ID.nl logo
Hardware en driverfouten opsporen
© PXimport
Zekerheid & gemak

Hardware en driverfouten opsporen

Werkt uw pc niet meer en ligt het niet aan de software, dan is er werk aan de winkel. Is er een onderdeel kapot? Is de voeding te zwak? Staat de harde schijf op zijn laatste benen? Snel reageren is belangrijk, want wachten kan de problemen verergeren. In deze expertcursus leggen wij u uit hoe u zelf een diagnose kunt stellen en geven we gelijk mogelijke oplossingen.

Om een diagnose te stellen, kunt u een vaste route volgen, waarbij u probeert het probleem naar de kern terug te brengen. De volgorde is: koeling, voeding, harde schijf, geheugen en videokaart. Kunt u problemen in al die onderdelen uitsluiten, dan eindigt u met de gevreesde laatste stap, genaamd 'overig'. Voordat u gaat speuren naar de oorzaak van de problemen, moet u wel weten wat er in uw systeem zit. Van uw eigen pc weet u dat waarschijnlijk wel, het kan lastiger worden wanneer u met de computer of laptop van iemand anders in de weer bent. In zulke gevallen kunt u de meeste informatie via software zoals de gratis versie van SiSoftware Sandra achterhalen. Als er informatie ontbreekt of als u problemen met de harde schijf vermoedt, dan kunt u natuurlijk ook altijd de computer openschroeven.

1. Blauwe schermen

Is de hardware bekend, dan kunt u het probleem onder de loep nemen. Daarbij zijn de befaamde blauwe schermen van Windows van onschatbare waarde. Hier ziet u een foutcode, en de dll of het andere stuurprogrammaonderdeel dat voor de fout heeft gezorgd. Als u de naam van dit bestand en de foutcode van het blauwe scherm in Google zet, komt daar vaak al een oplossing uit voort. Zo niet, dan kunt u aan de hand van het stuurprogramma de gegevens van de fabrikant achterhalen. Dat geeft op zijn beurt een hint welk stuk hardware voor problemen zorgt. Zo vonden wij laatst op ons testysteem een probleem met een sys-bestand van NXP Semiconductors. NXP schreef dit bestand voor het aansturen van hybride capture- en tunerkaarten. Gebruikmakend van die kennis, verwijderden we de capturekaart uit het systeem waarna de problemen verdwenen.

©PXimport

Gebruik een toepassing als SiSoftware Sandra om te achterhalen welke onderdelen er in de probleemcomputer zitten.

2. Koeling

Als u geen blauw scherm hebt om mee te werken omdat het systeem helemaal vastloopt, of als het systeem zichzelf uitschakelt, dan is de koeling de eerste verdachte. Ook bij een vertekend beeld of een sterk vertraagd systeem, is het controleren van de koeling een goed idee.

3. Oververhittingsbeveiliging

Computers die slecht gekoeld zijn, worden traag. Dit komt doordat de oververhittingsbeveiliging de snelheid van het systeem terugschaalt, in poging zo af te koelen. Dat is een verbetering ten opzichte van doorbranden, maar het zorgt er wel voor dat mensen soms lang met een eenvoudig te verhelpen 'defect' blijven werken. Controleer bij computers met onduidelijke problemen altijd of zowel de luchtingangen als de luchtuitgangen niet geblokkeerd zijn door stof en vuil. Denk ook aan de locatie van de pc. Als deze in een kast of naast een verwarming staat, kan hij snel oververhit raken.

Start de computer en controleer in de BIOS of er geen extreme hitte wordt afgegeven door een onderdeel. Geeft de BIOS geen problemen aan maar ontstaan er toch hitteproblemen bij doorstart, verwijder dan de 'tweaktoepassingen' die de computer stiller moeten maken.

4. Kast openen

Als dit niet helpt of een onderdeel volgens de BIOS extreem warm wordt, schroef dan de computer open. Ga na of de ventilatoren allemaal draaien en kijk gelijk of ze goed gemonteerd zijn. Op de zijkant van iedere (kwaliteits-)ventilator staat een pijltje dat de blaasrichting aangeeft. Denk eraan dat ventilatoren op de bijbehorende hardware moeten blazen en dat ventilatoren in de kast de juiste kant op wijzen voor een juiste luchtdoorstroming. Let op ventilatoren met een dubbele stekker. U hebt dan keuze uit een stekker met weerstand en één zonder weerstand. Die met weerstand zorgt ervoor dat de ventilator trager draait zodat deze minder herrie maakt. Zet bij controle van de koeling altijd de ventilatoren vol open. Als de computer dan wel goed werkt, weet u waar het probleem zit.

Als er met de ventilatoren niets mis is en het systeem toch te heet wordt, dan is het verstandig om de pc te verplaatsen of extra koeling te plaatsen. Biedt de kast geen ruimte voor extra koeling, dan kan het noodzakelijk zijn om een grotere systeemkast aan te schaffen.

Airflow

Om een systeemkast goed te koelen is een goede luchtdoorstroom nodig. Dat houdt in dat de kast koude lucht kan aanzuigen en warme lucht kan afvoeren. De meeste behuizingen hebben daarom onderaan de voorkant luchtsleuven met ventilatoraansluitingen en boven achterin ook. Zet u uw computer zelf in elkaar, monteer de ventilatoren dan zo dat de voorste naar binnen blazen en de achterste naar buiten.

5. Voeding

Als het systeem bij zwaardere belasting crasht of herstart, dan hoeft dat niet aan de koeling te liggen. Een tweede verdachte voor dergelijk gedrag is de voeding. Een meer typisch voedingsprobleem is dat de computer niet in één keer of niet altijd wil starten. Kijk voor u naar de oorzaak zoekt, eerst naar het meest voor de hand liggende probleem: een doorgebrande voeding. Als dit gebeurt terwijl u met het systeem werkt is het rookpluimpje achteruit de machine moeilijk te missen. Als iemand zijn computer langsbrengt of als uw systeem onverwacht is uitgevallen, ruik dan even aan de achterkant bij de voeding. Ruikt u doorgebrand plastic? Dan is het tijd om een nieuwe voeding aan te schaffen.

6. Crashes en herstarten

Schroef bij onregelmatige crashes en spontaan herstartende systemen de computer open en loop om te beginnen alle voedingskabels na. Op moederboren horen soms meer stroomkabels dan u zou verwachten, en sommige systemen starten ook op als niet alles is aangesloten. Vergeet de videokaart niet, die waarschuwt wel als de kabels niet zijn aangesloten maar zo'n waarschuwing kunt u negeren en uitzetten.

Wil de computer niet altijd in één keer opstarten of ontstaan er problemen bij zware belasting, dan kan de voeding te zwak zijn. De hoeveelheid benodigd vermogen is grofweg uit te rekenen op de volgende wijze. Tel voor de processor tussen de 65 watt (een moderne dual-core) en 140 watt (een moderne quad-core op zijn max). Pak voor het moederbord tussen de 25 (microATX) en 55 watt (high-end, overgeklokt). Neem 5 watt per geheugenmodule, 2 watt per ventilator, 10 watt per harde schijf, 10 watt voor een dvd-brander en tel per extra uitbreidingskaart er 5 bij watt op. Reken per ingebouwde videokaart tussen de 35 en 75 watt voor budgetmodellen, 75 tot 180 watt voor middenklassers en 180 tot 375 watt voor topmodellen. Een blik op de specificaties kan voor videokaarten praktisch zijn. Deze optelsom levert een indicatie van het vereiste piekvermogen van de voeding op. Zit de voeding in het systeem daar ver onder, dan mist deze het vermogen om de hardware efficiënt aan te sturen op piekmomenten en is het verstandig om uit te kijken naar een krachtigere voeding.

©PXimport

Voor krachtige systemen is een stevige voeding nodig.

De juiste voeding

Op de zijkant van iedere voeding staat een tabel die specificeert hoeveel vermogen de voeding heeft en hoe dit vermogen verdeeld is. De optelsom van het vermogen is leuk, maar de verdeling is van veel groter belang. Een voeding levert namelijk vermogen bij spanningen van 3,3, 5 en 12 volt. Van deze drie is het vermogen bij 12 volt het belangrijkst. Als u twee voedingen wilt vergelijken, kijk dan op deze sticker naar de optelsom bij de 12 volt-rails van beide voedingen en vergelijk deze scores. Let daarnaast op de 80 PLUS-certificering. Die geeft aan hoe efficiënt een voeding is. De belangrijkste verschillen in efficiëntie vindt u tussen voedingen met een 80 PLUS Gold- of 80 PLUS Platinum-logo tegenover de 80 PLUS, 80 PLUS bronze en 80 PLUS silver.

©PXimport

Met de gegevens op de sticker van de voeding kunt u eenvoudiger een vergelijking maken tussen modellen.

7. Harde schijf

Als u de koeling en de voeding kunt uitsluiten, kunt u zich richten op de harde schijf. Als u vanaf het begin problemen met de harde schijf vermoedt, is het verstandig dit onderdeel als eerste te controleren. Voor de harde schijf geldt dat de problemen heel snel toenemen bij gebruik. Hardwareproblemen met de harde schijf zijn redelijk snel te herkennen. Als de schijf tikt, giert of bromt is het loopwerk wellicht defect. Probeer eventueel nog een back-up te maken en schrijf de schijf af. De data van een harde schijf is makkelijk te over te zetten naar een nieuwe schijf met de gratis tool CloneZilla. Als de schijf geluid maakt én heet wordt, dan is waarschijnlijk de leeskop tegen de plaat geslagen en vastgesmolten. Dit levert een brandgevaar op, u kunt beter geen poging wagen om nog een back-up te maken.

©PXimport

Als de harde schijf aan vervanging toe is, dan kunt u met CloneZilla eenvoudig alle gegevens overzetten.

©PXimport

Als u tikken, fluiten of brommen hoort of de harde schijf wordt gloeiend heet, dan kan het zijn dat de leeskop vastzit.

Malware?

Als de computer raar omgaat met de inhoud van de harde schijf, dan kan een infectie met malware de oorzaak zijn. De meeste malware rommelt met de instelling van de browser en zorgt voor een overdaad aan advertenties. Een andere categorie haalt akelige trucs uit om juist onzichtbaar op het systeem aanwezig te blijven. De tijd dat thuiscomputers compleet lamgelegd werden, ligt wat dat betreft achter ons. Als u toch uit wilt sluiten dat problemen door een malware-infectie veroorzaakt worden, maak dan op een schoon systeem een opstartbare usb-stick aan van een antivirusfabrikant. Start vervolgens op vanaf deze usb-stick en voer een uitvoerige scan uit.

8. Geheugen

Als u problemen met de koeling, voeding en harde schijven hebt kunnen uitsluiten, dan begint de akeligste fase van iedere probleemzoektocht. De kans bestaat dan namelijk dat het geheugen problemen heeft. Het meest voorkomende probleem met geheugen is slecht contact. Zeker als de computer net verplaatst is, kan het gebeuren dat een module los gaat zitten. Probeer daarom eerst eens de modules vast te duwen.

9. Soft Errors

Volledig defect geheugen is snel genoeg te herkennen aan het feit dat de computer niet meer start. Een vaker voorkomend probleem is dat het geheugen last heeft van 'soft errors'. Dit betekent dat de inhoud van de geheugenregisters op willekeurige momenten in plaats van een nul een één wegschrijft of andersom. Ook kan door een soft error bij het schrijven naar één register de inhoud van een ander, naburig register ineens veranderen. Het spreekt voor zich dat dit kan leiden tot spontane crashes.

Een typisch resultaat van soft errors is een crash, gevolgd door een willekeurig blauw scherm. Met andere woorden, er is geen goede lijn te vinden in de foutmeldingen hoewel "IRQL_Less_or_Not_Equal" als melding relatief vaak voorkomt. Een andere indicatie dat het geheugen op deze manier beschadigd is, zijn blauwe schermen tijdens de installatie van het besturingssysteem. Incompatibele hardware kan overigens ook de oorzaak zijn voor zulke blauwe schermen. Dit laatste is uit te sluiten met een compatibiliteitscontrole vooraf.

Soft errors kunnen al tijdens de fabricage van geheugen ontstaan en komen wat vaker voor bij goedkope modules dan bij duurdere, hoewel de prijs geen kwaliteitsgarantie geeft.

10. Statische schokken

Een andere manier waarop geheugen defect kan gaan, is door lichte statische schokken. Juist bij geheugenmodules is het daarom van groot belang om een (niet altijd populaire) antistatische armband te dragen. Haal geheugenmodules pas uit de verpakking als u ze gaat plaatsen en bewaar ze in een antistatische verpakking. Windows heeft sinds Vista een geheugencontrole die u kunt aanzetten door op F8 te drukken voor het starten van Windows, vervolgens kiest u voor Geheugentest. Deze test plaatst enkele patronen in het geheugen en controleert daarna of er registers spontaan veranderd zijn. Als deze test fouten detecteert, dan dient u de defecte module te vervangen. Vindt de geheugencontrole niets, dan wil dat niet zeggen dat het geheugen goed is. De laatste stap bij verdenking van slecht geheugen is het vervangen van alle latjes. Bent u niet in het bezit van extra geheugenmodules, wissel dan één voor één de modules die in de computer zitten, tot de fout zich herhaalt.

©PXimport

Als de meldingen op het blauwe scherm keer op keer veranderen, is er een goede kans dat het geheugen niet in orde is.

©PXimport

Niet populair, wel praktisch. Draag bij het plaatsen van geheugen een antistatische armband om vage, terugkerende stabiliteitsproblemen te voorkomen.

11. Videokaart

Problemen met de videokaart zijn over het algemeen gemakkelijk te constateren en redelijk eenvoudig op te lossen. Vertekening van het beeld, regelmatig hetzelfde blauwe scherm, slechte grafische prestaties of helemaal geen beeld zijn veel voorkomende fouten. Geen beeld is overigens meestal het resultaat van een kabel die losgeschoten is. Gebruik de schroefjes op de kabel om te zorgen dat deze op zijn plaats blijft. Controleer voor u de kabel vastzet aan beide kanten of de pinnetjes van de VGA- of DVI-connector nog wel recht zijn en vervang bij twijfel de kabel. Vergeet ook niet om de stroomkabel van de monitor te controleren (en let ook even op de aan/uit-knop van de monitor en eventuele schakeltoetsen voor extra apparaten). Zijn de kabels goed, dan is de kans groot dat de videokaart defect is, schakel als het even kan terug op een interne videokaart of probeer een reservekaart om te kijken of dit het probleem oplost.

12. Koeling?

Aan vertekening van het beeld, blauwe schermen en slechte prestaties, kan de koeler van de videokaart schuldig zijn. Deze koelers zijn eenvoudig te vervangen of te upgraden. Dezelfde aandachtspunten als bij alle andere koelers gelden hier ook. De meest voorkomende reden dat een videokaart niet goed meer werkt, is achterstallig onderhoud van de stuurprogramma's. Dit is een probleem dat gamers vaker tegenkomen dan reguliere gebruikers. Juist computerspellen maken vaker gebruik van de nieuwste technieken in een videokaart en daar zitten soms nog ruwe kantjes aan. Voor gamers ligt de voorkeur voor stuurprogramma's direct bij de fabrikant van de chipset (nVidia of ATI/AMD) aangezien die meestal net iets nieuwer zijn dan die van de fabrikant van de videokaart. Uitzondering voor gamers zijn overklokte (oc) videokaarten die ondersteuning van de fabrikant van het bord nodig hebben om op maximale capaciteit te werken. Wie geen gamer is, is vaak beter af met de stuurprogramma's van Microsoft, omdat de automatische update van Windows dan de videokaart ook onderhoudt.

13. Overig

Als u vast moet stellen dat het niet aan de koeling, voeding, harde schijf, het geheugen of de videokaart ligt, dan blijft alleen 'de rest' van het systeem over. Haal bij dergelijke probleemsystemen alle niet-essentiële insteekkaarten uit het systeem en verwijder alle overbodige kabels. Sluit het systeem aan op een andere monitor, en gebruik een andere muis en een ander toetsenbord. Als de machine dan nog niet werkt, kunt u nog - met de handleiding van het moederbord in de hand - de aansluitingen van de stroom- en resetknop nalopen, en uw overige hardware aansluiten en uitproberen op een testmoederbord.

©PXimport

Met een applicatie als Open Hardware Monitor kunt u zelf een oogje op de computer houden.

Benchmarks

Voor het testen van de prestaties van hardware gebruiken wij benchmarksoftware. Dezelfde software is ook handig in te zetten bij probleemoplossing. U kunt hiermee namelijk de computer hard aan het werk zetten en zien of deze crasht, en zo ja wanneer. Dit is heel bruikbaar om bijvoorbeeld koelingsproblemen te achterhalen. Na een grote reparatie kunt u een benchmark meerdere malen laten herhalen om te controleren of een systeem stabiel draait. Een aantal benchmarks is gratis voor thuisgebruik. Wilt u aan de slag met deze methode, dan is de website van Futuremark handig.

©PXimport

Benchmarks zijn niet alleen bruikbaar om de relatieve prestaties van een computer te meten, maar ook om een systeem te belasten en zo zwakke plekken te achterhalen.

Oogje in het zeil houden

De gegevens die u in de BIOS kunt zien over temperatuur, ventilatorsnelheden en voltages zijn door het besturingssysteem vrij op te vragen. Meerdere ontwikkelaars maken enthousiast gebruik van deze optie en bieden eenvoudige grafische toepassingen om deze gegevens tijdens het gebruik van Windows uit te lezen. Met een gereedschap zoals de Open Hardware Monitor is het eenvoudig om tijdens het gebruik van Windows te kijken of er geen onderdelen oververhit raken.

Bliepende BIOS

Hoewel de interne speaker op moederborden niet vaak te horen is, is dit wel een heel handig instrument als de computer helemaal niet meer start. Bij problemen met geheugen, processor of grafische kaart geeft de BIOS via de interne speaker middels bliepjes aan wat het probleem is. Iedere fabrikant heeft zijn eigen vertaalsleutel van bliepjes naar probleem, en deze vertalingen zijn op internet te vinden, bijvoorbeeld op ComputerHope.com.

Starten vanaf usb

Als een computer serieus problemen heeft of niet meer wil starten, dan biedt een opstartbare cd of usb-stick uitkomst. Als het systeem vanaf usb wel start, dan weet u dat de computer hardwarematig nog wel werkt. Ook kunt u met een beetje geluk de harde schijf van het systeem benaderen om zo de gegevens te back-uppen. Om eenvoudig een opstartbare usb-stick met Linux te maken, kunt u het gratis programma UNetbootin gebruiken.

▼ Volgende artikel
Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op
© zephyr_p
Huis

Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op

Een nieuwe oven, koelkast of vaatwasser kiezen begint niet bij het design of de functies – het begint met een meetlint. Want hoe mooi of geavanceerd een apparaat ook is, als het nét niet past, zit je met een kostbare misser. Een paar millimeter speling kan het verschil maken tussen een perfect passende keuken en een frustrerende inbouwervaring. Met deze meetinstructies weet je zeker dat je straks niet voor verrassingen komt te staan.

Wil je je inbouwapparatuur tot op de millimeter nauwkeurig installeren, dan is precies meten onmisbaar. In dit artikel lees je over:

• Algemene meetprincipes • Waar je precies op moet letten bij een ⋄ inbouwkoelkast of -vriezer  ⋄ inbouwoven en -magnetron  ⋄ inbouwvaatwasser ⋄ inbouw-espressomachine  • Welke veelgemaakte fouten je moet zien te vermijden • Wat je altijd als laatste moet doen

Ook interessant: Een inbouwkoelkast kopen: waar moet je op letten?

Goed meten is het halve werk

Voordat je aan de slag gaat met meten, is het slim om een paar basisregels aan te houden. Gebruik altijd een betrouwbare rolmaat en eventueel een digitale schuifmaat voor extra precisie. Meet de binnenafmetingen van de nis (dus niet de buitenkant van je keukenkast) en noteer breedte, hoogte én diepte.

Houd daarnaast rekening met de ventilatieruimte: meestal is 2 tot 5 cm aan de achterkant en zijkanten nodig. En check of er ruimte is voor stopcontacten, wateraansluitingen en kabeldoorvoeren – die bepalen vaak óók of het apparaat goed kan worden geplaatst.

©Andrey Sinenkiy

Waar moet je op letten per apparaat?

Elk soort inbouwapparaat heeft zijn eigen eisen en aandachtspunten. Hieronder lees je per type waar je bij het opmeten en installeren specifiek op moet letten. Zo kom je niet voor verrassingen te staan.

Inbouwkoelkast of -vriezer

De hoogte van de nis is hier allesbepalend. Veelvoorkomende maten voor inbouwkoelkasten en -vriezers zijn 88, 140 en 178 cm, maar afwijkingen komen vaak voor. Let op het deursysteem: een sleepdeurmechanisme vraagt meestal om iets meer ruimte in de breedte. Diepte is vaak 55 cm, maar modellen met een ventilator achterop kunnen richting de 60 cm gaan.

Inbouwoven of -magnetron

Standaard? Niet helemaal. De nisbreedte is meestal 56 cm, terwijl het frontpaneel iets breder is (ca. 59,5 cm) voor een nette aansluiting. Hoogtes verschillen: compacte ovens zijn 45 cm hoog, standaardmodellen 60 cm. Magnetrons vragen soms extra ruimte aan de bovenkant voor uitstekende bedieningspanelen.

Inbouwvaatwasser

Hier draait het vooral om hoogte. Die varieert tussen 81,5 en 87 cm, met verstelbare poten voor wat speling. Meet ook de plinthoogte (van vloer tot onderkant kast), en vergeet de watertoevoer niet – reken op zo’n 5 cm extra ruimte in de diepte voor de slang.

Inbouw-espressomachine

Kleiner apparaat, maar niettemin precisiewerk. De breedte is vaak rond de 56 cm, maar de diepte varieert sterk. Let vooral op het waterreservoir (dat tot 55 cm diep kan zijn) en op kleppen of deurtjes die naar voren openen: die hebben extra werkruimte nodig.

©Cristina Villar Martin | Ladanifer

Veelgemaakte fouten die je makkelijk voorkomt

Zelfs met zorgvuldige metingen kan het misgaan, vaak doordat kleine details worden vergeten. Denk aan ventilatieruimte, uitstekende stekkers of leidingen die net in de weg zitten. Een handige tip: plak een strook tape op de vloer op de plek waar de achterkant van het apparaat komt, en markeer waar stekkers en leidingen zitten. Zo zie je snel of er iets in de weg zit.

Ook niet onbelangrijk: controleer of de nis waterpas is! Zeker bij koelkasten met uitschuiflades kan een scheve ondergrond voor problemen zorgen. Pas waar nodig je kast of ondervloer aan voordat je installeert.

Bij renovaties gelden vaak afwijkende maten. Oudere keukens hebben soms dikkere wanden of ongebruikelijke dieptes. Meet dus altijd de huidige situatie én de specificaties van je nieuwe apparaat. Twijfel je? Schakel een keukenexpert in, zeker bij combinaties zoals een oven met magnetron, waarbij elk detail telt.

En tot slot: de allerbelangrijkste stap

Het klinkt als een open deur, maar het voorkomt de meeste problemen: meet altijd twee keer! Schrijf je maten op en leg ze naast de officiële productspecificaties. Let daarbij op details als verstelbare voetjes, uitsparingen voor de deur of een uitschuifbaar bedieningspaneel. Zo weet je zeker dat jouw nieuwe inbouwapparaat niet alleen technisch past, maar ook mooi aansluit bij de rest van je keuken. Want uiteindelijk draait het om één ding: alles moet kloppen – tot op de millimeter.

▼ Volgende artikel
Zo kies je de beste mobiele airco voor je slaapkamer of werkkamer
© Schizarty
Energie

Zo kies je de beste mobiele airco voor je slaapkamer of werkkamer

Als het buiten snikheet is, wil je dat het binnen juist lekker koel blijft. Een mobiele airco helpt daarbij, zeker in kleinere ruimtes zoals een slaap- of werkkamer. Maar hoe kies je het juiste model? 

In dit artikel lees je:
  • Waarom niet elke mobiele airco even handig is voor kleine ruimtes
  • Wat de voordelen zijn van een mobiele airco ten opzichte van een vaste airco in kleine ruimtes
  • Welke soorten mobiele airco's er zijn
  • Wat het juiste koelvermogen is voor een mobiele airco in een kleine ruimte
  • Hoe je een stille mobiele airco herkent
  • Hoe je een energiezuinige mobiele airco kiest

Bekijk ook ➡️ Waar voor je geld: 5 mobiele airco's voor op de slaapkamer

Let op: we hebben het in dit artikel uitsluitend over mobiele airco's en dus niet over vaste airco's. Vaste airco's bevestig je aan de muur, terwijl mobiele airco's verrijdbaar zijn.

Mobiele airco's zijn ideaal voor kleine ruimtes, omdat ze vaak compact zijn, over een lagere koelcapaciteit beschikken (wat in het geval van kleine ruimtes juist gunstig is – zo bespaar je energie en voorkom je dat het te koud wordt in een kleine ruimte ) en je ze makkelijk van de ene naar de andere ruimte verplaatst. Je kunt een mobiele airco bijvoorbeeld nachts in de slaapkamer zetten en overdag in je thuiskantoor; zo heb je altijd verkoeling bij de hand! Op die manier hoef je ook niet twee dure losse apparaten aan te schaffen voor beide ruimtes. Mobiele airco's hebben overigens wel een afvoer naar buiten nodig, dus het apparaat moet altijd bij een raam of deur geplaatst worden. 

Alle mobiele airco's zijn in principe in staat om een kleine ruimte te verkoelen – denk daarbij aan ruimtes tussen de 10 en 25 vierkante meter. Toch kun je beter niet zomaar de eerste de beste mobiele airco kopen: ze zijn vaak behoorlijk prijzig en het zou zonde zijn om veel geld uit te geven aan een model waarvan je de helft van de specificaties eigenlijk niet nodig hebt. Ook wil je van een mobiele airco niet te veel last hebben; je wilt immers ongestoord kunnen slapen of werken. Bij het kopen van een mobiele airco voor een kleine ruimte is het daarom goed om een aantal dingen te overwegen: het type mobiele airco, het koelvermogen, het geluidsniveau en het energieverbruik. 

Soorten mobiele airco's 

Er zijn grofweg twee soorten mobiele airco's: een monoblock en een splitsysteem. Het verschil zit vooral in de manier waarop ze de warme lucht afvoeren. Een splitsysteem bestaat uit een binnenunit en een buitenunit die met elkaar verbonden zijn; de warmte verdwijnt via de buitenunit. Bij een monoblock gebeurt alles in één kast, en voert het apparaat warme lucht af via een slang die je uit het raam of de balkondeur hangt.

Een monoblock is daardoor makkelijker te verplaatsen van de ene naar de andere ruimte. Ook de installatie is eenvoudiger: je hoeft geen buitenunit op te hangen of gaten in de muur te boren. Ze zijn meestal ook goedkoper. Wel maakt een monoblock airco meer geluid, omdat omdat het warmteafvoerproces door de luchtslang deels binnen plaatsvindt. Bij een splitsysteem staat het luidruchtigste deel buiten, waardoor het binnen stiller blijft.

©kucherav

Koelvermogen

Heb je eenmaal gekozen tussen een monoblock of splitsysteem, dan is het volgende punt van aandacht het koelvermogen. Het koelvermogen van een airco wordt aangegeven in BTU, oftewel British Thermal Unit. Voor kleinere ruimtes, denk aan een oppervlakte van zo'n 10 tot 25 vierkante meter, is een vermogen van 7.000 tot 9.000 BTU voldoende. Kijk hier goed naar, want een apparaat met een te hoog vermogen voor een kleine ruimte is zonde van de energie én het geld. Te weinig vermogen is uiteraard ook niet goed, want dit koelt niet voldoende. 

Geluidsniveau

Als je een mobiele airco in de slaap-, werk- of babykamer zet, wil je natuurlijk dat het apparaat niet te veel herrie maakt. Of liever nog: dat-ie compleet stil is. Het geluidsniveau van een mobiele airco is daarom een belangrijk punt om rekening mee te houden. De meeste mobiele airco's produceren maximaal 65 decibel aan geluid. 65 decibel is vergelijkbaar met een drukke winkelstraat of verkeer dat je op de achtergrond hoort. Wil je een echt stil apparaat, kies dan voor een model met een geluidsniveau onder de 55 decibel. Sommige airco's beschikken over een speciale nachtmodus die extra stil is. Monoblock airco's zijn zoals hierboven omschreven over het algemeen luider dan splitsystemen, maar er zijn ook genoeg monoblock modellen die wél over een laag geluidsniveau beschikken. Kwestie van even goed de specificaties bekijken en vergelijken.

©natatravel

Energieverbruik

Airco's staan erom bekend niet bepaald energiezuinig te zijn. Dat geldt zowel voor vaste airco's als voor mobiele airco's, en voor die laatste zelfs nog iets meer. Toch betekent dat niet automatisch dat je jaarlijks bakken met geld kwijt bent als je een mobiele airco in huis haalt. Als je een model kiest met een goed energielabel (A++ of hoger), hou je de energiekosten zo laag mogelijk. Maar een energielabel zegt niet altijd alles, dus vergelijk modellen ook op basis van het jaarverbruik. Voor mobiele airco's in kleine ruimtes wordt een jaarverbruik tussen de 200 tot 400 kWh beschouwd als redelijk zuinig.

Afvoerslang nodig

Voor je mobiele airco?