ID.nl logo
13 wifi-tips voor maximaal bereik op vakantie
© PXimport
Huis

13 wifi-tips voor maximaal bereik op vakantie

Slecht wifi kan een vakantie behoorlijk frustreren. Ook op de camping en in het hotel moet je gewoon online kunnen zijn wanneer jij dat wilt en met alle smartphones en tablets die je mee hebt. Het wifi van veel campings en hotels is van matige kwaliteit. Met deze tips haal je er het maximale uit.

Tip 01: De juiste camping

Neem bij de keuze van camping, hotel of appartement ook de beschikbaarheid, kwaliteit en prijs van het wifi mee. Is het wel onbeperkt en gratis? Wat is de dekking? Op afstand lijkt het lastig dit echt te weten te komen, maar op recensiesites als Zoover.nl en Booking.com schrijven eerdere gasten over hun ervaringen. Slecht of duur wifi is zeker iets wat tegenwoordig wordt vermeld. Let wel op de datum waarop een recensie is geplaatst, een review kan al heel oud zijn en wellicht is de situatie inmiddels flink verbeterd.

Schroom ook niet de verhuurder of camping te bellen en te vragen naar het wifi. Zij weten precies waar op de camping de ontvangst goed is en waar minder. En als blijkt dat je per apparaat of per dag moet afrekenen, regel dan dat dit niet voor jou geldt. Zeker in zuidelijke landen valt er veel te dealen zolang je nog geen boeking hebt gedaan. Je kunt er een leuk bedrag mee besparen en daar heb je op vakantie wel een betere bestemming voor dan het wifi.

©PXimport

Tip 01 Op internet is al veel informatie te vinden over de kwaliteit en prijs van wifi op vakantieadressen.

Beperkingen van wifi

Deelnemers aan Campzone, een Nederlandse outdoor LAN-party, trekken elk jaar bossen netwerkkabels van tent naar tent. Alleen op deze manier, zo weten zij, zullen ze onder alle omstandigheden een maximaal snel en stabiel netwerk hebben. Voor een LAN-party is dat ook wel een vereiste, voor lekker internetten op de camping niet. Daarvoor kun je prima wifi gebruiken. Wel moet je rekening houden met een paar beperkingen. Zo heeft draadloos al een lagere bandbreedte, dus een lagere maximale snelheid, dan een bekabeld netwerk, en die lagere bandbreedte deel je dan ook nog eens met alle gebruikers van het accesspoint. Meer accesspoints betekent dus een hogere snelheid, mits ze althans goed zijn geconfigureerd.

Draadloze netwerken gebruiken behalve een band, de 2,4- of 5GHz-band, ook een kanaal. Het aantal kanalen per band is beperkt en bovendien overlappen de kanalen elkaar. Netwerken die hetzelfde kanaal gebruiken, zijn in een constant gevecht met elkaar om de bandbreedte. Dat komt de snelheid opnieuw niet ten goede. Tot slot is een wifi-netwerk gevoeliger voor storing. Had je gisteren nog prima ontvangst, vandaag staat er ineens een caravan tussen jou en het accesspoint en valt telkens je verbinding weg. Het kan zomaar gebeuren.

Tip 02: Kies de plek

Op een camping kun je vaak kiezen uit diverse plekken om de tent of caravan neer te zetten. Kijk rustig rond wat de mooiste plek is, maar neem wel even je smartphone, tablet of desnoods je laptop mee. Die kun je namelijk gebruiken als wifi-scanner, waarmee je de onzichtbare wifi-netwerken zichtbaar maakt en te weten komt hoe goed de ontvangst van het wifi-signaal is op de plek waar je op dat moment staat.

Er zijn heel veel van deze wifi-scanners. Voor Android heb je Network Signal Info, Wifi Analyzer en NetAdmin, voor iPhone en iPad zijn er Net Analyzer en Network Radar. Op de Mac gebruik je iStumbler en voor Windows is er InSSIDer. Van deze laatste moet je dan wel versie 1.3.2.1 nemen, latere versies zijn niet meer gratis. Als alternatief kun je het commando netsh wlan show all gebruiken in een opdrachtvenster, maar dat werkt minder goed.

Start de scanner. Let op de sterkte van het signaal, maar ook op het aantal andere netwerken. Een goed signaal en de aanwezigheid van weinig andere netwerken zijn de succesformule voor goed wifi. Geen wifi-scanner bij de hand? Kijk dan of je de wifi-antennes kunt zien. Ze hangen vaak iets hoger en zijn vaak goed zichtbaar. Dichter bij zo'n antenne zal de verbinding beter zijn dan er verder vanaf. En je kunt het de campingbaas natuurlijk ook gewoon vragen, hij weet dondersgoed waar de ontvangst goed is en waar niet.

Tip 03: Zenden én ontvangen

Alle deelnemers in een wifi-netwerk zenden én ontvangen. De tablet zendt iets naar het accesspoint, het accesspoint ontvangt het, even later zendt het accesspoint het antwoord terug, dat de tablet dan weer ontvangt, zo ongeveer gaat het de hele tijd. Ontvangt een van beide niet wat de ander zendt, dan wordt de wifi-verbinding traag of valt deze weg. In dit spel is de antenne het misschien wel belangrijkste onderdeel. Er zijn binnen- en buitenantennes, de laatste zijn waterdicht, de eerste niet. Er zijn richtantennes, die een gebundeld signaal in één richting sturen, en er zijn omni-directionele antennes, die het signaal in alle richtingen verspreiden. Laptop, tablet, smartphone en ook ieder standaard accesspoint gebruiken een omni-directionele antenne, om een zo groot mogelijk gebied te bestrijken en altijd een verbinding te kunnen maken waar in dat gebied de andere partij zich ook bevindt. Belangrijk aan een antenne is de versterking, deze bepaalt hoe ver het signaal komt dat hij uitzendt.

©PXimport

Tip 03 Een richtantenne zoals deze kan een wifi-signaal tientallen kilometers ver weg zenden, maar alleen heel precies naar één punt. Voor de camping is hij niet geschikt.

Tip 04: Externe antenne

Een eenvoudige verbetering die vooral geschikt is voor Windows-laptops en MacBooks, is het aansluiten van een externe wifi-antenne. Voorbeelden van zulke antennes zijn de Alfa AWUS036NHV en de Alfa AWUS036NHR. Beide kosten rond de vijftig euro. Installeer eerst de driver vanaf de meegeleverde cd-rom, start dan de pc opnieuw op en sluit daarna de antenne aan op een vrije usb-poort. Start dan het RealTEK USB Wireless LAN Utility. Klik dan op Beschikbaar netwerk en je zult veel meer netwerken zien dan met alleen de interne antenne. Selecteer het netwerk waarmee je verbinding wilt maken en klik op Toevoegen aan profiel. Controleer de instellingen en geef de benodigde Netwerksleutel om toegang te krijgen tot het beveiligde netwerk. Klik daarna op OK. De meegeleverde usb-kabel is zo lang dat je de antenne zelfs buiten de caravan of tent kunt zetten voor een nog betere verbinding.

dBm, dBi en mW

De goede antenne kiezen is lastig. Behalve dat de antenne goed moet samenwerken met de router, is ook de versterking van belang. Je krijgt dan te maken met de verschillende grootheden waarin deze kan worden uitgedrukt. Je raakt al snel de weg kwijt in het woud van dBm, dBi en mW. dB staat voor decibel, een aanduiding voor vermogen of intensiteit. Een afgeleide die van belang is voor antennes is dBi. Dat staat voor decibel-isotroop en dit is de versterking van een antenne. Diezelfde versterking kun je ook uitdrukken in milliwatts (mW) en dBm, wat staat voor decibel-milliwatts.

dBi en dBm kun je ongeveer gelijkschakelen en bij elkaar optellen en aftrekken. Dat geldt niet voor de mW. 20 dBm is 100 mW. Heeft een antenne 0 dBi, dan vindt er geen versterking plaats. Het signaal dat de router de antenne in stuurt, is dan ook het signaal dat de antenne uitzendt. En het signaal dat de antenne ontvangt, is ook wat het aan de router doorgeeft. Versterking van de antenne helpt namelijk niet alleen beter te zenden, het helpt ook beter te ontvangen. Daarom dat je dus een antenne wilt met enige versterking. Onbeperkt mag het echter niet, volgens de Nederlandse wet is 100 mW het maximale vermogen dat een wifi-antenne mag hebben. Heeft een router een uitgang van 12 dBm, dan zit je met een antenne van 8 dBi versterking dus aan de 100 mW en dus eigenlijk aan wat maximaal mag.

Tip 05: Obstakels

Wifi-signaal verplaatst zich als golven door de lucht. Die golven zijn gevoelig voor obstakels. Thuis zijn dat de muren en vloeren, maar op een camping bomen, struiken en de andere tenten en caravans. Obstakels verslechteren het wifi-signaal of houden het zelfs tegen. Een externe antenne heeft daar vaak minder last van, doordat deze een hoger zendvermogen heeft en een betere ontvangstgevoeligheid. Wat zo'n antenne verstuurt, komt dus verder, terwijl het aan een zwakker signaal genoeg heeft om toch een goede verbinding op te zetten.

Hoe sterk je een antenne mag maken, is wel aan regels gebonden. De sterkte van de zender is in Nederland begrenst op 100 milliwatt, wat genoeg moet zijn voor een bereik van 50 meter in en rondom het huis. Blijft een apparaat daaronder, dan krijgt het een CE-keurmerk, wat bewijst dat het voldoet aan de wettelijke eisen. Dan mag je het apparaat dus gebruiken. Voor de meeste wifi-apparaten geldt dat ze best meer kunnen, maar dat ze in verband met de regels zijn begrensd tot die 100 milliwatt.

©PXimport

Tip 04 Een beter zendvermogen en hogere ontvangstgevoeligheid zorgen voor een betere verbinding, ook bij een langere afstand of meer verstoring.

Tip 06: Hoger

Behalve dat je hem buiten de caravan of tent zet, kun je met een losse antenne nog wel meer verbeteringen uitvoeren die allemaal niets kosten. Experimenteer met de plaats en vooral de hoogte van de wifi-antenne. Kijk op welke plaats het signaal het beste is. Ga zeker ook eens de lucht in met de antenne, aan de mast van de tent of tegen de zijkant van de caravan. Hiervoor zijn speciale zuignappen te koop, maar bij een model als de Alfa AWUS036NHR wordt deze standaard meegeleverd. Een stuk klittenband of een tiewrap doet overigens ook wonderen en kan de antenne prima op hoogte vastzetten.

Wees terughoudend met het 'richten' van de antenne. Een omni-antenne zoals deze externe antennes stralen naar alle kanten gelijkmatig uit, in een mooie cirkel rondom de antenne. Alleen verticaal is de bol wat afgeplat. Richt je de antenne op het accesspoint, dan zorg je er daardoor juist voor dat een deel van de antenne waar juist weinig tot geen signaal afkomt, het beste is gepositioneerd ten opzichte van het accesspoint.

©PXimport

Tip 07 De R36-router van Alfa Networks: een begrip onder kampeerders.

Tip 07: Niet voor alles

Een gezin heeft op vakantie al snel acht of meer apparaten met een wifi-verbinding bij zich. Het is dan leuk om een laptop van snel wifi te voorzien door er een externe antenne op aan te sluiten, maar dit is voor alle andere apparaten geen oplossing. Die oplossing is er echter wel. Gebruik de externe antenne niet om één laptop met het wifi te verbinden, maar gebruik de externe antenne om met een router een eigen wifi-netwerk voor alle laptops, tablets en smartphones te maken. Een mobiel eigen wifi-netwerk dat je overal mee naartoe kunt nemen en dat je telkens alleen met het camping-wifi hoeft te verbinden. Alle apparaten op het eigen wifi blijven ongewijzigd. Dat is gemakkelijk én wanneer de camping of het hotel voor elk apparaat apart het internet in rekening brengt, ben je zo lekker voordelig klaar. Alleen de router is bekend op het wifi van de camping en alleen voor de router betaal je. Alle apparaten op het eigen wifi liften gratis mee.

Om dit te kunnen doen is wel een speciale router nodig. De R36 van Alfa Networks is een begrip onder kampeerders en campereigenaren. Dit is een compacte router met een usb-poort waarop een tweede, externe antenne kan worden aangesloten. De standaardantenne gebruik je om het eigen wifi-netwerk te maken, de externe router gebruik je voor de verbinding met het camping-wifi.

De experts

Voor dit artikel gingen wij te rade bij Koert Verlind en Arjan van Lint van 2com.nl, al tien jaar dé experts op het gebied van wifi op de camping. Via hun webshop verkopen ze behalve losse producten ook wat zij MultiWifi-sets noemen, combinaties van een router, een antenne en een adapter, voorzien van de juiste firmwares en dus direct klaar voor gebruik.

"Wifi op de camping is toch weer net even anders dan thuis, ook doordat je zelf de combinatie van router en antenne kunt samenstellen. Doordat wij alle producten zelf testen, weten we precies wat wel en niet goed samenwerkt. Op basis van die kennis stellen we de verschillende MultiWifi-sets samen. We versturen ze bovendien met een zelfgeschreven Nederlandse handleiding en bieden onze klanten elke avond telefonische support."

Tip 08: Eigen hotspot

De R36 is niet zo verfijnd als een Linksys- of Netgear-router, je moet dus goed en rustig te werk gaan. Verbind een pc met de router en log in op de webinterface. Kies voor Easy setup en USB wireless adapter. We gaan nu eerst de router verbinden met het eigen thuis-wifi. Klik op Site survey en selecteer het netwerk van de camping. Klik op Select. In het volgende scherm zijn de belangrijkste kenmerken van het camping-wifi ingevuld, maar om verbinding te maken moet je hier nog wel bij Pass Phrase het wifi-wachtwoord opgeven. Klik op Next en wacht tot alle instellingen zijn vastgelegd. De verbinding met het campingnetwerk is nu klaar. Nu moet het eigen netwerk worden opgezet. Voer een SSID in, selecteer bij Security mode, WPA2-PSK en daarna bij WPA de geheime Pass Phrase. Klik dan op Done. Daarna reboot de router. Je bent nu klaar met de basisconfiguratie van de eigen hotspot. Verwijder de kabel die je eventueel hebt gebruikt om de router te configureren en maak dan draadloos verbinding met het zojuist geconfigureerde eigen netwerk. Verbind daarna ook alle andere smartphones, tablets en verdere apparaten die het draadloos netwerk gaan gebruiken.

Tip 09: Volgende camping

Ben je aangekomen op de volgende camping en heb je de inloggegevens van het camping-wifi, dan is het in een paar minuten gebeurd. Log in op de router en klik op Change Profile. Om nu verbinding te maken met het wifi van de nieuwe camping klik je op Site survey en herhaal je daarna de stappen uit de eerdere configuratie, waarmee je de router hebt aangesloten op het wifi van de camping. Typ in het volgende venster in elk geval de Pass phrase van het netwerk waarmee je de router verbindt en klik dan op Save. Klik dan op Save and activate en even later ben je weer online met al je smartphones, tablets en laptops. De instellingen van elk netwerk waarmee je de router eenmaal verbindt, blijven bewaard, je kunt ze later altijd weer snel hergebruiken. Kies daartoe simpelweg het profiel en klik dan op Activate. Ook handig als je weleens een hotspot gebruikt van Ziggo, KPN of een andere provider of wanneer je elk jaar terugkeert naar dezelfde camping.

©PXimport

Tip 09 Je kunt de verschillende internetverbindingen elk met hun eigen instellingen als profiel bewaren.

Tip 10: Andere antenne

Het voordeel van de Alfa R36 is dat de externe antenne wordt aangesloten op de usb-poort. Je kunt dan ook van antenne veranderen of de R36 kopen in combinatie met de antenne die jij nodig hebt. Om van antenne te veranderen moet je wel de router uitschakelen én soms ook van firmware veranderen. Alfa Networks biedt voor de R36 drie firmwares aan met elk ondersteuning voor een of enkele antennes. Gelukkig kun je eindeloos wisselen van firmware, ook van hogere naar lagere versienummers.

Om dat te doen log je in op de router. Kies dan Advanced / System Management. Klik bij Firmware Upgrade op Bestand kiezen en selecteer de firmware die je op de router wilt installeren. Het best zet je een vinkje bij Load Factory Defaults, dit betekent dat de router na de upgrade helemaal nieuw is. Je bent dan wel de configuratie kwijt, maar weet ook zeker dat alles werkt. Wacht tot de nieuwe firmware is geïnstalleerd en log dan opnieuw in.

©PXimport

Tip 10 De firmware van de R36 laat zich eindeloos upgraden en downgraden om de verschillende antennes te ondersteunen.

Tip 11: Een buitenantenne

Niet met elkaar verwarren, de externe antenne en de buitenantenne! Beide staan los van de laptop of router en kunnen in het geval van de Alfa-antennes met een usb-kabel ook op enige afstand worden geplaatst. Van de twee is echter alleen de buitenantenne ook echt geschikt voor gebruik buiten. Bij mooi weer kan ook een binnenantenne buiten worden geplaatst, maar één hoosbuitje en de antenne kan al defect zijn. Een buitenantenne niet, die is gemaakt om bij alle weersomstandigheden in de buitenlucht te zijn en kan zowel tegen regen als zonneschijn. Buitenantennes zijn vaak gemaakt van fiberglas, een glasvezelversterkte kunststof; lichtgewicht en toch heel sterk en bestand tegen weersinvloeden. Voor gebruik in combinatie met de R36 heb je behalve de feitelijke buitenantenne ook een Tube-U adapter nodig. Hierin zit de wifi-techniek, de antenne is echt alleen de antenne.

©PXimport

Tip 11 Een Tube-U wifi-module met een 9bBi-buitenantenne.

Tip 12: Campingspanning

Ben je onderweg naar de camping en heb je geen reguliere 230volt-aansluiting bij de hand, dan is het ook mogelijk de router met een adapter op de 12 volt van de sigarettenaansteker in de auto aan te sluiten. De router voedt zelf de antenne via de usb, de antenne heeft geen extra elektriciteit nodig. Het is wel belangrijk rekening te houden met spanningswisselingen. Tot 14 volt kunnen de meeste routers probleemloos verwerken, in de R36-router zit bijvoorbeeld een spanningsstabilisator die de router tot 14,8 volt beschermt. De aansluiting in de auto levert maximaal 13,8 volt, dus dat is geen probleem. Kijk wel uit met zonnepanelen op voornamelijk caravans en campers, die kunnen wel tot hoger pieken. Zo'n piek maakt de router kapot.

©PXimport

Tip 12 Gebruik onderweg een 12volt-autoadapter om de router te gebruiken.

Tip 13: Publieke hotspots

Onderweg, maar soms ook op campings met slecht wifi, kun je online gaan met behulp van een publieke hotspot van een telecomprovider of fastfoodrestaurant. De hotspots van telecomproviders zijn vaak gekoppeld aan het abonnement dat je thuis of op de smartphone hebt en zijn niet vrij te gebruiken. Voor de manier van verbinden maakt het in de meeste gevallen niets uit. Via Easy setup / USB wireless adapter / Site survey zoek je het hotspot-netwerk en maak je verbinding. Laat daarna de instellingen voor het eigen netwerk ongewijzigd en je bent online. Als een account nodig is om ook echt met het internet verbonden te worden, start je de webbrowser vanaf een van de apparaten die is verbonden met de R36. Voer dan gebruikersnaam en wachtwoord in en voltooi de verbinding. De hotspot registreert nu het MAC-adres van de R36 als een geldige gebruiker en zal ook alle andere apparaten die via die verbinding online komen, accepteren. Enige uitzondering zijn momenteel Ziggo/UPC WifiSpots, deze gebruiken een niet-ondersteunde WPA2-Enterprise encryptie.

Veilig online

Op de camping en zeker wanneer je eens onderweg een publieke hotspot gebruikt, zit je op het netwerk van iemand anders. Dat betekent dat je extra waakzaam moet zijn op misbruik van de gegevens. Misschien 'luistert' er wel iemand mee op het netwerk of is de eigenaar van het netwerk niet helemaal betrouwbaar.

Neem daarom altijd voorzorgsmaatregelen. Zorg voor een firewall op elk apparaat, gebruik zeker op Windows-pc's up-to-date antivirus. Gebruik zoveel mogelijk https in plaats van het onversleutelde http wanneer je websites bezoekt. Wees terughoudend met internetbankieren, gebruik daarvoor liever je mobiele telefoon en het 3G/4G-netwerk. Laat je privémail tijdelijk doorsturen naar een Gmail-adres dat je na de vakantie weer weggooit. Wijzig bij terugkomst de wachtwoorden van alle accounts die je toch hebt gebruikt op een onveilig netwerk. En wanneer je echt veilig wilt zijn, gebruik dan een VPN. Tunnel daarmee alle gegevens van de eigen apparaten over het onbekende wifi-netwerk. Je kunt bijvoorbeeld een NAS als VPN-server gebruiken in combinatie met de gratis OpenVPN-software.

©PXimport

Bescherm je privacy met OpenVPN.

▼ Volgende artikel
Windows 11 installeren zonder Microsoft-account? Zo omzeil je de blokkade
© MG | ID.nl
Huis

Windows 11 installeren zonder Microsoft-account? Zo omzeil je de blokkade

Wanneer je Windows 11 (opnieuw) installeert, vereist Microsoft dat je je aanmeldt met een Microsoft-account of dat je er eentje aanmaakt. En dat terwijl je je voorheen in Windows 10 gewoon met een offline account kunt aanmelden. Wij laten je zien hoe je dat ook in Windows 11 doet, rechtstreeks tijdens de installatieprocedure.

Microsoft wil maar al te graag dat je een Microsoft-account hebt en deze ook gebruikt bij het aanmelden van Windows 11. Behalve dat je hiermee in geval van het vergeten van je installatiecode het besturingssysteem makkelijker opnieuw kunt activeren, biedt een Microsoft-account niet heel veel extra voordelen in Windows 11 zelf. Het enige wat met zo'n account makkelijker gaat is het instellen van e-mail en OneDrive, maar dat zijn ook diensten waar je je later bij kunt aanmelden.

Installatieprocedure

In een van de laatste stappen van de installatieprocedure, of wanneer je een Windows 11-laptop hebt gekocht, word je - om de laatste instellingen toe te passen - gevraagd om in te loggen bij een Microsoft-account, of er eentje aan te maken.

©MG | ID.nl

Microsoft vraagt in Windows 11 standaard om een Microsoft-account.

Wanneer je in bovenstaand scherm bent aangekomen, lijkt het alsof je hier niet meer uit kunt komen: je moet óf een account invullen, óf er eentje aanmaken, óf een stap terug gaan met de pijl rechtsboven in beeld. Toch kun je hier nog iets anders doen, namelijk een opdrachtprompt openen. En dat is handig, want met een opdrachtprompt tijdens de installatie van Windows 11 kun je alvast dingen regelen voordat Windows 11 zelf is opgestart. Het omzeilen van het aanmaken of invoeren van een Microsoft-account bijvoorbeeld. Om de opdrachtprompt te openen, moet je de volgende toetscombinatie intypen:

Shift+F10

Let op: bij sommige computers zoals laptops kan het zijn dat je ook de Functietoets Fn moet indrukken om de F10-knop te kunnen gebruiken. De opdracht wordt in dat geval dan:

Shift+Fn+F10

Na het indrukken van deze toetscombinatie wordt een zwart venster voor de opdrachtprompt geopend.

©MG | ID.nl

Via een opdrachtprompt tijdens de installatieproductie van Windows 11 kunnen we de blokkade voor het aanmaken van een gewoon account omzeilen.

In dit scherm voor je een speciale opdracht in waarmee we de verplichte invoer voor een Microsoft-account gaan omzeilen. Zodra Windows 11 heeft gedetecteerd dat jouw computer een werkende verbinding heeft, blijf je op dat accountscherm hangen, maar ook wanneer er nog geen verbinding is gemaakt, wil Microsoft toch eerst dat je verbinding maakt en daarna alsnog met een Microsoft-account aan de slag gaat.

Nu de opdrachtprompt is geopend, schakelen we die online functie uit. Voer exact de volgende opdracht in:

start ms-cxh:localonly

Gevolgd door een druk op de Enter-toets. Dat zit eruit als hieronder:

©MG | ID.nl

Met behulp van de opdracht start ms-cxh:localonly kunnen we toch een normaal account.

Nadat je op Enter hebt gedrukt, verschijnt er een nieuw venster met de mogelijkheid om een lokaal account (dus zonder Microsoft-account) aan te maken. Goed om te weten: dit account is ook meteen een administrator-account.

©MG | ID.nl

Je kunt iedere accountnaam gebruiken die je wenst, en een wachtwoord opgeven hoeft nu nog niet.

Je kunt hier dus gewoon een normale (voor- en achter)naam opgeven, een e-mailadres is dan niet nodig. Je kunt ervoor kiezen om nu een wachtwoord in te vullen, maar als je dat doet, krijg je ook direct drie controlevragen die je moet opgeven; dat kun je niet skippen. Sla je het aanmaken van een wachtwoord nu over, dan kun je dat later in Windows 11 alsnog doen.

Nadat je de benodigde gegevens hebt ingevuld, worden de laatste installatiestappen voltooid, en wordt de computer nog een keertje opnieuw opgestart. Daarna kun je je aanmelden met het nieuwe account en voer je nog een aantal stappen uit met betrekking tot functies als locatie, diagnostische gegevens en handschriftherkenning.

Account aanpassen

Het account waarmee je je aanmeldt is een administrator-account. In dat geval doe je er goed aan om een wachtwoord in te stellen als je dat nog niet hebt gedaan in de hierboven uitgelegde stap. Om een wachtwoord in te stellen, klik je op de Startknop, en vervolgens op je accountnaam en kies je voor Mijn account beheren.

©MG | ID.nl

Via het Startmenu vraag je de eigenschappen van je account op.

Je komt nu in het instellingenscherm terecht voor je account. Scroll naar de knop Aanmeldingsopties en daarna op Wachtwoord.

©MG | ID.nl

Klik op het onderdeel Wachtwoord om een wachtwoord toe te voegen aan je account.

Nu kun je een wachtwoord naar wens opgeven, de eisen zijn hier niet streng, maar uiteraard kies je wel voor een lastig te raden wachtwoord. Wel ben je verplicht om een geheugensteuntje op te geven, maar dat is minder lastig dan drie extra beveiligingsvragen die je normaliter bij het installatiescherm moet opgeven. Bij de geheugensteun mag het wachtwoord (vanzelfsprekend) niet gebruikt worden .

©MG | ID.nl

Hier geef je je wachtwoord op. De wachtwoordhint (geheugensteun) mag niet ook je wachtwoord.

Wachtwoord en geheugensteun ingevoerd? Dan ben je in principe klaar en kun je je systeem verder gaan configureren. Eventueel kun je nu ook nieuwe extra accounts aanmaken via het onderdeel Andere gebruikers in het instellingenscherm.

▼ Volgende artikel
Wat is doomscrolling en hoe kom je ervan af?
© AK | ID.nl
Huis

Wat is doomscrolling en hoe kom je ervan af?

Je pakt je telefoon om even snel iets te bekijken – en ineens ben je zomaar een uur verder, omdat je niet kon stoppen met scrollen. En onderweg ben je meestal niet blijven hangen bij blije kattenfilmpjes, maar bij rampen, slecht nieuws en roddel. Of bij posts van mensen die allemaal mooier of rijker lijken dan jij. Doomscrolling dus. Slecht voor je humeur en zelfbeeld én zonde van je tijd. Maar gelukkig kun je er iets tegen doen.

In dit artikel lees je:

☠️ Wat doomscrolling is ☠️ Waarom je maar blijft scrollen ☠️ Hoe je weet of jij een doomscroller bent ☠️ Wat je tegen doomscrollen kunt doen

Lees ook: Minder afleiding van je telefoon met deze 6 apps

Wat is doomscrolling?

Doomscrolling is eindeloos blijven scrollen door berichten, filmpjes en posts die je eigenlijk alleen maar onrustig maken. Dat begon ooit met nieuws, maar geldt tegenwoordig ook voor sociale media. Denk aan TikTok, Instagram of X waar je urenlang blijft scrollen, maar waar je zelden wijzer of rustiger van wordt. Het algoritme weet precies wat je aandacht trekt – en hoe het je blijft vasthouden.

De term ontstond rond 2020, tijdens de COVID-19-pandemie, toen mensen massaal thuis zaten en constant updates zochten over het virus. Maar het fenomeen heeft zich sindsdien uitgebreid naar alle vormen van nieuws of posts waar je je slechter van gaat voelen.

Waarom blijven we scrollen?

Apps zijn zo ontworpen dat ze je aandacht vasthouden. Elke swipe of nieuwe video geeft een kleine prikkel in je brein: een signaal dat er misschien iets interessants komt. Soms zit er iets tussen dat écht boeit, maar vaak blijft het bij vluchtige prikkels. Ondertussen raakt je hoofd vol, maar je krijgt er weinig voor terug.

Hoe weet je of je doomscrollt?

Er bestaat geen test waarmee je kunt checken of je een doemscroller bent. Maar er zijn wel duidelijke signalen. Je zit in de gevarenzone wanneer je:

🚩 Gedachteloos nieuws- of socialmedia-apps opent, vaak meerdere keren per dag
🚩 Je daarna leeg, onrustig of somber voelt
🚩 Moeite hebt om te stoppen, terwijl je eigenlijk wel weet dat het nergens toe leidt
🚩 's Avonds of 's ochtends lang op je telefoon zit zonder duidelijk doel
🚩 Niet toekomt aan andere dingen, of je gejaagd voelt als je niets checkt

Herkenbaar? Dan is het tijd om je scrollgedrag te doorbreken. Dat is niet makkelijk, maar het kan wel. Onderstaande tips helpen je op weg.

©Gorodenkoff

Wat kun je doen tegen doomscrolling?

1. Beperk je schermtijd en las schermvrije tijdstippen in

Geef jezelf vaste momenten waarop je iets mag checken. Bijvoorbeeld: 's ochtends 15 minuten nieuws, 's avonds 10 minuten social media. Stel een timer in, zodat je niet ongemerkt blijft hangen. Je kunt ook met jezelf afspreken dat je bijvoorbeeld één uur per dag niet op je scherm kijkt. Of in het weekend pas na twaalf uur 's middags je telefoon pakt. Ook is het mogelijk om tijdslimieten in te stellen voor bepaalde apps. Hieronder lees je hoe je dat doet op een iPhone en op een Android-toestel.

Scherm- en apptijd beperken op iPhone

Wil je op vaste tijden niet gestoord worden? Stel dan apparaatvrije tijd in op je iPhone. Tijdens die periodes zijn alleen telefoongesprekken, berichten en apps die je zelf toestaat beschikbaar. Ga naar Instellingen > Schermtijd, tik op App- en websiteactiviteit en schakel dit in als dat nog niet gebeurd is. Kies daarna voor Apparaatvrije tijd en stel via Gepland de begin- en eindtijd in. Je kunt kiezen voor elke dag hetzelfde tijdstip of per dag variëren. Vlak voor de ingestelde tijd krijg je een herinnering.

Ook kun je tijdslimieten instellen voor apps of hele categorieën, zoals sociale netwerken of games. Ga naar Instellingen > Schermtijd > Applimieten > Voeg limiet toe en selecteer de gewenste apps of categorieën. Tik op Volgende, stel de limiet in en gebruik eventueel Pas dagen aan voor verschillende limieten per dag. Rond af met Voeg toe.

Scherm- en apptijd beperken op je Android-telefoon

Rustmomenten op je Android-toestel stel je in via de Bedtijdmodus. Tijdens deze periodes worden je schermkleuren aangepast (bijvoorbeeld naar grijstinten) en kun je meldingen dempen of het scherm automatisch laten uitschakelen. Ga naar Instellingen > Digitaal welzijn en ouderlijk toezicht > Bedtijdmodus en stel in wanneer de modus moet starten en eindigen. Je kunt dit voor elke dag apart instellen of een vast schema kiezen.

Wil je appgebruik beperken? Ga dan naar Digitaal welzijn > Dashboard en kies de app die je wilt beperken. Tik op het zandlopertje naast de app en stel een dagelijkse limiet in. Zodra de limiet is bereikt, is de app de rest van die dag niet meer toegankelijk.

2. Zet meldingen uit

Pushmeldingen van nieuwsapps, sociale media of video-apps zorgen dat je telkens toch weer gaat kijken en scrollen. Zet ze uit. Wat je niet ziet, open je ook minder snel.

3. Richt je telefoon prikkelarmer in

Zet socialmedia- en nieuwsapps niet op je beginscherm. Of verwijder ze helemaal. Wil je ze toch echt bezoeken, dan kan dat via de browser. Dat is een extra handeling vergeleken met een app, maar juist daarom doe je het misschien minder vaak.  

Verder kun je er ook voor kiezen om de grijstintenmodus in te schakelen. Dat zorgt voor minder afleiding en een beeld dat rustiger is.

Op een iPhone ga je hiervoor naar Instellingen > Toegankelijkheid > Weergave en tekstgrootte > Kleurfilters en schakel je de optie in. Op een Android-smartphone ga je hiervoor naar Instellingen -> Toegankelijkheid -> Kleurfilters. Hier schakel je de optie Grijstinten in. Afhankelijk van je toestel kunnen deze menu-opties een iets andere naam hebben.

©ID.nl

4. Volg niet alles en iedereen

Kies één of twee betrouwbare nieuwsbronnen. Ontvolg accounts die vooral onrust of negativiteit brengen. Kies liever voor mensen of media die je inspireren, informeren of aan het denken zetten. Een account waar je geen energie van krijgt, maar dat je energie kost: dat kun je beter ontvolgen.

Stoppen met doom-scrolling? Het kan!

Doomscrolling gaat allang niet meer alleen over nieuws. Ook gedachteloos scrollen langs filmpjes, reacties of meningen op sociale media hoort erbij. Het lijkt onschuldig, maar kost tijd, energie en aandacht — en levert weinig op.

Het goede nieuws: je kunt ermee stoppen. Niet in één keer, maar stap voor stap. Door bewuster te kiezen wat je leest en wanneer. Door je telefoon minder het ritme van je dag te laten bepalen. En door ruimte te maken voor dingen die je echt iets opleveren.

📵 Verveel je je zonder smartphone?

📘 Door een boek kun je urenlang scrollen!