ID.nl logo
Zekerheid & gemak

Het Lint aanpassen in Office 2010

Met Office 2007 pakte Microsoft grondig het uiterlijk en de werking van de menubalk binnen alle programma's aan. In plaats van een gewone knoppenbalk kwam er nu een speciaal 'lint' (ribbon in de Engelstalige versie). Voortaan kregen we bovenin Word, Excel, Outlook of Access te maken met een knoert van een knoppenzone, netjes verdeeld over een aantal tabbladen en samengebracht in groepen. De wijze waarop we die kunnen aanpassen en uitbreiden kreeg in Office 2010 een verdere facelift. Daarvoor hoeven we echt geen expert te zijn of te worden: een aantal eenvoudige handelingen leveren toch best handige resultaten op.

Waar moet ik zijn?

Het Lint is aanwezig en gedraagt zich hetzelfde in alle onderdelen van Office 2010. Alles wat in deze expertcursus beschreven staat, zou dus op precies dezelfde manier moeten lukken in zowel Word, als Excel, Outlook, PowerPoint, OneNote of Access. De namen van en het aantal getoonde tabbladen, groeperingen en opdrachten verschillen uiteraard in functie van de module die u aan het gebruiken bent en de situatie of modus waarin het bewerkte document zich bevindt (bijvoorbeeld: wanneer er een plaatje wordt geselecteerd, dan verschijnt een extra tabblad Opmaak, maar dit blijft enkel beschikbaar zolang die selectie actief blijft).

1. Een eerste aanpassing

U kunt via twee wegen naar de gewenste bestemming navigeren: rechtsklikken in het Lint en de optie Het lint aanpassen kiezen in het menu dat verschijnt, of in het hoofdmenu via Bestand / Opties / Lint aanpassen. Beide methoden leveren eenzelfde dialoogvenster op, waarin we rechts de huidige structuur van het Lint aangeboden krijgen en links een lijst met alle mogelijke opdrachten. Rechts ziet u welke onderdelen het huidige Lint bevat. Het Lint bestaat uit een aantal hoofdtabbladen die al of niet aangekruist (en daardoor getoond) of uitgeklapt zijn. Het onderliggende niveau geeft de groepen weer: dit zijn bij elkaar horende opdrachten, die in het Lint in een rechthoekig vakje weergegeven worden met onderaan een samenvattende naam. Op het laatste niveau treft u de eigenlijke opdrachten aan. De meeste daarvan zijn grijs, ten teken dat ze standaard zijn en dus niet zomaar uitgeschakeld kunnen worden. Wat we wél kunnen verwijderen, zijn de groepen waartoe ze behoren. Een soort alles of niets keuze dus. Om een groep te verwijderen selecteert u de niet langer gewenste groep in de rechterlijst, en klikt u op de knop Verwijderen. Bent u daarin te ver gegaan, geen paniek: onderaan is er een knop Beginwaarden, met de opties Alleen het geselecteerde linttabblad opnieuw instellen (enkel toegankelijk als u een tabblad geselecteerd hebt waarin een wijziging gebeurd is) en Alle aanpassingen opnieuw instellen.

©PXimport

De eerste weg naar het Lint opent met een rechtsklik.

©PXimport

Rechts staat de structuur van het Lint ter beschikking voor aanpassing.

Let op uw situatie

Sommige tabbladen worden slechts op het Lint getoond als ze relevant zijn.

Neem nu de sinds versie 2007 toegevoegde mogelijkheid om blogberichten aan te maken vanuit Word. Dan moet u eerst kiezen voor Bestand / Nieuw / Blogbericht / Maken. Als een blogaccount gedefinieerd wordt, dan krijgt u een gestripte versie van het Lint te zien, waarop enkel de relevante tabbladen Bestand, Blogbericht en Invoegen ter beschikking staan.

Het tabblad Overzicht verschijnt enkel als u in Word overschakelt naar de documentweergave Beeld / Overzicht. En om Achtergrond verwijderen te zien verschijnen, moet u dubbelklikken op een afbeelding en de gelijknamige opdracht kiezen in het tabblad Opmaak.

Weg met dat ding!

Mocht u het Lint als storend ervaren, dan zijn er verschillende manieren om het (al of niet permanent) uit het zicht te halen. U kunt dubbelklikken op een kopje van een tabblad, of gebruikmaken van de toetscombinatie Ctrl+F1. Deze mogelijkheden bestonden al in Office 2007, maar werden blijkbaar niet vaak gevonden door de gebruikers. Vandaar dat in Office 2010 nog een extra knopje toegevoegd is, net voor het hulpvraagteken uiterst rechts. Wijst het pijltje naar boven (ˆ), dan kunt u het Lint wegklikken, het pijltje gaat naar beneden wijzen (ˇ) om indien nodig een en ander weer tevoorschijn te halen.

2. Een macroknop toevoegen

Vaak is een aanpassing van het Lint nodig om een nieuwe knop aan te maken, waarmee dan op een snelle en elegante manier een eigen macro geactiveerd kan worden. Stel: u hebt een macro genaamd Opkuis ontwikkeld (die op het einde van een Word-sessie door het actieve document gaat en alle dubbele spaties door enkele vervangt) en u wilt dit macro graag aan een nieuwe knop in het Lint vastmaken. Hiervoor kiest u Macro's uit de lijst met opdrachten links in het optiescherm, waardoor de onderliggende lijst verandert in een overzicht van alle aangetroffen macro's. Daar zou Project.NewMacros.Opkuis in terug te vinden moeten zijn (of, als de naam van uw macro anders is, dan staat er natuurlijk wat anders achter 'Project.NewMacros'). Macro's kunnen enkel toegevoegd worden aan een aangepaste groep: dit is een tabblad-annex-groep die u eerst zelf dient te definiëren door middel van de knoppen Nieuw tabblad en Nieuwe groep onderaan het optievenster. Vervolgens geeft u die een meer sprekende naam en eventueel een pictogram via de knop Naam wijzigen. Plaats daarna uw tabblad op de gewenste plaats in de hiërarchie van het Lint door gebruik te maken van de twee knopjes Omhoog en Omlaag uiterst rechts. Ten slotte selecteert u Project.NewMacros.Opkuis en klikt u op Toevoegen. U kunt een pictogram toewijzen en de naam wat eenvoudiger te maken, al was het maar door het nietszeggende 'Project.NewMacros' te wissen.

©PXimport

Met de knop Naam wijzigen geeft u duidelijkere naam aan de macroknop.

©PXimport

In het nieuwe tabblad Mijn macro's is uw macro beschikbaar via een eigen knop.

Klikken en slepen

In plaats van een opdracht te selecteren in het linkerdeel van het aanpasmenu, de gewenste nieuwe plaats aan te duiden in het rechterdeel en op de knop Toevoegen te klikken, is één en ander ook mogelijk door intuïtief te klikken en te slepen. Blijft u met de ingedrukte muiscursor zweven boven de rechterboomstructuur, dan kunt u uit zijn vorm opmaken of u zich boven een mogelijke nieuwe plaats bevindt. U krijgt een verbodscirkel als de muisknop loslaten niets uithaalt of een pijltje met een plusteken en een potentiële bestemmingslijn in het andere geval.

Terug naar af...

Als het Lint uit Office 2007 of 2010 u werkelijk doet balen en smachten naar de tekstuele eenvoud van Office 2003 of eerder, dan is er het Zwitserse UBitMenu. Dit is een gratis add-on, die zich zonder al teveel technische bemoeienis laat installeren (lees: geen actieve code, geen .NET-omgeving of andere toestanden vereist, vertraagt het gedrag van Office niet, is heel klein, enz). Het voegt een tabblad genaamd Menu toe aan het Lint, waaronder de traditionele interface terug te vinden is.

©PXimport

Een gratis add-on integreert de Office 2003-menubalk in het Lint van Office 2007 en 2010.

3. Neem uw Lint mee naar een andere pc

Een interessante nieuwigheid in Office 2010 is de mogelijkheid om een volledig op maat aangepast Lint te exporteren, het aldus gecreëerde exportbestand mee te nemen naar een ander werkstation en het daar te importeren binnen een andere Office-installatie. Zo kunt u voortaan overal beschikken over uw eigen knopjes en (indeling van) tabbladen. Kies Bestand / Opties / Lint aanpassen, klik op de knop Importeren en exporteren en selecteer de optie Alle aanpassingen exporteren. Het programma vraagt dan waar het ergens een bestand met extensie .exportedUI mag aanmaken, waarvan u zelf de naam kunt kiezen. Standaard wordt Word -aanpassingen (de spatie na 'Word' is een bugje) voorgesteld. Het is raadzaam om de naam van de moederapplicatie in een eventuele nieuwe naam te behouden, en om een aangepast Lint van Word niet te importeren in Excel (bijvoorbeeld). Onthoud de map waar u opslaat, of doe de export rechtstreeks naar usb-stick en ga daarmee naar het andere systeem. Daar voeren we dan de andere optie uit van de knop Importeren en exporteren, namelijk Aanpassingsbestand importeren.

Hoewel de extensie .exportedUI is (en dit ook moet blijven) gaat het hier in werkelijkheid om een XML-bestand, dat met Kladblok of WordPad geopend en bewerkt kan worden. Opgelet: gebruik geen gespecialiseerde XML-editor, want dergelijke tools helpen bij het opslaan te vaak de structuur van het bestand om zeep. In ieder geval biedt de mogelijkheid tot bewerking allerlei perspectieven, maar dan moet u technisch goed overweg kunnen met XML- en XSD-definitiebestanden en dergelijke.

©PXimport

Dit is het stukje aangepast Lint dat we wensen mee te nemen.

©PXimport

Een aangepast Lint is na export 'stiekem' een bestand met wat XML-code.

Duiken in de .exportedUI XML

Wenst u verder te experimenteren met wat enkel mogelijk is via de XML-code, gegenereerd door de export van het Lint, dan dient u wat technische documentatie te doorworstelen. Een goed vertrekpunt is een relevante pagina van het Microsoft Download Center. Zo krijgt u de overeenstemmende XSD in handen: dit is een beschrijving van de structuur van de .exportedUI XML.

Als dit iets te technisch wordt, dan kunt u ook een aanpassing in het Lint aanbrengen, en de geëxporteerde XML-code vergelijken met de voorgaande versie. Het levert u in eerste instantie enkel de code voor wat standaardaanpassingen op, maar het opzoeken hiervan in de XSD kan dan allerlei interessante uitbreidingen opleveren.

4. De Werkbalk Snelle Toegang en het Lint

Naast het Lint bevat de Office 2007/2010-gebruiksinterface ook nog de verwante Werkbalk Snelle Toegang (WST). Het gaat om de knopjes die zich helemaal bovenaan het venster van een Office-module nestelen, of die (op bevel van de gebruiker) een plaatsje net onder het Lint hebben gekregen. Dit laatste kan door op het uiterst rechtse knopje van de WST te klikken en de optie Onder het lint weergeven te kiezen. Verder is deze knoppenbalk even aanpasbaar als het Lint, op precies dezelfde manier en met exact dezelfde export/importmogelijkheden. Het volstaat de optie Meer opdrachten te kiezen, en u komt op de bijbehorende pagina van de opties voor de Office-module in kwestie terecht. Het enige verschil daarbij is het ontbreken van tabbladen en groepen en daarmee ook de knoppen om deze te creëren. De WST kan namelijk enkel één rij knoppen bevatten, en dient dan ook in de eerste plaats als verzamelplaats voor de meest gebruikte opdrachten. Als u bepaalde functionaliteit op ieder gewenst moment wilt kunnen oproepen met één muisklik, plaats dan het bijbehorende knopje op de Werkbalk Snelle Toegang. Initieel staan daar enkel de opdrachten Opslaan, Ongedaan maken en Opnieuw, maar daar hoeft het uiteraard niet bij te blijven.

©PXimport

De Werkbalk Snelle Toegang is dé pleisterplaats voor de belangrijkste opdrachten.

5. Mogelijkheden en onmogelijkheden

Eigenlijk werd het Lint met de introductie in Office 2007 ons haast door de strot geramd, terwijl er nog wel het een en ander aan mankeerde qua instelmogelijkheden. En zelfs in Office 2010 is het nog niet perfect. Neem nu een voor de hand liggende instelling als het weergeven van een knop als enkel een pictogram of enkel tekst. Het eerste is deels mogelijk door het wissen van de knoptekst, maar het probleem is dat de plaats voor dat tekstlabel wel behouden blijft onder het pictogram, waar het voor een oneigenlijke leegte zorgt. Echt netjes kunnen we dit niet noemen. Gelukkig is er nog een tweede trucje: wijs een groep aan in de rechterboomstructuur van het aanpasvenster en klik er met rechts op. In het zwevende menu dat verschijnt, vindt u de optie Opdrachtlabels verbergen. Dit staat standaard niet aangevinkt. Een vinkje doet de labels verdwijnen (door het vinkje te verwijderen, komen ze terug). Helaas is dit geldig voor ALLE knoppen uit de groep. Het is weer alles of niets dus.

De andere situatie is nog minder evident: een pictogram weghalen om enkel de beschrijvende tekst te behouden, lukt niet met de standaardmogelijkheden van de Office-gebruiksinterface. We komen het dichtste in de buurt door tijdens de creatie van de knop geen pictogram toe te wijzen. Maar ook dan weer dezelfde frustratie: er gaapt leegte waar normaliter een plaatje zou moeten staan. De knop staat er wel met enkel de tekst, maar ten koste van veel blanco ruimte erboven. Het rare is dat al deze instelmogelijkheden in de oude 2003-werkbalken wél mogelijk waren.

6. Meer pictogrammen

Als u een pictogram wenst te veranderen via de knop Naam wijzigen, hebt u slechts beperkte keuze: u krijgt immers maar 180 mogelijkheden voorgeschoteld. Nochtans heeft Office op de achtergrond meer dan tien keer die hoeveelheid pictogrammen ter beschikking. Alleen ... u moet (1) hun interne naam te weten komen, en (2) die naam via de XML aan de knop toekennen. U lost het eerste probleem op door een download en installatie van de Office Icons Gallery. Dit levert een Excel-werkblad op met een groep Office Icons in het tabblad Ontwikkelaars, waar u ingedeeld in negen galerijen meer dan 2500 pictogrammen voorgeschoteld krijgt.

Kies het gewenste pictogram. Een dialoogvenster verschijnt met een plaatje van de kleine en grote versie ervan en de imageMso-naam. Maak er een notitie van. Exporteer het in Word aangepaste Lint, open het .exportedUI-bestand met Kladblok en zoek de knop op waarvan u het pictogram wenst te wijzigen. Vervang de benaming van het imageMso-argument door de naam uit de Office Icons Gallery, sla het bestand op en importeer het opnieuw in Word. En ziezo, de toegevoegde knop vertoont een nieuw plaatje!

©PXimport

De Office Icons Gallery-download geeft in het Lint van Excel een overzicht van meer dan 2500 pictogrammen.

En in Office 2007?

Het Lint deed zijn intrede in (de hoofdmodules van) Office 2007. Alleen was van enige aanpasbaarheid via de gebruiksinterface nog geen sprake. De enige configuratiemethode was/is een erg technische. De eenvoudigste - alhoewel, wat heet 'eenvoudig'? - manier is door gebruik te maken van een (gelukkig opensource, dus gratis) hulpje, de Office Custom UI Editor. Op het MSDN (Microsoft Developer Network) is een driedelige serie terug te vinden over de mogelijkheden en de werkwijze. Dat er nog talrijke andere websites bestaan die proberen te verduidelijken hoe ingegrepen kan worden in het Lint van Office 2007 (bijvoorbeeld Greg Maxey MVPS of The Word MVP Site), wijst op het technische karakter van die behoefte. Enkel geschikt voor wie zich thuis voelt in XML!

7. Het formaat aanpassen

De optie Lint aanpassen in het optiemenu focust op het toevoegen of weghalen van knoppen, en hun indeling in tabbladen en groepen. Op de manier waarop de functie van de knop getoond wordt, heeft de gebruiker helaas geen impact. De tekst en het pictogram wijzigen, daar houdt het mee op. Zo beslist het Lint binnen de betrokken Office-module zelf over de grootte en plaatsing van zowel knop als tekst. Is het onderschrift klein genoeg, dan krijgt u een groot pictogram met het label eronder. Maakt u de tekst van een knop binnen een groep langer, dan plaatst het Lint alle knoppen vertikaal, en krijgt u kleinere versies van de pictogrammen met de bijbehorende labels rechts ervan.

Wenst u iets meer controle over die gang van zaken, dan dient opnieuw ingegrepen te worden in de XML, en moet u weer de omweg maken van een export/wijziging/import van de aanpassingen.

©PXimport

Zodra een onderschrift te lang wordt, kantelt het Lint de schikking van de groep.

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 condensdrogers voor minder dan 500 euro
© Beko
Huis

Waar voor je geld: 5 condensdrogers voor minder dan 500 euro

In de rubriek Waar voor je geld gaan we een aantal keer per week op zoek naar de beste producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt. Deze keer kijken we naar condensdrogers. Welke modellen zijn er te koop voor onder de 500 euro en wat zijn de mogelijkheden?

Een condensdroger is een type wasdroger dat vocht uit je wasgoed onttrekt en opvangt in een ingebouwd reservoir of via een afvoerslang afvoert. In tegenstelling tot luchtafvoerdrogers heeft een condensdroger geen externe afvoer nodig, wat hem flexibel maakt in gebruik en daardoor nagenoeg overal kunt plaatsen. Condensdrogers zijn doorgaans goedkoper in aanschaf dan warmtepompdrogers, maar verbruiken wel meer energie. We vonden vijf exemplaren van minder dan 500 euro.

Beko DCU8235BXT

Energy Label G

De Beko DCU8235BXT is een gebruiksvriendelijke condensdroger met een capaciteit van 8 kg, geschikt voor gezinnen of huishoudens met regelmatig wasgoed. Hij beschikt over diverse programma’s, waaronder opties voor katoen, synthetisch, sportkleding en delicate stoffen. De AquaWave-trommel zorgt voor een zachte behandeling van je kleding, wat de slijtage beperkt. De droger produceert gemiddeld 66 dB aan geluid. Het water wordt opgevangen in een intern reservoir, maar kan ook via een afvoerslang worden weggespoeld. Dit model is niet voorzien van de nieuwste technologieën, maar biedt alles wat je nodig hebt voor betrouwbaar dagelijks gebruik.

Uitgestelde start: Ja
Vulgewicht: 8kg
Type deur: glas
Fabrieksgarantie: 2 jaar (10 jaar op de motor)

Sharp KDNCB8S7PW91BX 

Energy Label G

Deze condensdroger van Sharp is ontworpen met het oog op eenvoud en efficiëntie. De machine biedt 15 programma’s, waaronder instellingen voor katoen, synthetisch, gemengde was en snelle droogbeurten. Het display is helder en overzichtelijk en toont duidelijk de resterende tijd. De bediening is eenvoudig, wat hem geschikt maakt voor gebruikers die vooral gemak zoeken. De wateropvang gebeurt in een reservoir dat handmatig geleegd moet worden, tenzij je kiest voor aansluiting op de afvoer. Voor wie een betrouwbare, eenvoudige droger zoekt zonder poespas, is dit een goede keuze.

Uitgestelde start: Ja
Vulgewicht: 8kg
Type deur: dicht
Fabrieksgarantie: 2 jaar

Hisense DH3S802BW2

Energy Label D

De Hisense DH3S802BW2 is een moderne warmtepompdroger met een capaciteit van 8 kg en diverse slimme functies. Deze droger is uitgerust met ConnectLife, waarmee je hem via een app op je smartphone kunt bedienen. Ook beschikt hij over een stoomfunctie, die helpt om kreukels te verminderen en kleding op te frissen. De trommel is binnenin verlicht en de bediening is overzichtelijk, met een groot display dat de resterende tijd toont. De machine beschikt over programma’s voor onder andere katoen, wol en delicate stoffen. Hoewel het energieverbruik lager is dan bij een standaard condensdroger, duurt het droogproces gemiddeld wel wat langer.

Uitgestelde start: Nee
Vulgewicht: 8kg
Type deur: glas
Fabrieksgarantie: 2 jaar

Beko DF8421TX0

Energy Label E

De Beko DF8421TX0 is een warmtepompdroger met een ruime inhoud van 8 kg. Dankzij de EcoGentle-technologie blijven kleuren langer mooi en wordt kleding zachter behandeld. De AquaWave-trommel met speciale patronen zorgt ervoor dat kleding minder slijt tijdens het drogen. Dit model beschikt over 15 programma’s, waaronder opties voor sportkleding, jeans en wol. Ook is er een anti-kreukfase na het drogen, wat handig is als je niet meteen de was uit de machine haalt. De machine is wat ouder (model 202), maar is nog steeds te koop. Oorspronkelijk was het energielabel A++, maar omgerekend naar de huidige meetmethode is dat nu een E-label geworden. Handige extra’s zijn de startuitstelfunctie en het duidelijke display met resttijdindicatie.

Uitgestelde start: Ja
Vulgewicht: 8kg
Type deur: glas
Fabrieksgarantie: 2 jaar (10 jaar op motor)

Frilec KOBLENZ 8600 TK

Energy Label F

De Frilec KOBLENZ8600TK is een eenvoudige, degelijke condensdroger en beschikt over meerdere standaardprogramma’s, zoals katoen, synthetisch en extra droog. De bediening is rechttoe rechtaan en het display toont de resterende droogtijd. Met een geluidsniveau van ongeveer 65 dB is hij niet de stilste, maar ook zeker niet storend in een gemiddelde omgeving. De droger heeft energielabel F, wat betekent dat hij relatief veel stroom gebruikt vergeleken met warmtepompdrogers. Het water dat uit het wasgoed wordt gehaald, wordt opgevangen in een waterreservoir. Deze moet handmatig geleegd worden, tenzij je hem aansluit op een afvoer.

Uitgestelde start: Ja
Vulgewicht: 8kg
Type deur: glas
Fabrieksgarantie: 5 jaar

▼ Volgende artikel
5 veelgemaakte fouten bij het koken op inductie
© alfa27 - stock.adobe.com
Huis

5 veelgemaakte fouten bij het koken op inductie

Aangebrand eten, vibrerende pannen of ongelijke resultaten: wie net begint met koken op inductie kan tegen dit soort frustraties aan lopen. Gelukkig zijn ze makkelijk te voorkomen. Wij vertellen wat de meest gemaakte fouten zijn bij het koken op inductie én hoe je ze voorkomt.

In het kort

Overgestapt van gas op inductie? Dat is vaak even wennen. Wij zetten 5 veelgemaakte fouten bij het koken op een rij, zodat jij ze niet hoeft ze maken. Dit zijn ze:

  1. Verkeerde pannen gebruiken
  2. Kookzones niet goed benutten
  3. Te hoog vermogen gebruiken
  4. Boostfunctie te veel gebruiken
  5. Niet goed schoonmaken

Inductieplaat kopen?

Check hier de beste deals!

Fout 1: Verkeerde pannen gebruiken

Een klassieke fout bij het koken op inductie is het gebruik van pannen die eigenlijk niet geschikt zijn voor dit type kookplaat. Inductie werkt via een magnetisch veld dat de bodem van de pan rechtstreeks verwarmt. Zijn jouw pannen niet magnetisch, dan is het gevolg een tragere opwarming, ongelijke garing en onnodig veel energieverbruik. Soms reageert een inductiekookplaat helemaal niet op gewone pannen.

Weet je niet zeker of jouw pannen geschikt zijn voor inductie? Doe dan de magneettest: pak een (koelkast)magneet en houd 'm tegen de bodem van de pan. Plakt de magneet stevig vast? Dan is de pan geschikt voor inductie. Glijdt de magneet weg of is de magnetische werking veel te zwak? Dan kun je beter niet koken met deze pan. 

Extra tip: als je nieuwe pannen voor je inductiekookplaat wilt kopen, let dan niet alleen op de magnetische werking. Ook de dikte van de bodem is belangrijk. Pannen met een bodem van minstens 4 à 5 mm dik verminderen de kans op aanbranden en trillen bij hoog vermogen. Kies daarnaast voor keukengerei van hout of siliconen; dat voorkomt krassen aan de onderkant van de pan. 

Fout 2: Kookzones niet goed benutten

Een inductiekookplaat werkt het best met pannen die qua formaat goed door de kookzone worden herkend. Zet je een pan neer die veel kleiner is dan de kookzone, dan kan het zijn dat de plaat hem niet detecteert of dat er minder vermogen beschikbaar is. Er gaat echter geen warmte verloren: alleen het deel van de pan dat binnen het magnetisch veld valt, wordt verwarmd. Een pan die juist groter is dan de kookzone kan leiden tot ongelijkmatige verhitting, omdat alleen het middendeel voldoende wordt opgewarmd. Let er daarnaast op dat de bodem van de pan vlak en schoon is, zodat het contact met het glasoppervlak optimaal blijft. Een kromgetrokken of vuile bodem kan de werking verstoren.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Fout 3: Te snel opwarmen

Inductie warmt veel sneller op dan gas. Daardoor zetten veel mensen het vermogen al snel te hoog, met als gevolg dat olie of eten kan aanbranden. Het is slimmer om op een lagere stand te beginnen en de temperatuur geleidelijk op te voeren, zeker bij bakken of sudderen. Voor water koken mag je gerust vol vermogen gebruiken, maar bij braden is dat vaak niet nodig. Merk je dat je pan gaat trillen of de kookplaat een zoemend geluid maakt, dan staat hij waarschijnlijk te hoog. Gebruik bovendien olie of vet met een hoog rookpunt, zoals arachideolie, zonnebloemolie, kokosolie of geklaarde boter (ghee). Daarmee voorkom je dat het vet te snel verbrandt.

Fout 4: Boostfunctie te veel gebruiken 

Veel inductiekookplaten hebben een boostfunctie die het vermogen tijdelijk flink opschroeft. Ideaal om snel een pan met water aan de kook te brengen of grote hoeveelheden soep of pasta te verhitten. Voor delicate bereidingen is de booststand minder geschikt, omdat de pan dan zo heet wordt dat eten kan aanbranden of ongelijk gaart. Gebruik hem dus met beleid: handig als je snel kracht nodig hebt, maar niet bedoeld om continu op te koken.

Fout 5: Niet goed schoonmaken 

Vlekken en etensresten op je inductiekookplaat zijn niet alleen onhygiënisch, ze kunnen ook blijvende schade veroorzaken. Vooral suikers zijn verraderlijk: die kunnen bij verhitting het glasoppervlak aantasten. Ook verbrande resten laten vaak hardnekkige vlekken achter en kunnen het glas op den duur verkleuren of zelfs doen barsten. Maak de kookplaat daarom na gebruik altijd schoon. Gebruik een licht vochtige doek met een mild reinigingsmiddel, zoals een beetje afwasmiddel of een speciaal middel voor inductiekookplaten. Voor aangekoekte resten is een speciale kookplaatschraper handig. Vermijd schuurmiddelen en schuursponsjes, want die veroorzaken krassen en maken het glas dof.