ID.nl logo
Cursus: Een persoonlijke VPN instellen
© PXimport
Zekerheid & gemak

Cursus: Een persoonlijke VPN instellen

Een VPN-verbinding (Virtual Private Network) wordt regelmatig gebruikt in een zakelijke omgeving. Toch komt het ook voor persoonlijk gebruik wel eens van pas, vooral als je veel van huis bent en verbinding maakt met het internet via onbetrouwbare wifi-netwerken. Wij leggen uit wat met een VPN mogelijk is en hoe je aan de slag kunt.

Velen kennen een VPN () wel van hun werk: je kunt dan vanuit huis bij alle interne websites en gedeelde bestanden op het intranet van het bedrijf, maar niet zonder eerst verbinding te maken met het VPN van je bedrijf.

Alle netwerkcommunicatie tussen je thuiscomputer (of hotelcomputer tijdens een vakantie) en het bedrijf verloopt dan versleuteld, zodat je geen bedrijfsgeheimen lekt. Iemand die bijvoorbeeld een netwerksniffer bij je thuis of in je hotel geïnstalleerd heeft, krijgt dan geen enkele kans als alle communicatie via het VPN verloopt. Ook om meerdere vestigingen van een bedrijf op een veilige manier met elkaar te verbinden worden VPN’s ingezet.

De voordelen van een externe VPN-dienst

Er bestaan heel wat externe VPN-diensten waarvan je gratis (voor een beperkte bandbreedte) of voor een vast maandelijks bedrag gebruik kunt maken. Wat is hier zoal mee mogelijk? Het belangrijkste voordeel is dat je nu vanaf elke locatie veilig kunt internetten, zelfs als je verplicht bent om via een onveilig open wifi-netwerk te surfen. Je verbindt dan met het onveilige netwerk en zet onmiddellijk daarna een veilige verbinding op met de VPN-server. Zodra dit gebeurd is, surf je veilig zonder dat speurneuzen in de buurt jouw digitale doen en laten kunnen volgen. Een ander voordeel van zo’n externe VPN-dienst is dat je er je IP-adres mee verbergt voor websites die je niet vertrouwt: zij zien dan immers het IP-adres van de VPN-server waarmee je verbonden bent. En tot slot is een externe VPN-dienst ook handig om regioblokkeringen te omzeilen: surf je bijvoorbeeld via een Amerikaanse VPN, dan bekijk je probleemloos series en films op Hulu.com.

01 Huiskamer-VPN

In de huiskamer is een VPN nog niet zo ingeburgerd, tenzij dan als gebruiker van een extern VPN. Je kunt niet alleen met het VPN van je bedrijf verbinden, maar ook met een externe VPN-dienst, gratis of betaald (zie ook kader “De voordelen van een externe VPN-dienst”).

Maar wist je dat het ook mogelijk is om zelf een VPN-server op de computer thuis te draaien, zodat je de rollen omdraait? Je kunt dan van buitenshuis een veilige verbinding opzetten met de computer, of dat nu met een laptop, tablet of smartphone is. Maar waarom zou je dit doen? Daar kunnen verschillende redenen voor zijn. Misschien vind je het eenvoudigweg handig dat je van thuis uit toegang hebt tot de bestanden die gedeeld zijn in het bedrijfsnetwerk van je werkgever en wil je hetzelfde doen met jouw persoonlijke bestanden.

Of misschien wil je van overal veilig kunnen internetten, ook als je verplicht bent een onveilig open wifi-netwerk te gebruiken. Ook dit kan door een VPN-verbinding naar je thuiscomputer. Al het netwerkverkeer wordt dan versleuteld naar de pc gestuurd, zodat een netwerksniffer op het onveilige netwerk niets kan afluisteren en je surft dan eigenlijk via de omweg van de internetprovider thuis.

Ook kun je als je op vakantie bent in het buitenland en Uitzending Gemist wilt bekijken dit via een VPN-verbinding naar je huis doen. Uitzending Gemist blokkeert immers bezoekers van het buitenland, maar als je via de computer in Nederland surft, ziet de website een Nederlands IP-adres en lukt het wel. Kortom, genoeg redenen om een VPN-server op je computer te zetten.

02 Voorbereiding

Windows 7 beschikt van huis uit al over de mogelijkheid om een VPN-server op te zetten die dan via internet te bereiken is, al ondersteunt die maar één gelijktijdige verbinding. Aangezien jouw computer thuis echter achter een router hangt, is er nooit een rechtstreekse verbinding van internet naar de computer mogelijk en is je computer dus niet als server bereikbaar. Daarom moet je in de router ‘port forwarding’ instellen: als je router dan een aanvraag van een VPN-client ontvangt, stuurt het deze door naar je computer.

Port forwarding in de router

Hoe je de poort voor het VPN-verkeer in de router moet laten doorsturen naar de computer waarop de VPN-server draait, hangt van het model en merk van de router af. Als voorbeeld tonen we hoe dit in de firmware DD-WRT (www.dd-wrt.com) verloopt. In de webinterface van de router klik je bovenaan op het tabblad NAT/QoS en dan op Port Forwarding. Klik dan op het knopje Add en maak een regel aan om een poort door te sturen. In het vakje Application vul je in wat u wilt, bijvoorbeeld ‘VPN’, dit dient enkel als geheugensteuntje voor jezelf. Zowel bij Port from als Port to vul je 1723 in (het poortnummer voor het PPTP-protocol dat door de Windows VPN-software gebruikt wordt). Bij IP Address vul je het IP-adres van de computer in waarop de VPN-server draait en bij Protocol klik je op TCP. Vink Enable aan, klik tot slot op Add om de regel toe te voegen en op Save en Apply Settings om dit op te slaan. Bij andere firmware werkt dit vergelijkbaar, en in sommige routers moet je ook het protocol GRE (Generic Route Encapsulation) forwarden of een optie VPN Passthrough inschakelen.

©PXimport

Laat poort 1723 naar je VPN-server doorsturen.

De computer moet ook altijd hetzelfde lokale IP-adres op het thuisnetwerk hebben, anders stuurt de router de VPN-netwerkpakketjes naar de verkeerde computer zodra die een ander IP-adres krijgt. Lees in het kader ‘Altijd hetzelfde IP-adres’ hoe je dit instelt. Een derde eis is dat het modem van buitenaf te bereiken is op een bekend IP-adres. Aangezien de meeste internetproviders aan de modems van niet-bedrijfsabonnementen geen vast extern IP-adres toekent, moet je een dynamisch DNS-adres op de router instellen. Lees in het kader ‘Dynamische DNS’ hoe je dit doet.

Altijd hetzelfde IP-adres

Op de meeste thuisnetwerken deelt de router IP-adressen uit aan alle verbonden machines met het DHCP-protocol (Dynamic Host Configuration Protocol). Handig, omdat je dan op de computers normaal gesproken geen enkele netwerkconfiguratie meer moet doen. Je steekt de netwerkkabel gewoon in en de computer krijgt een IP-adres toegekend. Vaak krijgt je computer hetzelfde IP-adres toegekend, maar dat wordt niet gegarandeerd. Een vast IP-adres is bij port forwarding echter een vereiste om als server bereikbaar te zijn. Gelukkig kun je in de instellingen van de router opgeven dat de DHCP-server aan specifieke computers een vast IP-adres toekent. In de webinterface van onze voorbeeldrouter (de DD-WRT) vinden wij deze mogelijkheid op de pagina Services bij DHCP Server. Al moet je voordat je aan zo’n klus begint even het MAC-adres van de netwerkverbinding opzoeken: hiervoor klik je met rechts in het netwerkmenu op de netwerkverbinding, kies Status / Details en kijk bij Fysiek adres. In de webinterface van onze router klikken we vervolgens onder Static Leases op Add, vullen we het MAC-adres van de computer in, plus de hostnaam en het IP-adres dat we willen toekennen. We klikken Save en Apply Settings om dit op te slaan.

©PXimport

Zorg dat je VPN-server altijd hetzelfde IP-adres krijgt.

Dynamische DNS

Aangezien het externe IP-adres van je modem niet gegarandeerd hetzelfde blijft, kun je dit niet in de VPN-client ingeven, want zodra het IP-adres verandert, is het niet meer mogelijk om op de VPN-server in te loggen. Een oplossing vormt dynamische DNS: je vraagt dan een subdomein aan bij een (meestal gratis) dynamische-DNS-dienst, en de modem laat dit subdomein steeds verwijzen naar het juiste IP-adres. Elke keer dat de modem een ander extern IP-adres toegekend krijgt, stuurt de firmware dan een aanvraag naar de dynamische-DNS-dienst om het subdomein naar het nieuwe IP-adres te laten verwijzen. Dan hoef je dus enkel maar het gekozen subdomein te onthouden. In de webinterface van DD-WRT vind je de instellingen van dynamische DNS in het tabblad Setup > DDNS. Kies je dynamische-DNS-dienst in het menu en geef je gebruikersnaam en wachtwoord bij de dienst op. Vul ook het gekozen subdomein in (bijvoorbeeld example.dyndns.org) en klik tot slot op Save en Apply Settings om de instellingen op te slaan.

©PXimport

Maak je router van overal bereikbaar via een dynamische-DNS-dienst.

03 Je computer als VPN-server

Voldoet je computer aan de drie vereisten (een vast IP-adres met port forwarding hiernaar ingesteld in de router en dynamische DNS ingesteld), dan kun je beginnen met het opzetten van de VPN-server. Open het Configuratiescherm van Windows, selecteer Netwerk en internet en daarna Netwerkcentrum. Klik in de linkerzijbalk op Adapterinstellingen wijzigen. Je krijgt nu al jouw geconfigureerde netwerkverbindingen te zien. Druk op Alt om het hoofdmenu te tonen en kies in het menu Bestand de optie Nieuwe binnenkomende verbinding. Windows start nu een wizard op die je helpt bij het opzetten van een VPN-server.

In het eerste venster kies je welke gebruikers toegang krijgen tot de computer en het netwerk via VPN. Klik dan op Volgende, waarna je in het volgende venster kiest op welke manier gebruikers verbinden. Kies hier Via internet en klik op Volgende. In het laatste venster van de wizard selecteer je de netwerkprotocollen die bereikbaar zijn. De standaardkeuze is vaak voldoende. Kijk na of IPv4 ingeschakeld is en (als je gedeelde bestanden op het thuisnetwerk wil bereiken) Bestands- en printerdeling voor Microsoft-netwerken.

Klik op Toegang toestaan, waarna de wizard de VPN-verbinding instelt. Je krijgt tot slot een computernaam te zien, die je echter niet nodig hebt. Wanneer je het venster gesloten hebt, verschijnt er een nieuwe verbinding met de naam Binnenkomende verbindingen in het venster Netwerkverbindingen van het configuratiescherm. De serverconfiguratie is nu klaar. Zolang de computer ingeschakeld is, kun je nu van buitenaf erop inloggen.

04 Verbinding met een VPN-server in Windows instellen

Ga nu buitenshuis met een Windows-computer waarmee je met de VPN-server wilt verbinden. Open het Configuratiescherm van Windows, selecteer Netwerk en internet en daarna Netwerkcentrum. Onder De netwerkinstellingen wijzigen klik je op Een nieuwe verbinding of een nieuw netwerk instellen. Windows start dan een wizard die je helpt bij het configureren van een nieuwe netwerkverbinding. Selecteer Verbinding met een bedrijfsnetwerk maken en klik op Volgende. In de stap erna moet je kiezen hoe je met het VPN verbindt, dat zal in de meeste gevallen Mijn internetverbinding (VPN) gebruiken zijn.

In het volgende venster geef je het publieke internetadres in van de VPN-server. Dat kan een IP-adres of een domeinnaam zijn. Aangezien onze VPN-server thuis niet van een internetverbinding met een vast IP-adres kan genieten, hebben we dynamische DNS ingesteld en moet je hier dus het subdomein invullen die je bij jouw dynamische-DNS-dienstverlener gekozen hebt (zie kader ‘Dynamische DNS’). Bij Naam van doel vul je een willekeurige naam in die deze VPN-verbinding beschrijft. Daarna klik je op Volgende.

In het volgende venster geef je de gebruikersnaam en wachtwoord op van het Windows-gebruikersaccount op de computer thuis. Dit account moet bij het instellen van de VPN-server uiteraard wel bij de toegelaten gebruikers aangevinkt zijn. Klik tot slot op Verbinding maken en wanneer de verbinding geslaagd is op Sluiten.

Rechtsklik nu op de VPN-verbinding in het netwerkmenu of het onderdeel Netwerkverbindingen in het Configuratiescherm en kies Eigenschappen. Ga naar het tabblad Beveiliging en zorg ervoor dat er PPTP bij het type VPN staat. Bij Gegevensversleuteling moet Versleuteling verplicht (verbinding verbreken indien afgewezen) staan. Klik op OK, waarna de verbinding klaar voor gebruik is. Deze configuratie hoef je maar één keer te doen op elke computer die je gebruikt om met de VPN-server te verbinden.

05 Verbinding maken

Verbinden met de VPN-server is nu eenvoudig: klik op het icoontje van de VPN-verbinding in het netwerkmenu en klik op Verbinding maken. Geef de gebruikersnaam en wachtwoord van de VPN-server in wanneer daarom gevraagd wordt (tenzij je hebt gekozen om deze op te slaan) en klik nog eens op Verbinding maken. Rechtsklik je op de VPN-verbinding in het netwerkmenu, dan kun je de verbinding verbreken, of de status of eigenschappen opvragen.

Controleer of je wel het VPN gebruikt

Controleer altijd nadat je voor de eerste keer een VPN-verbinding op je client ingesteld hebt of je echt wel via het VPN surft. Dit doe je door middel van een website zoals www.whatismyip.org welke jouw publiek IP-adres weergeeft. Controleer of dit overeenkomt met het IP-adres van de VPN-server. Als je enkel het dynamische-DNS-subdomein kent, open dan een opdrachtprompt in het Windows-startmenu en type de opdracht nslookup gevolgd door het subdomein in (bijvoorbeeld nslookup example.dyndns.org). Je krijgt dan het huidige IP-adres te zien dat aan dit domein toegekend is. Als dit hetzelfde is als wat www.whatismyip.org toont, surft je via de VPN.

De status van de VPN-verbinding toont allerlei gegevens, zoals de verbindingsduur en de hoeveelheid dataverkeer. Klik je op het knopje Details, dan zie je het IP-adres dat de computer van de VPN-server krijgt (bijvoorbeeld 192.168.0.100) en de gebruikte DNS-servers. Klik je op het tabblad Details, dan zie je ook wat het IP-adres van de VPN-server in het VPN is, en het IP-adres van de VPN-server op internet. Bovendien zie je hier ook de gebruikte authenticatie (MS CHAP V2) en versleuteling (MPPE 128).

06 Verbind met een VPN-server in OS X

Je kunt ook perfect vanaf je MacBook Pro of andere Mac met de thuis-VPN verbinden. Hiervoor moet je weer eerst een VPN-verbinding configureren. Open de Systeemvoorkeuren, klik op het icoontje Netwerk, en klik indien nodig op het hangslot-icoontje linksonder om de instellingen te ontgrendelen.

Klik op het +-icoontje linksonder om een nieuwe netwerkverbinding aan te maken en kies bij Interface voor VPN. Als VPN-type selecteer je PPTP. Bij Naam voorziening vul je een naam in om de VPN-verbinding te beschrijven. Klik op Maak aan. Vul nu bij Serveradres het subdomein van de dynamische DNS-dienst in en bij Accountnaam jouw gebruikersnaam op de Windows-computer. Bij Codering kies je Maximaal (uitsluitend 128-bits).

Klik nu op Instellingen identiteitscontrole, vul het wachtwoord dat bij de Windows-gebruikersnaam hoort in en klik op OK. Je vinkt daarna best ook Toon VPN-status in menubalk aan, zodat je altijd ziet wanneer je met het VPN verbonden bent. Klik op Pas toe om al deze instellingen op te slaan. Als je dit eenmaal een keer hebt gedaan, is verbinden met de VPN-server eenvoudig: klik op het VPN-icoontje rechtsboven en klik op Verbind met [je VPN-naam]. Je verbreekt de verbinding door nog eens op het icoontje te klikken en Verbreek verbinding met [je VPN-naam] te kiezen.

07 Verbind met een VPN-server in Android

Uiteraard zou je ook graag vanaf je smartphone of tablet onderweg verbinden met je thuis-pc. Android ondersteunt van huis uit PPTP, maar helaas heeft het al jaren met een bug te maken waardoor versleutelde PPTP-verbindingen op veel Android-apparaten onstabiel zijn.

Open in Android in de instellingen Draadloos en netwerken en kies VPN-instellingen. Druk op VPN toevoegen en daarna VPN ‘PPTP’ toevoegen. Bij VPN-naam vul je een naam in die je VPN-verbinding beschrijft, en bij VPN-server instellen geef je het subdomein van de dynamische-DNS-dienst in. Zorg dat codering inschakelen aangevinkt is (tenzij de verbinding door de bug in Android onstabiel is en je de encryptie niet nodig hebt). Druk tot slot op de menuknop en dan Opslaan.

De nieuwe VPN-verbinding verschijnt nu in de lijst met VPN’s. Druk erop en geef nu de gebruikersnaam en het bijbehorende wachtwoord in voor de Windows-computer. Klik daarna op Verbinden. Tijdens de verbinding krijg je bovenaan het icoontje van een slotje te zien. Je kunt de verbinding op elk moment verbreken door bij de VPN-instellingen op de naam van de VPN-server te drukken.

©PXimport

Ook met Android kun je met de VPN-server verbinden.

08 Verbind met een VPN-server in iOS

Ook met een iPhone, iPad of iPod touch kun je op je thuisnetwerk via een beveiligde verbinding. Druk hiervoor achtereenvolgens op Instellingen / Algemeen / Netwerk en VPN. Druk op Voeg VPN-configuratie toe en kies het tabblad PPTP. Bij Beschrijving geef je een naam aan de VPN-verbinding, bij Server geef je het subdomein van de dynamische DNS-dienst in, en bij Account en Wachtwoord je gebruikersnaam en het bijbehorende wachtwoord van de Windows-computer. Zorg dat Coderingsniveau op Maximum staat en Stuur alle verkeer aan. Druk op Bewaar.

Na deze configuratie schakel je de VPN-verbinding eenvoudig in door het VPN-knopje bovenaan de lijst met VPN-verbindingen aan te zetten. Wacht tot je bij Status de boodschap Verbonden ziet staan. Bovenaan het scherm van je iOS-apparaat krijg je een blauw icoontje met de letters VPN te zien zolang je via deze verbinding internet.

©PXimport

Stel op je iOS-apparaat een VPN-verbinding naar de thuis-pc in.

09 Energie besparen

De hele dag je desktop-pc ingeschakeld laten voor die enkele keren dat je onverwacht van buitenaf aan je bestanden wil, getuigt niet van een milieubewuste instelling. Je bent energiezuiniger af met een NAS of zelfs je router als VPN-server.

Zeker als je enkel een VPN wilt opzetten om van buitenaf altijd via je vertrouwde internetverbinding te kunnen surfen over een versleutelde tunnel, is het overdreven dat je daarvoor de hele dag je pc laat aanstaan. Daarom tonen we je hier hoe je een PPTP VPN-server op de router inschakelt, aangezien die sowieso altijd aan staat. Als voorbeeld gebruiken we de opensource routerfirmware DD-WRT, maar heel wat andere routers ondersteunen dit ook.

In de webinterface van DD-WRT klik je op het tabblad Services en daarna op VPN. Je hebt op deze pagina vier mogelijkheden: PPTP Server (wat we hier nodig hebben), PPTP Client (zie ook het kader ‘Je router als VPN-client’), OpenVPN Daemon (zie ook het kader ‘Er is meer dan PPTP’) en OpenVPN Client. Klik op Enable bij de eerste optie, waarna je de instellingen van de PPTP-server te zien krijgt.

©PXimport

Met je router als VPN-client surfen al jouw apparaten automatisch via het VPN.

Bij Server IP geef je 0.0.0.0 in. De router kijkt dan zelf wat zijn WAN IP-adres is. Dit adres wordt via een dynamische DNS-dienst (zie kader ‘Dynamische DNS’) toegekend aan een subdomein, dat je dan in de clients ingeeft om de VPN-server op je router te bereiken. Schakel Force MPPE Encryption in. Bij Client IP(s) geef je het adresbereik in van IP-adressen die clients toegekend krijgen. Stel bijvoorbeeld 192.168.0.200-250 in en zorg dat de router deze adressen niet aan interne clients toekent.

In het veld CHAP-Secrets tot slot geef je een lijst van gebruikersnamen en bijbehorende wachtwoorden op die op het VPN mogen verbinden. Dat moet in de vorm gebruikersnaam * wachtwoord *, met elke account op een afzonderlijke regel. Klik op Save en op Apply Settings, waarna je vanaf elk apparaat van buitenaf met de VPN-server van je router kunt verbinden. Het enige dat je moet weten om de client in te stellen, is de dynamische-DNS-subdomein en een gebruikersnaam en wachtwoord die je in de router ingesteld hebt.

Je router als VPN-client

Als je een externe VPN-dienst gebruikt, bijvoorbeeld om regioblokkeringen te omzeilen, moet je op elk apparaat waarmee je deze VPN-server wilt gebruiken de verbinding configureren. Er is een handigere oplossing: draai op een afzonderlijk draadloos toegangspunt een VPN-client (dus geen server!) die met die server verbindt. Elk apparaat dat nu met dat toegangspunt verbindt, surft nu via die VPN-dienst. Als je dus vaak Hulu.com op verschillende computers wilt bekijken, installeer dan een extra draadloos toegangspunt en configureer hierop een verbinding met een Amerikaanse VPN-server. Elke keer dat je Hulu.com wilt zien, verbind je op de computer met dat toegangspunt in plaats van met je standaard toegangspunt. Als je terug naar je normale internetverbinding wilt, schakel je eenvoudigweg over naar het standaard toegangspunt. In de webinterface van DD-WRT kun je de router als VPN-client instellen, waarbij je de keuze hebt uit PPTP of OpenVPN.

▼ Volgende artikel
Luchtbevochtiger, luchtontvochtiger of luchtreiniger: wat helpt het best bij hooikoorts?
© wayhome.studio
Energie

Luchtbevochtiger, luchtontvochtiger of luchtreiniger: wat helpt het best bij hooikoorts?

Onophoudelijke niesbuien, branderige ogen en een niet te tackelen vermoeidheid: voor hooikoortspatiënten is de lente lang niet altijd een pretje. Gelukkig zijn er apparaten die je klachten kunnen verlichten. Wij vertellen je wat het beste werkt: een luchtbevochtiger, luchtontvochtiger of luchtreiniger.

In het kort: Een luchtbevochtiger voegt vocht toe aan een ruimte. Dat is nuttig bij hooikoorts, zou je denken, want door vocht komen pollen naar beneden. Maar een luchtontvochtiger voorkomt schimmel en huisstofmijt in huis, wat ook nuttig kan zijn bij allergische klachten. En dan is er nog de luchtreiniger, die onzuiverheden uit de lucht haalt. Dus: welk van de drie apparaten moet je nu in huis halen? In dit artikel leggen we dat allemaal uit.

Lees ook: Hatsjoe! 💦 Last van hooikoorts? Deze apparaten kunnen je klachten verminderen

Hooikoorts is een allergische reactie op pollen, oftewel stuifmeel van grassen, planten of bomen. Wanneer de temperaturen beginnen te stijgen en de natuur na een koude winter tot bloei komt, verspreiden deze pollen zich via wind in een rap tempo door de lucht. Wie dan op een zonnige dag de deuren en ramen open zet, kan rekenen op een ontelbare hoeveelheid ronddwarrelende pollen in huis. Dat zorgt niet alleen overdag voor vervelende hooikoortsklachten binnenshuis, maar ook je nachtrust kan er flink onder lijden.

Om allergische klachten in huis te verlichten, kun je een aantal dingen doen. Horren plaatsen voor deuren en ramen bijvoorbeeld: die houden een deel van de pollen tegen, maar helaas niet alle. Ook met regelmatig stofzuigen haal je een deel van de pollen weg, al geldt dat alleen voor de pollen die al op de grond liggen. Om pollen uit de lucht te verwijderen, kun je een luchtreiniger overwegen. Dit apparaat trekt stof en pollen uit de lucht en blaast vervolgens schone lucht de ruimte in. Ook een luchtbevochtiger of luchtontvochtiger kan helpen bij hooikoortsklachten, afhankelijk van de luchtvochtigheid in je woning en jouw specifieke allergieën.

Luchtbevochtiger

Te droge lucht in huis is absoluut niet fijn bij hooikoorts. Droge lucht veroorzaakt irritatie aan de slijmvliezen, waardoor deze minder goed in staat zijn om stofdeeltjes en allergenen te weren. Bestaande hooikoortsklachten, zoals droge ogen, een kriebelkeel en benauwdheid, kunnen daardoor erger aanvoelen. Bovendien kunnen pollen in een droge ruimte makkelijker blijven rondzweven dan in een goed bevochtigde ruimte. Ga maar na: hoe minder regen er valt, hoe heviger je hooikoortsklachten (waarschijnlijk) zijn. Dat komt omdat pollen er zonder regen langer over doen om naar beneden te komen en je ze dus makkelijker blijft inademen.

©HN Works

Het voordeel van een luchtbevochtiger lijkt dus tweeledig: het vermindert klachten door geïrriteerde slijmvliezen én het voorkomt dat pollen in huis blijven circuleren. Toch zijn luchtbevochtigers meestal niet de eerste keuze als het om hooikoorts gaat. Hun vermogen om pollen daadwerkelijk uit de lucht te halen lijkt beperkt, en bovendien zijn huizen in de lente en zomer – wanneer hooikoortsklachten het ergst zijn – vaak eerder te vochtig dan te droog. Plaats je een luchtbevochtiger in een al vochtig huis, dan kunnen allergische klachten door een toename van schimmels juist verergeren. Een luchtbevochtiger heeft alleen zin bij hooikoortsklachten als de luchtvochtigheid in je woning lager is dan 40 procent. Met een hygrometer kun je dit eenvoudig meten. 

Luchtontvochtiger

Omdat warme lucht vocht vasthoudt, hebben veel huizen in de lente en zomer last van een te hoge luchtvochtigheid. Huisstofmijt en schimmels zijn dol op vochtige omgevingen, wat bijvoorbeeld verklaart waarom je in de zomer doorgaans meer schimmelplekken in huis opmerkt. Voor hooikoortspatiënten is dat helaas (extra) slecht nieuws. Vaak reageert hun overgevoelige immuunsysteem niet alleen op pollen, maar ook op schimmelsporen, mijten en dierenharen. Die combinatie van allergenen zorgt dan voor een extra belasting van het immuunsysteem, waardoor hooikoortsklachten kunnen verergeren. 

Een luchtontvochtiger onttrekt vocht uit de lucht en lijkt dus een goede keuze als je met hooikoorts én een te vochtige woning kampt. Toch kent ook dit apparaat zijn beperkingen als het om hooikoorts gaat. Zo filtert een luchtontvochtiger geen pollen uit de lucht zoals een luchtreiniger dat doet. Daarnaast werkt een luchtontvochtiger alleen als de luchtvochtigheid in huis daadwerkelijk te hoog is, oftewel meer dan 60 procent. Is dat niet het geval, dan loop je het risico dat de lucht in huis juist te droog wordt, waardoor klachten als benauwdheid en een droge keel alleen maar verergeren.

©Sue Tansirimas

Luchtreiniger

Er is één apparaat waar vrijwel iedere hooikoortspatiënt baat bij heeft: de luchtreiniger. Luchtreinigers zijn speciaal ontwikkeld om stof, pollen en andere allergenen uit de lucht te halen. Dat doen ze door verontreinigde lucht aan te zuigen, deze te filteren en vervolgens weer schone lucht uit te blazen. Er zijn verschillende soorten luchtreinigers met elk hun eigen werking, dus als hooikoortspatiënt is het goed om extra aandacht te besteden aan wat voor type luchtreiniger je in huis haalt.

Kies in elk geval een luchtreiniger met HEPA-filter. Dit type filter haalt zelfs de kleinste stofdeeltjes en pollen uit de lucht én voorkomt dat deze opnieuw de lucht in worden geblazen. Ook nuttig bij hooikoortsklachten is een luchtreiniger met ionisator: die voegt negatief geladen deeltjes toe aan de lucht, waardoor pollen onschadelijk worden gemaakt en naar beneden vallen. Met een ionisator is de kans heel klein dat er toch nog pollen in de lucht blijven zweven.

Of kies beide

Soms is een combinatie van apparaten het beste om je hooikoortsklachten aan te pakken. Is de lucht in jouw woning te droog? Zet dan een luchtreiniger én luchtbevochtiger neer. Bij een te hoge vochtigheid kies je voor een luchtreiniger en luchtontvochtiger. Zo pak je het probleem aan twee kanten aan en zul je waarschijnlijk de meeste verlichting merken.

▼ Volgende artikel
Sapcentrifuge versus slowjuicer: welke moet je kiezen?
© africaimages.com (Olga Yastremska, Africa Images)
Huis

Sapcentrifuge versus slowjuicer: welke moet je kiezen?

Als je gezonde verse sapjes wilt maken, heb je een sapcentrifuge of slowjuicer nodig. Hoewel deze apparaten op het eerste gezicht erg op elkaar lijken, zijn ze zeker niet hetzelfde. Weet je niet welk van de twee je moet kiezen? Wij helpen je op weg! 

In het kort: twijfel je tussen een sapcentrifuge en een slowjuicer? Beide apparaten maken gezonde sapjes, maar werken heel anders. Daardoor is het sap uit het ene apparaat gezonder dan het sap uit het andere. Ook het soort ingrediënten dat je in sapcentrifuges en slowjuicers kunt verwerken, verschilt. In dit artikel leggen we het allemaal uit.

Lees ook: 7 fruitsoorten die je het beste kunt eten als je wilt afvallen

Voor de duidelijkheid: er is een verschil tussen sapjes en smoothies. Smoothies maak je met een blender en bestaan meestal uit gepureerd fruit met een vloeistof, zoals water, melk of yoghurt. Omdat in een blender hele stukken fruit of groenten worden verwerkt, is de structuur van een smoothie wat dikker. Een sapje is daarentegen vloeibaar en vaak helder. Je maakt het met een sapcentrifuge of slowjuicer. Het verschil tussen die twee? Een sapcentrifuge creëert helder sap met weinig vezels, een slowjuicer maakt geconcentreerd sap waarin de vezels behouden blijven. Daardoor is het sap uit een slowjuicer iets gezonder, maar een slowjuicer is ook duurder. Daarnaast vindt niet iedereen het sap uit een slowjuicer vanwege de vezelige structuur even lekker. 

Benieuwd naar de grootste verschillen tussen sapcentrifuges en slowjuicers? Dit zijn ze! 

Werking

Sapcentrifuges en slowjuicers persen beide op een andere manier. In een sapcentrifuge zit een rasp die snel ronddraait. Gooi je een stuk fruit in de vulopening, dan begint de rasp te draaien en wordt het sap uit het fruit geperst. De natte pulp die daarbij overblijft, wordt van het sap gescheiden. Het resultaat is een helder gekleurd sapje waar je bijna doorheen kunt kijken. Een sapcentrifuge werkt heel snel; binnen enkele seconden tot een minuut staat er een heerlijk vitaminebommetje voor je klaar. En dankzij de brede vulopening hoef je je fruit en groenten niet eerst te snijden – ook wel zo makkelijk. 

©279photo

Een slowjuicer is, zoals de naam al zegt, een stuk minder snel. In dit apparaat worden ingrediënten heel langzaam gekneusd met een vijzel. Op die manier komt er tijdens het persen minder warmte en oxidatie vrij, waardoor vitaminen, vezels en antioxidanten zo goed mogelijk behouden blijven. Daardoor blijft er ook iets meer pulp in het sap van een slowjuicer achter dan in het sap van een sapcentrifuge. Een slowjuicer vergt door zijn kleine vulopening daarnaast iets meer voorbereidend werk; je moet je groenten en fruit eerst in grove stukken snijden voordat je ze in het apparaat stopt. Maar daar krijg je dus wel wat voor terug: een sapje bomvol vitaminen en vezels. 

Soorten groenten en fruit 

Een ander voordeel aan slowjuicers is dat je er heel veel kanten mee op kunt. De vijzel in een slowjuicer werkt namelijk zo krachtig en zorgvuldig dat hij zelfs uit de meest vochtarme groenten en fruit sap weet te persen. Je kunt met een (goede) slowjuicer dus ook sap maken uit bladgroenten en bananen. Als je wilt, kun je er zelfs notenpasta mee maken. Een sapcentrifuge krijgt door zijn snelle en lichtere werking alleen sap uit groenten en fruit met een hoog vochtgehalte, zoals appels, sinaasappelen en bleekselderij. 

Gezondheid

Zoals gezegd is het sap uit een slowjuicer iets gezonder dan het sap uit een sapcentrifuge. Dat komt omdat in het sap uit een slowjuicer naast de vitaminen ook de vezels beter behouden blijven. Vezels zijn goed voor de spijsvertering en zorgen voor een langzamere opname van de natuurlijke suikers in fruit, waardoor de bloedsuikerspiegel stabiel blijft. Maar dat betekent niet dat het sap uit een sapcentrifuge helemaal niet gezond is. Je profiteert immers nog steeds van de vele vitaminen en antioxidanten. En zolang je niet te veel fruit ten opzichte van groente in je sapje verwerkt, zal het met die schommelende bloedsuikerspiegel wel meevallen. Een goede verhouding is 70 procent groenten, 30 procent fruit. 

©Maridav

Prijs 

Aan de krachtige pers van een slowjuicer en de supergezonde sapjes die daaruit komen, hangt wel een flink prijskaartje. Voor een goede slowjuicer leg je namelijk al snel zo'n 200 tot 400 euro neer. Er zijn ook slowjuicers van slechts een paar tientjes, maar het risico van deze goedkopere modellen is dat ze vaak minder efficiënt persen en sneller stukgaan. Een goede sapcentrifuge heb je daarentegen al voor nog geen 100 euro of iets meer dan dat. Maar laat het prijskaartje nooit leidend zijn: uiteindelijk gaat het erom wat je wilt met het apparaat. Het zou zonde zijn als een sapcentrifuge voor jou uiteindelijk toch te beperkt blijkt en je alsnóg een dure slowjuicer moet aanschaffen. 

Dus: wat kies je? 

Een sapcentrifuge is fijn als je van helder sap houdt, je alleen fruit en groenten met een hoog vochtgehalte gaat persen en je niet te veel geld wilt uitgeven. Een slowjuicer kies je als je extra gezonde, vezelrijke sapjes wilt en je ook van plan bent bladgroenten, vochtarm fruit en eventueel noten te gaan persen. Kies je voor een sapcentrifuge, maar wil je toch af en toe vochtarme ingrediënten in je sapjes verwerken? Maak dan eerst sap met je sapcentrifuge en doe dit vervolgens samen met de vochtarme ingrediënten in een blender. Heeft een slowjuicer jouw voorkeur, maar houd je niet zo van vezelige sapjes? Zeef je sapje na het juicen nog eens door een fijne zeef of theedoek. Zo heb je alsnog een helder sapje zonder pulp.