ID.nl logo
Dit heb je nodig voor je audio- en videoapparatuur
© PXimport
Zekerheid & gemak

Dit heb je nodig voor je audio- en videoapparatuur

Wil je serieus aan de slag met audio en video op je pc, dan zijn er een paar dingen waar je op moet letten. In dit artikel lees je hoe je je pc het beste op audio- en videotaken kunt voorbereiden, wat voor hardware je eventueel nodig hebt, welke software je kan helpen en wat voor terminologie je tegen kunt komen. Kortom: dit heb je nodig voor je audio- en videoapparatuur.

Tip 01: Audio en video

De meeste computergebruikers werken wel eens met audio en video. Als je een mp3´tje wilt inkorten of een video wilt uploaden naar YouTube, dan heb je geen speciale kennis over audioformaten of video-codecs voor nodig. Voor simpele taken hoef je ook geen speciale pc of externe apparatuur aan te schaffen. Maar wat als je wekelijks video´s wilt opnemen voor je vlog, of als je een keer een opname van je band wilt opnemen op je pc? Dan wil je misschien in een externe microfoon, een audio-interface of een goede camera investeren. Ook kan dan de snelheid van je pc een stuk belangrijker worden en is het slim om eens over speciale software na te denken. Dit hoeft je overigens geen kapitalen te kosten, er zijn prima gratis of goedkope softwareprogramma´s beschikbaar en ook hardware-accessoires hoeven geen honderden euro´s te kosten. Snel aan de slag dus!

©PXimport

Tip 02: Pc samenstellen

Laten we beginnen bij het belangrijkste: je pc. Als je serieus met audio en video aan de slag wilt, heb je een goede pc nodig. Maar wat is goed? Dit hangt helemaal af van wat je precies wilt gaan doen uiteraard. Door de bank genomen kun je zeggen dat video een stuk meer van je pc verlangt dan audio. Een recente desktop-pc of laptop is krachtig genoeg om meerdere audiosporen tegelijkertijd op te nemen en je zult niet zo snel aan de grenzen van je cpu komen bij het mixen van muziektracks. Netbooks of zeer compacte laptops zijn meestal minder geschikt, vaak hebben deze apparaten minder krachtige processoren en minder geheugen dan een volwaardige laptop. Voor audio heb je minimaal 4 GB geheugen nodig, maar 8 GB is zeker aan te raden. Voor video is 8 GB het minimum, 16 GB werkt echter een stuk sneller. Qua processor moet je denken aan een Intel Core i5, maar beter is natuurlijk een Core i7 of hoger. Ook hier geldt weer dat video meer eisen aan een systeem stelt dan audio.

Heel belangrijk is dat je gebruik maakt van ssd-schijven. De meeste laptops worden tegenwoordig al sowieso met ssd-opslag geleverd. Bij desktop-pc´s worden doorgaans standaard ‘ouderwetse’ harde schijven geleverd, maar ook daar kun je gewoon ssd’s gebruiken. Er bestaan weliswaar speciale 3,5-inch-ssd’s voor desktops, maar het is goedkoper om gewoon 2,5-inch-versies te gebruiken. Soms worden de benodigde inbouwadapters gratis meegeleverd, maar ze zijn ook voor een habbekrats los te koop. Zeker bij het werken met video is het beeldscherm ook van groot belang. Een full-hd-beeldscherm met resolutie van minstens 1920 bij 1080 pixels werkt fijn.

©PXimport

Door de bank genomen kun je zeggen dat video een stuk meer van je pc verlangt dan audio

-

Tip 03: Mac of pc?

Vroeger was het een simpel feit: als je serieus met audio of video bezig wilde, dan had je een Mac-computer nodig. De meeste professionele software was alleen voor Mac beschikbaar en in alle studio´s zag je Macs staan. Dit is tegenwoordig wel anders, vrijwel alle software is voor zowel pc als Mac beschikbaar en heel eerlijk gezegd: Apple heeft de creatieve pro-gebruiker de laatste jaren een beetje links laten liggen. Een voorbeeld is het topmodel Mac Pro van Apple dat al jaren geen update heeft gehad en qua specificaties links en rechts wordt ingehaald door pc-systemen. Waarom zou je dan nog wel voor een Mac kiezen? Nou, bijvoorbeeld omdat de hardware en software perfect op elkaar is afgestemd en er veel standaardprogramma´s en -functies in macOS zitten ingebouwd. In een gemiddelde muziekstudio, designeropleiding of edit-ruimte zie je dus toch nog vaak één of meerdere Macs staan. Maar een pc-systeem heeft voordelen: je hebt zelf de controle over de componenten die je wilt hebben en over het algemeen ben je voordeliger uit. En als je Windows gewend bent is het wel zo prettig als je dat besturingssysteem kunt blijven gebruiken.

©PXimport

Tip 04: Audio-interface

Om muziek te maken, heb je niet veel externe spullen nodig. Het belangrijkste is dat je luidsprekers of een goede koptelefoon aanschaft, want muziek mixen op een pc-luidsprekersetje is meestal niet heel bevredigend. Om je luidsprekers of koptelefoon aan te kunnen sluiten, is een audio-interface een goede aanschaf. Zo’n interface sluit je met een usb-kabel op je computer aan en heeft vaak meerdere aansluitingen voor bijvoorbeeld luidsprekers, koptelefoons, microfoons en andere muziekapparatuur. Een audio-interface hoeft niet duur te zijn, voor een paar tientjes heb je al een simpele variant. Elke audio-interface heeft twee aansluitingen voor de twee luidsprekers en één kleine aansluiting voor een koptelefoon. Het aantal ingangen wordt bij de specificaties aangegeven: als er één ingang op zit, is dit meestal een jack-aansluiting voor een gitaar of een XLR-aansluiting voor een microfoon. Beide instrumenten zijn mono en hebben dus maar één aansluiting nodig. Wil je een stereo-instrument zoals een synthesizer aansluiten, dan heb je twee jack-ingangen nodig: één voor links en één voor rechts. Veel audio interfaces hebben tegenwoordig gecombineerde ingangen: dit betekent dat je er zowel een jack-kabel (van bijvoorbeeld een gitaar of synthesizer) of een XLR-kabel in kunt steken.

©PXimport

Een audio-interface hoeft niet duur te zijn, voor een paar tientjes heb je er al eentje

-

Tip 05: Usb-midi-controller

Als je toetsenist bent en software-instrumenten op je pc wilt kunnen bedienen, dan kun je overwegen om een usb-midi-controller aan te schaffen voor een paar tientjes. Dit is een keyboard (een muzikaal keyboard, geen toetsenbord om mee te typen) die je met een usb-kabel op je pc aansluit. Het keyboard verzendt zogenaamde midi-noten en -informatie die je softwareprogramma om kan zetten in muziek. Usb-midi-controllers hoeven overigens niet alleen maar toetsen te hebben, ze kunnen bijvoorbeeld ook pads bevatten. Dit zijn kleine vierkantjes waarop je met je vingers drumritmes kunt inspelen. Andere veel geziene gasten op usb-midi-controllers zijn draaiknoppen en faders, waarvan je de laatste wellicht (her)kent van een mengpaneel. Met draaiknoppen kun je in muzieksoftware bijvoorbeeld de hoeveelheid galm op een spoor bedienen, met een fader bedien je bijvoorbeeld het volume van een bepaald spoor. Voor dj’s zijn speciale midi-controllers op de markt.

©PXimport

Tip 06: Muzieksoftware

Allemaal leuk en aardig, maar zonder speciale muzieksoftware kom je niet zo ver. Als je muziek wilt opnemen, mixen en produceren, dan heb je een zogenaamd daw nodig. Dit staat voor digital audio workstation, oftewel digitaal audio-montagesysteem. Er zijn tientallen opties, bekende namen zijn GarageBand, FL Studio, Cubase, Ableton Live, Magix Music Maker of Reason. Elke daw bestaat uit een arrangeervenster waar je verschillende sporen onder elkaar ziet. Elk spoor bevat een ander instrument, dit kan een opgenomen zangspoor zijn, maar ook een ingespeeld melodielijntje op een software-synthesizer of -piano. Op elk spoor kun je effecten zoals galm, echo of compressie toepassen. In het programma mix je de verschillende sporen samen en aan het einde exporteer je je liedje als wave- of mp3-bestand.

©PXimport

VST en AU

De effecten die je in een daw op een bepaald spoor kunt toepassen, kunnen standaard bij het programma worden meegeleverd. Er zijn echter ook effect-plug-ins van andere fabrikanten. Deze effect-plug-ins hebben het formaat VST of AU (AudioUnit). Vrijwel elke fabrikant levert zijn plug-ins in beide formaten, maar je daw ondersteunt meestal maar één formaat. Software-instrumenten als piano’s, orkest-samples en virtuele synthesizers kunnen ook door andere fabrikanten worden gemaakt en hebben ook het formaat VST of AU.

©PXimport

Tip 07: Camera

Voor het maken en editen van video’s is er maar één ding écht belangrijk en dat is een goede camera. Met de camera van je smartphone kun je wel snapshots opnemen, maar voor goede actievideo’s of opnames met diepte kun je het beste investeren in een camera die in jouw budget past. Camera’s kunnen extreem duur zijn, dus weet waar je het voor wilt gebruiken. Als je een videoclip voor een bevriende band wilt schieten, heb je een andere camera nodig dan wanneer je instructievideo’s wilt maken, om maar eens twee dingen te noemen. Omdat camera’s zo duur zijn en je in de meeste gevallen niet altijd een camera nodig hebt, kan het ook een idee zijn om een camera te huren. Een camera die normaal duizenden euro’s kost kun je bij een verhuurbedrijf al voor een paar tientjes per dag huren. Laat je ook goed informeren over de lens van de camera, want elke toepassing heeft een ander soort lens nodig.

©PXimport

Een peperdure camera kun je misschien beter huren als je hem maar af en toe nodig hebt

-

Tip 08: Accessoires

Naast een camera kan het ook handig zijn om een externe microfoon te huren zodat je het geluid zo goed mogelijk kunt opnemen. Achteraf geluid repareren is altijd lastiger dan je denkt en in sommige gevallen zelfs onmogelijk. Voor andere toepassingen kan het handig zijn om extra lampen te gebruiken of een tripod voor je camera aan te schaffen. Een laatste tip voor als je jezelf wilt filmen is om te kijken of je camera wifi heeft ingebouwd en een afstandsbedienings-app aanbiedt. Hiermee kun je opnames starten en stoppen zonder dat je aan de camera hoeft te zitten. Enorm handig en bovendien verklein je de kans dat je camera beweegt tussen twee opnames. De meeste moderne digitale spiegelreflexcamera’s (dslr’s) bieden deze mogelijkheid. En hoe zit het met de grafische kaart (gpu) in je pc? In tegenstelling tot wat je misschien verwacht is dit minder belangrijk dan een sterke processor. Veel softwareprogramma’s gebruiken tegenwoordig namelijk de cpu om berekeningen uit te voeren, al heb je wel baat bij een krachtige gpu doordat bewerkingen sneller kunnen gaan.

©PXimport

Schakelen met camera’s

Voor professionele filmpjes is het slim om met twee camera’s tegelijkertijd te filmen, zo kun je tijdens het editen van de ene naar de andere camera schakelen. Als je instructievideo’s wilt maken, zou je bijvoorbeeld één camera op je gezicht kunnen richten en één op je handen.

Tip 09: Video-editor

Om je video’s te bewerken, heb je een video-editor nodig. Net als bij daw’s zijn hier ook talloze opties mogelijk. Enkele bekende opties zijn DaVinci Resolve (gratis!), Adobe Premiere en Final Cut. Een video-editor heeft een tijdlijn waar je verschillende video’s aan toe kunt voegen, dit worden dan fragmenten van je uiteindelijke film of video. De sporen zie je onder elkaar en net als videosporen kun je ook meerdere audiosporen onder elkaar leggen. Je maakt fades tussen verschillende fragmenten en kunt eventueel titels toevoegen. Met een professionele video-editor kun je de kleuren van fragmenten veranderen, effecten aan bepaalde scenes of fragmenten toevoegen en je opgenomen fragmenten draaien, bijsnijden of inkorten. Aan het einde moet je je montage renderen tot één video, dit kan een paar minuten tot een paar uur duren.

©PXimport

Je montage tot één video renderen kan een paar minuten tot wel een paar uur duren

-

Tip 10: Audioformaten

Al zin gekregen om je eigen muziek op te nemen of een video op te nemen? Mooi! Laten we nog wel even wat droge kost doornemen zodat je weet wat je tegen kunt komen bij het creëren van je meesterwerk. Bij audio is het belangrijk om te weten dat er in principe twee soorten audio bestaan: ongecomprimeerd en gecomprimeerd. Een ongecomprimeerd audioformaat is bijvoorbeeld wave of aif. Een wave- of audiobestand heeft altijd een bitrate en een sample-frequentie, waarbij hogere waardes beter zij qua kwaliteit maar ook meer ruimte in beslag nemen. Cd-kwaliteit is 16 bit en heeft een sample-frequentie van 44.100 Hertz. Je kunt in je daw instellen dat je met een bitrate van 24 wilt werken, dit is de standaard in de pro-audiowereld. Als je werkt met beeld, dan is het handig om een sample-frequentie van 48.000 Hertz te handhaven, video-professionals werken hier over het algemeen mee. In je daw geef je aan met welke bitrate en sample-frequentie je wilt werken. Een gecomprimeerd formaat is vele malen kleiner dan een wave of aif-bestand, maar hier lever je aan kwaliteit in. Tenminste, als het gaat om lossy-compressie. Een bekend voorbeeld is mp3; hoe meer compressie je toepast, hoe kleiner het bestand en hoe slechter de geluidskwaliteit van de muziek. Mp3-bestanden worden ook aangegeven met bitrates: een bitrate van 320 kbps is vrij goed, bij 128 kbps horen de meeste mensen veel vervormingen in de muziek. Een andere vorm van compressie is lossless, een bekend voorbeeld is flac. Hier wordt de audio gecomprimeerd door bijvoorbeeld stiltes te analyseren. De audio wordt niet daadwerkelijk slechter gemaakt, vandaar de naam lossless (‘zonder verlies’).

©PXimport

Tip 11: Videoformaten

Een videobestand heeft een bepaalde extensie, vaak ook container genoemd. De container bevat naast de eigenlijke video-opname ook de audio, de eventuele ondertiteling en de videotitel. Bekende containers zijn mp4 en mov. Hoe de video door de camera wordt opgenomen en in welk formaat het naar je editor wordt gestuurd, is bij elke fabrikant anders. Dit heeft te maken met de codec of het compressieformaat van de video. Een bekende codec is h.264, een codec die in veel programma´s standaard zit ingebakken. Een codec comprimeert niet alleen een bestand; dezelfde codec moet het bestand ook weer decomprimeren op het apparaat waar je het bekijkt. Als je op je systeem een bepaalde codec niet hebt geïnstalleerd, kun je het videobestand dus niet afspelen. Een programma als VLC biedt oplossing omdat het veel verschillende codecs bevat. Bij een hevig gecomprimeerde video zul je meer pixels gaan zien, is de audio slechter en zijn video’s minder vloeiend af te spelen.

▼ Volgende artikel
Dit moet je doen als je je Chromebook niet meer aan krijgt
Huis

Dit moet je doen als je je Chromebook niet meer aan krijgt

Heb je een Chromebook die niet meer opstart? Geen paniek. Er zijn verschillende stappen die je kunt nemen om het apparaat weer tot leven te wekken. In veel gevallen is het probleem namelijk eenvoudiger op te lossen dan je denkt.

Als je Chromebook opeens niet meer aangaat, valt dit te proberen:

  • Verwijder eventuele accessoires en dongels
  • Maak de oplaadpoort schoon
  • Staat het scherm wel aan?
  • Probeer een andere kabel
  • Controleer de batterij
  • Maak gebruik van de Powerwash

Ook interessant: Chromebook en Chromebook Plus: dit zijn de verschillen

Chromebooks staan bekend om hun gebruiksgemak en scherpe prijs, en inmiddels kunnen ze ook prima offline functioneren. Maar daar heb je weinig aan als het apparaat niet opstart. Reageert je Chromebook nergens meer op? Met deze tips vergroot je de kans dat hij toch weer meewerkt.

Koppel accessoires en dongels los

Begin bij het begin: haal alle randapparatuur uit de poorten. Denk aan usb-sticks, externe muizen of dongels. Soms zorgt een aangesloten apparaat voor een stroomprobleem of een storing, waardoor de Chromebook niet goed opstart. Doet hij het na het loskoppelen weer? Sluit de accessoires dan stuk voor stuk opnieuw aan om te ontdekken welk onderdeel de boosdoener is.

Maak van je Chromebook een alleskunner met een handige dongel.

Breid eenvoudig je aansluitmogelijkheden uit!

Reinig de oplaadpoort

Een verstopte usb-poort kan ook roet in het eten gooien. Stof of vuil belemmert soms het contact tussen kabel en apparaat. Een spuitbus met perslucht is ideaal om de poort schoon te blazen. Heb je die niet bij de hand, dan kun je ook voorzichtig een plastic tandenstoker of een wattenstaafje met een beetje isopropylalcohol gebruiken. Vermijd houten stokjes, die kunnen splinters achterlaten.

Controleer of het scherm werkt

Lijkt het alsof de Chromebook niets doet? Check dan eerst of het scherm überhaupt aanstaat. Het kan gebeuren dat iemand voor de grap de helderheid op het minimum heeft gezet. Druk een paar keer op de helderheidstoets om te zien of het beeld terugkomt. Nog steeds niets? Sluit het apparaat dan eens aan op een extern scherm om te testen of de Chromebook wel signalen afgeeft.

©Google

Gebruik een andere kabel

Geen resultaat? Probeer dan een andere usb-c-kabel. Misschien ligt het simpelweg aan een defecte oplader. Als het ledlampje aangaat bij het aansluiten van een andere kabel, weet je dat het apparaat stroom krijgt. Voor de zekerheid kun je ook een ander stopcontact proberen, al is dat zelden de oorzaak.

Check de accu

Brandt het lampje, maar weigert de Chromebook alsnog dienst, dan zou de accu weleens defect kunnen zijn. In sommige gevallen kun je die zelf vervangen, maar let op: je garantie vervalt dan meestal. Het is verstandiger om contact op te nemen met de verkoper of fabrikant. Als dat niets oplevert, kun je overwegen om een reparatiespecialist in te schakelen.

©Tada Images - stock.adobe.com

Voer een Powerwash uit

Als je Chromebook nog wel opstart maar niet goed functioneert, kan een zogenoemde Powerwash uitkomst bieden. Dit is een fabrieksreset die alle gegevens wist en het systeem schoon herstart. Zorg dus dat je belangrijke bestanden vooraf veiligstelt, bijvoorbeeld in de cloud. Zo geef je je Chromebook mogelijk een tweede leven, zonder nieuwe aan te hoeven schaffen.

Zo werkt een Powerwash:
  • Zet de Chromebook aan
  • Druk tegelijk op Ctrl+Alt+Shift+R
  • Klik op 'Opnieuw opstarten'
  • Kies in het volgende scherm voor Powerwash en klik op Doorgaan
  • Volg de instructies en bevestig de reset
  • Na afloop start je de Chromebook opnieuw op en log je in met je Google-account

Alles geprobeerd?

Hopelijk helpt dit en kun je na het uitvoeren van één van deze stappen weer gebruikmaken van je Chromebook. Zo niet en ben je van plan een nieuwe Chromebook te kopen, dan is het handig om te weten wat bijvoorbeeld de verschillen zijn tussen een normale en Plus-variant. Daarnaast gaven we eerder al wat tips over het kopen van zo'n laptopvervanger en kun je hier lezen wat vijf goede opties voor een redelijk betaalbare prijs zijn.

▼ Volgende artikel
Slimmer wassen: deze functies maken je nieuwe wasmachine nét even handiger
© Family Veldman
Huis

Slimmer wassen: deze functies maken je nieuwe wasmachine nét even handiger

Natuurlijk kijk je naar de capaciteit en het energielabel als je een nieuwe wasmachine zoekt. Past je dekbed erin? En hoeveel verbruikt 'ie per wasbeurt? Toch zijn dat allang niet meer de enige zaken om op te letten. Moderne wasmachines zitten vol extra's die wassen makkelijker maken, en soms zelfs een beetje leuker. Wifi, stoom, automatische dosering of juist een fluisterstille motor: dit voegen die functies toe aan jouw huishouden.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bemmel & Kroon

Bij het kopen van een nieuwe wasmachine zijn er een paar dingen waar vrijwel iedereen als eerste naar kijkt. Bovenaan staat de trommelcapaciteit. Die bepaalt hoeveel kilo wasgoed je per beurt kunt wassen. Een klein huishouden heeft meestal genoeg aan 7 kilo, terwijl grotere gezinnen vaak kiezen voor een model met 9 kilo of meer. Het tweede punt is het energielabel. Een zuinige wasmachine met label A verbruikt minder stroom en water, wat niet alleen beter is voor het milieu, maar ook voor je energierekening op de lange termijn.

Ook het toerental speelt een belangrijke rol. Hoe hoger dit aantal omwentelingen per minuut – bijvoorbeeld 1400 of 1600 – hoe droger je was uit de machine komt. Dat is handig als je geen droger hebt, of gewoon minder tijd wilt kwijt zijn aan het drogen. Daarnaast letten veel mensen op het geluidsniveau. Zeker als de wasmachine dicht bij de woonkamer of slaapkamer staat, is een stille werking prettig.

Tot slot zijn de beschikbare programma's en extra functies vaak doorslaggevend. Denk aan programma's voor sportkleding, wol of allergieën, of slimme toevoegingen zoals automatische dosering van wasmiddel of een stoomfunctie. Hoe beter de functies aansluiten op je dagelijkse wasroutine, hoe fijner de machine in de praktijk werkt. Hieronder lees je meer over slimme functies die je kunt tegenkomen op je nieuwe wasmachine en waarom ze zo handig zijn.

Wasmachines met wifi: altijd verbonden, altijd controle

Een wasmachine met wifi biedt vooral gemak. Je hoeft niet meer op te staan om te checken of de was al klaar is, want dat zie je gewoon op je smartphone of tablet. Programma's starten, pauzeren of aanpassen doe je waar je ook bent: vanaf de bank, op je werk of onderweg naar huis. Dat scheelt tijd en zorgt ervoor dat je de was kunt plannen rond jouw dag, niet andersom. Bijvoorbeeld door 's ochtends vroeg het programma alvast klaar te zetten en het pas te starten wanneer je op kantoor bent.

Slimme modellen met wifi laten je ook kiezen voor het voordeligste moment om te wassen, bijvoorbeeld tijdens daluren als stroom goedkoper is. Zo bespaar je ongemerkt energie. Daarnaast houdt de app vaak bij hoeveel stroom en water je verbruikt, en krijg je suggesties om zuiniger te wassen. Sommige modellen gaan nog verder en kiezen automatisch het programma dat het beste past bij je kleding. Zo wordt alles fris en schoon zonder dat tere stoffen beschadigen. Extra functies zoals stoom of vlekkenbehandeling zijn eenvoudig aan of uit te zetten via de app. Dat maakt wassen nauwkeuriger en persoonlijker dan ooit.

©ryanking999

Stoomfunctie: minder strijkwerk, meer hygiëne

Wie het strijkijzer liever in de kast laat liggen, heeft baat bij een wasmachine met stoomfunctie. Dankzij stoomtechnologie komt kleding minder gekreukt uit de trommel. Overhemden, blouses of katoenen jurken kun je vaak meteen ophangen, zonder dat je met een strijkplank aan de slag hoeft. Maar de voordelen gaan verder dan alleen gemak.

Stoom maakt wassen namelijk ook hygiënischer. Het dringt diep door in de vezels en doodt bacteriën, pollen en huisstofmijt – handig als je een gevoelige huid hebt of last van allergieën. Ook muffe kleding die niet echt vies is, krijgt een opfrisbeurt. Denk aan een jasje dat je aan hebt gehad in de kroeg, of een trui die lang in de kast heeft gehangen en die wat muf ruikt. Door kort te stomen is je kleding snel weer draagbaar.

Automatische wasmiddeldosering: nooit meer gokken

Hoeveel wasmiddel is genoeg? Veel mensen schenken op de gok een flinke scheut in het bakje, met als resultaat overdosering, zeepresten op kleding of juist te weinig schoonmaakkracht. Wasmachines met automatische wasmiddeldosering lossen dat probleem op. Je vult een reservoir met vloeibaar wasmiddel en eventueel wasverzachter, en de machine meet zelf wat er nodig is voor elke lading was.

Dit is niet alleen beter voor je kleding – die slijt minder snel en blijft langer mooi – maar ook voor je portemonnee. Je verbruikt namelijk nooit meer dan nodig. Ook fijn: je hoeft niet bij elke wasbeurt iets toe te voegen. Vaak gaat een volle tank twintig tot veertig wasbeurten mee. Dat scheelt gedoe, voorkomt verspilling en zorgt voor een constante waskwaliteit zonder dat je ergens over hoeft na te denken.

©AEG

Superstille wasmachines: wassen zonder lawaai

Wasmachines met een laag geluidsniveau zijn ideaal voor wie zijn wasmachine in de buurt van de woon- of slaapkamer heeft staan. Een model dat tijdens het centrifugeren 73 decibel of minder produceert, valt in de categorie 'stil'. Maar wie écht stil wil wassen, kiest voor een model dat maximaal 70 decibel haalt. Dat verschil lijkt klein, maar is duidelijk hoorbaar. Elke 3 decibel extra verdubbelt namelijk de geluidsintensiteit.

Deze extra stille wasmachines zijn meestal uitgerust met een koolborstelloze motor, die nauwelijks geluid maakt. In plaats van borstels gebruikt de motor een magneetsysteem om de trommel te laten draaien. Dat scheelt wrijving én lawaai. Je kunt dus gerust een was draaien terwijl je slaapt of in een videocall zit. Ook als je gebruik wilt maken van het nachttarief, zonder dat je wakker ligt van het centrifugeren, is zo'n stille wasmachine een slimme keuze.

Tot slot

Wassen is allang niet meer gewoon een kwestie van aanzetten en wachten. De functies die je tegenwoordig kunt kiezen, maken het verschil tussen 'was erin en maar zien' en gericht, zuinig en stil wassen op jouw voorwaarden. Of je nu op zoek bent naar minder strijkwerk, een stiller huishouden, energiebesparing of vooral gemak via je smartphone: deze functies maken je leven echt makkelijker.