ID.nl logo
Bouw uw eigen server
© Reshift Digital
Zekerheid & gemak

Bouw uw eigen server

Servers worden vooral geassocieerd met zakelijk computergebruik, maar ook in huis biedt een server voordelen. Als u daarbij het onderste uit de kan wilt, kunt u uw thuisserver precies naar eigen wens samenstellen. Stelt u minder hoge eisen, dan bent u goedkoop uit door er de hardware uit een afgedankte pc voor te hergebruiken.

1. Waarom een thuisserver?

Juist nu bedrijven massaal hun servers virtualiseren en zelfs verplaatsen naar 'de cloud', krijgen steeds meer particuliere computergebruikers interesse in een eigen server. Een thuisserver is een ideaal apparaat om alle denkbare bestanden centraal mee op te slaan, om back-ups op te bewaren of om bijvoorbeeld torrents of bestanden van een nieuwsserver te downloaden terwijl alle 'gewone' computers op het netwerk zijn uitgeschakeld.

2. Server of NAS?

Als het om een thuisserver gaat, wordt al snel de vergelijking met een NAS gemaakt. Het klopt dat veel van wat een thuisserver kan, een NAS ook doet. Een verschil is dat de aanschaf van een NAS vaak duur kan uitpakken, zelfs wanneer u een model kiest met ruimte voor maar één schijf. Bovendien kunt u door zelf een server te bouwen heel gericht keuzes maken met betrekking tot de hardware die u wilt gebruiken, en daarbij eventueel kiezen voor onderdelen die u toch nog hebt liggen. Dit laatste maakt een eigen server al snel goedkoper dan een NAS uit de winkel. Veder biedt een eigen server meer vrijheid als het gaat om de te installeren software. Wilt u gebruiksgemak, dan is een NAS al snel de beste keuze, maar als u maatwerk zoekt, kunt u beter zelf aan de slag gaan.

©PXimport

Het be­sturingssysteem van een NAS biedt vaak minder vrijheid om functies toe te voegen dan een 'echte' Windows-installatie.

3. Behuizing

Een server staat de hele dag aan en hij moet dan ook stil en energiezuinig zijn en niet te veel ruimte in beslag nemen. Pure rekenkracht is minder belangrijk. De server voert immers geen taken uit waarvoor dat belangrijk is. De behuizing is in ieder geval een onderdeel om de nodige aandacht aan te besteden. U kunt natuurlijk een oude pc gebruiken, maar die is vaak niet geluidsarm, niet zuinig en relatief groot in formaat. Wellicht voldoet zo'n apparaat voor een korte testperiode, maar voor langer gebruik heeft een Mini-pc al snel de voorkeur. In de vorige Tips & Trucs hebben we uitgebreid gekeken naar Mini-ITX-apparaten: kleine systeemkasten die zijn voorzien van een moederbord en voeding, en soms zelfs van een bijpassende processor en een ingebouwde grafische kaart.

©PXimport

Een Mini-ITX- of barebone-behuizing kan een prima keuze zijn als ombouw voor een thuisserver.

4. Processor en moederbord

De Intel Atom is een energiezuinige processor die lange tijd erg populair is geweest voor gebruik in een thuisserver. Ook in NAS-apparaten komt u vaak een Atom tegen, vanwege de specifieke kwaliteiten van dit type processor. Toch dreigt deze processor langzaam terrein te verliezen. Hij heeft namelijk de beperking dat hij geen beeld produceert, u hebt dus ook nog een grafische kaart nodig of een moederbord met een geïntegreerde videoprocessor. Dat is anders bij de nieuwste Intel 'Sandy Bridge' Core i3-, Core i5- en Core i7-processors en AMD Fusion-processors. Deze processors bestaan uit een combinatie van een CPU (Central Processing Unit) en een GPU (Graphics Processing Unit). Ze zijn energiezuinig en leveren toch heel behoorlijke prestaties.

©PXimport

De Gigabyte GA-E350N-USB3 is een moederbord in het compacte ITX-formaat. Er zit een AMD E-350-processor op die zowel 'rekenwerk' uitvoert als beeld levert.

5. Processor plaatsen

Hebt u een behuizing met een ingebouwd moederbord waar nog geen processor op zit, let dan goed op de moederbordspecificaties voordat u een losse processor koopt. Moederborden bieden slechts plaats aan één specifiek type processor, en de manier waarop die processor moet worden geplaatst, verschilt ook. Lees dit dus goed na in de meegeleverde Installation Guide. In de meeste gevallen moet eerst het be­schermplaatje van de socket worden opengeklapt door een hendel los te klikken. Vervolgens wordt de processor geplaatst door hem in de socket te laten zakken. De pinnetjes van de processor moeten precies op de juiste plaats in de socket vallen, en ze passen maar op één manier. Als de processor correct is geplaatst, kan de hendel worden teruggeklapt en moet de koeler worden geplaatst.

©PXimport

Open de toegang tot de socket enplaats daarna de processor.

©PXimport

Als de processor is ge­plaatst, moet u de koeler er bovenop zetten of de passieve koeling vast­schroeven.

6. Werkgeheugen

De keuze van het werkgeheugen dat u voor uw server gebruikt, hangt samen met de moederbordspecificaties en het besturingssysteem dat u later zult installeren. Het geheugen moet compatibel zijn met het moederbord. Een belangrijk advies bij de bouw van een thuisserver, is dat u er vooral niet te veel geheugen in moet plaatsen. Eén GB is doorgaans voldoende, want een thuisserver zal geen zware taken uitvoeren. Wanneer u de nieuwste versie van Windows Home Server (versie 2011) wilt gebruiken, moet u echter minstens 2 GB inbouwen, anders kunt u deze software niet installeren. Een tweede advies is dat u voor zover mogelijk moet kiezen voor het gebruik van slechts één geheugenmodule. Dit heeft als voordeel dat uw server minder energie zal verbruiken. Het verlies aan snelheid dat optreedt doordat het geheugen niet als 'dual channel' werkt, is verwaarloosbaar bij de uitvoering van servertaken.

©PXimport

Door slechts één geheugenmodule te plaatsen, be­spaart u geld en energie.

7. Opslag

De keuze voor een opslagmedium vergt wat denkwerk. Als u meer dan één schijf inbouwt, biedt dat de mogelijkheid om RAID te gebruiken. Drie schijven is daarbij zelfs ideaal, omdat dan behalve RAID0 en RAID1 ook RAID5 kan worden ingesteld. Daar staat tegenover dat gebruik van meerdere schijven ervoor zorgt dat de geluids- en warmteproductie toeneemt en dat het wellicht zelfs noodzakelijk is om extra koeling in te bouwen. Bovendien bieden niet alle behuizingen genoeg ruimte om meer dan één of twee schijven in te bouwen. Zo valt op iedere mogelijkheid wel iets af te dingen. U zult uw keuze moeten afstemmen op de manier waarop u de server wilt gaan gebruiken. Als u er uw eigen gegevens op wilt bewaren, moet u minimaal voor twee schijven in een RAID1-opstelling kiezen, die voor meer dataveiligheid zorgt. U kunt het energieverbruik en de warmteproductie daarbij beperken door zogeheten 'groene schijven' van Western Digital of Samsung te kopen. Kies bovendien voor schijven met voldoende opslagcapaciteit. Door de keuze voor een RAID1-opstelling, waarbij alle gegevens op beide schijven worden gezet, hebt u in feite slechts de beschikking over de opslagcapaciteit van één schijf. Gebruikt u de thuisserver vooral voor niet-cruciale toepassingen en voor het delen van bestanden die ook al op een andere computer staan, of voor het downloaden van films die u altijd opnieuw kunt binnenhalen, dan lijkt de inbouw van één grote schijf de beste optie. Zoek de locatie in de behuizing waar de schijf moet worden geplaatst en schuif hem erin. Schroef de schijf vast en verbind hem met het moederbord en de voeding.

©PXimport

De beste keuze voor het aantal schijven en de opstelling hangt volledig af van de toepassing waarvoor u uw thuisserver wilt gebruiken.

8. Meer dan twee schijven

Wilt u uw thuisserver voorzien van meer dan twee schijven, dan is een compacte behuizing snel te klein, zodat u een grote pc-kast of omgebouwde desktop-pc moet gebruiken. Er zijn echter uitzonderingen. De Chenbro ES34069 en de nieuwere ES34169 zijn behuizingen van 14 centimeter breed en zowel 26 centimeter diep als hoog. Toch bieden ze ruimte aan liefst vier 'hot-swappable' harde schijven. Daar betaalt u uiteraard wel voor; de prijs van deze kasten ligt rond de 200 euro.

©PXimport

Het Koreaanse Chenbro levert kleine behuizingen die ruimte bieden voor meerdere schijven.

9. Dvd-speler

Een dvd-speler of dvd-brander hebt u nodig om bijvoorbeeld muziek en films rechtstreeks naar de thuisserver te rippen of wanneer u later back-ups wilt maken op de thuisserver. Of u dat vaak zult doen, is echter maar zeer de vraag en een server functioneert ook prima zonder dvd-speler of brander. Zo kunt u ook emulatiesoftware gebruiken om iso's te mounten. Voor de installatie van software is een dvd-speler uiteraard wel handig. U zou er een uit een andere computer kunnen halen om hem tijdelijk in de server in te bouwen. Let er daarbij op dat u dit onderdeel goed aansluit, anders kan er schade worden veroorzaakt.

©PXimport

Sluit de data- en stroomkabels van de dvd-speler correct aan.

©PXimport

Bouw een dvd-speler goed in, zelfs al gebruikt u hem slechts tijdelijk om software te installeren.

10. BIOS-instellingen

Is alle hardware correct geïnstalleerd? Dan kunt u de behuizing sluiten en dichtschroeven. Vervolgens kan alle randapparatuur worden aangekoppeld, zoals de monitor, een muis en het toetsenbord. Sluit de thuisserver ook aan op het netwerk en sluit tot slot de stroomkabel aan. Schakel nu het beeldscherm in en daarna de thuisserver. Controleer of de thuisserver start en of er geen foutmeldingen verschijnen. Ga nu naar het BIOS. Daar komt u op de meeste computers door de Del-toets in te drukken zodra de computer tijdens het opstarten de melding 'Press DEL to SETUP' of een variant daarvan toont. Open in het BIOS de Advanced- of Power-opties. Zoek in het geval u een AMD-processor hebt ingebouwd naar Cool 'N Quiet en bij een pc met een Intel-processor naar SpeedStep. Dit zijn energiebesparende opties waarmee de processor wordt teruggeklokt wanneer hij niet volledig wordt belast - en dat is bij een server het grootste deel van de tijd het geval. De processor verbruikt daardoor aanzienlijk minder stroom. Ga ten slotte naar Exit en sluit af via Exit & Save changes of een variant daarop.

©PXimport

Schakel in het BIOS energiebesparende functies in.

11. Windows of Linux

Uiteraard speelt de softwarekeuze een belangrijke rol bij de inrichting van uw thuisserver. Vaak wordt hier Linux voor gebruikt, dat als voordeel heeft dat het gratis beschikbaar is en er bovendien veel gratis software voor wordt ontwikkeld. De meeste mensen zijn echter minder bekend met dit besturingssysteem. Het kan daardoor lastig zijn om de software goed te configureren en om er zelf nieuwe software aan toe te voegen. Windows is uiteraard niet gratis, maar veel computeraars hebben nog wel ergens een ongebruikte licentie of een oude Windows-versie die ook kan worden gebruikt. Bovendien is Windows 'bekend' en net als voor Linux is er veel software voor beschikbaar. Als u voor Windows kiest, moet u vervolgens bepalen met welke versie u aan de slag gaat. Op basis van de naam lijkt Windows Server het meest voor de hand te liggen, maar deze versie is met name voor zakelijke servers ontwikkeld. De keuze lijkt daardoor beperkt tot 'gewone' Windows-versies als Windows Vista of Windows 7, en Windows Home Server. Windows Home Server biedt functies die erg handig zijn voor gebruik in een thuisnetwerk, zoals de automatisch back-up en systeemherstel van alle aangesloten computers. Bovendien is Windows Home Server gebaseerd op Windows Server, en dus beter toegerust voor gebruik in een server dan de 'gewone' Windows-versies.

12. Windows Home Server

De kans dat u over een exemplaar van Windows Home Server beschikt, is klein. De software kopen is vreemd genoeg erg lastig, want dat kan alleen in combinatie met hardware. Windows Home Server wordt niet los verkocht maar alleen als OEM-product (al zijn er enkele webwinkels die het wel los aanbieden). Wilt u toch aan de slag met Windows Home Server, zoek dan op internet naar 'Windows Home Server Trial'. U zult dan bijvoorbeeld worden gewezen op deze pagina, waar u via de knop Gratis Proefversie een proefversie van Windows Home Server kunt downloaden. Het gaat daarbij nog om de eerste editie, maar die heeft als voordeel dat hij ook met een 32-bitprocessor werkt en al tevreden is met 'slechts' 512 MB RAM. Binnenkort zal de 2011-versie van dit besturingssysteem online komen. Deze werkt alleen met een 64-bitprocessor en hij vereist minimaal 2 GB werkgeheugen. De proef­versie van de oude editie is Engelstalig; van de 2011-editie komt ook een Nederlandstalige variant, maar het is nog niet duidelijk of u hier te zijner tijd ook een proefversie van kunt downloaden.

©PXimport

Wilt u binnenkort Windows Home Server 2011 gaan gebruiken? Houd dan nu alvast rekening met de strengere hardware-eisen die deze editie stelt.

13. 'Gewone' Windows-versie

Kiest u voor een 'gewone' versie van Windows? Plaats de Windows-installatieschijf in de dvd-speler van de server en schakel hem in. Laat de server vanaf de dvd opstarten (stel dit eventueel in het BIOS in) en doorloop de stappen van de installatie. Er valt tijdens de installatie van Windows 7 weinig te configureren, behalve bijna aan het einde, wanneer u de netwerklocatie kunt kiezen. U kunt er daarbij voor kiezen of het netwerk wordt benaderd als Thuisnetwerk, Bedrijfsnetwerk of Openbaar netwerk. De keuze heeft gevolgen voor de beveiliging van de server en voor de mate waarin andere computers in het netwerk de thuis­server kunnen zien. U kunt het beste kiezen voor Thuisnetwerk.

©PXimport

Merk de actieve netwerkverbinding aan als thuisnetwerk, zodat de computers op het netwerk elkaar gemakkelijk kunnen vinden.

14. De werkgroep instellen

Zodra de installatie is voltooid, kunt u de werkgroep aanpassen waar de computer onderdeel van uitmaakt. Standaard staat dit altijd op 'workgroup' maar dat is niet handig. Klik op Start en dan met de rechtermuisknop op Computer. Het eigenschappenvenster dat wordt geopend, toont (ongeveer op driekwart) het onder­deel Instellingen voor computernaam, domein en werkgroep. Klik daar op Instellingen wijzigen en dan nogmaals op Wijzigen. Typ dan bij Werkgroep de naam van de werkgroep die u op al uw computers gebruikt en bevestig via tweemaal OK. U krijgt nu de melding dat om deze wijziging door te voeren de computer opnieuw moet worden opgestart. Bevestig die melding en wacht tot de server weer is opgestart. Voer deze wijziging ook door op alle andere computers in het netwerk, zodat ze allemaal in deze werkgroep terechtkomen.

©PXimport

Plaats uw computers en de thuisserver in dezelfde werkgroep.

15. Thuisgroep instellen

Het instellen van een Thuisgroep is een manier om gemakkelijk bestanden te delen tussen meerdere Windows-pc's in een netwerk. Dat kunnen afbeeldingen, muziekbestanden of video's zijn, maar u kunt er ook een printer mee delen. De eerste pc in het netwerk richt hiertoe de Thuisgroep op en genereert een wachtwoord. Op alle andere pc's hoeft nu alleen nog het wachtwoord te worden ingetypt als bewijs dat ze bij dezelfde Thuisgroep horen. Een nadeel van deze methode is dat alleen Windows 7-computers hem ondersteunen. Omdat het niet voor de hand ligt dat er alleen Windows 7-computers in uw netwerk zitten, kunt u er ook voor kiezen om de Thuisgroep buiten beschouwing laten. Hebt u alleen computers met Windows 7 in het netwerk en vindt u het handig om de genoemde onderdelen snel te kunnen delen? Dan kiest u er uiteraard wel voor om met de Thuisgroep aan de slag te gaan. Noteer het wachtwoord (of druk het af) en gebruik het om ook de andere netwerkcomputers lid van de Thuisgroep te maken.

©PXimport

Via een Thuisgroep kunt u bestanden snel en eenvoudig met andere computers delen.

16. Drivers installeren

Behalve een besturingssysteem zult u ook drivers op uw thuisserver moeten installeren. Deze zijn nodig om alle hardware - en misschien zelfs wel om de netwerkkaart - te kunnen gebruiken. Gebruik hiervoor de driver-cd's die met het moederbord en alle andere hardware is meegeleverd of, beter nog, downloadt de laatste versie van alle benodigde drivers via de websites van de bijbehorende fabrikanten. Door het op deze manier te doen installeert u veelal nieuwere versies die minder fouten bevatten en vaak betere prestaties geven. Door met rechts op Computer te klikken (in het menu Start) en dan Beheren / Apparaatbeheer te kiezen, kunt u zien voor welke onderdelen al drivers zijn geïnstalleerd en voor welke nog niet. Ieder uitroepteken wijst op een onderdeel dat nog van een driver moet worden voorzien.

©PXimport

Pas als alle apparaten zijn voorzien van een driver en door het systeem worden herkend, is uw server klaar voor verdere installatie en configuratie.

17. Vast IP-adres

Het is erg handig als een computer die een taak in het netwerk vervult altijd op hetzelfde adres is te vinden. Dat betekent dat de computer in kwestie geen gebruik moet maken van DHCP, maar een vast IP-adres moet gebruiken. Na het opnieuw opstarten van de thuisserver klikt u naast de klok in de taakbalk op het pictogram van het netwerk. Kies hier Netwerkcentrum openen. Klik nu links in de kantlijn van het venster op Adapterinstellingen wijzigen. Selecteer eerst de juiste LAN-verbinding in het geval er daar meerdere van worden getoond. Doorgaans is er één LAN-verbinding waar geen rood kruis bij staat, en dat is de actieve netwerkverbinding. Klik met de rechtermuisknop op deze LAN-verbinding en kies Eigenschappen. Selecteer dan in de lijst met onderdelen voor Internet Protocol versie 4 en vervolgens Eigenschappen. In het venster dat nu wordt geopend, is standaard twee keer gekozen voor het automatisch toewijzen van instellingen. Kies eerst voor Het volgende IP-adres gebruiken en vul in de regels eronder de juiste gegevens in voor IP-adres, Subnetmasker en Standaardgateway. Onderin het venster is de instelling nu veranderd, van Automatisch in De volgende DNS-serveradressen gebruiken. Hier vult u de DNS-servers in van uw internetprovider of van uw eigen router, het gaat hier dus om hetzelfde adres als van de standaardgateway. Bevestig alles door twee maal op OK te klikken.

©PXimport

Geef de thuisserver een eigen, vast IP-adres op het thuisnetwerk.

18. Energiebeheer

Een belangrijk verschil tussen een personal computer en een server, is dat een server nooit wordt uitgeschakeld. Terwijl een pc pas in actie komt wanneer de gebruiker zich meldt, verricht een server zijn diensten ook als niemand oplet of erom vraagt. Daarom moet een server van een ander type energiebeheer worden voorzien dan een pc. Als u een thuisserver hebt waar een pc-versie van Windows op draait, 'weet' het besturingssysteem niet dat het op een server wordt gebruikt. U moet het energiebeheer daarom zelf aanpassen. Klik op Start en kies Configuratiescherm / Systeem en beveiliging / Energiebeheer. Standaard kent Windows drie schema's: Gebalanceerd, Energiebesparing en Hoge prestaties. Selecteer Hoge prestatie en klik daarna op De schema-instellingen wijzigen. U ziet nu dat de computer bij dit schema nooit in de slaapstand gaat. Dat is correct. Verander de tijd voor Uitschakelen beeldscherm in 10 minuten. Klik nu op Geavanceerde energie-instellingen wijzigen en vervolgens op Harde schijf / Harde schijf uitzetten na / 20 minuten. Maak hier 30 minuten van. Ga dan naar PCI Express / Link State Power Management en zet deze op Normale energiebesparing. Ga ten slotte naar Energiebeheer voor processor. Kies bij Minimale processorstatus voor 5 procent. Hiermee geeft u de onderste limiet aan van de processorbelasting. Een hogere waarde leidt tot betere prestaties, maar ook tot meer stroomverbruik. Bevestig met OK, OK en klik dan op Wijzigingen opslaan.

©PXimport

Via Energiebeheer kunt u ervoor zorgen dat uw server zo zuinig mogelijk werkt.

19. Dvd-emulatie

Wanneer u voor de installatie van Windows een dvd-speler in de thuisserver hebt gebruikt die eigenlijk in een andere pc hoort, dan kunt u die nu verwijderen. Schakel de thuisserver uit via Start / Afsluiten. Open de computerbehuizing en schroef de dvd-speler los. Verwijder ook de bekabeling en haal de dvd-speler uit de behuizing. Verwijder de dvd-speler en schroef de computerbehuizing weer dicht. In plaats van een fysieke dvd-speler, kunt u nu een virtuele variant installeren. Start de server weer op en download Daemon Tools Lite of een van de andere versies. Lite is gratis voor thuisgebruik, voor Pro en Advanced moet u betalen. De downloadpagina zit een beetje 'tricky' in elkaar. Klik niet direct op de eerste de beste downloadknop maar kijk even naar de onderstreepte link Download, halverwege rechts op het scherm. Installeer nu de software. De Daemon-tools laten Windows geloven dat er een dvd-speler aanwezig is. Het programma kan ISO-bestanden laden in de virtuele dvd-speler, waarna u ze kunt openen in Windows Verkenner. U kunt ook de software installeren die op de ISO staat. Het voordeel van Daemon Tools is dat het geen stroom verbruikt of lawaai maakt zoals een echte dvd-speler, terwijl u toch over de bijna volledige dvd-functionaliteit beschikt.

©PXimport

Verwijder of koppel de dvd-speler los wanneer u die niet meer gebruikt in de server. Het is een prima optie om hem te vervangen door een dvd-emulator zoals Daemon Tools.

20. Beveiligingssoftware installeren

Het is belangrijk om te beseffen dat de thuisserver tegelijkertijd een gewone pc is, waar (in de meeste gevallen) een 'gewone' Windows-versie op staat, met alle daarbij behorende risico's. Het is dan ook belangrijk om op de thuisserver minimaal dezelfde antimalwaresoftware te installeren als die op uw gewone pc hoort te staan. Denk daarbij aan antivirus en aan Windows Defender of andere anti-spyware. Scan ook regelmatig de hele server op de aanwezigheid van virussen, spyware of andere ongewenste soft­ware. Dit is bij een server minstens zo belangrijk als bij de andere pc's in uw netwerk.

©PXimport

Installeer antimalware-pro­g­ramma's om de thuisserver vrij van virussen en spyware te houden.

21. Windows-updates

Behalve spyware zijn ook Windows-updates belangrijk. Fouten en beveiligingslekken in de software kunnen daarmee worden verholpen. Windows 7 downloadt de updates automatisch en installeert ze 's nachts om drie uur of tijdens de de eerstvolgende keer dat uw server wordt opgestart. Opstarten doet een server echter niet zo vaak, behalve juist nadat er updates zijn binnengehaald - want daar hoort vaak een reboot bij. Weet u dat de server 's nachts niet al te vaak wordt gebruikt, dan kunt u de instellingen voor Windows Update ongewijzigd laten. Wilt u liever zelf bepalen wanneer updates worden geïnstalleerd en of dan ook direct een herstart van de thuisserver volgt, wijzig dan de instellingen voor Windows Update. Ga naar Start / Alle programma's / Windows Update. Klik op Instellingen wijzigen en kies eventueel voor Updates downloadenmaar laat mij bepalen of ik ze wil installeren. Wanneer u hiervoor kiest, moet u niet vergeten om regelmatig in te loggen en te controleren of er updates zijn.

©PXimport

Het schema voor het downloaden en installeren van updates kan worden gewijzigd.

22. Toegang op afstand

Als laatste is het belangrijk om te regelen dat de server op afstand kan worden beheerd. Hiertoe beschikt Windows over Remote Desktop (of Extern Bureaublad). Klik op Start en daarna met de rechtermuisknop op Computer. Kies Eigenschappen en Instellingen voor externe verbindingen. Kies op het tabblad Externe Verbindingen voor Extern Bureaublad / Verbindingen met computers toestaan ongeacht de versie van Extern Bureaublad of, wanneer u toch alleen verbinding gaat maken vanaf een andere computer die ook met Windows 7 is uitgerust, voor Alleen verbindingen toestaan met computers waarop Extern Bureaublad met netwerkniveauverificatie wordt uitgevoerd. Bevestig met OK. Hierna kunt u uitloggen en de monitor uitschakelen of loskoppelen. De thuisserver kan nu ook op een slecht te bereiken plek in huis worden neergezet. U kunt de thuisserver beheren en verder configureren vanaf een andere Windows-pc, door naar Start / Uitvoeren te gaan, hier het commando mstsc uit te laten voeren en vervolgens het IP-adres van de thuisserver op te geven. Klik daarna op Verbinden en log in op uw eigen thuisserver.

©PXimport

U kunt de thuisserver vanaf een andere pc in het netwerk beheren.

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 in hoogte verstelbare bureau's voor een ergonomische werkplek
© LIGHTFIELD STUDIOS - stock.adobe.com
Huis

Waar voor je geld: 5 in hoogte verstelbare bureau's voor een ergonomische werkplek

Bij ID.nl zijn we gek op producten met een mooie prijs of die iets bijzonders te bieden hebben. Daarom gaan we een paar keer per week op zoek naar zulke deals. Dit keer een bijzondere categorie die nog niet eerder aan bod is geweest: verstelbare bureau's voor een ergonomische werkplek.

Veel mensen die thuiswerken heb niet altijd de mogelijkheid om een apart bureau te gebruiken en ziten bijvoorbeeld vaak aan de eet- of keukentafel. Toch kan het lonen om te investeren in een goed bureau, omdat daarmee - in combinatie met een goede stoel - je werkhouding een stuk beter wordt. Wij bekijken vijf handige bureaus 's die in hoogte verstelbaar zijn.

Casaria 160x75

Het tafelblad van dit bureau uit de Casaria‑lijn is in hoogte verstelbaar van 73 tot 118 cm en beweegt met een snelheid van 2,25 cm per seconde. Je bedient de motor via een lcd‑scherm en kan twee voorkeursstanden opslaan, zodat je met één druk op de knop naar je favoriete werkhoogtes gaat. Er zit ook een herinneringsfunctie in die je eraan herinnert om weer te gaan staan of juist te zitten. Met het robuuste stalen frame en een draagvermogen van 80 kg is het bureau geschikt voor zware monitoren. Handige details zijn de kabelgeleider, beker‑ en koptelefoonhouder en in hoogte verstelbare poten. Het blad van 160 × 75 cm bestaat uit twee delen en is afgewerkt met melamine zodat het tegen een stootje kan. Dit bureau komt inclusief montagebenodigdheden en is verkrijgbaar in verschillende kleurvarianten.

Specificaties

Bladformaat: 160x75cm
Hoogte: 73 tot 118cm
Belastbaar tot: 80kg

Avalo 140x60

Avalo levert dit elektrisch verstelbaar bureau (de P58) met een compact blad van 140 × 60 cm. De hoogte is traploos verstelbaar van 73 tot 117 cm en kun je drie verschillende hoogtestanden opslaan. Dat is handig als je het bureau deelt met collega's of medethuiswerkers, of wanneer je snel wilt wisselen tussen zit‑ en stahouding. De bediening gebeurt via een bedieningspaneeltje aan de voorkant; met één druk op de knop gaat het blad naar de gewenste stand. Het frame is gemaakt van staal, het blad van P2‑melamine en de rand is afgewerkt met hittebestendig ABS. Verder wordt benadrukt dat het bureau plug‑and‑play is: je hoeft alleen de stekker in het stopcontact te steken en kunt meteen aan de slag. Door het smalle ontwerp past het bureau goed in kleinere kamers, maar biedt het toch voldoende ruimte voor een monitor, toetsenbord en documenthouder. Voor wie een elektrische zit‑sta‑oplossing zoekt met geheugenfunctie en solide materialen is dit model een optie.

Specificaties

Bladformaat: 140x60cm
Hoogte:73 t/m 117cm
Belastbaar tot: onbekend

Avalo 120x60

Dit is een kleinere variant van de hierboven besproken Avalo AP58. Dit model heeft een 20 cm minder breed blad, maar uiteraard ook elektrisch verstelbaar. Net als de grotere uitvoering varieert de hoogte van 73 tot 117 cm en kan het bureau drie standen onthouden. Voor het instellen gebruik je een eenvoudige bediening waarbij je een favoriete zit‑ en stahoogte opslaat en later oproept. Het frame bestaat uit staal en het blad uit melamine met een rand van warmtebestendig ABS. D tafel weegt 27 kg en is het daardoor stabiel zonder moeilijk te verplaatsen. Ook deze uitvoering is plug‑and‑play; je hoeft geen ingewikkelde montage uit te voeren. Door de compactere afmetingen is dit model ideaal voor kleinere werkplekken of voor wie extra apparatuur (zoals een printer) op een tweede tafel wil plaatsen. De strakke vormgeving past in verschillende interieurs en de elektrische motor zorgt ervoor dat je eenvoudig van houding wisselt.

Specificaties

Bladformaat: 120x60cm
Hoogte: 73 t/m 110 cm
Belastbaar tot: onbekend

VDD Gaming 118x58cm

Het frame van deze VDD is elektrisch in hoogte verstelbaar van 73 tot 118 cm. Hiermee wissel je gemakkelijk tussen zitten en staan en kun je de juiste houding aannemen voor langdurige sessies. Het witte werkblad van 118 × 58 cm biedt voldoende ruimte voor een monitor en toetsenbord en dankzij de krachtige motor is het maximaal belastbaar tot 60 kg. De tafel wordt geleverd met instructies en alle benodigde onderdelen, waardoor je de montage zelf kunt uitvoeren. Er worden geen extra functies zoals geheugenstanden vermeld, waardoor je elke gewenste hoogte handmatig instelt. Voor wie een elektrisch verstelbaar bureau zoekt dat weinig ruimte inneemt, is dit een praktische optie; vooral gamers zullen baat hebben bij het kunnen aanpassen van de werkhoogte tijdens een sessie.

Specificaties

Formaat: 118x58cm
Hoogte: 73 tot 118cm
Belastbaar tot: 60kg

Schaffenburg Linesto Plus 140x80

Het Schaffenburg Linesto Plus‑bureau is een rechthoekige tafel met een T‑poot. Het frame is zonder gereedschap te monterenen in hoogte verstelbaar met een drukknop tussen 65,5 en 85,5 cm. De maximale belasting bedraagt 70 kg. De hoogtebediening gebeurt via een knop aan het onderstel; er zijn geen geheugenstanden. De tafel is voorzien van een 25mm dik melamine blad, een metalen onderstel en stelvoeten om de tafel waterpas te zetten. Kabelbeheer is mogelijk via accessoires, en er zijn diverse blad‑ en framekleuren beschikbaar. Het Schaffenburg-bureau heeft verder een stalen frame met twee telescoperende buisdelen en een krasvaste coating. Als enige in dit overzicht is deze Linestor geen zit/sta-bureau, maar kan hij in zithoogte tot maximaal 85,5 cm worden gebracht.

Specificaties

Formaat: 140x80cm
Hoogte: 65 tot 85,5 cm
Belastbaar tot: 70kg

▼ Volgende artikel
Zo werkt het energielabel voor smartphones en tablets
Huis

Zo werkt het energielabel voor smartphones en tablets

Sinds juni 2025 is het voor fabrikanten van smartphones verplicht om een energiebabel voor hun apparaten te voeren. De consument kan aan de hand van het energielabel zien hoe energiezuinig een telefoon is, maar ook hoe makkelijk het is om de telefoon te (laten) repareren en wat het updatebeleid voor de software is. Door middel van het nieuwe energielabel kun je dus veel bewuster kiezen voor een bepaalde telefoon.

Het energielabel werd ooit bedacht om apparaten op een uniforme manier te vergelijken, los van marketingclaims. Door elk product in te delen op een schaal van A tot en met G ontstaat ruimte om echte koplopers te herkennen en achterblijvers aan te sporen. Smartphones waren nog niet eerder voorzien van een energielabel, maar hebben dat vanaf juni 2025 wel gekregen. Dat is logisch, want bij smartphones draait energie-efficiëntie niet alleen om het stopcontact, maar vooral om hoe slim hardware en software met de energie van een accu omgaan en hoeveel jaren je uit dezelfde telefoon haalt. Door die informatie eenduidig te tonen, verschuiven de argumenten over de oplaadtijd en de schermgrootte naar hoelang een telefoon meegaat en hoe makkelijk hij te repareren is.

Ter illustratie: het nieuwe energielabel voor smartphones en tablets toont de batterijduur bij gemiddeld gebruik, maar ook of hij valbestendig is en hoe makkelijk hij gerepareerd kan worden.

Energie en duurzaamheid

Een smartphone gaat gemiddeld gezien wel een dagje mee op een enkele acculading, afhankelijk natuurlijk van het gebruik door de eigenaar. Erg veel energie wordt er dus niet verspild, maar de grootste winst wat betreft het klimaat is vooral te behalen uit de levensduur van de smartphone en of deze makkelijk te repareren is. De EU koppelt het nieuwe energielabel aan het eco-design van de telefoon. Het label dat de telefoon krijgt, is afhankelijk van een aantal factoren en is een gemiddelde van de prestaties van al deze factoren. Welk factoren dat zijn, lichten we je hieronder verder toe.

Waar vind je het nieuwe energielabel?

Wanneer je online een nieuwe telefoon koopt, vind je het algemene energielabel doorgaans bij het product zelf. Je ziet echter niet direct de andere onderdelen waarop de telefoon is beoordeeld. In een fysieke winkel is het de bedoeling dat er bij de telefoon een kaartje of bordje is geplaatst, met daarop een QR-code waarmee je direct op de juiste informatiepagina van EPREL komt.

In een webwinkel zul je meestal geen QR-code tegenkomen, maar alleen het energielabel zelf. Vaak kun je – zoals bij Mediamarkt – een productspecificatie-pdf downloaden met de extra informatie, waarin ook weer een QR-code is opgenomen, waarmee je naar de EPREL-site wordt doorgestuurd.

Levensduur accu

Het nieuwe energielabel laat zien wat de gemiddelde levensduur van de accu van de telefoon is. Dat wordt bekeken aan de hand van het aantal laadcycli: hoe vaak kan een telefoon opnieuw worden opgeladen voordat de kwaliteit van de accu achteruit gaat? Daarbij wordt een capaciteitsvermindering van 80 procent aangehouden: na hoeveel keer laden is de capaciteit tot 80 procent gedaald? Hoe hoger dit getal, des te betrouwbaarder is de accu.

Op het uitgebreide energielabel zie je hoe vaak een accu opnieuw kan worden opgeladen totdat de totale capaciteit tot 80 procent daalt.

Uithoudingsvermogen

Uiteraard wordt er ook gekeken naar de gebruiksduur van een telefoon of tablet als deze volledig is opgeladen. Door het uitvoeren van een zogeheten reallife-situatie wordt het gemiddelde gebruik van een smartphone geëmuleerd. Hoeveel uur en minuten je met de smartphone kunt werken op die enkele lading, wordt op het label getoond.

Hoelang houdt de batterij van de telefoon of accu het vol bij gemiddeld gebruik? Ook dat zie je op het energielabel terug.

Vrije val

Een van de andere eigenschappen waarop wordt getest, is de vrije val-test. Hoe snel gaat een telefoon kapot als je deze vanaf een bepaalde hoogte op een harde ondergrond laat vallen? Misschien vraag je je af wat dit met duurzaamheid te maken heeft? Nou, heel veel: als je telefoon snel kapot gaat als je hem laat vallen, moet je al snel een nieuwe. Niet heel duurzaam dus. Op het energielabel vind je de valbestendigheid tussen de A en E. Hoe lager de letter (A), des te beter kan zo'n telefoon een val overleven. De test is gebaseerd op een val van 1 meter boven een verharde ondergrond en wordt met vijf modellen van hetzelfde toestel tot wel 270 keer uitgevoerd.

Valtest vanaf 1 meter, hoe minder snel een telefoon stuk gaat, des te hoger is het label dat hij toegekend krijgt.

Elke keer dat een telefoon is gevallen, wordt gecontroleerd of het scherm nog functioneert en reageert op aanrakingen, of de camera het nog doet, of de mobiele functies als wifi en mobiel nog werken, of de telefoon kan worden opgeladen en of de audio nog goed functioneert. Barsten in het frame of het glas worden wel geaccepteerd, mits de telefoon nog veilig kan worden gebruikt. Bijvoorbeeld als het glas wel gebarsten is, maar geen splinters heeft.

Hoe goed een telefoon beschermd is tegen valschade is ook onderdeel van het energielabel. Het scherm mag daarbij overigens wel gebarsten zijn, het is geen glastest.

Bescherming tegen stof of water

Ook de zogeheten IP-tests (IP = Ingression Protection, of indringbescherming) worden uitgevoerd bij de telefoons en zijn een belangrijk onderdeel van de algehele score die een telefoon krijgt. De apparaten worden getest op het binnendringen van stof en water. De waterbestendigheidstest controleert bijvoorbeeld of een smartphone bestand is tegen spatwater vanuit verschillende richtingen, zonder dat de werking of veiligheid van het toestel wordt aangetast. Hiermee wordt gegarandeerd dat een telefoon in elk geval bestand is tegen vocht, bijvoorbeeld bij het gebruik tijdens een regenbui, het morsen van vloeistof of het gebruik van natte handen.

Of een telefoon waterdicht is, wordt ook getest.

Repareerbaarheid

Een ander duurzaamheidsonderdeel waar de EU goed naar kijkt, is de repareerbaarheid van een smartphone. Dat omvat een groot aantal parameters, zoals welke onderdelen makkelijk te vervangen zijn, in hoeverre een consument bepaalde onderdelen zelf kan vervangen, en hoelang en hoe goed bepaalde onderdelen van de telefoon op voorraad zijn.

Zelf zoeken op de EPREL-site is lastig

Het zelf zoeken van gegevens van smartphones en tablets op de EPREL-site is niet heel eenvoudig. Dat komt omdat de algemene productwebsite gemaakt is om te zoeken op merk of op typenummer. Dat is prima voor wasmachines of koelkasten, die je vaak aantreft als merk+typenummer, maar bij smartphones werkt dat anders. Een model als de Samsung Galaxy S25 bijvoorbeeld zul je niet vinden met een zoekopdracht op 'S25 'of 'Galaxy S25', maar alleen op het typenummer SM-S931B. Dat typenummer wordt echter bijna nergens gecommuniceerd en is ook niet wat Samsung communiceert in bijvoorbeeld marketing-uitingen.

Ook kun je niet zoeken op EAN-code, terwijl die code juist kan worden gebruikt om een exact model van een bepaald product te kunnen vinden. Kortom: wat het zoeken van de gegevens van een smartphone betreft kan de EU nog wel wat verbeteren.

De EU wil dat smartphones langer meegaan en eenvoudiger te herstellen zijn – zowel door professionele reparateurs als (in bepaalde gevallen) door consumenten zelf. De eisen met betrekking tot repareerbaarheid blijven minimaal zeven jaar gelden na het einde van de verkoop van een model.

©WICHAN SHOP

Als het aan de EU ligt, moeten consumenten ook zelf telefoons kunnen repareren.

Een fabrikant van een smartphone moet garanties kunnen geven met betrekking tot de ondersteuning van een telefoon. Als een toestel op de Europese markt wordt uitgebracht, mag de consument verwachten dat een telefoon zeven jaar na het verschijnen van de telefoon op de markt nog steeds gerepareerd kan worden.

Onderdelen

De reparatie- of 'vervangarantie' geldt voor alle essentiële onderdelen van een smartphone of tablet, zoals de accu, camera's, externe poorten voor audio en opladen, de microfoons en luidsprekers, de knoppen en de scharnieren als het een opklapbare telefoon betreft. De fabrikant moet zelfs de schroefjes op voorraad hebben als de originele niet meer kunnen worden gebruikt.

De bovenste onderdelen kunnen door een fabrikant of een telefoonreparateur worden gerepareerd, maar de EU vindt dat ook consumenten zelf onderdelen moeten kunnen bestellen en vervangen, zoals de accu, de achterzijde, de hele beeldschermunit en de oplader. Voor die zelfrepareerbaarheid krijgt een telefoon ook een waardering van A t/m E. De fabrikant is daarnaast verplicht om aan te geven waar reserveonderdelen te verkrijgen zijn, welk gereedschap er nodig is om de reparatie te kunnen uitvoeren en waar je de benodigde handleidingen kunt vinden.

Hoelang de telefoon wordt ondersteund qua software-updates en interne onderdelen wordt ook vermeld en de telefoon krijgt hiervoor een eigen classificatie.

Reparatie-index

Telefoonfabrikanten moeten dus uitgebreide informatie geven over hoe je je smartphone kunt repareren, maar ook over de complexiteit van de reparatie. Zijn de onderdelen die je wilt vervangen bijvoorbeeld makkelijk te bereiken, of moet je eerst andere onderdelen verwijderen om erbij te kunnen? Ook dat wordt allemaal opgenomen in de uiteindelijke classificering van de telefoon: hoe minder stappen er nodig zijn, des te hoger is de score die wordt toegekend.

Hoe makkelijk is een telefoon te repareren en hoelang zijn reserve-onderdelen beschikbaar? Dat geeft dit onderdeel van het energielabel aan.

Tot slot

De Europese Unie heeft met het nieuwe energielabel voor smartphones een goede stap gezet in de richting van duurzaamheid. Het uiteindelijke doel is om ervoor te zorgen dat fabrikanten meer hun best gaan doen om een zo makkelijk mogelijk te repareren telefoon uit te brengen. Deze strengere regels in de EU betekenen ook dat deze toestellen in andere landen buiten de EU makkelijker te repareren zullen zijn, omdat een telefoonfabrikant waarschijnlijk niet compleet verschillende uitvoeringen van een model smartphone gaat maken. Maar of consumenten in landen buiten de EU ook zo makkelijk zelf aan onderdelen kunnen komen, is dan nog maar de vraag; deze mate van tegemoetkoming aan of bescherming van de consument gelden vaak niet in andere landen. Fabrikanten hoeven deze informatie dus niet beschikbaar te stellen in landen buiten de EU.