ID.nl logo
Zekerheid & gemak

De toekomst van de tv

De laatste tijd hebben fabrikanten van televisies weinig echte vernieuwingen geïntroduceerd. Wil je een tv kopen dan heb je nog altijd de keus uit lcd of plasma en de spannendste ontwikkeling van de afgelopen vijf jaar was de introductie van 3D, wat geen daverend succes was. Maar nu is er écht iets nieuws te melden!

Dit jaar zien we zelfs twee grote doorbraken die al tijden beloofd werden, daadwerkelijk in winkels beschikbaar komen: 4k-ultra-hd en oled. De eerste heeft te maken met de resolutie van beeldschermen. De maximale tv-resolutie is al jaren full-hd, oftewel 1920x1080 pixels. Prima voor schermen van normaal formaat, maar met de trend van almaar groter wordende televisies kan een beetje extra resolutie geen kwaad, zo redeneert men. 4k-ultra-hd-televisies hebben precies viermaal zoveel beeldpunten als een normaal full-hd-model. Daarmee is het mogelijk om grotere schermen te gebruiken waar je dichterbij kunt zitten, zonder dat individuele beeldpunten zichtbaar worden. De eerste 4k-ultra-hd-schermen die nu op de markt komen maken allemaal gebruik van lcd-panelen, met bijbehorende karakteristieken en nadelen op het vlak van contrast, kleurweergave en kijkhoek.

De tweede ontwikkeling, oled, is in feite een grotere verandering – het is echt een nieuwe beeldschermtechnologie. Alhoewel ‘nieuw’ betrekkelijk is: Sony bracht in 2007 al een 11-inch oled-televisie uit en in telefoons en kleinere tablets worden al jaren oled-schermen gebruikt. Wél nieuw is dat oled nu ook in grote televisies wordt toegepast. Zowel Samsung als LG hebben de afgelopen maanden hun eerste 55-inch oled-tv’s op de markt gebracht. Oled is de afkorting van Organic Light Emitting Diode – het scherm is opgebouwd uit miljoenen organische ledjes die elk individueel licht kunnen genereren. Voordeel hiervan is dat zwart écht zwart is en dat er geen problemen zijn met kleurverschuiving wanneer het scherm onder een hoek bekeken wordt.

Bij traditionele lcd-schermen wordt gebruikgemaakt van een ‘lichtbak’ achter het lcd-paneel dat zelf bestaat uit kleine cellen die licht kunnen doorlaten of tegenhouden. Voor elke pixel worden doorgaans drie cellen gebruikt die rood, groen of blauw oplichten en samen alle zichtbare kleuren kunnen ‘mengen’. Nadeel van lcd-technologie is dat het tegenhouden van het licht van de backlight door de lcd-cellen nooit helemaal lukt, waardoor zwart nooit helemaal zwart is. Een ander nadeel is dat de kijkhoek niet perfect is. Afhankelijk van de gebruikte lcd-technologie nemen contrast en kleurweergave af naar mate je minder recht voor het scherm zit.

De manier waarop oled werkt, waarbij elke pixel zélf een lichtbron is, lijkt eigenlijk meer op plasma dan op lcd. Plasmaschermen werken met cellen die ook individueel oplichten wanneer dat nodig is. Plasma maakt echter gebruik van gasontlading, wat een aantal nadelen heeft. Ten eerste is het een relatief onzuinige beeldschermtechnologie die bovendien een zwaar panel met meerder glasplaten vereist. Daar komt bij dat de individuele cellen van een plasmascherm ofwel volledig zwart zijn, ofwel maximaal oplichten. Om tussenliggende helderheidstinten te generen worden de cellen pulserend aangestuurd. Hierdoor lijkt het beeld licht te trillen en is het lastiger om alle kleurnuances adequaat weer te geven. Bovendien is zwart bij plasmaschermen meestal ook niet helemaal zwart, al is plasma op dit punt doorgaans duidelijk beter dan lcd.

Oled kent deze nadelen niet. De oled-schermen hebben geen glasplaten en hoogspanningscircuits nodig, zijn zeer dun te produceren en laten écht perfecte zwartwaarden noteren. Nadelen heeft oled helaas ook. Zowel Samsung en LG laten op grote technologiebeurzen al jaren oled-schermen zien, met daarbij steeds de belofte dat deze snel op de markt zouden komen. Iets wat tot voor kort vervolgens dus steeds niet gebeurde. De voornaamste reden voor het uitstel is waarschijnlijk dat het percentage geproduceerde oled-panelen dat foutvrij is (de yield) erg laag is. Analisten spreken over percentages tussen de 10 en 20 procent. Dat betekent dus dat van elke tien schermen die van de band rollen er slechts één of twee goed zijn. Zo worden de netto productiekosten uiteraard érg hoog.

Daarnaast zijn oled-cellen gevoelig voor veroudering. Met name blauwe oleds nemen na verloop van tijd af in helderheid. Aangezien rood, groen en blauw correct gemengd moeten worden om een natuurlijke kleurmix te krijgen, is dat een probleem dat na verloop van tijd kan zorgen voor een veranderende kleurtemperatuur.

Samsung en LG hebben beide een andere methode gekozen om het probleem van veroudering van de oled-cellen aan te pakken. Samsung maakt voor zijn oled-televisies gebruik van panelen met rgb-oled-cellen, wat betekent dat elke pixel op het scherm is opgebouwd uit een rode, een groene en een blauwe oled-cel. De blauwe oled is hierbij aanzienlijk groter uitgevoerd dan de rode en groene, zodat deze minder hard aangestuurd hoeft te worden en zo minder snel slijt. Samsung claimt bovendien een geavanceerde methode te gebruiken om de cellen in te kapselen, waarmee bedoeld wordt dat de cellen zoveel mogelijk zuurstofvrij worden geproduceerd, omdat zuurstof een nadelig effect heeft op de levensduur van oled-cellen.

LG heeft een andere methode gekozen. LG’s oled-panels bestaan louter uit witte oled-cellen. Elke pixel bestaat uit vier van dergelijke witte cellen, waarvan er drie voorzien zijn van een rood, groen of blauw kleurfilter. De vierde cel is ongefilterd en geeft dus wit licht. LG’s keuze betekent dat alle cellen even snel verouderen, het zijn immers allemaal witte cellen. Bovendien heeft het gebruik van de ongefilterde witte cel volgend LG een positief effect op de kleurbalans en op het energieverbruik, omdat de overige cellen minder hard aangestuurd hoeven te worden. Wij hebben helaas nog geen oled-tv van LG in ons testlab gehad, zodat we deze claims niet kunnen verifiëren. In potentie heeft LG’s oplossing ook een nadeel. Zou is de kleurruimte theoretisch minder groot dan bij gebruik van rgb-oleds. In de praktijk is dit echter geen nadeel. Ook de witte oled-technologie met kleurfilters haalt gemakkelijk het sRGB/Rec.709-bereik dat voor pc- en hdtv-gebruik wordt voorgeschreven.

De eerste schermen die LG en Samsung in september op de markt hebben gebracht vertonen veel overeenkomsten. Ten eerste zijn het beide modellen met een diagonaal van 55 inch en een resolutie van 1920 bij 1080 pixels, full-hd dus. Daarnaast hebben beide fabrikanten ervoor gekozen het scherm gebogen uit te voeren. En met gebogen bedoelen we dan ‘hol’. Nadat fabrikanten er in het tijdperk van de beeldbuistelevisie decennia lang alles aan hebben gedaan om de bolle televisies plat te maken, krijgen we nu dus schermen met een kromming de andere kant op. Volgens zowel LG als Samsung komt dit de beleving van het beeld ten goede en zou het een ‘imax-achtige ervaring’ moeten geven.

Wij hebben Samsungs Curved Oled-televisie uitgebreid in ons testlab kunnen beoordelen (zie kader) en komen eerlijk gezegd tot de conclusie dat we er geen meerwaarde in zien. Sterker nog, de holling van het scherm zorgt ervoor dat menu’s, ondertitels en rechte lijnen vertekenen. Bovendien maakt het holle scherm het onmogelijk om de televisies aan de wand te monteren, terwijl de extreem dunne oled-panelen zich daar juist zo goed voor lenen. Theoretisch heeft een hol scherm op één specifieke afstand tot het scherm wel een voordeel. Als je in het midden van een denkbeeldige cirkel zit waar het scherm deel van uitmaakt, zijn zowel het midden als de hoeken van het beeld immers op gelijke afstand van je ogen. Aangezien de holling van de schermen beperkt is, ligt dit punt echter op meer dan vijf meter van het scherm – geen realistische kijkafstand in de gemiddelde Nederlandse huiskamer.

Waarom hebben Samsung en LG de schermen dan toch gebogen? Wij denken dat het vooral komt ‘omdat het kan’, en omdat de ander het ook doet. Technisch gezien is het bij oled-schermen namelijk geen probleem om schermen (iets) gebogen te maken, of na productie licht te buigen. Bij lcd-schermen en plasma zou dat tot problemen leiden. Naast de goede beeldkwaliteit nóg een unieke eigenschap accentueren kan geen kwaad, lijken Samsung en LG gedacht te hebben. Alles in het licht van de onderlinge concurrentie en dat moet niet onderschat worden. LG en Samsung zijn aartsrivalen die er alles aan doen om elkaar vliegen af te vangen. Op technologiebeurzen gebeurt het geregeld dat één van beide op het laatste moment de stand verbouwt en een nieuw product toevoegt omdat de ander onverwacht ook iets nieuws tentoonstelt. Zo toonde Samsung begin september tijdens de IFA in Berlijn onverwacht prototype oled-schermen met 4k-resolutie en prompt paste LG zijn stand aan om ook een 4k-oled-prototype te tonen.

De rivaliteit is waarschijnlijk ook de reden dat beide fabrikanten nu überhaupt al schermen op de markt brengen. Gezien de lage yields moeten beide fabrikanten de schermen volgens diverse bronnen nu zonder winst of zelfs met verlies verkopen, ondanks de hoge winkelprijzen (€ 8000 tot € 9000). LG heeft inmiddels ook een plat oled-model beschikbaar gemaakt, maar dan wel voorzien van een achterliggende lijst met speakers. Deze platte oled-televisies worden verkocht onder de naam ‘Oled Gallery Display’.

Terug naar de andere noviteit: 4k-ultra-hd-schermen. Sommige fabrikanten spreken overigens alleen over 4k, andere alleen over ultra-hd en weer andere over uhd. In alle gevallen worden schermen met een resolutie van 3840x2160 beeldpunten bedoeld – 4k (4000) staat voor het aantal pixels in de breedte. Feitelijk niet helemaal correct dus. Toch zal de term 4k bij televisies waarschijnlijk gebruikt blijven worden, als is het maar omdat de officiële ultra-hd-specificatie ook ruimte biedt voor een toekomstige 8k-norm.

Het zal echter nog tot minimaal 2017 duren voordat de eerste 8k-televisies daadwerkelijk te koop zijn – 4k-ultra-hd-televisies liggen nú al in de schappen. Waarom eigenlijk? Een goede vraag. Anno 2013 worden nog lang niet alle televisieprogramma’s zelfs in normaal hd opgenomen en plannen om in ultra-hd te gaan uitzenden zijn er in Nederland ook nog niet.

Toch zal er de komende jaren steeds meer content in 4k-resolutie beschikbaar komen. Youtube staat het nu al toe om bestanden in 4k op te nemen en – met een voldoende snelle pc – af te spelen. De eerste camcorders die in 4k-resolutie opnemen zijn inmiddels aangekondigd en zelfs sommige nieuwe smartphones kunnen al in 4k filmen. Het 4k-materiaal zal dus vooral via niet-traditionele wegen de woonkamer binnenkomen, via streamingdiensten. Met de nieuw geïntroduceerde h.265 HEVC videocodec is het mogelijk om binnen relatief beperkte bandbreedtes vanaf ongeveer 12 Mbit/s 4k-video te tonen met goede beeldkwaliteit. De verwachting is dat er in 2015 een update komt voor de bluray-specificatie, waardoor ook bluray-discs geschikt worden voor deze ultrahoge resolutie.

Het aanbod van 4k-materiaal zal dus zeker gaan komen. Daar komt bij dat een aantal 4k-ultra-hd-televisies die momenteel verkrijgbaar zijn érg goede upscalers aan boord hebben. Met geavanceerde algoritmes waarbij meerdere beelden met elkaar vergeleken worden en een database met frequentiepatronen en daarbij behorende voorkeuze-instellingen, kan normaal full-hd-materiaal vaak met verbluffend goede resultaten worden opgewaardeerd naar ultra-hd-resolutie. Je krijgt daarmee uiteraard nooit écht de beeldscherpte van ultra-hd-materiaal, maar wel een duidelijk zichtbare verbetering.

Maar is dat nodig? Full-hd-beelden zijn al érg scherp en de hoeveelheid details die het menselijk oog kan waarnemen is beperkt. Vuistregel bij full-hd-materiaal is dat je eigenlijk niet meer dan driemaal de beeldhoogte als kijkafstand moet nemen om alle details te kunnen zien. In het geval van een 55-inch (140 cm) televisie is de beeldhoogte bijna 70 centimeter. Om alle details te zien van een beeld met full-hd-resolutie zou je dus eigenlijk op 210 centimeter van het scherm moeten zitten. In de praktijk is de gemiddelde kijkafstand in Nederlandse huiskamers rond de drie meter, iets meer dus. Voor 4k-ultra-hd, met tweemaal de horizontale en tweemaal de verticale resolutie, geldt dus dat je nog eens de helft dichterbij moet zitten om alle details waar te nemen, ofwel op iets meer dan één meter afstand bij een 55-inch televisie. Dat is uiteraard niet realistisch.

Daarom komt 4k-ultra-hd vooral tot zijn recht bij écht grote beeldmaten. Toch moeten we een paar kanttekeningen plaatsen. Ten eerste heeft de ene mens betere ogen dan de andere. Bovendien blijkt er in de praktijk wel verschil in beeldkwaliteit merkbaar tussen full-hd en 4k-ultra-hd, ook op wat grotere afstanden. Dit komt omdat de hogere beeldscherpte ook zorgt voor scherpere scheidingen tussen lichte en donkere delen, waardoor het waargenomen contrast toeneemt. Tijdens onze test vonden wij het echter lastig om op meer dan vier meter afstand van een 55-inch tv het verschil te zien tussen full-hd en ultra-hd.

De productiekosten van lcd-panelen met deze hogere resolutie zijn de laatste tijd sterk gezakt en zullen de komende tijd nog verder dalen. Van meerdere fabrikanten horen wij inmiddels dat het aanbod aan 4k-ultra-hd-televisie volgend jaar sterk zal toenemen, ook in de kleinere beeldmaten, terwijl je daarbij dus sterke vraagtekens kunt zetten over het praktische nut. Met 4k-ultra-hd zal het waarschijnlijk net zo verlopen als met full-hd: in eerste instantie worden de panels alleen gebruikt in de grotere, duurdere modellen, maar na verloop van tijd zullen steeds meer betaalbare televisies ermee uitgerust worden. Nu al zien we de prijzen sterk dalen. Waar de eerste 84-inch ultra-hd-televisies begin dit jaar voor meer dan € 20.000 over de toonbank gingen, bieden meerdere merken nu 55-inch schermen aan met een prijskaartje rond de € 3500. De eerste 50-inch ultra-hd-televisie met een adviesprijs van € 2500 is ook al aangekondigd en volgend jaar zullen de prijzen waarschijnlijk ver onder de € 2000 zakken.

Zowel 4k-ultra-hd als oled zijn goede ontwikkelingen. Vooral oled biedt direct al veel voordeel: de beeldkwaliteit is aanmerkelijk beter dan wat we nu van plasma en lcd gewend zijn. De prijzen zijn vooralsnog echter érg hoog en de kromming die Samsung en LG aan hun eerste modellen hebben gegeven, is wat ons betreft geen voordeel. 4k-ultra-hd is eigenlijk meer een evolutie dan een revolutie. Vooralsnog komen we panels met deze viermaal hogere resolutie dan full-hd alleen tegen bij grotere televisies vanaf 55 inch. De verwachting is echter dat we volgend jaar ook kleinere 4k-televisies gaan zien. Het nut van 4k is echter afhankelijk van de kijkafstand tot het scherm: je moet érg dicht op de tv zitten om alle extra detailleringen waar te nemen.

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 beveiligingscamera's met een hoge videoresolutie
© Reshoot
Zekerheid & gemak

Waar voor je geld: 5 beveiligingscamera's met een hoge videoresolutie

Bij ID.nl zijn we dol op kwaliteitsproducten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt. Een paar keer per week speuren we binnen een bepaald thema naar zulke deals. Ben je op zoek naar een bewakingscamera met een hoge beeldkwaliteit? Vandaag hebben we vijf interessante modellen voor je gespot.

TP-Link Tapo C325WB

De TP-Link Tapo C325WB is goedkoop en levert ook nog eens een scherp beeld. Met een resolutie van 2688 × 1520 pixels identificeer je moeiteloos personen en huisdieren. Aan weerszijden van de lens bevinden zich twee felle ledlampen. Die gaan na bewegingsdetectie in het donker vanzelf branden, zodat je nachtelijke opnames in kleur kunt maken. Overigens herkent de Tapo C325WB op eigen houtje mensen, voertuigen, honden en katten. Je ontvangt daarvan desgewenst pushberichten op je smartphone, waarna je in de TP-Link Tapo-app livebeelden opvraagt. Uiteraard kijk je net zo makkelijk eerdere opnames terug.

Voor het opslaan van beeldmateriaal kun je kiezen tussen verschillende opties. De eenvoudigste methode is om een microSD-kaart van maximaal 512 GB in het apparaat te plaatsen. Als alternatief kun je de video's op een geschikte NAS of (tegen betaling) in de cloud bewaren. Je verbindt de Tapo C325WB via een ethernetkabel of wifi met het (draadloze) thuisnetwerk. De IP66-gecerificeerde behuizing is weerbestendig, waardoor je hem ook buiten kunt ophangen.

TP-Link Tapo C225

Als je alleen binnenshuis wilt opnemen, is deze goedkope pan- en tilt-camera een goede keuze. Het camerahoofd van de TP-Link Tapo C225 kan op eigen houtje horizontaal (340 graden) en verticaal (60 graden) bewegen. Je hebt in een kamer dus geen last van dode hoeken. Bepaal bijvoorbeeld dat de camera een huisdier of (klein)kind automatisch moet volgen. Vervolgens neem je in de TP-Link Tapo-app live een kijkje. Dankzij een respectabele resolutie van 2560 × 1440 pixels ogen de beelden scherp. Bepaal in de app in hoeverre je meldingen wilt ontvangen van bewegende objecten, personen, huisdieren en geluiden.

Een opvallende functie is de privacyknop. Wanneer je daarop drukt, stopt de Tapo C225 meteen met filmen. Verder voer je op afstand een gesprek, want de behuizing bevat een speaker en microfoon. Voor de opslag van video's plaats je een microSD-kaart van maximaal 512 GB in de behuizing. Een andere mogelijkheid is om de beelden naar een geschikte NAS door te sluizen. Lees hier een uitgebreide review over deze veelzijdige camera.

Eufy Eufycam E330 (2-pack + basisstation)

Met dit starterspakket van Eufy bewaak je de voor- en achterkant van je woning. En hoe, want de twee bijgesloten camera's ondersteunen een 4K-resolutie van 3840 × 2160 pixels. Hierdoor herken je zelfs na digitaal inzoomen moeiteloos personen. Zodra de bewakingscamera's met netstroom zijn verbonden, bewaar je opnames op het inbegrepen basisstation. Standaard is er een opslagcapaciteit van 16 GB beschikbaar, maar dat breid je met een eigen interne schijf optioneel uit naar maximaal 16 TB. Zeker wanneer je continu wilt opnemen, is extra opslagruimte een vereiste. Je kunt als alternatief ook alleen filmpjes van gebeurtenissen opslaan.

Naast een hoge resolutie biedt de Eufycam E330 ook nog eens nachtzicht in kleur. Er zijn namelijk een lichtgevoelige sensor en ledlamp geïntegreerd. Verder is de functie gezichtsherkenning de moeite waard. Je ontvangt desgewenst pushmeldingen zodra er familie of vrienden bij je op de stoep staan. Woon je groot? Overweeg dan een bewakingssysteem met vier camera's. Daarnaast is de Eufy Eufycam E330 ter uitbreiding los te koop.

Lees ook: 5 fouten met je beveiligingscamera die je hierna nooit meer maakt

EZVIZ BC1c 4K

Deze oplaadbare 4K-bewakingscamera van Ezviz is momenteel goedkoper dan ooit. Zodra je de BC1c 4K met wifi verbindt, kijk je naar opnames en livebeelden in een resolutie van 3840 × 2160 pixels. Je hangt de IP65-gecertificeerde behuizing zo'n beetje overal op. In de behuizing bevindt zich namelijk een accu met een riante capaciteit van 10.400 mAh. Dat scheelt weer stroomdraden trekken! Ben je van plan om de beveiligingscamera op een locatie met veel zonlicht te monteren? Koop de BC1c 4K dan inclusief zonnepaneel, zodat je de batterij niet of nauwelijks via netstroom hoeft op te laden.

De behuizing heeft plek voor een microSD-kaart tot maximaal 512 GB. Verder is de behoorlijke diagonale kijkhoek van 135 graden een pluspunt. Hierdoor vangt de lens een groot deel van de kamer, tuin of oprit in beeld. Zodra de camera een persoon of voertuig detecteert, ontvang je hiervan een melding op je smartphone. Bovendien begint de BC1c 4K automatisch met opnemen. Overige voordelen zijn de ondersteuning voor tweewegaudio en nachtzicht in kleur.

Foscam G4P-B

De Foscam G4P-B heeft een stevige behuizing, waardoor je hem gerust op een drukke of risicovolle plek kunt ophangen, zoals aan de straatzijde waar kinderen spelen. Het apparaat werkt op netstroom, waardoor je 24/7 kunt opnemen. Kies voor het opslaan van videomateriaal tussen drie mogelijkheden, namelijk een microSD-kaart (max 256 GB), een geschikte NAS of cloudopslag. Voor laatstgenoemde optie moet je wel een betaald abonnement afsluiten.

De G4P-B heeft een ethernetaansluiting, zodat je het apparaat op een bekabeld netwerk kunt aansluiten. Dat verhoogt de betrouwbaarheid van de beeldoverdracht. Is er geen bekabelde netwerkaansluiting beschikbaar, dan verbind je deze beveiligingscamera net zo makkelijk met wifi. Gunstig is verder de ruime videoresolutie van 2560 × 1440 pixels. Daarnaast reikt de nachtzichtfunctie tot ongeveer twintig meter. Onder de productnaam G4P-W is er ook een witte uitvoering verkrijgbaar.

▼ Volgende artikel
Let op deze 5 dingen als je een elektrische deken gebruikt
© Alina Stor
Huis

Let op deze 5 dingen als je een elektrische deken gebruikt

Op koude dagen is er niets lekkerder dan jezelf op te krullen onder een warme elektrische deken. Maar pas op: het gebruik van een elektrische deken is niet zonder risico's. We geven je een aantal tips om brand en kortsluiting te voorkomen.

Elektrische dekens mogen dan wel heerlijk warm en zacht zijn, maar ze zijn niet altijd onschuldig. Zo kan er bij verkeerd gebruik kortsluiting en zelfs brand op de loer liggen. Maar hoe gebruik je een elektrische deken dan wél veilig? Dit artikel geeft 5 handige tips. 1. Niet opvouwen maar oprollen 2. Gebruik de timer 3. Verwijder de stekker uit het stopcontact 4. Vervang de deken op tijd 5. Plaats een rookmelder

Lees ook: ❄️ Koud hè? Zo vind je jouw perfecte elektrische deken

Als je denkt dat brand en kortsluiting door elektrische dekens een zeldzaamheid zijn, heb je het helaas mis. Zo'n tien keer per jaar ontstaat er brand door een elektrische deken die te warm wordt. En nog veel vaker zorgen elektrische dekens voor kortsluiting in huis. Zelfs als je een hoogwaardige deken van een betrouwbaar merk in huis haalt, kunnen dit soort ongelukken gebeuren. Iedere deken kan na verloop van tijd immers gaan slijten, en ook de elektrische bedrading kan om allerlei redenen kapotgaan. Wil je dus zo lang én veilig mogelijk genieten van je elektrische deken, houd dan de volgende tips in het achterhoofd.

🚩 Let op: er is een verschil tussen elektrische bovendekens en onderdekens. Een bovendeken gebruik je bijvoorbeeld op de bank om jezelf warm te houden. Een onderdeken leg je op je bed om je matras voor te verwarmen. Voor beide soorten elektrische dekens gelden andere veiligheidsadviezen.

Tip 1: Niet opvouwen maar oprollen

Veel mensen vouwen hun elektrische bovendeken na gebruik op, maar volgens de brandweer is het veiliger om de deken op te rollen. Door de deken op te vouwen, kunnen er namelijk knikken in de elektrische bedrading ontstaan, wat kan leiden tot kortsluiting. Ook de manier waarop je je elektrische deken opbergt is belangrijk. Dat wil zeggen: niet in een ruimte met een hoge luchtvochtigheid, niet in de buurt van vloeistoffen (pas dus op met glazen water naast de bank) én niet onder zware objecten, want ook die kunnen de bedrading in de deken beschadigen.

Voor een elektrische onderdeken, ofwel een deken die je op je matras legt, geldt dat je hem na het slapen weer zo glad mogelijk over je bed legt - dus zonder vouwen of opgepropte delen. Anders kan de warmte zich ophopen en wordt de deken bij het volgende gebruik mogelijk te heet. Berg je je onderdeken na ieder gebruik op? Ook dan geldt het advies om de deken op te rollen in plaats van te vouwen (lees hierboven) om de bedrading intact te houden.

Tip 2: Gebruik de timer

De meeste elektrische dekens (zowel onder- als bovendekens) hebben een automatische uitschakelfunctie om oververhitting te voorkomen. Bij sommige modellen houdt dat in dat de deken zich áltijd na een specifiek aantal uur (bijvoorbeeld twee of drie) uitschakelt, maar bij andere modellen is het de bedoeling dat je de timer zelf op een gewenst aantal minuten of uren instelt. Geldt dat laatste ook voor jouw deken, maak er dan een gewoonte van om de timerfunctie bij ieder gebruik in te schakelen, ook als je denkt dat dit niet per se nodig is. Hoe vaak gebeurt het niet dat je van de bank afspringt om 'even' de afwas te gaan doen, en vervolgens verzeild raakt in allerlei andere klusjes die nog op je to do-list stonden? Vergeet je daarna ook nog de deken uit te schakelen voordat je naar bed gaat, dan kan dat vervelende gevolgen hebben. Neem dus altijd het zekere voor het onzekere en gebruik de timer.

©Mariana Rusanovschi

Tip 3: Verwijder de stekker uit het stopcontact

Ook als jouw elektrische deken zich na verloop van tijd vanzelf uitschakelt, is het slim om de deken helemaal uit het stopcontact te halen als je hem niet gebruikt. Zolang de stekker in het stopcontact zit, bestaat er namelijk nog steeds een klein risico op oververhitting of kortsluiting. Dit is ook een stuk veiliger mocht de deken in contact komen met water of andere vloeistoffen. Heb je een elektrische onderdeken? Haal deze dan standaard uit het stopcontact wanneer je 's ochtends je bed opmaakt. Gebruik je een bovendeken op de bank, dan kun je door de dag heen even checken of de deken is losgekoppeld van het stopcontact.

Tip 4: Vervang je deken op tijd

Elektrische dekens gaan gemiddeld zo'n zeven jaar mee, maar dat geldt alleen als ze in de tussentijd niet beschadigd raken. Helaas zijn er veel manieren waarop een elektrische deken toch vroegtijdig schade kan oplopen, bijvoorbeeld als er vloeistoffen overheen worden gemorst, huisdieren aan de deken kauwen of krabben of als de deken niet juist wordt opgeborgen. Om er zeker van te zijn dat jouw elektrische deken nog helemaal naar behoren werkt en er geen scheuren of gaten in de stof zitten, is het belangrijk dat je de deken regelmatig even controleert. Ook als een elektrische deken de hele zomer opgevouwen in de kast heeft gelegen, kan het zijn dat de bedrading is beschadigd en dat de deken het niet meer goed doet. Zet je een elektrische deken na lange tijd weer aan, blijf er dan altijd even bij staan. Mocht het toch misgaan, dan ben je er in elk geval op tijd bij.

Tip 5: Plaats een rookmelder

Nog een tip van de brandweer: plaats een rookmelder in de ruimte(s) waarin je je elektrische deken gebruikt. Vooral in de slaapkamer is dit verstandig, zodat je bij rook of brand op tijd wordt gewekt. Met die gedachte in het achterhoofd zul je vast ook een stuk lekkerder slapen.


Ook lekker:

Voetenwarmers!