ID.nl logo
Zekerheid & gemak

De toekomst van de tv

De laatste tijd hebben fabrikanten van televisies weinig echte vernieuwingen geïntroduceerd. Wil je een tv kopen dan heb je nog altijd de keus uit lcd of plasma en de spannendste ontwikkeling van de afgelopen vijf jaar was de introductie van 3D, wat geen daverend succes was. Maar nu is er écht iets nieuws te melden!

Dit jaar zien we zelfs twee grote doorbraken die al tijden beloofd werden, daadwerkelijk in winkels beschikbaar komen: 4k-ultra-hd en oled. De eerste heeft te maken met de resolutie van beeldschermen. De maximale tv-resolutie is al jaren full-hd, oftewel 1920x1080 pixels. Prima voor schermen van normaal formaat, maar met de trend van almaar groter wordende televisies kan een beetje extra resolutie geen kwaad, zo redeneert men. 4k-ultra-hd-televisies hebben precies viermaal zoveel beeldpunten als een normaal full-hd-model. Daarmee is het mogelijk om grotere schermen te gebruiken waar je dichterbij kunt zitten, zonder dat individuele beeldpunten zichtbaar worden. De eerste 4k-ultra-hd-schermen die nu op de markt komen maken allemaal gebruik van lcd-panelen, met bijbehorende karakteristieken en nadelen op het vlak van contrast, kleurweergave en kijkhoek.

De tweede ontwikkeling, oled, is in feite een grotere verandering – het is echt een nieuwe beeldschermtechnologie. Alhoewel ‘nieuw’ betrekkelijk is: Sony bracht in 2007 al een 11-inch oled-televisie uit en in telefoons en kleinere tablets worden al jaren oled-schermen gebruikt. Wél nieuw is dat oled nu ook in grote televisies wordt toegepast. Zowel Samsung als LG hebben de afgelopen maanden hun eerste 55-inch oled-tv’s op de markt gebracht. Oled is de afkorting van Organic Light Emitting Diode – het scherm is opgebouwd uit miljoenen organische ledjes die elk individueel licht kunnen genereren. Voordeel hiervan is dat zwart écht zwart is en dat er geen problemen zijn met kleurverschuiving wanneer het scherm onder een hoek bekeken wordt.

Bij traditionele lcd-schermen wordt gebruikgemaakt van een ‘lichtbak’ achter het lcd-paneel dat zelf bestaat uit kleine cellen die licht kunnen doorlaten of tegenhouden. Voor elke pixel worden doorgaans drie cellen gebruikt die rood, groen of blauw oplichten en samen alle zichtbare kleuren kunnen ‘mengen’. Nadeel van lcd-technologie is dat het tegenhouden van het licht van de backlight door de lcd-cellen nooit helemaal lukt, waardoor zwart nooit helemaal zwart is. Een ander nadeel is dat de kijkhoek niet perfect is. Afhankelijk van de gebruikte lcd-technologie nemen contrast en kleurweergave af naar mate je minder recht voor het scherm zit.

De manier waarop oled werkt, waarbij elke pixel zélf een lichtbron is, lijkt eigenlijk meer op plasma dan op lcd. Plasmaschermen werken met cellen die ook individueel oplichten wanneer dat nodig is. Plasma maakt echter gebruik van gasontlading, wat een aantal nadelen heeft. Ten eerste is het een relatief onzuinige beeldschermtechnologie die bovendien een zwaar panel met meerder glasplaten vereist. Daar komt bij dat de individuele cellen van een plasmascherm ofwel volledig zwart zijn, ofwel maximaal oplichten. Om tussenliggende helderheidstinten te generen worden de cellen pulserend aangestuurd. Hierdoor lijkt het beeld licht te trillen en is het lastiger om alle kleurnuances adequaat weer te geven. Bovendien is zwart bij plasmaschermen meestal ook niet helemaal zwart, al is plasma op dit punt doorgaans duidelijk beter dan lcd.

Oled kent deze nadelen niet. De oled-schermen hebben geen glasplaten en hoogspanningscircuits nodig, zijn zeer dun te produceren en laten écht perfecte zwartwaarden noteren. Nadelen heeft oled helaas ook. Zowel Samsung en LG laten op grote technologiebeurzen al jaren oled-schermen zien, met daarbij steeds de belofte dat deze snel op de markt zouden komen. Iets wat tot voor kort vervolgens dus steeds niet gebeurde. De voornaamste reden voor het uitstel is waarschijnlijk dat het percentage geproduceerde oled-panelen dat foutvrij is (de yield) erg laag is. Analisten spreken over percentages tussen de 10 en 20 procent. Dat betekent dus dat van elke tien schermen die van de band rollen er slechts één of twee goed zijn. Zo worden de netto productiekosten uiteraard érg hoog.

Daarnaast zijn oled-cellen gevoelig voor veroudering. Met name blauwe oleds nemen na verloop van tijd af in helderheid. Aangezien rood, groen en blauw correct gemengd moeten worden om een natuurlijke kleurmix te krijgen, is dat een probleem dat na verloop van tijd kan zorgen voor een veranderende kleurtemperatuur.

Samsung en LG hebben beide een andere methode gekozen om het probleem van veroudering van de oled-cellen aan te pakken. Samsung maakt voor zijn oled-televisies gebruik van panelen met rgb-oled-cellen, wat betekent dat elke pixel op het scherm is opgebouwd uit een rode, een groene en een blauwe oled-cel. De blauwe oled is hierbij aanzienlijk groter uitgevoerd dan de rode en groene, zodat deze minder hard aangestuurd hoeft te worden en zo minder snel slijt. Samsung claimt bovendien een geavanceerde methode te gebruiken om de cellen in te kapselen, waarmee bedoeld wordt dat de cellen zoveel mogelijk zuurstofvrij worden geproduceerd, omdat zuurstof een nadelig effect heeft op de levensduur van oled-cellen.

LG heeft een andere methode gekozen. LG’s oled-panels bestaan louter uit witte oled-cellen. Elke pixel bestaat uit vier van dergelijke witte cellen, waarvan er drie voorzien zijn van een rood, groen of blauw kleurfilter. De vierde cel is ongefilterd en geeft dus wit licht. LG’s keuze betekent dat alle cellen even snel verouderen, het zijn immers allemaal witte cellen. Bovendien heeft het gebruik van de ongefilterde witte cel volgend LG een positief effect op de kleurbalans en op het energieverbruik, omdat de overige cellen minder hard aangestuurd hoeven te worden. Wij hebben helaas nog geen oled-tv van LG in ons testlab gehad, zodat we deze claims niet kunnen verifiëren. In potentie heeft LG’s oplossing ook een nadeel. Zou is de kleurruimte theoretisch minder groot dan bij gebruik van rgb-oleds. In de praktijk is dit echter geen nadeel. Ook de witte oled-technologie met kleurfilters haalt gemakkelijk het sRGB/Rec.709-bereik dat voor pc- en hdtv-gebruik wordt voorgeschreven.

De eerste schermen die LG en Samsung in september op de markt hebben gebracht vertonen veel overeenkomsten. Ten eerste zijn het beide modellen met een diagonaal van 55 inch en een resolutie van 1920 bij 1080 pixels, full-hd dus. Daarnaast hebben beide fabrikanten ervoor gekozen het scherm gebogen uit te voeren. En met gebogen bedoelen we dan ‘hol’. Nadat fabrikanten er in het tijdperk van de beeldbuistelevisie decennia lang alles aan hebben gedaan om de bolle televisies plat te maken, krijgen we nu dus schermen met een kromming de andere kant op. Volgens zowel LG als Samsung komt dit de beleving van het beeld ten goede en zou het een ‘imax-achtige ervaring’ moeten geven.

Wij hebben Samsungs Curved Oled-televisie uitgebreid in ons testlab kunnen beoordelen (zie kader) en komen eerlijk gezegd tot de conclusie dat we er geen meerwaarde in zien. Sterker nog, de holling van het scherm zorgt ervoor dat menu’s, ondertitels en rechte lijnen vertekenen. Bovendien maakt het holle scherm het onmogelijk om de televisies aan de wand te monteren, terwijl de extreem dunne oled-panelen zich daar juist zo goed voor lenen. Theoretisch heeft een hol scherm op één specifieke afstand tot het scherm wel een voordeel. Als je in het midden van een denkbeeldige cirkel zit waar het scherm deel van uitmaakt, zijn zowel het midden als de hoeken van het beeld immers op gelijke afstand van je ogen. Aangezien de holling van de schermen beperkt is, ligt dit punt echter op meer dan vijf meter van het scherm – geen realistische kijkafstand in de gemiddelde Nederlandse huiskamer.

Waarom hebben Samsung en LG de schermen dan toch gebogen? Wij denken dat het vooral komt ‘omdat het kan’, en omdat de ander het ook doet. Technisch gezien is het bij oled-schermen namelijk geen probleem om schermen (iets) gebogen te maken, of na productie licht te buigen. Bij lcd-schermen en plasma zou dat tot problemen leiden. Naast de goede beeldkwaliteit nóg een unieke eigenschap accentueren kan geen kwaad, lijken Samsung en LG gedacht te hebben. Alles in het licht van de onderlinge concurrentie en dat moet niet onderschat worden. LG en Samsung zijn aartsrivalen die er alles aan doen om elkaar vliegen af te vangen. Op technologiebeurzen gebeurt het geregeld dat één van beide op het laatste moment de stand verbouwt en een nieuw product toevoegt omdat de ander onverwacht ook iets nieuws tentoonstelt. Zo toonde Samsung begin september tijdens de IFA in Berlijn onverwacht prototype oled-schermen met 4k-resolutie en prompt paste LG zijn stand aan om ook een 4k-oled-prototype te tonen.

De rivaliteit is waarschijnlijk ook de reden dat beide fabrikanten nu überhaupt al schermen op de markt brengen. Gezien de lage yields moeten beide fabrikanten de schermen volgens diverse bronnen nu zonder winst of zelfs met verlies verkopen, ondanks de hoge winkelprijzen (€ 8000 tot € 9000). LG heeft inmiddels ook een plat oled-model beschikbaar gemaakt, maar dan wel voorzien van een achterliggende lijst met speakers. Deze platte oled-televisies worden verkocht onder de naam ‘Oled Gallery Display’.

Terug naar de andere noviteit: 4k-ultra-hd-schermen. Sommige fabrikanten spreken overigens alleen over 4k, andere alleen over ultra-hd en weer andere over uhd. In alle gevallen worden schermen met een resolutie van 3840x2160 beeldpunten bedoeld – 4k (4000) staat voor het aantal pixels in de breedte. Feitelijk niet helemaal correct dus. Toch zal de term 4k bij televisies waarschijnlijk gebruikt blijven worden, als is het maar omdat de officiële ultra-hd-specificatie ook ruimte biedt voor een toekomstige 8k-norm.

Het zal echter nog tot minimaal 2017 duren voordat de eerste 8k-televisies daadwerkelijk te koop zijn – 4k-ultra-hd-televisies liggen nú al in de schappen. Waarom eigenlijk? Een goede vraag. Anno 2013 worden nog lang niet alle televisieprogramma’s zelfs in normaal hd opgenomen en plannen om in ultra-hd te gaan uitzenden zijn er in Nederland ook nog niet.

Toch zal er de komende jaren steeds meer content in 4k-resolutie beschikbaar komen. Youtube staat het nu al toe om bestanden in 4k op te nemen en – met een voldoende snelle pc – af te spelen. De eerste camcorders die in 4k-resolutie opnemen zijn inmiddels aangekondigd en zelfs sommige nieuwe smartphones kunnen al in 4k filmen. Het 4k-materiaal zal dus vooral via niet-traditionele wegen de woonkamer binnenkomen, via streamingdiensten. Met de nieuw geïntroduceerde h.265 HEVC videocodec is het mogelijk om binnen relatief beperkte bandbreedtes vanaf ongeveer 12 Mbit/s 4k-video te tonen met goede beeldkwaliteit. De verwachting is dat er in 2015 een update komt voor de bluray-specificatie, waardoor ook bluray-discs geschikt worden voor deze ultrahoge resolutie.

Het aanbod van 4k-materiaal zal dus zeker gaan komen. Daar komt bij dat een aantal 4k-ultra-hd-televisies die momenteel verkrijgbaar zijn érg goede upscalers aan boord hebben. Met geavanceerde algoritmes waarbij meerdere beelden met elkaar vergeleken worden en een database met frequentiepatronen en daarbij behorende voorkeuze-instellingen, kan normaal full-hd-materiaal vaak met verbluffend goede resultaten worden opgewaardeerd naar ultra-hd-resolutie. Je krijgt daarmee uiteraard nooit écht de beeldscherpte van ultra-hd-materiaal, maar wel een duidelijk zichtbare verbetering.

Maar is dat nodig? Full-hd-beelden zijn al érg scherp en de hoeveelheid details die het menselijk oog kan waarnemen is beperkt. Vuistregel bij full-hd-materiaal is dat je eigenlijk niet meer dan driemaal de beeldhoogte als kijkafstand moet nemen om alle details te kunnen zien. In het geval van een 55-inch (140 cm) televisie is de beeldhoogte bijna 70 centimeter. Om alle details te zien van een beeld met full-hd-resolutie zou je dus eigenlijk op 210 centimeter van het scherm moeten zitten. In de praktijk is de gemiddelde kijkafstand in Nederlandse huiskamers rond de drie meter, iets meer dus. Voor 4k-ultra-hd, met tweemaal de horizontale en tweemaal de verticale resolutie, geldt dus dat je nog eens de helft dichterbij moet zitten om alle details waar te nemen, ofwel op iets meer dan één meter afstand bij een 55-inch televisie. Dat is uiteraard niet realistisch.

Daarom komt 4k-ultra-hd vooral tot zijn recht bij écht grote beeldmaten. Toch moeten we een paar kanttekeningen plaatsen. Ten eerste heeft de ene mens betere ogen dan de andere. Bovendien blijkt er in de praktijk wel verschil in beeldkwaliteit merkbaar tussen full-hd en 4k-ultra-hd, ook op wat grotere afstanden. Dit komt omdat de hogere beeldscherpte ook zorgt voor scherpere scheidingen tussen lichte en donkere delen, waardoor het waargenomen contrast toeneemt. Tijdens onze test vonden wij het echter lastig om op meer dan vier meter afstand van een 55-inch tv het verschil te zien tussen full-hd en ultra-hd.

De productiekosten van lcd-panelen met deze hogere resolutie zijn de laatste tijd sterk gezakt en zullen de komende tijd nog verder dalen. Van meerdere fabrikanten horen wij inmiddels dat het aanbod aan 4k-ultra-hd-televisie volgend jaar sterk zal toenemen, ook in de kleinere beeldmaten, terwijl je daarbij dus sterke vraagtekens kunt zetten over het praktische nut. Met 4k-ultra-hd zal het waarschijnlijk net zo verlopen als met full-hd: in eerste instantie worden de panels alleen gebruikt in de grotere, duurdere modellen, maar na verloop van tijd zullen steeds meer betaalbare televisies ermee uitgerust worden. Nu al zien we de prijzen sterk dalen. Waar de eerste 84-inch ultra-hd-televisies begin dit jaar voor meer dan € 20.000 over de toonbank gingen, bieden meerdere merken nu 55-inch schermen aan met een prijskaartje rond de € 3500. De eerste 50-inch ultra-hd-televisie met een adviesprijs van € 2500 is ook al aangekondigd en volgend jaar zullen de prijzen waarschijnlijk ver onder de € 2000 zakken.

Zowel 4k-ultra-hd als oled zijn goede ontwikkelingen. Vooral oled biedt direct al veel voordeel: de beeldkwaliteit is aanmerkelijk beter dan wat we nu van plasma en lcd gewend zijn. De prijzen zijn vooralsnog echter érg hoog en de kromming die Samsung en LG aan hun eerste modellen hebben gegeven, is wat ons betreft geen voordeel. 4k-ultra-hd is eigenlijk meer een evolutie dan een revolutie. Vooralsnog komen we panels met deze viermaal hogere resolutie dan full-hd alleen tegen bij grotere televisies vanaf 55 inch. De verwachting is echter dat we volgend jaar ook kleinere 4k-televisies gaan zien. Het nut van 4k is echter afhankelijk van de kijkafstand tot het scherm: je moet érg dicht op de tv zitten om alle extra detailleringen waar te nemen.

▼ Volgende artikel
Consumenten testen: de Philips PureProtect Pro slimme luchtreiniger
© Philips
Energie

Consumenten testen: de Philips PureProtect Pro slimme luchtreiniger

De Philips PureProtect Pro slimme luchtreiniger biedt een effectieve manier om de luchtkwaliteit binnenshuis te verbeteren, ondersteund door slimme technologie en een strak ontwerp. Het Review.nl Testpanel boog zich voor de gelegenheid over het apparaat. Hieronder lees je een uitgebreid relaas over de ervaringen van onze testers.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Philips

Een van de meest geprezen eigenschappen van de Philips PureProtect Pro 4200-series (AC4220/12), zoals dit apparaat voluit heet, is het design. De testers zijn enthousiast over het moderne en strakke uiterlijk van het apparaat, dat niet alleen functioneel is, maar ook als decoratief element in huis kan dienen. Soni07, die het apparaat een 9 gaf, vat het mooi samen: "Het slanke ontwerp met de lichtring is supermodern en past geweldig goed in mijn woonkamer zonder eruit te zien als een typisch apparaat.

Het formaat van de luchtreiniger roept echter gemengde reacties op. Hoewel de meeste testers het ontwerp waarderen, zoals Abel K., die het apparaat 'stijlvol en passend in vrijwel ieder interieur' noemt, zijn er ook opmerkingen dat het apparaat groot is en daardoor wat lastig te plaatsen. Varius040 wijst daarnaast op een klein nadeel in het ontwerp: "De luchtsensor zit aan de achterkant, waardoor het apparaat niet goed in een hoek of dicht bij een muur kan worden geplaatst."

De lichtring, die de luchtkwaliteit aangeeft door van kleur te veranderen, wordt als zeer nuttig ervaren. Varius040 en meerdere andere testers vinden dit een handige visuele functie: "De kleurverandering die de luchtkwaliteit aangeeft, is echt een fijne functie."

©Philips

Gebruiksgemak staat centraal

Het gebruiksgemak van deze Philips-luchtreiniger wordt in vrijwel alle reviews benadrukt. De installatie verloopt soepel, met behulp van duidelijke instructies en een handige QR-code in de doos. Nienke22 geeft aan: "Zonder instructie had ik niet geweten waar te beginnen, maar dankzij de QR-code was het koppelen aan de app een fluitje van een cent.

Een andere tester complimenteert de combinatie van eenvoudige bediening op het apparaat zelf en de uitgebreide mogelijkheden via de Air+-app. Met deze app kunnen gebruikers de luchtkwaliteit in realtime monitoren en instellingen aanpassen. Dat maakt de luchtreiniger geschikt voor zowel technologische beginners als ervaren gebruikers. Zoals Rob85 opmerkt: "De slimme functies van het apparaat komen volledig tot hun recht via de Philips Air+-app."

Wel wordt er af en toe een verbeterpunt genoemd. Zo merkt een tester op dat 'de ledlampjes in de nachtmodus best fel zijn', wat vooral in donkere slaapkamers een storend effect kan hebben.

“De app is overzichtelijk en geeft me echt inzicht in de luchtkwaliteit.”

- Nienke22

Prestaties die de verwachtingen overtreffen

De PureProtect Pro presteert uitstekend als het gaat om luchtzuivering. Veel testers geven aan dat de luchtkwaliteit in huis merkbaar verbetert, wat resulteert in minder allergieklachten en een schonere omgeving. Rob85 merkt bijvoorbeeld: "Na een aantal dagen merkte ik direct het effect van de schone lucht op mijn droge ogen. Ook is er merkbaar minder stof in huis sinds de installatie."

De automatische modus wordt vaak als bijzonder handig ervaren, omdat het apparaat zelfstandig reageert op veranderingen in de luchtkwaliteit. Soni07 beschrijft: "Elke keer als ik kook of deodorant spuit, registreert het apparaat onmiddellijk de verandering en gaat hij aan de slag." Dit toont de gevoeligheid en efficiëntie van de ingebouwde sensoren.

Ook voor specifieke situaties, zoals het verminderen van geurtjes in huis, blijkt de luchtreiniger effectief. Abel K. vertelt: "Sinds we deze luchtreiniger hebben, merken we dat we minder last hebben van kattenbakgeurtjes." Voor mensen met allergieën is het apparaat een grote aanwinst, zoals blijkt uit de ervaring van Rork: "Ik merkte minder last van mijn allergie en daardoor sliep ik beter."

©Philips

Stille kracht in huis

Een belangrijke eigenschap van deze slimme luchtreiniger is het lage geluidsniveau, vooral in de nachtmodus. Dit maakt het apparaat ideaal voor gebruik in slaapkamers. Soni07 noemt het apparaat 'bijna geluidloos' en voegt eraan toe: "Ik laat hem de hele nacht aanstaan en je merkt niet dat hij aanstaat."

Op hogere standen kan het apparaat echter wat luidruchtiger worden, wat vooral wordt opgemerkt in situaties waarbij intensieve luchtzuivering nodig is, zoals tijdens het koken of bij slechte luchtkwaliteit. Toch ervaren de meeste testers het geluidsniveau als acceptabel en passend bij de krachtige prestaties.

Kritische punten: filters en prijs

Hoewel de Philips PureProtect Pro 4200-series over het algemeen zeer positief wordt beoordeeld, noemen de testers toch een paar aandachtspunten. Zo worden bijvoorbeeld de prijs van zowel het apparaat als de vervangingsfilters door meerdere testers genoemd. Nienke22 stelt: "Ik ben benieuwd hoelang het filter meegaat. De filters zijn namelijk redelijk prijzig."

Daarnaast wordt het formaat van het apparaat soms als een nadeel genoemd, vooral in kleinere ruimtes. Dat kan het moeilijk maken om een geschikte plaats in huis te vinden.

©Philips

✅ Pluspunten

  • Strak en modern ontwerp dat in elk interieur past.

  • Krachtige en snelle luchtzuivering, ideaal voor allergieën.

  • Gebruiksvriendelijke installatie en slimme app-functionaliteiten.

  • Stil genoeg voor gebruik in de slaapkamer.

❌ Minpunten

  • Relatief groot formaat dat niet overal makkelijk past.

  • Kosten van filters en apparaat aan de hogere kant.

  • Ledverlichting in nachtmodus kan als storend worden ervaren.

Conclusie: een slimme keuze voor gezondere lucht

Met een gemiddelde score van een 8,7 is de Philips PureProtect Pro 4200-series een indrukwekkend apparaat dat stijlvol design combineert met krachtige prestaties en geavanceerde technologie. De luchtreiniger scoort hoog op gebruiksgemak, efficiëntie en stil functioneren, waardoor het de ideale keuze is voor huishoudens die de luchtkwaliteit willen verbeteren.

Meer weten over deze luchtreiniger? Check Kieskeurig.nl!
▼ Volgende artikel
Magnetron kopen? Dit is waar je op moet letten
© grzymkiewicz
Huis

Magnetron kopen? Dit is waar je op moet letten

Een magnetron kiezen lijkt misschien eenvoudig, maar schijn bedriegt. Er zijn allerlei opties waarvoor je kunt kiezen. Ga je voor een simpele uitvoering of een model met uitgebreide functies? Hoe belangrijk zijn vermogen, inhoud en bediening? In dit artikel helpen we je stap voor stap bij het maken van de juiste keuze.

Om de voor jou beste magnetron te vinden, let je op de volgende punten:

  • Type magnetron
  • Functies
  • Inhoud
  • Vermogen
  • Draaiplateau
  • Bediening
  • Inbouw of vrijstaand

Lees ook: Deze functies kun je tegenkomen op een magnetron

Een belangrijke eerste keuze is het type magnetron. Er zijn twee hoofdvarianten: de solo magnetron en de combimagnetron.

Een solo magnetron is de meest eenvoudige uitvoering en geschikt voor mensen die vooral willen opwarmen of ontdooien. Een combimagnetron biedt meer mogelijkheden. Naast de standaard magnetronfunctie heeft dit type ook functies zoals een oven, grill en soms zelfs stoom. Wil je dus meer doen dan alleen opwarmen of ontdooien, dan is dit voor jou het geschikte type – vooral als je wat kleiner behuisd bent en geen ruimte in je keuken hebt voor een aparte oven.

Functies

De functies bepalen wat je allemaal met je magnetron kunt doen. Naast de standaard magnetronfunctie, waarmee je eten kunt opwarmen en ontdooien, bieden veel modellen extra opties.

Met de ovenfunctie kun je gerechten garen en bakken (denk aan pizza of cake). Deze functie zorgt voor een gelijkmatige verwarming. Houd je van ovenschotels, dan is deze functie eigenlijk ook onontbeerlijk. De grillfunctie voegt daar nog een extra dimensie aan toe: je kunt vlees of groenten een knapperig laagje geven of zorgen voor een goudbruin gegratineerd kaaslaagje.

Met de stoomfunctie kun je gezonde maaltijden bereiden. Deze functie is perfect voor groenten, vis of rijst, omdat het voedingsstoffen en smaak behoudt.

Sommige magnetrons bieden daarnaast speciale programma's, zoals een crisp-functie (voor krokante snacks) of automatische kookprogramma's waarmee je zonder veel nadenken gerechten kunt bereiden.

Bij het kiezen van een magnetron is het slim om na te gaan welke functies je echt vaak gebruikt. Voor simpel gebruik is een model met alleen de basisfuncties vaak voldoende, maar als je creatief wilt koken, is een combimagnetron met extra mogelijkheden de investering waard.

Knisperknasper

Magnetrons met crisp-functie

Inhoud

De inhoud van de magnetron bepaalt hoeveel eten je erin kwijt kunt. Een inhoud van minder dan 25 liter is compact en geschikt voor een- of tweepersoonshuishoudens. Dit formaat is ideaal als je vooral kleinere gerechten of porties opwarmt.

Voor gezinnen of als je vaak in het groot kookt is een magnetron met een inhoud van 25 tot 40 liter geschikter. Hiermee kun je bijvoorbeeld een ovenschotel of meerdere porties tegelijk bereiden.

©pixel-shot.com (Leonid Yastremskiy)

Vermogen

Het vermogen van een magnetron wordt uitgedrukt in watt en bepaalt hoe snel je eten wordt verwarmd. Een magnetron met een vermogen tot 900 watt is geschikt voor basisgebruik, zoals opwarmen en ontdooien. Voor gerechten die sneller gaar moeten zijn, of als je alleen de magnetronfunctie gebruikt, is een model van 900 tot 1000 watt beter geschikt. Gebruik je daarnaast functies zoals de grill of oven, let dan op de temperatuurinstellingen van die specifieke standen.

Voor intensief gebruik of als je wilt dat gerechten snel en gelijkmatig klaar zijn, kun je het beste kiezen voor een magnetron met een vermogen van 1000 watt of meer. Modellen met 1100 watt of hoger zijn vooral handig voor grote huishoudens of voor het bereiden van grote ovenschotels, volledige maaltijden of gerechten met een hoger volume.

Draaiplateau

Het draaiplateau in een magnetron zorgt voor een gelijkmatige verdeling van de warmte. Voor kleinere gerechten is een draaiplateau met een diameter tot 25 cm voldoende. Dit is gebruikelijk bij compacte modellen.

Als je grotere borden of schalen wilt gebruiken, kies dan een draaiplateau van 25 tot 30 cm. Voor grote schalen of ovenschotels is een plateau van 30 cm of meer handig. Houd er rekening mee dat een groter draaiplateau ook meer ruimte in de magnetron vraagt. Wil je een groot draaiplateau, dan kom je dus eigenlijk automatisch uit bij een grote magnetron.

Bediening

De bediening van een magnetron kan variëren van eenvoudig tot uitgebreid. Modellen met een draaiknop of mechanische bediening zijn vaak goedkoper en makkelijk te gebruiken. Ze bieden alleen maar een paar eenvoudige instelmogelijkheden, zoals tijd en vermogen, en zijn daardoor ideaal voor basisgebruik.

Magnetrons met elektronische knoppen of een touchscreen bieden meer precisie en vaak extra functies. Hiermee kun je specifieke kookprogramma's kiezen of instellingen fijner afstemmen.

INBOUW OF VRIJSTAAND?

Natuurlijk hangt je keuze ook af van je keuken. Heb je veel inbouwapparatuur en nog een vrije plek in een nis of kast, dan is een inbouwmagnetron een logische keuze. Let er wel op dat inbouwmodellen vaak duurder zijn en precies moeten passen in de beschikbare ruimte. Goed meten is daarom essentieel.

Heb je geen plek voor inbouw of wil je meer flexibiliteit? Dan is een vrijstaande magnetron een betere optie. Deze kun je neerzetten waar je maar wilt, bijvoorbeeld op het aanrecht of een plank. Vrijstaande modellen zijn meestal goedkoper en makkelijker te vervangen.

©v74

Wat past bij jou?

Als je vooral restjes opwarmt of simpele gerechten maakt, voldoet een solo magnetron met een inhoud tot 25 liter en een vermogen tot 900 watt. Voor huishoudens die meer willen, zoals bakken en grillen, is een combimagnetron met een grotere inhoud en meerdere functies beter geschikt. Het draaiplateau en de bediening spelen ook een rol: compacte modellen zijn handig in kleinere keukens, terwijl grotere modellen met touchbediening veelzijdiger zijn. Maar dat er altijd een magnetron is die bij jou past, dat durven we te garanderen!