ID.nl logo
Audioformaten
© PXimport
Zekerheid & gemak

Audioformaten

In dit artikel komen de verschillende audioformaten aan bod. We leggen u uit wat het verschil is tussen gecomprimeerde en ongecomprimeerde formaten en hoe dit de geluidskwaliteit beïnvloedt. Ook komt u te weten wat bitrates, bitdieptes en sample frequenties precies zijn en waar u op moet letten als u cd's wilt importeren in iTunes of als u digitale muziek wilt aanschaffen op het internet.

Audiobestanden kunnen worden onderverdeeld in drie groepen: ongecomprimeerde audio, gecomprimeerde 'lossless' audio en gecomprimeerde 'lossy' audio. De beste resultaten behaalt u uiteraard met ongecomprimeerde audioformaten, maar deze bestanden zijn redelijk groot. Hoe groot hangt af van de samplefrequentie, de bitdiepte en, of een bestand mono of stereo is. Om dit te begrijpen, geven we u even een korte audiocursus. Geluid is eigenlijk één lange golfvorm. Als u een opgenomen muziekstuk extreem zou vergroten, ziet u een enorm lange lijn die van boven naar beneden golft en weer terug naar boven. Hoe deze golfvorm zich in de tijd beweegt, bepaalt het geluid dat u hoort. De samplefrequentie zegt iets over de kwaliteit waarmee het geluid is opgenomen. Des te hoger de waarde, des te beter de kwaliteit is. Cd-kwaliteit is 44.100 Hertz; dit betekent dat er 44.100 keer per seconde een sample is genomen van de geluidsbron. Als u bijvoorbeeld uw stem met een microfoon zou opnemen met een digitaal opnameapparaat of computer en u het op 44.100 Hertz (oftewel 44,1 kHz) instelt, dan neemt het apparaat 44.100 keer per seconde een sample van uw stem op. Met deze samples reconstrueert het digitale apparaat dan een golfvorm die u als digitaal audiobestand kunt opslaan. Een tweede kwaliteitsindicatie is het aantal bits waarmee een opname is opgenomen. Deze waarde wordt meestal aangegeven met bitdiepte of 'bit depth' en moet niet verward worden met bitrate. Dit geeft aan hoeveel bits er worden gebruikt om één sample op te nemen; bitdiepte kunt u daarmee zien als een opnameresolutie. Cd-kwaliteit kent een bitdiepte van 16 bit, dvd's kunnen 24bit-audio aan. Des te hoger de bitdiepte, des te groter het bestand.

©PXimport

Een extreem uitvergrote golfvorm.

De derde factor die bepaalt hoe groot een ongecomprimeerd audiobestand wordt, is of er één of twee kanalen aan informatie worden op geslagen in een bestand. Een monobestand bestaat uit slechts één kanaal; dit betekent dat op beide luidsprekers exact hetzelfde wordt weergegeven. Een stereobestand bestaat uit twee samengevoegde kanalen, één voor links en één voor rechts. In een stereomuziekbestand kunt u bijvoorbeeld links een gitaar horen, terwijl een zangstem alleen op de rechterluidspreker is te horen. Deze drie factoren bepalen hoe groot het uiteindelijke bestand is. Een tweekanaals (dus stereo) bestand op 16 bit van één minuut dat op 44.100 Hertz is opgenomen, kost u 10,1 megabyte harde schijfruimte. Als dit bestand mono zou zijn, zou het slechts één kanaal bevatten en daarmee 5,05 megabyte kosten. Een halvering van de samplefrequentie zorgt voor erg veel kwaliteitsverlies, maar halveert het bestand nog eens qua grootte. Als u de drie factoren met elkaar vermenigvuldigt, weet u de bitrate van een ongecomprimeerd bestand. Het bestand (stereo, 16 bit, 44.100 Hertz) heeft een bitrate van 44.100 x 16 x 2 = 1.411.200 bits per seconde, oftewel 1411,2 kbit/s.

©PXimport

In deze tabel ziet u het verschil in bestandsgrootte van verschillende ongecomprimeerde audiobestanden.

Kbit/s bij mp3-bestanden

De kwaliteit van een mp3-bestand wordt grotendeels bepaald door de bitrate. Deze wordt aangegeven in kilobit per seconde (ook wel kbit/s of kbps). Omdat harde schijfruimte niet meer zo'n probleem is voor de meeste mensen, bieden de meeste webwinkels digitale muziek aan als 256- of 320 kbit/s-bestanden. Voor de meeste mensen is dit een acceptabele muziekkwaliteit. Websites als Grooveshark bieden soms bestanden met een lagere kwaliteit aan, maar bij bestanden van 128 kbit/s zijn toch redelijk wat 'artefacten' (onbedoelde bijgeluiden) te horen. Doordat de audio zo heftig gecomprimeerd wordt, moeten sommige frequenties in de muziek het ontgelden. Of dat voor u een probleem is, kunt u alleen zelf bepalen en het heeft ook zeker te maken met de luidsprekers waarop u de muziek luistert. Een bestand van 128 kbit/s kan op een laptop met kleine luidsprekertjes best aardig klinken, maar op een high-end hi-fi-systeem klinken de bassen zompig en mist u de lage subfrequenties. Omdat de bitrate een optelsom is van sample frequentie, bitdiepte en kanalen, klinkt een mono mp3-bestand op 128 kbit/s (CBR) net zo goed als een stereo mp3-bestand op 256 kbit/s (CBR). Dit komt doordat er slechts één kanaal wordt gecodeerd in plaats van twee kanalen. Het mono-bestand zal de helft van de ruimte van het stereo 256 kbit/s-bestand innemen.

1. Lossless compressie

Net als bij foto- en videoformaten kunnen audiobestanden gecomprimeerd worden om ruimte te besparen. Een bekend formaat is bijvoorbeeld mp3. Er bestaan twee varianten van compressie. De eerste variant is lossless compressie. Deze vorm van compressie bekijkt of er bijvoorbeeld ruimte bespaard kan worden door patronen in de golfvorm te herkennen en onnodige data te verwijderen, denk bijvoorbeeld aan stiltes. Een ongecomprimeerde opname van een minuut stilte kost net zoveel ruimte als een opname van een orkest. Door het bestand lossless te comprimeren, zal de opgenomen minuut stilte geen ruimte meer in beslag nemen. Het voordeel van lossless compressie is dat er niet aan kwaliteit wordt ingeboet, de gecomprimeerde versie van het bestand zal exact zo klinken als het originele, ongecomprimeerde bestand. Het nadeel is dat er soms niet heel veel winst te behalen valt qua grootte. Afhankelijk van wat er aan data verwijderd kan worden, levert lossless compressie een winst op van zo'n 40 à 50 procent. Bekende lossless-formaten zijn bijvoorbeeld flac en Apple Lossless.

©PXimport

Met lossless compressie blijft de golfvorm intact. Boven de originele stereogolfvorm, onder de lossless stereogolfvorm.

Cd's digitaliseren met iTunes

Als u uw hele cd-collectie wilt digitaliseren, kunt u hiervoor bijvoorbeeld iTunes gebruiken. iTunes slaat bestanden standaard op in het lossy aac-formaat, maar hierdoor verliest u wel een hoop kwaliteit. Om geen kwaliteit te verliezen, maar toch ruimte te besparen, kiest u dan beter voor het Apple Lossless-formaat. In iTunes gaat u naar Bewerken / Voorkeuren en vervolgens klikt u op Importinstellingen. Achter Importeren met selecteert u Apple Lossless-codering en achter Instelling hoeft u niks in te stellen. Als u een bekraste cd importeert, kunt u het vinkje voor Foutcorrectie gebruiken bij lezen audio-cd's nog selecteren. Dit kost wel wat meer tijd. Klik op OK om de instellingen op te slaan.

©PXimport

Kies voor de Apple Lossless-codering voor ruimtebesparing, zonder dat u kwaliteit verliest.

2. Lossy compressie

Lossy compressie benadert compressie vanuit een andere hoek. Deze vorm van compressie snoept daadwerkelijk informatie uit de golfvorm om het bestand compacter te maken. Gevolg is dat de golfvorm wordt veranderd en dus anders gaat klinken. Het grote voordeel is dat hiermee wel enorme ruimte bespaard kan worden, een lossy gecomprimeerd bestand kan wel 80 tot 95 procent ruimte besparen.

Omdat u zelf kunt kiezen hoeveel weggesnoept mag worden van de golfvorm, varieert de ruimtebesparing. Bij de meeste lossy-formaten bepaalt u de uiteindelijke kwaliteit aan de hand van de bitrate. Een hogere bitrate betekent een betere kwaliteit.

Een veelvoorkomende bitrate van mp3-bestanden op internet is 128 kbit/s. In vergelijking met de bitrate van een ongecomprimeerd bestand op cd-kwaliteit (1411,2 kbit/s) is dit dus beduidend lager. Het bestand is daardoor wel elf keer kleiner. De meeste lossy-formaten gaan tot een compressie van 320 kbit/s. Dit is een goede kwaliteit voor de meeste mensen, al hoort u wel degelijk een verschil met een ongecomprimeerd bestand als u thuis een heel goede stereo-installatie hebt staan. Omdat lossy-compressie data gewoon weggooit, heeft het geen zin om een slecht mp3-bestand op te slaan als ongecomprimeerd bestand. De kwaliteit blijft net zo slecht, alleen de benodigde ruimte wordt groter.

©PXimport

Met lossy compressie wordt de golfvorm daadwerkelijk aangetast. Bovenaan het originele stereobestand, onderaan het stereobestand met heftige mp3-compressie. De onderste twee lijnen hebben duidelijk andere rondingen dan de bovenste twee, dit geeft aan dat de golfvormen enorm zijn aangetast.

CBR en VBR

Een mp3- of ander lossy-bestand kan een constante of variabele bitrate hebben. Met een constante bitrate (CBR) wordt het gehele bestand op dezelfde bitrate gecomprimeerd. Het voordeel hiervan is dat u precies weet hoe groot het bestand wordt en er een constante kwaliteit wordt gegenereerd. Een nadeel is dat sommige passages van een muziekstuk misschien wel een lagere bitrate kunnen krijgen om nog goed te klinken. Deze worden met een constante bitrate dan toch op een hoge bitrate gecomprimeerd. Met een variabele bitrate (VBR) zoekt de codeersoftware naar de beste kwaliteit. Als gevolg kan het coderen iets langer duren en de grootte van het bestand kleiner of groter uitvallen.

©PXimport

Een variabele bitrate kan voor een groter of kleiner bestand zorgen. Ook de bitrate, hier audiobitsnelheid genoemd, kan anders uitvallen. Links het CBR-bestand van 3,2 MB en 192 kbit/s, rechts het VBR-bestand van 4 MB en 235 kbit/s.

Ongecomprimeerde formaten

Ongecomprimeerde audioformaten baseren zich allemaal op hetzelfde principe: PCM oftewel 'Pulse Code Modulation'. Wel zijn hiervoor verschillende formaten beschikbaar. Windows-gebruikers kennen bijvoorbeeld het wav-formaat en Mac-gebruikers zien vaker het aiff-formaat voorbijkomen. Alle bekende audioprogramma's zijn in staat om deze formaten te lezen. Belangrijk om te weten, is dat een extensie niet gelijkstaat aan een bestandsformaat. Sommige extensies, zoals bijvoorbeeld .m4a zijn een zogenoemde container. Dit betekent dat de extensie niks zegt over wat voor soort bestand het is. Een .m4a-bestand kan zowel een lossless audioformaat zijn alsook een lossy-formaat.

3. Aiff (.aif en .aiff)

Het Audio Interchange File Format is ontwikkeld door Apple en Electronic Arts in 1998 en is één van de twee standaardformaten in de professionele audiowereld. Aiff wordt veelal door Mac-gebruikers gebruikt en heeft de extensie .aif of .aiff. Er bestaat een gecomprimeerde variant met de extensie .aifc, maar deze komt weinig voor.

4. Wave (.wav)

De andere standaard is wave en is ontwikkeld door Microsoft en IBM. Wave-bestanden zijn vaak terug te vinden op pc's, maar zowel aiff als wav kan op beide systemen net zo makkelijk worden afgespeeld.

5. Bwf (.wav)

Bwf staat voor Broadcast Wave Format en is een uitbreiding op het normale wave-formaat. Het is ontwikkeld door de European Broadcast Union om makkelijker audiobestanden uit te kunnen wisselen door metadata aan een bestand toe te kunnen voegen. De normale gebruiker merkt hier niks van, de extensie is hetzelfde als een gewoon wav-bestand en kan met elke wav-speler worden afgespeeld. Wel worden hier vaak hogere samplefrequenties en bitdieptes voor gebruikt.

©PXimport

In elk pro-audioprogramma kunt u kiezen of u een bestand wilt opslaan als wav- of als aiff-bestand. Hier ziet u het venster in Logic Pro, rechts kunt u aangeven of u een aiff-bestand wilt opslaan en wat de bitdiepte (resolution) en samplefrequentie (sample rate) moet zijn.

Bestanden openen en converteren

De bekendste audiospeler voor Windows is Windows Media Player. Dit programma biedt u ondersteuning voor de meeste formaten, al moet u voor sommige formaten een aparte codec downloaden. QuickTime Player is standaard op de Mac te vinden en is tevens voor Windows verkrijgbaar, maar ook hier ontbreekt ondersteuning voor minder bekende formaten. Een goed alternatief is VLC Media Player. Dit programma is voor Windows en Mac te downloaden en biedt ondersteuning voor een heleboel audio- en videoformaten. U kunt VLC eveneens gebruiken om bepaalde bestanden om te zetten naar andere formaten, welke formaten hangt af van uw besturingssysteem. VLC is gratis verkrijgbaar via VideoLAN.org.

©PXimport

VLC Media Player leest heel veel audio- en videoformaten en kan tevens gebruikt worden om audiobestanden te converteren.

Lossless formaten

Lossless-formaten zijn niet heel bekend bij de doorsnee­gebruiker, omdat ze niet veel ruimte besparen en een professionele gebruiker werkt het liefst met ongecomprimeerde formaten. Toch zijn er twee formaten die enige bekendheid genieten.

6. Flac (.flac)

Flac staat voor Free Lossless Audio Codec. Het gaat hier om een open formaat dat royalty-free gebruikt kan worden door ontwikkelaars. Flac comprimeert soms wel tot 50 procent zonder aan kwaliteit in te leveren, maar u moet wel een programma hebben om deze bestanden te openen. Metadata kunnen eveneens worden toegevoegd.

7. Apple Lossless (.m4a)

Apple Lossless is ook wel bekend als Apple Lossless Audio Codec (ALAC) of Apple Lossless Encoder (ALE). Dit lossless-formaat wordt opgeslagen als een .m4a-bestand en wordt veel door iTunes gebruikt.

Lossy-formaten

8. Mp3 (.mp3)

Mp3 is zonder meer het bekendste lossy-formaat. De compressietechniek van mp3 zorgt voor een enorme ruimtebesparing en veel webwinkels gebruiken het formaat als standaard. Bij een lossy-formaat als mp3 is de bitrate erg belangrijk. Des te hoger de bitrate, des te beter de kwaliteit van het geluidsbestand.

©PXimport

Mp3-bestanden vindt u in heel veel digitale muziekwinkels, waaronder de Amazon MP3 Store.

9. Aac (.m4a, .m4b, .m4p, .m4v, .m4r, .3gp, .mp4, .aac)

Aac staat voor Advanced Audio Coding en kan als de opvolger van mp3 worden gezien. De kwaliteit is iets beter dan mp3 op dezelfde bitrates en daarom gebruiken veel fabrikanten aac als standaard voor hun apparaten. Apparaten als iPod, Nintendo Wii en Playstation gebruiken allemaal de aac-compressietechniek.

10. Wma (.wma)

Windows Media Audio bestaat uit een aantal verschillende varianten, maar de lossy-variant is verreweg het bekendst. Het bestandsformaat is het populairst onder Windows pc's en sinds een paar jaar is er ook een verbeterde versie onder de naam WMA Pro te vinden. Ondersteuning voor dit formaat is naast Windows Media Player erg karig.

11. Vorbis (.ogg, .oga)

Vorbis is een lossy compressietechniek en maakt veelal gebruik van het containerformaat Ogg. Dit is de reden dat er vaak wordt gesproken over Ogg Vorbis. Omdat zowel de compressietechniek als de container opensource is, gebruiken websites als Wikipedia dit formaat. Ook videospellen als Guitar Hero en Unreal Tournament maken gebruik van Vorbis.

Zelf audio bewerken met Audacity

Als u zelf in de golfvormen wilt duiken en audiobestanden wilt bewerken, dan is het gratis programma Audacity een goede keuze. Dit programma is zowel voor Windows als Mac OS X beschikbaar. Met Audacity kunt u onder meer zelf geluid opnemen en passages uit audiobestanden knippen. Ook kunt u de snelheid van een opname versnellen of juist langzamer maken en verschillende formaten converteren.

©PXimport

Met het gratis programma Audacity kunt u audiobestanden opnemen, snijden en converteren.

▼ Volgende artikel
Review LG OLED EVO 65G56LS – Opnieuw de grens verlegd
Huis

Review LG OLED EVO 65G56LS – Opnieuw de grens verlegd

LG blijft verbetert de oled-techniek nog veel verder en dat werpt dit jaar eindelijk zijn vruchten af. De LG OLED EVO 65G56LS is uitgerust met een nieuw type oled-paneel dat aanzienlijk meer piekhelderheid en kleurbereik levert. Daarnaast heeft LG webOS 25 uitgerust met een aantal AI-functies die het gebruiksgemak moeten verbeteren.

Fantastisch
Conclusie

LG toont met de G5 dat er nog flink wat vooruitgang geboekt kan worden in oled-technologie. Perfect is deze tv echter nog niet, vooral in heel donkere beelden moet LG de software nog aanpassen om ruis en zichtbare gradaties te vermijden.  De LG OLED EVO 65G56LS haalt uit het nieuwe oled-paneel echter wel een indrukwekkende piekhelderheid, en erg ruim kleurvolume. We durven bijna zover gaan om te zeggen dat hij de klassieke zwakke punten van oled elimineert. Samen met de uitstekende kalibratie geniet je zo in Filmmaker Mode van bijna referentie beeldkwaliteit. De ingebouwde luidsprekers leveren een aangename klank, wel jammer dat LG DTS-ondersteuning geschrapt heeft. De nieuwe AI-features in webOS 25 moeten duidelijk nog verder rijpen, voorlopig leveren ze geen meerwaarde, maar webOS blijft wel erg gebruiksvriendelijk. De nieuwe afstandsbediening sluit aan bij de moderne trend met minder toetsen. Gamers tot slot vinden op de G5 alles wat ze maar kunnen wensen. Dit is een topmodel, met een bijhorend prijskaartje, maar hij is het zeker waard.

Plus- en minpunten
  • Alpha11-processor met uitstekende beeldverwerking
  • Fantastische HDR-beelden in HDR10 en Dolby Vision
  • Goede kijkhoek en anti-reflectie
  • WebOS 25, met vijf jaar lang nieuwe versies
  • Advertenties op het Home-scherm
  • Geen ondersteuning voor HDR10+ en DTS
  • Voorlopig weinig meerwaarde met AI

 

LG OLED EVO 65G56LS (2025)

  • Adviesprijs: 3,299 euro
  • Wat: Ultra HD 4K 165 Hz W-OLED-tv
  • Aansluitingen: 4x HDMI (4x v2.1 (48 Gbps), ARC/eARC, ALLM, VRR, HFR), 3x usb, 1x optisch digitaal uit, 2x antenne, 1x IR-blaster, Wifi 6 (802.11ax), ethernet, Bluetooth 5.3, WiSA
  • Extra’s: HDR10, HLG, Dolby Vision IQ, Dolby Atmos, webOS 25, AirPlay 2, Google Cast, USB/DLNA-mediaspeler, DVB-T2/C/S2, CI+-slot, Alpha 11 gen2 processor
  • Afmetingen: 1.441 x 910 x 263 mm (incl. voet)
  • Gewicht: 26,6 kg (incl. voet)
  • Verbruik (per 1000 uur): SDR 85 kWh (E) / HDR 222 kWh (G) 

De nieuwe G-serie van LG is verkrijgbaar in twee versies. Een met een centrale voet in doos zoals ons testmodel, te herkennen aan de letters ‘LS’ achteraan en een model met een meegeleverde wandbeugel, die modellen hebben de letters ‘LW’ achteraan. De G-reeks mikt nog steeds in eerste instantie op wandmontage. Het toestel zelf is 24mm diep, dat lijkt misschien veel, maar die dikte heeft het wel over het hele oppervlak. Er is geen behuizing voor elektronica die verder uitsteekt. De rand is afgewerkt met een zilverkleurige strip, en dat geeft deze tv van opzij bekeken echt een premium look. De wandbeugel is verstelbaar, je kunt het toestel beperkt links en rechts draaien. De voet kun je monteren in twee posities, hoog en laag, in de hoge positie is er ruim plaats voor een soundbar. Het moet gezegd ook op een tv-meubel ziet hij er prima uit, wandmontage is zeker geen verplichting. 

Aansluitingen

De selectie aansluitingen die LG gebruikt is al enige tijd onveranderd gebleven, maar is dan ook erg goed. Met vier hdmi-poorten die allemaal de maximale hdmi 2.1-bandbreedte (48Gbps) leveren, zitten gamers in ieder geval gebeiteld. Verdere gamingfuncties zijn ALLM, 4K120 en VRR (AMD FreeSync en NVIDIA G-Sync). PC-gamers kunnen zelfs tot 4K165 gaan, dat is een duidelijke upgrade ten opzichte van vorig jaar. Input-lag is altijd een sterk punt geweest bij LG, dat is dit jaar niet anders, in 4K60 meten we 10,5ms, in 2K120 zelfs maar 5,5ms. Op poort 2 kan je ARC/eARC gebruiken, gamers die een soundbar willen aansluiten, houden nog steeds drie volwaardige HDMI-poorten over. 

Wil je de opstelling zo netjes mogelijk houden, altijd mooi bij een premium tv, dan kun je de bijgeleverde IR-blaster gebruiken om brontoestellen te besturen met de LG-afstandsbediening, ook als die apparaten bijvoorbeeld in een kast staan. De G5 ondersteunt het WiSA-protocol (Wireless Speaker and Audio Association), maar is beperkt tot 2.1-configuraties. Daarmee is jammer genoeg geen draadloze surroundopstelling mogelijk. Alle kabels kun je via twee clips en twee verzonken kanalen wegleiden naar de voet. 

Nieuw oled-paneel, nieuw record

Nieuwe ontwikkeling op vlak van oled-technologie zijn niet uitzonderlijk. Twee jaar geleden introduceerde LG bijvoorbeeld oled-panelen met een laag microlenzen die voor een mooie verbetering in helderheid zorgden. Die microlenzen zijn op de G5 echter niet meer aanwezig. In ruil gebruikt dit model een gloednieuw paneel dat een andere opbouw van de oled-materialen gebruikt. Onder de naam OLED evo Met Brightness Booster Ultimate belooft de G5 hogere piekhelderheid en een breder kleurbereik. En dat blijken geen loze beloftes. Op het 10%-venster haalt de G5 2409 nits, en op een volledig wit beeld zelfs 356 nits. 

Lees ook: Zo testen we televisies

Dat alles gemeten in de uitstekend gekalibreerde HDR Filmmaker mode. Ter verduidelijking, dat is een 50 procent verbetering tegenover de G4 van vorig jaar, en voldoende om de kop van het oled-peloton aan te voeren. Vooral de verbetering op het volledig wit veld is impressionant. Daardoor moet de G5 nu de helderheid veel minder laten dalen als het beeld veel wit bevat, iets wat op vorige generaties nog merkbaar was. Ook het kleurbereik is weer groter geworden, en met 99,9% P3 is de G5 perfect uitgerust voor prachtige HDR-beelden. Het paneel had een uitstekende uniformiteit en weert zeer goed reflecties. De kijkhoek is prima.

De Filmmaker Mode is er voor wie minimale beeldverwerking wil, en de mooiste beelden getrouw aan de intentie. In SDR laat dat prachtige resultaten zien, maar de echte pracht van de G5 komt tevoorschijn bij HDR-beelden. Ook hier is de kalibratie nagenoeg perfect met enorm veel witdetail, intense kleuren, en dankzij de hoge piekhelderheid tintelende lichtaccenten. Kleuren worden goed bewaard als ze zeer helder zijn, dat dankt de tv aan het nieuwe paneel. Enkel in de donkerste beelden laat de G5 wat steken vallen. Er is veel schaduwdetail, maar in sommige beelden merken we veel ruis die het beeld ruw maakt en detail verbergt. In een ander geval was er wat blokvorming en bandvorming zichtbaar. We hopen dat LG nog wat aan de software kan sleutelen. 

Prima beeldverwerking

De Alpha11 beeldprocessor is aan zijn tweede generatie toe, maar nieuwe features lijken er niet te zijn. De upscaling en ruisonderdrukking zijn erg goed. In deinterlacing van 1080i-beeld merkten we op een testpatroon opnieuw een foutje waardoor kamvorming zichtbaar was, al bleek dat bij de meeste content niet tot problemen te leiden. Kleurstroken in zachte gradiënten elimineer je met de Vloeiende Gradatie-instelling, maar activeer die enkel als je het echt nodig acht, en dan alleen in de laagste stand. In een van onze testclips veegde die instelling ook wolken uit de lucht. Ook de dynamische tonemapping waar we gebruikelijk erg tevreden over zijn, laat je op dit model beter uit inactief.

Die maakte het beeld te helder, waardoor het aan contrast en impact verliest. Bovendien levert de G5 ook zonder dynamische tonemapping knap beeld. Goede punten waren er voor de bewegingsscherpte. Het oled-paneel laat nauwelijks of geen dubbele rand optekenen rond bewegende voorwerpen. Wie in 24Hz-filmmateriaal te veel last heeft van judder bij snelle camerabewegingen, activeert best TruMotion, bijvoorbeeld in ‘Cinematografische Beweging’ als je minimale invloed wenst. Maar ook hogere instellingen leverden goede resultaten, en de G5 toonde erg weinig beeldfouten zelfs met TruMotion in de Vloeiend-stand. 

Geen DTS-ondersteuning meer

Het is jammer, maar de G5 ondersteunt alleen nog maar Dolby Atmos, geen DTS meer. Vooral voor mensen met een uitgebreide bibliotheek Blu-ray schijven is dat een tegenvaller. Streaming gebruikt overwegend Dolby Atmos, dus daar weegt dat gebrek minder. De 60 Watt 4.2 kanaalsoplossing leek ons onveranderd. De klank is goed gebalanceerd, met een warm karakter en duidelijke baslijn. Zelfs surround is goed hoorbaar. Voor veel mensen zal dit volstaan, maar voor echte bioscoop audio zal een soundbar toch vereist zijn. Nieuw dit jaar is de Personal Sound Wizard. Die laat je een aantal keer in groepen van vier fragmenten horen met verschillende geluidsinstellingen, jij duidt aan wat je het best vindt klinken. Na de test bepaalt de processor op basis van je keuzes je geprefereerde klankinstellingen. Iets gelijkaardig bestond vorig jaar al voor beeld, maar we vinden dat je daar beter voor Filmmaker Mode of Cinema beeldmode kiest. Bij audio mogen persoonlijke voorkeuren wat meer doorwegen. 

WebOS 25, AI als persoonlijk hulpje

Kunstmatige intelligentie moet de nieuwe troef zijn van webOS 25, maar al deze nieuwe functies bleken niet te werken in het Nederlands. Voice ID, waarbij de tv je herkent op basis van je stem is nog niet beschikbaar in Nederlands. Maar ook andere functies, zoals de AI Chatbot die je moet helpen bij eenvoudige vragen zoals het aanpassen van beeldkwaliteit of aanbevelingen geven voor content, leek zelden te weten wat hij met onze vragen moest doen. LG kondigde ook generatieve kunst aan die je kan gebruiken in de screensaver, maar ook dit was nog niet beschikbaar. Nu missen we die AI-functies wel niet, de G5 is zo ook gebruiksvriendelijk, maar we hopen toch dat dit via software updates verbeterd wordt. 

In dit overzichtsartikel vind je alle informatie over webOS. WebOS 25 is van uitzicht niet echt veranderd op wat details na. Zo kan je live tv en HDMI-ingangen nu als tegels toevoegen in de rij met apps op het Home-scherm. Apps en Quick Cards die je niet gebruikt, kan je verbergen. Het app-aanbod is erg ruim en de G5 ondersteunt Airplay2 en Google Cast. LG toont helaas reclame op het Home-scherm en in de screensaver, lees in dit artikel hoe je reclame verwijdert.

De ‘Magic Remote’ heeft een nieuw ontwerp gekregen. Een rechthoekige vorm met afgeronde hoeken, en vooral minder toetsen. Weg zijn de cijfer- en kleurtoetsen, de volume- en kanaaltoetsen zijn nu kanteltoetsen. De mute-toets is verdwenen, muten doe je door de volume knop lang naar beneden te duwen. De ingangen-toets is vervangen door een Home Hub-toets, maar wanneer je die lang indrukt, toont de tv de ingangen. De aanwijsfunctie is gebleven, je kan de cursor op het scherm besturen door de afstandsbediening te bewegen. De afstandsbediening oogt moderner, en het gebruiksgemak is prima, maar we zouden hem niet beter noemen dan de oude versie. 

Conclusie

LG toont met de G5 dat er nog flink wat vooruitgang geboekt kan worden in oled-technologie. Perfect is deze tv echter nog niet, vooral in heel donkere beelden moet LG de software nog aanpassen om ruis en zichtbare gradaties te vermijden.  De OLED65G56LS haalt uit het nieuwe oled-paneel echter wel een indrukwekkende piekhelderheid, en erg ruim kleurvolume. We durven bijna zover gaan om te zeggen dat hij de klassieke zwakke punten van oled elimineert. Samen met de uitstekende kalibratie geniet je zo in Filmmaker Mode van bijna referentie beeldkwaliteit.

De ingebouwde luidsprekers leveren een aangename klank, wel jammer dat LG DTS-ondersteuning geschrapt heeft. De nieuwe AI-features in webOS 25 moeten duidelijk nog verder rijpen, voorlopig leveren ze geen meerwaarde, maar webOS blijft wel erg gebruiksvriendelijk. De nieuwe afstandsbediening sluit aan bij de moderne trend met minder toetsen. Gamers tot slot vinden op de G5 alles wat ze maar kunnen wensen. Dit is een topmodel, met een bijhorend prijskaartje, maar hij is het zeker waard.

▼ Volgende artikel
Tekst kopiëren en plakken? Zo krijg je toegang tot het klembord op Android
Huis

Tekst kopiëren en plakken? Zo krijg je toegang tot het klembord op Android

Het is misschien niet het eerste waar je aan denkt, maar ook Android heeft – net als Windows – een klembord. Daarmee kun je gemakkelijk tekst kopiëren van de ene app naar de andere. Maar hoe open je dat klembord eigenlijk? En waar vind je wat erop staat? Je leest het in dit artikel!

Wat gaan we doen?

In dit artikel leggen we uit hoe kopiëren en plakken in Android precies werkt. Dat geldt voor zowel Android-smartphones en Android-tablets.

  • Zo werkt kopiëren, knippen en plakken
  • Knippen en plakken vanuit toetsenbord
  • Verbeteringen dankzij Android 13

Wil je meer weten over de veiligheid van Android? Lees dan het artikel Alles wat je moet weten over Android-beveiliging

Tekst of afbeeldingen kopiëren en plakken: het is een van de basisfuncties van elk besturingssysteem. Ook Android ondersteunt dit natuurlijk. Je kunt iets kopiëren in de ene app en het vervolgens plakken in een andere. Maar het Android-klembord kan meer dan alleen dat. Alles wat je kopieert, wordt daar namelijk tijdelijk opgeslagen. Handig als je per ongeluk iets hebt weggehaald, iets wilt terugvinden of gewoon even wilt kijken wat je allemaal hebt gekopieerd.

Let wel: hoe je precies bij het klembord komt, hangt af van je toestel en de Android-versie die je gebruikt. Zo hebben merken als Samsung en LG hun eigen klembordfunctie ingebouwd. Andere toestellen vereisen meestal een specifieke toetsenbord-app om het klembord te kunnen openen. In dit artikel leggen we je uit hoe je dat doet met zo’n toetsenbord-app.

Klembord binnen toetsenbord-apps

Om toegang te krijgen tot het klembord, heb je een toetsenbord-app nodig die die functie ondersteunt. Populaire keuzes zijn Gboard van Google en SwiftKey van Microsoft. Beide bieden vergelijkbare klembordfuncties, dus je kunt zelf kiezen welke je het prettigst vindt. Download en installeer de app, en stel deze daarna in als je standaard toetsenbord.

©PXimport

Met een ander toetsenbord in Android heb je meer mogelijkheden.

Dat instellen doe je via het instellingenmenu van je Android-telefoon. Gebruik het zoekveld bovenin het scherm en typ 'toetsenbord'. Je krijgt dan een lijst met resultaten. Kies de optie waarmee je het standaard toetsenbord kunt wijzigen en tik daarop.

Kies vervolgens de toetsenbord-app die je net hebt geïnstalleerd, zoals Gboard of SwiftKey. Let op: de vormgeving van de instellingen kan per toestel verschillen. Gebruik je liever een andere toetsenbord-app met klembordfunctie? Geen probleem – zolang je maar de juiste app selecteert bij het instellen.

Tekst kopiëren en plakken

Het klembord werkt meestal alleen met tekst. Wil je iets kopiëren naar een andere app? Selecteer dan een stuk tekst en kopieer het. Open bijvoorbeeld WhatsApp, ga naar een chat en houd het tekstveld even ingedrukt om de tekst direct te plakken. Soms zie je ook een klembordsymbooltje verschijnen, net boven het toetsenbord en onder het tekstveld. Tik daarop om het volledige klembord te openen.

Zie je dat symbooltje niet meteen? Dan krijg je waarschijnlijk eerst de suggestie om alleen de laatst gekopieerde tekst te plakken. Tik in dat geval op het witte rondje met het pijltje naar rechts – zo krijg je alle opties te zien.

Onder het kopje Recent zie je een lijstje met wat je als laatste hebt gekopieerd. Tik op een item om het direct in het tekstveld te plakken. Let wel: deze lijst wordt na een tijdje automatisch geleegd. Gebruik je vaak dezelfde tekst? Dan kun je die vastpinnen, zodat hij bewaard blijft. Zowel Gboard als SwiftKey ondersteunen deze functie: houd het item ingedrukt en kies voor Vastpinnen.

Klembord sinds Android 13

Sinds Android 13 is het klembord flink verbeterd. De basis is nog steeds hetzelfde: je kopieert tekst of een afbeelding in de ene app en plakt die in een andere. Maar de manier waarop je het klembord gebruikt, is een stuk handiger en overzichtelijker geworden. Dat maakt het werken met meerdere fragmenten tegelijk een stuk efficiënter.

Een van de grootste vernieuwingen is dat je nu meerdere items kunt bewaren – zowel tekst als afbeeldingen. Alles wat je kopieert, verschijnt in een nieuw klembordpaneel. Je opent dat paneel via het meldingscentrum of door een tekstveld lang ingedrukt te houden. Daar kun je door je gekopieerde items bladeren, kiezen wat je wilt plakken, en dingen die je niet meer nodig hebt, direct verwijderen. Je kunt zelfs een tekstfragment nog aanpassen voordat je het plakt.

Het klembordpaneel dat in Android 13 zijn intrede heeft gemaakt.

Met de komst van Android 13 werden er ook meteen een aantal nieuwe privacyfuncties voor het klembord geïntroduceerd. In eerdere versies konden apps op de achtergrond soms ongemerkt meelezen wat je had gekopieerd – met alle risico’s van dien. Nu heb je als gebruiker veel meer controle. Zo is er een nieuwe toestemmingsvraag voor klembordtoegang én krijg je een melding als een app probeert mee te kijken. Een stuk veiliger dus.