ID.nl logo
Huis

De voor- en nadelen van power over ethernet

Zou het niet fijn zijn als je maar één kabel hoeft te trekken om een apparaat direct zowel van internet als van stroom te voorzien? Die optie bestaat al lange tijd en heet Power over Ethernet, dat gestaag over de jaren populair is geworden.

PoE is vooral handig voor apparaten die ver weg van een stopcontact zitten maar wel stroom nodig hebben. Om dan te voorkomen dat ook nog aparte stroomkabels gelegd moeten worden, is het handig om stroom en een internetverbinding in één kabel te kunnen leveren. Dat scheelt kosten en het is een stuk eenvoudiger om een ethernetkabel te trekken dan om de gehele stroomvoorziening uit te breiden. Een van de eerste toepassingen van Power over Ethernet was voor voip-telefoons. Zelfs als de stroom bij het stroombedrijf zou uitvallen, kon je nog het noodnummer bellen omdat het telefoonbedrijf de stroom levert aan de telefoon dankzij PoE.

Cisco ging ongeveer in 2000 met voip-telefoons en PoE aan de slag. Daarvoor deed al een aantal andere bedrijven dat. In die periode ging dat niet altijd even goed. Er werd dan bijvoorbeeld per ongeluk een apparaat aangesloten op een ethernetkabel met stroom die dat eigenlijk niet nodig had, waardoor zo’n apparaat beschadigd raakte.

In 2001 en 2002 werd de technologie steeds populairder en werd het uiteindelijk duidelijk dat een standaard nodig was. Dit leidde ertoe dat in 2003 door de IEEE 802.3af tot de standaard voor PoE uitgeroepen werd. Dat bleek een goed idee, want de standaard introduceerde een aantal belangrijke veiligheidsvoorzieningen zodat apparatuur niet langer beschadigd kon worden.

Hoe werkt power over ethernet?

Ethernetkabels bevatten binnenin acht aders, die geordend zijn in vier getwiste paren. Een getwist paar zijn twee aders die om elkaar heen zijn gedraaid. In 10 en 100BASE-ethernet worden twee paren gebruikt om informatie te versturen: dit zijn de zogenaamde data pairs.

Dan zijn er nog twee aderparen over, de zogenaamde spare-pairs, die gebruikt worden als back-up voor als een van de andere aders falen. PoE, of 802.3af gebruikt of de twee dataparen of de twee back-up-paren en gebruikt normaliter tussen de 44 en 57 volt. Door zo’n hoog voltage kan de stroom relatief efficiënt worden vervoerd over de kabel. Power over Ethernet werkt gewoon over bestaande cat 5-ethernetkabels, al wordt voor de nieuwste PoE-standaard wel minimaal cat 5e vereist.

In PoE spelen twee belangrijke onderdelen een rol: de bron en de bestemming. De bron wordt de power sourcing equipment (PSE) genoemd en levert de stroom. Vaak is dit een netwerkswitch. De bestemming, oftewel het powered device, kan slechts een bepaald wattage aan. Om die hoeveelheid wattage aan te geven worden types en klassen gebruikt.

Voor type 1 is het maximum 12,95 watt en voor type 2 is dat 25,5 watt. Type 3 is nu in ontwikkeling. Daarvoor moet de PSE, de bron, respectievelijk 15,4 of 30 watt leveren. Een PSE kan zich ook tussen een bestaande switch zonder PoE en de bron bevinden. In dat geval wordt dat apparaat een midspan genoemd.

©PXimport

Verschil 802.3af en 802.3at

Het risico van beschadigde apparaten vervalt door 802.3af doordat de PSE eerst bij de bestemming controleert of die wel echt stroom wil hebben. Als het bestemmingsapparaat geen antwoord geeft, wordt er geen stroom op de lijn gezet en kan er niets beschadigd raken. Dat proces heet het signature-detection process. Om de aanwezigheid van PoE te detecteren, wordt er gebruikgemaakt van een weerstand van 25 Kiloohm die dient als handtekening. Pas als die aanwezig is, wordt er stroom op de kabel gezet door de PSE.

Na de signature-detection kan een optionele classificatie plaatsvinden. Met de classificatie kan de bestemming aangeven hoeveel stroom er precies nodig is. Er zijn drie vier klassen. Met klasse 1 is 3,8 watt beschikbaar, met klasse 2 6,49 watt, met klasse 3 12,95 watt en met klasse 4 is er 25,5 watt beschikbaar. Als een bestemming geen classificatie doorgeeft, dan is het klasse 0 (nul) en krijgt het 12,95 watt.

Zodra signature detection en eventueel classificatie zijn voltooid, begint de PSE aan het leveren van de stroom. De PSE houdt continu in de gaten hoeveel stroom er wordt geleverd: als de bestemming te veel of juist te weinig stroom trekt, wordt de stroomvoorziening afgesloten.

Er zijn vandaag de dag twee standaarden op de markt: het in 2003 geïntroduceerde 802.3af (type 1 genoemd) en de opvolger 802.3at (type 2 genoemd) uit 2009. Met 802.3at werd PoE Plus geïntroduceerd, een andere term voor de hierboven al even genoemde klasse 4 met een wattage van 25,5 watt.

Gigabit

Power over Ethernet werkt ook in combinatie met gigabit-ethernetkabels, maar moet dan wel op een andere manier werken. Waar in de kabels van 10 en 100BASE twee aderparen niet worden gebruikt, geldt dat niet voor gigabit-ethernetkabels: dan worden allevier de aders gebruikt voor het vervoeren van data.

In zulke kabels gebruikt Power over Ethernet simpelweg dezelfde aderparen als waar de data overheen gaat. Er wordt dan gebruikgemaakt van een techniek genaamd phantom power. Dat werkt doordat het datasignaal niet stoort met de stroom. De datazendingen zitten op een frequentie tussen de 10 en 100 miljoen Hertz, terwijl elektriciteit gebruikmaakt van een lage frequentie op 60 Hz. Door het grote verschil in frequenties hebben beide signalen geen last van elkaar.

Internet-of-things

Power over Ethernet krijgt veel aandacht, onder andere dankzij het internet of things, waar het erg nuttig voor kan zijn. Het is veel werk om al die kleine apparaten en sensoren van stroom te voorzien, maar met een PoE-ethernetkabel sla je dan meteen twee vliegen in één klap: stroom en internet. Power over Ethernet zou ook een rol kunnen gaan spelen in slimme auto’s. Moderne auto’s bevatten erg veel sensoren en apparatuur, helemaal in bijvoorbeeld een zelfrijdende auto. Het zou dan kosten kunnen schelen om in de interne bekabeling PoE te gebruiken, want dan heb je minder kabels nodig.

In 2014 nam het gebruik van PoE voor voip met zo’n tachtig procent toe. Bovendien bleek uit onderzoek van BSRIA in 2015 dat twintig procent van de wifi-accesspoints gebruikmaakt van PoE en tien procent van lampen wordt aangestuurd met PoE.

PoE biedt ook veel kansen voor licht. Slimme lampen zijn op dit moment vaak draadloos verbonden met een basisstation dat dan met het internet is verbonden. In de toekomst zou dat kunnen veranderen en zou je lampen kunnen kopen die verbonden zijn met een ethernet-aansluiting en dus direct verbinding maken met het internet. Vooral voor bedrijven is dat handig. Omdat elke lamp zijn eigen ip-adres krijgt, is alles goed te beheren en ook eenvoudiger te beheren, omdat maar een apparaat wordt gebruikt: namelijk de PoE-switch.

©PXimport

Nadelen van power over ethernet

PoE kan dus voor veel toepassingen heel handig zijn en het wordt dus ook al op grote schaal gebruikt. Toch heeft PoE een aantal nadelen. Het grootste nadeel is dat je slechts honderd meter kunt gebruiken voor ethernet met PoE, anders gaat te veel wattage verloren. Om daar omheen te werken, kan een media converter worden gebruikt. Die converter plaats je naast de stroombron en verbind je met de ethernetswitch. Deze converter injecteert dan de stroom over de ethernetkabel aan het uiteinde, maar nog net voor het apparaat zelf.

Andere nadelen zitten in het feit dat de hoeveelheid geleverde stroom relatief laag is en dat er onderweg veel verlies optreedt. Daarnaast kunnen elektrische storingen ook storingen veroorzaken op het lokale netwerk zelf, wat voor problemen kan zorgen.

Een laatste nadeel is dat Power over Ethernet alleen werkt voor koperen utp-kabels: glasvezelkabels in combinatie met PoE gaat niet werken. Dat probleem kan echter ook verholpen worden met een media converter: door de switch en converter met glas te bekabelen en de converter en het apparaat met PoE-ethernet te verbinden.

Overweeg een PoE-splitter

Je kunt op twee manieren Power over Ethernet aan je netwerk toevoegen: door middel van een switch of door middel van een midspan. Met een switch verbind je simpelweg je apparaten daarmee en de switch zelf verbind je dan zoals normaal met de router. De switch zal dan automatisch de betreffende apparaten van stroom voorzien als ze daarom vragen. Je kunt al een PoE-switch met vier ethernetpoorten kopen voor nog geen zestig euro. Je kunt ook voor een midspan kiezen. Die is handig als je maar voor een apparaat PoE wilt, omdat het vaak een klein kastje is met twee ethernetaansluitingen: een In zonder PoE en een Out met PoE.

Heb je juist een apparaat dat geen PoE ondersteunt, maar zou je er wel graag gebruik van maken, dan kun je gebruikmaken van een PoE-splitter. Zo’n apparaatje zet juist een PoE-ethernetkabel om in een losse, normale ethernetaansluiting en een aparte voedingsaansluiting voor het apparaat dat dan geen PoE ondersteunt.

De toekomst: 802.3bt, High-Power PoE

802.3at en -af lopen eigenlijk achter op de markt. Er zijn al producten te koop die maar liefst 60 tot 95 Watt leveren aan apparaten, maar die voldoen dan niet aan een standaard zodat het niet universeel werkt. Nieuwe apparatuur vereist steeds meer stroom: denk dan bijvoorbeeld aan videobellen, aan wifi-access-points met ac of zelfs ad op 60 GHz, maar ook aan thermostaten, rookmelders en andere sensoren. Het probleem met de huidige standaard is dat het niet meer genoeg is.

De toekomst van Power over Ethernet is 802.3bt, oftewel High-Power PoE. De bt-standaard kan tot 90 Watt aan. De kabellengte blijft helaas wel beperkt tot 100 meter. Naar verwachting wordt 802.13bt nog dit jaar geratificeerd en daarmee dus officieel.

802.3bt voegt straks type 3 toe, maar over een aantal jaar komt er ook een type 4. Die standaard bevindt zich nog in een zeer vroeg stadium en de werkgroep van IEEE is nog aan het nadenken hoe die standaard eruit moet zien. Met type 4 zou 100 watt mogelijk moeten worden. Hoe de IEEE dat precies voor elkaar gaat krijgen, is nog niet helemaal duidelijk. Met 100 Watt ontstaan namelijk problemen in die ethernetkabels: die worden veel te warm. Daarnaast: als je zo’n kabel eruit trekt terwijl die 100 watt levert, zouden er weleens vonken vanaf kunnen schieten. Met 100 watt heeft een zestig inch-tv bijvoorbeeld geen voeding meer nodig.

HDBaseT, een verbindingsstandaard vanuit de markt, ondersteunt overigens wel al 100 watt over de kabel, in de vorm van Power over HDBaseT. Daarvoor worden cat 6a-kabels aanbevolen, die toekomstbestendig zijn en 10 Gbit/s ondersteunen. De IEEE loopt helaas dus nogal wat achter.

▼ Volgende artikel
Van speelgazon tot schaduwtuin: zo kies je de juiste grassoort
© africaimages.com (Olga Yastremska, Africa Images)
Huis

Van speelgazon tot schaduwtuin: zo kies je de juiste grassoort

Een gazon is meer dan een stukje groen. Het kan een speelplek zijn voor kinderen of juist vooral de blikvanger zijn in een strak aangelegde tuin. Soms ligt het vol in de zon, soms grotendeels in de schaduw. Voor elke situatie is er een passend graszaadmengsel. Wat past het best bij jouw tuin?

Graszaad is altijd een mengsel Graszaad bestaat uit een mix van verschillende grassoorten. Elke soort heeft zijn eigen eigenschappen: de ene soort groeit snel, de andere is fijn van structuur, weer een andere herstelt snel en goed. Door deze eigenschappen te combineren, ontstaat een mengsel dat goed is afgestemd op de specifieke omstandigheden in de tuin.

Lees ook: Groener gras? Maaien en onderhouden doe je zo

Wat voor graszaad je nodig hebt, hangt helemaal af van het soort grasveld dat je wilt. Voor een veldje waarop je kinderen lekker kunnen ravotten en een balletje trappen heb je ander gras nodig dan voor een gazon dat vooral bedoeld is voor de sier. Hieronder lees je per toepassing welke grassoorten het meest geschikt zijn.

Speelveld: stevig en snel herstellend

Een gazon waarop gespeeld, gelopen of gevoetbald wordt, moet vooral sterk zijn. Het gras moet tegen een stootje kunnen én zich snel herstellen. Daarvoor heb je een mengsel nodig met veel Engels raaigras (Lolium perenne). Dit gras kiemt snel en vormt stevige sprieten. Het is goed bestand tegen intensief gebruik en groeit snel terug als het beschadigd raakt. Vaak wordt het aangevuld met veldbeemdgras (Poa pratensis), dat ondergronds uitlopers vormt en zo kale plekken opvult. Samen zorgen deze soorten voor een duurzaam speelgazon dat veel belasting aankan.

Siergazon: fijn, traag groeiend en egaal

Voor een siergazon gelden weer andere zaken. Het moet vooral fijn van structuur zijn, gelijkmatig groeien en een egaal, verzorgd beeld geven. Voor dit type gazon zijn roodzwenkgras (Festuca rubra) en struisgras (Agrostis capillaris) geschikt. Deze grassoorten groeien langzaam en blijven laag, waardoor je minder vaak hoeft te maaien. Ze vormen een dichte mat van fijne sprietjes die er netjes uitziet, vooral bij regelmatig onderhoud. Een siergazon vergt wel iets meer zorg, want het is minder sterk en herstelt trager bij schade.

Schaduwgazon: licht nodig, maar minder zon

In tuinen met veel schaduw, bijvoorbeeld door bomen, heeft gras het moeilijk. De meeste grassoorten groeien slecht zonder zon, wat ruimte geeft aan mos. Een schaduwgazon moet daarom vooral weinig licht nodig hebben en toch stevig genoeg zijn om een dichte mat te vormen. Mengsels voor schaduw bevatten vaak fijne vormen van roodzwenkgras en soms bosgras (Festuca heterophylla), een soort die beter groeit bij weinig licht. Een kleine hoeveelheid Engels raaigras zorgt voor stevigheid, maar alleen als er dagelijks toch wat zonlicht aanwezig is. Let op: ook schaduwgazon heeft minimaal 2 tot 4 uur daglicht nodig om goed te blijven groeien.

Droge (zand)grond: diep wortelend en hittebestendig

Op lichte zandgrond of op plekken waar je weinig sproeit, heb je gras nodig dat tegen droogte kan. Dit soort gras moet diep kunnen wortelen en niet te snel verdrogen. Mengsels voor droge omstandigheden bevatten vaak een aangepaste selectie van veldbeemdgras en speciaal geselecteerde varianten van Engels raaigras die minder water nodig hebben. Soms wordt er ook hard zwenkgras aan toegevoegd, dat goed bestand is tegen droogte en hitte. Deze soorten wortelen dieper dan gemiddeld, waardoor ze vocht uit lagere lagen kunnen opnemen. Zo blijft je gazon ook bij warme zomers langer groen.

©Elena Elisseeva | Elenathewise

Wanneer en hoe zaai je gras?

De ideale periode om gras te zaaien is in het voorjaar (maart tot mei) of het najaar (september tot half oktober). Dan is de bodem warm genoeg en valt er meestal voldoende regen. Ook tussentijds bijzaaien is mogelijk – bijvoorbeeld als je last hebt van kale plekken of na het verwijderen van mos – zolang de bodemtemperatuur boven de 10 °C ligt en de grond vochtig blijft.

Begin altijd met een goede voorbereiding. Maai het bestaande gras kort, en verwijder mos en dood materiaal door het gazon te verticuteren. Dat kan met een verticuteerhark of een verticuteermachine.

Bij het herstellen van kale plekken hark je de grond los, zodat het zaad goed contact maakt met de aarde. Zaai vervolgens het juiste graszaadmengsel voor jouw situatie. Druk het zaad licht aan, bijvoorbeeld met een plank of de achterkant van een hark. Belangrijk: houd de bodem vochtig tot het gras begint te kiemen. Dat duurt gemiddeld 7 tot 14 dagen, afhankelijk van de soort en temperatuur. Wil je extra bescherming bieden? Strooi dan een dun laagje potgrond of compost over het zaad. Dat helpt tegen uitdroging en beschermt tegen vogels.

Wacht met maaien tot het gras minstens 8 cm hoog is, en gebruik dan een hoge maaihoogte bij de eerste maaibeurt. Zo geef je jonge sprietjes de kans om zich goed te wortelen.

Lees ook: Gras vol mos? Dit wil je weten over het verticuteren van je gazon

Tabel: deze grassoorten heb je nodig

Type gazonEigenschappen grasGeschikte grassoorten
SpeelgazonSterk, snelgroeiend, herstellendEngels raaigras, veldbeemdgras
SiergazonFijn, traaggroeiend, egaalRoodzwenkgras, struisgras, veldbeemdgras
SchaduwgazonGroeiend bij weinig lichtFijn roodzwenkgras, bosgras, beetje raaigras
DroogtebestendigDiep wortelend, hittebestendigVeldbeemdgras, hard zwenkgras, raaigrasvariant

Liever meteen resultaat? Kies voor graszoden Wil je niet wachten tot graszaad kiemt en opkomt? Kies dan voor graszoden. Dat zijn kant-en-klare rollen gras, opgekweekt op een kwekerij en direct klaar voor gebruik. Ideaal als je snel een groen gazon wilt, bijvoorbeeld bij een verhuizing of als je tuin in korte tijd helemaal wordt opgeknapt. Graszoden bestaan meestal uit een stevige combinatie van Engels raaigras en veldbeemdgras. Daardoor zijn ze geschikt voor intensief gebruik én vormen ze snel een dicht tapijt.

Het leggen van graszoden kan van maart tot en met oktober, zolang het niet vriest. Zorg dat de ondergrond egaal, losgemaakt en licht vochtig is. Rol de zoden strak tegen elkaar uit, druk ze goed aan en geef royaal water – zeker in de eerste weken. Na 10 tot 14 dagen zijn ze voldoende vastgegroeid om voor het eerst te maaien.

▼ Volgende artikel
Review Ninja Café Luxe - Barista-ervaring, mits je de tijd neemt
© Ninja
Huis

Review Ninja Café Luxe - Barista-ervaring, mits je de tijd neemt

De markt voor koffiemachines is breed en beweegt snel. Veel apparaten bieden steeds meer functies, van eenvoudige espresso’s tot uitgebreide melk- en cold brew-specialiteiten. De Ninja Café Luxe-serie belooft precies dat: barista-kwaliteit, eindeloze mogelijkheden en gebruiksgemak in één apparaat. Maar maakt dit model die belofte waar in de praktijk?

Uitstekend
Conclusie

De Ninja Café Luxe is vooral geschikt voor koffieliefhebbers die graag zelf de controle houden over het volledige zetproces, bereid zijn om het apparaat goed te leren kennen en de ruimte hebben voor een grotere machine. Wie dat ziet als een leuke uitdaging, haalt met de Ninja Café Luxe een complete koffie-oplossing in huis.

Plus- en minpunten
  • Veelzijdig gebruik
  • Volledig instelbaar
  • Goede bouwkwaliteit
  • Handige accessoires en opbergmogelijkheden
  • Automatisch melkopschuim- en reinigingsprogramma
  • Niet direct intuïtief in gebruik
  • Uitgebreid stappenplan voor eerste gebruik
  • Groot en zwaar apparaat
  • Prijzig

De Ninja Café Luxe combineert een espressomachine, filterkoffiezetter en cold brew-maker in één apparaat. Met de geïntegreerde koffiemolen (25 maalstanden) en tamper stel je de koffie volledig naar wens af.

De machine biedt vijf espresso-opties, vier koffiestijlen en vier melkopschuimstanden – geschikt voor zowel dierlijke als plantaardige melk. Je kiest uit zeven drankformaten, van espresso tot cold brew-specialiteiten zoals iced latte of espresso martini.

Er zijn twee uitvoeringen:

  • De Essential (ES501EU) met 14 instellingen voor gemak en variatie.

  • De Premier (ES601EU) met extra temperatuur- en melkopties voor meer controle.

De Essential kost 449,99 euro, de Premier 549,99 euro. De machine is groot en zwaar (34,4 x 33,6 x 37,2 cm) en weegt 16,65 kilo.

©Ninja

Eerste indruk: wat veel!

Wat fijn is aan huishoudelijke apparaten van Ninja, is dat ze doorgaans gebruiksvriendelijk en intuïtief te bedienen zijn, zo bleek uit eerdere ervaringen. Gebruiksvriendelijk blijkt – na enige tijd – zeker waar, maar intuïtief kunnen we dit apparaat zeker niet noemen direct na het uitpakken. De uitgebreide handleiding, verkorte snelstartgids en een inspiratiegids met allerlei recepten voor de verschillende koffievarianten komen dan ook direct van pas.

©Saskia van Weert

Uit de doos oogt de Ninja Café Luxe direct stevig en professioneel. De afwerking is netjes en het apparaat maakt een solide indruk op het aanrecht. Bij het uitpakken valt op hoeveel accessoires en onderdelen erbij zitten: van filterhouders en melkopschuimer tot een geïntegreerde molen.

Voordat er überhaupt koffie kan worden gezet, dient er een stapsgewijze kalibratie en watermeting te worden gedaan om te bepalen hoe hard het kraanwater is in de eigen regio. De stappen staan duidelijk beschreven in de gids, alle benodigdheden (behalve koffiebonen) zitten bijgesloten in de doos. Dat alles neemt een halfuurtje in beslag, daarna is de machine klaar voor het eerste gebruik.

©Ninja

Espresso drink je natuurlijk niet uit een mok

Een elegant kopje verhoogt de smaakbeleving!

De functies op een rij

De koffiemachine heeft allerlei onderdelen die een eigen plekje hebben in of op de machine. Er zitten drie filterbakjes bij om de gemalen koffie in te doen: eentje voor een enkele hoeveelheid, een wat grotere voor een dubbele hoeveelheid drank en een grote mand voor filterkoffie.

Dan is er het portafilter, oftewel het gedeelte waarin de gemalen koffie plus het gewenste filterbakje gaan, en dat je vastklikt onder de wateruitlaat.

Er is een losse trechter die je gebruikt tijdens het malen van de koffie, en een stamper om de koffie in het bakje samen te drukken. Tot slot is er nog het melkkannetje.

©Saskia van Weert

Links van de machine kun je de trechter en de stamper bewaren, het portafilter kan onder de koffiemaler en het kannetje heeft een vaste plek rechts onder het melktuitje.

Het bedieningspaneel verdient ook wat aandacht. Aan de linkerzijde zit een draaischijf waarmee je de maalgraad van de koffiebonen instelt. Dan is er nog het display met allerlei opties en een draai-/drukknop, en een gedeelte om het soort melkschuim in te stellen. Het bedieningspaneel is duidelijk vormgegeven, maar door het grote aantal opties is het niet direct intuïtief.

Boven op het apparaat is er een warmhoudplaat voor koffiebekers. Aan de achterzijde zit het waterreservoir, bovenin zit een dekseltje om toegang te krijgen tot het bonenreservoir, en geheel rechts zit een klein deurtje waar je de metalen filterbakjes in kunt opbergen.

Kortom: een hoop opties en een hoop uitzoekwerk!

©Saskia van Weert

In gebruik: goed resultaat (na even oefenen)

Bij het apparaat zit een dikke zwart-witte gebruikshandleiding. Het is aan te raden die goed door te nemen en bij de hand te hebben tijdens het leren kennen van het apparaat en de mogelijkheden. Na enige keren wat proberen wordt duidelijk dat de basishandelingen vrij overzichtelijk zijn. Een doorgewinterde thuisbarista zal deze machine vermoedelijk sneller weten te doorgronden.

Allereerst moet het gewenste filterbakje in het portafilter. Je zet de trechter op het filterbakje en zet de machine aan. Je kiest het gewenste programma, bijvoorbeeld espresso. De standaardinstelling is een dubbele shot; dat is eventueel aan te passen in het menu.

Vervolgens hang je het portafilter onder de koffiemaler. Er verschijnen twee getallen in beeld: de ideale maalgraad en de huidige instelling. Via de draaischijf links aan de machine zorg je dat de twee getallen identiek zijn. Je start de maler en neemt het portafilter met gemalen koffie uit de machine. Je stampt de boel aan met de stamper, verwijdert de trechter en bevestigt het portafilter onder de wateruitlaat. Dat doe je door de oranje stip op het filter gelijk te houden met de stip op de machine en het filter stevig naar rechts te bewegen om het te vergrendelen. Dat gaat vrij zwaar.

©Ninja

Dan is het tijd om het koffiezetten te starten met een druk op de draai-/drukknop. Vergeet niet om een passende kop of mok onder het filter te zetten. Er komt een beetje geconcentreerde koffie uit de machine, die wordt aangevuld met heet water om de gewenste sterkte te verkrijgen. Deze stappen zijn gelijk voor vrijwel alle koffiebereidingen – alleen filterkoffie gaat iets anders.

Melkschuim maken

Mocht je cappuccino willen maken, dan doe je dierlijke of plantaardige melk in de melkkan tot aan de streep, kies je de gewenste dikte en laat je de melk warm worden en opschuimen tot een pieptoon aangeeft dat de melk klaar is. Je hoort het kleine mixertje onder in de kan flink tekeergaan en dat levert een prima resultaat op. Na het leeggieten van de kan start een automatisch schoonmaakprogramma.

De smaak van de geteste koffievarianten is prima. De exacte uitkomst hangt uiteraard af van de gebruikte bonen.

©Saskia van Weert

Schoonmaken en onderhoud

Een deel van de accessoires en onderdelen mag gewoon in de vaatwasser. Zoals wel vaker is het vaak beter voor de duurzaamheid om alles op de hand af te wassen. Metalen onderdelen blijven daardoor langer glanzend. De melkopschuimer heeft een eigen reinigingsprogramma voor het binnenwerk en het tuitje, al moet het kannetje natuurlijk wel goed afgewassen worden.

Ninja Café Luxe kopen?

De Ninja Café Luxe is een krachtige en veelzijdige koffiemachine die de serieuze thuisbarista veel te bieden heeft. Met uitgebreide instellingen voor koffie, melk en formaat, en de mogelijkheid om zowel espresso als filterkoffie en cold brews te zetten, is dit apparaat een echte allrounder. De bouwkwaliteit is stevig en professioneel, en het apparaat wordt geleverd met handige accessoires en een eigen reinigingsprogramma voor de melkopschuimer.

Tegelijk vraagt de machine om tijd en aandacht. Het is geen instapmodel voor wie snel en zonder nadenken een kopje koffie wil zetten. De bediening is uitgebreid en vergt oefening, vooral in het begin. Ook neemt het apparaat de nodige ruimte in beslag en zijn er veel onderdelen om mee te werken.

De Ninja Café Luxe is vooral geschikt voor koffieliefhebbers die graag zelf de controle houden over het volledige zetproces, bereid zijn om het apparaat goed te leren kennen en de ruimte hebben voor een grotere machine. Wie dat ziet als een leuke uitdaging, haalt met de Ninja Café Luxe een complete koffie-oplossing in huis.

Watch on YouTube