ID.nl logo
Audioformaten
© PXimport
Zekerheid & gemak

Audioformaten

In dit artikel komen de verschillende audioformaten aan bod. We leggen u uit wat het verschil is tussen gecomprimeerde en ongecomprimeerde formaten en hoe dit de geluidskwaliteit beïnvloedt. Ook komt u te weten wat bitrates, bitdieptes en sample frequenties precies zijn en waar u op moet letten als u cd's wilt importeren in iTunes of als u digitale muziek wilt aanschaffen op het internet.

Audiobestanden kunnen worden onderverdeeld in drie groepen: ongecomprimeerde audio, gecomprimeerde 'lossless' audio en gecomprimeerde 'lossy' audio. De beste resultaten behaalt u uiteraard met ongecomprimeerde audioformaten, maar deze bestanden zijn redelijk groot. Hoe groot hangt af van de samplefrequentie, de bitdiepte en, of een bestand mono of stereo is. Om dit te begrijpen, geven we u even een korte audiocursus. Geluid is eigenlijk één lange golfvorm. Als u een opgenomen muziekstuk extreem zou vergroten, ziet u een enorm lange lijn die van boven naar beneden golft en weer terug naar boven. Hoe deze golfvorm zich in de tijd beweegt, bepaalt het geluid dat u hoort. De samplefrequentie zegt iets over de kwaliteit waarmee het geluid is opgenomen. Des te hoger de waarde, des te beter de kwaliteit is. Cd-kwaliteit is 44.100 Hertz; dit betekent dat er 44.100 keer per seconde een sample is genomen van de geluidsbron. Als u bijvoorbeeld uw stem met een microfoon zou opnemen met een digitaal opnameapparaat of computer en u het op 44.100 Hertz (oftewel 44,1 kHz) instelt, dan neemt het apparaat 44.100 keer per seconde een sample van uw stem op. Met deze samples reconstrueert het digitale apparaat dan een golfvorm die u als digitaal audiobestand kunt opslaan. Een tweede kwaliteitsindicatie is het aantal bits waarmee een opname is opgenomen. Deze waarde wordt meestal aangegeven met bitdiepte of 'bit depth' en moet niet verward worden met bitrate. Dit geeft aan hoeveel bits er worden gebruikt om één sample op te nemen; bitdiepte kunt u daarmee zien als een opnameresolutie. Cd-kwaliteit kent een bitdiepte van 16 bit, dvd's kunnen 24bit-audio aan. Des te hoger de bitdiepte, des te groter het bestand.

©PXimport

Een extreem uitvergrote golfvorm.

De derde factor die bepaalt hoe groot een ongecomprimeerd audiobestand wordt, is of er één of twee kanalen aan informatie worden op geslagen in een bestand. Een monobestand bestaat uit slechts één kanaal; dit betekent dat op beide luidsprekers exact hetzelfde wordt weergegeven. Een stereobestand bestaat uit twee samengevoegde kanalen, één voor links en één voor rechts. In een stereomuziekbestand kunt u bijvoorbeeld links een gitaar horen, terwijl een zangstem alleen op de rechterluidspreker is te horen. Deze drie factoren bepalen hoe groot het uiteindelijke bestand is. Een tweekanaals (dus stereo) bestand op 16 bit van één minuut dat op 44.100 Hertz is opgenomen, kost u 10,1 megabyte harde schijfruimte. Als dit bestand mono zou zijn, zou het slechts één kanaal bevatten en daarmee 5,05 megabyte kosten. Een halvering van de samplefrequentie zorgt voor erg veel kwaliteitsverlies, maar halveert het bestand nog eens qua grootte. Als u de drie factoren met elkaar vermenigvuldigt, weet u de bitrate van een ongecomprimeerd bestand. Het bestand (stereo, 16 bit, 44.100 Hertz) heeft een bitrate van 44.100 x 16 x 2 = 1.411.200 bits per seconde, oftewel 1411,2 kbit/s.

©PXimport

In deze tabel ziet u het verschil in bestandsgrootte van verschillende ongecomprimeerde audiobestanden.

Kbit/s bij mp3-bestanden

De kwaliteit van een mp3-bestand wordt grotendeels bepaald door de bitrate. Deze wordt aangegeven in kilobit per seconde (ook wel kbit/s of kbps). Omdat harde schijfruimte niet meer zo'n probleem is voor de meeste mensen, bieden de meeste webwinkels digitale muziek aan als 256- of 320 kbit/s-bestanden. Voor de meeste mensen is dit een acceptabele muziekkwaliteit. Websites als Grooveshark bieden soms bestanden met een lagere kwaliteit aan, maar bij bestanden van 128 kbit/s zijn toch redelijk wat 'artefacten' (onbedoelde bijgeluiden) te horen. Doordat de audio zo heftig gecomprimeerd wordt, moeten sommige frequenties in de muziek het ontgelden. Of dat voor u een probleem is, kunt u alleen zelf bepalen en het heeft ook zeker te maken met de luidsprekers waarop u de muziek luistert. Een bestand van 128 kbit/s kan op een laptop met kleine luidsprekertjes best aardig klinken, maar op een high-end hi-fi-systeem klinken de bassen zompig en mist u de lage subfrequenties. Omdat de bitrate een optelsom is van sample frequentie, bitdiepte en kanalen, klinkt een mono mp3-bestand op 128 kbit/s (CBR) net zo goed als een stereo mp3-bestand op 256 kbit/s (CBR). Dit komt doordat er slechts één kanaal wordt gecodeerd in plaats van twee kanalen. Het mono-bestand zal de helft van de ruimte van het stereo 256 kbit/s-bestand innemen.

1. Lossless compressie

Net als bij foto- en videoformaten kunnen audiobestanden gecomprimeerd worden om ruimte te besparen. Een bekend formaat is bijvoorbeeld mp3. Er bestaan twee varianten van compressie. De eerste variant is lossless compressie. Deze vorm van compressie bekijkt of er bijvoorbeeld ruimte bespaard kan worden door patronen in de golfvorm te herkennen en onnodige data te verwijderen, denk bijvoorbeeld aan stiltes. Een ongecomprimeerde opname van een minuut stilte kost net zoveel ruimte als een opname van een orkest. Door het bestand lossless te comprimeren, zal de opgenomen minuut stilte geen ruimte meer in beslag nemen. Het voordeel van lossless compressie is dat er niet aan kwaliteit wordt ingeboet, de gecomprimeerde versie van het bestand zal exact zo klinken als het originele, ongecomprimeerde bestand. Het nadeel is dat er soms niet heel veel winst te behalen valt qua grootte. Afhankelijk van wat er aan data verwijderd kan worden, levert lossless compressie een winst op van zo'n 40 à 50 procent. Bekende lossless-formaten zijn bijvoorbeeld flac en Apple Lossless.

©PXimport

Met lossless compressie blijft de golfvorm intact. Boven de originele stereogolfvorm, onder de lossless stereogolfvorm.

Cd's digitaliseren met iTunes

Als u uw hele cd-collectie wilt digitaliseren, kunt u hiervoor bijvoorbeeld iTunes gebruiken. iTunes slaat bestanden standaard op in het lossy aac-formaat, maar hierdoor verliest u wel een hoop kwaliteit. Om geen kwaliteit te verliezen, maar toch ruimte te besparen, kiest u dan beter voor het Apple Lossless-formaat. In iTunes gaat u naar Bewerken / Voorkeuren en vervolgens klikt u op Importinstellingen. Achter Importeren met selecteert u Apple Lossless-codering en achter Instelling hoeft u niks in te stellen. Als u een bekraste cd importeert, kunt u het vinkje voor Foutcorrectie gebruiken bij lezen audio-cd's nog selecteren. Dit kost wel wat meer tijd. Klik op OK om de instellingen op te slaan.

©PXimport

Kies voor de Apple Lossless-codering voor ruimtebesparing, zonder dat u kwaliteit verliest.

2. Lossy compressie

Lossy compressie benadert compressie vanuit een andere hoek. Deze vorm van compressie snoept daadwerkelijk informatie uit de golfvorm om het bestand compacter te maken. Gevolg is dat de golfvorm wordt veranderd en dus anders gaat klinken. Het grote voordeel is dat hiermee wel enorme ruimte bespaard kan worden, een lossy gecomprimeerd bestand kan wel 80 tot 95 procent ruimte besparen.

Omdat u zelf kunt kiezen hoeveel weggesnoept mag worden van de golfvorm, varieert de ruimtebesparing. Bij de meeste lossy-formaten bepaalt u de uiteindelijke kwaliteit aan de hand van de bitrate. Een hogere bitrate betekent een betere kwaliteit.

Een veelvoorkomende bitrate van mp3-bestanden op internet is 128 kbit/s. In vergelijking met de bitrate van een ongecomprimeerd bestand op cd-kwaliteit (1411,2 kbit/s) is dit dus beduidend lager. Het bestand is daardoor wel elf keer kleiner. De meeste lossy-formaten gaan tot een compressie van 320 kbit/s. Dit is een goede kwaliteit voor de meeste mensen, al hoort u wel degelijk een verschil met een ongecomprimeerd bestand als u thuis een heel goede stereo-installatie hebt staan. Omdat lossy-compressie data gewoon weggooit, heeft het geen zin om een slecht mp3-bestand op te slaan als ongecomprimeerd bestand. De kwaliteit blijft net zo slecht, alleen de benodigde ruimte wordt groter.

©PXimport

Met lossy compressie wordt de golfvorm daadwerkelijk aangetast. Bovenaan het originele stereobestand, onderaan het stereobestand met heftige mp3-compressie. De onderste twee lijnen hebben duidelijk andere rondingen dan de bovenste twee, dit geeft aan dat de golfvormen enorm zijn aangetast.

CBR en VBR

Een mp3- of ander lossy-bestand kan een constante of variabele bitrate hebben. Met een constante bitrate (CBR) wordt het gehele bestand op dezelfde bitrate gecomprimeerd. Het voordeel hiervan is dat u precies weet hoe groot het bestand wordt en er een constante kwaliteit wordt gegenereerd. Een nadeel is dat sommige passages van een muziekstuk misschien wel een lagere bitrate kunnen krijgen om nog goed te klinken. Deze worden met een constante bitrate dan toch op een hoge bitrate gecomprimeerd. Met een variabele bitrate (VBR) zoekt de codeersoftware naar de beste kwaliteit. Als gevolg kan het coderen iets langer duren en de grootte van het bestand kleiner of groter uitvallen.

©PXimport

Een variabele bitrate kan voor een groter of kleiner bestand zorgen. Ook de bitrate, hier audiobitsnelheid genoemd, kan anders uitvallen. Links het CBR-bestand van 3,2 MB en 192 kbit/s, rechts het VBR-bestand van 4 MB en 235 kbit/s.

Ongecomprimeerde formaten

Ongecomprimeerde audioformaten baseren zich allemaal op hetzelfde principe: PCM oftewel 'Pulse Code Modulation'. Wel zijn hiervoor verschillende formaten beschikbaar. Windows-gebruikers kennen bijvoorbeeld het wav-formaat en Mac-gebruikers zien vaker het aiff-formaat voorbijkomen. Alle bekende audioprogramma's zijn in staat om deze formaten te lezen. Belangrijk om te weten, is dat een extensie niet gelijkstaat aan een bestandsformaat. Sommige extensies, zoals bijvoorbeeld .m4a zijn een zogenoemde container. Dit betekent dat de extensie niks zegt over wat voor soort bestand het is. Een .m4a-bestand kan zowel een lossless audioformaat zijn alsook een lossy-formaat.

3. Aiff (.aif en .aiff)

Het Audio Interchange File Format is ontwikkeld door Apple en Electronic Arts in 1998 en is één van de twee standaardformaten in de professionele audiowereld. Aiff wordt veelal door Mac-gebruikers gebruikt en heeft de extensie .aif of .aiff. Er bestaat een gecomprimeerde variant met de extensie .aifc, maar deze komt weinig voor.

4. Wave (.wav)

De andere standaard is wave en is ontwikkeld door Microsoft en IBM. Wave-bestanden zijn vaak terug te vinden op pc's, maar zowel aiff als wav kan op beide systemen net zo makkelijk worden afgespeeld.

5. Bwf (.wav)

Bwf staat voor Broadcast Wave Format en is een uitbreiding op het normale wave-formaat. Het is ontwikkeld door de European Broadcast Union om makkelijker audiobestanden uit te kunnen wisselen door metadata aan een bestand toe te kunnen voegen. De normale gebruiker merkt hier niks van, de extensie is hetzelfde als een gewoon wav-bestand en kan met elke wav-speler worden afgespeeld. Wel worden hier vaak hogere samplefrequenties en bitdieptes voor gebruikt.

©PXimport

In elk pro-audioprogramma kunt u kiezen of u een bestand wilt opslaan als wav- of als aiff-bestand. Hier ziet u het venster in Logic Pro, rechts kunt u aangeven of u een aiff-bestand wilt opslaan en wat de bitdiepte (resolution) en samplefrequentie (sample rate) moet zijn.

Bestanden openen en converteren

De bekendste audiospeler voor Windows is Windows Media Player. Dit programma biedt u ondersteuning voor de meeste formaten, al moet u voor sommige formaten een aparte codec downloaden. QuickTime Player is standaard op de Mac te vinden en is tevens voor Windows verkrijgbaar, maar ook hier ontbreekt ondersteuning voor minder bekende formaten. Een goed alternatief is VLC Media Player. Dit programma is voor Windows en Mac te downloaden en biedt ondersteuning voor een heleboel audio- en videoformaten. U kunt VLC eveneens gebruiken om bepaalde bestanden om te zetten naar andere formaten, welke formaten hangt af van uw besturingssysteem. VLC is gratis verkrijgbaar via VideoLAN.org.

©PXimport

VLC Media Player leest heel veel audio- en videoformaten en kan tevens gebruikt worden om audiobestanden te converteren.

Lossless formaten

Lossless-formaten zijn niet heel bekend bij de doorsnee­gebruiker, omdat ze niet veel ruimte besparen en een professionele gebruiker werkt het liefst met ongecomprimeerde formaten. Toch zijn er twee formaten die enige bekendheid genieten.

6. Flac (.flac)

Flac staat voor Free Lossless Audio Codec. Het gaat hier om een open formaat dat royalty-free gebruikt kan worden door ontwikkelaars. Flac comprimeert soms wel tot 50 procent zonder aan kwaliteit in te leveren, maar u moet wel een programma hebben om deze bestanden te openen. Metadata kunnen eveneens worden toegevoegd.

7. Apple Lossless (.m4a)

Apple Lossless is ook wel bekend als Apple Lossless Audio Codec (ALAC) of Apple Lossless Encoder (ALE). Dit lossless-formaat wordt opgeslagen als een .m4a-bestand en wordt veel door iTunes gebruikt.

Lossy-formaten

8. Mp3 (.mp3)

Mp3 is zonder meer het bekendste lossy-formaat. De compressietechniek van mp3 zorgt voor een enorme ruimtebesparing en veel webwinkels gebruiken het formaat als standaard. Bij een lossy-formaat als mp3 is de bitrate erg belangrijk. Des te hoger de bitrate, des te beter de kwaliteit van het geluidsbestand.

©PXimport

Mp3-bestanden vindt u in heel veel digitale muziekwinkels, waaronder de Amazon MP3 Store.

9. Aac (.m4a, .m4b, .m4p, .m4v, .m4r, .3gp, .mp4, .aac)

Aac staat voor Advanced Audio Coding en kan als de opvolger van mp3 worden gezien. De kwaliteit is iets beter dan mp3 op dezelfde bitrates en daarom gebruiken veel fabrikanten aac als standaard voor hun apparaten. Apparaten als iPod, Nintendo Wii en Playstation gebruiken allemaal de aac-compressietechniek.

10. Wma (.wma)

Windows Media Audio bestaat uit een aantal verschillende varianten, maar de lossy-variant is verreweg het bekendst. Het bestandsformaat is het populairst onder Windows pc's en sinds een paar jaar is er ook een verbeterde versie onder de naam WMA Pro te vinden. Ondersteuning voor dit formaat is naast Windows Media Player erg karig.

11. Vorbis (.ogg, .oga)

Vorbis is een lossy compressietechniek en maakt veelal gebruik van het containerformaat Ogg. Dit is de reden dat er vaak wordt gesproken over Ogg Vorbis. Omdat zowel de compressietechniek als de container opensource is, gebruiken websites als Wikipedia dit formaat. Ook videospellen als Guitar Hero en Unreal Tournament maken gebruik van Vorbis.

Zelf audio bewerken met Audacity

Als u zelf in de golfvormen wilt duiken en audiobestanden wilt bewerken, dan is het gratis programma Audacity een goede keuze. Dit programma is zowel voor Windows als Mac OS X beschikbaar. Met Audacity kunt u onder meer zelf geluid opnemen en passages uit audiobestanden knippen. Ook kunt u de snelheid van een opname versnellen of juist langzamer maken en verschillende formaten converteren.

©PXimport

Met het gratis programma Audacity kunt u audiobestanden opnemen, snijden en converteren.

▼ Volgende artikel
5x waar je op moet letten als je een goedkoop smarthome-merk zoekt
© Action
Huis

5x waar je op moet letten als je een goedkoop smarthome-merk zoekt

Aan merken die producten voor je smarthome aanbieden hebben we tegenwoordig geen gebrek. Maar hoe scheid je het kaf van het koren? In dit artikel geven we vijf aspecten waar je op moet letten bij de keuze voor een voordelig merk, waardoor je hopelijk geen miskoop (meer) begaat.

Als je nog niet zo bekend bent met een smarthomemerk en je doet wat onderzoek, let dan in elk geval op de volgende zaken:

  1. De mobiele app wordt goed beoordeeld, door echte mensen
  2. Brede compatibiliteit met de grote spelers (Amazon, Google, Apple)
  3. Je komt online positieve reviews tegen op betrouwbare sites
  4. Recensenten die je vertrouwt zijn positief over het merk (niet alleen influencers)
  5. Heb voor jezelf helder wat je belangrijk vindt

💡Lees ook: Zijn goedkope smarthomeproducten wel veilig?

De laatste jaren zijn er flink wat merken bijgekomen die allemaal nagenoeg dezelfde smarthomeproducten aanbieden. Dit soort producten noemen we ook wel whitelabelproducten: dergelijke apparaten worden geproduceerd door een derde partij, en door een aanbieder aangeboden met een eigen logo en soms ook een eigen app. In veel gevallen biedt zo'n verstrekker geen extra's of unieke elementen, maar in een zeldzaam geval gebeurt dat wèl. Daar kom je achter wanneer je onderzoek doet naar zo'n merk, door op de volgende zaken te letten.

1- De mobiele app wordt goed beoordeeld, door echte mensen

Als een merk echt een slechte app aanbiedt, dan zie je dat vanzelf terug in de beoordelingen. Het is dan zaak om door de cijfers van bots (digitale systemen die automatisch reviews plaatsen) en betaalde influencers te kijken – maar op een gegeven moment herken je een bepaald soort taalgebruik waardoor je dat moeiteloos doet. Bovendien lijken veel neppe reviews op elkaar, zowel in boodschap als taalgebruik. Lees alle beoordelingen goed door en let op die van echte mensen of gebruikers. Hoe meer je er daar van vindt, hoe beter de app in kwestie is.

©Hombli

2- Brede compatibiliteit met de grote spelers

In je onderzoek is het ook verstandig om informatie op te zoeken over de brede compatibiliteit van het merk in kwestie. Ga naar de winkelpagina of officiële website om te zien of er bijvoorbeeld ondersteuning is voor Google Home of Apple Homekit. En anders is Matter, Homey, Fibaro of een ander smarthomeprotocol de moeite waard. Hoe breder de support, hoe breder de inzetbaarheid en hoe beter de ervaring. Check ook meteen of je het product offline kunt gebruiken binnen je eigen netwerk, eventueel via een zelf opgezet smarthomeplatform.

Lees ook: Wat is Matter? Smarthome-standaard uitgelegd

Je huis slimmer maken hoeft niet duur te zijn

Met slimme stekkers maak je bestaande apparaten 'smart'

3- Je komt online positieve reviews tegen op betrouwbare sites

Onderschat daarnaast de kracht van een positieve recensie niet. Niet dat je zomaar elke review kunt vertrouwen die je online tegenkomt. Maar als het geluid overwegend positief is en je vertrouwt de platformen of recensenten, dan heb je weinig redenen om te twijfelen aan een merk. Als een specifiek merk genegeerd wordt door een publicatie, of je komt er simpelweg geen recensies over tegen, dan kan het zijn dat het niet bijzonder genoeg is. Hopelijk is een website transparant over de werkwijze bij het selecteren van de artikelen die worden besproken, zodat je het ontbreken van de review in de juiste context kunt plaatsen.

©Lidl

4- Recensenten die je vertrouwt zijn positief over het merk (niet alleen influencers)

Over recensenten gesproken: let ook in het bijzonder op wie zo'n product test en of diegene een grote staat van dienst heeft. Probeer te achterhalen of die persoon in het verleden vaker positief is geweest over het merk. Wees ook scherp op het beroep van zo'n recensent. Lees je een tekst van een expert, reviewer of journalist, dan kun je de argumenten veel beter plaatsen en op waarde schatten dan wanneer een influencer schreeuwt dat je maar gewoon iets moet kopen omdat het vet is. Diegene wordt daar grof voor betaald – echte redacteuren zijn niet zo gemakkelijk te beïnvloeden. Je kunt bijvoorbeeld opzoeken via LinkedIn of iemand een echte journalist is, of is verbonden aan een bepaald merk.

5- Heb voor jezelf helder wat je belangrijk vindt

Als je eenmaal de basale informatie opgezocht hebt en je hebt wat onderzoek gedaan naar wie wat precies recenseert, dan is het tijd om naar de inhoud te kijken. Niet alle kritiek hoeft voor jou een probleem te zijn. Zeker niet als je begrijpt waar je op moet letten of als je weet wat voor jou belangrijk is. Een goede prijs-kwaliteitverhouding geeft vaak alle context die je nodig hebt. Dan kun je genoegen nemen met iets minder, zonder er te veel voor te betalen. Let in de teksten vooral ook op het updatebeleid; hoe breder die is, hoe langer je met de producten doet. Hier op ID.nl vind je ook veel reviews, misschien zit jou gewenste artikel er ook wel bij?


☃️Deze winter zit je niet in de kou:

▼ Volgende artikel
Klaar voor de toekomst met een slimme thuisbatterij
Energie

Klaar voor de toekomst met een slimme thuisbatterij

In 2050 moet het volledige energieverbruik van Nederland afkomstig zijn uit duurzame bronnen. Dat is een mooi streven, maar op dit moment is dat slechts het geval voor 17 procent van de gebruikte energie. Om het doel te halen, moeten we er met z'n allen de schouders onder zetten. Jij kunt daarbij helpen, en dat levert je onder de streep ook nog eens geld op!

Partnerbijdrage - In samenwerking met Zonneplan.

Vol elektriciteitsnet

Bedrijven en huishoudens stappen steeds vaker over op het gebruik van stroom in plaats van gas. Dat is natuurlijk goed, maar het heeft wel als gevolg dat het elektriciteitsnet snel volloopt. Dat is op dit moment al een probleem, en in de toekomst wordt dat probleem alleen maar groter. Er moet namelijk ontzettend veel extra duurzame opwekcapaciteit worden bijgebouwd om de vraag naar stroom met het aanbod te kunnen matchen.

Met de noodzakelijke toename van duurzame stroom op het ene moment (vooral overdag) en de toename van de vraag (vooral 's avonds) wordt een probleem gecreëerd, waarbij stroomopslag de enige manier is om die duurzame energie op een ander moment beschikbaar te stellen. Zonder opslagcapaciteit gaan we op steeds meer momenten duurzame energie 'weggooien', doordat windmolens en/of zonnepanelen uitgeschakeld moeten worden (en wordt het dus ook minder interessant om in dit soort projecten te investeren). Dat is natuurlijk zonde, maar gelukkig is er een oplossing.

Thuisbatterijen kunnen tijdelijk overtollige energie opslaan, energie die op een later moment weer kan worden ingezet. Deze opslagcapaciteit is de enige manier om wind- en zonnestroom over tijd te verplaatsen, waardoor het dus veel efficiënter kan worden gebruikt. Dat zorgt ervoor dat het stroomnet tijdens piekmomenten minder hoeft te worden belast. Op die manier hoeft er minder energie uit gascentrales te komen, en dat is weer goed voor het milieu.

Watch on YouTube

Wat levert een thuisbatterij op?

Een thuisbatterij kan je op dit moment al aardig wat geld opleveren. Dat heeft te maken met de onbalansmarkt. Die zorgt ervoor dat de stroomprijs automatisch omhoog gaat als er een tekort is, en juist lager wordt op momenten van een stroomoverschot. Gedurende een gewone dag kunnen zo grote verschillen ontstaan.

Als particulier kun je in principe niet bij die onbalansmarkt, maar met een thuisbatterij en Powerplay van Zonneplan kan dat wel! Je thuisbatterij wordt opgeladen als er een stroomoverschot is en levert weer stroom terug als er een tekort op het landelijke stroomnet dreigt. Zou er niet op deze onbalans gereageerd worden, dan ontstaat er schade aan apparaten of kan de stroom zelfs volledig uitvallen. Jouw bijdrage aan een stabiel net is dus enorm belangrijk en levert daardoor ook flinke vergoedingen op.

Salderingsregeling

De reden dat een thuisbatterij nog geen maximaal rendement levert, is de salderingsregeling. Die regeling houdt in dat de stroom die je opwekt met je zonnepanelen en teruglevert aan het stroomnet mag aftrekken van de netstroom die je op een ander moment gebruikt. Hoe meer stroom je teruglevert, des te meer stroom je later kunt gebruiken, zonder dat je daarvoor hoeft te betalen.

Die regeling is in het leven geroepen om het plaatsen van zonnepanelen te stimuleren. Op dit moment lijkt het er echter op dat de salderingsregeling per 1 januari 2027 wordt afgeschaft. Vanaf dat moment wordt het opslaan van zonnestroom voor eigen gebruik een extra verdienmodel voor thuisbatterijen, aanvullend op de verdienmodellen die nu al bestaan.

Netcongestie oplossen

Los van het stabiliseren van het landelijke net kunnen batterijen ook worden ingezet voor het oplossen van lokale druk, ook wel netcongestie genoemd. Dat komt voor wanneer zonnepanelen in één wijk massaal tegelijk energie terugleveren, of als bijvoorbeeld elektrische auto's en warmtepompen allemaal op hetzelfde moment stroom proberen af te nemen. Thuisbatterijen kunnen op die momenten tegenwicht bieden om de druk van het net te halen.

Op dit moment is daar nog geen markt voor, maar Zonneplan is onlangs wel al een eerste pilot gestart met netbeheerder Liander die daar een oplossing voor kan zijn.

Zonneplan Nexus-thuisbatterij

Een van de populaire thuisbatterijen is de Zonneplan Nexus. Dat is niet zomaar een accu die even wordt opgeladen en weer wordt leeggetrokken. Nee, het is een van de meest geavanceerde batterijen die er op de markt zijn. De opslagcapaciteit van de Nexus ligt tussen de 10 en wel 20 kWh – dat is bijna drie keer het dagelijks verbruik van een gemiddeld gezin.

Ook gaat het opladen en ontladen van de accu razendsnel en op vol vermogen. Daardoor maak je maximaal gebruik van de fluctuerende energieprijzen en haal je zo veel mogelijk rendement uit het op- en ontladen van de accu.

De thuisbatterij wordt volledig voor je geïnstalleerd en updates met nieuwe functies en opties ontvang je gewoon over 4G. Tel daarbij de slimme AI-gestuurde software op en de Zonneplan Nexus is de ideale thuisbatterij, voor nu én voor de toekomst.

©Zonnneplan

Conclusie

De voordelen van een thuisbatterij zijn tweeledig. Enerzijds kun je nu al geld verdienen door een thuisbatterij aan te schaffen. Je voorkomt ermee dat je een duurdere aansluiting nodig hebt, en je kunt meehelpen om het stroomnet in balans te houden, waardoor je je energierekening flink verlaagt of zelfs geld terugkrijgt. Als het voordeel van saldering wegvalt, kun je met een thuisbatterij je eigen stroom opslaan en op een later moment weer gebruiken, bijvoorbeeld als de stroomprijs tijdelijk relatief hoog is.

Met de Nexus-thuisbatterij van Zonneplan en automatische Powerplay-aansturing help je nu al om het stroomnet in balans te houden, en voorzie je je volledige huishouden in de nabije toekomst van jouw zelf opgewekte stroom.

Kijk voor meer informatie over de Zonneplan Nexus op de website van Zonneplan.