ID.nl logo
Welke Linux Mint-versie past het beste bij jouw wensen?
© PXimport
Huis

Welke Linux Mint-versie past het beste bij jouw wensen?

Linux Mint biedt drie verschillende edities aan: Cinnamon, MATE en XFCE. Welke Linux Mint-versie wil je hebben? In dit artikel leggen we ze naast elkaar zodat je de juiste keuze kunt maken.

Een Linux-distributie is een selectie van honderden opensource-programma’s die samen een bruikbaar besturingssysteem vormen. Voor heel wat taken bestaan verschillende opensource-programma’s. Het is dus aan de makers van een distributie om voor elke component een bepaald pakket te kiezen. De meest zichtbare keuze bij distributies voor desktops en laptops is ongetwijfeld de desktopomgeving. In Windows en macOS zijn de aanpassingsmogelijkheden van de desktop beperkt: je kan een ander thema kiezen, extra widgets toevoegen aan je desktop of de positie en grootte van de taakbalk/dock wijzigen.

Wil je een ander startmenu of dock? Dan heb je pech: die componenten zijn zelden inwisselbaar. Maar voor Linux bestaan verschillende desktopomgevingen met elk een eigen karakter. Verkies je een dock, zoals op macOS? Dan moet je Gnome 3 eens proberen. Werk je liever met een klassieke taakbalk en een startmenu? Dan is XFCE waarschijnlijk meer iets voor jou. De keuze van een desktopomgeving is dus grotendeels gebaseerd op persoonlijke voorkeuren. Daarom bieden distributies vaak meerdere versies aan met elk een eigen desktopomgeving. Bij Linux Mint is daar echter een andere reden voor. Om die te begrijpen, moeten we eerst even terug in de tijd.

Gebaseerd op Gnome

Versies 2 tot en met 11 van Linux Mint gebruikten Gnome 2 als desktopomgeving. We geven toe, dat was niet de meest aanpasbare of flitsende desktop voor Linux. Maar juist door die eenvoud en herkenbaarheid was Gnome voor Windows-gebruikers erg gemakkelijk aan te leren. In 2011 verscheen het radicaal vernieuwde Gnome 3 dat qua uiterlijk nauwelijks op Gnome 2 leek. Beperkte features en stabiliteitsproblemen maakten de eerste versies van Gnome 3 weinig populair. Maar Linux Mint moest wel overstappen, want de ontwikkeling van Gnome 2 was gestopt!

Voor Linux Mint 12 probeerden de Mint-ontwikkelaars om de ontbrekende features via extensies op Gnome 3 aan te bieden. Erg goed lukte dat niet, waardoor ze besloten om dan maar een eigen versie van Gnome 3 te ontwikkelen. Dat is de Cinnamon-desktop. Intussen was men elders in de Linux-community gestart met het verder ontwikkelen van de oude Gnome2-desktop onder de naam MATE. Vanaf versie 13 biedt Linux Mint dus zowel Cinnamon als MATE aan als opvolger van de klassieke Gnome2-desktop.

Volgens de makers van Linux Mint verdient Cinnamon de voorkeur: die heeft de nieuwste technologie aan boord en bevat de meeste mogelijkheden. MATE is door zijn Gnome 2-basis op technisch vlak iets ouder en bevat minder functies. Tot slot bestaat ook een editie met XFCE, sinds jaar en dag een populair alternatief voor Gnome. De desktop lijkt sterk op die van Gnome 2 en is een prima keuze voor oudere hardware.

Linux Mint systeemvereisten

Qua schijfruimte ontlopen de drie edities elkaar nauwelijks. Een standaardinstallatie heeft 7,15 GB nodig voor Cinnamon, 7,35 GB voor MATE en 7 GB voor XFCE. Het geheugengebruik is een heel ander verhaal. Meteen na het inloggen, dus zónder extra applicatie te starten, heeft Cinnamon maar liefst 505 MB ram-geheugen nodig. MATE doet het met 350 MB een stuk beter en XFCE heeft zelfs al genoeg aan 300 MB.

Voor een redelijk moderne, normale desktop of laptop maakt dat allemaal weinig uit. Maar wil je Linux Mint op een oudere netbook of een Raspberry Pi draaien, dan denk je wel even twee keer na. De Cinnamon-desktop neemt al de helft (!) van het geheugen van een Pi in en XFCE slechts 30%. Je Pi zal dus merkbaar vlotter multitasken in XFCE dan in Cinnamon.

©PXimport

Er is opvallend weinig verschil tussen de drie edities als we kijken naar de standaardsoftware. Meestal bevat een desktopomgeving zijn eigen apps om bijvoorbeeld afbeeldingen te bekijken of tekstbestanden te bewerken. Een keuze voor een bepaalde desktop betekent dat je meteen ook een tiental basisapps kiest. Bij XFCE bevatten die meestal minder features dan in Gnome 2. In Gnome 3 zijn die naar onze mening minder intuïtief (en vaak zelfs minder functioneel).

Dit is niet zo in Linux Mint: sinds versie 18 bevat elke editie dezelfde basisapps. Dat zijn de zogenaamde X-Apps: Xed (een tekstbewerker), Xviewer (om afbeeldingen te bekijken), Xplayer (om video af te spelen), Xreader (om pdf-bestanden te lezen) en Pix (om foto’s te organiseren). Ze zijn gebaseerd op bekende Gnome apps, zoals Totem, Evince en gEdit, maar dan met een klassieke interface met menubalk. Ook de andere apps zijn identiek en bevatten weinig verrassingen met onder andere LibreOffice, GIMP, Simple Scan, Firefox, Thunderbird, VLC en Rhythmbox.

Kleine verschillen

Verschillen zijn er ook, bijvoorbeeld bij de bestandsbeheerder en de terminal: Nemo/Gnome Terminal in Cinnamon, Caja/MATE Terminal in MATE en Thunar/XFCE terminal in XFCE. De Cinnamon- en MATE-apps lijken wel érg sterk op elkaar. Verder bevat enkel Cinnamon een Agenda-app. In XFCE zijn de apps voor procesbeheer en het maken van screenshots minder uitgebreid dan die in Cinnamon/MATE. Ook het startmenu is iets anders opgebouwd in elke editie.

Tot slot verschillen de configuratiemogelijkheden van de desktopomgevingen zélf. Zo bevat alleen Cinnamon ondersteuning voor widgets op de desktop.

Dat brengt ons bij het laatste en enigszins subjectieve punt: de gebruiksvriendelijkheid. Het hele debacle rondom Gnome 3 toont dat gebruiksvriendelijkheid geen harde wetenschap is. De Gnome ontwikkelaars hebben ongetwijfeld met de beste wil getracht om hun desktop toegankelijker te maken voor nieuwe gebruikers. Daarbij gingen ze zo radicaal te werk dat veel tevreden gebruikers van Gnome 2 afhaakten. Ook de ontwikkelaars van Linux Mint zagen niets in Gnome 3. Ze bleven dus een klassieke desktop aanbieden met Cinnamon, MATE en XFCE.

©PXimport

Welke editie je ook kiest, de algemene uitstraling is eigenlijk voor 95% hetzelfde. De verschillen zijn vrij subtiel. Zo toont Cinnamon geminimaliseerde vensters enkel als icoontjes en groepeert het meerdere vensters van één applicatie. MATE en XFCE tonen ook de vensternaam, maar groeperen niet. Echter, via de instellingen kan je het Cinnamon-gedrag in MATE/XFCE configureren of omgekeerd. Het maakt dus eigenlijk weinig uit in welke desktop je werkt.

De drie edities van Linux Mint lijken meer op elkaar dan je zou verwachten. Het verschil tussen bijvoorbeeld de Cinnamon- en XFCE-edities is echt véél kleiner dan dat tussen pakweg Ubuntu (met Gnome 3) en Xubuntu (met XFCE). Het is knap hoe de ontwikkelaars erin geslaagd zijn om op basis van drie verschillende desktops de vertrouwde Linux Mint-gebruikservaring aan te bieden.

Welke editie moet je nou kiezen? XFCE lijkt ons ideaal voor oudere computers en systemen met weinig geheugen of als je stabiliteit verkiest boven extra features. MATE zal vooral liefhebbers van Gnome 2 charmeren en Cinnamon is wellicht de beste keuze voor beginners. Maar eigenlijk zijn de verschillen zó klein dat je nooit een slechte keuze maakt. Een mooier compliment kunnen we de ontwikkelaars van Linux Mint niet geven!

▼ Volgende artikel
Foto’s verkleinen, zo doe je dat zonder extra software
© Photographer: Dragos Condrea
Huis

Foto’s verkleinen, zo doe je dat zonder extra software

Afbeeldingbestanden kunnen behoorlijk groot zijn. Om afbeeldingen te verkleinen, hoef je geen gebruik te maken van externe software. Zowel in Windows 10 als Windows 11 kun je dat doen met de ingebouwde programma’s Paint en Foto’s. Het proces verloopt in beide programma’s vergelijkbaar, maar we tonen het hier in Foto’s.

In dit artikel laten we zien hoe je in Windows afbeeldingen kunt verkleinen:

  • Open de afbeelding met Foto’s
  • Verklein de afbeelding door een lagere pixelgrootte of percentage in te voeren
  • Kies het gewenste bestandsformaat en pas de kwaliteit aan

Ook leuk: Supersimpel: van foto's naar filmpjes met Google Foto's

Formaat van afbeelding wijzigen

Er zijn allerlei redenen waarom je een afbeelding zou willen verkleinen. Meestal wil je op die manier de bestandsgrootte verkleinen om het plaatje te delen via e-mail of via social media. De afmetingen van een foto zijn bepalend voor de bestandsgrootte. Om te beginnen, navigeer je naar de afbeelding waar de afbeelding staat waarvan je het formaat wilt aanpassen. Klik er met de rechtermuisknop op en kies in het contextmenu de opdracht Openen met / Foto’s. Wanneer deze app al ingesteld is als standaard-applicatie om afbeeldingen te openen, kun je ook dubbelklikken op de afbeelding. Terwijl de afbeelding geopend is in Foto’s klik je op de drie puntjes op de menubalk. Kies Formaat van afbeelding wijzigen.

Via de drie puntjes kom je bij de opdracht Formaat van afbeelding wijzigen.

Goede kwaliteit foto's maken?

Een digitale camera is daar het beste in

Via pixelgrootte of percentages

Een dialoogvenster opent, waarin je de huidige afmetingen van de afbeelding leest. Die afmetingen staan weergegeven in pixels. Je kunt het formaat wijzigen door een andere pixelgrootte te typen. Veronderstel dat de afbeelding niet breder mag zijn dan 1200 pixels. Dan typ je deze waarde in het vak Breedte. Je hoeft slechts voor één dimensie een nieuwe maat in te geven. De andere dimensie, in dit geval Hoogte, wordt automatische aangepast. Op die manier respecteert Foto’s de oorspronkelijke beeldverhouding. Het is ook mogelijk om het formaat te wijzigen via een percentage. Als je Percentage aanvinkt en je geeft bij Hoogte de waarde 50% in, dan zal de afbeelding de helft kleiner worden.

Hier passen we de grootte via absolute waarden aan.

Het juiste bestandsformaat

Nog voor je de verkleining bevestigt, lees je onderaan de huidige afmetingen en de nieuwe afmetingen. Het valt daarbij op dat de bestandsgrootte veel kleiner is geworden. Bij Bestandstype kies je de indeling waarin de afbeelding wordt weggeschreven: jpg, png, tif of bmp. Bij de eerste twee opties, jpg en png, wordt compressie toegepast om de bestandsgrootte nog kleiner te maken. Met de schuifregelaar bepaal je de kwaliteit. Houd er rekening mee dat jpg geschikter is voor grafische afbeeldingen met veel kleurovergangen en nuances, zoals foto’s. Png is meer geschikt voor afbeeldingen die ook tekst bevatten.

Bij jpg kun je de sterkte van de compressie regelen.

Watch on YouTube
▼ Volgende artikel
Review Oppo A5 Pro 5G – Kan tegen een stootje
© Rens Blom
Huis

Review Oppo A5 Pro 5G – Kan tegen een stootje

Hartstikke leuk als je betaalbare smartphone er prachtig uitziet en heel veel kan, maar je hebt er weinig meer aan als hij (te) snel beschadigd raakt door een val of water. Oppo ziet een gat in de markt van budgettoestellen: de 279 euro kostende Oppo A5 Pro 5G kan tegen een stootje en is waterdicht. In deze review lees je hoe de telefoon bevalt.

Uitstekend
Conclusie

De Oppo A5 Pro is een vreemde eend in de bijt, maar op een positieve manier. Voor een sympathieke prijs koop je een smartphone die tegen een stootje én tegen water kan en erg lang meegaat op een accuduur. Op de specificaties ligt minder nadruk, maar ook die zijn – los van de schermresolutie – prima. Een lang updatebeleid maakt de prettige gebruikerservaring compleet.

Plus- en minpunten
  • Extra stevig ontwerp in normale behuizing
  • Erg lange accuduur
  • Zes jaar updates
  • Minder scherp HD-scherm
  • Erg drukke software

De propositie van de Oppo A5 Pro is interessant. Robuuste, waterdichte smartphones zijn doorgaans óf prijzig óf komen lomp over. De A5 Pro is geen van beide. Het toestel oogt en voelt als een reguliere betaalbare smartphone en weegt met 194 gram ook niet bovengemiddeld zwaar. Sterker nog, het gewicht valt alleszins mee als je weet dat de A5 Pro een accucapaciteit heeft die groter is dan gebruikelijk. Waar veel toestellen over een 5000 mAh-accu beschikken, zit er in dit Oppo-toestel een 5800 mAh-accu. Waarover zo meteen meer.

De behuizing van de A5 Pro is IP66-, IP68- en IP69-gecertificeerd. Dat wil zeggen dat het toestel geen schade oploopt als je hem onderdompelt of onder een waterstraal houdt. Stof vormt ook geen probleem. Extra prettig is dat het toestel geen klepje nodig heeft voor zijn usb-c-poort. Oppo schermt ook met extra stevig glas, al merken we dat niet direct. Volgens de fabrikant kan de A5 Pro ook overweg met extreme temperaturen, wat in Nederland lastig te testen is maar een fijne gedachte kan zijn als je naar een heel warm land op vakantie gaat.

©Rens Blom

Beter te testen is Oppo's belofte dat het scherm te bedienen is met natte handen, vette vingers en de meeste (motor)handschoenen. Dat lukt alle drie inderdaad. De techniek van Oppo herkennen we uit verschillende OnePlus-smartphones. Oppo en OnePlus zijn dan ook zusterbedrijven.

De valbestendigheid testen is altijd wat spannend met een door de fabrikant uitgeleende smartphone, maar gelet op Oppo's claims hebben we de A5 Pro dan maar een paar keer expres vanaf borsthoogte laten vallen op een houten vloer en vlonderplanken op het dakterras. Dat leverde geen zichtbare schade op. Volgens Oppo is de smartphone zo ontwikkeld dat de binnenkant – voor ons onzichtbaar – ook minder schadegevoelig is dan andere smartphones.

©Rens Blom

De Oppo A5 Pro is valbestendig.

Prima specificaties

De stevige behuizing maakt de Oppo A5 Pro interessant voor wie onhandig is (of genoemd wordt) of veel buiten ontspant of werkt. Maar in al die gevallen wil je niet alleen een robuuste telefoon, maar ook een fijne telefoon. Dat is de Oppo A5 Pro op veel vlakken. Bijster snel is 'ie niet, maar gelet op de prijs kunnen we niet klagen over de prestaties. Het grote werkgeheugen (8 GB) zal helpen. Complimenten aan Oppo voor de ruime opslagcapaciteit van 256 GB; dat zien we nog niet vaak in dit prijssegment.

De 50 megapixel-camera is prima, maar niet bijzonder. De tweede camera is een portretsensor waar je niet veel aan hebt. Het 6,67inch-LCD-scherm is buiten goed afleesbaar, maar oogt met zijn resolutie van 1604 bij 720 pixels minder scherp dan we graag zien. Veel andere toestellen hebben een Full-HD-scherm.

©Rens Blom

Het scherm van de Oppo A5 Pro 5G kan lekker fel, maar oogt niet zo scherp.

Lange accuduur

Door de lagere schermresolutie verbruikt de Oppo A5 Pro wel minder stroom dan concurrerende smartphones. Dat gegeven plus de grotere accucapaciteit resulteert in een uitstekende accuduur. Wij kunnen de Oppo-telefoon bijna twee volle dagen gebruiken. Accustress hebben we daarom niet ervaren. Opladen kan het toestel lekker snel, namelijk met maximaal 45 watt. Je dient wel zelf de juiste adapter te kopen, want in de doos zit alleen een usb-c-kabel.

Zes jaar updates

De tijd dat een betaalbare smartphone maar heel kort updates kreeg, is gelukkig voorbij. Ook Oppo hanteert een prima updatebeleid. De A5 Pro kan rekenen op drie Android-upgrades en zes jaar beveiligingsupdates. De Oppo-software oogt wat druk en promoot wel heel graag commerciële apps en games, maar er valt mee te werken.

©Rens Blom

Oppo stopt de software vol commerciële apps en games.

Conclusie: Oppo A5 Pro kopen?

De Oppo A5 Pro is een vreemde eend in de bijt, maar op een positieve manier. Voor een sympathieke prijs koop je een smartphone die tegen een stootje én tegen water kan en erg lang meegaat op een accuduur. Op de specificaties ligt minder nadruk, maar ook die zijn – los van de schermresolutie – prima. Een lang updatebeleid maakt de prettige gebruikerservaring compleet.