ID.nl logo
Wat is Arduino en waarvoor kun je het gebruiken?
© PXimport
Zekerheid & gemak

Wat is Arduino en waarvoor kun je het gebruiken?

De laatste jaren hebben we in Computer!Totaal regelmatig leuke apparaatjes in elkaar geknutseld met het microcontrollerplatform Arduino. In dit artikel doen we weer even een stapje terug: wat is Arduino en wat kun je ermee doen?

Arduino is een populair hardware- en softwareplatform onder makers en hobbyisten, omdat je er eenvoudig slimme apparaatjes mee in elkaar knutselt. Er bestaan diverse officiële Arduino-bordjes met elk andere eigenschappen. En omdat het hardware-ontwerp van al die bordjes open is, kan iedereen de bordjes namaken. Je vindt dan ook talloze goedkopere klonen op Chinese webwinkels zoals AliExpress en Banggood, en op eBay. Daarnaast bestaan er ook allerlei bordjes van derde partijen die compatibel zijn met de Arduino-ontwikkelsoftware.

©PXimport

01 Verschillen tussen de Arduino-bordjes

De Arduino Uno is een geschikt bordje om mee te beginnen, maar er bestaan nog talloze andere bordjes. Op de website van Arduino vind je een vergelijking van de specificaties van alle officiële bordjes.

Een belangrijk verschil zit in het aantal pinnen om andere elektronische componenten op aan te sluiten. Met digitale pinnen kun je digitale signalen (0 of 1) inlezen of uitsturen, terwijl je met de analoge pinnen analoge signalen in de vorm van een spanning kunt inlezen of uitsturen (hoewel uitsturen niet bij de Arduino Uno). Bij enkele van de digitale pinnen staat er een tilde (~) aangeduid. Deze pinnen kun je met pulsbreedtemodulatie (‘pulse width modulation’ of PWM) aansturen, waardoor je een analoog signaal op een digitale manier kunt simuleren. Handig om bijvoorbeeld een aangesloten led te dimmen.

Anatomie van een Arduino-bordje

Het eenvoudigste en populairste Arduino-bordje is de Arduino Uno. Het is een leuk bordje om mee te beginnen, omdat het veel basisfunctionaliteit bevat (maar niets overbodigs) en omdat het goed gedocumenteerd is. We gebruiken de Arduino Uno als voorbeeld om de anatomie van een Arduino-bordje uit te leggen. De Arduino Uno bevat de volgende componenten:

  1. Resetknop: herstart de code die in het Arduino-bordje geladen is.
  2. Pinheaders: hierop sluit je met jumperdraden elektronische componenten aan.
  3. Usb-aansluiting: hiermee upload je de code van je pc naar de Arduino.
  4. Voedingsaansluiting: aansluiting voor een voedingsadapter die je Arduino van stroom voorziet.
  5. Spanningsregelaar: zet de spanning van de voedingsadapter om naar een geschikte spanning voor de Arduino.
  6. TX/RX-leds: deze leds knipperen tijdens het zenden (transmit) en ontvangen (receive) van data tussen de Arduino en je pc.
  7. Microcontroller: het brein van de Arduino, dat je code uitvoert.
  8. Statusled: brandt zolang het bordje stroom krijgt.

02 Begin eenvoudig

Verder verschillen de bordjes wat betreft de processor, de processorsnelheid en de hoeveelheid eeprom, sram en flashgeheugen. We raden aan om niet onmiddellijk het krachtigste bordje te kopen: je zult ervan versteld staan hoeveel je met de eenvoudigste bordjes al kunt doen! Een laatste verschil tussen de verschillende bordjes is de spanning waarop ze werken: 5 V (zoals de Arduino Uno) of 3,3 V. Dat is belangrijk om te weten als je elektronische componenten gaat aansluiten.

Het is gemakkelijk om het overzicht te verliezen: alleen de officiële bordjes zijn er al meer dan twintig. Wil je beginnen zonder al te veel met elektronische componenten te priegelen, dan is de Arduino Esplora met geïntegreerde sensoren en actuatoren leuk. De Arduino Nano is een kleine versie van de Uno, terwijl de Arduino Due een krachtig bordje is voor complexere projecten. Wil je ingebouwde wifi, dan kies je voor de Arduino MKR WIFI 1010.

03 Elektronische componenten aansluiten

Je kunt elektronische componenten zoals leds, sensoren en dergelijke rechtstreeks op de Arduino aansluiten met jumperdraden, maar dat wordt al gauw wat slordig. Meestal prik je je componenten daarom in een breadboard, dat je via jumperdraden met de Arduino verbindt.

Verder bestaan er ook Arduino-shields. Dit zijn printplaatjes die je rechtstreeks in de pinheaders van je Arduino prikt, waardoor je de functionaliteit van je Arduino-bordje eenvoudig uitbreidt.

04 Arduino IDE-ontwikkelomgeving

De makers van Arduino produceren ook de ontwikkelsoftware om er je eigen code op te draaien: de Arduino IDE. Die bestaat zowel voor Windows, Linux als macOS. Download de nieuwste versie. Voor Windows heb je de keuze tussen een exe- en een zip-bestand. De eerste is gemakkelijker, omdat dit een installatieprogramma is dat onmiddellijk ook de juiste driver voor de usb-verbinding met je Arduino installeert. De standaardinstellingen van het installatieprogramma zijn oké.

05 Schetsen

Open het programma Arduino IDE. De ontwikkelomgeving opent standaard een bijna lege pagina, met de volgende inhoud:

void setup() {

// put your setup code here, to run once:

}

void loop() {

// put your main code here, to run repeatedly:

}

Een ‘schets’ of ‘sketch’ is de naam die Arduino geeft aan een programma. Elke Arduino-schets bestaat uit twee functies: setup en loop. In die eerste zet je de code die je Arduino-bordje één keer dient uit te voeren, vlak nadat de microcontroller opgestart of gereset is. Daarna wordt de functie loop continu herhaald. De code die je in deze functie zet, draait dus telkens opnieuw.

©PXimport

06 Commentaar

Arduino IDE komt standaard al met talloze voorbeeldschetsen. Klik in het menu Bestand op Voorbeelden en kies dan in de categorie 01.Basics voor Blink. De code begint met een groot blok tekst tussen regels die beginnen met /* respectievelijk */. Daarmee geef je aan dat de tekst hiertussen commentaar is: Arduino IDE negeert dit, zodat je hier uitleg kunt typen. De makers van de voorbeeldschets leggen hier uit wat de schets doet. Het is aan te raden om je eigen Arduino-schetsen ook te beginnen met commentaar.

Daarna komen de twee verplichte Arduino-functies, setup en loop. We zien hier ook regels die beginnen met // en we zien ook in het midden van regels // met een tekst erachter. Dit is een tweede manier om commentaar in een Arduino-schets op te nemen: de Arduino IDE negeert alles vanaf // tot het einde van de regel. Het is niet de bedoeling dat je bij élke regel code commentaar zet, maar maak er wel een gewoonte van om wat complexere regels code van uitleg te voorzien.

©PXimport

07 Setup en loop

Laten we even naar de code van het voorbeeld Blink kijken. In de functie setup is er maar één regel code nodig:

pinMode(LED_BUILTIN, OUTPUT);

Hiermee stellen we de digitale pin met de naam LED_BUILTIN in als uitvoerpin, zodat we er later in de code een 0 of 1 naar kunnen schrijven. De naam LED_BUILTIN verwijst op alle Arduino-bordjes naar de ingebouwde led op het printplaatje, meestal pin 13. Door de voorgedefinieerde naam LED_BUILTIN te gebruiken, hoef je je code niet aan te passen als je ze op een ander bordje wilt draaien waar de ingebouwde led een ander pinnummer heeft.

In de functie loop willen we de ingebouwde led doen knipperen. Eerst schrijven we HIGH naar de juiste digitale pin:

digitalWrite(LED_BUILTIN, HIGH);

Omdat het om een digitale pin gaat, kunnen we twee mogelijke waardes naar de pin schrijven: HIGH (overeenkomend met 1) of LOW (overeenkomend met 0). Waarom heet de waarde hier HIGH en niet 1? Omdat dit de spanning is die op de pin gezet wordt: hoog. Je vindt de spanning van jouw Arduino-bordje in de tabel met de specificaties in het begin van de kolom Operating/Input Voltage. Als jouw Arduino-bordje op 5 V werkt, komt HIGH hier overeen met een spanning van 5 V. Het gevolg? Er vloeit stroom door de ingebouwde led, die begint te branden.

Daarna wachten we een seconde met:

delay(1000);

De 1000 staat voor 1000 milliseconden. In de volgende regel schrijven we LOW naar de digitale pin. Dat komt overeen met een spanning van 0 V. Daardoor vloeit er geen stroom door de ingebouwde led, die daarop uitdooft. Daarna wachten we weer een seconde. We komen nu aan het einde van de functie loop, die daarna weer herhaald wordt: het knipperen begint weer van voren af aan.

08 Code uploaden

Om de led echt te zien knipperen moet de code geüpload worden. Ga eerst via arduino.cc naar de website van Arduino en klik op de link die bij je bordje hoort om te zien hoe je het bordje eenmalig installeert. We leggen je kort uit hoe dit verloopt met de Arduino Nano. Sluit het bordje met de usb-kabel aan op je pc. Klik in het menu Hulpmiddelen van Arduino IDE op Board en selecteer in het submenu Arduino Nano. Controleer of er bij Poort een seriële poort vermeld staat, zoals COM1 op Windows of /dev/ttyUSB0 op Linux. Als alles correct lijkt, klik dan linksboven op het knopje met het pijltje naar rechts.

Arduino IDE compileert nu je schets naar machinecode en uploadt je code naar het bordje. De voortgang krijg je in het zwarte tekstveld onderaan te zien. Als alles goed gaat (en je dus geen foutmeldingen in rode letters te zien krijgt) begint de ingebouwde led van je Arduino te knipperen. Dat werkt ook als je naderhand je Arduino rechtstreeks via een voedingsadapter van stroom voorziet.

09 Werken met Arduino-bibliotheken

Met de ingebouwde functies kun je al leuke dingen doen, maar voor complexere schetsen heb je extra functionaliteit nodig. Arduino kent daarom net als andere programmeeromgevingen bibliotheken. Een bibliotheek (library) is een verzameling code met specifieke functionaliteit. De Arduino IDE-ontwikkelomgeving heeft standaard al enkele bibliotheken geïnstalleerd. Bij deze standaardbibliotheken kun je er dus van uitgaan dat ze op elk systeem met Arduino IDE staan en je kunt ze dus zonder zorgen in je code gebruiken.

Zo gebruik je de standaardbibliotheek Wire als je met aangesloten elektronische componenten via het I²C-protocol wilt communiceren en de SPI-bibliotheek als die componenten het SPI-protocol gebruiken. Een servomotor stuur je dan weer aan met de bibliotheek Servo.

©PXimport

10 Bibliotheek importeren

Als je een bibliotheek wilt gebruiken, moet je die bibliotheek eerst ‘importeren’ door in het menu Schets op Bibliotheek gebruiken te klikken. Klik op de bibliotheek die je nodig hebt, waarna Arduino IDE bovenaan in je schets een opdracht toevoegt die de bibliotheek beschikbaar maakt. Voor de bibliotheek Servo is dat bijvoorbeeld:

#include <Servo.h>

Na een tijdje weet je wel hoe zo’n include-opdracht er uitziet. Let op: zet die altijd helemaal in het begin van je schets. Van elke standaardbibliotheek vind je op de website van Arduino documentatie en voorbeeldcode. Die voorbeeldcode vind je ook in het menu Bestand / Voorbeelden.

11 Extra bibliotheken toevoegen

Soms zul je extra bibliotheken willen installeren die niet in de standaardinstallatie aanwezig zijn. Klik je in het menu Schets / Bibliotheek gebruiken op Bibliotheken beheren, dan open je het bibliotheekbeheer (Library Manager). In het zoekveld rechtsboven kun je filteren op een zoekterm en met de uitklapmenu’s ernaast toon je alleen de bibliotheken van een specifiek type of onderwerp. De bibliotheek installeren gaat eenvoudig door de bibliotheek te selecteren en rechts op Installeren te klikken. Na de installatie verschijnt naast de naam van de bibliotheek de aanduiding INSTALLED. De meeste bibliotheken voegen ook voorbeeldschetsen toe in het menu Bestand / Voorbeelden.

©PXimport

12 Een zip-bestand toevoegen

Soms heb je een bibliotheek nodig die (nog) niet in bibliotheekbeheer te vinden is, bijvoorbeeld omdat die nog vrij nieuw is. De ontwikkelaar verspreidt zijn bibliotheek normaal gesproken dan als een zip-bestand. Pak dit zip-bestand niet zelf uit. Open in Arduino IDE het menu Schets / Bibliotheek gebruiken en klik dan op .ZIP Bibliotheek toevoegen. Selecteer het zip-bestand dat je gedownload hebt. Arduino IDE pakt het zip-bestand uit en plaatst de inhoud ervan op de juiste locatie.

Houd je bibliotheken up-to-date

Eén keer een bibliotheek installeren is niet voldoende. De ontwikkelaars brengen immers waarschijnlijk regelmatig een nieuwe versie uit. Gebruik je het bibliotheekbeheer, dan krijg je normaal gesproken regelmatig een melding dat er nieuwe versies beschikbaar zijn. Je kunt ook zelf in het bibliotheekbeheer bij het keuzeveld Type de optie Bij te werken kiezen om te zien welke van je geïnstalleerde bibliotheken een nieuwe versie hebben. Voor bibliotheken die je via een zip-bestand hebt geïnstalleerd, dien je zelf regelmatig naar updates te zoeken. Let op: je dient ook je schetsen opnieuw te compileren en naar je Arduino te uploaden om van de nieuwe versie van de bibliotheek gebruik te maken in je code.

13 Ondersteuning voor andere microcontrollers toevoegen

Wil je een bordje met wat meer processorkracht of aansluitingsmogelijkheden gebruiken, dan zet je waarschijnlijk de Arduino Due of een van de bordjes uit de MKR-familie in. Deze hebben een ARM Cortex-processor die niet standaard ondersteund wordt. In het bordbeheer dat je opent via het menu Hulpmiddelen / Board / Board Beheer voeg je die ondersteuning eenvoudig toe. Je zoekt eerst in de lijst welke kern je Arduino-bordje ondersteunt. Voor de Arduino Due is dat bijvoorbeeld Arduino SAM Boards (32-bits ARM Cortex-M3). Klik op Installeren en wacht even tot Arduino IDE de kern geïnstalleerd heeft.

Daarna kun je het bordbeheer sluiten en is je bordje beschikbaar in de lijst in het menu Hulpmiddelen / Board. Als je je bordje gekozen hebt, bekijk je via de site van Arduino hoe je met dit bordje werkt en welke instellingen je het best gebruikt in het menu Hulpmiddelen.

©PXimport

14 Extra kernen in het bordbeheer

De kernen die je in het bordbeheer vindt, zijn niet de enige. Je kunt bijvoorbeeld zelf ondersteuning voor de populaire microchips ESP8266 of ESP32 toevoegen. Klik je in het menu Bestand op Voorkeuren, dan zie je onderaan een tekstveld Additionele Board Beheer URLs. Hier kun je een url voor extra bordondersteuning invullen. De url’s voor de ESP8266 en ESP32 zijn respectievelijk:

http://arduino.esp8266.com/stable/package_esp8266com_index.json

https://dl.espressif.com/dl/package_esp32_index.json

Voeg ze toe en bevestig je wijzigingen met OK. Open nu het bordbeheer opnieuw. Onderaan de lijst verschijnen nu de kernen esp32 van Espressif Systems en esp8266 van ESP8266 Community. Installeer je deze kernen, dan zijn de ondersteunde bordjes zoals de NodeMCU daarna beschikbaar in de lijst in het menu Hulpmiddelen / Board. Kies je bordje, kies de instellingen zoals de poort en uploadsnelheid en je kunt je schets naar je bordje uploaden.

©PXimport

Extra bibliotheken voor je bordje

Als je een Arduino-kern voor je bordje geïnstalleerd hebt, dan werkt de standaard Arduino-code en meestal ook de standaardbibliotheken en de bestaande voorbeeldschetsen. Een kern voegt vaak ook extra voorbeeldschetsen en bibliotheken toe die specifieke functionaliteit van het bordje gebruiken. Third-party Arduino-bibliotheken ondersteunen niet altijd alternatieve bordjes. Soms gaan ze immers uit van de pin-out op een officieel Arduino-bordje. Controleer daarom in de beschrijving van een Arduino-bibliotheek altijd of ze jouw ESP8266- of ESP32-module ondersteunt. Daarnaast vind je in het bibliotheekbeheer ook een heleboel bibliotheken die specifiek voor de ESP8266 of ESP32 geschreven zijn.

▼ Volgende artikel
Broodroosters anno nu: veel meer dan een paar sneetjes toast
© Lightfield Studios - stock.adobe.com
Huis

Broodroosters anno nu: veel meer dan een paar sneetjes toast

Of je nu trek hebt in toast met avocado en een gepocheerd eitje of in een klassieke tosti met ham en kaas: met het moderne broodrooster kan het allemaal. Benieuwd wat broodroosters anno nu zo bijzonder maakt? We vertellen je er alles over.

In het kort: Moderne broodroosters zijn echte alleskunners: naast het roosteren van brood gebruik je ze ook voor het maken van tosti's, het opwarmen van croissants en het ontdooien van bevroren brood. En ze kunnen vaak nog veel meer dan dat. In dit artikel lees je wat moderne broodroosters allemaal kunnen en in welk opzicht ze verschillen van de meer traditionele modellen.

Lees ook: 🥪 Gezonde tosti's om de hele middag op door te gaan

'Ouderwetse' broodroosters doen precies wat ze moeten doen. Je doet er één of twee sneetjes brood in, wacht een paar minuten en plop: daar heb je je perfect gebruinde en knapperige toast. Deze modellen zijn dankzij hun eenvoudige werking nog altijd bij veel mensen in trek, maar er er is ook steeds meer vraag naar modellen die meer kunnen dan alleen brood roosteren. Van het maken van tosti's tot het roosteren van bagels en croissants: met de nieuwste modellen heb je je tosti-ijzer of oven haast niet meer nodig! Veel modellen zijn daarnaast voorzien van allerlei handige extra's, zoals een ontdooifunctie en speciale sleuven voor extra groot of klein brood. En dan hebben we het nog niet eens over de vele bruiningsstanden op moderne broodroosters.

Bruiningsstanden 

Traditionele broodroosters zitten vaak lekker simpel in elkaar, met een draaiknop die je keuze biedt uit drie tot hoogstens vijf standen. Maar het beperkte aantal opties op deze modellen heeft wel als nadeel dat je niet altijd evenveel controle hebt over hoe bruin je sneetjes brood worden. Moderne broodroosters beschikken vaak over veel meer bruiningsstanden, gemiddeld tussen de zes en negen. De lagere standen zijn ideaal voor het licht roosteren van dun of oud brood, terwijl de hogere standen perfect zijn om brood donkerbruin te krijgen of om zwaarder brood zoals volkoren of roggebrood te roosteren. Sommige modellen hebben zelfs slimme sensoren die de dikte van het brood detecteren en op basis daarvan de roostertijd aanpassen. Handig! 

Ontdooifunctie

Brood ontdooien kan best een gedoe zijn. Op het aanrecht duurt het lang, voor gelijkmatig ontdooien in de oven moet je maar net de juiste instellingen weten en in de magnetron wordt bevroren brood snel slap. In een broodrooster met ontdooifunctie wordt het een stuk eenvoudiger. Het enige wat je hoeft te doen, is de bevroren sneetjes brood in het rooster te plaatsen en de ontdooistand te selecteren. Het broodrooster past vervolgens automatisch de tijd en temperatuur aan, zodat je brood gelijkmatig ontdooit zonder dat het verbrandt. Deze functie werkt ook goed voor bevroren croissants of andere kleine broodjes.

©Goffkein - stock.adobe.com

Hoeveelheid sleuven

Voor grotere gezinnen is een broodrooster met maar twee sleuven niet altijd handig. Zeker als jullie gezellig samen aan tafel willen eten, is het niet ideaal om steeds op je beurt te moeten wachten. Gelukkig zijn broodroosters er tegenwoordig in allerlei soorten en maten, met bijvoorbeeld ruimte voor vier sneetjes brood of speciale sleuven voor extra lang brood (denk aan zuurdesem of stokbrood) of breed brood (zelf gesneden brood of croissants en bagels). Sommige modellen beschikken over sleuven met liftfunctie voor kleine sneetjes brood, zodat je je handen niet hoeft te branden. Er zijn ook modellen met een enkele brede sleuf waarin je meerdere sneetjes brood naast elkaar plaatst. 

Extra functies

Naast de ontdooistand hebben moderne broodroosters vaak nog veel meer handige functies. Zoals een opwarmstand die brood alleen opwarmt zonder het te roosteren: handig voor overgebleven croissants of andere afgebakken broodjes. Of een sneltoastfunctie, die brood snel en efficiënt roostert als je haast hebt. Een warmhoudrooster komt mooi van pas als je veel sneetjes brood achter elkaar wilt roosteren: deze houdt je brood tot wel vijftien minuten warm. 

Ook voor tosti's en bagels hebben moderne broodroosters vaak speciale standen. De tosti-stand zorgt ervoor dat het brood langzaam wordt verhit zodat ondertussen de kaas kan smelten. Eventuele meegeleverde tostiklemmen voorkomen dat het een knoeiboel wordt in je broodrooster. De bagelstand is speciaal ontworpen om bagels perfect te roosteren, met een zachte buitenkant en een krokante binnenkant. 

©morkovkapiy - stock.adobe.com

Design

Als je ook de uitstraling van je broodrooster belangrijk vindt, bieden moderne broodroosters je meer dan genoeg keus. Broodroosters anno nu zijn namelijk allang niet meer alleen maar basic zwart of zilver. Steeds meer fabrikanten bieden modellen in stijlvolle kleuren, zoals zachtroze, mintgroen of lichtblauw. Of wat dacht je van een opvallend retromodel in felrood? Gerenommeerde merken als Russell Hobbs, KitchenAid en Smeg verkopen verschillende kwalitatieve broodroosters in een origineel design. Misschien geef je niks om design en ga je liever voor functionaliteit. In dat geval is een broodrooster met transparante zijkanten misschien wat voor jou: hiermee hou je tijdens het roosteren precies bij hoe bruin je sneetjes kleuren.

▼ Volgende artikel
Zo bespaar je flink met groenten, fruit en kruiden uit eigen tuin*
© encierro - stock.adobe.com
Huis

Zo bespaar je flink met groenten, fruit en kruiden uit eigen tuin*

Groenten, fruit en kruiden uit eigen tuin kunnen een flinke besparing opleveren. Zeker als je kiest voor soorten die in de winkel duur zijn, weinig verzorging vragen en jaar na jaar opnieuw groeien. Je hoeft er geen groene vingers voor te hebben en ook geen grote tuin. In dit artikel lees je welke planten slim zijn om te kweken, hoe je begint en waar je op moet letten om zoveel mogelijk uit je oogst te halen.

* Of van je eigen balkon natuurlijk

In dit artikel lees je: • Waarom zelf kweken geld bespaartWelke groenten je makkelijk zelf kweekt, ook in pottenWelke fruitplanten jarenlang opbrengst gevenOf je beter kruiden kunt kopen of zelf zaaienWelke kruiden goed groeien in pottenWanneer je het beste kunt zaaien of plantenHoe je je oogst beschermt tegen slakken, rupsen en vogelsWaarom avocado's kweken in Nederland nauwelijks zin heeftHoe je eenvoudig begint, ook zonder moestuin

Lees ook: Ingemaakt! 4 manieren om zelf thuis voedsel te conserveren

Waarom zelf kweken loont

In de supermarkt kunnen verse bessen, kruiden en biologische groenten behoorlijk aantikken. Een klein bosje rozemarijn kost al snel meer dan een euro, terwijl een rozemarijnplantje je jarenlang voorziet als je 'm goed behandelt. Ook courgettes, cherrytomaatjes en paprika's zijn flink aan de prijs, terwijl je ze zelf makkelijk kweekt, zelfs in een pot.

Daarnaast scheelt het in verpakkingsmateriaal, voorkom je verspilling en smaakt alles verser dan vers. Zelfs op een balkon of klein terras kun je met een paar bakken al behoorlijk wat opbrengen.

Groenten: veel opbrengst, dus dat bespaart geld!

Voor deze groenten heb je weinig ruimte of moeite nodig, terwijl ze wel een goede opbrengst geven.

1. Courgette

Courgette groeit snel, vraagt weinig aandacht en geeft veel vruchten. Eén plant kan je wekenlang oogst opleveren. Toegegeven, in de zomermaanden zijn ze best betaalbaar in de winkel. Maar juist door de grote opbrengst kun je er makkelijk ook iemand anders blij mee maken en je kunt ze inmaken voor de winter.

  • Zaaien: april binnen, mei buiten

  • Zon: veel zon

  • Grond: luchtige, voedzame grond

  • Let op: geef genoeg water, vooral bij warm weer

  • Oogsten: juli t/m september; regelmatig plukken stimuleert nieuwe groei

2. Cherrytomaten

Perfect voor op het balkon. In pot of in de volle grond.

  • Zaaien: maart binnen, uitplanten in mei

  • Zon: volle zon, uit de wind

  • Grond: goed doorlatend en rijk aan voeding

  • Let op: bind ze op en haal regelmatig dieven (zijscheuten) weg

  • Oogsten: juli t/m september; regelmatig plukken stimuleert nieuwe groei

3. Prei

Prei is populair en veelzijdig. Je kunt het hele jaar door zaaien, afhankelijk van de soort (zomer- of winterprei).

  • Zaaien: februari tot juni

  • Zon: zon of halfschaduw

  • Grond: losse, voedzame grond

  • Let op: plant jonge prei diep, dat zorgt voor lange witte stelen

  • Oogsten: juli t/m september; regelmatig plukken stimuleert nieuwe groei

4. Paprika

Paprika's doen het goed in een pot op een zonnig balkon of in een kas. Ze vragen iets meer aandacht, maar zijn het waard.

  • Zaaien: februari binnen

  • Zon: veel zon, liefst beschut

  • Grond: voedselrijke potgrond

  • Let op: paprika's houden van warmte – een kas of warm hoekje helpt enorm

  • Oogsten: augustus t/m oktober; zodra paprika's volledig gekleurd zijn oogsten

5. Rucola

Korte groeicyclus, dus je kunt meerdere keren per seizoen zaaien.

  • Zaaien: maart tot september

  • Zon: liefst halfschaduw, anders wordt het snel bitter

  • Grond: normale tuingrond, niet te droog

  • Let op: jonge rucola is het lekkerst – wacht niet te lang met oogsten

  • Oogsten: mei tot oktober; al 4-6 weken na zaaien

©Brent Hofacker

Fruit: planten voor jarenlange opbrengst

Met fruitstruiken of -bomen leg je de basis voor een structurele besparing. Na het eerste jaar begint de oogst, en die wordt vaak elk jaar groter.

1. Blauwe bes

Duur in de winkel, maar als struik jarenlang opbrengst.

  • Planten: november tot maart

  • Zon: volle zon

  • Grond: zure grond (meng turf door de aarde)

  • Let op: geef bij droogte water met regenwater (geen kalkrijk kraanwater)

  • Oogsten: juli t/m september; vruchten regelmatig plukken als ze volledig blauw zijn

2. Framboos

Geeft snel oogst, kan ook in grote pot op balkon.

  • Planten: najaar of vroeg voorjaar

  • Zon: liefst veel zon

  • Grond: goed doorlatend, voedzaam

  • Let op: snoei oude takken na de oogst voor meer vruchtvorming

  • Oogsten: juni t/m oktober; afhankelijk van ras, pluk zodra rijp

3. Aardbeien

Makkelijk, ook in hangpotten.

  • Planten: maart of augustus

  • Zon: volle zon

  • Grond: luchtige aarde, niet te nat

  • Let op: verjong elk jaar door nieuwe stekken te planten

  • Oogsten: juni t/m september; direct oogsten zodra ze volledig rood zijn

4. Vijg (in pot)

Zelfs op een balkon kun je een vijgenboom houden.

  • Planten: voorjaar

  • Zon: volle zon, beschut plekje

  • Grond: voedzame, goed doorlatende grond

  • Let op: bescherm bij strenge vorst

  • Oogsten: augustus t/m oktober; vijgen oogsten als ze zacht en volledig gekleurd zijn

©Valery Sheiko | draw05 - stock.adobe.com

Kruiden: kopen of zaaien?


Kopen: sneller en makkelijker

Bij kruiden als rozemarijn, tijm, munt en bieslook is een plantje van het tuincentrum of zelfs de supermarkt vaak de handigste optie.

  • Je hebt direct een oogstbare plant

  • Je ziet meteen of de plant gezond is

  • Je bespaart tijd, want kiemen duurt bij sommige soorten weken

  • Vooral houtige kruiden (rozemarijn, tijm) groeien langzaam uit zaad

Belangrijk is wel dat je supermarktplantjes niet als wegwerpkruid gebruikt. Verpot ze in voedzame aarde, geef ze licht, en knip regelmatig bij. Zo gaan ze makkelijk maanden (soms jaren) mee.

Zaaien: zinvol bij snelle groeiers

Kruiden als basilicum, koriander, dille en peterselie kun je prima zaaien, vooral als je ze in grotere hoeveelheden gebruikt.

  • Goedkoop: één zakje zaad geeft veel planten

  • Leuk om te doen in de lente

  • Je kunt steeds nieuwe rondes opkweken

Maar ook hier geldt: zaaien vraagt aandacht. Je hebt een warme, lichte plek nodig en moet zorgen dat de kiemplantjes niet uitdrogen of omvallen.

Kruiden: altijd vers binnen handbereik

Verse kruiden zijn duur, terwijl een plantje vaak jarenlang meegaat. Deze soorten zijn eenvoudig in onderhoud en groeien goed in potten.

1. Rozemarijn

  • Zon: volle zon

  • Grond: droge, arme grond

  • Let op: geef weinig water, winterhard tot -10 °C, snoei regelmatig takjes om groei compact te houden

  • Oogsten: het hele jaar

2. Tijm

  • Zon: veel zon

  • Grond: doorlatend, kalkrijk

  • Let op: snoei regelmatig voor compacte groei, regelmatig toppen

  • Oogsten: hele jaar door

3. Munt

  • Zon: halfschaduw of zon

  • Grond: vochtig, niet te droog

  • Let op: woekert, dus altijd in pot houden

  • Oogsten: maart t/m november; jonge blaadjes smaken het beste

4. Bieslook

  • Zon: halfschaduw tot zon

  • Grond: voedzaam, vochtig

  • Let op: bloeit in zomer, maar dan kun je nog steeds de stengels oogsten

  • Oogsten: maart t/m oktober; knip regelmatig voor verse aanwas

©stockcreations

Wanneer zaaien of planten?

GewasBinnen zaaienBuiten zaaienPlantenOogsten vanaf
Courgetteaprilmeimeijuli–sept
Cherrytomaatmaartmeimeijuli–sept
Preifebruari–maartapril–juni-juli–dec
Paprikafebruari–maartmeimeijuli–sept
Rucola-maart–sept-april–okt
Blauwe bes--nov–maartjuli–aug
Framboos--okt–mrtjuni–aug
Aardbei--maart/augjuni–juli
Vijg--voorjaaraug–okt
Rozemarijn-maart–julimaart–meihet hele jaar
Tijm-maart–julimaart–meihet hele jaar
Munt-maart–julimaart–meihet hele jaar
Bieslook-maart–julimaart–meihet hele jaar
Basilicummaart–meimei–juli-juni–sept
Koriandermaart–aprilapril–juni-mei–aug
Dillemaart–aprilapril–juni-mei–aug
Peterseliefebruari–aprilmaart–juli-mei–okt

Wat te doen tegen slakken, rupsen en vogels?

Zodra het groen gaat groeien, ontdekken ook dieren je tuin. Met deze tips houd je de schade beperkt:

Slakken:

  • Leg koperen munten rond potten of bedden

  • Zet schuilplaatsen zoals omgekeerde bloempotten om ze weg te vangen

  • Kies planten die slakken minder lekker vinden (zoals rozemarijn of tijm)

  • Zet een schoteltje met bier neer

Rupsen:

  • Controleer planten regelmatig op eitjes (onder bladeren)

  • Plant afrikaantjes of dille tussen je groenten – die trekken natuurlijke vijanden aan

  • Gebruik fijnmazig net als je veel last hebt

Vogels:

  • Span vogelnetten over bessenstruiken

  • Hang oude cd's of glimmend lint op om ze af te schrikken

  • Zet een nep-roofvogel in de buurt van je fruit

©APISIT Wilaijit

Kun je zelf avocado's kweken? Hoewel avocado's duur zijn in de winkel, is het niet realistisch om ze zelf te kweken met het idee dat je er ooit van zult oogsten. Je kunt de pit laten kiemen – bijvoorbeeld in een glas water of direct in potgrond – en daar groeit met wat geduld een mooie plant uit. Maar een echte avocado-oogst? Die blijft in Nederland vrijwel altijd uit. De boom heeft jaren nodig om vrucht te dragen, meestal tussen de zeven en tien jaar, en stelt hoge eisen aan temperatuur en licht. Buiten overleeft hij onze winters niet. Zelfs in een kas is het lastig om genoeg warmte en luchtvochtigheid te bieden. Daarbij komt dat veel soorten alleen vruchten dragen als er een tweede, genetisch afwijkende boom in de buurt staat voor kruisbestuiving. Leuk dus als groene kamerplant, maar niet als serieuze manier om geld te besparen op avocado's.

Begin klein, groei vanzelf

Je hoeft niet meteen een hele moestuin aan te leggen. Begin met drie bakken op je balkon of een paar vaste planten in een zonnig hoekje. Kies soorten die je vaak gebruikt en die je veel geld schelen in de winkel. Na een eerste jaar weet je wat werkt en kun je stap voor stap uitbreiden.

 

Moestuinzaden?

Heel veel keus