ID.nl logo
Hoe werkt contactloos betalen?
© PXimport
Zekerheid & gemak

Hoe werkt contactloos betalen?

Contant geld heb je nog maar amper nodig. Bijna overal kun je terecht met je betaalpas of creditcard. De nieuwste ontwikkeling is contactloos betalen. Je tikt kort met de betaalpas tegen de betaalautomaat om af te rekenen of betaalt met je smartphone.

In de sciencefictionboeken die ik in mijn jeugd las, kwamen betaalmiddelen voor die nogal onwaarschijnlijk leken. Er werd vaak betaald in een universele valuta, door bijvoorbeeld een plastic schijfje in de buurt van een soort scanner te houden. Bankbiljetten en munten bestonden allang niet meer. Natuurlijk gebeurden er meer rare dingen in die boeken. Zo kon je overal op straat bellen. In mijn jeugd had je daar toch echt een telefooncel voor nodig. Mobieltjes bestonden in die tijd nog niet. Veel technologieën uit die oude boeken zijn inmiddels allang geen sciencefiction meer - al hebben die wonderbaarlijke buitenaardse beschavingen zich nog steeds niet laten zien. Dat is misschien maar goed ook. Want ze waren vaak niet al te vredelievend.

©PXimport

Het is nog vrij onbekend, maar contactloos betalen kan nu al. (foto: MasterCard)

Gedaanteverwisselingen

De manier waarop wij betalen heeft ondertussen flink wat gedaantewisselingen ondergaan. Waar we eerst alleen betaalden met contant geld of een cheque, deed dertig jaar geleden (1985) de pinpas voorzichtig zijn intrede. Daarmee was het plastic geld geboren. Ineens was het heel gewoon dat je op elk moment van de dag geld uit de muur kon halen of betaalde met alleen een pasje. Moesten we die betaalpas eerst nog door een kaartlezer halen, in verband met stijgende criminaliteit werd de magneetstrip rond 2005 vervangen door de betrouwbaardere EMV-chip. EMV staat voor de drie ontwikkelaars (Europay, MasterCard en VISA) van deze technologie.

Het zogenoemde skimmen via gekraakte betaalterminals en opzetstukken bij betaalautomaten zakte flink in. Deze chip op onze betaalpassen is dus een vrij recentelijke ontwikkeling. Toch wordt het terwijl je dit leest alweer vervangen door een nog slimmere methode. Contactloos betalen heeft namelijk de toekomst. Je houdt de betaalpas gewoon eventjes vlakbij de betaalautomaat en je hebt betaald. Lekker snel en gemakkelijk dus.

©PXimport

De magneettrip is inmiddels vervangen door een chip.

Met of zonder pincode

Contactloos betalen verloopt niet veel anders dan je gewend was. Je tikt met de kaart tegen de pinautomaat. Voor bedragen tot en met vijfentwintig euro hoef je geen pincode in te geven. Zo reken je razendsnel kleine aankopen af. Heb je in totaal (achtereenvolgens) een bedrag van vijftig euro contactloos afgerekend, dan moet je één keertje je pincode ingeven. Zo wordt voorkomen dat je rekening geplunderd wordt, mocht je de pas kwijt zijn. Daarna kun je opnieuw kleine bedragen uitgeven tot de drempel van vijftig euro opnieuw is bereikt. Voor bedragen boven de vijfentwintig euro moet je altijd een pincode ingeven, net als bij de traditionele pinpas.

Als consument loop je dus weinig risico. Of eigenlijk helemaal geen risico. Want eventuele schade wordt vergoed, zolang je meteen je bank inlicht en er uiteraard geen sprake is van opzet. De inmiddels opgeheven Chipknip was een digitale portemonnee waar je steeds geld op moest storten. Met contactloos betalen gaan de bedragen rechtstreeks van je rekening en is opwaarderen niet langer nodig.

'Contactloos' reizen

Contactloos betalen met je pinpas staat nog in de kinderschoenen. Toch is contactloos betalen helemaal niet nieuw. Grote aantallen Nederlanders gebruiken namelijk dagelijks, of in ieder geval regelmatig, hun OV-chipkaart. Je houdt het pasje eventjes tegen een kaartlezer en je reis wordt netjes betaald. Geen gedoe meer met los geld, in de rij staan voor een vervoersbewijs en zo net je aansluiting missen. Ook hoef je niet vooraf na te denken over het traject. Je stapt gewoon ergens in en ergens anders weer uit, en je betaalt automatisch het verschuldigde bedrag. Je kunt je nu volledig concentreren op hoe je ergens komt, niet of je wel het juiste kaartje hebt.

©PXimport

Enorm veel mensen betalen dagelijks contactloos met de OV-chipkaart.

Niet dat de OV-chipkaart door iedereen met gejuich werd ontvangen. Toegegeven, er waren startproblemen: je moet niet vergeten in en uit te checken, het is geklungel met verschillende kaartlezers als je met meerdere vervoersbedrijven te maken hebt en helemaal onkraakbaar bleek het systeem ook niet. In het begin leek de OV-chipkaart nogal omslachtig en ingewikkeld. Dat komt deels omdat een nieuwe werkwijze altijd veel weerstand bij ons oproept. We moesten er gewoon even tegenaan schoppen, het een paar keer in de praktijk gebruiken, om te ondervinden dat het toch wel comfortabel werkt. Het scheelt zeker een hoop gedoe met strippen en zones en wat al niet meer.

©PXimport

Voor de OV-chipkaart was het een heel gepuzzel met de strippenkaart.

De grote vervanging

Aan betaalpassen zijn we allang gewend. Wat niet wegneemt dat er nog steeds mensen zijn die het maar niets vinden, dat plastic geld. Ze lopen veel liever eerst naar de bank, nemen binnen aan de balie een flink bedrag op en rekenen daar een aantal weken lang hun aankopen contant mee af. Het op zak hebben en thuis bewaren van flinke geldbedragen vinden ze blijkbaar veiliger, dan in een winkel afrekenen met een betaalpas. Voor het gros van de mensen is betalen met een pinpas gelukkig een vanzelfsprekend. Toch zullen we allemaal even moeten wennen aan contactloos betalen. Het werkt toch net weer even anders. Daarnaast: misschien wil je wel, maar kun je het helemaal nog niet. Allereerst moet jouw betaalpas er geschikt voor zijn.

De meeste banken zijn drukdoende om alle passen via natuurlijk verloop te vervangen. Denk aan verlopen en defecte exemplaren. ING en ABN AMRO zijn daar al heel ver mee.

Rabobank is pas dit jaar begonnen met vervangen en is dus bezig met een inhaalslag. Of jouw pas geschikt is voor contactloos betalen kun je makkelijk zelf zien. Op de achterzijde is dan een pictogram met een aantal 'golfjes' te zien. Het lijkt veel op een wifi-pictogram. Is jouw pas niet geschikt en wil je toch graag meedoen? Dan kun je kosteloos een nieuwe betaalpas aanvragen bij je bank. Ook als je huidige pas niet verlopen is.

©PXimport

Vooral kleine bedragen reken je razendsnel af. (foto: MasterCard)

Contactloze zakkenrollers

Betaalpassen en smartphones waarmee je contactloos betaalt, werken via NFC (Near Field Communication). Om te betalen moeten betaalterminal en pinpas of telefoon zich vlak bij elkaar bevinden. Omdat het draadloos werkt, is er onrust ontstaan over contactloze zakkenrollers. Want stel dat iemand in een overvolle tram 'per ongeluk' tegen je aanstoot en je thuis ontdekt dat er zomaar geld van je rekening is verdwenen. Een contactloze zakkenroller zou een hele rits kleine bedragen van onze rekeningen kunnen slurpen. Simpelweg door over een druk plein te lopen.

Men zegt dat de risico's meevallen. Want zit je betaalpas in een portemonnee en bewaar je die net als je telefoon in je broekzak of handtas? Dan zou het onbereikbaar moeten zijn voor het signaal. Daarnaast is een contactloze zakkenroller nooit anoniem. Elke betaalterminal staat geregistreerd en het geld gaat naar zijn eigen rekening toe. Dat neemt niet weg dat criminelen alsnog met inventieve trucs kunnen komen waar nog niemand aan heeft gedacht. Sommige banken hebben voor ongeruste rekeninghouders een beschermhoesje voor betaalpassen klaarliggen waarmee je het signaal volledig blokkeert.

Apple Pay

Je kunt je afvragen of de betaalpas nog lang bestaansrecht heeft. Want ook smartphones worden steeds vaker met een NFC-chip uitgerust. Dus waarom zou je niet met je telefoon contactloos kunnen betalen. Het toestel heb je toch altijd bij je. In de nabije toekomst is dit inderdaad mogelijk. Al zal die stap voor veel mensen net even te groot zijn. Contactloos betalen met een betaalpas is een nog erg jonge ontwikkeling waar we nog niet massaal aan gewend zijn. Met een telefoon betalen is voor veel mensen op dit moment daarom waarschijnlijk een brug te ver. De ontwikkelingen zijn in ieder geval in volle gang. Zo heeft Apple in oktober vorig jaar Apple Pay aangekondigd. Je hebt er wel een iPhone 6 (Plus) voor nodig, een Apple Watch, of een iPhone 5c of 5s in combinatie met een Apple Watch. Apple Pay is in Amerika al beschikbaar, maar moet de sprong naar Europa nog maken.

©PXimport

Binnenkort kun je via je iPhone betalen met Apple Pay. (foto: MasterCard)

Het blijft dus nog even toekomstmuziek. Hebben we in ieder geval de tijd om als een razende alle betaalautomaten geschikt te maken. Want of je nu met een betaalpas of een smartphone betaalt, het werkt via dezelfde infrastructuur. In plaats van een betaalpas houd je de telefoon bij de betaalautomaat. Voor grotere bedragen kun je je vingerafdruk (Touch ID) gebruiken in plaats van een pincode. Opmerkelijk detail, is dat in Amerika nog vrijwel alleen met magneetkaarten wordt gewerkt. Pas dit jaar stapt men massaal over op de bij ons allang ingeburgerde EMV-chip. Wat dat betreft had Apple misschien beter in Europa kunnen beginnen met de uitrol.

©PXimport

Drie passen (tussenpozen van een jaar) laten het komen en gaan van betaaltechnieken zien.

Google Wallet en Rabo Wallet

Ook met Android-telefoons waarin een NFC-chip zit, kun je over een tijdje contactloos betalen door de app Google Wallet te gebruiken. Google is hier al een aantal jaren mee bezig, maar is het op een of andere manier nog niet gelukt om dit van de grond te krijgen. In Nederland is Google Wallet sowieso nog niet beschikbaar. Net als bij Apple Pay is alleen een telefoon met NFC namelijk niet voldoende. Alle banken moeten de techniek ondersteunen, want je vervangt er bankpassen of creditcards mee. En uiteraard zijn op verkooppunten geschikte betaalterminals nodig. Je kunt Google Wallet wel al gebruiken om online te betalen.

Ook Rabobank is van plan contactloos betalen via smartphones mogelijk te maken. Betalen gaat via een app genaamd Rabo Wallet. Vandaar dat deze bank in eerste instantie niet van plan was nieuwe betaalpassen met een NFC-chip uit te brengen. Direct overstappen naar de telefoon leek handiger.

Secure Element

Wat is eigenlijk het verschil tussen contactloos betalen met een betaalpas en een smartphone? Nou, eigenlijk is er geen verschil. In beide gevallen gaat het om een beveiligde chip die via NFC draadloos met een betaalterminal praat. Je telefoon doet dus alsof het een betaalpas is. Een virtuele bankpas, opgeslagen in een beveiligde en onbereikbare plek in je telefoon: Secure Element genaamd. Bij zowel Google als Apple geef je eenmalig de gegevens van je betaalpas op. Google blijft er vervolgens tussen zitten en ziet zodoende alles wat je via de telefoon koopt. Apple bemoeit zich niet met de betalingen en weet niet wat jij koopt. Alleen bij het registreren geef je de kaartgegevens op. Apple regelt met jouw bank dat je kunt betalen en trekt zich vervolgens terug.

Biometrisch betalen

Contactloos betalen zal in de toekomst niet beperkt blijven tot een bankpas of telefoon. In een gebied met betaald parkeren kan de meter bijvoorbeeld automatisch gaan lopen zodra je langs de weg parkeert. Of de slagboom van de parkeergarage gaat automatisch open zonder dat je nog langs een betaalautomaat hoeft te gaan. Simpelweg door de auto met NFC uit te rusten. Ook is het implanteren van een chip in ons eigen lichaam een mogelijkheid. Dan is er helemaal geen los apparaat meer nodig. Liever geen elektronica in je lijf? Dan is biometrie een oplossing.

Het lijkt misschien sciencefiction, maar je kunt jezelf straks identificeren via unieke patronen van de iris, een vingerafdruk, de aderen in je handpalm of via gezichtskenmerken. Zelfs je hartslag blijkt een uniek patroon te hebben. In een supermarkt kan een winkelwagen vol producten in één keer automatisch gescand worden, waarna je via biometrische technieken betaalt. Tijdens het uitgaan kunnen toegangskaarten en consumpties automatisch op je rekening gezet worden, waarna je bij het verlaten van de gelegenheid contactloos of biometrisch afrekent. Welke methode je ook kiest, het blijft altijd zaak dat je alleen betaalt wanneer jij dat wilt. Niet zodra je toevallig in een camera kijkt of iets aanraakt. Naast een betrouwbare identificatie (ben jij het wel?), is vooral bij grotere bedragen een waterdichte verificatie nodig (wil je dit wel?).

Handoplegging

De Nymi Band is een voorbeeld van een biometrische methode die naar het unieke patroon van je hart kijkt. Je legt een vinger op de sensor van de armband, waarna het unieke patroon wordt vastgesteld via een ECG (elektrocardiogram). Wordt jouw identiteit bevestigd, dan kun je contactloos betalen. Voordeel van de Nymi Band is dat je altijd, dus ook bij kleine bedragen, bevestigt dat jij het echt bent. In Canada loopt een pilot in samenwerking met onder andere MasterCard, dus wie weet kunnen we deze armband in de toekomst ook in Nederland gebruiken.

©PXimport

Zodra je unieke hartpatroon is bevestigd, kun je contactloos betalen. (foto: Nymi)

Biometrische methoden waarbij je helemaal geen apparaatje meer bij je hoeft te dragen bestaan ook. Zo kun je met Quixter betalen met alleen een handoplegging. Het lijkt misschien magie, maar het kan echt. Nu al .. op dit moment. Want in Zweden wordt deze betaalapparatuur op kleine schaal gebruikt. Je legt je hand op een soort frame, waarna een infraroodcamera de aderen in je handpalm analyseert. Bedenker Fredrik Leifland geeft aan dat het erg betrouwbaar is. De scanner gebruikt onschadelijk infraroodlicht om naar het bloed te kijken dat onderhuids door je aderen stroomt. Het maakt hierbij niet uit of je hand een beetje vies is of dat je wat kleine sneetjes hebt. Vingerafdrukken zijn eventueel nog te vervalsen door er een afdruk van te maken, maar bij deze handoplegging lukt dat niet. Ook in het lugubere geval waarin iemands hand wordt afgehakt, kan er niet mee betaald worden. Er moet namelijk bloed door de aderen stromen.

©PXimport

Betalen met een handoplegging lijkt wel magie. (foto: Quixter)

▼ Volgende artikel
Review Dreame L50 Pro Ultra – De concurrentie voorbij
© Wesley Akkerman
Huis

Review Dreame L50 Pro Ultra – De concurrentie voorbij

Je kunt er haast vergif op innemen: zodra er een X-model van Dreame op de markt verschijnt, komt er enkele maanden later een L-variant. Deze Dreame L50 Pro Ultra is daar het meest recente bewijs van.

Fantastisch
Conclusie

De L50 maakt eigenlijk net zo goed schoon als zijn duurdere zus en beschikt daarnaast over hetzelfde intrekbare LiDAR-systeem voor de lagere kasten. 1000 of 1300 euro is geen laag bedrag, maar voor dit geld zijn er simpelweg geen betere alternatieven beschikbaar.

Plus- en minpunten
  • Intrekbare camera
  • 19.500 Pa aan zuigkracht
  • Stiller dan ooit
  • Navigeert heel goed
  • Goed vergelijkbaar met X50 Ultra
  • Schoonmaakprestaties
  • Objectherkenning íets minder
  • Heeft meer moeite met drempels dan de X50

Op het moment van schrijven biedt de fabrikant de Dreame L50 Pro Ultra aan met een korting van maar liefst 300 euro. Daarmee betaal je 1000 euro voor een premium robotstofzuiger die aanzienlijk meer te bieden heeft dan je wellicht gewend bent. In de basis is dit een iets aangepaste versie van de Dreame X50 Ultra. De verschillen zitten vooral in het ontbreken van het ProLeap-systeem (waarmee de X50 over hoge drempels kan rijden), in het aantal meegeleverde accessoires en in enkele technische details die je in de praktijk nauwelijks zult merken.

Zo is de zuigkracht iets lager (19.500 in plaats van 20.000 Pa), en verwarmt het basisstation de afneembare dweilpads tot 75 graden in plaats van 80. En hoewel de X50 Ultra obstakels aankan tot 6 centimeter hoog, weet ook de L50 Pro Ultra zich prima te redden met drempels van 2,2 tot 4 centimeter. Dat is niet iets om zomaar overheen te stappen – pun intended. In Nederlandse woningen zijn drempels doorgaans tussen de 1 en 5 centimeter hoog, dus in de meeste gevallen is dit geen enkel probleem.

©Wesley Akkerman

De afweging maken

Over die accessoires gesproken: dat kan wel degelijk een verschil maken. Dreame levert de X50 Ultra met een royaal pakket aan extra’s, waaronder extra borstels, dweilpads, schoonmaakmiddel, filters en stofzakken. Bij de L50 moet je het doen met slechts één set dweilpads, en dat kan onhandig zijn als je ze tussendoor wilt schoonmaken of laten drogen. Je hebt dan namelijk geen reservepaar achter de hand voor een volgende schoonmaakbeurt. Geen ramp, maar toch iets om rekening mee te houden.

Dat past overigens helemaal bij wat Dreame met de L-serie wil neerzetten. Waar de X-serie zich richt op innovatie en nieuwe functies – soms ongeacht de prijs – draait het bij de L-reeks vooral om een scherpe prijs-kwaliteitverhouding. L-modellen krijgen veel van de functies die X-gebruikers waarderen, maar leveren hier en daar wat in. De vraag is vooral of je die verschillen als gebruiker echt mist. Met de bovenstaande vergelijking hopen we je te helpen die afweging te maken. De prijs spreekt in elk geval in het voordeel van de L50.

©Wesley Akkerman

Intrekbaar LiDAR-systeem

De verschillen tussen de X50 en L50 zijn relatief klein. Maar zodra je de voorganger erbij pakt – de L40 – ontstaat er een heel ander beeld. De L-serie heeft namelijk een flinke stap vooruit gezet. Zo maakt de dubbele borstel onderop korte metten met (lange) haren en is de zuigkracht fors toegenomen: van 11.000 naar maar liefst 19.500 Pa. Ook is het stofreservoir een kwart groter geworden (395 tegenover 300 milliliter) en herkent het camerasysteem aanzienlijk meer objecten die de robot kan ontwijken. Er zijn nog wat kleinere verbeteringen, maar die hebben weinig invloed op de dagelijkse ervaring.

Wat betekent ‘Pa’ bij zuigkracht? De afkorting ‘Pa’ staat voor pascal, een eenheid van druk. Bij robotstofzuigers geeft dat aan hoeveel zuigkracht het apparaat kan uitoefenen. Hoe hoger het aantal pascal, hoe krachtiger de stofzuiger vuil en stof uit kieren, tapijten en andere oppervlakken kan trekken. Ter vergelijking: een zuigkracht van 11.000 Pa is al behoorlijk krachtig voor een robotstofzuiger, maar 19.500 Pa betekent een flinke sprong vooruit. In de praktijk merk je dat vooral bij het opzuigen van zwaarder vuil (zoals kattenbakkorrels of kruimels), het grondig reinigen van tapijten en het beter schoonmaken langs plinten en randen. Zeker voor huishoudens met huisdieren of kinderen kan die extra power een groot verschil maken.

Het grootste en meest praktische verschil tussen de Dreame L50 Pro Ultra en de L40 Ultra zit 'm in het camerasysteem. De L50 heeft namelijk hetzelfde intrekbare LiDAR-systeem als de X50 Ultra. Bij veel robotstofzuigers zit bovenop een vaste toren die soms in de weg zit bij lage meubels. Bij de L50 kan die toren zichzelf intrekken en verdwijnt hij volledig in de behuizing, waardoor de robot wél onder lage kasten past. En dat zonder in te leveren op navigatievermogen, want ook met dit systeem weet de L50 prima zijn weg te vinden.

©Wesley Akkerman

De oude, vertrouwde ervaring

De Dreame L50 Pro Ultra biedt verder de vertrouwde ervaring die we van de fabrikant gewend zijn. Vooral het eindresultaat na een schoonmaakronde stemt tevreden: het huis oogt écht schoon. Natuurlijk zijn er altijd plekjes die wat lastiger bereikbaar zijn, maar over het algemeen weet de robot zich prima te manoeuvreren rond obstakels zoals stoelpoten. Dankzij de naar buiten draaiende zijborstel én een van de twee dweilpads kan de robot bovendien een breder oppervlak reinigen dan veel concurrerende modellen.

Ook de objectherkenning is van hoog niveau. De L50 Pro Ultra ontwijkt de meeste obstakels op de vloer zonder moeite. Alleen met plattere objecten, zoals kabels of klein speelgoed (denk aan LEGO) heeft hij soms nog wat moeite. Hij zuigt ze meestal niet op, maar kan ze wel aanraken of iets verschuiven. De X50 doet dat nét iets beter, maar het verschil is niet groot genoeg om de L50 op dit punt echt te bekritiseren. Voor optimale resultaten kun je kleine losse spullen het best even van de grond halen voordat de robot aan de slag gaat.

©Wesley Akkerman

Weinig herrie

Er zijn trouwens nog twee punten waarop de Dreame L50 Pro Ultra niet onderdoet voor de X50 Ultra. Het geluidsniveau is om te beginnen verrassend laag. Natuurlijk hoor je dat er een stofzuiger aan het werk is, maar vergeleken met concurrenten in dit segment – en zelfs daarboven – blijft het geluid aangenaam binnen de perken. Op de hoogste stand tikt hij net geen 70 dB aan, wat goed te doen is. Daardoor kun je de L50 gerust aanzetten terwijl je thuis bent en bijvoorbeeld wat in huis rommelt of een verjaardag voorbereidt. Je bepaalt zelf wanneer hij aan de slag gaat.

Ook qua besturing doet de L50 Pro Ultra niet onder voor zijn duurdere broer. Dreame gebruikt namelijk dezelfde app, met exact dezelfde functies als bij de X50. Tijdens het testen merkten we geen enkel verschil in gebruik. Beide modellen bieden dezelfde schoonmaakopties: je stelt eenvoudig in hoeveel water er wordt gebruikt, hoe groot de draaicirkel moet zijn bij het keren en welke schoonmaakstand je kiest (alleen zuigen, alleen dweilen of beide). De robot herkent automatisch tapijt, en dankzij het slimme basisstation heb je nauwelijks omkijken naar onderhoud: de opvangbak wordt automatisch geleegd en het waterreservoir blijft netjes gevuld.

©Wesley Akkerman

Dreame L50 Pro Ultra kopen?

Wat de L-serie van Dreame zo interessant maakt, is de uitstekende prijs-kwaliteitverhouding. De fabrikant brengt regelmatig een bijzonder competitief model op de markt – zo goed zelfs, dat het rechtstreeks concurreert met zijn eigen duurdere broer. Dat klinkt misschien als een luxeprobleem, maar in de praktijk maakt het de keuze juist een stuk eenvoudiger. In dit geval draait het om het ProLeap-systeem: wil je een robot die moeiteloos over vrijwel elke drempel in huis rijdt? Dan is de X50 het model dat je zoekt!

Ben je echter op zoek naar een premium robotstofzuiger die bijna alle functies van het topmodel overneemt, die iets lagere drempels weet te slechten en vind je het geen probleem om optionele accessoires eventueel los aan te schaffen? Dan is de L50 Pro Ultra de slimmere keuze. Hij maakt net zo goed schoon als de X50, beschikt over hetzelfde handige intrekbare LiDAR-systeem en biedt nagenoeg dezelfde gebruikerservaring. Een prijskaartje van 1000 of 1300 euro is hoe dan ook stevig, maar voor dit geld zijn er simpelweg geen betere alternatieven op de markt.

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 airfryers met bijzondere functies
© Grandbrothers - stock.adobe.com
Huis

Waar voor je geld: 5 airfryers met bijzondere functies

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt. Een paar keer per week speuren we daarom binnen een bepaald thema naar zulke deals. Zin in een lekkere maaltijd, maar niet in een vette hap? Dan is een airfryer wellicht iets voor je. De redactie van ID.nl zocht er vijf uit, die bovendien van bijzondere functies zijn voorzien.

Aan een airfryer kun je niets meer verbeteren, horen we je denken. Toch is dat niet zo, want hoewel deze handige apparaten al in menig keuken te vinden zijn, wordt er nog veel doorontwikkeld. Daarom valt de keuze dit keer op airfryers met bijzondere functies die je niet direct op iedere airfryer tegen komt.

Tefal EY905D Easy Fry & Grill Dual 8.3L XXL

Deze Tefal-airfryer heeft twee gescheiden kookzones waarmee je verschillende gerechten tegelijkertijd kunt klaarmaken. Beide zones kunnen apart worden ingesteld qua temperatuur en tijd. Hierdoor kun je gerechten bereiden die niet dezelfde bereidingstijd nodig hebben, maar wel op hetzelfde moment klaar moeten zijn, bijvoorbeeld kip en friet. De inhoud van 8,3 liter is ruim genoeg voor huishoudens van 3 tot 5 personen.

De bediening van deze airfryer is digitaal, met knoppen en een overzichtelijk scherm. Het apparaat heeft verder een timer, instelbare temperatuur tot 200 graden en antiaanbaklaag. Er zijn geen geavanceerde voorgeprogrammeerde standen, maar de basisfuncties zijn voldoende voor alledaags gebruik. De manden zijn uitneembaar en kunnen met de hand of in de vaatwasser worden schoongemaakt. Met de Tefal-app vind je handige gerechten voor deze airfryer.

Inventum GF1200HLD

Dit model van Inventum combineert de functies van een airfryer en heteluchtoven. Het apparaat heeft een inhoud van 12 liter en beschikt over een roterende mand, waarmee je bijvoorbeeld friet automatisch kunt laten draaien voor een gelijkmatig resultaat. Daarnaast zijn ook een grillrek, bakplaat en draaispit meegeleverd, zodat je verschillende bereidingswijzen kunt toepassen. De temperatuur is instelbaar tot 200 graden en de timer tot 90 minuten.

LEES OOK: Airfryer met één of twee lades? Zo kies je slim

De bediening bestaat uit fysieke knoppen met een klein digitaal display. Gebruikers geven aan dat de prestaties stabiel zijn, en dat vooral de draaimand goed werkt bij snacks en aardappelproducten. Er is geen stoomfunctie of slimme aansturing. De buiten- en onderkant worden tijdens gebruik warm, dus plaatsing op een hittebestendig oppervlak is aanbevolen.

Ninja Foodi SP101EU

De Ninja Foodi SP101EU is opvallend in die zin dat het eruit ziet en werkt als een oven, maar toch airfryer-functionaliteit heeft. Het heeft dan ook acht functies: heteluchtfrituren, bakken, braden, grillen, drogen, roosteren, warmhouden en een aparte bagelstand. De oven heeft een vermogen van 2400 watt en verwarmt snel op, met een opwarmtijd van ongeveer 60 seconden. Door de combinatie van zes infrarood verwarmingselementen en luchtcirculatie wordt voedsel gelijkmatig bereid. De temperatuur en bereidingswijze worden digitaal ingesteld via een bedieningspaneel.

Bij de oven worden standaard een bakplaat, een heteluchtfrituurmand en een rooster geleverd. Het apparaat is geschikt voor verschillende soorten gerechten, van ovenschotels tot broodjes en gegrilde groenten. Dankzij het ontwerp en de functies kan de oven ook worden gebruikt als alternatief voor een traditionele heteluchtoven.

Ninja Foodi Dual Zone AF400EUWH

De Ninja Foodi AF400EU beschikt over twee aparte manden van elk 4,75 liter. Dit maakt het mogelijk om twee gerechten tegelijk te bereiden, met verschillende instellingen qua tijd en temperatuur. De zogenaamde 'Match Cook'- en 'Sync Finish'-functies zorgen ervoor dat je gerechten op hetzelfde moment klaar zijn, zelfs als deze andere bereidingstijden hebben. De bediening is volledig digitaal, met zes automatische kookprogramma’s zoals max crisp, air fry, roast en bake.

LEES OOK: Dit zijn de meestgemaakte fouten met airfryers (en zo voormijd je ze)

Je kunt de temperatuur instellen vanaf 40 tot 240 graden Celsius en het maximum vermogen is 2470 Watt. De binnenmanden zijn voorzien van een keramische antiaanbaklaag en kunnen in de vaatwasser. Het apparaat is relatief groot, dus dat is wel iets om rekening mee te houden als de ruimte in je keuken beperkt is. Gebruikers van de AF400EUWH waarderen de stille werking en de mogelijkheid om flexibel te koken zonder tussendoor schoon te maken of het apparaat opnieuw in te stellen.

Princess 1.182068.01.001

Met de Princess 1.182068.01.001 Double Basket Airfryer kun je twee gerechten tegelijk bereiden, dankzij de dubbele mand. Het apparaat staat los op het aanrecht en heeft een zwart ontwerp dat in de meeste keukens past . Je bedient het eenvoudig via het LED-display en de touchknoppen. Er zijn acht programma’s, een timer en je kunt de temperatuur zelf instellen tot 220 °C. De totale inhoud is 8 liter, genoeg voor ongeveer zes porties.

Tijdens het gebruik blijven de handvatten koel, en bij oververhitting schakelt het apparaat zichzelf automatisch uit. De losse onderdelen – inclusief de binnenbakken – mogen gewoon in de vaatwasser. Met een vermogen van 2400 watt warmt de airfryer snel op en bereid je je eten gelijkmatig. Of je nu frietjes bakt of kip grilt, deze airfryer maakt het eenvoudig zonder veel gedoe.