ID.nl logo
Audioformaten
© Reshift Digital
Zekerheid & gemak

Audioformaten

In dit artikel komen de verschillende audioformaten aan bod. We leggen u uit wat het verschil is tussen gecomprimeerde en ongecomprimeerde formaten en hoe dit de geluidskwaliteit beïnvloedt. Ook komt u te weten wat bitrates, bitdieptes en sample frequenties precies zijn en waar u op moet letten als u cd's wilt importeren in iTunes of als u digitale muziek wilt aanschaffen op het internet.

Audiobestanden kunnen worden onderverdeeld in drie groepen: ongecomprimeerde audio, gecomprimeerde 'lossless' audio en gecomprimeerde 'lossy' audio. De beste resultaten behaalt u uiteraard met ongecomprimeerde audioformaten, maar deze bestanden zijn redelijk groot. Hoe groot hangt af van de samplefrequentie, de bitdiepte en, of een bestand mono of stereo is. Om dit te begrijpen, geven we u even een korte audiocursus. Geluid is eigenlijk één lange golfvorm. Als u een opgenomen muziekstuk extreem zou vergroten, ziet u een enorm lange lijn die van boven naar beneden golft en weer terug naar boven. Hoe deze golfvorm zich in de tijd beweegt, bepaalt het geluid dat u hoort. De samplefrequentie zegt iets over de kwaliteit waarmee het geluid is opgenomen. Des te hoger de waarde, des te beter de kwaliteit is. Cd-kwaliteit is 44.100 Hertz; dit betekent dat er 44.100 keer per seconde een sample is genomen van de geluidsbron. Als u bijvoorbeeld uw stem met een microfoon zou opnemen met een digitaal opnameapparaat of computer en u het op 44.100 Hertz (oftewel 44,1 kHz) instelt, dan neemt het apparaat 44.100 keer per seconde een sample van uw stem op. Met deze samples reconstrueert het digitale apparaat dan een golfvorm die u als digitaal audiobestand kunt opslaan. Een tweede kwaliteitsindicatie is het aantal bits waarmee een opname is opgenomen. Deze waarde wordt meestal aangegeven met bitdiepte of 'bit depth' en moet niet verward worden met bitrate. Dit geeft aan hoeveel bits er worden gebruikt om één sample op te nemen; bitdiepte kunt u daarmee zien als een opnameresolutie. Cd-kwaliteit kent een bitdiepte van 16 bit, dvd's kunnen 24bit-audio aan. Des te hoger de bitdiepte, des te groter het bestand.

©PXimport

Een extreem uitvergrote golfvorm.

De derde factor die bepaalt hoe groot een ongecomprimeerd audiobestand wordt, is of er één of twee kanalen aan informatie worden op geslagen in een bestand. Een monobestand bestaat uit slechts één kanaal; dit betekent dat op beide luidsprekers exact hetzelfde wordt weergegeven. Een stereobestand bestaat uit twee samengevoegde kanalen, één voor links en één voor rechts. In een stereomuziekbestand kunt u bijvoorbeeld links een gitaar horen, terwijl een zangstem alleen op de rechterluidspreker is te horen. Deze drie factoren bepalen hoe groot het uiteindelijke bestand is. Een tweekanaals (dus stereo) bestand op 16 bit van één minuut dat op 44.100 Hertz is opgenomen, kost u 10,1 megabyte harde schijfruimte. Als dit bestand mono zou zijn, zou het slechts één kanaal bevatten en daarmee 5,05 megabyte kosten. Een halvering van de samplefrequentie zorgt voor erg veel kwaliteitsverlies, maar halveert het bestand nog eens qua grootte. Als u de drie factoren met elkaar vermenigvuldigt, weet u de bitrate van een ongecomprimeerd bestand. Het bestand (stereo, 16 bit, 44.100 Hertz) heeft een bitrate van 44.100 x 16 x 2 = 1.411.200 bits per seconde, oftewel 1411,2 kbit/s.

©PXimport

In deze tabel ziet u het verschil in bestandsgrootte van verschillende ongecomprimeerde audiobestanden.

Kbit/s bij mp3-bestanden

De kwaliteit van een mp3-bestand wordt grotendeels bepaald door de bitrate. Deze wordt aangegeven in kilobit per seconde (ook wel kbit/s of kbps). Omdat harde schijfruimte niet meer zo'n probleem is voor de meeste mensen, bieden de meeste webwinkels digitale muziek aan als 256- of 320 kbit/s-bestanden. Voor de meeste mensen is dit een acceptabele muziekkwaliteit. Websites als Grooveshark bieden soms bestanden met een lagere kwaliteit aan, maar bij bestanden van 128 kbit/s zijn toch redelijk wat 'artefacten' (onbedoelde bijgeluiden) te horen. Doordat de audio zo heftig gecomprimeerd wordt, moeten sommige frequenties in de muziek het ontgelden. Of dat voor u een probleem is, kunt u alleen zelf bepalen en het heeft ook zeker te maken met de luidsprekers waarop u de muziek luistert. Een bestand van 128 kbit/s kan op een laptop met kleine luidsprekertjes best aardig klinken, maar op een high-end hi-fi-systeem klinken de bassen zompig en mist u de lage subfrequenties. Omdat de bitrate een optelsom is van sample frequentie, bitdiepte en kanalen, klinkt een mono mp3-bestand op 128 kbit/s (CBR) net zo goed als een stereo mp3-bestand op 256 kbit/s (CBR). Dit komt doordat er slechts één kanaal wordt gecodeerd in plaats van twee kanalen. Het mono-bestand zal de helft van de ruimte van het stereo 256 kbit/s-bestand innemen.

1. Lossless compressie

Net als bij foto- en videoformaten kunnen audiobestanden gecomprimeerd worden om ruimte te besparen. Een bekend formaat is bijvoorbeeld mp3. Er bestaan twee varianten van compressie. De eerste variant is lossless compressie. Deze vorm van compressie bekijkt of er bijvoorbeeld ruimte bespaard kan worden door patronen in de golfvorm te herkennen en onnodige data te verwijderen, denk bijvoorbeeld aan stiltes. Een ongecomprimeerde opname van een minuut stilte kost net zoveel ruimte als een opname van een orkest. Door het bestand lossless te comprimeren, zal de opgenomen minuut stilte geen ruimte meer in beslag nemen. Het voordeel van lossless compressie is dat er niet aan kwaliteit wordt ingeboet, de gecomprimeerde versie van het bestand zal exact zo klinken als het originele, ongecomprimeerde bestand. Het nadeel is dat er soms niet heel veel winst te behalen valt qua grootte. Afhankelijk van wat er aan data verwijderd kan worden, levert lossless compressie een winst op van zo'n 40 à 50 procent. Bekende lossless-formaten zijn bijvoorbeeld flac en Apple Lossless.

©PXimport

Met lossless compressie blijft de golfvorm intact. Boven de originele stereogolfvorm, onder de lossless stereogolfvorm.

Cd's digitaliseren met iTunes

Als u uw hele cd-collectie wilt digitaliseren, kunt u hiervoor bijvoorbeeld iTunes gebruiken. iTunes slaat bestanden standaard op in het lossy aac-formaat, maar hierdoor verliest u wel een hoop kwaliteit. Om geen kwaliteit te verliezen, maar toch ruimte te besparen, kiest u dan beter voor het Apple Lossless-formaat. In iTunes gaat u naar Bewerken / Voorkeuren en vervolgens klikt u op Importinstellingen. Achter Importeren met selecteert u Apple Lossless-codering en achter Instelling hoeft u niks in te stellen. Als u een bekraste cd importeert, kunt u het vinkje voor Foutcorrectie gebruiken bij lezen audio-cd's nog selecteren. Dit kost wel wat meer tijd. Klik op OK om de instellingen op te slaan.

©PXimport

Kies voor de Apple Lossless-codering voor ruimtebesparing, zonder dat u kwaliteit verliest.

2. Lossy compressie

Lossy compressie benadert compressie vanuit een andere hoek. Deze vorm van compressie snoept daadwerkelijk informatie uit de golfvorm om het bestand compacter te maken. Gevolg is dat de golfvorm wordt veranderd en dus anders gaat klinken. Het grote voordeel is dat hiermee wel enorme ruimte bespaard kan worden, een lossy gecomprimeerd bestand kan wel 80 tot 95 procent ruimte besparen.

Omdat u zelf kunt kiezen hoeveel weggesnoept mag worden van de golfvorm, varieert de ruimtebesparing. Bij de meeste lossy-formaten bepaalt u de uiteindelijke kwaliteit aan de hand van de bitrate. Een hogere bitrate betekent een betere kwaliteit.

Een veelvoorkomende bitrate van mp3-bestanden op internet is 128 kbit/s. In vergelijking met de bitrate van een ongecomprimeerd bestand op cd-kwaliteit (1411,2 kbit/s) is dit dus beduidend lager. Het bestand is daardoor wel elf keer kleiner. De meeste lossy-formaten gaan tot een compressie van 320 kbit/s. Dit is een goede kwaliteit voor de meeste mensen, al hoort u wel degelijk een verschil met een ongecomprimeerd bestand als u thuis een heel goede stereo-installatie hebt staan. Omdat lossy-compressie data gewoon weggooit, heeft het geen zin om een slecht mp3-bestand op te slaan als ongecomprimeerd bestand. De kwaliteit blijft net zo slecht, alleen de benodigde ruimte wordt groter.

©PXimport

Met lossy compressie wordt de golfvorm daadwerkelijk aangetast. Bovenaan het originele stereobestand, onderaan het stereobestand met heftige mp3-compressie. De onderste twee lijnen hebben duidelijk andere rondingen dan de bovenste twee, dit geeft aan dat de golfvormen enorm zijn aangetast.

CBR en VBR

Een mp3- of ander lossy-bestand kan een constante of variabele bitrate hebben. Met een constante bitrate (CBR) wordt het gehele bestand op dezelfde bitrate gecomprimeerd. Het voordeel hiervan is dat u precies weet hoe groot het bestand wordt en er een constante kwaliteit wordt gegenereerd. Een nadeel is dat sommige passages van een muziekstuk misschien wel een lagere bitrate kunnen krijgen om nog goed te klinken. Deze worden met een constante bitrate dan toch op een hoge bitrate gecomprimeerd. Met een variabele bitrate (VBR) zoekt de codeersoftware naar de beste kwaliteit. Als gevolg kan het coderen iets langer duren en de grootte van het bestand kleiner of groter uitvallen.

©PXimport

Een variabele bitrate kan voor een groter of kleiner bestand zorgen. Ook de bitrate, hier audiobitsnelheid genoemd, kan anders uitvallen. Links het CBR-bestand van 3,2 MB en 192 kbit/s, rechts het VBR-bestand van 4 MB en 235 kbit/s.

Ongecomprimeerde formaten

Ongecomprimeerde audioformaten baseren zich allemaal op hetzelfde principe: PCM oftewel 'Pulse Code Modulation'. Wel zijn hiervoor verschillende formaten beschikbaar. Windows-gebruikers kennen bijvoorbeeld het wav-formaat en Mac-gebruikers zien vaker het aiff-formaat voorbijkomen. Alle bekende audioprogramma's zijn in staat om deze formaten te lezen. Belangrijk om te weten, is dat een extensie niet gelijkstaat aan een bestandsformaat. Sommige extensies, zoals bijvoorbeeld .m4a zijn een zogenoemde container. Dit betekent dat de extensie niks zegt over wat voor soort bestand het is. Een .m4a-bestand kan zowel een lossless audioformaat zijn alsook een lossy-formaat.

3. Aiff (.aif en .aiff)

Het Audio Interchange File Format is ontwikkeld door Apple en Electronic Arts in 1998 en is één van de twee standaardformaten in de professionele audiowereld. Aiff wordt veelal door Mac-gebruikers gebruikt en heeft de extensie .aif of .aiff. Er bestaat een gecomprimeerde variant met de extensie .aifc, maar deze komt weinig voor.

4. Wave (.wav)

De andere standaard is wave en is ontwikkeld door Microsoft en IBM. Wave-bestanden zijn vaak terug te vinden op pc's, maar zowel aiff als wav kan op beide systemen net zo makkelijk worden afgespeeld.

5. Bwf (.wav)

Bwf staat voor Broadcast Wave Format en is een uitbreiding op het normale wave-formaat. Het is ontwikkeld door de European Broadcast Union om makkelijker audiobestanden uit te kunnen wisselen door metadata aan een bestand toe te kunnen voegen. De normale gebruiker merkt hier niks van, de extensie is hetzelfde als een gewoon wav-bestand en kan met elke wav-speler worden afgespeeld. Wel worden hier vaak hogere samplefrequenties en bitdieptes voor gebruikt.

©PXimport

In elk pro-audioprogramma kunt u kiezen of u een bestand wilt opslaan als wav- of als aiff-bestand. Hier ziet u het venster in Logic Pro, rechts kunt u aangeven of u een aiff-bestand wilt opslaan en wat de bitdiepte (resolution) en samplefrequentie (sample rate) moet zijn.

Bestanden openen en converteren

De bekendste audiospeler voor Windows is Windows Media Player. Dit programma biedt u ondersteuning voor de meeste formaten, al moet u voor sommige formaten een aparte codec downloaden. QuickTime Player is standaard op de Mac te vinden en is tevens voor Windows verkrijgbaar, maar ook hier ontbreekt ondersteuning voor minder bekende formaten. Een goed alternatief is VLC Media Player. Dit programma is voor Windows en Mac te downloaden en biedt ondersteuning voor een heleboel audio- en videoformaten. U kunt VLC eveneens gebruiken om bepaalde bestanden om te zetten naar andere formaten, welke formaten hangt af van uw besturingssysteem. VLC is gratis verkrijgbaar via VideoLAN.org.

©PXimport

VLC Media Player leest heel veel audio- en videoformaten en kan tevens gebruikt worden om audiobestanden te converteren.

Lossless formaten

Lossless-formaten zijn niet heel bekend bij de doorsnee­gebruiker, omdat ze niet veel ruimte besparen en een professionele gebruiker werkt het liefst met ongecomprimeerde formaten. Toch zijn er twee formaten die enige bekendheid genieten.

6. Flac (.flac)

Flac staat voor Free Lossless Audio Codec. Het gaat hier om een open formaat dat royalty-free gebruikt kan worden door ontwikkelaars. Flac comprimeert soms wel tot 50 procent zonder aan kwaliteit in te leveren, maar u moet wel een programma hebben om deze bestanden te openen. Metadata kunnen eveneens worden toegevoegd.

7. Apple Lossless (.m4a)

Apple Lossless is ook wel bekend als Apple Lossless Audio Codec (ALAC) of Apple Lossless Encoder (ALE). Dit lossless-formaat wordt opgeslagen als een .m4a-bestand en wordt veel door iTunes gebruikt.

Lossy-formaten

8. Mp3 (.mp3)

Mp3 is zonder meer het bekendste lossy-formaat. De compressietechniek van mp3 zorgt voor een enorme ruimtebesparing en veel webwinkels gebruiken het formaat als standaard. Bij een lossy-formaat als mp3 is de bitrate erg belangrijk. Des te hoger de bitrate, des te beter de kwaliteit van het geluidsbestand.

©PXimport

Mp3-bestanden vindt u in heel veel digitale muziekwinkels, waaronder de Amazon MP3 Store.

9. Aac (.m4a, .m4b, .m4p, .m4v, .m4r, .3gp, .mp4, .aac)

Aac staat voor Advanced Audio Coding en kan als de opvolger van mp3 worden gezien. De kwaliteit is iets beter dan mp3 op dezelfde bitrates en daarom gebruiken veel fabrikanten aac als standaard voor hun apparaten. Apparaten als iPod, Nintendo Wii en Playstation gebruiken allemaal de aac-compressietechniek.

10. Wma (.wma)

Windows Media Audio bestaat uit een aantal verschillende varianten, maar de lossy-variant is verreweg het bekendst. Het bestandsformaat is het populairst onder Windows pc's en sinds een paar jaar is er ook een verbeterde versie onder de naam WMA Pro te vinden. Ondersteuning voor dit formaat is naast Windows Media Player erg karig.

11. Vorbis (.ogg, .oga)

Vorbis is een lossy compressietechniek en maakt veelal gebruik van het containerformaat Ogg. Dit is de reden dat er vaak wordt gesproken over Ogg Vorbis. Omdat zowel de compressietechniek als de container opensource is, gebruiken websites als Wikipedia dit formaat. Ook videospellen als Guitar Hero en Unreal Tournament maken gebruik van Vorbis.

Zelf audio bewerken met Audacity

Als u zelf in de golfvormen wilt duiken en audiobestanden wilt bewerken, dan is het gratis programma Audacity een goede keuze. Dit programma is zowel voor Windows als Mac OS X beschikbaar. Met Audacity kunt u onder meer zelf geluid opnemen en passages uit audiobestanden knippen. Ook kunt u de snelheid van een opname versnellen of juist langzamer maken en verschillende formaten converteren.

©PXimport

Met het gratis programma Audacity kunt u audiobestanden opnemen, snijden en converteren.

▼ Volgende artikel
Wat doet 120 Hz voor je televisie of monitor, en heb je het wel echt nodig?
© ER | ID.nl
Huis

Wat doet 120 Hz voor je televisie of monitor, en heb je het wel echt nodig?

Als je de specificatielijst van een moderne televisie of monitor bekijkt, zie je achter het kopje 'verversingssnelheid' vaak een getal staan gevolgd door 'Hz'. Jarenlang was 50 of 60 Hz de standaard, maar tegenwoordig pronken fabrikanten met 100, 120 of zelfs 144 Hz. Klinkt sneller, en sneller is meestal beter, maar wat betekent het nou eigenlijk voor jouw kijkervaring? Is het een noodzaak voor iedereen, of vooral leuk voor fanatieke gamers?

Om te begrijpen wat die Hertz (Hz) doet, moet je een televisie of monitor niet zien als een statisch schilderij, maar als een soort digitale flipbook. Het beeld dat je ziet, wordt immers continu opnieuw opgebouwd. Een standaard 60Hz-scherm ververst het beeld 60 keer per seconde. Dat is voor het menselijk oog snel genoeg om een vloeiende beweging waar te nemen bij normaal tv-kijken, zoals het nieuws of een dramaserie. Een 120Hz-scherm doet dat dus dubbel zo vaak: 120 keer per seconde.

©DC Studio

Waarom zou je meer beelden per seconde willen?

Het grootste voordeel van een hogere verversingssnelheid is soepelheid. Hoe meer beelden er per seconde worden getoond, hoe vloeiender bewegingen eruitzien. Bij 60 Hz kunnen snelle acties soms wat schokkerig ogen of last hebben van bewegingsonscherpte, ook wel 'motion blur' genoemd. Bij 120 Hz blijven details scherp, zelfs als de camera snel draait of als er bijvoorbeeld een raceauto voorbij raast. Daarnaast voelt de besturing van games directer aan. Tussen het moment dat je een knop indrukt en het moment dat je actie op het scherm ziet, zit minder tijd. Dat verschil in milliseconden lijkt verwaarloosbaar, maar je brein pikt het direct op als een responsievere ervaring.

Het verschil tussen 120 en 144 Hz (en hoger)

Terwijl 120 Hz de nieuwe gouden standaard is voor televisies, zie je bij computermonitors vaak getallen als 144 Hz, 165 Hz of zelfs 240 Hz en hoger. Het principe blijft hetzelfde, maar de toepassing verschilt. 120 Hz is de limiet voor de huidige generatie spelcomputers, zoals de PlayStation 5 en Xbox Series X. Televisies richten zich daarom specifiek op dat getal. Pc-gamers hebben echter vaak krachtiger videokaarten die nóg meer beelden per seconde kunnen produceren. Daarom zie je monitors met 144 Hz of meer.

Is het verschil tussen 120 en 144 Hz zichtbaar? Voor de gemiddelde gebruiker nauwelijks. Waar de stap van 60 naar 120 Hz een wereld van verschil is die bijna iedereen direct ziet, is de stap naar 144 Hz of hoger vooral voer voor professionele e-sporters die elke mogelijke fractie van een seconde winst nodig hebben. Voor de consument die een monitor zoekt voor thuisgebruik en gaming, is alles boven de 120 Hz doorgaans een uitstekende keuze.

©ER | ID.nl

Heb jij het nodig?

Het antwoord op die vraag hangt volledig af van wat je met je scherm doet; of dat nu een tv of een gamemonitor is. Kijk je voornamelijk lineaire televisie, films en series via streamingdiensten? Dan is een 120Hz-scherm geen harde noodzaak, aangezien films doorgaans in 24 beelden per seconde worden geschoten. Toch hebben 100/120Hz-panelen in televisies vaak wel een betere beeldkwaliteit en kunnen ze die films rustiger weergeven dan goedkopere 60Hz-panelen.

Ben je echter een gamer? Dan is het antwoord volmondig ja. De nieuwste spelcomputers en moderne videokaarten zijn gemaakt om die hoge snelheden te benutten. Games spelen soepeler, zien er scherper uit tijdens actiescènes en je reageert sneller op wat er gebeurt. Als je nu een nieuwe tv of monitor koopt met het oog op de toekomst en gaming, is 120 Hz of hoger eigenlijk een vereiste op je wensenlijstje. Let er bij televisies wel op dat je beschikt over een HDMI 2.1-aansluiting, want alleen die kabel kan de enorme hoeveelheid data van 4K-beeld met 120 Hz verwerken.

Drie tv's met 120 Hz of meer

De meeste high-end tv's van dit moment ondersteunen 120 Hz voor spelcomputers (PS5/Xbox Series X) en gaan zelfs tot 144 Hz als je ze aan een krachtige gaming-pc hangt.

Als we kijken naar de huidige generatie televisies, kunnen we niet om de LG OLED evo C5 heen. Dit is de gloednieuwe opvolger van de populaire C4 en wordt gezien als de standaard voor gamers en filmliefhebbers. Hij beschikt over vier HDMI 2.1-poorten die de volle 144 Hz ondersteunen, wat hem toekomstbestendig maakt voor pc-gamers, terwijl hij naadloos samenwerkt met de PlayStation 5 en Xbox Series X op 120 Hz. Het nieuwe paneel heeft een nog hogere helderheid dan zijn voorganger, waardoor HDR-beelden nog meer impact hebben.

Daarnaast is de Samsung OLED S95F een absolute blikvanger in de winkels. Waar Samsung vorig jaar hoge ogen gooide met de S95D, doet de F-serie er nog een schepje bovenop met een vernieuwde antireflectielaag die nog beter werkt in lichte kamers. Dit model combineert de diepe zwartwaarden van OLED met de intense kleuren van Quantum Dots. Ook dit scherm ondersteunt verversingssnelheden tot 144 Hz en beschikt over de uitgebreide Gaming Hub van Samsung, waarmee je zelfs zonder console games kunt streamen.

Voor wie liever geen OLED wil, is de Samsung Neo QLED QN90F de meest courante keuze in het high-end lcd-segment. Dit 2025-model maakt gebruik van geavanceerde Mini-LED-technologie, waardoor de helderheid veel hoger ligt dan bij OLED-schermen. Dat maakt hem ideaal voor een zonovergoten woonkamer. Met een verversingssnelheid die oploopt tot 144 Hz en een extreem lage invoervertraging, is dit voor veel competitieve gamers de favoriete keuze.

Drie monitors met 120 Hz of meer

Bij monitors ligt de standaard tegenwoordig al hoger dan 120 Hz, omdat snelheid de uitkomst van een potje schieten of racen bepaalt. Deze modellen zijn populair op Kieskeurig.

Op het gebied van monitoren zien we dat 240 Hz langzaam de nieuwe standaard wordt voor de serieuze gamer. Een model dat momenteel erg goed scoort op Kieskeurig is de LG UltraGear 27GR83Q. Dit is een 27-inch IPS-scherm met een razendsnelle verversingssnelheid van 240 Hz. In tegenstelling tot oudere modellen biedt dit scherm een extreem snelle responstijd van 1 milliseconde, waardoor je in snelle shooters geen last hebt van wazige beelden. Het is een van de meest complete monitoren van dit moment die zowel voor pc als console geschikt is.

Zoek je de absolute top in beeldkwaliteit, dan is de Samsung Odyssey G6 (G60SD) een model dat je veel ziet. Dit is een moderne OLED-monitor met een verversingssnelheid van maar liefst 360 Hz. Hoewel dat misschien overkill klinkt, zorgt de combinatie van de OLED-techniek en deze snelheid voor een ongekend vloeiende en scherpe ervaring. Het scherm heeft bovendien een nieuw koelsysteem waardoor de kans op inbranden – een angst bij oudere OLED-monitoren – aanzienlijk is verkleind.

Voor wie een beperkter budget heeft maar wel snelheid wil, is de MSI MAG 27CQ6F een actuele hardloper. Dit is een gebogen scherm (Curved) met een snelheid van 180 Hz, wat net dat beetje extra soepelheid geeft ten opzichte van de standaard 144 Hz-schermen. Het paneel biedt een hoog contrast en is daarmee een uitstekende instapper voor wie zijn game-ervaring wil upgraden zonder direct de hoofdprijs te betalen.

▼ Volgende artikel
Waarom QD-OLED voor veel gamers de beste keus is
© ID.nl
Huis

Waarom QD-OLED voor veel gamers de beste keus is

QD-OLED is steeds vaker terug te vinden in gamingmonitoren. Waar deze techniek eerst vooral was voorbehouden aan het hogere segment, zie je steeds vaker in modellen die voor een veel bredere groep gamers betaalbaar zijn. De vraag is natuurlijk of je dat verschil in beeldkwaliteit ook echt merkt tijdens het spelen. In dit artikel lees je hoe QD-OLED werkt en wanneer je het verschil in de praktijk merkt.

In dit artikel

In dit artikel lees je wat QD-OLED precies is en waarom deze schermtechniek vooral bij gamen zichtbaar voordeel biedt. We leggen uit hoe QD-OLED verschilt van traditionele lcd-panelen, wat je merkt bij snelle actie en donkere scènes, en hoe het zit met helderheid, HDR en reflecties. Ook besteden we aandacht aan burn-in en de beschermingsmechanismen die moderne QD-OLED-monitoren gebruiken. Tot slot lees je voor welk type gamer QD-OLED het meest geschikt is en wanneer een Mini-LED-monitor een logisch alternatief kan zijn.

Lees ook: Lcd versus oled: wat is het verschil en welke televisie moet je kiezen?

Wat QD-OLED anders maakt

Een traditioneel LCD-paneel werkt met achtergrondlicht dat door meerdere lagen heen moet voordat je een beeld ziet. Dat kost tijd en maakt dat zwart nooit volledig zwart wordt. QD-OLED laat die tussenlagen achterwege. Elke pixel geeft zelf licht en schakelt onafhankelijk van de rest. Daardoor reageert het beeld direct. De quantum-dot-laag zet het blauwe OLED-licht om in diepe en zuivere kleuren. Het voelt alsof je condens van een raam veegt: zodra de waas verdwijnt, zie je het beeld helder en zonder vertraging.

©ID.nl

Vloeiende beelden bij snelle actie

Die directe pixelreactie merk je vooral wanneer je snelle spellen speelt. Omdat pixels vrijwel meteen overschakelen naar een nieuwe kleurstand, blijven objecten die over het scherm vliegen scherp in beeld. In shooters, racespellen en andere games waarbij snelheid telt, bijvoorbeeld voetbalgames, ontstaat daardoor een rustiger beeld met minder bewegingsonscherpte. Je ogen hoeven zich minder vaak aan te passen. Daardoor raken ze minder snel vermoeid en houd je makkelijker overzicht, ook wanneer je langere tijd achter elkaar speelt.

©ID.nl

Zicht in donkere scènes

QD-OLED blinkt uit in donkere scènes. Pixels die geen licht hoeven te geven, staan volledig uit en leveren een diep zwart dat je bij LCD-panelen zelden ziet. Doordat heldere elementen hier direct naast kunnen staan zonder dat ze licht lekken, ontstaat een sterk contrast dat schaduwen en lichte accenten duidelijker scheidt. Daardoor verdwijnen grijze waasjes in schaduwhoeken en blijven contouren van objecten helder zichtbaar. Vooral in stealth-games, horrorspellen en shooters waarin je tegenstanders soms alleen als silhouet ziet, levert dat een tastbaar voordeel op.

©ID.nl

Kleurrijk zonder overdrijven

De quantum-dot-laag zorgt voor een breed kleurbereik waardoor lichteffecten, huidtinten en subtiele schaduwen goed zichtbaar blijven. Veel QD-OLED-monitoren tonen kleuren standaard wat verzadigd, vooral in de felste modi. In een sRGB- of filmmodus wordt het beeld zachter en natuurgetrouwer, wat beter aansluit bij fotobewerking en dagelijks gebruik. Zodra je de juiste modus gebruikt, lopen kleuren vloeiend in elkaar over en blijven ze gelijkmatig, terwijl uitgesproken elementen zoals neon en magie juist duidelijk opvallen. Dat merk je niet alleen in games, maar ook wanneer je foto's bewerkt of films kijkt.

Helderheid en HDR in perspectief

QD-OLED heeft op het gebied van helderheid flinke stappen gezet ten opzichte van eerdere OLED-generaties. In HDR-games kunnen lichte delen krachtig oplichten zonder dat fel zacht of dof oogt; explosies, glinsteringen op water en fel tegenlicht komen daardoor beter tot hun recht. Toch is het goed om te weten dat deze techniek niet alle beperkingen wegneemt. De helderheid van QD-OLED hangt sterk af van de schermvulling. Bij SDR (standaard dynamisch bereik, het normale helderheidsniveau voor dagelijkse pc-taken) op een volledig wit scherm ligt de helderheid meestal rond de 200 tot 250 nits. Bij kleinere, heldere onderdelen kan dit oplopen richting 400 tot 500 nits. In HDR kunnen pieken van 1000 tot 1300 nits worden bereikt, maar die waarden gelden vooral voor kleine accenten en niet voor het hele scherm. Mini-LED-monitoren houden hogere helderheidsniveaus langer vast, wat in fel verlichte kamers zichtbaar voordeel geeft in extreme highlights. QD-OLED compenseert veel daarvan met perfect zwart, waardoor het contrast wel krachtig blijft (zie ook kader QD-OLED versus Mini-LED) .

Reflecties in daglicht

De meeste QD-OLED-monitoren hebben een glanzende afwerking. Dat helpt bij de kleurweergave en het contrast, maar maakt het paneel gevoeliger voor reflecties bij daglicht. Daarnaast ontbreekt een polarisatiefilter. Daardoor kunnen zwartwaarden in fel licht een paarse of grijze waas krijgen: het diepe zwart wordt zichtbaar opgelicht, meer dan bij een gewone spiegeling. Dat drukt het contrast in een goed verlichte kamer en kan afleiden bij gamen. Gebruik je de monitor vooral in een donkere of gelijkmatig verlichte ruimte, dan speelt dit nauwelijks. In kamers met veel direct zonlicht of grote ramen komt een matte Mini-LED-monitor daarom vaak rustiger over.

©ID.nl

Minimale inputvertraging

Naast de snelle pixelreacties is ook de invoervertraging laag. Moderne QD-OLED-modellen reageren direct op elke muisbeweging en elke controlleractie. Vooral in competitieve shooters is dat een voordeel, omdat elke handeling zonder merkbare vertraging op het scherm verschijnt. 

QD-OLED versus Mini-LED

QD-OLED en Mini-LED worden vaak naast elkaar genoemd, maar het zijn fundamenteel verschillende technieken. QD-OLED is zelflichtend: elke pixel geeft zijn eigen licht en kan volledig uit. Dat levert perfect zwart, zeer snelle pixelreacties en sterk contrast op, wat vooral bij games met veel beweging en donkere scènes zichtbaar voordeel geeft.

Mini-LED is een verfijnde vorm van LCD. Het paneel gebruikt duizenden kleine leds als achtergrondverlichting die in zones worden gedimd. Daardoor kan een Mini-LED-scherm hoge helderheid over grote delen van het scherm vasthouden, wat prettig is in fel verlichte kamers en bij HDR met veel lichtaccenten. Zwart is hierbij wel afhankelijk van lokale dimming en nooit volledig uitgeschakeld zoals bij OLED.

Kort gezegd blinkt QD-OLED uit in contrast, snelheid en beeldrust in donkere omgevingen, terwijl Mini-LED praktischer is bij veel omgevingslicht, wanneer dezelfde elementen of onderdelen langdurig in beeld staat en als hoge helderheid belangrijk is.

Burn-in en levensduur

Burn-in blijft bij elke OLED-variant een punt van aandacht, al zijn moderne QD-OLED-schermen duidelijk verder dan eerdere generaties. Ze gebruiken meerdere beschermingsmechanismen die de belasting door statische beelden beperken. Voor normaal gamegebruik werkt dat in de praktijk goed en blijft het risico klein.

Dat neemt niet weg dat enige nuance op zijn plaats is. Gebruik je een monitor dagelijks vele uren voor taken met veel vaste elementen, zoals spreadsheets, fotobewerkingspanelen of het steeds terugkerende HUD van één game, dan is de kans op inbranden groter dan bij LCD- of Mini-LED-panelen. Afwisseling in wat je op het scherm toont en af en toe even pauze nemen helpt om het paneel langer in goede staat te houden. Even pauze nemen is ook voor jezelf goed trouwens!

Wat voor beschermingstechnieken kun je tegenkomen?

Wat is het?Wat doet het?
Screensaver (schermbeveiliging)Dimt het scherm bij langdurig stilstaand beeld en herstelt de helderheid automatisch zodra er weer beweging is, om inbranden te voorkomen.
Pixel orbiting (pixelverschuiving)Verschuift het beeld continu minimaal op pixelniveau zodat vaste elementen nooit exact op dezelfde plek blijven staan.
Pixel refresh (pixelverversing)Start een onderhoudscyclus waarbij het paneel zichzelf corrigeert om slijtage en beginnende inbranding te verminderen.
Auto Warning (automatische waarschuwing)Geeft na een bepaalde gebruiksduur automatisch een melding om een pixel refresh uit te voeren.
Logos protection (logobescherming)Herkent vaste logo's in beeld en verlaagt daar lokaal de helderheid om inbranden te beperken.
Boundary dimmer (randdimming)Dimt automatisch delen van het scherm met zwarte balken of sterke helderheidsverschillen, bijvoorbeeld bij afwijkende beeldverhoudingen.
Taskbar dimmer (taakbalkdimming)Verlaagt specifiek de helderheid van de taakbalk om langdurige statische weergave op die plek te beperken.
Thermal protection (thermische beveiliging)Past de helderheid automatisch aan wanneer de monitor te warm wordt, om oververhitting en paneelslijtage te voorkomen.

©AGON by AOC

AGON by AOC PRO OLED AG276QKD2

Voorbeeld: bescherming in de praktijk

Veel QD-OLED-monitoren combineren verschillende beschermingsmechanismen om het risico op burn-in te beperken. In onderstaande tabel zie je bijvoorbeeld wat je kunt vinden in een aantal recente modellen uit de AGON PRO line-up van AOC. Je kunt al deze functies zelf in- en uitschakelen en je kunt de intensiteit ervan aanpassen. Dat betekent dat je zelf kunt bepalen hoe sterk de bescherming is.

Techniek ⬇ / Model ➡AG276QKD2AG276UZDAG346UCDAG276QZD2
Screen saverJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / Fast
Pixel orbitingJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / Strong
Pixel refreshJa: On / OffJa: On / OffJa: On / OffJa: On / Off
Auto WarningJa: On / OffJa: On / OffJa: On / OffJa: On / Off
Logos ProtectionJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2Ja: Off / 1 / 2Ja: Off / 1 / 2
Boundary dimmerJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3
Taskbar dimmerJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3
Thermal protectionJa: Off / OnJa: Off / OnJa: Off / OnJa: Off / On

Voor wie QD-OLED vooral interessant is

Gamers die veel snelle actie spelen, halen het meeste uit QD-OLED. De voordelen van de techniek zijn in elk genre zichtbaar, maar vallen vooral op in shooters en racespellen, waar tempo en directe reacties tellen. Ook filmische games die sterk leunen op licht-donkercontrasten winnen zichtbaar aan sfeer en detail.

Conclusie

QD-OLED combineert diepe zwartwaarden met snelle pixelreacties en een breed kleurbereik. Dat zorgt voor een vloeiend beeld in snelle games en meer overzicht in donkere scènes. HDR komt overtuigend tot zijn recht, al blijven Mini-LED-schermen beter overeind bij zeer hoge helderheid en fel daglicht. Inbranden blijft een punt van aandacht wanneer hetzelfde element lange tijd in beeld staat, maar moderne modellen beschikken over uitgebreide beschermingsmaatregelen. Voor veel gamers is QD-OLED daarmee een goede keuze: snel, sfeervol en klaar voor de komende jaren.

QD, OLED en QD-OLED

OLED
Elke pixel geeft zelf licht. Daardoor zijn zwartwaarden diep en schakelt het beeld snel. Geschikt voor gaming en films, met aandacht voor burn-in bij langdurig statisch beeld.

QD (Quantum Dots)
Quantum dots zetten licht om in pure, heldere kleuren. Ze worden ingezet om kleurvolume en helderheid te verbeteren.

QD-OLED
Combineert de zelflichtende OLED-pixelstructuur met een quantum-dot-laag. Je krijgt diepe zwarttinten, snelle reactie en een breed kleurbereik. Het is een balans tussen snelheid, helderheid en kleurprecisie die goed aansluit bij moderne games.