ID.nl logo
De (on)zin van anti-lekbanden
© Maya Jane
Mobiliteit

De (on)zin van anti-lekbanden

Dat een anti-lekband nooit leegloopt, is helaas niet waar. Rijd je door een spijker, naald of glasscherf, dan bestaat er namelijk alsnog een reëele kans op lekkage. Ook een anti-lekband kan namelijk kapotgaan. Toch heeft dit product voor fietsers wel degelijk meerwaarde. We zetten de belangrijkste overwegingen voor het gebruik van extra verstevigde banden op een rij.

Een anti-lekband heeft eigenschappen die de kans op lekrijden ten opzichte van reguliere fietsbanden aanzienlijk verkleinen. Welke technieken er precies zijn toegepast, verschilt per product. Bekende merken als CST, Schwalbe, Vredestein en Continental fabriceren allerlei buitenbanden met lekbescherming.

 

Anti-lekbuitenbanden hebben tussen het loopvlak en karkas meestal een verdikte laag van elastisch rubber. Bij de wat duurdere producten is dit materiaal soms wel vijf millimeter dik. In plaats van rubber gebruiken fabrikanten ook geregeld een laagje nylonweefsel, synthetische vezels of gerecycled materiaal als ‘opvulmiddel’. De betere buitenbanden combineren meerdere materialen om de kwetsbare binnenband te beschermen. Een verdikte beschermingslaag vangt scherpe oneffenheden van het wegdek op, zoals schelpen, grind en misschien wel punaises. Daarmee beperk je de kans op het doorprikken van de buiten- en binnenband.

 

Er bestaan geschikte anti-lekbanden voor alle tweewielers, zoals stadsfietsen, mountainbikes, speed pedelecs en e-bikes. Overigens resulteert de ruime anti-leklaag wel in een iets hoger gewicht. Met name voor fanatieke sportieve fietsers is dat wellicht een heikel punt.

Fabrikanten voorzien hun anti-lekbanden van een verdikte laag, waardoor fietsers minder snel lekrijden.  

Anti-lekband kopen

Anti-lekbanden zijn bij elke (online) fietswinkel in verschillende wielmaten verkrijgbaar - kijk bijvoorbeeld maar eens naar het assortiment op Bol.com. Je hebt hierbij keuze uit diverse producten. Elk bekend bandenmerk heeft namelijk verschillende anti-lekbanden in zijn gamma. Houd wel rekening met een meerprijs. Een goedkope reguliere buitenband kost ongeveer een tientje, terwijl je voor een betaalbare anti-lekband al gauw het dubbele kwijt bent. Bij anti-lekproducten uit het laagste prijssegment is de aanwezige beschermingslaag niet al te dik. Voor de beste anti-lekbanden met een optimale bescherming betaal je grofweg tussen de 30 en 45 euro. Voor extra bescherming fabriceren Schwalbe en Continental tegenwoordig ook dikkere binnenbanden. Die gaan minder snel lek.

 

Niet elke anti-lekband biedt evenveel bescherming. De onderlinge verschillen zijn namelijk best groot. De Schwalbe Marathon Plus (op Amazon kun je zien hoe deze band eruitziet) is bijvoorbeeld een hoogvlieger. Dankzij een elastische beschermingslaag met een dikte van een halve centimeter maken spijkers, punaises, naalden en andere scherpe voorwerpen nauwelijks kans. De fabrikant ontwikkelt dit type met verschillende profielen voor stadsfietsen, e-bikes en mountainbikes. Het loopvlak is erg robuust. Probeer er maar eens een punaise doorheen te prikken. Dat lukt niet!

Er bestaan ook goedkope alternatieven, zoals de CST Classic Allround XL. De beschermingslaag van dit product is drie millimeter. Overigens hanteren CST en Schwalbe voor hun producten verschillende beschermingsniveaus, namelijk 1 tot en met 7. Hoe hoger het nummer, hoe beter de lekbescherming.

Wil je een lekvrije band voor de mountainbike, dan is de Schwalbe Marathon Plus MTB het overwegen waard.

Nooit meer banden plakken?

Met een beetje geluk hoef je een anti-lekband nooit te plakken. Deze banden kunnen nu eenmaal meer hebben. Helaas bestaat er bij heel scherpe voorwerpen alsnog een beperkt risico op lekrijden. Let daarom goed op waar je fietst. Rijd om glasscherven heen en vermijd bij voorkeur schelpenpaden.

Verder is het belangrijk om de optimale bandenspanning aan te houden. Je voorkomt daarmee namelijk onnodige slijtage en kleine scheurtjes in het rubber. Ook is de kans op lekrijden geringer. Op de zijkant van elke fietsband staat de optimale bandenspanning aangegeven. Bij de meeste stadsfietsen houd je doorgaans een luchtdruk aan van 3,5 tot 4,5 bar. Controleer de bandenspanning ongeveer eenmaal per maand en gebruik voor het oppompen een fietspomp met geïntegreerde barometer.

Fietsband zonder lucht

Bij een fietsband met lucht bestaat er ook bij prijzige anti-lekproducten een geringe kans op lekkage. Overweeg eventueel een fietsband zonder lucht! De Duitse bandenspecialist Schwalbe ontwikkelt onder de noemer Airless System meerdere geschikte modellen. De gevoelsmatige luchtdruk bedraagt volgens de fabrikant zo’n 3,5 bar, waardoor je naar verluidt amper verschil met een reguliere binnenband ervaart. In plaats van lucht bestaat de binnenzijde in feite uit duizenden kleine luchtkussentjes.

 

Jammer genoeg is het voor consumenten niet mogelijk om een zogeheten airless tube van Schwalbe eigenhandig te monteren. Klop hiervoor aan bij een gecertificeerde fietsdealer. Met behulp van een speciale montagetool voorziet de technicus een fiets van een luchtvrije band. Houd hierbij wel rekening met een stevige aanschafprijs.

Overigens biedt dit luchtvrije bandensysteem een geschatte levensduur van zo’n tienduizend gereden kilometers. Verder is het product ongeveer 300 gram zwaarder dan een gewone binnen- en buitenband van Schwalbe.

Schwalbe ontwikkelt onderhoudsvrije fietsbanden die je niet hoeft op te pompen.

P.S. Natuurlijk wil je zo min mogelijk lek rijden. Des te meer leuke dingen kun je doen met je fiets! In ons artikel Leuke activiteiten tijdens je fietstocht lees je daar alles over.

Watch on YouTube

Vind je de video leuk? Abonneer je dan op het YouTube-kanaal van ID.nl!

▼ Volgende artikel
Zo gebruik je Google Maps voor live inzicht in files
© PixieMe - stock.adobe.com
Huis

Zo gebruik je Google Maps voor live inzicht in files

Wie regelmatig reist of naar zijn werk pendelt, vertrouwt waarschijnlijk op Google Maps. Niet voor niets hebben veel mensen het navigatiesysteem van hun auto verruild voor deze gratis app. De app beschikt over een set tools om je trip vlot te laten verlopen. Zo kun je bijvoorbeeld heel eenvoudig de verkeersdrukte volgen.

In dit korte artikel laten we zien hoe je de verkeerslaag in Google Maps gebruikt:

  • Stel je route in en schakel de verkeerslaag in via het lagenmenu
  • Bekijk de actuele verkeersdrukte aan de hand van kleuren op de kaart
  • Ontvang meldingen over verkeersdrukte bij opgeslagen locaties

Ook interessant om te lezen: Dit zijn de 4 beste alternatieven voor Google Maps

De laag Verkeer

Open Google Maps op je smartphone en geef het vertrekpunt en de bestemming in. Daarna tik je onderaan op Route. Boven de kaart kies je de manier hoe je je verplaatst: auto, tram, metro, te voet of per fiets. Onderaan de kaart lees je alvast de afstand en de reistijd. Tik daarna op het pictogram Lagen in de rechterbovenhoek van het scherm. In de groep Kaartgegevens selecteer je Verkeer. Hierdoor wordt de verkeerslaag over de Google Maps-kaart gelegd. Verlaat het gedeelte Lagen door op het kruisje in de rechterbovenhoek te tikken.

Op de kaart worden de wegen ingekleurd op basis van de actuele verkeersdichtheid. Groen betekent dat je op een normaal tempo kunt rijden. Oranje staat voor langzaam rijdend verkeer en rood betekent dat het verkeer stilstaat. Niet tevreden met de route die Google Maps heeft geselecteerd? Bekijk dan alle alternatieve routes die als grijze lijnen op het scherm worden weergegeven. Tik op een van de opties om een ​​alternatieve route te selecteren.

De verkeersdrukte wordt met kleuren weergegeven.

Google Maps in de auto gebruiken?

Dan is een telefoonhouder een must

Live verkeer

Op de computer open je de webbrowser en surf je naar Google Maps. Weer zoek je de bestemming, zodat Maps de route tevoorschijn kan halen. Daarna beweeg je de muisaanwijzer over het pictogram Lagen linksonder. Klik op de laag met het label Verkeer. Opnieuw zal Google de wegen inkleuren volgens verkeersdrukte. Je kunt de weergave Live verkeer in- en uitschakelen door op de schakelaar in het onderste deel van het scherm te klikken.

Op de computer kun je de weergave Live verkeer in- en uitschakelen.

Meldingen ontvangen

Het is mogelijk om van Google Maps meldingen te ontvangen wanneer er drukte ontstaat in de buurt van een locatie die je in Maps hebt opgeslagen. Hiervoor tik je rechtsboven op het pictogram van je Google-account. Daarna kies je Instellingen en dan Meldingen. Op de iPhone controleer je of het schuifje bij Plaatsen en evenementen aanstaat. Op een Android-apparaat tik je bij Navigeren / Verkeer bij nabije evenementen op Aan of Alleen in de app.

Wil je verkeersupdates ontvangen over plaatsen die je hebt opgeslagen?

Watch on YouTube
▼ Volgende artikel
Een op drie gemeenten staat opladen elektrische auto over stoep toe
© alpegor - stock.adobe.com
Mobiliteit

Een op drie gemeenten staat opladen elektrische auto over stoep toe

In Nederland is elektrisch rijden het voordeligst als je je auto thuis kunt opladen met eigen stroom, bijvoorbeeld van zonnepanelen. Maar dan moet je wel een eigen oprit hebben of van de gemeente toestemming krijgen om een laadkabel over de stoep te leggen. Uit onderzoek van energiebedrijf Zonneplan blijkt dat slechts een op de drie gemeenten dit toestaat.

Je auto voor de deur opladen met je eigen stekker kan op verschillende manieren: met een kabelmat, speciale kabelgoottegels of een laadarm die over de stoep hangt. De laatstgenoemde optie wordt alleen toegestaan in Haarlem en Zuidplas. Kabelgoottegels, waarbij de laadkabel verzonken ligt in de stoep, zijn het populairst - een kwart van de gemeenten experimenteert hiermee of heeft dit in het verleden gedaan. Het gebruik van een kabelmat is de meest toegankelijke oplossing, wat in 27 gemeenten (8 procent) is toegestaan.

Bron: Zonneplan

Vooral in de Randstad, Zeeland en Noord-Brabant zijn gemeenten flexibeler wat betreft het opladen over de stoep. In Drenthe, Groningen en Limburg is dit vrijwel nergens toegestaan, al hebben woningen daar vaker een eigen oprit.

Momenteel beschikt één op de twaalf Nederlandse huishoudens (8 procent) over een eigen laadpaal. Dit percentage is het hoogst in de gemeente Laren, waar bijna een derde van de huizen een laadvoorziening heeft. Ook in Rozendaal, Blaricum, Bloemendaal, Bergen en Oostzaan ligt dit percentage boven de 20 procent. Financiële middelen lijken een grotere rol te spelen bij het aanschaffen van een elektrische auto dan de fysieke ruimte voor een laadpaal.

"Het voordeel van thuis kunnen opladen ten opzichte van de openbare laadpaal is aanzienlijk," licht Zonneplan toe. Bij een gemiddeld jaarkilometrage van 18.200 kilometer en een verbruik van 187 Wattuur per kilometer betaal je aan een openbare laadpaal ongeveer 1530 euro per jaar, uitgaande van een gemiddeld tarief van 45 cent per kWh.

Thuisladen is merkbaar voordeliger. Met een vast of variabel contract komt het gemiddelde tarief momenteel op 28 cent per kWh, wat neerkomt op 952 euro per jaar. EV-rijders met een dynamisch contract betaalden bij Zonneplan de afgelopen twaalf maanden gemiddeld 22 cent per kWh, wat resulteert in een jaarlijkse kostenpost van 748 euro. Bovendien hebben veel thuisladende elektrische rijders zonnepanelen, waardoor ze een groot deel van het jaar gratis kunnen laden.

Kosten

De mogelijkheden voor het opladen van een elektrische auto via de stoep zijn afhankelijk van het beleid van de gemeente waarin je woont. De kosten voor thuisladen variëren tussen de 748 en 952 euro per jaar, afhankelijk van je energiecontract, terwijl opladen aan een openbare laadpaal gemiddeld 1530 euro per jaar kost.

Vraag een offerte aan voor thuisbatterij: