nl en Booking.com schrijven eerdere gasten over hun ervaringen. Slecht of duur wifi is zeker iets wat tegenwoordig wordt vermeld. Let wel op de datum waarop een recensie is geplaatst, een review kan al heel oud zijn en wellicht is de situatie inmiddels flink verbeterd.

Schroom ook niet de verhuurder of camping te bellen en te vragen naar het wifi. Zij weten precies waar op de camping de ontvangst goed is en waar minder. En als blijkt dat je per apparaat of per dag moet afrekenen, regel dan dat dit niet voor jou geldt. Zeker in zuidelijke landen valt er veel te dealen zolang je nog geen boeking hebt gedaan. Je kunt er een leuk bedrag mee besparen en daar heb je op vakantie wel een betere bestemming voor dan het wifi.

©PXimport

Tip 01 Op internet is al veel informatie te vinden over de kwaliteit en prijs van wifi op vakantieadressen.

Beperkingen van wifi

Deelnemers aan Campzone, een Nederlandse outdoor LAN-party, trekken elk jaar bossen netwerkkabels van tent naar tent. Alleen op deze manier, zo weten zij, zullen ze onder alle omstandigheden een maximaal snel en stabiel netwerk hebben. Voor een LAN-party is dat ook wel een vereiste, voor lekker internetten op de camping niet. Daarvoor kun je prima wifi gebruiken. Wel moet je rekening houden met een paar beperkingen. Zo heeft draadloos al een lagere bandbreedte, dus een lagere maximale snelheid, dan een bekabeld netwerk, en die lagere bandbreedte deel je dan ook nog eens met alle gebruikers van het accesspoint. Meer accesspoints betekent dus een hogere snelheid, mits ze althans goed zijn geconfigureerd.

Draadloze netwerken gebruiken behalve een band, de 2,4- of 5GHz-band, ook een kanaal. Het aantal kanalen per band is beperkt en bovendien overlappen de kanalen elkaar. Netwerken die hetzelfde kanaal gebruiken, zijn in een constant gevecht met elkaar om de bandbreedte. Dat komt de snelheid opnieuw niet ten goede. Tot slot is een wifi-netwerk gevoeliger voor storing. Had je gisteren nog prima ontvangst, vandaag staat er ineens een caravan tussen jou en het accesspoint en valt telkens je verbinding weg. Het kan zomaar gebeuren.

Tip 02: Kies de plek

Op een camping kun je vaak kiezen uit diverse plekken om de tent of caravan neer te zetten. Kijk rustig rond wat de mooiste plek is, maar neem wel even je smartphone, tablet of desnoods je laptop mee. Die kun je namelijk gebruiken als wifi-scanner, waarmee je de onzichtbare wifi-netwerken zichtbaar maakt en te weten komt hoe goed de ontvangst van het wifi-signaal is op de plek waar je op dat moment staat.

Er zijn heel veel van deze wifi-scanners. Voor Android heb je Network Signal Info, Wifi Analyzer en NetAdmin, voor iPhone en iPad zijn er Net Analyzer en Network Radar. Op de Mac gebruik je iStumbler en voor Windows is er InSSIDer. Van deze laatste moet je dan wel versie 1.3.2.1 nemen, latere versies zijn niet meer gratis. Als alternatief kun je het commando netsh wlan show all gebruiken in een opdrachtvenster, maar dat werkt minder goed.

Start de scanner. Let op de sterkte van het signaal, maar ook op het aantal andere netwerken. Een goed signaal en de aanwezigheid van weinig andere netwerken zijn de succesformule voor goed wifi. Geen wifi-scanner bij de hand? Kijk dan of je de wifi-antennes kunt zien. Ze hangen vaak iets hoger en zijn vaak goed zichtbaar. Dichter bij zo'n antenne zal de verbinding beter zijn dan er verder vanaf. En je kunt het de campingbaas natuurlijk ook gewoon vragen, hij weet dondersgoed waar de ontvangst goed is en waar niet.

Tip 03: Zenden én ontvangen

Alle deelnemers in een wifi-netwerk zenden én ontvangen. De tablet zendt iets naar het accesspoint, het accesspoint ontvangt het, even later zendt het accesspoint het antwoord terug, dat de tablet dan weer ontvangt, zo ongeveer gaat het de hele tijd. Ontvangt een van beide niet wat de ander zendt, dan wordt de wifi-verbinding traag of valt deze weg. In dit spel is de antenne het misschien wel belangrijkste onderdeel. Er zijn binnen- en buitenantennes, de laatste zijn waterdicht, de eerste niet. Er zijn richtantennes, die een gebundeld signaal in één richting sturen, en er zijn omni-directionele antennes, die het signaal in alle richtingen verspreiden. Laptop, tablet, smartphone en ook ieder standaard accesspoint gebruiken een omni-directionele antenne, om een zo groot mogelijk gebied te bestrijken en altijd een verbinding te kunnen maken waar in dat gebied de andere partij zich ook bevindt. Belangrijk aan een antenne is de versterking, deze bepaalt hoe ver het signaal komt dat hij uitzendt.

©PXimport

Tip 03 Een richtantenne zoals deze kan een wifi-signaal tientallen kilometers ver weg zenden, maar alleen heel precies naar één punt. Voor de camping is hij niet geschikt.

Tip 04: Externe antenne

Een eenvoudige verbetering die vooral geschikt is voor Windows-laptops en MacBooks, is het aansluiten van een externe wifi-antenne. Voorbeelden van zulke antennes zijn de Alfa AWUS036NHV en de Alfa AWUS036NHR. Beide kosten rond de vijftig euro. Installeer eerst de driver vanaf de meegeleverde cd-rom, start dan de pc opnieuw op en sluit daarna de antenne aan op een vrije usb-poort. Start dan het RealTEK USB Wireless LAN Utility. Klik dan op Beschikbaar netwerk en je zult veel meer netwerken zien dan met alleen de interne antenne. Selecteer het netwerk waarmee je verbinding wilt maken en klik op Toevoegen aan profiel. Controleer de instellingen en geef de benodigde Netwerksleutel om toegang te krijgen tot het beveiligde netwerk. Klik daarna op OK. De meegeleverde usb-kabel is zo lang dat je de antenne zelfs buiten de caravan of tent kunt zetten voor een nog betere verbinding.

dBm, dBi en mW

De goede antenne kiezen is lastig. Behalve dat de antenne goed moet samenwerken met de router, is ook de versterking van belang. Je krijgt dan te maken met de verschillende grootheden waarin deze kan worden uitgedrukt. Je raakt al snel de weg kwijt in het woud van dBm, dBi en mW. dB staat voor decibel, een aanduiding voor vermogen of intensiteit. Een afgeleide die van belang is voor antennes is dBi. Dat staat voor decibel-isotroop en dit is de versterking van een antenne. Diezelfde versterking kun je ook uitdrukken in milliwatts (mW) en dBm, wat staat voor decibel-milliwatts.

dBi en dBm kun je ongeveer gelijkschakelen en bij elkaar optellen en aftrekken. Dat geldt niet voor de mW. 20 dBm is 100 mW. Heeft een antenne 0 dBi, dan vindt er geen versterking plaats. Het signaal dat de router de antenne in stuurt, is dan ook het signaal dat de antenne uitzendt. En het signaal dat de antenne ontvangt, is ook wat het aan de router doorgeeft. Versterking van de antenne helpt namelijk niet alleen beter te zenden, het helpt ook beter te ontvangen. Daarom dat je dus een antenne wilt met enige versterking. Onbeperkt mag het echter niet, volgens de Nederlandse wet is 100 mW het maximale vermogen dat een wifi-antenne mag hebben. Heeft een router een uitgang van 12 dBm, dan zit je met een antenne van 8 dBi versterking dus aan de 100 mW en dus eigenlijk aan wat maximaal mag.

Tip 05: Obstakels

Wifi-signaal verplaatst zich als golven door de lucht. Die golven zijn gevoelig voor obstakels. Thuis zijn dat de muren en vloeren, maar op een camping bomen, struiken en de andere tenten en caravans. Obstakels verslechteren het wifi-signaal of houden het zelfs tegen. Een externe antenne heeft daar vaak minder last van, doordat deze een hoger zendvermogen heeft en een betere ontvangstgevoeligheid. Wat zo'n antenne verstuurt, komt dus verder, terwijl het aan een zwakker signaal genoeg heeft om toch een goede verbinding op te zetten.

Hoe sterk je een antenne mag maken, is wel aan regels gebonden. De sterkte van de zender is in Nederland begrenst op 100 milliwatt, wat genoeg moet zijn voor een bereik van 50 meter in en rondom het huis. Blijft een apparaat daaronder, dan krijgt het een CE-keurmerk, wat bewijst dat het voldoet aan de wettelijke eisen. Dan mag je het apparaat dus gebruiken. Voor de meeste wifi-apparaten geldt dat ze best meer kunnen, maar dat ze in verband met de regels zijn begrensd tot die 100 milliwatt.

©PXimport

Tip 04 Een beter zendvermogen en hogere ontvangstgevoeligheid zorgen voor een betere verbinding, ook bij een langere afstand of meer verstoring.

Tip 06: Hoger

Behalve dat je hem buiten de caravan of tent zet, kun je met een losse antenne nog wel meer verbeteringen uitvoeren die allemaal niets kosten. Experimenteer met de plaats en vooral de hoogte van de wifi-antenne. Kijk op welke plaats het signaal het beste is. Ga zeker ook eens de lucht in met de antenne, aan de mast van de tent of tegen de zijkant van de caravan. Hiervoor zijn speciale zuignappen te koop, maar bij een model als de Alfa AWUS036NHR wordt deze standaard meegeleverd. Een stuk klittenband of een tiewrap doet overigens ook wonderen en kan de antenne prima op hoogte vastzetten.

Wees terughoudend met het 'richten' van de antenne. Een omni-antenne zoals deze externe antennes stralen naar alle kanten gelijkmatig uit, in een mooie cirkel rondom de antenne. Alleen verticaal is de bol wat afgeplat. Richt je de antenne op het accesspoint, dan zorg je er daardoor juist voor dat een deel van de antenne waar juist weinig tot geen signaal afkomt, het beste is gepositioneerd ten opzichte van het accesspoint.

©PXimport

Tip 07 De R36-router van Alfa Networks: een begrip onder kampeerders.

Tip 07: Niet voor alles

Een gezin heeft op vakantie al snel acht of meer apparaten met een wifi-verbinding bij zich. Het is dan leuk om een laptop van snel wifi te voorzien door er een externe antenne op aan te sluiten, maar dit is voor alle andere apparaten geen oplossing. Die oplossing is er echter wel. Gebruik de externe antenne niet om één laptop met het wifi te verbinden, maar gebruik de externe antenne om met een router een eigen wifi-netwerk voor alle laptops, tablets en smartphones te maken. Een mobiel eigen wifi-netwerk dat je overal mee naartoe kunt nemen en dat je telkens alleen met het camping-wifi hoeft te verbinden. Alle apparaten op het eigen wifi blijven ongewijzigd. Dat is gemakkelijk én wanneer de camping of het hotel voor elk apparaat apart het internet in rekening brengt, ben je zo lekker voordelig klaar. Alleen de router is bekend op het wifi van de camping en alleen voor de router betaal je. Alle apparaten op het eigen wifi liften gratis mee.

Om dit te kunnen doen is wel een speciale router nodig. De R36 van Alfa Networks is een begrip onder kampeerders en campereigenaren. Dit is een compacte router met een usb-poort waarop een tweede, externe antenne kan worden aangesloten. De standaardantenne gebruik je om het eigen wifi-netwerk te maken, de externe router gebruik je voor de verbinding met het camping-wifi.

De experts

Voor dit artikel gingen wij te rade bij Koert Verlind en Arjan van Lint van 2com.nl, al tien jaar dé experts op het gebied van wifi op de camping. Via hun webshop verkopen ze behalve losse producten ook wat zij MultiWifi-sets noemen, combinaties van een router, een antenne en een adapter, voorzien van de juiste firmwares en dus direct klaar voor gebruik.

"Wifi op de camping is toch weer net even anders dan thuis, ook doordat je zelf de combinatie van router en antenne kunt samenstellen. Doordat wij alle producten zelf testen, weten we precies wat wel en niet goed samenwerkt. Op basis van die kennis stellen we de verschillende MultiWifi-sets samen. We versturen ze bovendien met een zelfgeschreven Nederlandse handleiding en bieden onze klanten elke avond telefonische support."

Tip 08: Eigen hotspot

De R36 is niet zo verfijnd als een Linksys- of Netgear-router, je moet dus goed en rustig te werk gaan. Verbind een pc met de router en log in op de webinterface. Kies voor Easy setup en USB wireless adapter. We gaan nu eerst de router verbinden met het eigen thuis-wifi. Klik op Site survey en selecteer het netwerk van de camping. Klik op Select. In het volgende scherm zijn de belangrijkste kenmerken van het camping-wifi ingevuld, maar om verbinding te maken moet je hier nog wel bij Pass Phrase het wifi-wachtwoord opgeven. Klik op Next en wacht tot alle instellingen zijn vastgelegd. De verbinding met het campingnetwerk is nu klaar. Nu moet het eigen netwerk worden opgezet. Voer een SSID in, selecteer bij Security mode, WPA2-PSK en daarna bij WPA de geheime Pass Phrase. Klik dan op Done. Daarna reboot de router. Je bent nu klaar met de basisconfiguratie van de eigen hotspot. Verwijder de kabel die je eventueel hebt gebruikt om de router te configureren en maak dan draadloos verbinding met het zojuist geconfigureerde eigen netwerk. Verbind daarna ook alle andere smartphones, tablets en verdere apparaten die het draadloos netwerk gaan gebruiken.

Tip 09: Volgende camping

Ben je aangekomen op de volgende camping en heb je de inloggegevens van het camping-wifi, dan is het in een paar minuten gebeurd. Log in op de router en klik op Change Profile. Om nu verbinding te maken met het wifi van de nieuwe camping klik je op Site survey en herhaal je daarna de stappen uit de eerdere configuratie, waarmee je de router hebt aangesloten op het wifi van de camping. Typ in het volgende venster in elk geval de Pass phrase van het netwerk waarmee je de router verbindt en klik dan op Save. Klik dan op Save and activate en even later ben je weer online met al je smartphones, tablets en laptops. De instellingen van elk netwerk waarmee je de router eenmaal verbindt, blijven bewaard, je kunt ze later altijd weer snel hergebruiken. Kies daartoe simpelweg het profiel en klik dan op Activate. Ook handig als je weleens een hotspot gebruikt van Ziggo, KPN of een andere provider of wanneer je elk jaar terugkeert naar dezelfde camping.

©PXimport

Tip 09 Je kunt de verschillende internetverbindingen elk met hun eigen instellingen als profiel bewaren.

Tip 10: Andere antenne

Het voordeel van de Alfa R36 is dat de externe antenne wordt aangesloten op de usb-poort. Je kunt dan ook van antenne veranderen of de R36 kopen in combinatie met de antenne die jij nodig hebt. Om van antenne te veranderen moet je wel de router uitschakelen én soms ook van firmware veranderen. Alfa Networks biedt voor de R36 drie firmwares aan met elk ondersteuning voor een of enkele antennes. Gelukkig kun je eindeloos wisselen van firmware, ook van hogere naar lagere versienummers.

Om dat te doen log je in op de router. Kies dan Advanced / System Management. Klik bij Firmware Upgrade op Bestand kiezen en selecteer de firmware die je op de router wilt installeren. Het best zet je een vinkje bij Load Factory Defaults, dit betekent dat de router na de upgrade helemaal nieuw is. Je bent dan wel de configuratie kwijt, maar weet ook zeker dat alles werkt. Wacht tot de nieuwe firmware is geïnstalleerd en log dan opnieuw in.

©PXimport

Tip 10 De firmware van de R36 laat zich eindeloos upgraden en downgraden om de verschillende antennes te ondersteunen.

Tip 11: Een buitenantenne

Niet met elkaar verwarren, de externe antenne en de buitenantenne! Beide staan los van de laptop of router en kunnen in het geval van de Alfa-antennes met een usb-kabel ook op enige afstand worden geplaatst. Van de twee is echter alleen de buitenantenne ook echt geschikt voor gebruik buiten. Bij mooi weer kan ook een binnenantenne buiten worden geplaatst, maar één hoosbuitje en de antenne kan al defect zijn. Een buitenantenne niet, die is gemaakt om bij alle weersomstandigheden in de buitenlucht te zijn en kan zowel tegen regen als zonneschijn. Buitenantennes zijn vaak gemaakt van fiberglas, een glasvezelversterkte kunststof; lichtgewicht en toch heel sterk en bestand tegen weersinvloeden. Voor gebruik in combinatie met de R36 heb je behalve de feitelijke buitenantenne ook een Tube-U adapter nodig. Hierin zit de wifi-techniek, de antenne is echt alleen de antenne.

©PXimport

Tip 11 Een Tube-U wifi-module met een 9bBi-buitenantenne.

Tip 12: Campingspanning

Ben je onderweg naar de camping en heb je geen reguliere 230volt-aansluiting bij de hand, dan is het ook mogelijk de router met een adapter op de 12 volt van de sigarettenaansteker in de auto aan te sluiten. De router voedt zelf de antenne via de usb, de antenne heeft geen extra elektriciteit nodig. Het is wel belangrijk rekening te houden met spanningswisselingen. Tot 14 volt kunnen de meeste routers probleemloos verwerken, in de R36-router zit bijvoorbeeld een spanningsstabilisator die de router tot 14,8 volt beschermt. De aansluiting in de auto levert maximaal 13,8 volt, dus dat is geen probleem. Kijk wel uit met zonnepanelen op voornamelijk caravans en campers, die kunnen wel tot hoger pieken. Zo'n piek maakt de router kapot.

©PXimport

Tip 12 Gebruik onderweg een 12volt-autoadapter om de router te gebruiken.

Tip 13: Publieke hotspots

Onderweg, maar soms ook op campings met slecht wifi, kun je online gaan met behulp van een publieke hotspot van een telecomprovider of fastfoodrestaurant. De hotspots van telecomproviders zijn vaak gekoppeld aan het abonnement dat je thuis of op de smartphone hebt en zijn niet vrij te gebruiken. Voor de manier van verbinden maakt het in de meeste gevallen niets uit. Via Easy setup / USB wireless adapter / Site survey zoek je het hotspot-netwerk en maak je verbinding. Laat daarna de instellingen voor het eigen netwerk ongewijzigd en je bent online. Als een account nodig is om ook echt met het internet verbonden te worden, start je de webbrowser vanaf een van de apparaten die is verbonden met de R36. Voer dan gebruikersnaam en wachtwoord in en voltooi de verbinding. De hotspot registreert nu het MAC-adres van de R36 als een geldige gebruiker en zal ook alle andere apparaten die via die verbinding online komen, accepteren. Enige uitzondering zijn momenteel Ziggo/UPC WifiSpots, deze gebruiken een niet-ondersteunde WPA2-Enterprise encryptie.

Veilig online

Op de camping en zeker wanneer je eens onderweg een publieke hotspot gebruikt, zit je op het netwerk van iemand anders. Dat betekent dat je extra waakzaam moet zijn op misbruik van de gegevens. Misschien 'luistert' er wel iemand mee op het netwerk of is de eigenaar van het netwerk niet helemaal betrouwbaar.

Neem daarom altijd voorzorgsmaatregelen. Zorg voor een firewall op elk apparaat, gebruik zeker op Windows-pc's up-to-date antivirus. Gebruik zoveel mogelijk https in plaats van het onversleutelde http wanneer je websites bezoekt. Wees terughoudend met internetbankieren, gebruik daarvoor liever je mobiele telefoon en het 3G/4G-netwerk. Laat je privémail tijdelijk doorsturen naar een Gmail-adres dat je na de vakantie weer weggooit. Wijzig bij terugkomst de wachtwoorden van alle accounts die je toch hebt gebruikt op een onveilig netwerk. En wanneer je echt veilig wilt zijn, gebruik dan een VPN. Tunnel daarmee alle gegevens van de eigen apparaten over het onbekende wifi-netwerk. Je kunt bijvoorbeeld een NAS als VPN-server gebruiken in combinatie met de gratis OpenVPN-software.

©PXimport

Bescherm je privacy met OpenVPN.

▼ Volgende artikel
Van lcd tot qled: zo maak je je televisie het beste schoon
© MandicJovan
Huis

Van lcd tot qled: zo maak je je televisie het beste schoon

Een televisie trekt stof aan als een magneet. Vlekken, vingerafdrukken of een doffe waas kunnen het kijkplezier flink verstoren. Toch is het schoonmaken van je tv iets wat je voorzichtig moet aanpakken. Eén verkeerde beweging en je hebt een kras of een streperig scherm. In dit artikel lees je hoe je je televisie veilig schoonmaakt, wat je vooral níét moet doen en waar je op moet letten bij verschillende soorten schermen, zoals lcd, oled en qled.

In dit artikel lees je:
  • waarom een microvezeldoek de veiligste keuze is
  • waarom je altijd eerst de stekker uit het stopcontact haalt
  • hoe je schoonmaakt zonder druk of krassen
  • waarom regelmaat en antistatische doeken helpen
  • hoe je oled, qled en lcd verschillend moet behandelen
  • welke middelen je absoluut niet moet gebruiken
  • waarom ook de randen en afstandsbediening meetellen
  • hoe je veilig schoonmaakt bij grote of gebogen tv's
  • wat het verschil is tussen vuil en ingebrand beeld

Lees ook: Zo kies je de beste televisie voor in de slaapkamer

Het lijkt zo makkelijk: even een vochtige doek over het scherm halen. Maar juist dat is iets wat je moet vermijden. Schermen zijn namelijk gevoelig voor vocht, druk en agressieve schoonmaakmiddelen. Een papieren doekje of keukenrol kan al fijne krasjes veroorzaken. Gebruik daarom alleen een zachte microvezeldoek, droog of licht vochtig gemaakt met gedestilleerd water. Gewoon kraanwater bevat kalk en mineralen die bij opdrogen vlekken kunnen achterlaten.

Altijd eerst de stekker eruit

Voordat je begint met schoonmaken, haal je de televisie van de stroom. Niet alleen om veilig te werken, maar ook omdat je op een zwart scherm veel beter ziet waar het vuil zit. Bovendien voorkom je zo dat er vocht in warme elektronica trekt. Laat het scherm na gebruik goed afkoelen. Een warm scherm is kwetsbaarder voor druk; en te veel druk kan tot zichtbare sporen of blijvende vervorming leiden

Zachtjes poetsen, nooit drukken

Maak de doek licht vochtig en wrijf in een rustige, horizontale of verticale beweging over het scherm. Gebruik geen draaiende bewegingen en zet vooral geen kracht. Het paneel van een moderne tv is kwetsbaar. Oefen je te veel druk uit, dan kun je permanente verkleuringen of pixelschade veroorzaken. Houd er rekening mee dat het vuil meestal aan de oppervlakte zit, dus je hoeft niet te schrobben om resultaat te zien.

Regelmaat en antistatische bescherming helpen

Je hoeft je tv niet dagelijks schoon te maken, maar een snelle veegbeurt met een droge doek eens per week voorkomt dat stof zich ophoopt. In huizen met huisdieren of veel luchtcirculatie – bijvoorbeeld door open ventilatieroosters of mechanische ventilatie – raakt een scherm sneller stoffig. Regelmaat voorkomt dan dat het vuil zich vastzet.

Microvezeldoeken met antistatische eigenschappen helpen om stof minder snel te laten terugkeren. Er bestaan ook speciale sprays die het scherm tijdelijk antistatisch maken. Gebruik die alleen als ze expliciet geschikt zijn voor beeldschermen, en breng ze nooit direct op het scherm aan.

©Kamil Macniak

Oled is gevoeliger dan lcd of qled

Niet alle schermtypes reageren hetzelfde op vocht of schoonmaakmiddelen. Oled-schermen zijn het meest kwetsbaar, omdat ze anders zijn opgebouwd dan lcd- en qled-schermen. In plaats van een achtergrondverlichting gebruiken ze miljoenen pixels die ieder hun eigen licht produceren. Die pixels zijn opgebouwd uit organisch materiaal – vergelijkbaar met een ultradunne, gevoelige laag – die makkelijk kan worden aangetast door druk of chemicaliën. Omdat de organische materialen in oled-schermen chemisch gevoeliger zijn dan de kristalstructuren in lcd/qled, is de kans op blijvende schade groter. Zelfs een lichte beschadiging kan al zorgen voor donkere plekken of verkleuringen die niet meer verdwijnen.

Lcd- en qled-schermen hebben een stevigere gelaagde structuur, met beschermende lagen tussen het schermoppervlak en de lichtgevoelige delen. Daardoor zijn ze wat minder gevoelig voor schoonmaakfouten. Toch blijft ook hier voorzichtigheid geboden. Middelen met alcohol, ammoniak of azijn kunnen de antireflectielaag aantasten, met een dof of vlekkerig scherm als gevolg. En dat is niet meer te herstellen.

Gebruik nooit glasreiniger of allesreiniger

Het klinkt logisch om een glanzend oppervlak schoon te maken met glasreiniger, maar dat is bij een tv echt uit den boze. Veel van deze middelen bevatten oplosmiddelen of zuren die het scherm permanent kunnen beschadigen. Ook sprays zijn af te raden, omdat je dan kans hebt dat er vloeistof langs de randen naar binnen loopt. Als je per se een reinigingsmiddel wilt gebruiken, kies dan een speciale schermreiniger zonder alcohol, en breng die altijd aan op de doek – nooit direct op het scherm.

Vergeet de randen en de afstandsbediening niet

Naast het scherm zelf verdienen ook de behuizing en afstandsbediening een schoonmaakbeurt. Deze onderdelen zijn minder gevoelig en kun je gerust schoonmaken met een iets vochtigere doek. Let wel op dat er geen vocht tussen de knoppen komt. Rondom ventilatieopeningen of aansluitingen gebruik je het best een droge doek of een kleine borstel. Zo voorkom je dat stof zich ophoopt en de koeling of signaaloverdracht beïnvloedt.

©Katerina Bond

Groot scherm? Werk met twee handen

Bij televisies vanaf ongeveer 65 inch of bij gebogen schermen is het belangrijk om stabiel en met beleid te werken. Druk uitoefenen in het midden van een groot scherm zonder tegendruk aan de zijkant kan spanning veroorzaken in het paneel. Werk daarom met twee handen: één hand ondersteunt het scherm, terwijl de ander met de doek over het oppervlak veegt. Zorg ook dat de televisie stevig staat of hangt voordat je begint.

Ingebrande beelden poets je er niet af

Soms lijkt het alsof er een vlek in beeld blijft, maar dan gaat het om een ingebrande afbeelding of verkleurde pixels. Dit komt vooral voor bij oled-tv's en ontstaat door langdurige weergave van statische elementen, zoals logo's. Schoonmaken heeft daar geen effect op. Het is goed om dit onderscheid te kennen, zodat je niet blijft boenen op iets dat simpelweg in het scherm zelf zit.

Conclusie

Een televisie schoonmaken vraagt om een zachte hand en het juiste materiaal. Gebruik een droge of licht vochtige microvezeldoek, vermijd schoonmaakmiddelen en laat agressieve sprays links liggen. Houd rekening met het type scherm: vooral oled vraagt om extra zorg. Door regelmatig en zorgvuldig te werk te gaan, blijft het beeld niet alleen schoon, maar voorkom je ook schade op de lange termijn – zeker bij grotere of gebogen modellen.

▼ Volgende artikel
Review Philips dubbele airfryer met stoomfunctie – Veelzijdig, voor wie de tijd neemt
© Philips
Huis

Review Philips dubbele airfryer met stoomfunctie – Veelzijdig, voor wie de tijd neemt

De Philips Airfryer 5000-serie NA555/00 is geen simpele 'frietpan zonder olie'. Met twee manden én een stoomfunctie richt dit apparaat zich op de thuiskok die net iets meer wil. Denk aan een hele kip bereiden met stoom en hete lucht, of tegelijkertijd een hoofd- en bijgerecht klaarmaken. In deze review lees je wat er goed gaat, wat beter kan en voor wie deze airfryer echt een aanwinst is.

Uitstekend
Conclusie

Een aanrader voor de thuiskoks die hoge eisen stellen aan hun apparaat, bereid zijn om er veel mee te experimenteren en creatief zijn in het bedenken van gerechten die de stoomfunctie goed benutten. Ben je alleen op zoek naar een apparaat om patat en snacks mee te maken? Dan zijn simpeler modellen een betere keuze.

Plus- en minpunten
  • Multifunctioneel: airfryen, stomen, of een combinatie
  • Twee aparte manden voor flexibel koken
  • Robuuste bouwkwaliteit
  • Goede prestaties, zeker in de grote lade
  • Stiller dan vergelijkbare modellen
  • Handige functies zoals stoomreiniging en schudherinnering
  • Groot en zwaar apparaat
  • Geen papieren handleiding meegeleverd
  • Zeer lange, rommelige online handleiding
  • Niet intuïtief in gebruik
  • Vlekgevoelige buitenzijde en waterreservoir

Eerste indruk

De Philips Airfryer 5000-serie NA555/00 is een airfryer met wat extra's: een stoomfunctie. Dit apparaat heeft twee manden met een totale capaciteit van 9 liter: een grotere lade van 6 liter voor hoofdgerechten en een kleinere van 3 liter voor bijgerechten of snacks. Volgens Philips kun je hiermee verschillende ingrediënten tegelijkertijd bereiden, met een keuze uit frituren, stomen of een combinatie van beide.

De machine in het kort: de airfryer is uitgerust met zogeheten RapidAir Plus-technologie, alleen beschikbaar bij Philips, waarbij hete lucht snel en gelijkmatig rondom de ingrediënten circuleert. Op papier betekent dat tot 90 procent minder vet dan bij friet en snacks uit de friteuse, al is uit onderzoek al gebleken dat dat een wel heel positieve vergelijking is.

De maximale baktemperatuur bedraagt 200 graden Celsius en er zijn 12 voorgeprogrammeerde programma's beschikbaar. De bediening verloopt via een digitaal aanraakscherm, waarbij temperatuur en tijd handmatig kunnen worden aangepast.

De bouwkwaliteit van het (erg grote) apparaat is degelijk, met een zilverkleurige roestvrijstalen afwerking. De airfryer weegt ruim 8,7 kilo. Met afmetingen van 35,1 x 38,2 x 44,3 cm neemt hij bovendien behoorlijk wat ruimte in op het aanrecht. Philips stelt dat het ontwerp compacter is dan andere modellen met twee manden naast elkaar. Dat is niet helemaal zo; de eerder geteste Ninja was duidelijk een slag kleiner.

©Saskia van Weert

Uitpakken en installatie

De airfryer zit in een grote doos en is goed beschermd tegen beschadiging tijdens het transport. Na het uitpakken van de airfryer kwamen er drie zaken in me op:

  1. Wat een joekel!

  2. Wat een hoop knopjes!

  3. Waar is de handleiding?

Punt 2 komen we verderop op terug. Maar eerst naar de handleiding: die zit er niet bij. Best een teleurstelling, want het is geen apparaat dat je zonder instructies uit de losse pols meteen intuïtief bedient. Wel staan er QR-codes op de doos, die na het scannen een online pdf openen van… meer dan 1800 pagina's! Alle verschillende talen zijn gebundeld in één bestand, waarbij Nederlands op pagina 704 begint. Dat is totaal onwerkbaar. Op de eigen pc heb ik er een kleiner bestand van gemaakt met alleen de eigen taal, en dat is meteen ook een advies aan Philips: niet doen, zo. Het hoeft ook weer geen full colour-boek te zijn, maar iets van een handzaam bestand zou prettig zijn.

Wat er wél bij zit, is een zwart-witte quickstartgids waarvan me niet duidelijk is wat de bedoeling van de handelingen is. Aangeraden wordt, zo maak ik eruit op, om het stoomgedeelte van de airfryer een reinigingsprogramma te laten doorlopen. De auteur van deze review is nog geen 50 en heeft goede ogen, maar deze folder was zo onduidelijk dat ik hem maar even heb laten zitten.

Met een siliconen keukentang houd je je airfryer krasvrij...

...en draai je je gerechten om zonder je handen te verbranden!

Handleiding: een gemiste kans

De pdf-handleiding die er wél is, is niet foutloos. Op zich wordt de werking van de airfryer goed uitgelegd. Er is een algemeen gedeelte, een deel over eten maken met de airfryerfunctie, vervolgens een deel over de combinatie van stomen en airfryen én er is een deel over de stoomfunctie, met telkens een tabelletje erbij van welk eten er hoelang in moet.

Echter, meerdere malen wordt aangehaald dat wortelgroenten zoals bloemkool en broccoli in de airfryer kunnen worden bereid. Dat zijn echter geen wortelgroenten. Slordig. Ook staat het gedeelte over friet maken vlak onder de stoominstructies. En zonder te testen kunnen we dit zeggen: friet maak je niet met stoom – zelfs niet in deze airfryer.

Er staan wel meer wat vreemde dingen in de handleiding, zoals dat je de mandjes met eten meermaals dient om te schudden boven de gootsteen. Daar zie ik echt het nut niet van in. Ik vermoed dat de handleiding is vertaald uit het Engels en dat men Amerikaans-achtige claims wil voorkomen door maar zo veel mogelijk aandacht aan veiligheid te besteden. De waarschuwing over de hete buitenkant is wel op zijn plaats: die klopt.

©Saskia van Weert

Het waterreservoir van de Philips-airfryer.

Uiterlijk en indeling

Het is een robuuste machine, rvs en matgrijs. Aan de achterzijde zitten twee afstandhouders die ervoor zorgen dat je hem niet te dicht tegen de muur zet. De warme lucht en stoom moeten tijdens het gebruik immers wel weg kunnen. Bovenop zit een bakje om water in te doen als je de stoomfunctie gebruikt. Links een kleine lade met airfryerfunctie voor kleine gerechten, rechts een grote lade die met alle functies overweg kan: airfryen, stomen, en stomen + airfryen.

De lades zijn verschillend ingedeeld. De kleine lade heeft een roostertje op de bodem dat je eruit kunt halen en dat ervoor zorgt dat de hete lucht ook onder het eten komt. In de grote lade zit een soort binnenpan, die er eveneens uit te halen is voor schoonmaakdoeleinden. De vierkante binnenpan past maar op één manier in de lade, dus je kunt hem er niet per ongeluk verkeerd in duwen.

©Saskia van Weert

Bediening en interface

De bediening lijkt heel ingewikkeld, en dat komt doordat er uit de doos een transparante sticker over het bedieningspaneel zit geplakt met werkelijk álle beschikbare knopjes erop. Na het verwijderen van de sticker blijkt het aantal keuzemogelijkheden behoorlijk mee te vallen.

Na het indrukken van de aan-uitknop kies je welke lade(s) je wilt gebruiken, en alleen de knoppen die van toepassing zijn op de gekozen lade en daarna de gekozen functie, lichten op. Als je lade 1 selecteert, zie je dus alléén de knoppen voor tijd en temperatuur en de voorkeuzemenu's. Kies je lade 2, dan heb je meer keuzes, namelijk voor airfryer, stomen en een combinatie ervan, maar ook de voorkeuzemenu's en reinigingsprogramma's.

Voorkeuzeprogramma's zijn overigens niet 'magisch'. Het zijn vastgestelde combinaties van een bepaalde tijd en een bepaalde temperatuur. Ze staan duidelijk in de handleiding beschreven. Tijdens de testperiode zijn ze niet gebruikt; ze zijn namelijk bedoeld voor een vaste hoeveelheid ingrediënten. Als je er meer of minder in doet, werkt het al meteen minder goed en moet je alsnog zelf de tijd aanpassen.

©Saskia van Weert

De sticker die over het bedieningspaneel zit geplakt toont alle beschikbare knoppen.

Prestaties: airfryen

Voor 'klassiek' airfryen heb je de keuze uit de kleine en de grote lade. De kleine is vooral geschikt voor bijvoorbeeld één kroket of één afbakbroodje. Voor de meeste bereidingen zul je vooral de grote mand gebruiken. De prestaties zijn prima; zeker in de grote mand is eten sneller gaar en krokant dan in airfryers van andere merken. Philips was het eerste grote bedrijf dat airfryers op de markt bracht en die voorsprong uit zich nog steeds in de kwaliteit van de meeste modellen – zeker de wat duurdere, zoals deze met veel vermogen.

©Saskia van Weert

Prestaties: stomen

Wil je de airfryer gebruiken om te stomen, dan vul je eerst het reservoir bovenop met water. Stomen is zoals eerder gemeld alleen beschikbaar in de grote mand. Iets als aardappels of groente stomen gaat prima, al duurt het simpelweg lang. Reken op zeker een halfuur voor een portie aardappelpartjes. Dat is overigens vergelijkbaar met reguliere stoomapparaten.

Aandachtspunt is het geluid: als de machine gaat stomen, maakt hij een geluid als een beademingsapparaat – om de zoveel tijd klinkt er telkens een opvallende 'puf'. Na het stomen moet het water in het reservoir afkoelen en kun je dat bakje leegschenken, schoonmaken en afdrogen. Je kunt het water om hygiënische redenen niet zo op de machine laten staan. Dat leeggieten is iets wat je in het begin zeker zult vergeten.

Prestaties: airfryen en stomen gecombineerd

Wat deze airfryer uniek maakt, is de combinatie van stomen en airfryen. Hoewel de auteur een doorgewinterde airfryergebruiker is en er zelfs een kookboekje over heeft geschreven, was het echt even zoeken naar wat er dan precies in kan worden klaargemaakt. Philips zelf geeft als suggestie om een hele kip erin te bereiden. Dat ging prima. Een experiment met broccoli mislukte helaas; de roosjes waren verbrand.

Deze functie is vooral geschikt voor koks die een experiment niet schuwen. Heb je een stoomoven of zou je die graag willen, dan is deze combinatie van airfryen en stomen een alternatief dat, zeker in vergelijking met een stoomoven, een stuk voordeliger is.

©Philips

Extra functies

De airfryer is voorzien van allemaal snufjes. Bijvoorbeeld de functie om middels een piepgeluid te worden gewaarschuwd dat je eten in de mand moet worden omgeschud. Ben je een ervaren airfryergebruiker, dan is die functie niet nodig, want je bent er al aan gewend om regelmatig de boel te schudden. Voor beginners kan dat echter een nuttige wenk zijn om een optimaal resultaat te krijgen.

Ook handig is de stoomreiniging. Maak je vaak vlees, kip of vette snacks in de airfryer klaar, dan kan het mandje gaan aankoeken en na verloop van tijd is het amper nog goed schoon te krijgen. Met de stoomreiniging wordt het mandje goed doorgestoomd, waarna je de mand met vuil water leeggooit, omspoelt en in de airfryer 5 minuten laat opdrogen.

De moeite van het vermelden waard is het geluid, of het gebrek daaraan. Tijdens het stomen hoor je zoals gemeld een pufgeluid, maar voor het overige is de airfryer stil. Je hoort hem wel, maar duidelijk minder dan andere airfryers. Ook de piep die je hoort als het eten klaar is – die bij Ninja bijvoorbeeld keihard is – is bescheiden. Dat is zeker een pluspunt.

Conclusie: kopen of niet?

De airfryer is veelzijdig, voorzien van een hoop toeters en bellen, en door de stoomfunctie biedt hij meerwaarde vergeleken met airfryers die dat niet kunnen. Het apparaat is wel groot en zwaar, heeft een enorm lange handleiding en is daardoor niet intuïtief te gebruiken – je moet er echt tijd in investeren om hem goed te leren kennen. De mandjes en roosters kunnen in de vaatwasser, maar de buitenzijde en het waterreservoir zijn vlekgevoelig. De prestaties zijn goed.

Al met al is deze airfryer een aanrader voor de thuiskoks die hoge eisen stellen aan hun apparaat, bereid zijn om er veel mee te experimenteren en creatief zijn in het bedenken van gerechten die de stoomfunctie goed benutten. Ben je alleen op zoek naar een apparaat om friet en snacks mee te maken? Dan zijn simpelere modellen een betere keuze.