ID.nl logo
Wat Windows 10-logboeken je over systeemfouten kunnen vertellen
© Reshift Digital
Huis

Wat Windows 10-logboeken je over systeemfouten kunnen vertellen

Wanneer er iets fout gaat of je hebt de indruk dat Windows, een applicatie of een hardwarecomponent niet helemaal functioneert zoals het hoort, dan is de kans best groot dat Windows zelf je een bruikbare indicatie geeft over de mogelijke oorzaak van het probleem. We duiken in de Windows 10-logboeken!

In dit artikel gaan we uit van wat lastigere probleemscenario’s, waarbij je vooral zelf naar oorzaak en oplossing moet zoeken. In dit geval kan Windows je alsnog nog zinvolle aanwijzingen geven. Het besturingssysteem houdt namelijk uitgebreide logboeken bij en probeert zelfs in de hoogste nood nog snel nuttige informatie bij elkaar te sprokkelen.

Als je de Windows-module Services erbij neemt (services.msc), dan zie je als je naar onderen scrolt, dat Windows Event Log standaard automatisch geactiveerd wordt. Dat houd je maar beter zo, want deze service registreert en archiveert talloze gebeurtenissen die op je systeem plaatsvinden. Je kunt deze logboeken bereiken door bijvoorbeeld met rechts op de startknop te klikken en de optie Logboeken te selecteren, of door Windows-toets+R in te drukken en eventvwr.msc uit te voeren.

Wanneer je vervolgens in het linkerdeelvenster op het submapje Windows-logboeken klikt, krijg je het aantal geregistreerde gebeurtenissen evenals de bestandsgrootte van elk Windows-logboek te zien, waaronder Toepassing, Beveiliging, Setup en Systeem.

Logboekbeheer

Via de optie Eigenschappen in het contextmenu van zo’n item kun je het pad en de maximale logboekgrootte instellen. Je legt hier tevens vast wat er hoort te gebeuren als het plafond is bereikt. Met Logboek wissen verwijder je een logboek, waarbij je wel nog de kans krijgt het eerst te bewaren in een evtx-bestand, dat je dan na een dubbelklik terugvindt in het linkerdeelvenster bij Opgeslagen logboeken

Of je gebruikt een gratis tool als FullEventLogView om logboeken te bekijken (er is ook een Nederlands taalbestand beschikbaar). Dat doe je dan met Bestand / Gegevensbron kiezen / Gebeurtenissen laden van de externe map met logbestanden, of je gebruikt het opdrachtregelcommando met de nodige parameters (zie de NirSoft-website).

Wil je het logboek bewaren zonder het eerst te wissen, klik dan met rechts op het logboek in het linkerdeelvenster en kies Alle gebeurtenissen opslaan als.

In het eigenschappenvenster vind je ook het tabblad Abonnementen, maar dit is vooral interessant als je bepaalde gebeurtenissen van remote clients via het WS-Management Protocol lokaal wilt opslaan. Aangezien dit vooral voor een domeinnetwerk nuttig is, gaan we hier niet verder op in.

©PXimport

Stel, je ondervindt een of ander probleem met Windows (of een applicatie). Dan is de kans relatief groot dat je daar sporen van terugvindt in de logboeken. Het gaat weliswaar om meerdere logboeken met soms duizenden regels, maar er zijn gelukkig methodes om gerichter te zoeken naar de mogelijke oorzaak.

Heeft het te maken met aanmeldproblemen of met rechtenkwesties, dan kijk je best eerst in het logboek Beveiliging. Het logboek Setup verzamelt gebeurtenissen tijdens het installeren en upgraden van Windows. Voor de logs van sommige applicaties en services kijk je onder Toepassing, maar raadpleeg zeker ook de onderdelen in het submapje Logboeken Toepassingen en Services, aangezien applicaties ook hier een eigen logboek kunnen bijhouden. Voor de meeste systeemgerelateerde problemen raadpleeg je het logboek Systeem.

In het middelste deelvenster sorteer je vervolgens op diverse criteria, door één of twee keer op een kolomtitel te klikken (twee keer om de volgorde om te draaien). Vooral Datum en tijd (voor de momenten waarop het probleem optrad) en Niveau (vooral de types Fout en Kritiek) kunnen interessant zijn.

Er zijn nog andere criteria mogelijk. Klik met rechts op een kolomtitel en kies Kolommen toevoegen/verwijderen om ook andere items te selecteren. Zo kan Proces-id nuttig zijn in combinatie met de informatie die je krijgt in Windows Taakbeheer (druk op Ctrl+Shift+Esc), in de kolom PID (en Opdrachtregel).

©PXimport

Logboeken filteren

Vanuit het contextmenu van een logboek is de zoekfunctie beschikbaar, die niet alleen zoekt binnen de kolominformatie, maar ook in de informatie uit het Details-deelvenster.

Vanuit het deelvenster Acties kun je ook zeer nauwkeurig filteren. Selecteer het beoogde logboek en kies Huidig logboek filteren. Op het tabblad Filter kun je vervolgens filteren op onder meer een tijdsbereik (stel Geregistreerd bijvoorbeeld in op Afgelopen 24 uur), op een of meer gebeurtenisniveaus (zoals Fout en Kritiek) en ook aan de hand van opties als Op logboek of Op bron (bijvoorbeeld .NET Runtime of PowerShell). Selecteer je Op logboek, dan kun je verder inzoomen op onder meer een of meer Gebeurtenis-id’s en Gebruikers.

Denk je deze filtering naderhand nog te gebruiken, kies dan voor Aangepaste weergave maken. Na het instellen van de criteria geef je een naam voor je gefilterde weergave op en duid je aan waar je die wilt bewaren (standaard is dat bij Logboeken / Aangepaste weergaven).

Dat kunnen ook zeer specifieke weergaven zijn. Stel, je wilt snel inzoomen op gebeurtenissen die aangeven dat het opstarten van Windows niet optimaal verloopt. Dan kun je Niveau instellen op Kritiek en Fout, Op logboek zet je op Logboeken Toepassingen en Services / Microsoft / Windows / Diagnostics-Performance / Operational en de logs beperk je tot gebeurtenis-id’s 100-110. Om uit te zoeken welke filters je het best activeert, gebruik je gewoon een zoekmachine op internet.

©PXimport

Foutenanalyse

Er worden dus tig gebeurtenissen vastgelegd door Windows en sommige applicaties, maar wat leveren die eigenlijk op? Dat hangt af van de detailinformatie die je te zien krijgt in het onderste deelvenster wanneer je dubbelklikt op zo’n gebeurtenis. Je kunt deze informatie trouwens ook in zuiver tekstformaat opvragen vanuit het contextmenu van zo’n gebeurtenis: klik op Kopiëren / Details als tekst kopiëren en plak de tekst in een editor.

Soms kun je al uit de beschrijving, in combinatie met de symptomen afleiden wat precies het probleem veroorzaakt. De Microsoft-link Help online op het tabblad Algemeen geeft helaas zelden bruikbare informatie en kun je beter vervangen door een link naar de service van EventID.Net, met de bron en ID als zoekparameters. Druk hiervoor op Windows-toets+R en voer regedit uit. 

Navigeer naar HKEY_LOCAL_MACHINE\SOFTWARE\Microsoft\Windows NT\CurrentVersion\Event Viewer. Dubbelklik in het rechterpaneel op MicrosoftRedirectionURL en vervang de bestaande url door http://www.eventid.net/display.asp. Hierna merk je dat klikken op Help online meestal veel zinvoller is. De informatie die EventID.Net wordt doorgaans nog interessanter als je er een jaarabonnement van zo’n 43 euro voor over hebt.

Met enig speurwerk via Google (of een andere zoekmachine) kom je natuurlijk ook al een eind. Of bezoek eens de pagina met Windows Security Log Events op Ultimate Windows Security), waar tientallen gebeurtenissen over allerlei beveiligingsissues voorzien van commentaar staan.

©PXimport

Forceer een BSoD

Windows registreert dus tal van gebeurtenissen, maar het kan gebeuren dat die zo ingrijpend zijn dat het systeem daardoor helemaal vastloopt. In dit geval krijg je je meestal een zogenoemde stopfout ofwel bugcontrolefout te zien, gemeenzaam ook BSoD (Blue Screen of Death) genoemd. Je kunt ook nuttige informatie halen uit de geheugendump die je op dat moment kunt laten maken.

Om met deze materie te kunnen experimenteren, is het natuurlijk lastig wachten tot zo’n BSoD zich daadwerkelijk voordoet. Je kunt echter op elk moment zelf (veilig) een stopfout genereren en een bijbehorende geheugendump laten maken. Dat vereist wel een register-ingreep. 

Klik met rechts op Register-editor in het startmenu en kies Als administrator uitvoeren. Navigeer naar HKEY_LOCAL_MACHINE\SYSTEM\CurrentControlSet\Services\i8042prt\Parameters (voor PS/2-toetsenborden) of naar […]\kbdhid\Parameters (voor usb-toetsenborden). Maak een nieuwe DWORD-waarde (32 bits), geef die de naam CrashOnCtrlScroll en vul 1 in bij Waardegegevens. Na een herstart kun je dan een BSoD genereren door de rechterCtrl-toets ingedrukt te houden, terwijl je twee keer achter elkaar op de ScrollLock-toets drukt.

©PXimport

Over geheugendumps

Tot slot laten we zien wat zo’n geheugendump voor je kan betekenen, maar we vertellen eerst hoe je er zeker van bent dat een geheugendump daadwerkelijk wordt gemaakt als Windows zelf een BSoD genereert.

Dat gaat het makkelijkste vanuit het Configuratiescherm. Open hier Systeem en beveiliging / Systeem / Geavanceerde systeeminstellingen. Op het tabblad Geavanceerd klik je bij Opstart- en herstelinstellingen op Instellingen. Plaats een vinkje bij Een gebeurtenis in het systeemlogboek registreren (zodat tevens een melding in dit logboek wordt opgenomen) en verwijder bij voorkeur het vinkje bij De computer automatisch opnieuw opstarten (zodat je meer tijd krijgt om het BSoD te lezen).

In het uitklapmenu bij Foutopsporingsgegevens registreren selecteer je vervolgens een van de beschikbare dumptypes, waarbij je kennisneemt van de bijbehorende opslaglocatie. In principe kun je volstaan met een Kleine geheugendump: die bevat de stopcode met parameters, de geladen apparaatdrivers, informatie over het huidige proces evenals de kernelstack van de thread die de crash veroorzaakte. 

Eventueel kies je voor een Automatische geheugendump of een Kernelgeheugendump (beide bevatten alleen geheugenpagina’s in kernelmodus – niet die in usermodus). Wil je absoluut ook usermodus-processen, die doorgaans niet verantwoordelijk zijn voor BSoD’s, dan kies je Actieve geheugendump of zelfs Volledige geheugendump.

©PXimport

Wanneer je zelf een BSoD genereert zoals we hierboven hebben beschreven, dan lees je bij stopcode Manually_initiated_crash (die overeenkomt met bugcontrolecode 0xE2).

In zo’n BSoD krijg je tevens het webadres www.windows.com/stopcode te zien. Dat is een eenvoudige helppagina met Nederlandstalige instructies om de oorzaak van het BSoD te vinden. Je geeft antwoord op de vraag wanneer het probleem zich heeft voorgedaan: Na de installatie van een update of Tijdens het gebruik van mijn apparaat.

In het eerste geval raadt Microsoft je aan je pc in veilige modus op te starten en recente updates te verwijderen. In het tweede geval doet Microsoft het voorstel om, na een herstart in veilige modus, eerst recent geïnstalleerde software van derden te verwijderen; vervolgens stuurprogramma’s terug te draaien, uit te schakelen of desnoods te verwijderen; of het te proberen door nieuw aangesloten hardware weg te halen. Het is opvallend hoe al deze instructies mooi aansluiten bij Microsofts stelling dat 70% van de BSoD’s te wijten is aan drivers van derde partijen. 

Specifieke oplossingen

Met de juiste tools kun je het probleem ook meteen zo gericht mogelijk troubleshooten. In eerste instantie kun je googelen naar de hexadecimale bugcontrolecode (0x, gevolgd door acht andere tekens) en de beschrijving die in het BSoD zelf te vinden is. Via deze link vind je bijvoorbeeld links naar probleemoplossende instructies voor bijna twintig verschillende bugcontrolecodes.

Je kunt ook gebruikmaken van de gratis, portable tool BlueScreenView (er is een Nederlandstalig taalbestand beschikbaar). De tool haalt automatisch de geheugendumps op uit de standaardlocatie %systemroot%\minidump die je vervolgens op basis van Crashtijd kunt selecteren, maar via Opties / Geavanceerde opties / Eén MiniDump-bestand laden kun je ook naar een specifieke geheugendump verwijzen.

©PXimport

In het bovenste venster lees je onder meer de crashtijd af, het stuurprogramma met bestandsbeschrijving dat vermoedelijk de crash veroorzaakte, evenals het stackadres. In het onderste venster krijg je een vollediger overzicht van de drivers die toen waren geladen, en de drivers die vermoedelijk aan de crash gelinkt zijn heeft BlueScreenView met rood gemarkeerd.

Een vergelijkbare tool is WhoCrashed (ook beschikbaar in een gratis versie). Het volstaat de Analyze-knop in te drukken of bij Options / Directories eerst zelf aan te geven in welke map de tool naar dumpbestanden moet zoeken. Je kunt hier trouwens via Tools / Crash Dump Test op elk moment ook een BSoD als test forceren.

Dieper graven

Tools als BlueScreenView en WhoCrashed zullen meestal volstaan. Bij sommige bugcontrolecodes (zoals die met 0xa) wijzen die tools echter al snel Ntoskrnl.exe als potentiële dader aan. Dat komt doordat Windows zelf de verantwoordelijke driver niet kan duiden en aangezien de crash in kernelmodus optrad, verwijzen de tools gemakshalve dan maar naar de kernelmodule Ntoskrnl.exe. Tenzij Windows zwaar aangetast is, is de kans echter klein dat je het euvel hier daadwerkelijk moet zoeken.

Voor een meer betrouwbare analyse heb je een grondigere debugtool als Windbg nodig, eventueel in combinatie met een automatische of kernel-geheugendump. In het kort ga je hier als volgt mee aan de slag.

Download het installatieprogramma (dus niet het iso-bestand) van Windows 10 SDK. Plaats alleen een vinkje bij Debugging Tools for Windows. Na de installatie klik je in het startmenu met rechts op Start WinDbg (x..) en kies je Als administrator uitvoeren. Ga naar File / Open Crash Dump en verwijs naar het gewenste dumpbestand. Even later klik je in het Command-venster op de link !analyze -v

De kans is groot dat een foutmelding verschijnt in verband met symbolen. Open in dat geval File / Symbol File Path en vul srv*c:\symbols*https://msdl.microsoft.com/download/symbols in. Als het goed is, verschijnt wat later de Bugcheck Analysis met onder meer de STACK_TEXT en andere informatie. Deze gegevens zijn vooral geschikt voor de gevorderde gebruiker.

▼ Volgende artikel
Vingerafdruk, pincode of gezichtsherkenning: wat is het veiligste manier om je smartphone te beveiligen?
© ID.nl
Huis

Vingerafdruk, pincode of gezichtsherkenning: wat is het veiligste manier om je smartphone te beveiligen?

Je smartphone is tegenwoordig veel meer dan een telefoon; het is de kluis van je digitale leven. Bankzaken, privéfoto's, e-mails en locatiegegevens: het staat er allemaal op. Het goed beveiligen van die toegang is dus geen overbodige luxe. Maar kies je voor het ouderwetse wachtwoord, je vingerafdruk of toch je gezicht? Wij leggen de voor- en nadelen van elke methode naast elkaar.

De klassieker: pincode of wachtwoord

Elke telefoon vraagt erom bij het opstarten: een code. Dit is de basisbeveiliging. Zonder code kun je vaak geen gezichtsherkenning of vingerafdruk instellen. Maar is het ook de beste methode voor dagelijks gebruik?

©ID.nl

Pincode of wachtwoord: de voordelen

• Veiligheid in eigen hand

Het sterke aan een code is dat het in je hoofd zit. Maar een code als 1234 of 0000 is zo gekraakt. Maar kies je voor een langere cijferreeks? Dan is het voor iemand die je smartphone in handen krijgt digitaal gezien nagenoeg onmogelijk om de code te kraken. Voeg je ook letters toe, (zie kader), dan is dit digitaal gezien de moeilijkste methode om te kraken.

• Juridisch sterker

Een interessant weetje: in veel rechtsgebieden val je met een toegangscode onder het zwijgrecht. De politie mag je vaak niet dwingen je code af te staan. Je vinger op een scanner leggen kan in sommige situaties wel als dwangmiddel worden ingezet.

💡 Tip: Gebruik letters voor extra veiligheid

Veel mensen denken dat ze bij het vergrendelen van hun telefoon vastzitten aan een cijfercode, maar dat is niet zo. Je kunt ook kiezen voor een alfanumeriek wachtwoord (een combinatie van cijfers, letters en tekens). Dit is vele malen moeilijker te kraken dan een traditionele cijfer-pincode.

Zo stel je het in:

iPhone: Ga naar Instellingen > Face ID en toegangscode > Wijzig toegangscode. Tik vervolgens op het blauwe tekstje 'Toegangscode-opties' en kies voor 'Aangepaste alfanumerieke code'.

Android: Ga naar Instellingen > Beveiliging > Schermvergrendeling. Kies hier niet voor 'Pincode', maar voor de optie 'Wachtwoord'.

Pincode of wachtwoord: de nadelen

• Afkijken

Iemand die in de trein over je schouder meekijkt, heeft je pincode zo gezien. Ook vette vingers op het scherm kunnen je patroon verraden.

• Gemak

Tachtig keer per dag een lange code intikken gaat vervelen. Mensen kiezen daardoor vaak voor een te simpele code, en dat maakt het juist onveilig.

©ID.nl

2. Lekker snel (maar niet altijd even veilig): vingerafdrukscanner

De vingerafdrukscanner is mateloos populair vanwege het enorme gebruiksgemak: in één soepele beweging pak je je telefoon en ben je vrijwel direct binnen. Toch is het belangrijk om te weten dat de ene scanner de andere niet is en dat dit systeem zowel sterke als zwakke punten heeft.

Vingerafdrukscanner: de voordelen

• Snelheid

Het is vaak de snelste manier om je telefoon te openen, zeker als de scanner in de aan-knop verwerkt zit.

• Betrouwbaarheid (bij de juiste techniek)

Heb je een toestel met een fysieke scanner (achterop/zijkant) of een moderne ultrasone scanner (zoals in de Samsung S-serie)? Dan is de beveiliging uitstekend. Ultrasone scanners maken een 3D-map van je vinger en zijn zeer moeilijk te foppen.

Vingerafdrukscanner: de nadelen

• Natte vingers en pleisters

Heb je natte handen? Dan weigeren veel scanners dienst. Ook met een pleister om je vinger herkent de telefoon je niet. Tip: zorg daarom dat je vingerafdrukken van allebei je handen opslaat.

• Ongewenste toegang

Een klein (maar reëel) risico is dat iemand toegang krijgt terwijl je slaapt of bewusteloos bent, door voorzichtig je vinger op de scanner te leggen.

• Onveilige optische scanners

Veel budget-telefoons hebben een 'optische scanner' onder het scherm. Deze maakt een 2D-foto van je vinger. Dit is minder veilig en makkelijker te foppen dan de ultrasone varianten.

©ID.nl

Gezichtsherkenning: gemak of schijnveiligheid?

Telefoon ontgrendelen door ernaar te kijken voelt als magie. Maar pas op: hier zit de grootste valkuil voor consumenten.

Gezichtsherkenning: de voordelen

• Ultiem gemak

Je hoeft niets aan te raken. Kijken is openen. Ideaal als je bijvoorbeeld handschoenen draagt in de winter.

• Extreem veilig (alleen bij 3D)

Heb je een iPhone (FaceID) of een dure Android met 3D-sensoren? Dan worden er duizenden onzichtbare puntjes op je gezicht geprojecteerd om diepte te meten. Dit is amper te misleiden.

Gezichtsherkenning: de nadelen

• Schijnveiligheid (bij 2D)

Veel goedkopere Android-telefoons gebruiken simpelweg de selfiecamera (2D-herkenning). Dit is niet veilig. Soms is een foto van jou (van Facebook of Instagram) al genoeg om in te breken. Gebruik dit type gezichtsherkenning zeker nooit voor je bank-app.

• Toegang tijdens slaap

Als je niet oplet, kan iemand je telefoon voor je gezicht houden terwijl je slaapt om hem te ontgrendelen. Tip: Zet in de instellingen altijd de optie "Aandacht vereist" of "Ogen open" aan. Dan werkt het alleen als je echt naar het scherm kijkt.

Hoe zit het met privacy?

Een veelgehoorde zorg: "Ik wil niet dat mijn biometrische gegevens in de cloud staan." We kunnen je geruststellen. Bij moderne smartphones worden je gezicht of vinger lokaal opgeslagen in een speciale, zwaarbeveiligde chip in de telefoon (de Secure Enclave). Deze data verlaat je telefoon nooit. Er wordt ook geen foto van je vinger opgeslagen, maar een versleutelde wiskundige code. Zelfs als de servers van de fabrikant gehackt worden, liggen jouw biometrische gegevens niet op straat.

Vingerafdruk, pincode of gezichtsherkenning: wat is het best?

Wat de slimste keuze is, hangt volledig af van je toestel. Heb je een iPhone of een high-end Android-telefoon met 3D-scan? Dan kun je gerust gebruikmaken van gezichtsherkenning; dat is niet alleen snel en makkelijk, maar ook veilig. Bezit je echter een middenklasse- of budgettoestel, kies dan liever voor de vingerafdrukscanner. De gezichtsherkenning op deze modellen is namelijk vaak onveilig.

Vergeet ook de basis niet: zorg altijd voor een sterke toegangscode (liefst alfanumeriek of langer dan vier cijfers) als back-up. Start je telefoon bovendien af en toe opnieuw op. Hierdoor wordt de biometrische beveiliging tijdelijk uitgeschakeld, waardoor je telefoon op zijn veiligst is.

📱Ook interessant: Help! Ik ben het wachtwoord van mijn Apple ID vergeten


Bescherm je smartphone optimaal met een stevig telefoonhoesje.

Zo blijft je toestel in topconditie, hoe je het ook ontgrendelt!
▼ Volgende artikel
Gratis en complete grafische tool: aan de slag met Gimp 3
© ID.nl
Huis

Gratis en complete grafische tool: aan de slag met Gimp 3

Ben je op zoek naar goede software voor het bewerken van foto’s en andere grafische bestanden? Dan is de kans groot dat je Gimp al kent als veelzijdig alternatief voor dure grafische pakketten. Nu is er een nieuwe versie beschikbaar: Gimp 3. Hoe verhoudt deze nieuwe versie zich ten opzichte van de andere grafische programma's?

Er is lange tijd gewerkt aan versie 3 van Gimp: het team heeft er maar liefst zeven jaar aan gesleuteld. De makers, bestaande uit vrijwilligers, begonnen direct aan deze editie na de release van Gimp 2.10 in 2018. Al terug in 2020 kregen we een voorproefje van Gimp 3.0 via een ontwikkelversie, maar pas in 2025 zag de definitieve editie het daglicht. Wie overigens nu denkt dat het Gimpt-team aan het uitrusten is, heeft het mis. Op dit moment is het team namelijk alweer bezig met een volgende versie: Gimp 3.2.

Brede ondersteuning

Wat erg prettig is aan Gimp is dat het programma beschikbaar is voor verschillende platformen. Voor dit artikel bekeken we versie 3.0.4. Deze versie is er voor Windows, Linux en macOS. Zorg bij Windows voor Windows 10 of hoger en bij macOS voor versie 11 of hoger. Je vindt de nieuwste edities via www.gimp.org/downloads.

Indeling

Je kunt Gimp tot in detail naar je hand zetten . Dat is geen overbodige luxe: het programma kent een relatief grote hoeveelheid opties die je niet altijd gebruikt. Hoe je Gimp indeelt, heeft voornamelijk te maken met de acties die je ermee wilt uitvoeren, bijvoorbeeld foto’s bewerken, illustraties maken of digitale kunst maken. Om de omgeving te stroomlijnen, kun je gebruikmaken van dokbare vensters. Open het menu Vensters en kies Dokbare vensters. Bepaal vervolgens welke opties je snel toegankelijk wilt hebben. Je vindt verschillende opties, zoals de kleurenwaaier, lettertypes, lagen en penselen.

Je kunt Gimp tot in detail naar je hand zetten.

Wil je je volledig concentreren op het document zelf? Dan kun je de dokvensters ook (tijdelijk) uitschakelen. Kies Vensters / Dokken verbergen (en dezelfde optie om ze later weer zichtbaar te maken). Een tussenvorm is ook mogelijk, waarbij je de gedokte vensters laat zweven. Je hebt hierdoor meer vrijheid bij het optimaal inrichten van je werkomgeving. Kies voor Vensters en verwijder het vinkje bij Enkelvenstermodus.

Ben je tevreden over je eigen indeling? Dan kun je deze direct opslaan. Kies dan Bewerken / Voorkeuren / Interface / Vensterbeheer. Klik op Vensterposities nu opslaan. Standaard wordt de werkomgeving bewaard zodra je het programma afsluit (controleer of Vensterposities opslaan bij verlaten is geactiveerd).

Als je gebruikmaakt van meerdere beeldschermen, dan kun je Gimp hiermee rekening laten houden. Activeer Open vensters op dezelfde beeldschermen als eerder. Heb je vensters verschoven, maar wil je snel terugkeren naar eerdere posities? Klik op Opgeslagen vensterposities terugzetten.

Handig: de aangepaste gebruikersomgeving bewaren.

Specifieke functies

Eerlijk is eerlijk: Gimp bevat een flinke hoeveelheid functies. De kans bestaat dat je een gewenste functie niet kunt vinden. In plaats van uren te zoeken, kun je de functie ook opzoeken in een overzicht. Kies Hulp / Een functie zoeken en deze uitvoeren. Typ de naam of omschrijving van de functie, bijvoorbeeld ‘lagen’.

In het zoekoverzicht toont Gimp alleen opties die met het trefwoord te maken hebben. Klik op een resultaat om de functie daadwerkelijk uit te voeren. Bij elke functie zie je ook waar deze zich in het programma bevindt, zodat je deze een volgende keer zelfstandig kunt uitvoeren.

In het zoekoverzicht kun je zoeken naar specifieke opties die je niet snel kunt vinden.

Meerdere schermen

Als je gebruikmaakt van meerdere schermen, kun je Gimp hiermee rekening laten houden. Zo kun je de vensters naar een ander scherm verplaatsen. Kies voor Beeld / Verplaatsen naar scherm. Ook kun je individuele vensters naar een ander scherm verplaatsen. Klik op het kleine pictogram rechtsboven (Tabblad configureren) en kies Verplaatsen naar scherm.

Grootte aanpassen

Je kunt op elk gewenst moment het formaat van de afbeelding aanpassen. Kies Afbeelding / Afbeelding schalen. Bepaal de gewenste breedte en hoogte in de sectie Afbeeldingsgrootte. Standaard is de eenheid millimeter, maar je kunt ook een andere eenheid kiezen. Bijvoorbeeld Pixels of Percent.

Die laatste optie is interessant als je de volledige afbeelding in één keer wilt vergroten of juist verkleinen. Standaard zijn de verhoudingen tussen breedte en hoogte aan elkaar gekoppeld. Dat is niet verplicht: klik op het pictogram van de ketting om die koppeling te verbreken. Tevreden met de nieuwe waarden? Bevestig met een klik op Schalen.

De titelbalk van de afbeelding die je hebt geopend, geeft in Gimp belangrijke informatie. Zo lees je in de titelbalk onder meer de bestandsnaam af, maar ook welke afmetingen het bestand heeft. Ook zie je hier welke kleurindeling wordt gebruikt, bijvoorbeeld RGB-kleur 8-bit, en uit hoeveel lagen de afbeelding is opgebouwd.

Je kunt zelf een afbeelding schalen.

Transformeren

Je kunt Gimp goed gebruiken om nieuw materiaal te maken, maar ook om bestaande grafische afbeeldingen aan te passen. Bijvoorbeeld door ze te roteren of bij te snijden. De meeste functies hiervoor vind je onder Gereedschap / Transformeren. Wil je bijvoorbeeld een afbeelding bijsnijden (croppen), dan kies je voor Gereedschap / Transformeren / Bijsnijden. Om een afbeelding te roteren, kies je in hetzelfde menu voor Draaien. Ook andere opties, zoals Schalen en Spiegelen, zijn ondergebracht in hetzelfde menu.

Je bent overigens niet afhankelijk van dit menu: je kunt de functies ook bereiken via de werkbalk die standaard links in het venster wordt getoond. Houd de muisaanwijzer boven een knop voor meer informatie. Veel functies hebben gedetailleerde eigenschappen. Klik je bijvoorbeeld op Penseel, dan kun je kiezen welke grootte het penseel heeft, welk inkttype en welke kleuropties worden gehanteerd. Gimp toont die eigenschappen in het venster Gereedschapsopties, direct onder de werkbalk waarop je de eerdergenoemde opties vindt.

In de linkeronderhoek vind je details van geselecteerde acties.

Geschiedenis

Alle bewerkingen die je op een afbeelding toepast, worden vastgelegd in de geschiedenis. Dit tabblad wordt standaard links in het venster getoond en vult zich naarmate je de acties toepast. Om terug te keren naar een punt in het verleden, klik je op de actie in de lijst. De geschiedenis is handig, omdat je hiermee ziet welke acties je hebt uitgevoerd en kunt experimenteren met verschillende bewerkingen.

Herstellen

Gimp houdt bij welke acties je op een document uitvoert. Dat is handig: hierdoor kun je op een later moment terugkeren naar een eerder punt en wijzigingen ongedaan maken of juist doorvoeren. Je kunt deze geschiedenis op elk moment opvragen: kies voor Bewerken / Geschiedenis ongedaan maken. Linksonder verschijnt een venster met de verschillende stappen. Selecteer nu een bewerking en klik op de knop Ongedaan maken linksonder in het venster.

Heb je een aardige set bewerkingen gemaakt, ben je tevreden en wil je schoon schip maken? Dan kun je de geschiedenis van bewerkingen ook wissen. Afhankelijk van de hoeveelheid bewerkingen kan dit geheugen vrijmaken. Klik op de (verwarrende) knop Alles wissen uit Geschiedenis ongedaan maken. Je vindt deze knop rechtsonder in het geschiedenisvenster.

De geschiedenis geeft een overzicht van de gedane bewerkingen.

Filters

Gimp heeft een volwassen verzameling filters: open hiervoor het menu Filters. Er zijn verschillende categorieën. Met sommige filters kun je afbeeldingen verbeteren, bijvoorbeeld door ruis te verwijderen. Om een afbeelding te verbeteren door deze te verscherpen, kies je Filters / Verbeteren / Verscherpen. Ook kun je een afbeelding verbeteren door deze zachter en minder kartelig te maken, via Filters / Vervagen / Gaussiaanse vervaging of Focus vervaging. Om ruis uit een afbeelding (zoals een foto) te halen, kies je Filters / Ruis.

Ook de artistieke filters zijn het bekijken waard. Kies Filters / Artistiek. Zo kun je bijvoorbeeld kiezen voor het effect van een fotokopie, maar ook voor een getekende stijl (Cartoon) of voor verfeffect (Olieverven). Verder vind je in dezelfde categorie andere kenmerkende stijlen, zoals Textieldruk en Van Gogh.

Gimp heeft een flinke verzameling filters.

Effecten

Je kunt filters gebruiken om effecten op een afbeelding toe te passen, bijvoorbeeld door de belichting van een afbeelding aan te passen of door een ‘lens flare’ (een schittering) na te bootsen. Kies Filters / Licht en schaduw. Selecteer je bijvoorbeeld Kies belichtingseffecten, dan opent een venster waarin je opties kiest. Open de tab Licht en bepaal het effect.

Ook via de andere tabbladen in hetzelfde venster, zoals Materiaal en Omgevingsprojectie, kun je de effecten naar je hand zetten. Klik op Instellingen opslaan, zodat je het profiel een volgende keer snel kunt gebruiken. 

Afbeeldingsinfo

Heb je een bestand geopend en wil je alles weten over de afmeting, resolutie, bitdiepte en andere belangrijke gegevens? Kies Afbeelding / Afbeeldingsinfo. Of nog sneller: druk op de toetscombinatie Alt+Enter. Het venster bestaat uit drie tabbladen, waarbij Eigenschappen de meeste informatie bevat. Neem ook een kijkje bij Afbeelding / Metadata / Metagegevens bekijken. Hier vind je aanvullende informatie over het document.

Exporteren

Gimp ondersteunt een flinke hoeveelheid bestandsformaten. Standaard worden bestanden opgeslagen in xcf. Dit is de eigen bestandsindeling van Gimp. Een xcf-bestand bevat alle informatie, zoals lagen. Verder is er ondersteuning voor andere formaten. Dat is handig bij het opslaan van de bestanden.

Ben je klaar met een bestand, kies dan Bestand / Exporteren als. In het venster geef je een bestandsnaam op en bepaal je de locatie. Werp hierna een blik op Bestandstype selecteren. Kies de gewenste indeling, zoals gif-afbeelding of png-afbeelding. Het valt hierbij op dat Gimp ook exotischere grafische formaten ondersteunt, zoals Windows-pictogrammen of Windows-cursors.

Tevreden met de keuze? Bevestig met een klik op Exporteren. Afhankelijk van de keuze verschijnt een venster waarin je verregaande controle hebt over het eindresultaat. Kies je bijvoorbeeld voor jpeg, dan verschijnt het venster Afbeelding exporteren als JPEG. Via de balk Kwaliteit bepaal je de kwaliteit, en daarmee de bestandsgrootte van de afbeelding. Onder Geavanceerde instellingen kun je de afbeelding verder aanpassen, bijvoorbeeld door deze minder kartelig te maken. Onder Metadata kun je extra informatie aan de afbeelding meegeven, zoals wie de auteur van het beeld is. Maak je vaak gebruik van dezelfde instellingen, sla de set dan op als profiel via een klik op Instellingen opslaan.

Bepaal in welke bestandsindeling je de afbeelding wilt bewaren.

Xcf-bestand verkleinen

Afhankelijk van de complexiteit kan een xcf-bestand flink in omvang toenemen. Heb je behoefte aan een compactere omvang, dan kun je een betere compressie selecteren. Kies Bestand / Opslaan (XCF). In het nieuw geopende venster zet je een vinkje bij Dit XCF-bestand opslaan met betere maar tragere compressie. Houd er rekening mee dat je het bestand vervolgens alleen in de nieuwste versies van Gimp kunt gebruiken: in oudere edities kan het mogelijk niet worden ingelezen.

Standaardafbeelding

 Mogelijk werk je vaak met dezelfde soort afbeeldingen, bijvoorbeeld met dezelfde afmetingen. Je kunt tijd besparen door in Gimp deze waarden als standaard in te stellen. Kies Bewerken / Voorkeuren / Standaardafbeelding. Ga uit van een sjabloon, dat je eventueel nog kunt aanpassen.

Kies Sjabloon en selecteer de afmeting. Voor specifieke formaten heb je niet voldoende aan de opties in dat menu. Je kunt de afmetingen ook handmatig opgeven bij Afbeeldingsgrootte. Nog interessanter is de sectie Geavanceerde opties. Hier kun je onder meer de resolutie en een kleurprofiel bepalen, zodat je volledige controle hebt over de nieuwe afbeelding.

Bespaar tijd door een standaardafbeelding te definiëren.

Sneller werken

Grote kans dat je het grootste gedeelte van de tijd in Gimp werkt met muis of pen, maar je kunt het toetsenbord ook goed inzetten voor het uitvoeren van acties. De sneltoetsen vind je bij elke menuvermelding, maar je hoeft hiermee geen genoegen te nemen. In Gimp kun je ook eigen sneltoetsen samenstellen. Kies Bewerken / Voorkeuren / Interface. In de sectie Sneltoetsen klik je op Sneltoetsen configureren. Zoek de actie waarvoor je een sneltoets wilt maken of deze wilt aanpassen en selecteer de actie. Druk vervolgens op de toetscombinatie die je wilt toewijzen. Herhaal dit voor alle sneltoetsen die je gebruikt. Tevreden? Klik op Oké

Werken met raw-bestanden

Om met raw-bestanden in Gimp te werken, kun je gebruikmaken van externe hulp. Twee populaire uitbreidingen zijn RawTherapee (www.rawtherapee.com) en Darktable (www.darktable.org/install). Met deze uitbreidingen kun je de raw-bestanden klaarmaken en vervolgens verwerken in Gimp. Je mag beide programma’s kosteloos gebruiken.