ID.nl logo
Alles over het nieuwe internetprotocol HTTP/3
© PXimport
Huis

Alles over het nieuwe internetprotocol HTTP/3

Geen enkele internetgebruiker kan buiten het http-protocol. Dat ligt immers aan de basis van de datacommunicatie binnen het wereldwijde web en ook op lokale netwerken zoals een intranet. Intussen is dit protocol aan versie 3 toe en de ondersteuning hiervoor neemt gestaag toe.

Http staat voor hypertext transfer protocol, een applicatieprotocol dat vanaf 1989 werd ontwikkeld onder aanvoering van Tim Berners-Lee, de ‘vader’ van het wereldwijde web. Het is een client-serverprotocol bedoeld om digitale bronnen op te halen

als html-documenten, maar ook afbeeldingen en video, door middel van afzonderlijke berichten in een request-response-structuur. Aanvankelijk was het bedoeld om over een al dan niet met tls-versleutelde tcp-connectie (Transmission Control Protocol) te worden verstuurd, maar ook andere transportprotocollen zijn mogelijk, zoals in http/3.

Om goed te begrijpen wat mogelijkheden van http/3 zijn, moet je eigenlijk weten hoe het http-protocol is geëvolueerd.

1991: Tim Berners-Lee stelde het initiële http-protocol voor (pas later http/0.9 genoemd). Het ging om een simpel protocol, waarbij de verbinding tussen server en client na elk request werd afgesloten. 1996: Http/1.0 was een broodnodige uitbreiding op het eerste ontwerp. waarbij het response object niet langer tot hypertext is beperkt, maar bijvoorbeeld ook een afbeelding kon zijn (hypermedia transfer protocol zou eigenlijk logischer zijn). 1999: Versie http/1.1 focuste zich vooral op het optimaliseren van de snelheid, met functies als keepalive-connecties en extra caching-mechanismen. 2015: Eindelijk werd opvolger http/2 geïntroduceerd. Dit protocol werd initieel gemodelleerd op Googles spdy en beoogde vooral kortere latentietijden, onder meer door efficiënte headercompressie, ondersteuning voor server push en request-prioritering, en request en response multiplexing. 2018: De IETF erkent de naam http/3. Dit protocol is gebaseerd op een eerder rfc-concept: http via quic. De belangrijkste verschuiving is het gebruik van het (snellere) udp in plaats van tcp. Quic implementeert tevens een eigen cryptolaag.

De eerste definitieve publicatie van het http/1.0-protocol dateert alweer van 1996. In deze versie werd voor elke request-response-uitwisseling tussen client en server een nieuwe tcp-connectie gemaakt. Deze werkwijze betekende echter flink wat latency (vertraging) aangezien elk verzoek door een tcp- (en tls-)handshake werd voorafgegaan. Meer zelfs, aangezien tcp absoluut opstoppingen wil vermijden, wordt er bij de initialisatie van zo’n connectie een ‘slow start’-mechanisme ingelast, wat voor verdere vertraging zorgt.

Http/1.1 trachtte dit latency-probleem enkele jaren later aan te pakken door middel van ‘keep-alive’-connecties. In deze revisie kon eenzelfde connectie namelijk verschillende keren worden hergebruikt om afbeeldingen, stijlbladen en scripts te downloaden nadat de webpagina was doorgestuurd. Dat was geen ideale oplossing, aangezien alle afzonderlijke verzoeken nog altijd na elkaar moesten worden uitgevoerd.

Eerst http/2

Het duurde nog meer dan tien jaar er beterschap kwam, met de komst van Googles spdy-experiment (lees als ‘speedy’) en naderhand met http/2. Die zorgden er namelijk voor dat verschillende requests parallel over een enkele tcp-verbinding kon worden verstuurd (multiplexing). Dat leverde vooral voordeel op wanneer een webpagina uit heel wat elementen was opgebouwd. Dit vind je bijvoorbeeld mooi geïllustreerd op https://http2.golang.org/gophertiles.

Een ander voordeel van http/2 is de ondersteuning van push responses. Hierbij kan een server proactief bepaalde pagina-elementen naar de client(cache) sturen, zodat de server hiervoor niet op expliciete requests hoeft te wachten. Volgens zeer recente cijfers van W3Techs zou circa 43 procent van de websites http/2 ondersteunen: een stijging van zo’n 30 procent in één jaar tijd.

Toch lost ook http/2 niet alle problemen op. Immers, ook wanneer er slechts bij één request dataverlies optreedt, bijvoorbeeld ten gevolge van netwerkopstopping, heeft dat een impact op alle request/responses binnen diezelfde tcp-connectie.

Quick Udp Internet Connections / Quic

Precies het feit dat tcp diverse mechanismen opzet voor een betrouwbare transmissie, maakt het in deze tijden van multimediaal internet niet het meest geschikte transportmiddel voor http. Daarom ook zet http/3 in op een nieuw internet transportprotocol, bedacht door Google: quic (Quick Udp Internet Connections).

Quic-datastreams maken gebruik van dezelfde verbinding zodat er geen extra handshakes of slow starts nodig zijn. Bovendien worden deze streams onafhankelijk van elkaar doorgestuurd, zodat dataverlies bij de ene stream doorgaans geen impact op de andere streams heeft.

©PXimport

De ‘magie’ achter deze techniek is eigenlijk simpel: quic-pakketten worden bovenop udp-datagrammen ingekapseld. Udp op zich mag dan een minder betrouwbaar protocol zijn dan tcp, het feit dat er nauwelijks controlemechanismen zitten ingebouwd maakt het protocol wel merkbaar sneller.

Komt daarbij dat de quic-implementaties, inclusief de (beperkte) opstopping-controle-algoritmen, zich in ‘user space’ bevinden. Dit maakt het makkelijker om het quic-protocol te updaten, zonder dat het onderliggende besturingssysteem betrokken wordt – wat wel het geval is bij tcp. Verder combineert quic de typische tcp-handshake met die van tls 1.3, waardoor authenticatie en encryptie standaard voorzien zijn en bovendien minder vertraging veroorzaken dan via tls/tcp.

Hearder-compressie

Je zou je natuurlijk de vraag kunnen stellen waarom men een nieuwe http-revisie nodig achtte en niet gewoon http/2 (dat al ondersteuning biedt voor multiplexing) bovenop quic inzette. Dat heeft vooral te maken met de header-compressie. Deze zorgt ervoor dat er minder bytes vereist zijn om headers te versturen, met allerlei relevante informatie voor client en server.

In http/2 wordt hiervoor het hpack-formaat gebruikt en de werking hiervan steunt grotendeels op een specifieke volgorde van http-requests en -responses. In tegenstelling tot hpack garandeert de header-compressie van quic (qpack genoemd) geen vaste volgorde tussen de verschillende streams. Qpack is dus niet zomaar compatibel met http/2, wat heeft geleid tot een nieuwe http-revisie. Daarbij komt dat sommige eigenschappen van http/2 (zoals flowcontrole per stream) al in quic zelf zitten ingebouwd, zodat ze uit de eigenlijke http/3-specificatie konden worden weggehaald.

Actuele status

De naam http/3 werd al in november 2018 door het IETF (Internet Engineering Task Force) goedgekeurd en is momenteel nog een rfc-draft, op weg dus naar een definitieve rfc-status. Volgens cijfers van W3Techs ondersteunt op het moment van schrijven circa 4,7 procent van alle websites dit nieuwe protocol. Dat lijkt weinig, maar de trend lijkt onomkeerbaar: op 1 januari van dit jaar bijvoorbeeld was dat nog geen 2,3 procent.

Heel wat grote sites ondersteunen het protocol inmiddels al, waaronder Google, YouTube en Facebook. geekflare.com/http3-test kun je terecht voor twee online tests waarmee je nagaat of een bepaalde site al ondersteuning biedt – probeer het bijvoorbeeld uit met facebook.com. Ontvang je graag een e-mailnotificatie wanneer nog andere bekende sites overstag gaan, dan kun je je hiervoor inschrijven via de site van W3Techs.

Ook op clientniveau zit er duidelijk beweging. Zo ondersteunen Google Chrome (sinds september 2019 in de Canary-build en sinds december 2019 in Chrome 79) evenals Firefox vanaf versie 72.0.1 het nieuwe http-protocol. In deze laatste moet je de functie weliswaar zelf nog even activeren. Dat doe je als volgt. Tik about:config in en zoek naar network.http.http3.enabled. Klik op de knop Omschakelen om de functie op True in te stellen.

▼ Volgende artikel
Consumenten testen: de snoerloze Philips 5000 Series XC5041/01 steelstofzuiger
© Philips
Huis

Consumenten testen: de snoerloze Philips 5000 Series XC5041/01 steelstofzuiger

De Philips 5000 Series XC5041/01 is een snoerloze steelstofzuiger met een geïntegreerde dweilfunctie. Met een batterijduur tot 60 minuten, een LED-mondstuk voor beter zicht op vuil en een lichtgewicht ontwerp maak je er eenvoudig en grondig mee schoon. Maar hoe bevalt hij in de praktijk? Lees hier wat het Review.nl Testpanel van de Philips 5000 Series XC5041/01 vond.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Philips

De Philips 5000 Series XC5041/01 combineert stofzuigen en dweilen in één handeling, dankzij de Aqua-module. De PowerCyclone 10-technologie zorgt voor een krachtige zuigprestatie, terwijl de LED-verlichting verborgen stof zichtbaar maakt. De stofzuiger heeft een accuduur tot 60 minuten in de zuinige modus en beschikt over een intuïtief scherm waarop de batterijstatus en zuigkrachtmodus worden weergegeven.

De Philips 5000 Series XC5041/01 heeft van de testers een gemiddelde reviewscore van 7,6 gekregen. Vooral de wendbaarheid, de LED-verlichting en het snoerloze gemak worden geprezen. Hieronder worden de ervaringen van de testers uitgebreid besproken.

Wendbaar, licht en makkelijk in gebruik

Veel testers zijn enthousiast over hoe makkelijk de stofzuiger in gebruik is. Tester M. zegt: "Hij is erg wendbaar en het licht op de zuigmond maakt dat het stof goed zichtbaar is." Ook Testertje99 merkt op: "Het is een mooie stofzuiger die licht van gewicht is, waardoor hij fijn en flexibel in gebruik is." Dat hij snoerloos is, wordt als een grote pre gezien. Mysteriewoman zegt: "Doordat hij draadloos is en makkelijk te pakken is, zul je ook sneller even een rondje stofzuigen." CleanExpert voegt toe: "Met een hond in huis die standaard elke dag een modderboeltje meebrengt, is het fijn om snel en zonder snoer te kunnen stofzuigen."

©Philips

Batterijduur en laadtijd

Over de batterijduur zijn de meningen verdeeld. Sommige testers ervaren geen problemen. Mariel6 zegt: "Voor mijn compacte appartement is het perfect." Ook SYak is tevreden: "Met de batterij kun je makkelijk twee verdiepingen schoonzuigen en dweilen tegelijk, drie verdiepingen haalt hij helaas niet." Anderen vinden de accuduur te kort. AVD merkt op: "Zelfs op de middelste stand is het niet mogelijk heel ons huis, ca. 100 m², in één keer schoon te maken. Zodra de batterij aan de oplader hangt duurt het ook erg lang voor deze weer vol is, meer dan vijf uur."

©Philips

Zuigkracht en prestaties

Testers zijn tevreden over hoe deze stofzuiger zijn werk doet. Capes68 zegt: "Wat echt heel goed is, is de zuigkracht. Of het nu een harde vloer is of een karpet, hij zuigt alles prima op." Toch zijn er enkele testers die de zuigkracht op bepaalde standen minder vinden. Stimsle zegt: "Als ik het vloerkleed in de woonkamer goed wil zuigen, is stand 3 wel nodig. Maar dan is de accu in 10 minuten leeg." Ook de LED-verlichting op de zuigmond wordt door meerdere testers als positief ervaren. JeroenS zegt: "De verlichting op de zuigmond laat goed zien waar nog stof ligt, vooral handig onder meubels." En CleanExpert merkt nog op: "Vooral die handstofzuiger is ideaal; gewoon loskoppelen en klaar ben je voor al die pootafdrukken en kruimels."

©Philips

Dweilfunctie: handig, maar niet perfect

De dweilfunctie wordt wisselend beoordeeld. Sommige testers vinden het een handige toevoeging. SYak zegt: "Dweilen en stofzuigen in één was altijd al mijn droom, ik ben nu twee keer sneller klaar dan voorheen." Capes68 merkt op: "De dweilfunctie met microvezel doek is een mooi extraatje. Naast dat dit super efficiënt is en je veel tijd gaat schelen hebben wij ook ervaren dat het huis veel minder stof rond dwarrelt wat zeker scheelt als je een allergie hebt voor stof. Dit in combi met de zuigkracht is voor ons de grootste plus van deze steelstofzuiger." Niet alle testers delen dit enthousiasme. Zo vindt Mariel6 het bijvoorbeeld een nadeel dat je de waterhoeveelheid bij het dweilen niet kunt regelen. En Mysteriewoman zegt: "Het is geen vervanging van het normale dweilen, want het doekje is klein. Maar," voegt ze eraan toe, "om even tussendoor wat vlekken van de vloer te verwijderen is het erg handig."

"Wat echt heel goed is, is de zuigkracht. Of het nu een harde vloer is of een karpet, hij zuigt alles prima op."

- Capes68

Onderhoud en gebruiksgemak

Het schoonmaken van de stofzuiger vinden de meeste testers eenvoudig. Stimsle zegt: "Je kunt het stofreservoir makkelijk losmaken." Capes68 voegt toe: "Het reinigen van de verschillende componenten is een fluitje van een cent." Wienkie vond wel het legen van de stofbak terwijl hij hangt lastig: "Je kunt er net met je vingers bij om hem los te maken."

©Philips

✅ Pluspunten

  • Licht en wendbaar

  • Snoerloos

  • LED-verlichting

  • Dweilfunctie als extra toevoeging

❌ Minpunten

  • Lange oplaadtijd

  • Waterafgifte bij dweilen niet regelbaar

Eindoordeel

De Philips 5000 Series XC5041/01 is een lichte, wendbare en snoerloze stofzuiger die ideaal is voor snelle schoonmaakbeurten. Testers waarderen vooral de LED-verlichting, het lichte gewicht en het gebruiksgemak. De batterijduur is voor kleinere woningen prima, maar voor grotere huishoudens kan hij tekortschieten. De dweilfunctie is een handige toevoeging, maar vervangt niet het reguliere dweilen. Al met al beoordelen de testers deze stofzuiger met een nette 7,6.

Philips 5000 Series XC5041/01 snoerloze steelstofzuiger

Op Kieskeurig.nl
▼ Volgende artikel
Hisense in 2025: nieuwe modellen en miniled-verbeteringen
© Eric Beeckmans | ID.nl
Huis

Hisense in 2025: nieuwe modellen en miniled-verbeteringen

Het 2025-aanbod van Hisense focust zich duidelijk op de verbetering van miniled, zo blijkt uit het persevent waar wij aanwezig waren. Lichte verbeteringen van het aantal zones en piekhelderheid zijn de grootste vernieuwingen. Bij de topmodellen is er een opmerkelijke vernieuwing met rgb-miniled, al zal dat voorlopig alleen in een extreem grote maat beschikbaar zijn.

We beginnen met een groot model. De UXQ is een schoolvoorbeeld van wat een vlaggenschip wordt genoemd. Het model is alleen beschikbaar in een 116 inch beeldmaat. Maar het is niet dat enorme formaat waarmee deze tv opvalt. De UXQ maakt gebruik van een gloednieuwe rgb-miniled-achtergrondverlichting. Daarin is elke miniled samengesteld uit een aparte rode, groene en blauwe miniled. Daardoor kan de UXQ niet alleen dimmen in enorm veel zones (een exact cijfer kregen we niet) om contrast te verbeteren, maar kan hij in die zones ook de kleuren individueel dimmen. Die aanpak heeft belangrijke voordelen.

De UXQ heeft een hogere helderheid (tot 10.000 nits), een breder kleurbereik (tot 97% Rec.2020) en efficiënter energieverbruik (tot 20% ten opzichte van qd-oled). Dat zijn bijzonder indrukwekkende getallen. Maar het mag wel duidelijk zijn dat dit toestel niet voor iedereen zal zijn. De 116 inch UXQ komt beschikbaar in de tweede helft van 2025.

Uitgebreid miniled-aanbod

Bij de miniled-modellen (te herkennen aan de vermelding miniled ULED), is er een nieuwkomer. De E8Q is nu het goedkoopste miniled-model. Hij voegt zich bij de U8Q, U7Q Pro en U7Q. Al die toestellen ondersteunen Dolby Vision IQ en HDR10+ Adaptive. Voor het eerst zijn er modellen met vier HDMI 2.1-poorten (de UXQ en de U7Q Pro). Verversingssnelheden gaan tot 165Hz (vanaf de U7Q Pro) en er is ondersteuning voor FreeSync Premium (vanaf de E8Q). Grote modellen winnen aan populariteit en Hisense komt om die reden met een ruim aanbod van tv's van 100 inch. Zowel de U8Q, U7Q Pro, U7Q en E7Q Pro zijn beschikbaar in die maat.

U8Q: heldere topper

De U8Q was helaas nog niet te zien op het Hisense-event, maar het toestel belooft in elk geval topprestaties. Deze miniled QLED-tv zal tot 5.000 nits piekhelderheid leveren; dat is een stevige upgrade tegenover de 3000 nits van vorig jaar. De achtergrondverlichting is onderverdeeld in 1000 tot 6000 zones. De tv is uitgerust met een Anti-Reflection Pro-laag en gebruikt een 4.1.2-kanaals audioconfiguratie. Het toestel beschikt over slechts drie HDMI 2.1-poorten die allemaal tot 4K165Hz aankunnen. De vierde HDMI-poort is vervangen door een usb-c-poort waar een DisplayPort-signaal doorheen kan lopen, erg handig voor moderne laptops. Het is voor het eerst dat we dit op een tv terugzien.  De Hisense U8Q is beschikbaar in 100, 85, 75, 65 en 55 inch.

U7Q Pro: premium middenklasse

De U7Q Pro moet het focusmodel van Hisense worden. De miniled QLED-tv is beschikbaar in 100, 85, 75, 65 en 55 inch. Met 300 tot 1000 zones in de achtergrondverlichting en een piekhelderheid van 2000 nits biedt ook dit model een stevige upgrade tegenover de voorganger. Voor gamers is deze televisie uitgerust met vier HDMI 2.1-poorten die tot 4K165Hz aankunnen. Een anti-reflectie-laag moet de contrastprestaties bij omgevingslicht verbeteren.

©Eric Beeckmans | ID.nl

U7Q: mainstream model in veel maten

Vorig jaar was de U6N het instap miniled-model; die plaats is nu ingenomen door de E8Q. De U6N kreeg een upgrade en is nu de U7Q. Samen met de U7Q Pro is dit een focusmodel voor Hisense. De miniled achtergrondverlichting gebruikt 100 - 600 zones, en levert een piekhelderheid tot 1.000 nits. Daarmee lijkt het prima uitgerust voor betaalbaar filmplezier. Er zijn vier HDMI-poorten waarvan twee HDMI 2.1 met een 48-144Hz refreshrate en ondersteuning voor AMD FreeSync Premium. De U7Q is beschikbaar in 100, 85, 75, 65, 55 en 50 inch.

©Eric Beeckmans | ID.nl

E8Q: de goedkoopste miniled

Een nieuw model dat ook mikt op gamers, maar dat wel een miniled QLED-achtergrondverlichting biedt met rond de 120 tot 240 zones. De maximale helderheid bedraagt 600 nits, en hij beschikt over vier HDMI-poorten waarvan twee HDMI 2.1 met een 48-144Hz refreshrate en ondersteuning voor AMD FreeSync Premium. De E8Q is beschikbaar in 75, 65 en 55 inch.

©Eric Beeckmans | ID.nl

E7Q Pro: instapper voor gamers

Met dit model hoopt Hisense gamers te verleiden. De E7N Pro gebruikt een Full Array QLED achtergrondverlichting  en beschikt over vier HDMI-poorten waarvan twee HDMI 2.1 met een 48-144Hz refreshrate. De E7Q Pro is beschikbaar in 100, 85, 75, 65 en 55 inch.

©Eric Beeckmans | ID.nl

TV als kunst: S7NQ Canvas TV

Hisense mikt net als Samsung en TCL op mensen die de tv willen laten dubbelen als kunstwerk. De S7NQ Canvas TV is enkel beschikbaar in 55 inch en werd vorig jaar in het najaar geïntroduceerd. Het toestel gebruikt een edge-led QLED-achtergrondverlichting die tot 400 nits levert, heeft een 144Hz refreshrate en een mat scherm om reflecties te weren. De omlijsting is beschikbaar in drie kleuren (wit, licht hout en donker hout).

©Eric Beeckmans | ID.nl

Het smart tv-platform: VIDAA U9

VIDAA U heeft, net als de andere smart tv-platformen, een relatief stabiele vorm bereikt. Er is voor versie 9 wat gesleuteld aan de lay-out. Zo staat de rij met persoonlijke aanbevelingen nu bovenaan, met op de eerste plaats de meest recente bron. De favoriete apps staan eronder, met daar op de eerste plaats de ingangen. Zodra je het pictogram van de ingangen selecteert, verschijnen de mogelijke keuzes onderaan.

©Eric Beeckmans | ID.nl

Selecteer je een app, dan zie je aanbevelingen uit die app. Verder is er in de navigatiebalk links een sectie voor games en een voor kindercontent bijgekomen. De selectie lokale apps is wat verder uitgebreid. Zo is de app voor Tv Vlaanderen/Canal Digitaal er bijgekomen en voor België is alvast Streamz en VTM Go bevestigd. Voor een volledige lijst is het wachten op de eerste testen.  VIDAA U heeft nu ook MultiView toegevoegd waarbij je twee bronnen tegelijk op het scherm zet.

©Eric Beeckmans | ID.nl