ID.nl logo
Zekerheid & gemak

Fab Lab: Doe-het-zelven ten top (deel 1)

Met de digitale werkplaatsen van Fab Lab kun je vrijwel alles maken. Je hoeft het alleen maar te bedenken. In dit tweeluik stellen we enkele opmerkelijke projecten aan je voor, waaronder een drone van hout en een 3D-geprinte gettoblaster.

Fab Lab staat voor fabrication laboratory. Het zijn creatieve digitale werkplaatsen waar uitvinders, ontwikkelaars en hobbyisten samenkomen om hun eigen ideeën om te zetten in creaties. Met behulp van computers, 3D-printers, lasersnijders en freesmachines worden van schetsen en ontwerpen tastbare producten gemaakt.

Het begon zo’n tien jaar geleden als een programma van MIT’s Center for Bits and Atoms, waar Neil Gershenfeld studenten liet experimenteren met peperdure printers en snijders. De werkplaats bleek zo populair dat het concept al snel werd gekopieerd naar andere plekken op de wereld. Het eerste internationale Fab Lab werd opgericht in Cartago, Costa Rica in 2002. In 2003 opende een werkplaats in het Noorse Solvik Gård, waar draadloze netwerken en halsbanden met zenders worden gemaakt om nomadische herders te helpen. Sindsdien is het aantal Fab Labs enorm uitgebreid. Inmiddels zijn er meer dan duizend, van India tot aan Polen. Nederland alleen heeft er al 32.

Alle werkplaatsen hebben hetzelfde doel: mensen leren om zelf dingen te maken. Het zijn ideale plekken om te leren en experimenteren met techniek. Maar ook om mensen te ontmoeten en kennis te delen. Om je alvast op weg te helpen: hier tien mooie projecten waar we graag zelf mee aan de slag gaan.

ColorFab - Prints die van kleur veranderen

©PXimport

Onderzoekers van MIT hebben een manier ontdekt om objecten te printen die van kleur kunnen veranderen. Denk bijvoorbeeld aan een hoesje voor je telefoon of een oorbel, die zich telkens aanpast aan de kleur van je outfit.

Het team van MIT’s Computer Science and Artificial Intelligence Laboratory (CSAIL) heeft een speciale inkt ontworpen die van kleur verandert nadat het is blootgesteld aan ultravioletlicht. Als een object met behulp van de inkt is geprint, kan het binnen twintig minuten een andere kleur krijgen. De bijzondere inkt kan nu al worden toegepast in 3D-geprinte objecten, maar de onderzoekers denken dat het uiteindelijk ook kan worden gebruikt in kleding.

“Mensen consumeren gemiddeld veel meer dan twintig jaar geleden en ze maken daardoor veel afval”, zegt hoogleraar Stefanie Mueller. “Door de kleur van een object te veranderen, hoef je niet steeds een nieuw object te maken.” De bijzondere inkt is gemaakt van een basiskleurstof, een fotoinitiator en een lichtaanpasbare kleurstof (fotochroom). De laatste brengt de kleur in de basiskleurstof naar voren en de fotoinitiator laat de basiskleurstof hard worden tijdens het 3D-printen. Ingewikkeld, maar het ziet er gaaf uit.

Open Source Beehive - In een half uur je eigen bijenkorf

©PXimport

Sinds 2000 wordt er in veel landen een alarmerende sterfte van bijenvolken gesignaleerd. De westerse honingbij (en vele andere bijensoorten en insecten, red.) heeft het moeilijk. Jonathan Minchin, Tristan Copley Smith en Aaron Makaruk bedachten daarom de Open Source Beehive: een bijenkorf die je zelf binnen 30 minuten kunt maken.

Iedereen ter wereld kan het design van de bijenkorven downloaden en uit een enkele houtplaat halen met een CNC-machine, om daarmee zelf bijen te houden. De onderdelen passen vervolgens als een simpele puzzel in elkaar. Je kunt twee soorten bijenkorven downloaden: een kleine (die in elke tuin past) of een grote kast (voor de echte fanatiekelingen). Maar er is meer: na de ontwikkeling van de bijenkorven, zijn de ontwikkelaars begonnen aan de productie van de BuzzBox.

Een sensorkit waarmee bijenhouders de temperatuur, luchtvochtigheid en aantallen in de korf in de gaten kunnen houden. De kit wordt door zonnepaneeltjes voorzien van stroom en stuurt de gegevens over wifi naar een database. De houders kunnen automatisch een notificatie op hun telefoon krijgen als de omstandigheden veranderen. De BuzzBox luistert ook naar de bijen en neemt de geluiden op. Zo ontdekten ze dat de koningin haar volgers alarmeert als ze de korf moeten verlaten.

Fab Lab House - Zelfvoorzienend huis van hout

©PXimport

Als dit project je één ding leert, is dat je vooral niet te klein moet denken. Dit huis (zie de afbeelding boven dit artikel voor het exterieur) is volledig gemaakt van multiplex, met behulp van CNC-freesmachines en een handvol architecten. Het is het eerste digitaal gefabriceerde, zelfvoorzienende huis, dat gebruikmaakt van flexibele zonnepanelen.

De houten woning is ontworpen door het Institute for Advanced Architecture of Catalonia (IAAC) in samenwerking met experts uit twintig verschillende landen. De woning is in Duitsland gemaakt en vervolgens – na wat bijschaven – in het Fab Lab in Barcelona als een bouwpakket in elkaar gezet. Daarna is het voorzien van coatings voor brandveiligheid en isolatie, bekleed en voorzien van de nodige elektronica. Het prachtige eindresultaat staat op drie poten en is uitgevoerd met slimme systemen om het energieverbruik en de temperatuur te meten.

Ook wordt regenwater door de woning hergebruikt. Het huis kan volgens de ontwikkelaars overal ter wereld worden gemaakt met behulp van de Fab Labs. De woning is groot genoeg voor een gezin van vier personen en biedt 75 m2 aan ruimte (andere afmetingen zijn ook mogelijk). Het huis kan binnen vijftien dagen worden gemaakt. Hoeveel het precies kost, wordt niet gezegd. Maar het huidige model staat te koop voor 45.000 euro.

Smart Citizen - Meet luchtverontreiniging in je buurt

©PXimport

Heb jij enig idee hoe gezond de lucht om je heen is? Hoe schoon je omgeving is? Het project Smart Citizen geeft iedereen de mogelijkheid om met behulp van sensoren de verontreiniging in hun eigen buurt te meten. Het project gebruikt opensource-software en hardware om data te verzamelen, met als doel mensen bewuster te maken van de omgeving om hen heen.

Met behulp van een Arduino Uno-board en enkele sensoren wordt de temperatuur, vochtigheid, luchtverontreiniging (fijnstof en stikstofdioxide) en het omgevingsgeluid gemeten. Interaction designer Guillem Camprodon wil met de apparatuur mensen verbinden met hun omgeving, en ze de mogelijkheid geven om hun relatie met de gemeenschap, diensten en evenementen in die omgeving te optimaliseren.

Met andere woorden: met de Smart Citizen-kit heb je harde data om de overlast in je buurt mee aan te pakken. Tijdens een test in de Valkenburgstraat, de meeste vervuilde straat in Amsterdam, bleek na een jaar de gemiddelde hoeveelheid stikstofdioxide boven de Europese norm van 40 μg/m³ te liggen. Reden voor Milieudefensie om de staat voor de rechter te slepen. De kit zelf is al een tijdje uitverkocht, maar ontwerp, schema’s en firmware vind je hier.

My Human Kit - 3d-geprinte Arm-prothese

©PXimport

Een bijzonder project komt van Fransman Nicolas Huchet. Huchet verloor in 2002 zijn hand bij een incident in de fabriek waar hij werkte. “Voor mensen zoals ik zijn er handprothesen die worden vergoed door de zorgverzekering. Maar die kunnen maar één ding: knijpen. Modellen die veel meer kunnen kosten 40.000 euro. En dat heb ik niet”, vertelt hij in een TEDx Talk.

En dus ging Huchet op zoek naar een alternatief. Die vond hij toen hij in een Fab Lab in Rennes voor het eerst een 3D-printer zag. Hij vroeg zich meteen af of hij daarmee een bionische hand zou kunnen maken. Hij kreeg vrijwillig hulp van ingenieurs, studenten, leraren en hobbyisten. Met gebruik van een opensource-model (iMove), wat visdraad en een motortje wisten ze een eerste prototype te maken. Maar dat was slechts het begin.

Huchet ging door met ontwikkelen tot het hem in het Fab Lab in Berlijn lukte om een volledig functionerende myo-elektrische armprothese (waarbij de armspieren elektrische signalen doorgeven aan elektrodes in de prothese) te bouwen. Met behulp van een 3D-printer kost die prothese slechts 700 euro. Met de handleiding en software die hij online heeft gezet, kan nu iedereen dezelfde prothese maken.

▼ Volgende artikel
5 veelgemaakte fouten bij het koken op inductie
© alfa27 - stock.adobe.com
Huis

5 veelgemaakte fouten bij het koken op inductie

Aangebrand eten, vibrerende pannen of ongelijke resultaten: wie net begint met koken op inductie kan tegen dit soort frustraties aan lopen. Gelukkig zijn ze makkelijk te voorkomen. Wij vertellen wat de meest gemaakte fouten zijn bij het koken op inductie én hoe je ze voorkomt.

In het kort

Overgestapt van gas op inductie? Dat is vaak even wennen. Wij zetten 5 veelgemaakte fouten bij het koken op een rij, zodat jij ze niet hoeft ze maken. Dit zijn ze:

  1. Verkeerde pannen gebruiken
  2. Kookzones niet goed benutten
  3. Te hoog vermogen gebruiken
  4. Boostfunctie te veel gebruiken
  5. Niet goed schoonmaken

Inductieplaat kopen?

Check hier de beste deals!

Fout 1: Verkeerde pannen gebruiken

Een klassieke fout bij het koken op inductie is het gebruik van pannen die eigenlijk niet geschikt zijn voor dit type kookplaat. Inductie werkt via een magnetisch veld dat de bodem van de pan rechtstreeks verwarmt. Zijn jouw pannen niet magnetisch, dan is het gevolg een tragere opwarming, ongelijke garing en onnodig veel energieverbruik. Soms reageert een inductiekookplaat helemaal niet op gewone pannen.

Weet je niet zeker of jouw pannen geschikt zijn voor inductie? Doe dan de magneettest: pak een (koelkast)magneet en houd 'm tegen de bodem van de pan. Plakt de magneet stevig vast? Dan is de pan geschikt voor inductie. Glijdt de magneet weg of is de magnetische werking veel te zwak? Dan kun je beter niet koken met deze pan. 

Extra tip: als je nieuwe pannen voor je inductiekookplaat wilt kopen, let dan niet alleen op de magnetische werking. Ook de dikte van de bodem is belangrijk. Pannen met een bodem van minstens 4 à 5 mm dik verminderen de kans op aanbranden en trillen bij hoog vermogen. Kies daarnaast voor keukengerei van hout of siliconen; dat voorkomt krassen aan de onderkant van de pan. 

Fout 2: Kookzones niet goed benutten

Een inductiekookplaat werkt het best met pannen die qua formaat goed door de kookzone worden herkend. Zet je een pan neer die veel kleiner is dan de kookzone, dan kan het zijn dat de plaat hem niet detecteert of dat er minder vermogen beschikbaar is. Er gaat echter geen warmte verloren: alleen het deel van de pan dat binnen het magnetisch veld valt, wordt verwarmd. Een pan die juist groter is dan de kookzone kan leiden tot ongelijkmatige verhitting, omdat alleen het middendeel voldoende wordt opgewarmd. Let er daarnaast op dat de bodem van de pan vlak en schoon is, zodat het contact met het glasoppervlak optimaal blijft. Een kromgetrokken of vuile bodem kan de werking verstoren.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Fout 3: Te snel opwarmen

Inductie warmt veel sneller op dan gas. Daardoor zetten veel mensen het vermogen al snel te hoog, met als gevolg dat olie of eten kan aanbranden. Het is slimmer om op een lagere stand te beginnen en de temperatuur geleidelijk op te voeren, zeker bij bakken of sudderen. Voor water koken mag je gerust vol vermogen gebruiken, maar bij braden is dat vaak niet nodig. Merk je dat je pan gaat trillen of de kookplaat een zoemend geluid maakt, dan staat hij waarschijnlijk te hoog. Gebruik bovendien olie of vet met een hoog rookpunt, zoals arachideolie, zonnebloemolie, kokosolie of geklaarde boter (ghee). Daarmee voorkom je dat het vet te snel verbrandt.

Fout 4: Boostfunctie te veel gebruiken 

Veel inductiekookplaten hebben een boostfunctie die het vermogen tijdelijk flink opschroeft. Ideaal om snel een pan met water aan de kook te brengen of grote hoeveelheden soep of pasta te verhitten. Voor delicate bereidingen is de booststand minder geschikt, omdat de pan dan zo heet wordt dat eten kan aanbranden of ongelijk gaart. Gebruik hem dus met beleid: handig als je snel kracht nodig hebt, maar niet bedoeld om continu op te koken.

Fout 5: Niet goed schoonmaken 

Vlekken en etensresten op je inductiekookplaat zijn niet alleen onhygiënisch, ze kunnen ook blijvende schade veroorzaken. Vooral suikers zijn verraderlijk: die kunnen bij verhitting het glasoppervlak aantasten. Ook verbrande resten laten vaak hardnekkige vlekken achter en kunnen het glas op den duur verkleuren of zelfs doen barsten. Maak de kookplaat daarom na gebruik altijd schoon. Gebruik een licht vochtige doek met een mild reinigingsmiddel, zoals een beetje afwasmiddel of een speciaal middel voor inductiekookplaten. Voor aangekoekte resten is een speciale kookplaatschraper handig. Vermijd schuurmiddelen en schuursponsjes, want die veroorzaken krassen en maken het glas dof.

▼ Volgende artikel
Chat je met een mens of een AI-bot? 9 manieren om het te testen
© JEMEE PHOTO STORE - stock.adobe.com
Huis

Chat je met een mens of een AI-bot? 9 manieren om het te testen

Heb je het gevoel dat degene met wie je chat geen mens van vlees en bloed is? De AI-chatbots worden beter. Daarom worden ze ook volop ingezet bij klantenservices, maar ook oplichters maken er graag gebruik van. Als je niet zeker weet of je met een mens of een bot communiceert, dan zijn dit enkele veelzeggende signalen.

In dit artikel geven we aan hoe je kunt herkennen of je met een AI-chatbot of een mens praat:

  • Let op onrealistisch snelle of juist vaste reactietijden
  • Vraag naar de huidige datum en check of het antwoord klopt
  • Wissel van taal en kijk of de ander probleemloos meeverandert
  • Test 24/7 beschikbaarheid door op vreemde tijden te reageren
  • Wees alert op links en controleer deze voor je erop klikt
  • Gooi een onverwachte of onzinnige opmerking in het gesprek
  • Vermijd het onderwerp waar de chatbot steeds naar terugkeert
  • Vraag om een mening over een controversieel onderwerp
  • Stel een vraag die logica vereist maar geen databron heeft

Lees ook: Van deepfakes tot gekloonde stemmen: zo bescherm je jezelf tegen AI-oplichting

Heel veel organisaties plaatsen een chatvenster op hun website waar je terechtkunt met vragen, klachten en bestellingen. Toch geven de meeste klanten er de voorkeur aan om met een persoon te praten in plaats van met een AI-chatbot. Waarschijnlijk heb je tijdens zo’n chat ook al eens gefrustreerd moeten vaststellen dat je met een chatbot aan het praten bent. In de beste gevallen neemt de menselijke klantensupport het na een tijdje alsnog over. Er gaan daarom steeds meer stemmen op om de AI op een andere manier in te zetten voor een verbeterde menselijke klantenondersteuning. De interne medewerkers worden bijvoorbeeld uitgerust met AI-gedreven informatie.

De AI-chatbots die fraudeurs inzetten om geloofwaardige gesprekken te houden, gaan nog verder. De oplichters worden daarin ook steeds creatiever en assertiever. AI-gedreven oplichting is extreem gevaarlijk, omdat de reacties en schrijfstijl griezelig echt aanvoelen. Bovendien kunnen AI-tools je gegevens van sociale media verzamelen om op maat gemaakte oplichting te creëren. Oplichters doen een beroep op AI om nepprofielen te maken op datingsites en apps. Ze creëren aantrekkelijke foto’s en gebruiken automatische chats om een band met je op te bouwen. Nadat ze je vertrouwen hebben gewonnen, hangen ze een dramatisch verhaal op en vragen je om geld of hulp. Met de volgende negen tips kun je zulke chatbots herkennen, maar maak je geen illusies: het wordt steeds moeilijker om AI te ontmaskeren.

1 Let op vertraging

Een chatbot verraadt zich onmiddellijk als hij razendsnel en heel uitvoerig reageert. Geen mens leest en interpreteert een vraag, bedenkt een antwoord en typt acht regels tekst in drie seconden Dat weten oplichters ook en daarom zorgen ze in hun scripts voor een vertraging. Let dus op de reactietijd. AI-reacties volgen doorgaans direct of hebben een consistente vertraging, terwijl mensen op de ene vraag langer moeten nadenken dan over de andere.

De meeste bots gebruiken een vaste vertraging, onafhankelijk van de lengte van hun antwoord. Soms kan een simpele reactie als ‘Hallo’ of ‘Bedankt’ tien tot vijftien seconden duren voordat dit op het scherm komt. Merk je zo’n consistente vertraging op, ongeacht de lengte van de tekst, dan kan het gaan om een bot.

Een andere veelgebruikte methode om een mens te imiteren, is een vertraging die is ingesteld op het aantal woorden in het antwoord. Bijvoorbeeld: drie seconden voor korte antwoorden, acht seconden voor gemiddelde antwoorden enzovoort. Probeer de antwoordtiming voor de verschillende lengte van antwoorden vast te leggen om na te gaan of er enige consistentie is.

In drie seconden stond dit antwoord op het scherm, duidelijk een chatbot.

2 Vraag naar de huidige datum

Het klinkt gek, want waarom zou een mens je de huidige datum vertellen? Bots daarentegen beantwoorden elke vraag, zelfs als ze het antwoord niet weten. AI-hallucinatie is de term die we gebruiken voor een antwoord dat niet gebaseerd is op de werkelijkheid. Gek genoeg slaan chatbots bij deze simpele vraag de bal compleet mis. Dat komt doordat de bots die gebruikt worden voor oplichting in tegenstelling tot ChatGPT of Gemini geen toegang hebben tot gegevens die voortdurend worden bijgewerkt. Dat betekent dat ze geen flauw idee hebben welke dag het vandaag is. Als je dit vraagt, is het mogelijk dat ze een datum geven die minstens een paar maanden oud is. Als het geen bot, maar toch een mens is, dan zal die op zijn minst polsen waarom je die vraag stelt, voordat hij je het juiste antwoord geeft.

Ehm, we zijn toch echt meer dan twee jaar verder in de tijd …

3 Gebruik een andere taal

De meeste bots die zich zoals mensen moeten gedragen zijn niet afgestemd op één bepaalde taal. Als je met ze praat in het Engels en plots overschakelt naar het Nederlands of IJslands zullen ze je begrijpen en zelfs in de nieuwe taal antwoorden. Als je geen andere taal kent, kun je gebruikmaken van een online vertaler. Om er zeker van te zijn dat je te maken hebt met AI, schakel je een paar keer over naar verschillende talen.

Vreemd, de andere kant spreekt net zo vlot Nederlands als IJslands.

Human or Not

Human or Not is een gratis online tussendoortje. De game is gebaseerd op een experiment in 1950 gemaakt door Alan Turing om te testen in hoeverre een machine voor een mens kan doorgaan. Het opzet is eenvoudig: na twee minuten chatten moet je beslissen of je met een mens of met een AI-bot hebt gechat.

Je surft hiervoor naar www.humanornot.ai en klikt op de groene knop Start Game. De chatbox zoekt even naar een partner. Soms chat je met een AI-bot en soms ben je verbonden met een andere speler die op zijn beurt ook probeert uit te zoeken of je een mens of een AI-bot bent.

Ook andere deelnemers worden ingezet om Human or Not te testen.

4 Test de beschikbaarheid

AI-chatbots zijn in staat om 24/7 oplichting uit te voeren en kunnen zich op duizenden mensen tegelijk richten. Op sociale media circuleren nepprofielen die behoorlijk overtuigend zijn, maar ze zijn meestal veel te actief in vergelijking met normale mensen. Als je vermoedt dat je bevriend bent geraakt met een AI-bot, dan krijg je zekerheid door zijn beschikbaarheid te testen. Probeer dus op vreemde tijden, zoals midden in de nacht, met dit contact te praten. Als die altijd snel antwoordt, dan weet je hoe laat het is.

Deze is ten minste eerlijk.

5 Wantrouw externe links

Een tactiek die vaak wordt gebruikt, is dat degene waarmee je chat je links stuurt naar andere websites. Net zoals bij e-mail ga je natuurlijk niet lichtzinnig op zo’n link klikken. Je kunt immers op een phishingsite of andere kwaadaardige website terechtkomen waar je software op je systeem downloadt die je veiligheid in gevaar brengt. Controleer eventueel met externe hulpmiddelen of deze links veilig zijn.

Wees extra wantrouwig als een chatbot je naar een link verwijst.

6 Doe iets onverwachts

Een truc die vaak uitsluitsel geeft, is het maken van een onverwachte, zelfs van de pot gerukte opmerking. Vraag hen dus iets onzinnigs of irrelevants. Terwijl je aan het chatten bent, gooi je er bijvoorbeeld een van deze quotes tussen: “Ik denk dat het heel belangrijk is om te luisteren naar wat onze moeders en vaders ons vertellen te doen, en al onze melk op te drinken en al onze groenten op te eten. Vind je ook niet? ” of “Kun je mij een antwoord geven dat niet droger is dan de Sahara en ondraaglijk voorspelbaar?” “Waarom zeggen ze: ‘Drie is gezellig, maar vier is te veel?’” Je brengt een AI-bot hiermee niet van zijn stuk. De AI-bot zal in het eerste voorbeeld zelfs uitweiden over het belang van gehoorzaamheid aan je ouders. Echte mensen zullen verward reageren met iets in de aard van: “Hè?! Wat is dit?”

Wanneer de ander op zo’n onzinnige quote reageert, weet je dat het om een chatbot gaat.

7 Vermijd de fuik

AI-bots van oplichters worden geprogrammeerd om je steeds naar een bepaald onderwerp te leiden. Ze proberen je naar een bepaald internetadres te sturen of ze proberen je bijvoorbeeld te overtuigen om te investeren in cryptomunten. Wanneer je merkt dat ze zo’n uitgesproken interesse hebben in een specifiek onderwerp, dan vermijd je dat thema en verander je telkens van onderwerp. Als het gaat om een AI-bot dan zal hij je steeds proberen terug te brengen naar het interessegebied waarvoor hij geprogrammeerd is. Een mens begrijpt wel dat je geen interesse hebt en gaat verder.

©Supatman - stock.adobe.com

Malafide chatbots proberen je telkens in een bepaalde richting te sturen.

8 Vraag om een mening

Een chatbot heeft geen eigen mening. Bij controversiële onderwerpen zal hij steeds het antwoord in het midden proberen te houden. Stel een vragen als: “Vind je Donald Trump een narcistische president?”, “Moeten dieetpillen verboden worden?”, “Moeten scholen uitgebreide seksuele voorlichting geven?” of “Is klimaatverandering een serieus probleem dat dringende actie vereist, of is het overdreven?”. Je zult dan nooit een ja of nee krijgen. De chatbot ontwijkt de vraag of geeft een neutraal antwoord waardoor je niet weet of de AI voor of tegen het onderwerp is.

Een chatbot neemt nooit een expliciet standpunt in.

9 Doorprik de logica

Een AI-bot die met het internet is verbonden, kan vrijwel alle data benaderen. Probeer de logica te doorprikken met een uitdagende vraag waarvan het antwoord niet in een toegankelijke database zit. Een truc die vrijwel (voorlopig) altijd werkt, is vragen hoeveel een bepaalde letter in een onbestaand woord voorkomt. Stel bijvoorbeeld de vraag: “Hoeveel keer komt de letter t voor in het woord ‘eeooeotetto’.” De antwoorden die wij kregen waren: 2, 4 en 5.

De bot kan geen bepaalde letters tellen van een onbestaand woord.

Watch on YouTube