ID.nl logo
Thuisgroep maken in Windows 7
© Reshift Digital
Zekerheid & gemak

Thuisgroep maken in Windows 7

Met de komst van Windows 7 zijn thuisgroepen geïntroduceerd. Dankzij een thuisgroep kunt u relatief eenvoudig een volwassen thuisnetwerk opzetten. Uw computers met Windows 7 kunnen vervolgens bestanden uitwisselen, printers delen en media streamen. Op zich is het eenvoudig om een thuisgroep op te zetten, maar u hebt meer plezier van de functie als u deze naar uw hand zet.

1. Een thuisgroep maken

Een thuisgroep wordt automatisch gemaakt door Windows tijdens de installatie. Andere computers met Windows 7 merken de aanwezigheid van de thuisgroep automatisch op en zullen aanbieden om lid te worden. Is de thuisgroep niet gemaakt? Open het menu Start en kies Configuratiescherm. Typ thuisgroep in het zoekvak rechtsboven en druk op Enter. Klik op de knop Een thuisgroep maken. Windows maakt een thuisgroep aan en geeft het wachtwoord weer waarmee de andere computers toegang tot de thuisgroep krijgen. Laat dit venster geopend.

©PXimport

2. Computer toevoegen

Nu begint het fijne werk: andere computers toevoegen aan uw zojuist gemaakte thuisgroep. Zorg ervoor dat de hoofdcomputer - waarop u de thuisgroep hebt gemaakt - is ingeschakeld en niet in de slaapstand of stand-bymodus staat. Op de computer die u wilt toevoegen, opent u het Configuratiescherm. Typ thuisgroep in het zoekvak rechtsboven en druk op Enter. Windows 7 merkt dat er al een thuisgroep actief is en maakt hiervan melding. Klik op de knop Nu lid worden.

©PXimport

3. Items delen

Vervolgens geeft u aan welke onderdelen u binnen de thuisgroep wilt delen. Dit kan per computer verschillen. U kiest hierbij uit Afbeeldingen, Muziek, Video's en Documenten. Daarnaast kunt u de printer delen. In tegenstelling tot bij een netwerkprinter, is het bij een gedeelde printer via een thuisgroep noodzakelijk dat de computer waarop de printer is aangesloten, aan staat tijdens het afdrukken. Mogelijk wilt u nog andere mappen delen. In stap 5 van deze workshop geven we preciezer aan wat er gedeeld kan worden.

©PXimport

4. Wachtwoord

De wizard vraagt om het wachtwoord voor de thuisgroep. Dit leest u af op de eerste computer waarop u de thuisgroep hebt aangemaakt. Hebt u het venster al gesloten? U opent het venster op de hoofdcomputer door in het hoofdvenster van Thuisgroep te klikken op Het wachtwoord voor de thuisgroep weergeven en afdrukken. Klik op Volgende. Het wachtwoord wordt gecontroleerd. In het eindvenster leest u dat de computer lid van de thuisgroep is geworden. Bevestig met een klik op Voltooien. Herhaal deze stappen op de andere computers die u wilt toevoegen.

©PXimport

5. Mappen delen

Nu de computers met elkaar in verbinding staan via de thuisgroep, is het tijd om te bepalen welke bestanden u toegankelijk wilt maken. Dit kan op twee manieren. Allereerst kunt u de bestanden die u wilt delen, verplaatsen naar een van de bibliotheken die via thuisgroepen worden gedeeld. Bijvoorbeeld de map Documenten. Open de oorspronkelijke locatie in een Verkenner-venster en open in een ander venster de gedeelde bibliotheek. Sleep de bestanden van de bronlocatie naar de gedeelde thuisgroepmap. De bestanden zijn nu beschikbaar in het netwerk.

©PXimport

De andere manier om bestanden te delen is door de map direct te delen met de thuisgroep. Voordeel hiervan is dat u de locatie van de map niet hoeft aan te passen. Open de verkenner (Windows-toets+E) en navigeer naar de locatie met de map die u wilt delen. Klik vervolgens met de rechtermuisknop op de map en kies Delen met. Kies tussen Thuisgroep (Lezen) of Thuisgroep (Lezen/schrijven). In het laatste geval mogen de andere gebruikers ook wijzigingen doorvoeren, terwijl u met de eerste optie alleen toestemming geeft om de inhoud van de map te bekijken.

©PXimport

6. Toegang

Zodra de thuisgroep is geactiveerd, wordt Windows Verkenner uitgebreid met het onderdeel. Open Windows Verkenner, aan de linkerkant van het venster ziet u de vermelding Thuisgroep. Klik hierop om een overzicht van de aanwezige computers op te vragen. Klik op een computer om de beschikbare mappen te zien. Bij een standaardconfiguratie zijn dit de bibliotheken zoals Afbeeldingen en Muziek. Afhankelijk van de rechten die u in de mappen op andere computers hebt, kunt u bestanden toevoegen, verplaatsen, kopiëren en verwijderen, en nieuwe bestanden en mappen maken.

©PXimport

7. Snelle toegang

Grote kans dat u van specifieke mappen binnen de thuisgroep veel gebruikmaakt. Deze mappen maakt u eenvoudig toegankelijk door ze toe te voegen aan uw lokale bibliotheken. Bibliotheken in Windows 7 kunt u beschouwen als dynamische mappen, die verwijzingen naar andere mappen bevatten. Ze zijn snel toegankelijk vanuit alle programma's. Klik met de rechtermuisknop op de map die u toegankelijk wilt maken en kies In bibliotheek opnemen. Selecteer de gewenste lokale bibliotheek of kies voor Nieuwe bibliotheek maken.

©PXimport

8. Thuisgroepmap offline

Mappen in een thuisgroep zijn alleen beschikbaar als de computer waarop de map zich bevindt, is ingeschakeld. Als u gebruikmaakt van Windows 7 Home Premium of Ultimate, kunt u de thuisgroepmappen van een andere computer offline beschikbaar maken. Als de map dan niet toegankelijk is, hebt u nog altijd de beschikking over de offline variant. Bijvoorbeeld als uw laptop met de mappen op kantoor staat. Op de computer waarop u de mappen beschikbaar wilt maken, klikt u met rechts op de thuisgroepmap en kiest u voor Altijd beschikbaar voor offlinegebruik.

©PXimport

Bij problemen

Levert de thuisgroep problemen op, bijvoorbeeld omdat u de andere computers niet kunt zien of omdat de toegang tot bestanden en mappen wordt geblokkeerd? U kunt gebruik maken van de Probleemoplosser Thuisgroep. In het hoofdvenster van Thuisgroep klikt u op Probleemoplosser Thuisgroep starten (in de sectie Andere bewerkingen voor deze thuisgroep). Klik op Volgende. De wizard controleert nu zelf welke problemen er zijn. Na de diagnose wordt een voorstel gedaan om het probleem te verhelpen.

©PXimport

9. Snelkoppeling plaatsen

Een andere manier om toegang te krijgen tot een gedeelde netwerklocatie, is door een snelkoppeling hiernaartoe te maken. Klik met de rechtermuisknop op de thuisgroep waarnaar u een snelkoppeling wilt maken en kies voor Snelkoppeling maken. Versleep de gemaakte snelkoppeling hierna naar de gewenste locatie, bijvoorbeeld uw bureaublad. Ook kunt u snelkoppelingen of de thuisgroep zelf, vastpinnen op de taakbalk van Windows. Versleep de snelkoppeling naar de taakbalk en laat deze hierboven los. De snelkoppeling of thuisgroep is vastgepind.

©PXimport

10. Bestanden uitsluiten

Windows 7 is redelijk rechttoe rechtaan als het gaat om het delen van bibliotheken in de thuisgroep. Zoals u hebt gelezen, worden standaard bibliotheken zoals Muziek, Video's en Documenten gedeeld. Wat doet u echter als u (bijvoorbeeld binnen een bibliotheek) een bepaalde map of specifiek bestand niet wilt delen? Open het menu Start en klik op uw gebruikersnaam. Zoek de map of het bestand op dat u niet wilt delen. Rechtsklik erop en kies Delen met en vervolgens Niemand.

©PXimport

11. Toegang beperken

Mogelijk wilt u het bestand of de map niet volledig uitsluiten, maar bijvoorbeeld slechts toegankelijk maken voor een paar gebruikers. Navigeer naar de map of het bestand en klik erop met de rechtermuisknop. Kies voor Delen met / Specifieke personen. In het venster Bestandsdeling ziet u een lijst met beschikbare gebruikersaccounts. Bepaal vervolgens per gebruiker welke machtigingen worden toegekend. In de kolom Machtigingsniveau kiest u tussen Lezen, Lezen/Schrijven of Verwijderen. Doorloop deze stap voor alle getoonde gebruikers.

©PXimport

12. Computernaam wijzigen

Tijdens de installatie van Windows hebt u een computernaam bepaald. Gewoonlijk merkt u weinig van die naam. Maakt u echter gebruik van meerdere pc's in het netwerk (zoals bij een thuisgroep), dan wordt een herkenbare naam waardevoller. Gelukkig kunt u de computernaam wijzigen, als dit nodig is. Open het Configuratiescherm, kies Systeem / Instellingen wijzigen (in het vak Instellingen voor computernaam, domein en werkgroep). Klik vervolgens op Wijzigen en geef de computer een andere naam. Klik op OK om te bevestigen en start Windows 7 opnieuw op.

©PXimport

13. Pc uit thuisgroep

Computers die deel uitmaken van de thuisgroep, kunt u op elk gewenst moment hier weer uit verwijderen. Bijvoorbeeld wanneer u de computer alleen nog voor zakelijke doeleinden wilt gebruiken en de bestanden gescheiden wilt houden. In het hoofdvenster van Thuisgroep klikt u op De computer uit de thuisgroep verwijderen. Deze optie vindt u in de sectie Andere bewerkingen voor deze thuisgroep. Klik hierna op De computer uit de thuisgroep verwijderen.

©PXimport

14. Gedeelde items

In de vorige stap las u over de mogelijkheid om de computer uit de thuisgroep te verwijderen. Een tussenweg is ook mogelijk: hierbij past u aan welke items moeten worden gedeeld. Mogelijk hebt u zich in de loop van de tijd bedacht en wilt u bijvoorbeeld niet dat apparaten worden gedeeld. In de wizard uit stap 13 klikt u dan op De computer niet uit de thuisgroep verwijderen, maar wijzigen wat ik deel. Selecteer vervolgens de bibliotheken en apparaten die u met uw thuisgroep wilt delen. Klik achtereenvolgens op Volgende en Voltooien.

©PXimport

15. Wachtwoord aanpassen

Het standaardwachtwoord voor de thuisgroep kunt u aanpassen. Zorg er eerst voor dat alle computers in uw thuisgroep zijn ingeschakeld. Dit is nodig om het wachtwoord op de andere pc's aan te passen. In het hoofdvenster van Thuisgroep klikt u op Het wachtwoord wijzigen (in de sectie Andere bewerkingen voor deze thuisgroep). Kies voor Het wachtwoord wijzigen. Geef een sterk wachtwoord op. Met de knop naast het wachtwoordvak kunt u Windows automatisch wachtwoorden laten genereren. Klik op Volgende. Het wachtwoord is gewijzigd.

©PXimport

De andere computers in de thuisgroep zijn na het aanpassen van het wachtwoord buitengesloten. U dient hier het nieuwe wachtwoord nog in te voeren. Ga naar de andere computers en open het hoofdvenster van Thuisgroep. Boven in het venster leest u dat het wachtwoord door een andere computer is aangepast. Klik op de knop Nieuw wachtwoord opgeven. Op de andere computer wordt het wachtwoord nog getoond. Neem dit over in het getoonde wachtwoordvak. Klik op Volgende. De computer wordt toegevoegd aan de thuisgroep. Klik op Voltooien.

©PXimport

16. Streamen

Interessant aan thuisgroepen is de mogelijkheid om media (zoals afbeeldingen, muziek en video's) naar andere apparaten binnen de thuisgroep te streamen. Zo kunt u de media afspelen op een andere pc, zonder de bestanden eerst te kopiëren of verplaatsen. Hiervoor maakt u gebruik van Windows Media Player. In het hoofdvenster van Thuisgroep plaatst u een vinkje bij de optie Mijn afbeeldingen, muziek en video's naar alle apparaten op mijn thuisnetwerk streamen. Klik hierna op Opties voor mediastreaming, zodat we in de volgende stap zelf wat dingen kunnen instellen.

©PXimport

17. Streamen beperken

De bestanden uit uw mediabibliotheek kunnen nu worden gestreamd. Geef de mediabibliotheek een herkenbare naam. Hierna bepaalt u welke apparaten toegang hebben tot de streams en welke rechten zij hebben. In de lijst ziet u alle apparaten binnen het lokale netwerk. Kies telkens tussen Toegestaan en Geblokkeerd. De computers binnen uw thuisgroep hebben automatisch toegang. Via de knoppen Alles toestaan en Alles blokkeren kunt u in één keer een beleid op de hele selectie toepassen. Klik tot slot op OK.

©PXimport

18. Ouderlijk toezicht

Als u gebruikmaakt van ouderlijk toezicht (en hiermee bepaalt welke inhoud uw kinderen wel of niet mogen zien), kunt u bepalen welke inhoud mag worden verspreid. Dit gebeurt op basis van classificaties of sterwaarderingen. In het venster Opties voor mediastreaming kiest u voor Standaardinstellingen selecteren. Kies of u op basis van sterwaarderingen of classificaties van Ouderlijk toezicht bestanden wilt streamen. Stel vervolgens de kwaliteitseis in.

©PXimport

19. Geavanceerde instellingen

Hebt u in uw netwerk nog pc's met Windows XP of Vista in gebruik? Dan kunt u ervoor kiezen om de mappen uit uw thuisgroep te beheren met uw gebruikersnaam en wachtwoord. U meldt zich dan op alle computers aan met dezelfde gebruikersnaam en wachtwoord. In het hoofdvenster van Thuisgroep klikt u op Geavanceerde instellingen voor delen wijzigen. Klik op de pijl naast Thuis of werk. Bij Verbindingen met een thuisgroep, kiest u voor de optie Gebruikersaccounts en wachtwoorden gebruiken om verbinding met andere computers te maken.

©PXimport

Bij gemengde groep

Thuisgroepen is een specifieke functie van Windows 7. Maakt u binnen het gebruik van andere computers, bijvoorbeeld met Windows XP en Windows Vista? Maak dan gebruik van de standaard netwerkfunctie van Windows. Klik met rechts op het bestand en kies Delen. Vervolgens configureert u de gedeelde mappen handmatig (op basis van een werkgroep, in plaats van een thuisgroep). Zo zorgt u ervoor dat alle computers toegang hebben tot gedeelde bestanden en apparaten.

©PXimport

Gebruikersaccounts in thuisgroep

Hebt u uw Windows Thuisgroep naar wens geconfigureerd? Dan kunt u nu ook gebruikersaccounts toevoegen en beheren. In het volgende nummer van Computer!Totaal zullen we hier aandacht aan besteden in een uitgebreide workshop. We leggen dan uit hoe u gebruikersaccounts toevoegt, de toegangsrechten beheert, inlogtijden instelt enzovoort.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Privacygevoelige gegevens verwijderen uit foto's en bestanden
© ID.nl
Huis

Privacygevoelige gegevens verwijderen uit foto's en bestanden

Mediabestanden, zoals foto’s, audio en diverse documenten, bevatten vaak extra informatie over het bestand zelf, de zogeheten metadata. Niet al die gegevens hoeven natuurlijk voor iedereen leesbaar te zijn. Hoe pas je die gegevens aan, en kun je ze ook helemaal verwijderen?

Wat gaan we doen?

We laten je zien hoeveel informatie er in je foto’s, muziek en documenten verstopt zit. Je ontdekt hoe je die metadata zelf kunt bekijken, wissen of juist aanvullen – met slimme tools en praktische ingrepen.

Metadata betekent letterlijk gegevens over gegevens. Het gaat namelijk om informatie die iets over het bestand zelf zegt, maar geen deel uitmaakt van de hoofdinhoud. Bij foto’s kan dit bijvoorbeeld de opnamedatum zijn, maar ook de locatie, cameramodel en instellingen. Muziekbestanden bevatten dan weer gegevens zoals titel, artiest, album, jaartal, albumhoes en songteksten. In video’s vind je informatie terug zoals gebruikte software, resolutie en lengte. Ook in pdf’s en Office-documenten als pdf zitten vaak extra data, zoals auteursnaam, aanmaakdatum en revisies.

Metadata zijn vaak erg handig. Je kunt je vakantiefoto’s bijvoorbeeld automatisch sorteren op locatie of datum, en als fotoliefhebber kun je instellingen zoals iso of sluitertijd analyseren. In muziekbestanden toont je mediaspeler alle informatie in de afspeellijst (inclusief gesynchroniseerde lyrics) en kun je snel tracks per genre of jaar terugvinden. Bij documenten zie je naast de auteur onder meer ook wanneer het bestand is aangemaakt en welke revisies zijn doorgevoerd.

Metadata bevatten vaak interessante informatie over een bestand.

Waarom bewerken?

Metadata zijn dus zeker handig, maar soms bevatten ze informatie die je liever niet deelt of die simpelweg niet klopt. Denk aan foto’s die je online plaatst: je wilt dan meestal geen locatiegegevens meegeven zoals je thuisadres. En misschien ook liever niet welk toestel je gebruikt of dat je bewerkingen hebt uitgevoerd. Anderzijds wil je voor archiveringsdoelen misschien nog trefwoorden toevoegen of locatiegegevens invoeren bij foto’s die je binnenshuis nam.

In veel muziekbestanden zitten onjuiste tags, zoals verkeerd gespelde album- of artiestnamen. Of je wilt ontbrekende albumhoezen of lyrics aanvullen, of extra tags toevoegen om je collectie beter te structureren per jaar, genre of tracknummer.Bij documenten kan het juist gaan om het verbergen van de auteur of doorgevoerde aanpassingen, of om het wissen van revisies met gevoelige inhoud. Soms wil je ook bepaalde metadata eenduidiger gebruiken in meerdere bestanden, bijvoorbeeld voor professionele doeleinden.

De meeste smartphones en camera’s leggen standaard ook de gps-coördinaten van je foto’s vast.

Locatiegegevens in foto's

Laten we starten met foto’s en in het bijzonder met locatiegegevens, want deze kunnen voor veel gebruikers belangrijk zijn. De kans is groot dat je smartphone deze informatie standaard bewaart bij elke foto. Je kunt dit controleren en aanpassen. Op Android open je de camera-app, tik je op het tandwielpictogram voor Instellingen, zoek je naar Locatie opslaan, GPS-tags of Geotagging en schakel je de functie uit. Op sommige toestellen kun je ook instellen dat telkens eerst om je toestemming wordt gevraagd.

Op een iPhone open je Instellingen en ga je naar Privacy en beveiliging. Tik op Locatievoorzieningen, scrol naar Camera en kies Nooit of Vraag volgende keer of wanneer ik deel, om telkens zelf te beslissen.

Bij de meeste digitale fotocamera’s werkt het net zo. Ze gebruiken een gps-module of bluetooth met je smartphone om locatiegegevens toe te voegen. Via het menu kun je deze functie ook hier uitschakelen.

Je kunt in Android via de camera-app aangeven dat je de locatie (niet) wilt opslaan.

Metadata foto’s

Om de vaak talrijke metadata van foto’s gestructureerd te bewaren en weer te geven, zijn er in de loop der jaren verschillende metadata-frameworks ontstaan. Het eerste dat echt als standaard doorbrak, was EXIF (EXchangeable Image File format). Vrijwel alle digitale camera’s en smartphones voegen dit automatisch toe, met informatie zoals datum, tijd, gps-coördinaten, cameramerk en diafragma. Om gebruikers ook zelf metadata te laten toevoegen, werd eind vorige eeuw het IPTC-IIM-formaat ontwikkeld (International Press Telecommunications Council - Information Interchange Model), voor gegevens zoals copyright en beschrijvende tags. Hierop volgden nog diverse uitbreidingen.

Begin deze eeuw lanceerde Adobe XMP (eXtensible Metadata Platform), vooral bedoeld voor metadata tijdens fotobewerking. Deze worden ook opgeslagen in het fotobestand zelf of in een apart xmp-bestand (een sidecar genoemd). Alles bij elkaar is dit dus behoorlijk complex, vooral omdat er in één foto metadata van deze drie frameworks tegelijk kunnen voorkomen.

Locatie aanpassen

Sommige apps en diensten verwijderen locatiegegevens automatisch uit foto’s. WhatsApp bijvoorbeeld stript standaard alle metadata. Toch is het veiliger om gevoelige informatie vooraf zelf te wissen. Op een iPhone doe je dat vanuit de Foto’s-app: selecteer de foto, tik op het info-icoon of veeg omhoog. Je ziet een kaart met locatie, en via Pas aan kun je de locatie wijzigen of instellen op Geen locatie. Met Voeg een locatie toe kun je ook zelf gegevens toevoegen. Op Android is dit wat lastiger. Google Foto’s biedt geen optie om locatiegegevens te verwijderen of aan te passen als die al in de EXIF-metadata zitten. Zelf locatiegegevens toevoegen kan wel, maar slechts beperkt. Externe apps bieden dan meer mogelijkheden.

Photo Metadata Remover geeft je de mogelijkheid om een of meerdere foto’s tegelijk te strippen van locatie en andere metadata. Je kiest de bronmap en de doellocatie voor de opgeschoonde bestanden. Wil je metadata wijzigen in plaats van verwijderen, dan gebruik je een gratis app als Photo EXIF Editor - Metadata. Open een fotomap, selecteer een foto en je ziet een reeks EXIF-tags, zoals Geolocation, Captured time, Aperture en Exposure time. Tik op een tag om deze aan te passen. Bij Geolocation krijg je een kaart te zien waarop je een nieuwe locatie aanduidt, die je bevestigt met het vinkje en het diskette-icoontje.

Losse bestanden in XnView

Het is prettiger om de metadata van je foto’s op je pc te bewerken. In beperkte mate kan dat via Verkenner: klik met rechts op een foto, kies Eigenschappen, open het tabblad Details en beweeg je muis over de kolom Waarde om te zien welke items je kunt aanpassen. Voor meer mogelijkheden zijn er gratis externe tools beschikbaar. We denken bijvoorbeeld aan de uitgebreide opdrachtregeltool ExifTool, de flexibele fotobeheerder XnView MP of het Adobe Lightroom-alternatief darktable.Hier focussen we op de handigste functies binnen XnView MP. Start de tool (ook als portable versie beschikbaar) en open een foto via het menu Bestand of de ingebouwde bestandsbrowser. Icoontjes op de miniatuur tonen welke metadata aanwezig zijn (xmp, ipct-iim en exif). Helemaal onderaan vind je het tabblad Info met de metadata op aparte tabbladen. Op het tabblad Kaart bekijk je de locatie. Controleer in het menu Beeld of alle gewenste opties bij Info panelen zijn aangevinkt.

In het menu Metagegevens kies je bij Opschonen welke soorten metadata je wilt verwijderen. Andere opties, die geen verdere toelichting behoeven, zijn GPS-gegevens bewerken en Tijdstempel wijzigen. Met IPTC bewerken en XMP bewerken pas je metadata aan via meerdere tabbladen. Klik hier op Schrijven om je wijzigingen toe te passen. In het Info-paneel zul je merken dat veel aanpassingen tegelijk op zowel ITPC-IIM- als XMP-niveau doorgevoerd worden.

Je kunt metadata verwijderen, maar ook zelf bewerken in XnView MP.

Batch-aanpassingen in XnView

Met XnView MP kun je metadata ook in meerdere foto’s tegelijk aanpassen of verwijderen. Open Hulpmiddelen / Reeks converteren (Ctrl+U) en voeg bestanden of een hele map toe met Bestanden toevoegen of Map toevoegen. Ga daarna naar het tabblad Acties, klik op Actie toevoegen, kies Metagegevens en selecteer een optie als IPTC-IMM/XMP, Metagegevens wissen of XMP. We gaan even uit van deze laatste. Vul de tagvelden die verschijnen naar wens in.

Op het tabblad Uitvoer bepaal je waar de gewijzigde bestanden terechtkomen (dit hoeft zeker niet de bronmap te zijn). Bevestig met Converteren om de aangepaste metadata op te slaan in de geselecteerde foto’s. Je controleert dit via het Info-paneel op het tabblad XMP (onder meer bij het onderdeel dc). Op vergelijkbare manier kun je ook IPTC-IIM-metadata aan meerdere foto’s toevoegen of aanpassen.

Je kunt metadata in één keer ook in meerdere fotobestanden toevoegen.

Metadata in audio

Net als bij foto’s kunnen ook audiobestanden metadata opslaan, in verschillende headers en op uiteenlopende manieren. Het bekendste formaat is ID3 (voornamelijk bij mp3), met informatie als titel, artiest, album, genre en jaar. De latere versie, ID3v2, ondersteunt ook songteksten, albumhoezen en eigen velden. Andere populaire formaten zijn APE en Vorbis Comments, onder meer gebruikt bij FLAC- en OGG-bestanden.

Zoals eerder genoemd zijn er verschillende praktische redenen om metadata in audiobestanden aan te passen of toe te voegen. Twee uitstekende en gratis tools hiervoor zijn TagScanner en Mp3tag. We nemen deze laatste als voorbeeld. Laat je niet afschrikken door de naam: de tool ondersteunt verschillende audio- en metadataformaten, waaronder de drie hierboven genoemde.

De metadata van een mp3-bestand kan onder andere de albumhoes bevatten die getoond wordt als je het bestand afspeelt.

Losse bestanden in Mp3tag

Download en installeer Mp3tag onder Windows (eventueel als portable versie) en start de app. Sleep een audiobestand naar het hoofdvenster en selecteer het. In het linkerdeelvenster zie je de metadata zoals Titel, Artiest, Album en Jaar. In de kolom Tag verneem je het type metadata, bijvoorbeeld Vorbis Comment, ID3v2.4 of APE. Je past de metadata aan door in een tagveld te klikken en de inhoud te wijzigen of aan te vullen. Klik met rechts op het veld met het cd-icoon, kies Cover toevoegen en verwijs naar een geschikte afbeelding. Gebruik Bestand / Tag opslaan (Ctrl+S) om je wijzigingen te bewaren.

Je kunt ook metadata ophalen via online databases. Mp3tag ondersteunt standaard drie bronnen: freedb (of beter: opvolger gnudb, aangezien freedb niet langer operationeel is), Discogs en MusicBrainz. Deze opties vind je in het menu Tagbronnen. Bij het eerste gebruik van Discogs meld je je aan met een gratis account en autoriseer je Mp3tag met een code. Voor MusicBrainz en freedb is dat niet nodig, al vul je voor freedb wel bij voorkeur een (willekeurig) e-mailadres in via Bestand / Opties bij Tagbronnen / Freedb (de overige gegevens kun je ongewijzigd laten). Je kunt nu allerlei metadata, inclusief coverart, opvragen via deze bronnen.

Je kunt metadata handmatig aanpassen, maar ook online bronnen ter hulp roepen.

Batch-aanpassingen in Mp3tag

Soms wil je metadata van meerdere muziekbestanden tegelijk aanpassen of toevoegen, bijvoorbeeld nummers van dezelfde cd. Dat kan ook in Mp3tag: sleep een map met nummers naar het hoofdvenster of open die via Bestand / Map toevoegen. Selecteer de bestanden die je tegelijk wilt aanpassen; met Ctrl+A selecteer je alles. In het linkerdeelvenster verschijnt dan standaard <houden> bij tagvelden die al ingevuld zijn. Laat je <houden> staan, dan wijzigt Mp3tag dat veld niet. Klik je op het pijlknopje, dan kun je <wissen> kiezen om het veld te legen, een bestaande tag selecteren of zelf iets invoeren. Bevestig ook hier met Ctrl+S om je wijzigingen op te slaan.

Je kunt metadata ook automatisch laten invullen op basis van bestandsnamen. Die bevatten soms bruikbare informatie terwijl de metatags zelf leeg zijn. Selecteer de juiste bestanden en kies Converteren / Bestandsnaam - Tag. Pas het veld Formattering aan zodat het overeenkomt met de structuur van je bestandsnamen, bijvoorbeeld %track% - %artist% - %title%. Onderaan zie je de overeenkomende tags. Klik op Voorbeeld en bevestig met OK. Het omgekeerde kan trouwens ook, via Tag - Bestandsnaam.

Stel je metadata samen op basis van de bestandsnamen (of omgekeerd).

Metadata in documenten

Niet alleen mediabestanden bevatten metadata, dit geldt net zo goed voor ‘gewone’ documenten. Deze informatie kan bijvoorbeeld handig zijn bij het ordenen, zoals op auteur of trefwoorden, en bij het archiveren en zoeken. We beperken ons hier tot twee populaire formaten: pdf en docx. Om de metadata van een pdf te bekijken, open je die in een gratis applicatie als Adobe Acrobat Reader. Klik met rechts op het document en kies Document properties (Ctrl+D). Op het tabblad Description kun je tags invullen zoals Title, Author, Subject en Keywords.

Voor docx-bestanden kun je Verkenner gebruiken: klik met rechts op het bestand, kies Eigenschappen en blader op het tabblad Details door de metadata. Je kunt dit uiteraard ook rechtstreeks in Microsoft Word doen: open het document, ga naar Bestand, kies Info en klik op Alle eigenschappen weergeven.

Ook vanuit Verkenner kun je allerlei metadata van (bijvoorbeeld) docx-bestanden bekijken.

Documenten bewerken

Bij docx-bestanden kun je metadata niet alleen bekijken, maar vaak ook aanpassen, zowel via Verkenner als in Word. Beweeg je muiscursor over een veld en verschijnt er een kader, dan kun je de inhoud wijzigen of wissen. Wil je meerdere metadata tegelijk verwijderen, dan kies je beter een andere aanpak. Dit kan via het tabblad

Details in het eigenschappenvenster van het bestand. Klik onderaan op Eigenschappen en persoonlijke gegevens verwijderen. In het dialoogvenster staat standaard ingesteld dat er een kopie wordt gemaakt zonder eigenschappen, maar je kunt ook de optie De volgende eigenschappen uit dit bestand verwijderen kiezen. Vink dan de gewenste metadata aan of klik op Alles selecteren, en bevestig met OK.

Je kunt ook bewerken vanuit Word: ga naar Bestand, kies Info en klik op Controleren op problemen / Document controleren. Laat alle onderdelen aangevinkt en klik op Controleren. Vervolgens kies je Alles verwijderen bij de onderdelen die je uit het document wilt halen. Rond af met Sluiten.

Vanuit Word kun je aangeven welke extra elementen, waaronder metadata, je uit het document wilt verwijderen.

PDF-bestanden bewerken

Voor het gratis bewerken van metadata in een pdf-bestand gebruik je bijvoorbeeld PDF24 Creator. Start de tool na installatie. In de toolbox onderaan zie je onder meer de knoppen Remove PDFMetadata en Edit PDF metadata. Sleep een of meerdere pdf’s naar het venster. Met de eerste knop verwijder je alle metadata in één keer, met de tweede pas je velden aan zoals Title, Author, Subject en Keywords. Je kunt hiermee helaas geen eigen metadata toevoegen.

Dat kan wel met een zeldzame gratis (online-)tool zoals Sejda. Klik op Change metadata (ook Remove all metadata is hier beschikbaar), vul de gewenste velden in of klik op + Add new field, en geef een naam en waarde op. Bevestig met Add Field en Update PDF Metadata, en download de aangepaste pdf. Je kunt deze eigen velden bekijken met Acrobat Reader, via Document properties op het tabblad Custom.

PDF24 bevat een indrukwekkende toolbox voor pdf-bewerkingen, waaronder verwijderen en aanpassen van metadata.

▼ Volgende artikel
Review Philips Hue Bridge Pro: dé bridge voor de toekomst
© Rens Blom
Zekerheid & gemak

Review Philips Hue Bridge Pro: dé bridge voor de toekomst

De Philips Hue Bridge Pro volgt de tien jaar oude Bridge op en doet dat met verve. Het apparaat biedt nieuwe functies en is toekomstbestendig, wat hem boeiend maakt voor bestaande én nieuwe Philips Hue-gebruikers. In deze review leggen we je uit waarom.

Fantastisch
Conclusie

De Philips Hue Bridge Pro is naar onze mening dé bridge om te kopen als je start met Philips Hue. Heb je nu de normale Bridge, dan biedt de Pro-versie zo veel verbeteringen dat wij het (op termijn) upgraden de eenmalige investering waard vinden.

Plus- en minpunten
  • Werkt via wifi en ethernet
  • Veel krachtiger en dus toekomstbestendiger
  • Kan veel meer lampen, accessoires en lampen aansturen
  • Migreren vanaf reguliere Bridge is zo gepiept
  • Eenmalige meerprijs t.o.v. normale Bridge

Als je thuis slimme verlichting van Philips Hue hebt, is de kans groot dat je gebruikmaakt van de witte Hue Bridge. Dit kleine kastje verbindt met je lampen en bijbehorende accessoires en stelt je in staat om de verlichting ook te bedienen als het internet even is uitgevallen. Na een decennium is er nu een Bridge Pro, goed te herkennen aan zijn zwarte ontwerp. De Bridge Pro kost 90 euro, waar de reguliere Bridge (versie 2.1) circa 50 euro kost. Ja, dat is een relatief forse meerprijs, maar als je het systeem tien jaar wilt gebruiken juist weer een kleine extra investering.

©Rens Blom

De oude, witte bridge naast de nieuwe Bridge Pro.

Veel meer lampen

De Bridge Pro biedt belangrijke voordelen ten opzichte van de normale Bridge, zowel voor bestaande als nieuwe gebruikers. Zo kun je hem nog steeds via ethernet gebruiken, maar is dat niet verplicht. Er is namelijk ook - nieuw - wifi-ondersteuning. De voeding is bovendien geen specifieke stroomkabel meer, maar een usb-c-kabel. Die kun je eenvoudiger vervangen.

©Rens Blom

De belangrijkste vernieuwing? Een compleet nieuwe processor, meer werkgeheugen en meer opslagcapaciteit, waardoor de Hue Bridge Pro veel krachtiger is dan zijn voorganger. Dat is geen mooie marketingpraat, maar goed zichtbaar aan het totaal aantal gadgets dat de bridge kan aansturen. Bij de reguliere Bridge zijn dat 50 lampen en 12 accessoires (zoals draadloze afstandsbedieningen), waar de Bridge Pro 150 lampen en 50 accessoires ondersteunt. Heb je een huis (en misschien ook tuin) vol Hue-producten, dan loop je bij de normale Bridge waarschijnlijk (snel) tegen de limieten aan. Bij de Bridge Pro moet je daar echt je best voor doen.

Je kunt met de Bridge Pro ook veel meer scènes (500) opslaan in de Hue-app dan met de normale Bridge (200), wat voor sommigen handig zal zijn. De Bridge Pro biedt ook nieuwe optionele foefjes, zoals je lampen inzetten als bewegingssensoren om je te attenderen bij beweging in bepaalde kamers. Ook is de Bridge Pro standaard geschikt voor Matter, het nieuwe smarthomeprotocol waar veel merken ondersteuning voor bieden.

©Rens Blom

Overzetten is zo gebeurd

Van oude technologie naar nieuwe technologie overstappen kan soms frustrerend zijn, maar dat geldt zeker niet wanneer je de Bridge verruilt voor de Bridge Pro. De stappen in de Philips Hue-app zijn duidelijk en wij waren binnen tien minuten klaar, waarna de app op de achtergrond veertig minuten nodig had voor de echte migratie.

Al onze instellingen zijn behouden, de accessoires en lampen zijn overgezet en de reguliere Bridge mag na tien jaar met pensioen. Begin je pas met Philips Hue, dan stel je de Bridge Pro vanzelfsprekend in als je eerste bridge. Ook dat is een fluitje van een cent.

©Rens Blom

Conclusie: Philips Hue Bridge Pro kopen?

De Philips Hue Bridge Pro is naar onze mening dé bridge om te kopen als je start met Philips Hue. Heb je nu de normale Bridge, dan biedt de Pro-versie zo veel verbeteringen dat wij het (op termijn) upgraden de eenmalige investering waard vinden.