ID.nl logo
Hardware en driverfouten opsporen
© Reshift Digital
Zekerheid & gemak

Hardware en driverfouten opsporen

Werkt uw pc niet meer en ligt het niet aan de software, dan is er werk aan de winkel. Is er een onderdeel kapot? Is de voeding te zwak? Staat de harde schijf op zijn laatste benen? Snel reageren is belangrijk, want wachten kan de problemen verergeren. In deze expertcursus leggen wij u uit hoe u zelf een diagnose kunt stellen en geven we gelijk mogelijke oplossingen.

Om een diagnose te stellen, kunt u een vaste route volgen, waarbij u probeert het probleem naar de kern terug te brengen. De volgorde is: koeling, voeding, harde schijf, geheugen en videokaart. Kunt u problemen in al die onderdelen uitsluiten, dan eindigt u met de gevreesde laatste stap, genaamd 'overig'. Voordat u gaat speuren naar de oorzaak van de problemen, moet u wel weten wat er in uw systeem zit. Van uw eigen pc weet u dat waarschijnlijk wel, het kan lastiger worden wanneer u met de computer of laptop van iemand anders in de weer bent. In zulke gevallen kunt u de meeste informatie via software zoals de gratis versie van SiSoftware Sandra achterhalen. Als er informatie ontbreekt of als u problemen met de harde schijf vermoedt, dan kunt u natuurlijk ook altijd de computer openschroeven.

1. Blauwe schermen

Is de hardware bekend, dan kunt u het probleem onder de loep nemen. Daarbij zijn de befaamde blauwe schermen van Windows van onschatbare waarde. Hier ziet u een foutcode, en de dll of het andere stuurprogrammaonderdeel dat voor de fout heeft gezorgd. Als u de naam van dit bestand en de foutcode van het blauwe scherm in Google zet, komt daar vaak al een oplossing uit voort. Zo niet, dan kunt u aan de hand van het stuurprogramma de gegevens van de fabrikant achterhalen. Dat geeft op zijn beurt een hint welk stuk hardware voor problemen zorgt. Zo vonden wij laatst op ons testysteem een probleem met een sys-bestand van NXP Semiconductors. NXP schreef dit bestand voor het aansturen van hybride capture- en tunerkaarten. Gebruikmakend van die kennis, verwijderden we de capturekaart uit het systeem waarna de problemen verdwenen.

©PXimport

Gebruik een toepassing als SiSoftware Sandra om te achterhalen welke onderdelen er in de probleemcomputer zitten.

2. Koeling

Als u geen blauw scherm hebt om mee te werken omdat het systeem helemaal vastloopt, of als het systeem zichzelf uitschakelt, dan is de koeling de eerste verdachte. Ook bij een vertekend beeld of een sterk vertraagd systeem, is het controleren van de koeling een goed idee.

3. Oververhittingsbeveiliging

Computers die slecht gekoeld zijn, worden traag. Dit komt doordat de oververhittingsbeveiliging de snelheid van het systeem terugschaalt, in poging zo af te koelen. Dat is een verbetering ten opzichte van doorbranden, maar het zorgt er wel voor dat mensen soms lang met een eenvoudig te verhelpen 'defect' blijven werken. Controleer bij computers met onduidelijke problemen altijd of zowel de luchtingangen als de luchtuitgangen niet geblokkeerd zijn door stof en vuil. Denk ook aan de locatie van de pc. Als deze in een kast of naast een verwarming staat, kan hij snel oververhit raken.

Start de computer en controleer in de BIOS of er geen extreme hitte wordt afgegeven door een onderdeel. Geeft de BIOS geen problemen aan maar ontstaan er toch hitteproblemen bij doorstart, verwijder dan de 'tweaktoepassingen' die de computer stiller moeten maken.

4. Kast openen

Als dit niet helpt of een onderdeel volgens de BIOS extreem warm wordt, schroef dan de computer open. Ga na of de ventilatoren allemaal draaien en kijk gelijk of ze goed gemonteerd zijn. Op de zijkant van iedere (kwaliteits-)ventilator staat een pijltje dat de blaasrichting aangeeft. Denk eraan dat ventilatoren op de bijbehorende hardware moeten blazen en dat ventilatoren in de kast de juiste kant op wijzen voor een juiste luchtdoorstroming. Let op ventilatoren met een dubbele stekker. U hebt dan keuze uit een stekker met weerstand en één zonder weerstand. Die met weerstand zorgt ervoor dat de ventilator trager draait zodat deze minder herrie maakt. Zet bij controle van de koeling altijd de ventilatoren vol open. Als de computer dan wel goed werkt, weet u waar het probleem zit.

Als er met de ventilatoren niets mis is en het systeem toch te heet wordt, dan is het verstandig om de pc te verplaatsen of extra koeling te plaatsen. Biedt de kast geen ruimte voor extra koeling, dan kan het noodzakelijk zijn om een grotere systeemkast aan te schaffen.

Airflow

Om een systeemkast goed te koelen is een goede luchtdoorstroom nodig. Dat houdt in dat de kast koude lucht kan aanzuigen en warme lucht kan afvoeren. De meeste behuizingen hebben daarom onderaan de voorkant luchtsleuven met ventilatoraansluitingen en boven achterin ook. Zet u uw computer zelf in elkaar, monteer de ventilatoren dan zo dat de voorste naar binnen blazen en de achterste naar buiten.

5. Voeding

Als het systeem bij zwaardere belasting crasht of herstart, dan hoeft dat niet aan de koeling te liggen. Een tweede verdachte voor dergelijk gedrag is de voeding. Een meer typisch voedingsprobleem is dat de computer niet in één keer of niet altijd wil starten. Kijk voor u naar de oorzaak zoekt, eerst naar het meest voor de hand liggende probleem: een doorgebrande voeding. Als dit gebeurt terwijl u met het systeem werkt is het rookpluimpje achteruit de machine moeilijk te missen. Als iemand zijn computer langsbrengt of als uw systeem onverwacht is uitgevallen, ruik dan even aan de achterkant bij de voeding. Ruikt u doorgebrand plastic? Dan is het tijd om een nieuwe voeding aan te schaffen.

6. Crashes en herstarten

Schroef bij onregelmatige crashes en spontaan herstartende systemen de computer open en loop om te beginnen alle voedingskabels na. Op moederboren horen soms meer stroomkabels dan u zou verwachten, en sommige systemen starten ook op als niet alles is aangesloten. Vergeet de videokaart niet, die waarschuwt wel als de kabels niet zijn aangesloten maar zo'n waarschuwing kunt u negeren en uitzetten.

Wil de computer niet altijd in één keer opstarten of ontstaan er problemen bij zware belasting, dan kan de voeding te zwak zijn. De hoeveelheid benodigd vermogen is grofweg uit te rekenen op de volgende wijze. Tel voor de processor tussen de 65 watt (een moderne dual-core) en 140 watt (een moderne quad-core op zijn max). Pak voor het moederbord tussen de 25 (microATX) en 55 watt (high-end, overgeklokt). Neem 5 watt per geheugenmodule, 2 watt per ventilator, 10 watt per harde schijf, 10 watt voor een dvd-brander en tel per extra uitbreidingskaart er 5 bij watt op. Reken per ingebouwde videokaart tussen de 35 en 75 watt voor budgetmodellen, 75 tot 180 watt voor middenklassers en 180 tot 375 watt voor topmodellen. Een blik op de specificaties kan voor videokaarten praktisch zijn. Deze optelsom levert een indicatie van het vereiste piekvermogen van de voeding op. Zit de voeding in het systeem daar ver onder, dan mist deze het vermogen om de hardware efficiënt aan te sturen op piekmomenten en is het verstandig om uit te kijken naar een krachtigere voeding.

©PXimport

Voor krachtige systemen is een stevige voeding nodig.

De juiste voeding

Op de zijkant van iedere voeding staat een tabel die specificeert hoeveel vermogen de voeding heeft en hoe dit vermogen verdeeld is. De optelsom van het vermogen is leuk, maar de verdeling is van veel groter belang. Een voeding levert namelijk vermogen bij spanningen van 3,3, 5 en 12 volt. Van deze drie is het vermogen bij 12 volt het belangrijkst. Als u twee voedingen wilt vergelijken, kijk dan op deze sticker naar de optelsom bij de 12 volt-rails van beide voedingen en vergelijk deze scores. Let daarnaast op de 80 PLUS-certificering. Die geeft aan hoe efficiënt een voeding is. De belangrijkste verschillen in efficiëntie vindt u tussen voedingen met een 80 PLUS Gold- of 80 PLUS Platinum-logo tegenover de 80 PLUS, 80 PLUS bronze en 80 PLUS silver.

©PXimport

Met de gegevens op de sticker van de voeding kunt u eenvoudiger een vergelijking maken tussen modellen.

7. Harde schijf

Als u de koeling en de voeding kunt uitsluiten, kunt u zich richten op de harde schijf. Als u vanaf het begin problemen met de harde schijf vermoedt, is het verstandig dit onderdeel als eerste te controleren. Voor de harde schijf geldt dat de problemen heel snel toenemen bij gebruik. Hardwareproblemen met de harde schijf zijn redelijk snel te herkennen. Als de schijf tikt, giert of bromt is het loopwerk wellicht defect. Probeer eventueel nog een back-up te maken en schrijf de schijf af. De data van een harde schijf is makkelijk te over te zetten naar een nieuwe schijf met de gratis tool CloneZilla. Als de schijf geluid maakt én heet wordt, dan is waarschijnlijk de leeskop tegen de plaat geslagen en vastgesmolten. Dit levert een brandgevaar op, u kunt beter geen poging wagen om nog een back-up te maken.

©PXimport

Als de harde schijf aan vervanging toe is, dan kunt u met CloneZilla eenvoudig alle gegevens overzetten.

©PXimport

Als u tikken, fluiten of brommen hoort of de harde schijf wordt gloeiend heet, dan kan het zijn dat de leeskop vastzit.

Malware?

Als de computer raar omgaat met de inhoud van de harde schijf, dan kan een infectie met malware de oorzaak zijn. De meeste malware rommelt met de instelling van de browser en zorgt voor een overdaad aan advertenties. Een andere categorie haalt akelige trucs uit om juist onzichtbaar op het systeem aanwezig te blijven. De tijd dat thuiscomputers compleet lamgelegd werden, ligt wat dat betreft achter ons. Als u toch uit wilt sluiten dat problemen door een malware-infectie veroorzaakt worden, maak dan op een schoon systeem een opstartbare usb-stick aan van een antivirusfabrikant. Start vervolgens op vanaf deze usb-stick en voer een uitvoerige scan uit.

8. Geheugen

Als u problemen met de koeling, voeding en harde schijven hebt kunnen uitsluiten, dan begint de akeligste fase van iedere probleemzoektocht. De kans bestaat dan namelijk dat het geheugen problemen heeft. Het meest voorkomende probleem met geheugen is slecht contact. Zeker als de computer net verplaatst is, kan het gebeuren dat een module los gaat zitten. Probeer daarom eerst eens de modules vast te duwen.

9. Soft Errors

Volledig defect geheugen is snel genoeg te herkennen aan het feit dat de computer niet meer start. Een vaker voorkomend probleem is dat het geheugen last heeft van 'soft errors'. Dit betekent dat de inhoud van de geheugenregisters op willekeurige momenten in plaats van een nul een één wegschrijft of andersom. Ook kan door een soft error bij het schrijven naar één register de inhoud van een ander, naburig register ineens veranderen. Het spreekt voor zich dat dit kan leiden tot spontane crashes.

Een typisch resultaat van soft errors is een crash, gevolgd door een willekeurig blauw scherm. Met andere woorden, er is geen goede lijn te vinden in de foutmeldingen hoewel "IRQL_Less_or_Not_Equal" als melding relatief vaak voorkomt. Een andere indicatie dat het geheugen op deze manier beschadigd is, zijn blauwe schermen tijdens de installatie van het besturingssysteem. Incompatibele hardware kan overigens ook de oorzaak zijn voor zulke blauwe schermen. Dit laatste is uit te sluiten met een compatibiliteitscontrole vooraf.

Soft errors kunnen al tijdens de fabricage van geheugen ontstaan en komen wat vaker voor bij goedkope modules dan bij duurdere, hoewel de prijs geen kwaliteitsgarantie geeft.

10. Statische schokken

Een andere manier waarop geheugen defect kan gaan, is door lichte statische schokken. Juist bij geheugenmodules is het daarom van groot belang om een (niet altijd populaire) antistatische armband te dragen. Haal geheugenmodules pas uit de verpakking als u ze gaat plaatsen en bewaar ze in een antistatische verpakking. Windows heeft sinds Vista een geheugencontrole die u kunt aanzetten door op F8 te drukken voor het starten van Windows, vervolgens kiest u voor Geheugentest. Deze test plaatst enkele patronen in het geheugen en controleert daarna of er registers spontaan veranderd zijn. Als deze test fouten detecteert, dan dient u de defecte module te vervangen. Vindt de geheugencontrole niets, dan wil dat niet zeggen dat het geheugen goed is. De laatste stap bij verdenking van slecht geheugen is het vervangen van alle latjes. Bent u niet in het bezit van extra geheugenmodules, wissel dan één voor één de modules die in de computer zitten, tot de fout zich herhaalt.

©PXimport

Als de meldingen op het blauwe scherm keer op keer veranderen, is er een goede kans dat het geheugen niet in orde is.

©PXimport

Niet populair, wel praktisch. Draag bij het plaatsen van geheugen een antistatische armband om vage, terugkerende stabiliteitsproblemen te voorkomen.

11. Videokaart

Problemen met de videokaart zijn over het algemeen gemakkelijk te constateren en redelijk eenvoudig op te lossen. Vertekening van het beeld, regelmatig hetzelfde blauwe scherm, slechte grafische prestaties of helemaal geen beeld zijn veel voorkomende fouten. Geen beeld is overigens meestal het resultaat van een kabel die losgeschoten is. Gebruik de schroefjes op de kabel om te zorgen dat deze op zijn plaats blijft. Controleer voor u de kabel vastzet aan beide kanten of de pinnetjes van de VGA- of DVI-connector nog wel recht zijn en vervang bij twijfel de kabel. Vergeet ook niet om de stroomkabel van de monitor te controleren (en let ook even op de aan/uit-knop van de monitor en eventuele schakeltoetsen voor extra apparaten). Zijn de kabels goed, dan is de kans groot dat de videokaart defect is, schakel als het even kan terug op een interne videokaart of probeer een reservekaart om te kijken of dit het probleem oplost.

12. Koeling?

Aan vertekening van het beeld, blauwe schermen en slechte prestaties, kan de koeler van de videokaart schuldig zijn. Deze koelers zijn eenvoudig te vervangen of te upgraden. Dezelfde aandachtspunten als bij alle andere koelers gelden hier ook. De meest voorkomende reden dat een videokaart niet goed meer werkt, is achterstallig onderhoud van de stuurprogramma's. Dit is een probleem dat gamers vaker tegenkomen dan reguliere gebruikers. Juist computerspellen maken vaker gebruik van de nieuwste technieken in een videokaart en daar zitten soms nog ruwe kantjes aan. Voor gamers ligt de voorkeur voor stuurprogramma's direct bij de fabrikant van de chipset (nVidia of ATI/AMD) aangezien die meestal net iets nieuwer zijn dan die van de fabrikant van de videokaart. Uitzondering voor gamers zijn overklokte (oc) videokaarten die ondersteuning van de fabrikant van het bord nodig hebben om op maximale capaciteit te werken. Wie geen gamer is, is vaak beter af met de stuurprogramma's van Microsoft, omdat de automatische update van Windows dan de videokaart ook onderhoudt.

13. Overig

Als u vast moet stellen dat het niet aan de koeling, voeding, harde schijf, het geheugen of de videokaart ligt, dan blijft alleen 'de rest' van het systeem over. Haal bij dergelijke probleemsystemen alle niet-essentiële insteekkaarten uit het systeem en verwijder alle overbodige kabels. Sluit het systeem aan op een andere monitor, en gebruik een andere muis en een ander toetsenbord. Als de machine dan nog niet werkt, kunt u nog - met de handleiding van het moederbord in de hand - de aansluitingen van de stroom- en resetknop nalopen, en uw overige hardware aansluiten en uitproberen op een testmoederbord.

©PXimport

Met een applicatie als Open Hardware Monitor kunt u zelf een oogje op de computer houden.

Benchmarks

Voor het testen van de prestaties van hardware gebruiken wij benchmarksoftware. Dezelfde software is ook handig in te zetten bij probleemoplossing. U kunt hiermee namelijk de computer hard aan het werk zetten en zien of deze crasht, en zo ja wanneer. Dit is heel bruikbaar om bijvoorbeeld koelingsproblemen te achterhalen. Na een grote reparatie kunt u een benchmark meerdere malen laten herhalen om te controleren of een systeem stabiel draait. Een aantal benchmarks is gratis voor thuisgebruik. Wilt u aan de slag met deze methode, dan is de website van Futuremark handig.

©PXimport

Benchmarks zijn niet alleen bruikbaar om de relatieve prestaties van een computer te meten, maar ook om een systeem te belasten en zo zwakke plekken te achterhalen.

Oogje in het zeil houden

De gegevens die u in de BIOS kunt zien over temperatuur, ventilatorsnelheden en voltages zijn door het besturingssysteem vrij op te vragen. Meerdere ontwikkelaars maken enthousiast gebruik van deze optie en bieden eenvoudige grafische toepassingen om deze gegevens tijdens het gebruik van Windows uit te lezen. Met een gereedschap zoals de Open Hardware Monitor is het eenvoudig om tijdens het gebruik van Windows te kijken of er geen onderdelen oververhit raken.

Bliepende BIOS

Hoewel de interne speaker op moederborden niet vaak te horen is, is dit wel een heel handig instrument als de computer helemaal niet meer start. Bij problemen met geheugen, processor of grafische kaart geeft de BIOS via de interne speaker middels bliepjes aan wat het probleem is. Iedere fabrikant heeft zijn eigen vertaalsleutel van bliepjes naar probleem, en deze vertalingen zijn op internet te vinden, bijvoorbeeld op ComputerHope.com.

Starten vanaf usb

Als een computer serieus problemen heeft of niet meer wil starten, dan biedt een opstartbare cd of usb-stick uitkomst. Als het systeem vanaf usb wel start, dan weet u dat de computer hardwarematig nog wel werkt. Ook kunt u met een beetje geluk de harde schijf van het systeem benaderen om zo de gegevens te back-uppen. Om eenvoudig een opstartbare usb-stick met Linux te maken, kunt u het gratis programma UNetbootin gebruiken.

▼ Volgende artikel
Spinnen in huis? Zo zet (en houd!) je ze buiten
© RHJ - stock.adobe.com
Huis

Spinnen in huis? Zo zet (en houd!) je ze buiten

Het is herfst, en dat betekent spinnen. Niet alleen buiten, maar ook binnen. Daar kun je flink van schrikken. Toch is er geen reden tot paniek. Spinnen zijn juist nuttig: ze vangen muggen, vliegen en andere hinderlijke insecten. Nederlandse spinnen zijn bovendien niet gevaarlijk voor mensen. Wil je ze toch liever niet in huis? Dit kun je doen!

🕷️ Dit artikel in het kort

Spinnen zijn nuttige insecteneters en doen in Nederland mensen geen kwaad. Toch zien we ze vooral in de herfst liever buiten dan binnen. In dit artikel lees je hoe je spinnen vangt, wat je kunt doen om ze te buiten te houden en hoe je de meest voorkomende soorten herkent. Daarnaast kijken we per ruimte in huis naar plekken waar spinnen zich graag verstoppen en wat je daartegen kunt doen. Lees ook: Slim ventileren in de herfst: zo voorkom je vocht en schimmel

Dat je in het najaar meer spinnen ziet, is trouwens logisch. De mannetjesspinnen zijn dan op zoek naar een vrouwtje. Of het nu mannetjes of vrouwtjes zijn, voor allemaal geldt: ze zijn snel, maar niet gevaarlijk. Je kunt ze makkelijk vangen, zolang je maar rustig blijft.

Geen paniek! Vangen en vrijlaten doe je zo

De eenvoudigste methode daarvoor is nog steeds het bekende glas met een stukje stevig papier, bijvoorbeeld een bierviltje. Zet een stevig glas over de spin en schuif er een kartonnetje of papiertje onder. Til het geheel voorzichtig op, houd het goed gesloten en zet de spin buiten op enkele meters van je huis neer. Hoe verder, hoe kleiner de kans dat hij terug naar binnen kruipt.

Er bestaan ook speciale spinnenvangers: lange stelen met zachte borsteltjes of buisjes met een opvangreservoir. Handig als je liever wat afstand bewaart. Oefen eerst even, zodat je zeker weet hoe het werkt. Een spin doorspoelen of bespuiten met insectenspray kun je beter niet doen: er zijn betere, diervriendelijkere manieren om van ze af te komen.

©LeoniekvanderVlietPhotography

Waar komen spinnen binnen?

Spinnen kiezen niet bewust voor jouw woonkamer, maar volgen vaak insecten die aangetrokken worden door licht of warmte. Via kieren langs kozijnen, onder deuren of door ventilatieopeningen vinden ze hun weg naar binnen. Ook via spullen uit de schuur of garage kunnen ze mee naar binnen komen. Door deze routes af te sluiten of te controleren, verklein je de kans dat ze binnen belanden.

Voorkomen is ….

Hieronder lees je wat je in het algemeen kunt doen om insecten en spinnen buiten te houden. Ook kijken we specifiek naar bepaalde ruimtes in je huis.

Algemeen

Inspecteer je hele woning systematisch door langs plintnaden, kozijnen en doorvoeren te lopen. Dicht kieren af en vervang versleten tochtstrips. Plaats fijnmazig rvs-gaas voor ventilatieopeningen en maak ventilatieroosters jaarlijks schoon. Horren monteren voor ramen en deuren scheelt ook al een hoop.

Woonkamer

In de woonkamer trekken lampen vaak insecten aan, en daarmee ook spinnen. Plaats lampen niet direct bij de buitendeur en gebruik eventueel warmere lichtkleuren die minder insecten lokken – wit licht bevat namelijk veel UV- en blauwe componenten, echte insect-magneten. Ruim regelmatig achter kasten en banken op: rommelige hoeken bieden ideale plekken voor webben.

Slaapkamer

Zet bij warm weer het raam open met een hor ervoor. Zo ventileer je goed zonder dat spinnen en insecten naar binnen glippen. Trek ook gordijnen geregeld open en dicht; spinnen houden van rustige, donkere hoekjes.

Badkamer

Door de hoge luchtvochtigheid is de badkamer aantrekkelijk voor insecten en dus voor spinnen. Laat de ruimte goed drogen na het douchen (zet daar bijvoorbeeld de mechanische ventilatie voor aan of zet een raam een stukje open) en haal spinrag direct weg.

Kelder en berging

Dit zijn favoriete plekken voor grote huisspinnen. Ze houden van koelere, vochtige plekken waar ze met rust gelaten worden. Controleer leidingen en kieren, dicht openingen en zorg dat er niet te veel losse spullen op de grond staan.

Ventileren en opruimen helpt

Een goed geventileerd huis is minder aantrekkelijk voor insecten en dus ook voor spinnen. Laat roosters open, zet dagelijks kort ramen tegenover elkaar open voor frisse lucht en maak ventilatieopeningen schoon. Zo zorg je ervoor dat het in huis minder vochtig wordt – en daarmee geef je vliegjes, muggen en andere insecten minder kans.

Oude spinnenwebben kun je eenvoudig weghalen met een plumeau of stofzuiger. Leeg de stofzuigerzak daarna buiten, want een spin kan anders alsnog ontsnappen. Ook lege eizakjes haal je zo weg. Daarmee voorkom je dat er nieuwe generaties in je huis uitkomen.

Van huisspin tot kruisspin: zo herken je ze

Gevaarlijke spinnen? Die komen in Nederland eigenlijk niet voor. Maar dat maakt de angst er niet minder om. Herkennen wat voor spin je ziet, kan dan echt helpen. In september en oktober zie je binnenshuis vooral mannetjes van huisspinnen rondstruinen, terwijl vrouwtjes in hun web blijven. Met een app zoals ObsIdentify (voor Android en iOS) kun je eenvoudig een foto maken en direct zien om welke soort het gaat. Ook de webvorm geeft aanwijzingen: een strak wielweb, een trechter of een slordig matje is vaak soortspecifiek. Door je in de soorten te verdiepen, leer je dat de grote, donkere spinnen in huis simpelweg rondzwervende mannetjes zijn die een partner zoeken. Niets om bang voor te zijn dus!

Top 5 huisspinnen in Nederland

De kruisspin, Araneus diadematus, is jaar in jaar uit de publieksfavoriet én meest geteld; je herkent hem aan het lichte kruis op het achterlijf en het grote wielweb langs schuttingen en raamkozijnen. De grote trilspin, Pholcus phalangioides, hangt met lange poten onder het plafond en trilt heftig bij onraad; je vindt hem vaak in rustige hoekjes binnen. De gewone en grote huisspinnen, Eratigena-soorten, bouwen trechterwebben achter kasten en in kelders. De venstersectorspin, Zygiella x-notata, spant bij ramen een wielweb met een 'hapje' eruit; vaak zie je die in gevelhoeken. De herfsthangmatspin, Metellina segmentata, maakt kleine hangmatwebjes in struiken en rond tuinen en wordt regelmatig bij huizen gezien. De exacte volgorde varieert per jaar en telling, maar deze soorten staan steevast hoog in Nederlandse spinnentellingen.

©Anton Derkach | Iuliia - stock.adobe.com

Veelgestelde vragen over spinnen in huis

Zijn spinnen in Nederland giftig?

De spinnen die je binnenshuis tegenkomt, zoals huisspinnen of trilspinnen, zijn niet gevaarlijk. Ze kunnen hooguit bijten als ze in het nauw komen, maar dat gebeurt zelden en is vergelijkbaar met een muggenprik: een klein rood plekje dat snel verdwijnt. Ook buitenshuis leven er in Nederland geen gevaarlijk giftige spinnen voor mensen.

Kruipen spinnen in je slaap in je mond of oren?

Dit is een hardnekkige mythe. Spinnen zijn schuwe dieren die juist contact met mensen vermijden. Het idee dat ze in je slaap in je mond of oor kruipen is een broodjeaapverhaal. Ze lopen hooguit langs je bed op zoek naar een rustig hoekje, maar hebben geen enkele reden om een mens als schuilplek te gebruiken.

Waarom zie je vooral in de herfst zoveel spinnen?

In nazomer en herfst gaan mannetjes-huisspinnen op zoek naar een vrouwtje. Omdat ze rondzwerven, zie je ze vaker in kamers en gangen lopen. Vrouwtjes blijven meestal in hun web en vallen daardoor minder op. De seizoenspiek heeft dus alles te maken met hun voortplantingscyclus.

Kunnen spinnen eitjes in huis leggen?

Ja, spinnen kunnen in huis eizakjes maken. Meestal gebeurt dat in rustige hoekjes of achter meubels. De jongen verspreiden zich na het uitkomen en veel halen de volwassen leeftijd niet. Door webben en eizakjes regelmatig weg te halen met de stofzuiger, houd je de aantallen eenvoudig onder controle.

Helpt het om spinnen weg te houden met pepermuntolie of azijn?

Er circuleren veel huismiddeltjes die zouden helpen, maar er is weinig bewijs dat spinnen echt wegblijven van bepaalde geuren. Belangrijker is het dichten van kieren, plaatsen van horren en regelmatig opruimen. Dat heeft aantoonbaar meer effect dan een schaaltje azijn of een oliebrandertje.

Kunnen huisspinnen springen of vliegen?

Nee, de huisspinnen die je binnenshuis tegenkomt kunnen niet springen of vliegen. Ze lopen of klimmen via draden. Soms zie je kleine jonge spinnen wel zweven aan een draadje; dat heet 'ballooning'. Dan gebruiken ze een draad als zweeflijn in de wind. Bij volwassen huisspinnen gebeurt dat niet binnenshuis. 

Wat moet ik doen als ik een spin echt niet durf te vangen?

Vraag iemand anders om te helpen of gebruik een lange spinnenvanger waarmee je voldoende afstand houdt. Als dat niet lukt, kun je de deur naar de buitenruimte openen en wachten tot het dier zelf naar buiten trekt. Het belangrijkste is kalm blijven: spinnen zijn sneller bang voor jou dan andersom.

Spinnenvanger nodig?

Kijk, koop en vang
▼ Volgende artikel
Oktober in je tuin: voorbereiden op de winter
© Roland Abel
Huis

Oktober in je tuin: voorbereiden op de winter

In oktober staat de tuin in het teken van de overgang naar de koude maanden. Planten hebben nog steeds zorg nodig en ook het onderhoud vraagt aandacht. Dit is het moment om alles klaar te maken, zodat je tuin de winter goed doorkomt.

In oktober maak je de tuin winterklaar. Sluit de buitenkraan af en berg de tuinslang leeg op. Koop vliesdoek en noppenfolie om kwetsbare planten te beschermen. Plant groenblijvende struiken, winterviolen en bloembollen voor kleur in de donkere maanden. Oogst appels, peren en pompoenen, en zaai veldsla of spinazie. Geef struiken en rozen nog voeding, verwijder zomerbollen uit de grond en snoei rozen, fruitbomen en loofbomen. Werk het gazon af met een laatste maaibeurt en hark het blad weg.

Lees ook: Van januari tot en met december tuinieren: tips voor het hele jaar buiten bezig

Bescherm de tuin tegen vorst

Met dalende temperaturen is het belangrijk om alles te beschermen tegen vorstschade. Laat de tuinslang volledig leeglopen en berg hem op, zodat er geen water in achterblijft. Draai vervolgens de buitenkraan dicht. Schaf vliesdoek of noppenfolie aan om gevoelige planten te beschermen zodra het gaat vriezen.

Planten en bollen voor een wintertuin

Wie in de winter ook kleur wil behouden, kan nu groenblijvende varens, lage heesters en kerstrozen planten. Voorjaarsbollen zoals sneeuwklokjes, kievitsbloemen en bosanemonen moeten direct de grond in, omdat ze snel uitdrogen. Ook winterjasmijn of knoflook zijn nu aan de beurt. Bedek de grond daarna met een laag bladeren.

In hangmanden kun je winterviolen, bollen en klimop zetten voor wat extra kleur. Rozen plant je alvast voor het nieuwe seizoen. Tulpen die niet in de grond kunnen overwinteren, zet je in bollenbakken. Andere bloembollen plaats je bij vaste planten die qua kleur en bloeitijd goed bij elkaar passen. Geprepareerde hyacinten zet je in glazen binnen om vroeg van hun bloemen te genieten.

Oogsten in de herfst – én zaaien in de moestuin

Oktober is de maand van de oogst. Peren en appels haal je nu van de boom; maak er moes of taart van. Pompoenen en sierkalebassen zijn ook rijp. Laat altijd een stuk steel zitten, dan blijven ze langer goed. Bewaar ze koel en vorstvrij. In de moestuin zaai je nog veldsla, pluksla of spinazie. Kies wel voor winterharde soorten. Groenten die niet tegen kou kunnen, zoals paksoi, koolrabi, bloemkool en broccoli, oogst je voor de winter.

©encierro - stock.adobe.com

Onderhoud in oktober

Struiken, rozen en hagen hebben nog baat bij wat mest. In de border en moestuin kan eventueel kalk gestrooid worden. Blijf onkruid weghalen zodat het in het voorjaar niet uit de hand loopt. Plantensteunen kunnen de schuur in; maak ze schoon voordat je ze opbergt.

Zomerbollen zoals dahlia's, bloemriet en Abessijnse gladiolen moeten gerooid worden na de eerste nachtvorst. Controleer ook potten en bakken: zorg dat de afwateringsgaten open zijn zodat regenwater goed kan weglopen.

Snoeien in oktober

Ramblerrozen knip je bij door lange scheuten wat in te korten. Oktober is ook geschikt voor het snoeien van berk, esdoorn en kastanje, maar doe dit niet later dan eind november, want de sapstromen van deze bomen komen al vroeg op gang. Appel- en perenbomen kunnen eveneens gesnoeid worden.

©maxbelchenko

Het gazon winterklaar maken

Geef het gras dit najaar nog een laatste beurt. Verticuteer om mos en dood gras te verwijderen en lucht in de bodem te brengen. Maai het gras nog een keer, maar laat het niet te kort worden. Steek de randen bij en hark het gevallen blad weg, zodat het gras niet verstikt onder een bladerdeken en in het voorjaar weer gezond kan uitlopen.