Weet dít en je maakt verbluffende foto's met je smartphone
Met een smartphone kun je tegenwoordig de prachtigste foto’s maken. Het is alleen wel wat ingewikkelder geworden om de telefooncamera te bedienen. Vaak is het nogal onduidelijk welke mogelijkheden je nu precies hebt. Hoog tijd voor wat praktische tips en uitleg.
In dit artikel geven we enkele tips waar je rekening mee kunt houden om met je smartphone de prachtigste foto's te maken:
- Welke cameralenzen zitten er op je smartphone?
- Inzoomen
- Aantal megapixel
- Beeldverhouding
- Onscherpte creëren
- Nachtstand
Ook interessant om te lezen: Dág fotograaf: maak gewoon je eigen professionele pasfoto voor op je ID
Vroeger was het vrij eenvoudig om foto’s te maken met een telefooncamera. Er was maar weinig om in te stellen. Er zat om precies te zijn één camera aan de achterkant van het toestel. O ja, er zat er ook nog eentje aan de voorzijde, voor het maken van selfies. Verder waren de verwachtingen wat betreft mogelijkheden en beeldkwaliteit niet al te hooggespannen. Je was allang blij als alles een beetje leuk en herkenbaar op de foto kwam.
Mooier en lastiger
Tegenwoordig is dat anders. De smartphonefotografie heeft namelijk in relatief korte tijd een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt. De beeldkwaliteit evenaart inmiddels die van traditionele camera’s, zoals spiegelreflex- en systeemcamera’s. De kwaliteit is sowieso veel beter dan die van de vroegere compactcamera; die kom je dan ook nog maar zelden tegen. Die enorme verbetering komt wel met een prijs. De complexiteit van de telefooncamera is enorm toegenomen. Daardoor is er ook meer verwarring ontstaan over hoe het een en ander werkt (of juist niet). Tijd om het gebruik van de telefooncamera te verduidelijken.
Cameralenzen
Laten we met het zichtbaarste onderdeel beginnen. Dat is de cameralens die doorgaans prominent uit de achterzijde van de telefoonbehuizing steekt. In de begintijd waren we al heel blij met die ene cameralens. Tegenwoordig zitten er op dezelfde plek al snel twee, drie, vier en soms zelfs vijf lenzen.
Ja, je leest het goed. Je loopt tegenwoordig met een complete set cameralenzen rond. Kijk maar eens op de achterzijde van jouw telefoon. Je herkent de camera’s vrij makkelijk aan de ronde glimmende lenzen. Nou ja, makkelijk. Sommige wat kleinere rondjes blijken toch iets heel anders te zijn dan je misschien denkt. Het rondje kan bijvoorbeeld een flitser zijn, of een dieptesensor die je helpt bij het scherpstellen.
Maar waarom zoveel lenzen? Op een traditionele camera gebruik je een zoomlens om snel en makkelijk te kiezen of je veel of weinig van de omgeving vastlegt. Je draait hiervoor aan een ring. Zo’n zoomlens is alleen veel te groot en te complex om in de dunne behuizing van een smartphone te proppen. Daarom hebben de telefoonfabrikanten als oplossing bedacht om meerdere camera’s met verschillende soorten lenzen te gebruiken. Met een telefooncamera kun je daardoor helaas niet in- of uitzoomen. Wil je meer of minder in beeld zien? Dan schakel je in plaats daarvan over van de ene camera naar de andere camera.
Veel of weinig in beeld? Het is belangrijk om te weten dat op bijna alle smartphones meerdere zelfstandig werkende camera’s zitten. Elke camera heeft een ander soort lens. Naast de hoofdcamera heb je vaak een zogeheten ultragroothoeklens en een telelens. Wat houden deze in? Met een ultragroothoeklens, ook wel supergroothoek genoemd, zie je twee keer zoveel in beeld dan met de standaardcamera. Met de telelens vergroot je het beeld drie, vijf of zelfs tien keer optisch uit. Hiermee haal je dus afgelegen dingen dichterbij.
Iets ver weg groot in beeld brengen?
Deze telelens voor je smartphone biedt uitkomst
Geen zoomlens
Hiermee hebben we direct een cruciaal punt te pakken. Fabrikanten spreken vaak over bijvoorbeeld een 10x-zoomlens. Daarmee zou je tot tien keer kunnen inzoomen zonder kwaliteitsverlies. Dat is dus niet zo. De lens vergroot namelijk altijd alles precies tien keer. Wil je een afgelegen kasteel fotograferen? Of een vliegtuig hoog in de lucht? Dan kun je dit object niet traploos dichterbij halen door te kiezen voor een waarde tussen 1x of 10x. Hoe werkt het dan wel?
Stel je hebt een smartphone met twee camera’s, een 1x-camera en een 10x-telelens. Kies je voor de 1x-camera, dan zie je lekker veel van je omgeving. Ideaal voor bijvoorbeeld landschappen, stedelijke plaatjes en interieurfoto’s. Komt ineens dat vliegtuig voorbij, dan schakel je naar de 10x-telelens. Op die manier krijg je het toestel groot in beeld.
Tot zover gaat alles goed. Maar wat als dat vliegtuig een stuk lager vliegt? Of wat als je een portretfoto van iemand wilt maken? Dan is de 10x-zoomlens een veel te sterke vergroting. Dan zie je alleen de neus van het vliegtuig, of van je model. Om dan goede foto’s te maken, heb je eerder een 3x- of 5x-telelens nodig.
Digitale zoom
Veel mensen lossen dit op door twee vingers op het telefoonscherm te plaatsen en deze uit elkaar te bewegen. Dit wordt pinch-to-zoom genoemd. Vaak kun je hiervoor ook een schuifbalk of een soort gradenboog gebruiken. Dit kon ook al bij de allereerste smartphones die toen nog één camera hadden. Het lijkt hierbij dat je traploos inzoomt, maar in werkelijkheid snijd je alleen maar beeld langs de fotoranden weg. Je bent digitaal aan het inzoomen. Hoe meer je op deze manier inzoomt, hoe meer je weggooit en hoe lager de fotokwaliteit wordt.
De allerbeste beeldkwaliteit krijg je alleen maar als je schakelt tussen de fysieke camera’s van jouw smartphone. Dat doe je door op de pictogrammen met een vergrotingsfactor te tikken. Deze vind je altijd ergens in de buurt van de afdrukknop. Vaak zijn dit getallen, zoals 0.5x, 1x en 3x of 5x of 10x (ultragroothoek, standaardgroothoek en een of meerdere telelenzen). Soms zie je geen getallen maar pictogrammen, bijvoorbeeld boompjes. Twee boompjes staan dan voor de hoofdcamera, drie boompjes voor de ultragroothoek (meer in beeld) en één boompje voor de telelens (minder in beeld).
Optisch of digitaal
Steeds vaker zie je op het camerascherm meer vergrotingen dan er fysieke camera’s zijn. Het gaat hierbij om digitale vergrotingen. Die worden er voor het gemak bij getoond. Stel de echte camera’s zijn 1x en 5x, dan zie je daarnaast misschien ook een digitale 2x en 10x staan. Soms zie je deze extra standen direct, soms verschijnen ze pas als je op een echte vergrotingsfactor tikt. Hoe weet je nu wat echte camera’s en wat digitale uitsneden zijn? Je kunt hiervoor het beste in de specificaties van jouw telefoon duiken. Ze staan op de doos, in de (digitale) handleiding en op de website van de fabrikant.
Met mate
Het gebruik van de digitale zoom is natuurlijk niet verboden. Zolang je het met mate toepast, valt het kwaliteitsverlies wel mee. Heeft jouw telefoon bijvoorbeeld een 1x- en een 3x-camera? Zoom dan liever tot bijvoorbeeld 1.5x in en niet helemaal naar bijvoorbeeld 2.9x. Want hoe verder je digitaal inzoomt, hoe minder echt beeldmateriaal er overblijft. Daardoor wordt je foto steeds smoezeliger.
Bij onze voorbeeldtelefoon kun je veel beter op 3x tikken, dan handmatig naar een hogere waarde gaan, bijvoorbeeld 2.7x of 2.9x. Van 1.1x tot en met 2.9x wordt namelijk de 1x-hoofdcamera steeds verder bijgesneden. Met 3x wordt gewoon het volledige beeld van de telelens gebruikt. Dat scheelt enorm in beeldkwaliteit. Vanaf 3.1x gaat het opnieuw om digitale zoom. Omdat dit keer automatisch de telelens wordt gepakt, ziet 3.1x (telelens) er aanzienlijk beter uit dan 2.9x (hoofdcamera).
Duizelt het je door al deze getallen? De essentie is dat je het beste zo min mogelijk digitaal inzoomt. Kom je alsnog in de buurt van de vergroting van de eerstvolgende cameralens? Dan kun je beter die selecteren, omdat het dan weer volledig optisch is.
Zoomen met je voeten Vind je dat je met de 1x-camera te veel in beeld ziet, terwijl de telelens juist te weinig laat zien? Dit los je heel eenvoudig op door even een stukje dichterbij te gaan staan met de 1x-lens, of wat meer afstand te nemen met de telelens. Op die manier krijg je het onderwerp alsnog passend op de foto, zonder dat je digitale zoom nodig hebt. Het hangt wel altijd van de locatie en de situatie af of je dit ook kunt doen. Dus soms ontkom je niet aan zoomen.
Pixelweelde
Overigens heb je wat meer bandbreedte als de hoofdcamera van jouw smartphone extra veel megapixel heeft. De resolutie van telefooncamera’s is lang op ongeveer 12 megapixel blijven steken. Maar tegenwoordig zijn er genoeg telefoons met maar liefst 48, 96 en zelfs 200 megapixel. Meer pixels betekent meer beeldinformatie. Daardoor kun je gerust af en toe digitaal inzoomen zonder dat het meteen opvalt.
200 megapixel op een smartphone?
De Samsung Galaxy S23 Ultra heeft het!
Bij een 48megapixel-beeldsensor werk je namelijk met een vier keer hogere resolutie. Zo’n foto wordt nog steeds minder mooi naarmate je digitaal inzoomt, maar de beeldkwaliteit blijft wel veel langer acceptabel. Instinker is dan weer wel dat meestal alleen de hoofdcamera een extra hoge resolutie heeft. Het gaat hierbij dus om de 1x-camera en niet de ultragroothoek en ook niet de telelens. Ook dit achterhaal je weer via de specificaties van jouw telefoon.
Waar zijn die pixels gebleven? Bij een sensor met een extra hoge resolutie van bijvoorbeeld 48 megapixel, worden vier pixels gecombineerd tot één superpixel. Daardoor krijg je alsnog een 12megapixel-foto als eindresultaat, maar wel eentje van een (veel) betere kwaliteit. Het idee is dat er zo meer fijne details worden vastgelegd. De pixeltjes zijn tenslotte veel kleiner, dus de camera ziet meer. Wees daarom niet verbaasd als je helemaal geen 48- of 200megapixel-foto’s op je telefoon terugvindt. Al kun je hier ook altijd nog voor kiezen via de camera-instellingen.
Meer is soms minder
Veel mensen vinden het prettig als foto’s het volledige telefoonscherm vullen, omdat je dan volledig in het beeld wordt ondergedompeld. Alleen is een telefoonscherm veel langwerpiger dan een foto, waardoor aan weerszijden zwarte vlakken worden getoond. In de camera-app van bijvoorbeeld Samsung-telefoons kun je bovenaan het scherm (met de telefoon rechtop) de beeldverhouding wel op Full instellen. Wij raden aan om dit toch maar op 4:3 te laten staan.
Waarom? Telefoonfoto’s hebben nu eenmaal een beeldverhouding van 4:3. Ze zijn dus smaller dan een telefoonscherm. Kies je voor Full, dan wordt het camerabeeld opgerekt tot het scherm alsnog wordt gevuld. Daardoor raak je opnieuw veel beeldmateriaal kwijt, omdat je digitaal aan het zoomen bent. Voor de beste en hoogste beeldkwaliteit kun je daarom veel beter de 4:3-beeldverhouding aanhouden.
Tenzij je natuurlijk gewoon veel liever langwerpige foto’s maakt en het kwaliteitsverlies voor lief neemt. Dan mag je er uiteraard gerust van afwijken. Kent jouw telefoon geen volledige beeldverhouding? Kies dan voor 16:9 waarmee je iets minder beeldmateriaal verliest. Het is meteen ook de beeldverhouding van video’s die je met jouw telefoon opneemt.
Buiten het kader
Bij een iPhone is het belangrijk om te weten dat de camera meer kan laten zien dan dat er op de foto komt te staan. Alleen het felverlichte gebied midden in de camera-app wordt vastgelegd zodra je afdrukt. De buitenranden waar het beeld lichtjes doorschemert zijn alleen bedoeld om te laten zien wat er zich buiten het beeldkader afspeelt.
Dat is gedaan zodat je het beeld nog kunt aanpassen, mocht iets belangrijks er net niet helemaal lekker opstaan. Of om snel af te drukken voordat bijvoorbeeld een auto het beeld binnenrijdt en de foto verpest. Vind je dit verwarrend of staat er steeds minder op de foto dan je verwacht? Je zet deze functie uit door in de app naar Instellingen te gaan. Bij het onderdeel Camera schakel je vervolgens de optie Bekijk buiten het kader uit. Daarna zie je precies wat je op de foto zet.
Lichtkampioen Zodra het licht afneemt ontdek je misschien dat niet elke camera hetzelfde presteert. Vooral met de 1x-hoofdcamera is het beeld lekker helder, kleurrijk en gedetailleerd. Terwijl dat van de 0.5x- of 0.6x-ultragroothoek en vooral de telelens doorgaans een stukje donkerder en minder gedetailleerd is. Dat komt doordat de hoofdcamera groter én lichtsterker is en daardoor aanzienlijk meer licht opvangt. Zelfs als je de speciale nachtstand gebruikt, is het verschil duidelijk te zien. Dat is zeker iets om rekening mee te houden!
Onscherpe achtergrond
Telefoons staan erom bekend dat nagenoeg alles scherp op de foto komt. Daardoor is het lastig om een drukke achtergrond bij bijvoorbeeld een portretfoto te vervagen. Daar hebben fabrikanten gelukkig iets op bedacht. Er zit ook een speciale portretstand op jouw telefoon. Je vindt deze in het balkje met camerastanden. Of tik eerst op Meer en vind deze optie daar. Hiermee kun je alsnog iets of iemand mooi scherp krijgen, terwijl de omgeving fraai vervaagt.
Het hoofdonderwerp moet zich wel op een specifieke afstand bevinden. Vaak is dat ergens tussen anderhalf en tweeëneenhalve meter. Let gewoon goed op het camerascherm, want er wordt een waarschuwing getoond als het onderwerp te dichtbij of te ver weg is. Bij Samsung zie je bijvoorbeeld Gereed zolang alles klopt. Merk je na afloop dat nergens vervaging is te bespeuren? Dan klopte de afstand niet en is een gewone foto gemaakt in plaats van een portretfoto.
Voor- of achteraf
Enorm handig is dat je de gewenste vervaging meestal zowel vooraf als achteraf kunt instellen. Het is namelijk een softwarematig effect, een fotobewerking dus. Op een Android-toestel zie je in de camera-app soms een schuifbalkje om het in te stellen. Of je tikt eerst op een wit bolletje, waarna een rijtje met effecten verschijnt. Op een iPhone zie je een f-tekentje. Tik erop en stel de vervaging in met het schuifbalkje.
Om de vervaging achteraf te regelen tik je bij Samsung in de app Galerij bij een portretfoto op Achtergrondeffect wijzigen. Op een iPhone kies je Wijzig in de app Foto’s. Daarna kun je de vervaging aanpassen of weer weghalen. Vaak kun je ook nog aangeven welk onderwerp scherp moet zijn, simpelweg door erop te tikken. Of je voegt een leuk lichteffect toe, zoals een portret in kleur op een egaal zwarte achtergrond. Nog een laatste tip: de portretstand werkt meestal ook met de selfiecamera!
In het donker
Telefoons beschikken tegenwoordig vrijwel altijd over een nachtstand waarmee je zeer fraaie opnamen bij weinig licht en in het donker maakt. Gewoon uit de hand. Zie dat maar eens met een traditionele camera te doen. Dat gaat echt stukken lastiger. Met deze nachtstand kun je mooie foto’s maken bij onder meer lamplicht of kaarslicht en tijdens optredens, festivals en concerten. Je kunt ook indrukwekkende stadsgezichten in de avond of nacht vastleggen. Dat is iets wat ongeveer zes jaar geleden nagenoeg onmogelijk was met een smartphone.
Essentieel is wel dat je jouw telefoon zo stil mogelijk vasthoudt zolang de opname loopt. De camera-app geeft zelf aan hoelang dit is. Dit kan makkelijk oplopen tot een seconde of tien. Gedurende die tijd schiet het toestel een hele reeks foto’s en voegt ze allemaal razendsnel samen tot één sfeervolle en perfect belichte foto. Het is dus niet zo dat er een onnodig lange afdrukvertraging is. Integendeel, jouw telefoon is keihard voor je aan het werk.
Extra belichten Wil je extra fraaie avond- en nachtfoto’s maken, ongeacht welk toestel je gebruikt? Fotografeer dan niet uit de hand, maar zet jouw telefoon ergens tegenaan. Of gebruik een steuntje, zoals een mini-statief. De telefoon belicht dan extra lang, vaak tot wel dertig seconden, waardoor de beeldkwaliteit nog eens sterk verbetert.
Automatisch of met de hand
Op Android-telefoons activeer je de nachtstand naar eigen inzicht, eventueel door eerst naar Meer te gaan. Fotografeer je bij weinig licht in de gewone fotostand? Dan verschijnt vaak een melding dat je misschien beter de nachtstand kunt activeren. Op een iPhone wordt de nachtstand vanzelf actief zodra het voldoende donker is. Op andere momenten kun je er niet bij.
Een geel maantje langs de bovenrand van het scherm verklapt dat de nachtstand in actie is zodra je afdrukt. Is het maantje grijs, dan vindt jouw iPhone het nog net niet nodig, maar je kunt de nachtstand wel zelf inschakelen. Dat werkt via de optiebalk die onderaan het scherm verschijnt zodra je omhoog veegt (houd je telefoon rechtop). Je kunt ook op het witte haakje bovenin tikken. Tik in de optiebalk op het maantje en kies Uit, Auto of Max.