ID.nl logo
Ansible-NAS installeren op Ubuntu Server
© PXimport
Huis

Ansible-NAS installeren op Ubuntu Server

Wil je een flexibele nas, dan leent Ubuntu Server zich daar goed voor. Ook omdat je met Docker eenvoudig allerlei extra diensten kunt draaien. Ansible-NAS maakt zowel het bestanden delen als extra diensten draaien op Ubuntu Server extra eenvoudig, inclusief dashboard. Hoe jeAnsible-NAS installeren kunt op je Ubuntu Server, lees je hier.

Ansible-NAS is voortgekomen uit de frustratie van David Stephens over FreeNAS, waarvan een upgrade bij hem vaak misliep. En laat dat nou precies de reden zijn waarom ik zelf ook Ansible-NAS ontdekt heb: FreeNAS is een geweldig opensource besturingssysteem om een nas bij je thuis te draaien, maar na de zoveelste keer dat ik een toetsenbord en scherm op mijn nas moest aansluiten om een problematische upgrade op te lossen, was ik het beu.

Ik zocht naar een alternatief en vond Ansible-NAS. Ik installeerde eerst Ubuntu Server en dan Ansible-NAS. Sindsdien ben ik heel tevreden. Ik draai er ondertussen zelfs meer diensten op dan ik ooit op FreeNAS deed.

Hardware-benodigdheden

Allereerst dien je na te denken over de hardware waarop je Ansible-NAS wilt draaien. In principe volstaat elke Intel-compatibele 64bit-processor waarop Ubuntu Server draait. De hoeveelheid intern geheugen en je opslagcapaciteit hangt uiteraard af van wat je er precies mee wilt doen en hoeveel bestanden je hebt. De processor is vooral belangrijk als je van plan bent veel extra diensten op je nas te draaien. De meeste mensen hebben echt geen supersnelle machine nodig. Zelf gebruik ik al jaren de compacte Dell PowerEdge T110 II-towerserver met FreeNAS, en met Ubuntu Server draait hij even vlot. David Stephens test Ansible-NAS op een HP Proliant Microserver N54L.

Ansible-NAS gaat ervan uit dat je voor je dataschijven het bestandssysteem ZFS gebruikt, dat heel betrouwbaar is. Het is niet per se nodig, maar in mijn geval waren mijn dataschijven al van ZFS voorzien, omdat FreeNAS dat bestandssysteem ook gebruikt. Ik kon ze dan ook eenvoudig importeren in Ubuntu Server. Werk je met ZFS, dan is minimaal 8 GB ram wel aan te raden, al kan het ook met minder.

Voor een nas is het zeker aan te raden om wat redundantie in te voeren voor extra veiligheid als er een schijf uitvalt. De eenvoudigste manier is twee dataschijven in een spiegelconfiguratie op te stellen (oftewel raid 1): twee even grote schijven die elkaars kopie vormen. Met ZFS is dat eenvoudig te creëren. Het besturingssysteem zelf installeer je het best op een afzonderlijke kleinere schijf.

Ubuntu Server installeren

Ansible-NAS is geen nas-besturingssysteem zoals FreeNAS, maar dien je eerder als een nas-configuratie van een Ubuntu-server te beschouwen. Je moet dus eerst Ubuntu Server installeren. Ansible-NAS ondersteunt de huidige LTS-versie, Ubuntu 18.04 LTS. Download het image van de website van Ubuntu en schijf het naar een usb-stick of dvd-rw.

De installatie verloopt vergelijkbaar aan die van Ubuntu Desktop, maar zonder grafische interface: in plaats daarvan worden de stappen in opeenvolgende tekstvensters getoond. Kies je toetsenbordindeling en selecteer dan Install Ubuntu. Daarna wordt normaal automatisch een netwerkverbinding opgezet als je dhcp in je netwerk gebruikt. In de stap erna kies je je opslag. Selecteer Use An Entire Disk en kies de schijf waarop je Ubuntu wilt installeren. Bevestig de voorgestelde partitionering (standaard gebruikt Ubuntu het bestandssysteem ext4, wat prima is voor de opstartschijf) met Done en bevestig nog eens met Continue. Daarna wordt de gekozen schijf gewist en begint de installatie.

Vervolgens vul je enkele gegevens in, zoals de naam van de server, je gebruikersnaam en wachtwoord. Daarna is het wachten tot de installatie voltooid is. Omdat Ubuntu Server alleen software installeert die nuttig is voor servers, gaat dat sneller dan bij Ubuntu Desktop. Verwijder daarna het installatiemedium en kies Reboot Now. Daarna start je nas opnieuw op en draai je Ubuntu Server.

©PXimport

Ubuntu Server heeft geen grafische interface, dus je zult allerlei opdrachten moeten invoeren. Dat kun je via het toetsenbord en scherm doen dat je tijdens de installatie aangesloten hebt, maar het kan ook zonder, namelijk via ssh (secure shell) vanaf een andere computer op het netwerk. Draai je een Windows-versie van vóór april 2018, dan dien je het programma PuTTY te installeren.

Heb je een nieuwere versie van Windows 10, dan kun je de ingebouwde ssh-client gebruiken. Ga daarvoor eerst naar Instellingen / Apps / Optionele onderdelen en klik dan op Een onderdeel toevoegen. Kies OpenSSH-client en herstart je computer. Daarna kun je in de Opdrachtprompt van Windows op je Ubuntu-server inloggen met de opdracht ssh gebruikersnaam@server. Bevestig met yes dat je de vingerafdruk vertrouwt en vul je wachtwoord in. Linux en macOS hebben overigens standaard al een ssh-client geïnstalleerd, dus daarmee kun je onmiddellijk aan de slag.

Dataschijven klaarmaken

We gaan er in deze masterclass van uit dat je voor je dataschijven ZFS gebruikt. Installeer de benodigde tools met:

sudo apt install zfsutils

Daarna willen we een ZFS-bestandssysteem op twee schijven in een spiegelconfiguratie aanmaken. Bekijk eerst met de opdracht lsblk welke schijven Ubuntu kent. Waarschijnlijk heet je opstartschijf sda en je twee andere schijven sdb en sdc. Creëer nu op die twee laatste een nieuwe partitietabel:

sudo parted /dev/sdb
(parted) mklabel gpt
(parted) quit
sudo parted /dev/sdc
(parted) mklabel gpt
(parted) quit

Bekijk wat de ID’s van je twee dataschijven zijn:

ls -l /dev/disk/by-id/

De namen blijven immers niet gegarandeerd hetzelfde; de ID’s wel. Een ID ziet er bijvoorbeeld uit als ata-SAMSUNG_HD204UI_S2H7J9JB712549. Daarna dien je nog de sectorgrootte van je harde schijven te weten. Voor moderne harde schijven is dat 4 kilobyte, maar sommige liegen en geven 512 bytes weer als je het vraagt, omdat Windows XP problemen heeft met 4 kilobyte.

©PXimport

ZFS-pool aanmaken

Met al deze informatie kunnen we nu een ‘pool’ aanmaken op de twee schijven:

sudo zpool create -o ashift=12 tank mirror
ata-SAMSUNG_HD204UI_S2H7J9JB712549 ata-SAMSUNG_HD204UI_S2H7J9JB712552 <xmp>

(aan elkaar). De tekst ashift=12 wijst op de sectorgrootte van 4 kilobyte (2^12); tank is de naam van de pool. Het is traditie om daarvoor namen van personages uit de film The Matrix te kiezen, zoals tank, dozer of ash, maar je kunt ze ook gewoon data noemen. Maak het gewoon niet te lang, zodat het handig blijft om in te typen.

Daarna bekijk je met zpool list al je pools, met zpool status de status van al je pools en met zfs list al je ZFS-bestandssystemen. Standaard maakt de opdracht zpool create een bestandssysteem aan met dezelfde naam als je pool en koppelt die aan onder je rootpartitie. Je pool genaamd tank wordt dus aangekoppeld onder /tank.

Het is de gewoonte om onder je pool nog meerdere ZFS-bestandssystemen aan te maken, omdat je per bestandssysteem kunt instellen of je bijvoorbeeld compressie wilt gebruiken, of bestanden uitvoerbaar zijn enzovoort. Bekijk daarvoor de tips voor de ZFS-configuratie op de website van Ansible-NAS.

Ansible-NAS installeren

Nu de basis klaar is, kunnen we Ansible-NAS installeren. Eerst dienen we nog een repository in te schakelen met de opdracht:

sudo add-apt-repository universe

Daarna installeren we Ansible:

sudo apt install ansible

Ansible is automatiseringssoftware waarmee je automatisch je Linux-systemen kunt configureren. Ansible-NAS is eigenlijk gewoon een in de taal van Ansible voorgedefinieerde configuratie (een ‘playbook’) om van je Ubuntu-server een nas te maken. Ansible-NAS installeren komt er dus op neer om gewoonweg die configuratie van GitHub te downloaden:

git clone https://github.com/davestephens/ansible-nas.git

Ga daarna naar de directory die Ansible-NAS bevat:

cd ansible-nas

Ansible-NAS configureren

Ansible-NAS komt met een standaardconfiguratie in group_vars/all.yml.dist. Kopieer die eerst, zodat je je eigen configuratie kunt aanpassen:

cp group_vars/all.yml.dist group_vars/all.yml

Open dit laatste bestand met de editor nano:

nano group_vars/all.yml

De volledige configuratie van Ansible-NAS gebeurt in dit ene bestand. Regels die met # beginnen, zijn commentaarregels. Die staan overal in het bestand om uitleg te geven. Zo kun je elke gedefinieerde dienst inschakelen door false naar true te veranderen.

Maar eerst dien je onder General enkele belangrijke zaken in te stellen, zoals de hostname van je Ubuntu-server, je tijdzone en de gebruikersnaam waaronder je Ansible-NAS wilt draaien. Vul verder ook het pad in waaronder Docker zijn containergegevens opslaat.

Onder Samba staat de configuratie van je bestandsdeling. Hier stel je het pad in waaronder al je bestanden komen te staan die je wilt delen. Daaronder definieert Ansible-NAS allerlei submappen voor je downloads, films, series, torrents, muziek, podcasts enzovoort. Voor elk van die shares kun je instellen of ze publiek beschikbaar zijn en dergelijke.

Sla je wijzigingen op met Ctrl+O en sluit nano dan af met Ctrl+X.

©PXimport

Kopieer dan nog één bestand met:

cp inventory.dist inventory

En haal daar het hekje weg voor de tweede regel, zodat die er als volgt uitziet:

localhost ansible_connection=local

Sla het bestand op en installeer daarna nog enkele afhankelijkheden:

ansible-galaxy install -r requirements.yml

Pas tot slot je configuratie van Ansible-NAS toe met:

ansible-playbook -i inventory nas.yml -b -K

Ansible-NAS upgraden

Ansible-NAS wordt actief onderhouden en er komen dan ook continu nieuwe diensten bij. Maar omdat Ansible-NAS geen programma is maar een verzameling configuratiebestanden, verloopt het upgraden wat atypisch. Je gaat daarvoor in de directory van Ansible-NAS en haalt dan de nieuwste wijzigingen van GitHub binnen met de opdracht git pull. Daarna dien je alle nieuwe configuratiesecties in het bestand group_vars/all.yml.dist te kopiëren naar jouw eigen versie group_vars/all.yml.

Een handige manier om die wijzigingen te bekijken is als volgt: kijk in de uitvoer van git pull naar een regel zoals 84e0c96..7860ab5 master -> origin/master. Voer dan de volgende opdracht uit om de verschillen te tonen:

git diff 84e0c96:group_vars/all.yml.dist 7860ab5:group_vars/all.yml.dist

In het groen zie je de nieuwe regels, in het rood verwijderde regels. Voer die wijzigingen dan door in group_vars/all.yml. Pas daarna de configuratie opnieuw toe met:

ansible-playbook -i inventory nas.yml -b -K

Ansible-NAS dashboard leren kennen

Vanaf nu deelt je nas de ingestelde mappen op je netwerk. In Windows heb je er dan ook eenvoudig toegang tot in Windows Verkenner. Maar wat kun je verder nog met Ansible-NAS? Het eerste wat je het best doet, is alle extra diensten die je in het configuratiebestand van Ansible-NAS ingesteld hebt, toevoegen aan het dashboard van Heimdall.

Het concept van Heimdall klinkt misschien wat simpel en nutteloos: het is een eenvoudige webserver met één webpagina waaraan je icoontjes van webapplicaties kunt toevoegen. Meer niet. Maar als je zoals in het geval van Ansible-NAS allerlei diensten installeert die elk hun eigen webinterface hebben, verlies je al gauw het overzicht als je niet één plaats hebt waarvandaan je ze allemaal kunt bereiken. Daarin blinkt Heimdall uit, dat standaard op poort 10080 van je nas draait.

©PXimport

Open het dashboard daarom in je webbrowser (http://IPADRESNAS:10080) en klik rechtsonder op het icoontje met de drie horizontale streepjes. Klik op Add en vul dan een naam en url in van de dienst die je wilt toevoegen. Als de dienst door Heimdall ondersteund is, verschijnt de naam van de dienst ook bij Application Type, waar je overigens zelf ook het type kunt instellen als je bijvoorbeeld je OPNsense-router liever ‘router’ noemt in je dashboard. Je kunt ook nog een icoontje of achtergrondkleur instellen. Controleer tot slot nog of bovenaan Pinned ingeschakeld staat en klik op Save om de dienst aan je dashboard toe te voegen.

Doe dit nu voor alle diensten van Ansible-NAS, waarvan je de poortnummers in de documentatie van Ansible-NAS vindt. Je kunt overigens ook prima andere websites toevoegen, zoals je webmail of andere websites die je vaak gebruikt.

Docker-containers

Ansible-NAS installeert alle diensten (behalve het bestandsbeheer) in Docker-containers. Een container is een soort virtuele machine, maar die dezelfde kernel als het onderliggende besturingssysteem gebruikt. Door elke dienst in een afzonderlijke container te isoleren, garandeer je dat ze elkaar niet in de weg zitten en tot incompatibiliteitsproblemen leiden.

Voor gewoon gebruik hoef je je daar niets van aan te trekken, maar als je wat geavanceerdere configuratietaken wilt uitvoeren of zelfs extra diensten wilt installeren die Ansible-NAS standaard niet ondersteunt, dan komt het wel van pas dat je met Docker kunt werken. Zie daarvoor het kader ‘Containers beheren met Portainer’.

Ansible-NAS bevat talloze extra diensten die je kunt installeren. Bij vele volstaat het om in het bestand group_vars/all.yml een variabele met de naam van de dienst en dan _enabled op true te zetten om de dienst in te schakelen. Extra configuratiemogelijkheden zoals gebruikersnamen, directory’s enzovoort voor die specifieke dienst vind je onderaan het configuratiebestand. Bekijk ook zeker de online documentatie van Ansible-NAS, want daarin staat voor een deel van de diensten nog wat extra uitleg.

Elke keer nadat je het configuratiebestand aangepast hebt, dien je de Ansible-configuratie toe te passen:

https://www.docker.com/

Dat installeert de benodigde Docker-container en stelt je configuratie in.

Een gebruiksvriendelijke webinterface voor Docker is Portainer. Het is naast Heimdall de enige andere dienst die Ansible-NAS standaard inschakelt, precies omdat beide diensten zo handig zijn. Je vindt Portainer op poort 9000. Log in je webbrowser in met de gebruikersnaam die je voor je Ubuntu-server aangemaakt hebt en het bijbehorende wachtwoord. Klik daarna op Containers om je containers te zien. Elke container kun je stoppen, herstarten, pauzeren, verwijderen enzovoort.

Maar let op als je een container verwijdert: de volgende keer dat je de configuratie van Ansible-NAS toepast, wordt de container opnieuw aangemaakt als je die niet uitgeschakeld hebt in het bestand group_vars/all.yml. Met een klik op Add container kun je overigens extra diensten installeren die Ansible-NAS niet voorziet. Typ daarvoor bij Image de naam in van een image dat op Docker Hub staat.

©PXimport

Interessante diensten op je nas

Het zou te ver gaan om op alle diensten van Ansible-NAS in te gaan, maar we noemen enkele interessante diensten. Watchtower is interessant omdat die dagelijks van al je containers de nieuwste versie downloadt en ze herstart met die nieuwe versie als er een update is. Cloudflare Dynamic DNS Updater werkt je dynamische dns bij Cloudflare bij. Traefik kan externe toegang tot al je diensten mogelijk maken, inclusief een tls-certificaat voor elke dienst via Let’s Encrypt.

Verder heb je ook allerlei diensten om multimedia te downloaden, zoals Transmission voor BitTorrent en NZBGet voor Usenet. Ook een Time Machine-dienst voor back-ups van je Macs, een DLNA-server, Plex Media Server en zelfs Nextcloud om je bestanden met anderen te delen. Kortom, met Ansible-NAS maak je veel meer van je nas.

▼ Volgende artikel
Review Motorola Edge 60 Pro – AI werpt z’n schaduw
© Wesley Akkerman
Huis

Review Motorola Edge 60 Pro – AI werpt z’n schaduw

De laatste paar maanden verschijnen er steeds potentere midrange smartphones. Nu zit je met de Motorola Edge 60 Pro wel aan de bovenste kant van die markt, maar dat neemt niet weg dat je nog steeds veel waar voor je geld kunt krijgen.

Oké
Conclusie

Hoewel de Motorola Edge 60 Pro op hardwarevlak lekker scoort met zijn krachtige processor, uitstekende accuduur en een over het algemeen goed display, wordt de algehele gebruikerservaring onderuit geschoffeld door de software. Waar Motorola voorheen uitblonk met een relatief schone Android-ervaring, stelt de Edge 60 Pro teleur met een toename aan vooraf geïnstalleerde apps en een AI-integratie die nog niet volwassen is en de Nederlandse taal mist.

Plus- en minpunten
  • Prachtig p-oledscherm
  • Uitmuntende accuduur
  • Relatief snel op te laden
  • Potente processor
  • Prima game-smartphone
  • Veel nadruk op AI
  • AI werkt niet volledig in het Nederlands
  • Sommige functies vereisen een abonnement
  • Veel dataverzameling
  • Camera's met wisselende kwaliteit
  • Beeldstabilisatie

De Motorola Edge 60 Pro ligt in de winkels voor een adviesprijs van 599,99 euro. Voor dat geld krijg je een royale 12 GB werkgeheugen en 512 GB opslagruimte – een uitstekende deal dus. De prijs is gelijk gebleven aan die van zijn voorganger, maar onder de motorkap is er wel het nodige veranderd. De nieuwe Edge heeft een snellere processor, een krachtiger accu, een volledig vernieuwd camerasysteem en – opvallend – een flinke upgrade van het oplaadvermogen.

Net als eerdere modellen is de Edge 60 Pro slank, licht en compact, met een luxe uitstraling dankzij de aflopende schermranden. Met een gewicht van 186 gram ligt het toestel prettig in de hand. De achterkant is bekleed met veganistisch leer, wat niet alleen zorgt voor extra grip, maar ook voorkomt dat je last hebt van vingerafdrukken. En met zowel een IP68- als IP69-certificering is de smartphone uitstekend bestand tegen water en stof.

©Wesley Akkerman

Duurzaam en prachtig display

Terwijl veel andere fabrikanten de gebogen schermranden inmiddels links laten liggen, gaat Motorola er juist vol voor. Het geeft de Edge 60 Pro een premium uitstraling, maar brengt ook een klein nadeel met zich mee: in fel licht kunnen de randen reflecteren, iets waar je bij een plat scherm geen last van hebt. Storend is het niet direct, maar het valt wel op. Gelukkig maakt het p-oledscherm veel goed. Kleuren spatten van het display, het contrast is uitstekend en content kijken is dan ook een genot.

De vingerafdrukscanner zit netjes in het scherm verwerkt en reageert snel. Het display zelf biedt een scherpe resolutie van 2712 bij 1220 pixels en een verversingssnelheid tot 120 Hertz, wat zorgt voor soepele beelden. Ook de helderheid is dik in orde, zelfs op zonnige dagen. Mooi meegenomen is de keuze voor het stevige Gorilla Glass 7i aan de voorkant, een krasbestendige laag die tegen een stootje kan en het scherm goed beschermt bij dagelijks gebruik.

©Wesley Akkerman

Capabele processor voor gaming

De Motorola Edge 60 Pro draait op de Mediatek Dimensity 8350 Extreme, en dat is een flinke stap vooruit ten opzichte van de Edge 50 Pro. Vooral voor wie graag games op zijn smartphone speelt, is dit goed nieuws. Maar ook bij alledaags gebruik – van appen en mailen tot bellen, browsen en foto's maken – draait het toestel soepel. Tijdens het testen zijn we geen haperingen, vertragingen of andere storende zaken tegengekomen.

Ben je van plan om te gamen op de Edge 60 Pro, houd er dan wel rekening mee dat het toestel bij intensief gebruik warm kan worden. Dat gebeurt niet snel, maar bij grafisch zware 3D-games kan de temperatuur merkbaar oplopen, wat de prestaties wel iets kan beïnvloeden. De meeste casual games draaien probleemloos, maar bij zwaardere titels uit de Play Store speel je doorgaans op medium instellingen. Dat is niet ongebruikelijk in deze prijsklasse, en het toestel houdt zich daar prima staande.

©Wesley Akkerman

Meer energie, iets langere laadtijd

Een van de grootste veranderingen ten opzichte van het vorige model is de accu. Die heeft nu een indrukwekkende capaciteit van 6000 mAh, terwijl de voorganger met 4500 mAh al prima presteerde. Met de Edge 60 Pro haal je moeiteloos het einde van dag twee, zelfs als je af en toe een potje gamet. Die extra accuduur komt echter met een kleine keerzijde: de oplaadsnelheid is verlaagd van 125 naar 90 watt. Nog steeds snel, maar wel een stapje terug.

In de praktijk merk je daar weinig van. Tenzij je de Edge 60 Pro direct naast zijn voorganger legt, zul je het verschil nauwelijks opmerken. Opladen van 0 naar 100 procent duurt minder dan 50 minuten, en met een halfuurtje zit je vaak al rond de 75 procent. Draadloos laden is wél flink afgeremd: dat gaat nu met maximaal 15 watt, terwijl dat bij het vorige model nog 50 watt was. Een duidelijke concessie, al zal het voor veel gebruikers geen breekpunt zijn.

©Wesley Akkerman

De software was altijd zo goed…

Op softwaregebied heeft Motorola een aantal veranderingen doorgevoerd die niet voor iedereen positief zullen uitpakken. Zo staan er nu meer vooraf geïnstalleerde apps op het toestel, en is er een nieuwe AI-omgeving toegevoegd, ontwikkeld in samenwerking met Perplexity AI. Net als bij de Nothing Phone 3a krijg je daar via een aparte knop snel toegang toe. Daarmee kun je bijvoorbeeld meldingen laten samenvatten of informatie opvragen.

Leuk in theorie, maar in de praktijk werkt dat nog niet met alle apps. Toch zitten er handige functies tussen: zo kun je de assistent vragen om iets voor je te onthouden, zoals een foto of screenshot, die je later eenvoudig kunt terugvinden. Een duidelijke beperking is echter dat deze AI-functies alleen in het Engels werken. En hoewel we in Nederland vaak prima overweg kunnen met die taal, gaat dat ongetwijfeld ten koste van de toegankelijkheid voor sommige gebruikers.

©Wesley Akkerman

50x

Veel AI-opties

Een andere nieuwe functie is Playlist Studio. Daarmee kun je een afspeellijst laten samenstellen op basis van je eigen prompt. Klinkt veelbelovend, maar er zit een flinke beperking aan: het werkt alleen met Amazon Music, en dan ook nog uitsluitend als je een actief abonnement hebt. Daardoor zal deze functie voor veel gebruikers nauwelijks bruikbaar zijn. Image Studio – eveneens in samenwerking met Perplexity – is wél geslaagd. Hiermee maak je eenvoudig achtergronden, stickers en andere visuals, precies zoals je zou verwachten.

Daarnaast kun je rekenen op de kracht van Google Gemini, die je activeert door de powerknop ingedrukt te houden. Daarmee stel je vragen of geef je opdrachten, net als bij Google Assistant. Ook Circle to Search is aanwezig, een handige manier om snel informatie op te vragen over elementen uit foto's of screenshots. De nieuwe Moto AI-knop aan de linkerkant van het toestel is speciaal bedoeld voor deze AI-functies, maar is helaas niet aanpasbaar. Zonde, vooral voor wie weinig gebruikmaakt van Motorola's eigen AI-platform.

3x

2x

Veel dataverzameling

Opvallend is dat Motorola twee verschillende nieuwsoverzichten in zijn software-omgeving aanbiedt. Veeg je op het thuisscherm naar rechts, dan verschijnt de vertrouwde Google-feed – al kun je die eventueel uitschakelen. Daarnaast is er binnen het app-overzicht nóg een nieuwsoverzicht, afkomstig van een andere aanbieder. Het maakt duidelijk dat er veel gebeurt op het gebied van dataverzameling en -verwerking. Dat is op zich niets nieuws, maar Motorola zet het nu opvallend zichtbaar neer.

De Edge 60 Pro draait op Android 15 en krijgt drie jaar lang software-upgrades en vier jaar beveiligingsupdates. Daarmee loopt Motorola duidelijk achter op merken als Samsung en Google, die ruimere termijnen hanteren. Volgens Motorola sluit dit beleid echter aan op het werkelijke gebruik van hun toestellen. Intern onderzoek zou uitwijzen dat gebruikers hier tevreden mee zijn – reden genoeg voor het bedrijf om daar niets aan te veranderen. Toch voelt het als een gemiste kans: het drukt de langetermijnwaarde van een verder prima smartphone.

1x

0,5x

Solide camera’s, maar…

Het camerasysteem van de Motorola Edge 60 Pro levert over het algemeen degelijke fotoprestaties. De hoofdcamera heeft een resolutie van 50 megapixel, net als de ultragroothoeklens die ook dienstdoet als macrocamera. Daarnaast is er een telelens van 10 megapixel, goed voor 3x optische zoom en tot 50 keer digitale zoom. Aan de voorkant vind je een selfiecamera van eveneens 50 megapixel, met een lichtsensor die zorgt voor betere belichting en witbalans.

De lenzen produceren heldere, scherpe foto's, en dankzij de samenwerking met Pantone ogen kleuren meestal natuurlijk en accuraat, ook bij beweging of in lastige lichtomstandigheden. De HDR-prestaties zijn sterk, met veel detail in zowel lichte als donkere delen. Een minpunt is de neiging tot overbewerking: sommige foto's worden te sterk verscherpt, waardoor ze kunstmatig aanvoelen. Dat doet wat denken aan de beeldverwerking van sommige Samsung-toestellen.

0,5x

1x

Problemen in het donker

De hoofdcamera doet het prima bij daglicht, maar zodra het donker wordt, levert hij zichtbaar in op scherpte en detail. De ultragroothoeklens schiet bij goed licht acceptabele foto's, al vertaalt de sensor-upgrade zich niet altijd in betere beeldkwaliteit. In situaties met weinig licht vallen de prestaties flink tegen. De grootste tegenvaller is de telelens. Door de kleine sensor heeft die moeite met helderheid en dynamisch bereik, en de digitale zoom kun je sowieso beter links laten liggen.

De selfiecamera scoort daarentegen wél punten, met realistische huidtinten en scherpe beelden. Het bokeh-effect – waarbij de achtergrond onscherp wordt – is wisselend, en ook kun je kleurverschillen opmerken tussen de verschillende lenzen. Het zwakste punt van de Edge 60 Pro is echter de videokwaliteit. De beeldstabilisatie schiet tekort, waardoor video's al snel schokkerig aanvoelen. Onbruikbaar is het niet, maar op dit prijsniveau had Motorola meer mogen bieden.

2x

3x

Motorola Edge 60 Pro kopen?

De Motorola Edge 60 Pro scoort op hardwarevlak overtuigend, met een krachtige processor, een indrukwekkende accuduur en een helder, prettig scherm. Toch wordt de gebruikerservaring flink geremd door de software. Waar Motorola vroeger bekendstond om zijn schone Android-ervaring, oogt de Edge 60 Pro rommeliger dan ooit. De hoeveelheid voorgeïnstalleerde apps is toegenomen, en de AI-integratie voelt onaf – zeker omdat ondersteuning voor de Nederlandse taal ontbreekt.

De niet-aanpasbare AI-knop, de dubbele nieuwsfeeds met bijbehorende dataverzameling en het magere updatebeleid van drie jaar werpen een flinke schaduw over de solide hardwarebasis. Deze softwarematige concessies zorgen ervoor dat het toestel niet de verfijnde, toegankelijke ervaring biedt die je van Motorola zou verwachten. Zonder alle onvolwassen AI-toeters en bellen – en ondanks de wisselende camerakwaliteit – hadden we de Edge 60 Pro met gemak kunnen aanraden. Maar nu blijft er vooral een gevoel van gemiste kansen hangen.

▼ Volgende artikel
Weg met die waas: zo maak je de ruit van je oven of magnetron schoon
© AK | ID.nl
Huis

Weg met die waas: zo maak je de ruit van je oven of magnetron schoon

Een oven wordt flink heet tijdens het gebruik, en ook in een magnetron met grill- of ovenfunctie kan de temperatuur behoorlijk oplopen. Daardoor verdampt vet of spettert eten sneller tegen de binnenkant van de deur. Zelfs bij een gewone magnetron kunnen spetters en condens zich ophopen op het ruitje. Na een tijdje is het glas zo vettig of bruin dat je nauwelijks nog naar binnen kunt kijken. Niet gevaarlijk, wél vervelend. Gelukkig is het schoonmaken van die ruit minder lastig dan je denkt!

Dit artikel in het kort:

  • Hoe ontstaat die aanslag eigenlijk?
  • Wat heb je nodig?
  • Stap voor stap schoonmaken
  • Let op bij zelfreinigende ovens
  • Wat moet je níet doen?
  • En daarna? Zo houd je het ruitje schoon

Lees ook: Magnetron kopen? Dit is waar je op moet letten

Hoe ontstaat die vettige aanslag eigenlijk?

Tijdens het verwarmen van eten verdampt vet. In een oven branden die vetdruppeltjes langzaam in op het glas, zeker bij temperaturen boven de 180 graden. Ook etensresten die over de rand borrelen of spetteren kunnen tegen het ruitje aankomen. In een magnetron gebeurt min of meer hetzelfde, al speelt condens daar ook een rol. Het resultaat is een doffe waas die met alleen een vaatdoekje niet meer weggaat.

Wat heb je nodig?

Met een paar alledaagse schoonmaakmiddelen kun je die bruine aanslag al te lijf gaan:

🞐 Warm water
🞐 Scheutje afwasmiddel
🞐 Zachte doek (liefst microvezel)
🞐 Oude tandenborstel
🞐 Klein beetje baking soda
🞐 Schoonmaakazijn of citroensap
🞐 Eventueel een plastic schrapertje (géén metaal)

Let op: laat de oven of magnetron altijd goed afkoelen voor je begint.

Stap voor stap schoonmaken

Begin met de buitenkant van de ruit. Maak een lauwwarm sopje met afwasmiddel en veeg het glas schoon met een microvezeldoek. Hardnekkige plekken? Maak een dik papje van baking soda en een beetje water. Smeer dit op de vlekken en laat het tien minuten zitten. Daarna veeg je het eenvoudig weg met een vochtige doek.

Voor de binnenkant helpt het om vet eerst los te weken. Maak een doek nat met heet water en een flinke scheut azijn of citroensap. Houd deze een paar minuten tegen de binnenkant van het ruitje aan – of leg de doek er voorzichtig op, als dat lukt. De warmte en het zuur helpen om het vet los te weken. Gebruik daarna een tandenborstel om voorzichtig langs de randjes te schrobben.

Sommige ovens hebben een dubbele glasplaat. In veel gevallen kun je die losmaken om ook daar tussen schoon te maken. Kijk hiervoor in de handleiding van je oven: vaak zitten er klemmetjes of schroeven aan de bovenrand van de ovendeur. Wees voorzichtig en zorg dat je alles stevig terugplaatst.

©Андрей Журавлев

Let op bij zelfreinigende ovens

Heb je een zelfreinigende oven? Dan werkt het schoonmaken net even anders. Sommige ovens hebben een pyrolysefunctie: hierbij wordt de oven verhit tot zo'n 500 graden, waardoor vet en vuil veranderen in as. Dat kun je daarna eenvoudig opvegen met een doek. Andere modellen gebruiken katalyse of stoomreiniging. In al deze gevallen geldt: gebruik géén agressieve middelen op de wanden of het glas, want daarmee kun je de speciale coating beschadigen.

Ook belangrijk: de ruit kan tijdens zo'n reinigingsprogramma flink heet worden. Wacht dus altijd tot de oven volledig is afgekoeld voor je eraan begint. En poets het glas alleen met zachte doeken en neutrale middelen, zoals lauw water met een druppeltje afwasmiddel. Baking soda of citroen kun je in dit geval beter vermijden, tenzij je zeker weet dat jouw oven geen speciale coating heeft.

Wat moet je níet doen?

Gebruik geen schuursponsjes of staalwol. Ook ovenreiniger en agressieve sprays zijn geen goed idee op glas: ze kunnen het ruitje beschadigen of dof maken. Gebruik bij voorkeur ook geen mesjes of metalen schrapers – hoe verleidelijk dat soms ook is. Krassen zijn snel gemaakt en vrijwel niet meer weg te werken.

En daarna? Zo houd je het ruitje schoon

Veeg de ruit na elk gebruik even kort na met een vochtige doek, vooral als je ziet dat er gespetterd is. Dat kost je amper tijd en voorkomt dat vuil zich opbouwt. Gebruik je ovenschalen die kunnen overkoken? Zet er een lekbak onder. En voor magnetrons werkt een eenvoudig spatdekseltje echt verrassend goed – die vangt het meeste op.