ID.nl logo
Cursus: Een persoonlijke VPN instellen
© Reshift Digital
Zekerheid & gemak

Cursus: Een persoonlijke VPN instellen

Een VPN-verbinding (Virtual Private Network) wordt regelmatig gebruikt in een zakelijke omgeving. Toch komt het ook voor persoonlijk gebruik wel eens van pas, vooral als je veel van huis bent en verbinding maakt met het internet via onbetrouwbare wifi-netwerken. Wij leggen uit wat met een VPN mogelijk is en hoe je aan de slag kunt.

Velen kennen een VPN () wel van hun werk: je kunt dan vanuit huis bij alle interne websites en gedeelde bestanden op het intranet van het bedrijf, maar niet zonder eerst verbinding te maken met het VPN van je bedrijf.

Alle netwerkcommunicatie tussen je thuiscomputer (of hotelcomputer tijdens een vakantie) en het bedrijf verloopt dan versleuteld, zodat je geen bedrijfsgeheimen lekt. Iemand die bijvoorbeeld een netwerksniffer bij je thuis of in je hotel geïnstalleerd heeft, krijgt dan geen enkele kans als alle communicatie via het VPN verloopt. Ook om meerdere vestigingen van een bedrijf op een veilige manier met elkaar te verbinden worden VPN’s ingezet.

De voordelen van een externe VPN-dienst

Er bestaan heel wat externe VPN-diensten waarvan je gratis (voor een beperkte bandbreedte) of voor een vast maandelijks bedrag gebruik kunt maken. Wat is hier zoal mee mogelijk? Het belangrijkste voordeel is dat je nu vanaf elke locatie veilig kunt internetten, zelfs als je verplicht bent om via een onveilig open wifi-netwerk te surfen. Je verbindt dan met het onveilige netwerk en zet onmiddellijk daarna een veilige verbinding op met de VPN-server. Zodra dit gebeurd is, surf je veilig zonder dat speurneuzen in de buurt jouw digitale doen en laten kunnen volgen. Een ander voordeel van zo’n externe VPN-dienst is dat je er je IP-adres mee verbergt voor websites die je niet vertrouwt: zij zien dan immers het IP-adres van de VPN-server waarmee je verbonden bent. En tot slot is een externe VPN-dienst ook handig om regioblokkeringen te omzeilen: surf je bijvoorbeeld via een Amerikaanse VPN, dan bekijk je probleemloos series en films op Hulu.com.

01 Huiskamer-VPN

In de huiskamer is een VPN nog niet zo ingeburgerd, tenzij dan als gebruiker van een extern VPN. Je kunt niet alleen met het VPN van je bedrijf verbinden, maar ook met een externe VPN-dienst, gratis of betaald (zie ook kader “De voordelen van een externe VPN-dienst”).

Maar wist je dat het ook mogelijk is om zelf een VPN-server op de computer thuis te draaien, zodat je de rollen omdraait? Je kunt dan van buitenshuis een veilige verbinding opzetten met de computer, of dat nu met een laptop, tablet of smartphone is. Maar waarom zou je dit doen? Daar kunnen verschillende redenen voor zijn. Misschien vind je het eenvoudigweg handig dat je van thuis uit toegang hebt tot de bestanden die gedeeld zijn in het bedrijfsnetwerk van je werkgever en wil je hetzelfde doen met jouw persoonlijke bestanden.

Of misschien wil je van overal veilig kunnen internetten, ook als je verplicht bent een onveilig open wifi-netwerk te gebruiken. Ook dit kan door een VPN-verbinding naar je thuiscomputer. Al het netwerkverkeer wordt dan versleuteld naar de pc gestuurd, zodat een netwerksniffer op het onveilige netwerk niets kan afluisteren en je surft dan eigenlijk via de omweg van de internetprovider thuis.

Ook kun je als je op vakantie bent in het buitenland en Uitzending Gemist wilt bekijken dit via een VPN-verbinding naar je huis doen. Uitzending Gemist blokkeert immers bezoekers van het buitenland, maar als je via de computer in Nederland surft, ziet de website een Nederlands IP-adres en lukt het wel. Kortom, genoeg redenen om een VPN-server op je computer te zetten.

02 Voorbereiding

Windows 7 beschikt van huis uit al over de mogelijkheid om een VPN-server op te zetten die dan via internet te bereiken is, al ondersteunt die maar één gelijktijdige verbinding. Aangezien jouw computer thuis echter achter een router hangt, is er nooit een rechtstreekse verbinding van internet naar de computer mogelijk en is je computer dus niet als server bereikbaar. Daarom moet je in de router ‘port forwarding’ instellen: als je router dan een aanvraag van een VPN-client ontvangt, stuurt het deze door naar je computer.

Port forwarding in de router

Hoe je de poort voor het VPN-verkeer in de router moet laten doorsturen naar de computer waarop de VPN-server draait, hangt van het model en merk van de router af. Als voorbeeld tonen we hoe dit in de firmware DD-WRT (www.dd-wrt.com) verloopt. In de webinterface van de router klik je bovenaan op het tabblad NAT/QoS en dan op Port Forwarding. Klik dan op het knopje Add en maak een regel aan om een poort door te sturen. In het vakje Application vul je in wat u wilt, bijvoorbeeld ‘VPN’, dit dient enkel als geheugensteuntje voor jezelf. Zowel bij Port from als Port to vul je 1723 in (het poortnummer voor het PPTP-protocol dat door de Windows VPN-software gebruikt wordt). Bij IP Address vul je het IP-adres van de computer in waarop de VPN-server draait en bij Protocol klik je op TCP. Vink Enable aan, klik tot slot op Add om de regel toe te voegen en op Save en Apply Settings om dit op te slaan. Bij andere firmware werkt dit vergelijkbaar, en in sommige routers moet je ook het protocol GRE (Generic Route Encapsulation) forwarden of een optie VPN Passthrough inschakelen.

©PXimport

Laat poort 1723 naar je VPN-server doorsturen.

De computer moet ook altijd hetzelfde lokale IP-adres op het thuisnetwerk hebben, anders stuurt de router de VPN-netwerkpakketjes naar de verkeerde computer zodra die een ander IP-adres krijgt. Lees in het kader ‘Altijd hetzelfde IP-adres’ hoe je dit instelt. Een derde eis is dat het modem van buitenaf te bereiken is op een bekend IP-adres. Aangezien de meeste internetproviders aan de modems van niet-bedrijfsabonnementen geen vast extern IP-adres toekent, moet je een dynamisch DNS-adres op de router instellen. Lees in het kader ‘Dynamische DNS’ hoe je dit doet.

Altijd hetzelfde IP-adres

Op de meeste thuisnetwerken deelt de router IP-adressen uit aan alle verbonden machines met het DHCP-protocol (Dynamic Host Configuration Protocol). Handig, omdat je dan op de computers normaal gesproken geen enkele netwerkconfiguratie meer moet doen. Je steekt de netwerkkabel gewoon in en de computer krijgt een IP-adres toegekend. Vaak krijgt je computer hetzelfde IP-adres toegekend, maar dat wordt niet gegarandeerd. Een vast IP-adres is bij port forwarding echter een vereiste om als server bereikbaar te zijn. Gelukkig kun je in de instellingen van de router opgeven dat de DHCP-server aan specifieke computers een vast IP-adres toekent. In de webinterface van onze voorbeeldrouter (de DD-WRT) vinden wij deze mogelijkheid op de pagina Services bij DHCP Server. Al moet je voordat je aan zo’n klus begint even het MAC-adres van de netwerkverbinding opzoeken: hiervoor klik je met rechts in het netwerkmenu op de netwerkverbinding, kies Status / Details en kijk bij Fysiek adres. In de webinterface van onze router klikken we vervolgens onder Static Leases op Add, vullen we het MAC-adres van de computer in, plus de hostnaam en het IP-adres dat we willen toekennen. We klikken Save en Apply Settings om dit op te slaan.

©PXimport

Zorg dat je VPN-server altijd hetzelfde IP-adres krijgt.

Dynamische DNS

Aangezien het externe IP-adres van je modem niet gegarandeerd hetzelfde blijft, kun je dit niet in de VPN-client ingeven, want zodra het IP-adres verandert, is het niet meer mogelijk om op de VPN-server in te loggen. Een oplossing vormt dynamische DNS: je vraagt dan een subdomein aan bij een (meestal gratis) dynamische-DNS-dienst, en de modem laat dit subdomein steeds verwijzen naar het juiste IP-adres. Elke keer dat de modem een ander extern IP-adres toegekend krijgt, stuurt de firmware dan een aanvraag naar de dynamische-DNS-dienst om het subdomein naar het nieuwe IP-adres te laten verwijzen. Dan hoef je dus enkel maar het gekozen subdomein te onthouden. In de webinterface van DD-WRT vind je de instellingen van dynamische DNS in het tabblad Setup > DDNS. Kies je dynamische-DNS-dienst in het menu en geef je gebruikersnaam en wachtwoord bij de dienst op. Vul ook het gekozen subdomein in (bijvoorbeeld example.dyndns.org) en klik tot slot op Save en Apply Settings om de instellingen op te slaan.

©PXimport

Maak je router van overal bereikbaar via een dynamische-DNS-dienst.

03 Je computer als VPN-server

Voldoet je computer aan de drie vereisten (een vast IP-adres met port forwarding hiernaar ingesteld in de router en dynamische DNS ingesteld), dan kun je beginnen met het opzetten van de VPN-server. Open het Configuratiescherm van Windows, selecteer Netwerk en internet en daarna Netwerkcentrum. Klik in de linkerzijbalk op Adapterinstellingen wijzigen. Je krijgt nu al jouw geconfigureerde netwerkverbindingen te zien. Druk op Alt om het hoofdmenu te tonen en kies in het menu Bestand de optie Nieuwe binnenkomende verbinding. Windows start nu een wizard op die je helpt bij het opzetten van een VPN-server.

In het eerste venster kies je welke gebruikers toegang krijgen tot de computer en het netwerk via VPN. Klik dan op Volgende, waarna je in het volgende venster kiest op welke manier gebruikers verbinden. Kies hier Via internet en klik op Volgende. In het laatste venster van de wizard selecteer je de netwerkprotocollen die bereikbaar zijn. De standaardkeuze is vaak voldoende. Kijk na of IPv4 ingeschakeld is en (als je gedeelde bestanden op het thuisnetwerk wil bereiken) Bestands- en printerdeling voor Microsoft-netwerken.

Klik op Toegang toestaan, waarna de wizard de VPN-verbinding instelt. Je krijgt tot slot een computernaam te zien, die je echter niet nodig hebt. Wanneer je het venster gesloten hebt, verschijnt er een nieuwe verbinding met de naam Binnenkomende verbindingen in het venster Netwerkverbindingen van het configuratiescherm. De serverconfiguratie is nu klaar. Zolang de computer ingeschakeld is, kun je nu van buitenaf erop inloggen.

04 Verbinding met een VPN-server in Windows instellen

Ga nu buitenshuis met een Windows-computer waarmee je met de VPN-server wilt verbinden. Open het Configuratiescherm van Windows, selecteer Netwerk en internet en daarna Netwerkcentrum. Onder De netwerkinstellingen wijzigen klik je op Een nieuwe verbinding of een nieuw netwerk instellen. Windows start dan een wizard die je helpt bij het configureren van een nieuwe netwerkverbinding. Selecteer Verbinding met een bedrijfsnetwerk maken en klik op Volgende. In de stap erna moet je kiezen hoe je met het VPN verbindt, dat zal in de meeste gevallen Mijn internetverbinding (VPN) gebruiken zijn.

In het volgende venster geef je het publieke internetadres in van de VPN-server. Dat kan een IP-adres of een domeinnaam zijn. Aangezien onze VPN-server thuis niet van een internetverbinding met een vast IP-adres kan genieten, hebben we dynamische DNS ingesteld en moet je hier dus het subdomein invullen die je bij jouw dynamische-DNS-dienstverlener gekozen hebt (zie kader ‘Dynamische DNS’). Bij Naam van doel vul je een willekeurige naam in die deze VPN-verbinding beschrijft. Daarna klik je op Volgende.

In het volgende venster geef je de gebruikersnaam en wachtwoord op van het Windows-gebruikersaccount op de computer thuis. Dit account moet bij het instellen van de VPN-server uiteraard wel bij de toegelaten gebruikers aangevinkt zijn. Klik tot slot op Verbinding maken en wanneer de verbinding geslaagd is op Sluiten.

Rechtsklik nu op de VPN-verbinding in het netwerkmenu of het onderdeel Netwerkverbindingen in het Configuratiescherm en kies Eigenschappen. Ga naar het tabblad Beveiliging en zorg ervoor dat er PPTP bij het type VPN staat. Bij Gegevensversleuteling moet Versleuteling verplicht (verbinding verbreken indien afgewezen) staan. Klik op OK, waarna de verbinding klaar voor gebruik is. Deze configuratie hoef je maar één keer te doen op elke computer die je gebruikt om met de VPN-server te verbinden.

05 Verbinding maken

Verbinden met de VPN-server is nu eenvoudig: klik op het icoontje van de VPN-verbinding in het netwerkmenu en klik op Verbinding maken. Geef de gebruikersnaam en wachtwoord van de VPN-server in wanneer daarom gevraagd wordt (tenzij je hebt gekozen om deze op te slaan) en klik nog eens op Verbinding maken. Rechtsklik je op de VPN-verbinding in het netwerkmenu, dan kun je de verbinding verbreken, of de status of eigenschappen opvragen.

Controleer of je wel het VPN gebruikt

Controleer altijd nadat je voor de eerste keer een VPN-verbinding op je client ingesteld hebt of je echt wel via het VPN surft. Dit doe je door middel van een website zoals www.whatismyip.org welke jouw publiek IP-adres weergeeft. Controleer of dit overeenkomt met het IP-adres van de VPN-server. Als je enkel het dynamische-DNS-subdomein kent, open dan een opdrachtprompt in het Windows-startmenu en type de opdracht nslookup gevolgd door het subdomein in (bijvoorbeeld nslookup example.dyndns.org). Je krijgt dan het huidige IP-adres te zien dat aan dit domein toegekend is. Als dit hetzelfde is als wat www.whatismyip.org toont, surft je via de VPN.

De status van de VPN-verbinding toont allerlei gegevens, zoals de verbindingsduur en de hoeveelheid dataverkeer. Klik je op het knopje Details, dan zie je het IP-adres dat de computer van de VPN-server krijgt (bijvoorbeeld 192.168.0.100) en de gebruikte DNS-servers. Klik je op het tabblad Details, dan zie je ook wat het IP-adres van de VPN-server in het VPN is, en het IP-adres van de VPN-server op internet. Bovendien zie je hier ook de gebruikte authenticatie (MS CHAP V2) en versleuteling (MPPE 128).

06 Verbind met een VPN-server in OS X

Je kunt ook perfect vanaf je MacBook Pro of andere Mac met de thuis-VPN verbinden. Hiervoor moet je weer eerst een VPN-verbinding configureren. Open de Systeemvoorkeuren, klik op het icoontje Netwerk, en klik indien nodig op het hangslot-icoontje linksonder om de instellingen te ontgrendelen.

Klik op het +-icoontje linksonder om een nieuwe netwerkverbinding aan te maken en kies bij Interface voor VPN. Als VPN-type selecteer je PPTP. Bij Naam voorziening vul je een naam in om de VPN-verbinding te beschrijven. Klik op Maak aan. Vul nu bij Serveradres het subdomein van de dynamische DNS-dienst in en bij Accountnaam jouw gebruikersnaam op de Windows-computer. Bij Codering kies je Maximaal (uitsluitend 128-bits).

Klik nu op Instellingen identiteitscontrole, vul het wachtwoord dat bij de Windows-gebruikersnaam hoort in en klik op OK. Je vinkt daarna best ook Toon VPN-status in menubalk aan, zodat je altijd ziet wanneer je met het VPN verbonden bent. Klik op Pas toe om al deze instellingen op te slaan. Als je dit eenmaal een keer hebt gedaan, is verbinden met de VPN-server eenvoudig: klik op het VPN-icoontje rechtsboven en klik op Verbind met [je VPN-naam]. Je verbreekt de verbinding door nog eens op het icoontje te klikken en Verbreek verbinding met [je VPN-naam] te kiezen.

07 Verbind met een VPN-server in Android

Uiteraard zou je ook graag vanaf je smartphone of tablet onderweg verbinden met je thuis-pc. Android ondersteunt van huis uit PPTP, maar helaas heeft het al jaren met een bug te maken waardoor versleutelde PPTP-verbindingen op veel Android-apparaten onstabiel zijn.

Open in Android in de instellingen Draadloos en netwerken en kies VPN-instellingen. Druk op VPN toevoegen en daarna VPN ‘PPTP’ toevoegen. Bij VPN-naam vul je een naam in die je VPN-verbinding beschrijft, en bij VPN-server instellen geef je het subdomein van de dynamische-DNS-dienst in. Zorg dat codering inschakelen aangevinkt is (tenzij de verbinding door de bug in Android onstabiel is en je de encryptie niet nodig hebt). Druk tot slot op de menuknop en dan Opslaan.

De nieuwe VPN-verbinding verschijnt nu in de lijst met VPN’s. Druk erop en geef nu de gebruikersnaam en het bijbehorende wachtwoord in voor de Windows-computer. Klik daarna op Verbinden. Tijdens de verbinding krijg je bovenaan het icoontje van een slotje te zien. Je kunt de verbinding op elk moment verbreken door bij de VPN-instellingen op de naam van de VPN-server te drukken.

©PXimport

Ook met Android kun je met de VPN-server verbinden.

08 Verbind met een VPN-server in iOS

Ook met een iPhone, iPad of iPod touch kun je op je thuisnetwerk via een beveiligde verbinding. Druk hiervoor achtereenvolgens op Instellingen / Algemeen / Netwerk en VPN. Druk op Voeg VPN-configuratie toe en kies het tabblad PPTP. Bij Beschrijving geef je een naam aan de VPN-verbinding, bij Server geef je het subdomein van de dynamische DNS-dienst in, en bij Account en Wachtwoord je gebruikersnaam en het bijbehorende wachtwoord van de Windows-computer. Zorg dat Coderingsniveau op Maximum staat en Stuur alle verkeer aan. Druk op Bewaar.

Na deze configuratie schakel je de VPN-verbinding eenvoudig in door het VPN-knopje bovenaan de lijst met VPN-verbindingen aan te zetten. Wacht tot je bij Status de boodschap Verbonden ziet staan. Bovenaan het scherm van je iOS-apparaat krijg je een blauw icoontje met de letters VPN te zien zolang je via deze verbinding internet.

©PXimport

Stel op je iOS-apparaat een VPN-verbinding naar de thuis-pc in.

09 Energie besparen

De hele dag je desktop-pc ingeschakeld laten voor die enkele keren dat je onverwacht van buitenaf aan je bestanden wil, getuigt niet van een milieubewuste instelling. Je bent energiezuiniger af met een NAS of zelfs je router als VPN-server.

Zeker als je enkel een VPN wilt opzetten om van buitenaf altijd via je vertrouwde internetverbinding te kunnen surfen over een versleutelde tunnel, is het overdreven dat je daarvoor de hele dag je pc laat aanstaan. Daarom tonen we je hier hoe je een PPTP VPN-server op de router inschakelt, aangezien die sowieso altijd aan staat. Als voorbeeld gebruiken we de opensource routerfirmware DD-WRT, maar heel wat andere routers ondersteunen dit ook.

In de webinterface van DD-WRT klik je op het tabblad Services en daarna op VPN. Je hebt op deze pagina vier mogelijkheden: PPTP Server (wat we hier nodig hebben), PPTP Client (zie ook het kader ‘Je router als VPN-client’), OpenVPN Daemon (zie ook het kader ‘Er is meer dan PPTP’) en OpenVPN Client. Klik op Enable bij de eerste optie, waarna je de instellingen van de PPTP-server te zien krijgt.

©PXimport

Met je router als VPN-client surfen al jouw apparaten automatisch via het VPN.

Bij Server IP geef je 0.0.0.0 in. De router kijkt dan zelf wat zijn WAN IP-adres is. Dit adres wordt via een dynamische DNS-dienst (zie kader ‘Dynamische DNS’) toegekend aan een subdomein, dat je dan in de clients ingeeft om de VPN-server op je router te bereiken. Schakel Force MPPE Encryption in. Bij Client IP(s) geef je het adresbereik in van IP-adressen die clients toegekend krijgen. Stel bijvoorbeeld 192.168.0.200-250 in en zorg dat de router deze adressen niet aan interne clients toekent.

In het veld CHAP-Secrets tot slot geef je een lijst van gebruikersnamen en bijbehorende wachtwoorden op die op het VPN mogen verbinden. Dat moet in de vorm gebruikersnaam * wachtwoord *, met elke account op een afzonderlijke regel. Klik op Save en op Apply Settings, waarna je vanaf elk apparaat van buitenaf met de VPN-server van je router kunt verbinden. Het enige dat je moet weten om de client in te stellen, is de dynamische-DNS-subdomein en een gebruikersnaam en wachtwoord die je in de router ingesteld hebt.

Je router als VPN-client

Als je een externe VPN-dienst gebruikt, bijvoorbeeld om regioblokkeringen te omzeilen, moet je op elk apparaat waarmee je deze VPN-server wilt gebruiken de verbinding configureren. Er is een handigere oplossing: draai op een afzonderlijk draadloos toegangspunt een VPN-client (dus geen server!) die met die server verbindt. Elk apparaat dat nu met dat toegangspunt verbindt, surft nu via die VPN-dienst. Als je dus vaak Hulu.com op verschillende computers wilt bekijken, installeer dan een extra draadloos toegangspunt en configureer hierop een verbinding met een Amerikaanse VPN-server. Elke keer dat je Hulu.com wilt zien, verbind je op de computer met dat toegangspunt in plaats van met je standaard toegangspunt. Als je terug naar je normale internetverbinding wilt, schakel je eenvoudigweg over naar het standaard toegangspunt. In de webinterface van DD-WRT kun je de router als VPN-client instellen, waarbij je de keuze hebt uit PPTP of OpenVPN.

▼ Volgende artikel
Bedankt, AI! Dit kun je tegenwoordig allemaal doen met Microsoft Paint
© Microsoft
Huis

Bedankt, AI! Dit kun je tegenwoordig allemaal doen met Microsoft Paint

Voor miljoenen gebruikers was Microsoft Paint de eerste stap richting digitale creativiteit. Kinderen tekenden er hun eerste computerkunstwerkjes in, volwassenen plakten er snel iets functioneels mee in elkaar. Sinds Windows 11 is Paint door de toevoeging van AI-functies en de ondersteuning van lagen veel slimmer geworden, zonder zijn eenvoud te verliezen.

Dit artikel in het kort

Microsoft Paint is in Windows 11 flink uitgebreid met AI-functies en ondersteuning voor lagen. In dit artikel laten we zien hoe je met Image Creator afbeeldingen maakt op basis van tekst, hoe het AI-saldo met boosts werkt en wat je kunt verwachten van functies als achtergrond verwijderen en generatief wissen. Ook leggen we uit hoe lagen werken in Paint en hoe je meerdere afbeeldingen en tekst combineert tot één geheel. Zo ontdek je dat Paint inmiddels veel meer kan dan alleen tekenen.

Lees ook: Van prompt tot filmpje: zo maak je je eigen AI-video met Bing Video Creator

Geen download, geen licentie en altijd beschikbaar … Paint is er al sinds de vroegste Windows-versies en het is er nog altijd. Hoewel de mogelijkheden beperkt zijn, blijft het geliefd om zijn eenvoud en simpele bediening of puur vanwege nostalgie. Zelfs wie zwaardere grafische software heeft, grijpt vaak terug naar Paint om snel iets te tekenen, een schermafbeelding bij te snijden of iets te markeren. Met de nieuwe functies groeit het programma uit tot meer dan een digitaal speeltje. 

Image Creator

Met Image Creator maak je in Paint rechtstreeks afbeeldingen door simpelweg te beschrijven wat je voor je ziet. De functie gebruikt het DALL·E-model van OpenAI voor tekst-naar-beeldgeneratie. Open Microsoft Paint en klik bovenaan op Copilot. Selecteer vervolgens Image Creator om het zijvenster te openen. In de interface van Cocreator verschijnt een tekstvak waarin je beschrijft wat je wilt zien en in welke stijl. Hoe preciezer en gedetailleerder je bent, hoe beter het resultaat aansluit bij je verwachtingen.

Kies vervolgens een stijl – bijvoorbeeld Houtskool, Ink Sketch, Anime, Fotorealistisch of een andere – en klik op Maken. Image Creator genereert telkens drie varianten van je afbeelding. Selecteer de versie die je het meest bevalt om die meteen op het canvas te plaatsen.

Aan de hand van een tekstopdracht genereert Paint een afbeelding.

AI-saldo

Om afbeeldingen te genereren met Image Creator in Microsoft Paint, moet je aangemeld zijn met een persoonlijk Microsoft-account. Dit werkt doorgaans niet met een zakelijk- of schoolaccount.

Microsoft hanteert een 'fair use'-systeem voor de rekenkracht die nodig is voor AI. Voor gratis gebruikers heet dit systeem boosts. Je krijgt dagelijks vijftien gratis boosts. Eén boost staat voor één snelle generatie van een set afbeeldingen. Zijn je boosts op? Dan kun je vaak nog steeds doorgaan, maar duurt het genereren aanzienlijk langer. De boosts worden elke dag aangevuld en je kunt ze niet opsparen.

Let op: Heb je een betaald Microsoft 365-abonnement (Personal of Family)? Dan werkt het soms net even anders. Je krijgt dan vaak maandelijks een vast aantal AI-credits (bijvoorbeeld 60) die je kunt inzetten voor diverse AI-functies binnen Microsoft-apps. In tegenstelling tot de dagelijkse boosts van gratis gebruikers, worden deze credits pas aan het begin van een nieuwe maand aangevuld.

Wil je onbeperkt en snel werken? Dan ben je aangewezen op een Copilot Pro-abonnement, waarmee je dagelijks 100 snelle generaties krijgt. Losse boosts bijkopen is in de standaardversie niet mogelijk.

In het deelvenster van AI staat een knop die je naar een webpagina met je AI-tegoedsaldo brengt.

Achtergronden

Een veelvoorkomende taak in beeldbewerking is het isoleren van een onderwerp uit de achtergrond. Met de functie Achtergrond verwijderen wordt dat verrassend eenvoudig. Houd er wel rekening mee dat deze functie niet zo verfijnd werkt als in Photoshop. Bij fijne details zoals haartjes, takjes of kleine blaadjes kan Paints AI soms een wat grof resultaat opleveren.

Ook hier start je via het pictogram Copilot. Kies vervolgens Achtergrond verwijderen. Paint analyseert het beeld en probeert automatisch te bepalen wat het onderwerp is en wat tot de achtergrond behoort. Aan de rechterkant verschijnt een miniatuurvoorbeeld waarin de achtergrond vervangen is door een schaakbordpatroon. Dat is de standaardweergave voor transparantie.

Onderaan in de zijbalk staat een vierkant pictogram. Als je daarop klikt, verschijnt hetzelfde schaakbordpatroon ook in de grote afbeelding. Je kunt via dit pictogram ook een achtergrondkleur kiezen in plaats van transparantie. Wil je een afbeelding opslaan met transparantie (bijvoorbeeld nadat je een achtergrond hebt verwijderd), dan moet je een bestandsformaat gebruiken dat transparantie ondersteunt. Het veelgebruikte jpg-formaat doet dat niet. Kies in dat geval voor png, dat wel transparante achtergronden kan bewaren.

Het schaakbordpatroon geeft het transparante gebied aan

Generatief wissen

Je kunt ook het selectiegereedschap linksboven gebruiken om een object in de afbeelding te verwijderen. Kies hiervoor het gereedschap Rechthoekige selectie of Vrije vorm selectie. Zodra je een gebied hebt geselecteerd, verschijnt er een klein contextmenu naast de selectie. Kies daar de optie Generatief wissen.

Je vindt deze functie ook via de knop Copilot. Vervolgens zie je een blauwe rechthoekige animatie rond het geselecteerde object. Paint analyseert de omgeving en vervangt het object door een realistisch ogende achtergrond die past bij de rest van de afbeelding.

Eerst selecteren, dan volgt een korte animatie en daarna is de selectie verdwenen.

Meerdere vensters openen

In Microsoft Paint lijkt het alsof je niet meerdere Paint-vensters tegelijk kunt openen. Wanneer je bijvoorbeeld een afbeelding hebt bewerkt, zoals het transparant maken van de achtergrond, en je probeert via Bestand / Openen een nieuw grafisch bestand te openen, vraagt Paint je eerst om het huidige bestand op te slaan.

Toch zijn er twee manieren om wel meerdere bestanden tegelijk in Paint te openen. Houd de Shift-toets ingedrukt terwijl je op het Paint-pictogram in de taakbalk of het startmenu klikt. Of klik met de rechtermuisknop op het Paint-pictogram in de taakbalk en kies opnieuw de opdracht Paint. Daarnaast is er nog een andere methode om afbeeldingen in een bestaand bestand toe te voegen. Daarover straks meer.

Met de Shift-toets kun je meerdere Paint-vensters openen.

Creatiever in Paint? Een goede muis is het halve werk

Of je nu AI-afbeeldingen genereert, teksten toevoegt of delen van een foto wilt wegsnijden: met het touchpad van je laptop blijft het behelpen. Voor nauwkeurig selectiewerk en het fijnere tekenwerk is een fysieke muis eigenlijk onmisbaar. Je voorkomt kramp in je vingers en werkt een stuk preciezer. Let bij aanschaf vooral op de DPI (hoe hoger, hoe nauwkeuriger) en extra knoppen die je zelf kunt instellen, bijvoorbeeld voor 'Ongedaan maken'.

Hier zijn drie muizen die het werken in Paint een stuk aangenamer maken:

1. De alleskunner: Logitech MX Master 3S Dit wordt door velen gezien als de beste muis voor creatief werk. Hij is prijzig, maar ligt fantastisch in de hand. Het unieke aan deze muis is het tweede scrolwieltje bij je duim. Dit kun je instellen om in Paint horizontaal te scrollen of om in en uit te zoomen op je canvas. Daarnaast is hij extreem nauwkeurig, waardoor je pixel-precies selecties kunt maken.

2. De ergonomische keuze: Logitech Lift Ben je urenlang bezig met het finetunen van je AI-creaties? Dan ligt een muisarm op de loer. De Logitech Lift is een zogeheten verticale muis. Je houdt hem vast alsof je iemand de hand schudt. Dit zorgt voor een veel natuurlijkere houding van je pols en onderarm. Even wennen in het begin, maar daarna wil je niet meer anders.

3. De prijsbewuste optie: Trust Ozaa Je hoeft geen honderd euro uit te geven voor een goede draadloze muis. De Trust Ozaa is een prima, betaalbaar alternatief. Hij is oplaadbaar (dus geen gedoe met batterijen), ligt prettig in de hand en heeft extra duimknoppen waarmee je snel tussen vensters kunt schakelen. Een uitstekende keuze voor de hobbyist die gewoon comfortabel wil klikken en slepen.

Lagen

Lagen: verwijderen

De nieuwe Microsoft Paint (vanaf versie 11.2306.30.0 op Windows 11) ondersteunt lagen. Dit is een belangrijke stap richting meer geavanceerde beeldbewerking. Lagen werken als transparante vellen met afzonderlijke elementen die je op elkaar stapelt. Elke laag kun je apart bewerken zonder de andere lagen te beïnvloeden. Dat biedt veel meer controle en flexibiliteit tijdens het creatieproces. We tonen dit met een voorbeeld.

We beginnen met een afbeelding van een meisje. Via Copilot / Achtergrond verwijderen halen we de achtergrond weg. Klik je vervolgens bovenaan op de knop Lagen, dan zie je dat de achtergrond is vervangen door het schaakbordpatroon.

Open Lagen en verwijder de achtergrond.

Lagen: combineren

Achter het meisje willen we nu een nieuwe achtergrond plaatsen. Daarvoor klik je in bij Lagen op het plusteken, zodat er een tweede, transparante laag wordt toegevoegd. Klik op de miniatuur van deze nieuwe laag om die actief te maken. Vervolgens gebruik je de opdracht Bestand / Importeren naar canvas / Uit een bestand om een nieuwe afbeelding - de achtergrond - toe te voegen op deze tweede laag. Let op, als je vergeet eerst de juiste laag te selecteren vóór je importeert, wordt de laag met het meisje overschreven door de nieuwe afbeelding.

In Lagen kun je de laagvolgorde wijzigen door te slepen. Zorg ervoor dat de laag met het meisje boven de achtergrondlaag staat. Op die manier verschijnt het meisje op de voorgrond in een nieuwe omgeving. Wil je het meisje nog wat naar links of rechts verplaatsen? Druk dan op Ctrl+A om alles in de actieve laag te selecteren. Vervolgens verschijnt de verplaatsingshandgreep, waarmee je het onderwerp kunt verschuiven.

Wijzig de volgorde van de lagen.

Lagen: manipuleren

Wanneer je met de rechtermuisknop op Lagen klikt, dan zie je zes mogelijkheden. Je kunt de laag verbergen. Dan verschijnt er in de rechterbovenhoek van de miniatuur een oogje dat doorstreept is. Als je op dit pictogram klikt, wordt deze verborgen laag opnieuw zichtbaar. Je kunt ook de opdracht Ctrl+H (met de H van hide) gebruiken om de geselecteerde laag te verbergen.

De opdracht Dubbele laag kies je als je een laag wilt dupliceren. De opdracht Samenvoegen naar beneden gebruik je wanneer je klaar bent, om alle laaginformatie te bundelen in één laag. Dat is vooral nuttig als je de afbeelding wilt opslaan in een formaat dat geen lagen ondersteunt. De opties Naar boven en Naar beneden gebruik je om lagen te verplaatsen. Persoonlijk slepen we de lagen liever in het deelvenster. En ten slotte is er de opdracht Laag verwijderen.

Met de rechtermuisknop kun je de lagen manipuleren.

Lagen: tekst toevoegen

Je kunt ook tekst toevoegen op een aparte laag. Zorg er eerst voor dat je een nieuwe, lege laag aanmaakt via het plusteken in het lagenvenster voordat je het tekstgereedschap gebruikt. Zodra je met het tekstgereedschap op het canvas klikt, verschijnt er een extra werkbalk waarin je het lettertype, de lettergrootte en de stijl instelt. Via een schuifregelaar kies je een lettergrootte tussen 8 en 72 pt. Let wel: bij foto's blijkt zelfs 72 pt vaak te klein. Je kunt dit oplossen door handmatig een groter getal in te voeren in het veld voor lettergrootte.

In ons voorbeeld kozen we een lettergrootte van 800 pt. In de knoppenbalk bovenaan kun je zowel de tekstkleur als de achtergrondkleur van het tekstvak instellen. Klik op de bovenste grote kleurcirkel om de tekstkleur te kiezen via de kleurstalen of de kleurkiezer. Klik op de onderste kleurcirkel om een achtergrondkleur voor het tekstvak te selecteren. In de tekstwerkbalk moet je de optie Opvulling voor achtergrond activeren als je wilt dat de tekstachtergrondkleur zichtbaar moet zijn.

Hier hebben we een lettergrootte van 800 pt toegepast.

Paint is groot geworden

Kijk je naar de nieuwe mogelijkheden in Paint, dan kun je gerust zeggen dat het programma volwassen is geworden. Het is nog steeds even laagdrempelig als vroeger, maar inmiddels wel uitgerust met een AI-brein en een flink aantal nieuwe functies. Of je nu snel iets wilt knutselen of een slimme bewerking wilt uitvoeren met lagen en AI, Paint laat zien dat zelfs oude software prima meekan met de tijd. En het mooiste? Je hoeft niets te installeren of te betalen. Gewoon openen, klikken en creëren. Met of zonder AI-hulp, die keuze is aan jou!

Zeg je Paint, dan zeggen wij

(stiekem, want guilty pleasure): BOB ROSS 🎨
▼ Volgende artikel
Kerststress? In één uur je huis klaar voor de visite
© deagreez - stock.adobe.com
Huis

Kerststress? In één uur je huis klaar voor de visite

Het is bijna kerst en tussen het regelen van de laatste boodschappen door kijk je om je heen. De post ligt nog op tafel, er slingert speelgoed rond en een grote schoonmaak gaat niet meer lukken. Toch wil je dat je gasten in een net huis binnenkomen. Met een strak plan kun je in precies zestig minuten de perfecte illusie van een schoon huis creëren. Zet de timer, doe je favoriete muziek aan en ga aan de slag.

Dit gaan we doen

We focussen op wat je bezoek ziet en gebruikt. De hal en woonkamer ruimen we snel op, zonder alles schoon te boenen. Het toilet maken we fris in een paar minuten en in de keuken werken we rommel uit het zicht. Met licht, geur en frisse lucht zorgen we tot slot voor sfeer. Om het je extra makkelijk te maken, vind je onderaan een handig tijdschema.

Lees ook: 🎄 De kerstboom versieren: zo doe je dat snel én slim

Je begint waar je gasten binnenkomen. De hal is vaak een rommelige plek, zeker in de winter. Pak een grote mand of krat en gooi daar alles in wat er niet hoort: sjaals die niemand draagt, post, sleutels en rondslingerende tassen. Zet die mand tijdelijk weg in de berging, schuur of desnoods in je eigen kledingkast. Zorg dat er ruimte is aan de kapstok voor de jassen van je bezoek. Klop de deurmat even krachtig buiten uit en haal de stofzuiger snel door de gang. Als je hierna nog dertig seconden over hebt, veeg je met een doekje over de spiegel. Een schone spiegel en een lege vloer geven direct bij binnenkomst al het gevoel van een opgeruimd huis.

De woonkamer: sfeer boven perfectie

Door naar de plek waar jullie de meeste tijd zullen doorbrengen. In de woonkamer geldt nu de regel: opruimen is belangrijker dan boenen. Loop een rondje met een vuilniszak voor alles wat weg kan en een wasmand voor spullen die naar een andere kamer moeten. Maak de salontafel en bijzettafels helemaal leeg. Een leeg oppervlak oogt namelijk direct schoon, zelfs als je niet nat afneemt. Schud daarna de kussens op de bank flink op en vouw plaids netjes op. Haal de stofzuiger alleen door het midden van de kamer en langs de bank; vergeet de hoekjes en plinten, want daar kijkt vanavond niemand naar.

©Евгения Рубцова

Het toilet: kort maar krachtig

Dit is de enige plek waar je gasten echt even alleen zijn en stilzitten, dus hier moet het wel fris zijn. Gelukkig is de ruimte klein. Spuit wc-reiniger in de pot en laat dit even inwerken terwijl je de rest doet. Gebruik een wegwerpdoekje of een sopje voor de bril, de spoelknop, de deurklink en de kraan. Hang een schone handdoek op en controleer of er voldoende toiletpapier ligt. Heb je nog een geurkaarsje of geurstokjes? Zet die dan hier neer. Als het lekker ruikt, voelt je toilet al snel schoner aan.

Puntjes op de i in de keuken

Je hebt nu nog een kwartier over. Snel door naar de keuken. Zorg allereerst dat het aanrecht helemaal leeg is. Als het niet meer lukt om alles af te wassen, zet je de vuile vaat snel in de vaatwasser, ook als deze eigenlijk al vol is. Een andere slimme noodoplossing is om de vaat tijdelijk in een keukenkastje te verstoppen. Het gaat erom dat alles uit het zicht is. Haal tot slot nog even een doekje over het aanrecht en de kookplaat zodat alles weer fris oogt.

©APALKOV | MestoSveta - stock.adobe.com

Sfeer maken

Nu is het tijd voor de belangrijkste truc: het aanpassen van de verlichting. Dim de grote lampen en steek overal kaarsen en sfeerverlichting aan. Dat ziet er niet alleen heel gezellig uit, maar dat zachte licht zorgt er ook voor dat achtergebleven stof of verdwaalde kruimels niet meer opvallen. Tot slot doe je nog één ding voor de sfeer. Zet een raam op een kier voor frisse lucht of zet een pannetje op het vuur met wat water, kaneel en sinaasappelschil voor een heerlijke kerstgeur.

Klaar voor de bel

Kijk nu eens om je heen. Je huis is opgeruimd, het ruikt lekker en het is gezellig verlicht. Niemand die ziet dat je de bovenkant van de kasten hebt overgeslagen. Schenk wat te drinken voor jezelf in en adem uit. Laat die bel maar gaan!

TijdRuimteActieDe truc
00:00 - 00:10HalJassen weg, mat uitkloppen.Ruimte maken op de kapstok voor gasten
00:10 - 00:30WoonkamerRommel in mand, kussens opkloppen.Alleen het 'looppad' stofzuigen
00:30 - 00:45ToiletBril, klink en kraan poetsen.Schone handdoek en geurstokjes
00:45 - 00:55KeukenAanrecht leegmaken.Vaat verstoppen (tijdelijk!)
00:55 - 01:00SfeerLichten dimmen, kaarsen aan.Sinaasappelschillen koken voor de geur