ID.nl logo
Hardware en driverfouten opsporen
© PXimport
Zekerheid & gemak

Hardware en driverfouten opsporen

Werkt uw pc niet meer en ligt het niet aan de software, dan is er werk aan de winkel. Is er een onderdeel kapot? Is de voeding te zwak? Staat de harde schijf op zijn laatste benen? Snel reageren is belangrijk, want wachten kan de problemen verergeren. In deze expertcursus leggen wij u uit hoe u zelf een diagnose kunt stellen en geven we gelijk mogelijke oplossingen.

Om een diagnose te stellen, kunt u een vaste route volgen, waarbij u probeert het probleem naar de kern terug te brengen. De volgorde is: koeling, voeding, harde schijf, geheugen en videokaart. Kunt u problemen in al die onderdelen uitsluiten, dan eindigt u met de gevreesde laatste stap, genaamd 'overig'. Voordat u gaat speuren naar de oorzaak van de problemen, moet u wel weten wat er in uw systeem zit. Van uw eigen pc weet u dat waarschijnlijk wel, het kan lastiger worden wanneer u met de computer of laptop van iemand anders in de weer bent. In zulke gevallen kunt u de meeste informatie via software zoals de gratis versie van SiSoftware Sandra achterhalen. Als er informatie ontbreekt of als u problemen met de harde schijf vermoedt, dan kunt u natuurlijk ook altijd de computer openschroeven.

1. Blauwe schermen

Is de hardware bekend, dan kunt u het probleem onder de loep nemen. Daarbij zijn de befaamde blauwe schermen van Windows van onschatbare waarde. Hier ziet u een foutcode, en de dll of het andere stuurprogrammaonderdeel dat voor de fout heeft gezorgd. Als u de naam van dit bestand en de foutcode van het blauwe scherm in Google zet, komt daar vaak al een oplossing uit voort. Zo niet, dan kunt u aan de hand van het stuurprogramma de gegevens van de fabrikant achterhalen. Dat geeft op zijn beurt een hint welk stuk hardware voor problemen zorgt. Zo vonden wij laatst op ons testysteem een probleem met een sys-bestand van NXP Semiconductors. NXP schreef dit bestand voor het aansturen van hybride capture- en tunerkaarten. Gebruikmakend van die kennis, verwijderden we de capturekaart uit het systeem waarna de problemen verdwenen.

©PXimport

Gebruik een toepassing als SiSoftware Sandra om te achterhalen welke onderdelen er in de probleemcomputer zitten.

2. Koeling

Als u geen blauw scherm hebt om mee te werken omdat het systeem helemaal vastloopt, of als het systeem zichzelf uitschakelt, dan is de koeling de eerste verdachte. Ook bij een vertekend beeld of een sterk vertraagd systeem, is het controleren van de koeling een goed idee.

3. Oververhittingsbeveiliging

Computers die slecht gekoeld zijn, worden traag. Dit komt doordat de oververhittingsbeveiliging de snelheid van het systeem terugschaalt, in poging zo af te koelen. Dat is een verbetering ten opzichte van doorbranden, maar het zorgt er wel voor dat mensen soms lang met een eenvoudig te verhelpen 'defect' blijven werken. Controleer bij computers met onduidelijke problemen altijd of zowel de luchtingangen als de luchtuitgangen niet geblokkeerd zijn door stof en vuil. Denk ook aan de locatie van de pc. Als deze in een kast of naast een verwarming staat, kan hij snel oververhit raken.

Start de computer en controleer in de BIOS of er geen extreme hitte wordt afgegeven door een onderdeel. Geeft de BIOS geen problemen aan maar ontstaan er toch hitteproblemen bij doorstart, verwijder dan de 'tweaktoepassingen' die de computer stiller moeten maken.

4. Kast openen

Als dit niet helpt of een onderdeel volgens de BIOS extreem warm wordt, schroef dan de computer open. Ga na of de ventilatoren allemaal draaien en kijk gelijk of ze goed gemonteerd zijn. Op de zijkant van iedere (kwaliteits-)ventilator staat een pijltje dat de blaasrichting aangeeft. Denk eraan dat ventilatoren op de bijbehorende hardware moeten blazen en dat ventilatoren in de kast de juiste kant op wijzen voor een juiste luchtdoorstroming. Let op ventilatoren met een dubbele stekker. U hebt dan keuze uit een stekker met weerstand en één zonder weerstand. Die met weerstand zorgt ervoor dat de ventilator trager draait zodat deze minder herrie maakt. Zet bij controle van de koeling altijd de ventilatoren vol open. Als de computer dan wel goed werkt, weet u waar het probleem zit.

Als er met de ventilatoren niets mis is en het systeem toch te heet wordt, dan is het verstandig om de pc te verplaatsen of extra koeling te plaatsen. Biedt de kast geen ruimte voor extra koeling, dan kan het noodzakelijk zijn om een grotere systeemkast aan te schaffen.

Airflow

Om een systeemkast goed te koelen is een goede luchtdoorstroom nodig. Dat houdt in dat de kast koude lucht kan aanzuigen en warme lucht kan afvoeren. De meeste behuizingen hebben daarom onderaan de voorkant luchtsleuven met ventilatoraansluitingen en boven achterin ook. Zet u uw computer zelf in elkaar, monteer de ventilatoren dan zo dat de voorste naar binnen blazen en de achterste naar buiten.

5. Voeding

Als het systeem bij zwaardere belasting crasht of herstart, dan hoeft dat niet aan de koeling te liggen. Een tweede verdachte voor dergelijk gedrag is de voeding. Een meer typisch voedingsprobleem is dat de computer niet in één keer of niet altijd wil starten. Kijk voor u naar de oorzaak zoekt, eerst naar het meest voor de hand liggende probleem: een doorgebrande voeding. Als dit gebeurt terwijl u met het systeem werkt is het rookpluimpje achteruit de machine moeilijk te missen. Als iemand zijn computer langsbrengt of als uw systeem onverwacht is uitgevallen, ruik dan even aan de achterkant bij de voeding. Ruikt u doorgebrand plastic? Dan is het tijd om een nieuwe voeding aan te schaffen.

6. Crashes en herstarten

Schroef bij onregelmatige crashes en spontaan herstartende systemen de computer open en loop om te beginnen alle voedingskabels na. Op moederboren horen soms meer stroomkabels dan u zou verwachten, en sommige systemen starten ook op als niet alles is aangesloten. Vergeet de videokaart niet, die waarschuwt wel als de kabels niet zijn aangesloten maar zo'n waarschuwing kunt u negeren en uitzetten.

Wil de computer niet altijd in één keer opstarten of ontstaan er problemen bij zware belasting, dan kan de voeding te zwak zijn. De hoeveelheid benodigd vermogen is grofweg uit te rekenen op de volgende wijze. Tel voor de processor tussen de 65 watt (een moderne dual-core) en 140 watt (een moderne quad-core op zijn max). Pak voor het moederbord tussen de 25 (microATX) en 55 watt (high-end, overgeklokt). Neem 5 watt per geheugenmodule, 2 watt per ventilator, 10 watt per harde schijf, 10 watt voor een dvd-brander en tel per extra uitbreidingskaart er 5 bij watt op. Reken per ingebouwde videokaart tussen de 35 en 75 watt voor budgetmodellen, 75 tot 180 watt voor middenklassers en 180 tot 375 watt voor topmodellen. Een blik op de specificaties kan voor videokaarten praktisch zijn. Deze optelsom levert een indicatie van het vereiste piekvermogen van de voeding op. Zit de voeding in het systeem daar ver onder, dan mist deze het vermogen om de hardware efficiënt aan te sturen op piekmomenten en is het verstandig om uit te kijken naar een krachtigere voeding.

©PXimport

Voor krachtige systemen is een stevige voeding nodig.

De juiste voeding

Op de zijkant van iedere voeding staat een tabel die specificeert hoeveel vermogen de voeding heeft en hoe dit vermogen verdeeld is. De optelsom van het vermogen is leuk, maar de verdeling is van veel groter belang. Een voeding levert namelijk vermogen bij spanningen van 3,3, 5 en 12 volt. Van deze drie is het vermogen bij 12 volt het belangrijkst. Als u twee voedingen wilt vergelijken, kijk dan op deze sticker naar de optelsom bij de 12 volt-rails van beide voedingen en vergelijk deze scores. Let daarnaast op de 80 PLUS-certificering. Die geeft aan hoe efficiënt een voeding is. De belangrijkste verschillen in efficiëntie vindt u tussen voedingen met een 80 PLUS Gold- of 80 PLUS Platinum-logo tegenover de 80 PLUS, 80 PLUS bronze en 80 PLUS silver.

©PXimport

Met de gegevens op de sticker van de voeding kunt u eenvoudiger een vergelijking maken tussen modellen.

7. Harde schijf

Als u de koeling en de voeding kunt uitsluiten, kunt u zich richten op de harde schijf. Als u vanaf het begin problemen met de harde schijf vermoedt, is het verstandig dit onderdeel als eerste te controleren. Voor de harde schijf geldt dat de problemen heel snel toenemen bij gebruik. Hardwareproblemen met de harde schijf zijn redelijk snel te herkennen. Als de schijf tikt, giert of bromt is het loopwerk wellicht defect. Probeer eventueel nog een back-up te maken en schrijf de schijf af. De data van een harde schijf is makkelijk te over te zetten naar een nieuwe schijf met de gratis tool CloneZilla. Als de schijf geluid maakt én heet wordt, dan is waarschijnlijk de leeskop tegen de plaat geslagen en vastgesmolten. Dit levert een brandgevaar op, u kunt beter geen poging wagen om nog een back-up te maken.

©PXimport

Als de harde schijf aan vervanging toe is, dan kunt u met CloneZilla eenvoudig alle gegevens overzetten.

©PXimport

Als u tikken, fluiten of brommen hoort of de harde schijf wordt gloeiend heet, dan kan het zijn dat de leeskop vastzit.

Malware?

Als de computer raar omgaat met de inhoud van de harde schijf, dan kan een infectie met malware de oorzaak zijn. De meeste malware rommelt met de instelling van de browser en zorgt voor een overdaad aan advertenties. Een andere categorie haalt akelige trucs uit om juist onzichtbaar op het systeem aanwezig te blijven. De tijd dat thuiscomputers compleet lamgelegd werden, ligt wat dat betreft achter ons. Als u toch uit wilt sluiten dat problemen door een malware-infectie veroorzaakt worden, maak dan op een schoon systeem een opstartbare usb-stick aan van een antivirusfabrikant. Start vervolgens op vanaf deze usb-stick en voer een uitvoerige scan uit.

8. Geheugen

Als u problemen met de koeling, voeding en harde schijven hebt kunnen uitsluiten, dan begint de akeligste fase van iedere probleemzoektocht. De kans bestaat dan namelijk dat het geheugen problemen heeft. Het meest voorkomende probleem met geheugen is slecht contact. Zeker als de computer net verplaatst is, kan het gebeuren dat een module los gaat zitten. Probeer daarom eerst eens de modules vast te duwen.

9. Soft Errors

Volledig defect geheugen is snel genoeg te herkennen aan het feit dat de computer niet meer start. Een vaker voorkomend probleem is dat het geheugen last heeft van 'soft errors'. Dit betekent dat de inhoud van de geheugenregisters op willekeurige momenten in plaats van een nul een één wegschrijft of andersom. Ook kan door een soft error bij het schrijven naar één register de inhoud van een ander, naburig register ineens veranderen. Het spreekt voor zich dat dit kan leiden tot spontane crashes.

Een typisch resultaat van soft errors is een crash, gevolgd door een willekeurig blauw scherm. Met andere woorden, er is geen goede lijn te vinden in de foutmeldingen hoewel "IRQL_Less_or_Not_Equal" als melding relatief vaak voorkomt. Een andere indicatie dat het geheugen op deze manier beschadigd is, zijn blauwe schermen tijdens de installatie van het besturingssysteem. Incompatibele hardware kan overigens ook de oorzaak zijn voor zulke blauwe schermen. Dit laatste is uit te sluiten met een compatibiliteitscontrole vooraf.

Soft errors kunnen al tijdens de fabricage van geheugen ontstaan en komen wat vaker voor bij goedkope modules dan bij duurdere, hoewel de prijs geen kwaliteitsgarantie geeft.

10. Statische schokken

Een andere manier waarop geheugen defect kan gaan, is door lichte statische schokken. Juist bij geheugenmodules is het daarom van groot belang om een (niet altijd populaire) antistatische armband te dragen. Haal geheugenmodules pas uit de verpakking als u ze gaat plaatsen en bewaar ze in een antistatische verpakking. Windows heeft sinds Vista een geheugencontrole die u kunt aanzetten door op F8 te drukken voor het starten van Windows, vervolgens kiest u voor Geheugentest. Deze test plaatst enkele patronen in het geheugen en controleert daarna of er registers spontaan veranderd zijn. Als deze test fouten detecteert, dan dient u de defecte module te vervangen. Vindt de geheugencontrole niets, dan wil dat niet zeggen dat het geheugen goed is. De laatste stap bij verdenking van slecht geheugen is het vervangen van alle latjes. Bent u niet in het bezit van extra geheugenmodules, wissel dan één voor één de modules die in de computer zitten, tot de fout zich herhaalt.

©PXimport

Als de meldingen op het blauwe scherm keer op keer veranderen, is er een goede kans dat het geheugen niet in orde is.

©PXimport

Niet populair, wel praktisch. Draag bij het plaatsen van geheugen een antistatische armband om vage, terugkerende stabiliteitsproblemen te voorkomen.

11. Videokaart

Problemen met de videokaart zijn over het algemeen gemakkelijk te constateren en redelijk eenvoudig op te lossen. Vertekening van het beeld, regelmatig hetzelfde blauwe scherm, slechte grafische prestaties of helemaal geen beeld zijn veel voorkomende fouten. Geen beeld is overigens meestal het resultaat van een kabel die losgeschoten is. Gebruik de schroefjes op de kabel om te zorgen dat deze op zijn plaats blijft. Controleer voor u de kabel vastzet aan beide kanten of de pinnetjes van de VGA- of DVI-connector nog wel recht zijn en vervang bij twijfel de kabel. Vergeet ook niet om de stroomkabel van de monitor te controleren (en let ook even op de aan/uit-knop van de monitor en eventuele schakeltoetsen voor extra apparaten). Zijn de kabels goed, dan is de kans groot dat de videokaart defect is, schakel als het even kan terug op een interne videokaart of probeer een reservekaart om te kijken of dit het probleem oplost.

12. Koeling?

Aan vertekening van het beeld, blauwe schermen en slechte prestaties, kan de koeler van de videokaart schuldig zijn. Deze koelers zijn eenvoudig te vervangen of te upgraden. Dezelfde aandachtspunten als bij alle andere koelers gelden hier ook. De meest voorkomende reden dat een videokaart niet goed meer werkt, is achterstallig onderhoud van de stuurprogramma's. Dit is een probleem dat gamers vaker tegenkomen dan reguliere gebruikers. Juist computerspellen maken vaker gebruik van de nieuwste technieken in een videokaart en daar zitten soms nog ruwe kantjes aan. Voor gamers ligt de voorkeur voor stuurprogramma's direct bij de fabrikant van de chipset (nVidia of ATI/AMD) aangezien die meestal net iets nieuwer zijn dan die van de fabrikant van de videokaart. Uitzondering voor gamers zijn overklokte (oc) videokaarten die ondersteuning van de fabrikant van het bord nodig hebben om op maximale capaciteit te werken. Wie geen gamer is, is vaak beter af met de stuurprogramma's van Microsoft, omdat de automatische update van Windows dan de videokaart ook onderhoudt.

13. Overig

Als u vast moet stellen dat het niet aan de koeling, voeding, harde schijf, het geheugen of de videokaart ligt, dan blijft alleen 'de rest' van het systeem over. Haal bij dergelijke probleemsystemen alle niet-essentiële insteekkaarten uit het systeem en verwijder alle overbodige kabels. Sluit het systeem aan op een andere monitor, en gebruik een andere muis en een ander toetsenbord. Als de machine dan nog niet werkt, kunt u nog - met de handleiding van het moederbord in de hand - de aansluitingen van de stroom- en resetknop nalopen, en uw overige hardware aansluiten en uitproberen op een testmoederbord.

©PXimport

Met een applicatie als Open Hardware Monitor kunt u zelf een oogje op de computer houden.

Benchmarks

Voor het testen van de prestaties van hardware gebruiken wij benchmarksoftware. Dezelfde software is ook handig in te zetten bij probleemoplossing. U kunt hiermee namelijk de computer hard aan het werk zetten en zien of deze crasht, en zo ja wanneer. Dit is heel bruikbaar om bijvoorbeeld koelingsproblemen te achterhalen. Na een grote reparatie kunt u een benchmark meerdere malen laten herhalen om te controleren of een systeem stabiel draait. Een aantal benchmarks is gratis voor thuisgebruik. Wilt u aan de slag met deze methode, dan is de website van Futuremark handig.

©PXimport

Benchmarks zijn niet alleen bruikbaar om de relatieve prestaties van een computer te meten, maar ook om een systeem te belasten en zo zwakke plekken te achterhalen.

Oogje in het zeil houden

De gegevens die u in de BIOS kunt zien over temperatuur, ventilatorsnelheden en voltages zijn door het besturingssysteem vrij op te vragen. Meerdere ontwikkelaars maken enthousiast gebruik van deze optie en bieden eenvoudige grafische toepassingen om deze gegevens tijdens het gebruik van Windows uit te lezen. Met een gereedschap zoals de Open Hardware Monitor is het eenvoudig om tijdens het gebruik van Windows te kijken of er geen onderdelen oververhit raken.

Bliepende BIOS

Hoewel de interne speaker op moederborden niet vaak te horen is, is dit wel een heel handig instrument als de computer helemaal niet meer start. Bij problemen met geheugen, processor of grafische kaart geeft de BIOS via de interne speaker middels bliepjes aan wat het probleem is. Iedere fabrikant heeft zijn eigen vertaalsleutel van bliepjes naar probleem, en deze vertalingen zijn op internet te vinden, bijvoorbeeld op ComputerHope.com.

Starten vanaf usb

Als een computer serieus problemen heeft of niet meer wil starten, dan biedt een opstartbare cd of usb-stick uitkomst. Als het systeem vanaf usb wel start, dan weet u dat de computer hardwarematig nog wel werkt. Ook kunt u met een beetje geluk de harde schijf van het systeem benaderen om zo de gegevens te back-uppen. Om eenvoudig een opstartbare usb-stick met Linux te maken, kunt u het gratis programma UNetbootin gebruiken.

▼ Volgende artikel
Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!
© andrey
Huis

Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!

Hoewel koken op gas voorlopig nog mag, is duidelijk dat de toekomst elektrisch is. Veel mensen stappen nu al over op elektrisch koken – vaak in combinatie met inductie. Ben jij toe aan een nieuwe kookplaat of wil je van het gas af? Dan is het goed om te weten hoe je zo’n elektrische kookplaat aansluit, waar je op moet letten en wanneer je beter een professional kunt inschakelen.

Na het lezen van dit artikel weet je:
  • Dat er 1-, 2- en 3-fase-aansluitingen en -kookplaten zijn
  • Hoe je met de multimeter bepaalt wat voor aansluiting jij hebt
  • Hoe je de elektrische kookplaat aansluit

Dit vind je vast ook interessant: Wat voor soort kookplaten zijn er?

Eén, twee of drie fasen: wat betekent dat?

In tegenstelling tot een gaskookplaat, die je simpelweg aan een gasaansluiting koppelt, is een elektrische kookplaat net iets technischer. Zo'n kookplaat kan worden aangesloten op één, twee of drie elektrische fasen. Welke van de drie je nodig hebt, hangt af van het vermogen van je kookplaat én van de aansluiting in je keuken.

Een 1-fase kookplaat is het eenvoudigst. Die werkt op een gewone stekker met twee pinnen, precies zoals je gewend bent van andere apparaten in huis. Deze modellen hebben een beperkt vermogen – maximaal 3680 watt – maar zijn vaak krachtig genoeg voor wie niet al te fanatiek kookt. Aansluiten is simpel: stekker erin en je kunt aan de slag.

Voor een 2-fase kookplaat heb je een zogenoemde perilex-stekker nodig, met vijf pinnen. Die zie je vooral bij iets krachtigere inductiekookplaten. Meestal worden dit soort kookplaten zonder stekker geleverd, en is het slim om een elektricien in te schakelen voor de installatie. Het benodigde vermogen ligt tussen de 3681 en 7360 watt.

Een 3-fase kookplaat vraagt nog meer stroom en werkt op krachtstroom. Ook hier gebruik je een perilex-stekker met vijf pinnen, maar je moet wel eerst controleren of je meterkast daar op is voorbereid. De aansluitwaarde ligt boven de 7360 watt en het is belangrijk dat de aansluiting klopt – anders werkt de kookplaat niet of loop je zelfs risico op overbelasting. Laat dit daarom bij voorkeur aan een vakman over.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Een kookplaat voor 1- en 2-fase

Je kunt ook kiezen voor een kookplaat met powermanagement. Dat is een kookplaat die je op een normaal stopcontact of op een perilex-stopcontact aansluit. Deze kookplaat kun je in de toekomst uitbreiden, als je dat wilt, maar hiervoor hoef je nu nog niet meteen de aanpassingen in de meterkast en aansluiting door te voeren. Als je wel de aanpassingen in de meterkast laat doen, heb je profijt van de kracht van een 2-fase kookplaat.

Hoe weet je welke kookplaat bij je keuken past?

Wat je kunt aansluiten, hangt af van het type stopcontact in je keuken. Heb je een standaard wandcontactdoos met twee gaten? Dan past daar alleen een 1-fase kookplaat op. Die worden meestal geleverd met stekker en snoer, zodat je hem meteen kunt gebruiken.

Zie je een perilex-stopcontact (met vijf gaten)? Dan is je keuken in principe geschikt voor een 2- of 3-fase kookplaat. Alleen weet je dan nog niet of je meterkast daadwerkelijk drie fasen aankan. Dat kun je op twee manieren controleren: met een multimeter of door in je meterkast te kijken.

Zo check je de aansluiting met een multimeter

Heb je een multimeter in huis? Dan kun je precies meten hoeveel fasen je aansluiting ondersteunt. Teken op een papier het patroon van het perilex-stopcontact en noteer per gat wat je meet. Prik met één pin in het middelste gat (de aarde) en meet met de andere pin de overige vier. Krijg je twee keer 230 volt en twee keer 0? Dan heb je een 2-fase aansluiting. Meet je drie keer 230 volt en één keer 0? Dan is het een 3-fase aansluiting. Label de gaten met ‘L’ voor stroom en ‘N’ voor nul, zodat je straks precies weet wat waar hoort.

©Dmitriy

Voordat je een kookplaat aanschaft, check je eerst de nismaat van je aanrechtblad. Meet met een rolmaat eerst de nis op in het aanrechtblad. Doe dit voor de breedte, de diepte en de hoogte. Komen de afmetingen niet overeen met de kookplaat die je graag wilt? Kijk dan of je het aanrechtblad kunt aanpassen.

Geen multimeter? Kijk in de meterkast

Heb je geen meetapparatuur? Dan kun je in de meterkast zien hoeveel fasen er beschikbaar zijn. Bij een 2-fase aansluiting zie je twee gekoppelde groepen met een hendel ertussen. Zie je vier gekoppelde groepen? Dan is er krachtstroom aanwezig en kun je dus ook een 3-fase kookplaat aansluiten – mits het stopcontact daar geschikt voor is.

©auremar

Zelf een kookplaat aansluiten

Ga je zelf aan de slag? Dan is het belangrijk dat je weet wat je doet. Elektriciteit is geen speelgoed, dus bij twijfel: bel een vakman. Heb je een 1-fase kookplaat met powermanagement die je op een normaal stopcontact wilt aansluiten? Dan moet je deze eerst correct instellen.

Leg om te beginnen een stuk piepschuim onder de kookplaat, zodat je hem veilig kunt omdraaien zonder krassen of barsten. Plak daarna de afdichtband rondom het apparaat, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de glasrand. Begin aan de achterkant, zodat de naad niet in het zicht valt.

Open het aansluitcompartiment onder de kookplaat en controleer het aansluitschema dat daar staat. Gebruik de bijgeleverde bruggetjes om de juiste verbindingen te maken. Sluit het snoer aan: bruin op L, blauw op N en geelgroen op aarde. Zet het snoer vast met trekontlasting en sluit het klepje.

Draai nu de kookplaat weer om en steek de stekker in het stopcontact. Leg de kookplaat op z’n plek in het aanrechtblad. Houd de pauzeknop vijf seconden ingedrukt om het menu te openen. Zoek via de plusknop naar het onderdeel ‘PO’ (power) en stel het vermogen in op 3.7 in plaats van 7.4. Bevestig dit door de pauzeknop nog eens vijf seconden ingedrukt te houden. Je kookplaat is nu geschikt voor een standaard aansluiting.

Houd de stekker op de juiste positie tijdens het meten met de multimeter. Kijk hoe je de stekker in het getekende stopcontact zou steken, zodat je de juiste kleuren van de draden noteert op je tekening.

Een 2-fase kookplaat aansluiten: zo werkt het

Heb je een 2-fase kookplaat? Dan moet je eerst bepalen welke kleur draad bij welk contact hoort. Meet het snoer door met een multimeter, op de piepstand of op de Ohm-stand. Noteer welke draad bij welke stekkerpin hoort en gebruik die info bij het aansluiten.

Open vervolgens het aansluitvak onder de kookplaat en kijk welk aansluitschema je moet gebruiken. L1 en L2 koppel je aan de juiste stroomdraden, 01 en 02 aan de juiste nuldraad. Maak de trekontlasting los, sluit de draden aan zoals je eerder hebt gemeten, en zet alles weer stevig vast.

Steek daarna de stekker in het stopcontact en plaats de kookplaat netjes in het blad. Dankzij de afdichtband blijft alles goed op z'n plek. Zet vervolgens de kookplaat aan en test of alle kookzones werken. Krijg je een foutmelding? Dan is er waarschijnlijk iets misgegaan bij het aansluiten. Geen foutmelding? Dan is je kookplaat klaar voor gebruik.

©S.Engels

Het is gebruikelijk dat de pannen een licht tikkend of zoemend geluid maken tijdens het koken. Dit heeft te maken met het magnetisch veld van de kookplaat. Ruik je een vreemde geur na het installeren van de kookplaat? Dit is ook gebruikelijk en de geur trekt uiteindelijk weg.

▼ Volgende artikel
⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping
© Olga Yastremska, New Africa, Africa Studio
Huis

⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping

Vooral in de zomer is het vaak raak: code geel of code oranje wegens onweer. Weet jij wat je wél en juist níet moet doen als er een onweersbui nadert? Thuis kun je veel risico's beperken, maar juist buitenshuis – en zeker op de camping – is het opletten geblazen. In dit artikel lees je hoe je jezelf en anderen beschermt, of je nu binnen, buiten of aan het kamperen bent.


In het kort:

⚡ Onweer & thuis ⚡ Onweer & buiten ⚡ Onweer en kamperen: 🏕️ Tent 🚐 Caravan

Lees ook: Regen, regen en nog eens regen … zo voorkom je wateroverlast

Thuis tijdens onweer: veilig, maar niet zonder risico's

In huis ben je relatief goed beschermd tegen blikseminslag, zeker als het gebouw voorzien is van een goede bliksemafleider. Toch zijn er een paar voorzorgsmaatregelen die je serieus moet nemen. Gebruik bij onweer liever geen apparaten die verbonden zijn met het stroomnet of met leidingen. Denk aan de wasmachine, een vaste telefoon of een bedrade computer. Bliksem kiest daarbij meestal de makkelijkste route naar de grond, en dat zijn vaak metalen onderdelen in huis zoals koperdraden of waterleidingen.

Trek bij voorkeur de stekkers uit het stopcontact van kwetsbare apparatuur zoals computers, tv's of de router. Een stekkerdoos met overspanningsbeveiliging biedt wel wat bescherming, maar niet bij een directe inslag. Ga liever ook niet douchen of in bad, want waterleidingen kunnen de elektrische spanning van een blikseminslag geleiden.

Ramen kun je gewoon dicht houden, en als je wilt kijken naar het natuurgeweld, doe dat dan vanaf een veilige plek binnenshuis. Zorg dat huisdieren binnen zijn en zet het alarmsysteem even uit als dat storingsgevoelig is bij blikseminslag.

Buiten bij onweer: voorkom dat je zelf bliksemafleider bent

Ben je onderweg of buiten als het begint te donderen, dan is het zaak om snel te handelen.

Onthoud: als je de bliksem ziet en binnen 10 seconden de donder hoort, zit je binnen de gevarenzone. Zoek dan zo snel mogelijk een veilige schuilplek.

De veiligste plek is een gebouw met muren en een dak – bijvoorbeeld een winkel, huis of station. Een auto met metalen carrosserie is ook een prima optie. Die werkt als een kooi van Faraday en geleidt de stroom om je heen in plaats van door je heen.

Vermijd tijdens onweer open velden zoals weilanden of sportterreinen, want daar ben je letterlijk het hoogste punt. Ook hooggelegen plekken zoals duinen of heuveltoppen vormen een risico. Zoek geen beschutting onder een boom die in z'n eentje op een veld staat – dat is juist een bliksemmagneet. Blijf verder uit de buurt van metalen objecten zoals hekken, masten of fietsen, en houd afstand van water – of dat nu een meer, sloot of zwembad is.

Kun je nergens heen? Maak jezelf dan zo klein mogelijk: hurk neer op je voetzolen, houd je voeten tegen elkaar en wikkel je armen om je knieën. Ga niet liggen; zo vergroot je je contactoppervlak met de grond, wat het risico op aardstroom vergroot.

©ID.nl

Kamperen met onweer: extra opletten in tent of caravan

Kamperen geeft een gevoel van vrijheid, maar bij onweer ben je juist extra kwetsbaar. Een tent biedt geen enkele bescherming tegen bliksem, hoe stevig het doek ook is. Het metalen frame vergroot het risico juist, vooral als je op een open veld kampeert of vlak bij een losse boom staat.

Als er onweer op komst is, zoek dan zo snel mogelijk een veilig onderkomen. Een stenen sanitairgebouw, de receptie of je auto bieden veel meer bescherming dan een tent. Zit je in een camper of caravan met een metalen buitenkant? Dan ben je redelijk veilig, mits je ramen en deuren gesloten houdt en geen contact maakt met metalen delen. Stacaravans met een houten of kunststof omhulsel bieden die bescherming niet: het klopt dat ze geen stroom geleiden, maar ze voeren die ook niet af. Daardoor kan een blikseminslag via leidingen of metalen onderdelen binnen alsnog gevaarlijk uitpakken. Tijdens onweer blijf je dus beter uit de buurt van dat soort constructies.

Laat ook je elektronische spullen niet in de tent of aan opladers zitten. Berg ze los op, zonder kabels of contact met de grond.

Staan er bomen op de camping? Zorg dat je tent daar niet direct onder staat. Bij inslag kunnen takken afbreken of kan de bliksem via de wortels naar de grond doorslaan. Ook op campings in de bergen of aan open water is het risico op blikseminslag extra hoog – check bij aankomst wat de aanbevolen schuilplaatsen zijn.

En hoe zit het met de tentstokken?

Metalen tentstokken zijn niet per definitie gevaarlijk, maar ze kunnen wel extra risico opleveren bij onweer. Omdat tenten vrijwel altijd met metalen haringen in de grond staan, is er al snel sprake van een geleidende verbinding met de bodem. Bij een blikseminslag kan de stroom zich dan via het frame en de haringen verspreiden, met risico voor wie zich in de tent bevindt. Daarom blijft het advies: verlaat bij onweer de tent en zoek een écht veilige plek op.

Tot slot: een goede voorbereiding helpt

Kijk altijd naar de weersvoorspelling voordat je op pad gaat. Veel weerapps geven een melding bij onweerskansen, vaak met een tijdsindicatie en locatie. Op de camping is het handig om bij aankomst al te weten waar je naartoe kunt bij slecht weer.

Zorg ook dat je zaklamp, powerbank en radio of noodaccu paraat hebt als je kampeert, voor het geval de stroom uitvalt. En vooral: blijf rustig. Onweer is gevaarlijk, maar met de juiste kennis en voorzorgsmaatregelen voorkom je ongelukken.

🔦 Voor als de stroom uitvalt

Licht in de duisternis!