ID.nl logo
Weet dít en je maakt verbluffende foto's met je smartphone
© Volodymyr
Huis

Weet dít en je maakt verbluffende foto's met je smartphone

Met een smartphone kun je tegenwoordig de prachtigste foto’s maken. Het is alleen wel wat ingewikkelder geworden om de telefooncamera te bedienen. Vaak is het nogal onduidelijk welke mogelijkheden je nu precies hebt. Hoog tijd voor wat praktische tips en uitleg.

In dit artikel geven we enkele tips waar je rekening mee kunt houden om met je smartphone de prachtigste foto's te maken:

  • Welke cameralenzen zitten er op je smartphone?
  • Inzoomen
  • Aantal megapixel
  • Beeldverhouding
  • Onscherpte creëren
  • Nachtstand

Ook interessant om te lezen: Dág fotograaf: maak gewoon je eigen professionele pasfoto voor op je ID

Vroeger was het vrij eenvoudig om foto’s te maken met een telefooncamera. Er was maar weinig om in te stellen. Er zat om precies te zijn één camera aan de achterkant van het toestel. O ja, er zat er ook nog eentje aan de voorzijde, voor het maken van selfies. Verder waren de verwachtingen wat betreft mogelijkheden en beeldkwaliteit niet al te hooggespannen. Je was allang blij als alles een beetje leuk en herkenbaar op de foto kwam.

Mooier en lastiger

Tegenwoordig is dat anders. De smartphonefotografie heeft namelijk in relatief korte tijd een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt. De beeldkwaliteit evenaart inmiddels die van traditionele camera’s, zoals spiegelreflex- en systeemcamera’s. De kwaliteit is sowieso veel beter dan die van de vroegere compactcamera; die kom je dan ook nog maar zelden tegen. Die enorme verbetering komt wel met een prijs. De complexiteit van de telefooncamera is enorm toegenomen. Daardoor is er ook meer verwarring ontstaan over hoe het een en ander werkt (of juist niet). Tijd om het gebruik van de telefooncamera te verduidelijken.

De beeldkwaliteit van een telefooncamera is tegenwoordig bijna net zo goed als die van een traditionele camera.

Cameralenzen

Laten we met het zichtbaarste onderdeel beginnen. Dat is de cameralens die doorgaans prominent uit de achterzijde van de telefoonbehuizing steekt. In de begintijd waren we al heel blij met die ene cameralens. Tegenwoordig zitten er op dezelfde plek al snel twee, drie, vier en soms zelfs vijf lenzen.

Ja, je leest het goed. Je loopt tegenwoordig met een complete set cameralenzen rond. Kijk maar eens op de achterzijde van jouw telefoon. Je herkent de camera’s vrij makkelijk aan de ronde glimmende lenzen. Nou ja, makkelijk. Sommige wat kleinere rondjes blijken toch iets heel anders te zijn dan je misschien denkt. Het rondje kan bijvoorbeeld een flitser zijn, of een dieptesensor die je helpt bij het scherpstellen.

Maar waarom zoveel lenzen? Op een traditionele camera gebruik je een zoomlens om snel en makkelijk te kiezen of je veel of weinig van de omgeving vastlegt. Je draait hiervoor aan een ring. Zo’n zoomlens is alleen veel te groot en te complex om in de dunne behuizing van een smartphone te proppen. Daarom hebben de telefoonfabrikanten als oplossing bedacht om meerdere camera’s met verschillende soorten lenzen te gebruiken. Met een telefooncamera kun je daardoor helaas niet in- of uitzoomen. Wil je meer of minder in beeld zien? Dan schakel je in plaats daarvan over van de ene camera naar de andere camera.

Een smartphone heeft geen zoomlens. Je schakelt tussen de verschillende camera’s.

Veel of weinig in beeld? Het is belangrijk om te weten dat op bijna alle smartphones meerdere zelfstandig werkende camera’s zitten. Elke camera heeft een ander soort lens. Naast de hoofdcamera heb je vaak een zogeheten ultragroothoeklens en een telelens. Wat houden deze in? Met een ultragroothoeklens, ook wel supergroothoek genoemd, zie je twee keer zoveel in beeld dan met de standaardcamera. Met de telelens vergroot je het beeld drie, vijf of zelfs tien keer optisch uit. Hiermee haal je dus afgelegen dingen dichterbij.

Iets ver weg groot in beeld brengen?

Deze telelens voor je smartphone biedt uitkomst

Geen zoomlens

Hiermee hebben we direct een cruciaal punt te pakken. Fabrikanten spreken vaak over bijvoorbeeld een 10x-zoomlens. Daarmee zou je tot tien keer kunnen inzoomen zonder kwaliteitsverlies. Dat is dus niet zo. De lens vergroot namelijk altijd alles precies tien keer. Wil je een afgelegen kasteel fotograferen? Of een vliegtuig hoog in de lucht? Dan kun je dit object niet traploos dichterbij halen door te kiezen voor een waarde tussen 1x of 10x. Hoe werkt het dan wel?

Stel je hebt een smartphone met twee camera’s, een 1x-camera en een 10x-telelens. Kies je voor de 1x-camera, dan zie je lekker veel van je omgeving. Ideaal voor bijvoorbeeld landschappen, stedelijke plaatjes en interieurfoto’s. Komt ineens dat vliegtuig voorbij, dan schakel je naar de 10x-telelens. Op die manier krijg je het toestel groot in beeld.

Tot zover gaat alles goed. Maar wat als dat vliegtuig een stuk lager vliegt? Of wat als je een portretfoto van iemand wilt maken? Dan is de 10x-zoomlens een veel te sterke vergroting. Dan zie je alleen de neus van het vliegtuig, of van je model. Om dan goede foto’s te maken, heb je eerder een 3x- of 5x-telelens nodig.

De 1x-camera toont een ruime blik, terwijl je met een 10x-telelens objecten verder weg vastlegt.

Digitale zoom

Veel mensen lossen dit op door twee vingers op het telefoonscherm te plaatsen en deze uit elkaar te bewegen. Dit wordt pinch-to-zoom genoemd. Vaak kun je hiervoor ook een schuifbalk of een soort gradenboog gebruiken. Dit kon ook al bij de allereerste smartphones die toen nog één camera hadden. Het lijkt hierbij dat je traploos inzoomt, maar in werkelijkheid snijd je alleen maar beeld langs de fotoranden weg. Je bent digitaal aan het inzoomen. Hoe meer je op deze manier inzoomt, hoe meer je weggooit en hoe lager de fotokwaliteit wordt.

De allerbeste beeldkwaliteit krijg je alleen maar als je schakelt tussen de fysieke camera’s van jouw smartphone. Dat doe je door op de pictogrammen met een vergrotingsfactor te tikken. Deze vind je altijd ergens in de buurt van de afdrukknop. Vaak zijn dit getallen, zoals 0.5x, 1x en 3x of 5x of 10x (ultragroothoek, standaardgroothoek en een of meerdere telelenzen). Soms zie je geen getallen maar pictogrammen, bijvoorbeeld boompjes. Twee boompjes staan dan voor de hoofdcamera, drie boompjes voor de ultragroothoek (meer in beeld) en één boompje voor de telelens (minder in beeld).

Tik op een vergroting om te schakelen tussen de camera’s (hier drie stuks).

Optisch of digitaal

Steeds vaker zie je op het camerascherm meer vergrotingen dan er fysieke camera’s zijn. Het gaat hierbij om digitale vergrotingen. Die worden er voor het gemak bij getoond. Stel de echte camera’s zijn 1x en 5x, dan zie je daarnaast misschien ook een digitale 2x en 10x staan. Soms zie je deze extra standen direct, soms verschijnen ze pas als je op een echte vergrotingsfactor tikt. Hoe weet je nu wat echte camera’s en wat digitale uitsneden zijn? Je kunt hiervoor het beste in de specificaties van jouw telefoon duiken. Ze staan op de doos, in de (digitale) handleiding en op de website van de fabrikant.

Op deze telefoon verschijnt een tweede balkje met veel extra digitale uitvergrotingen.

Met mate

Het gebruik van de digitale zoom is natuurlijk niet verboden. Zolang je het met mate toepast, valt het kwaliteitsverlies wel mee. Heeft jouw telefoon bijvoorbeeld een 1x- en een 3x-camera? Zoom dan liever tot bijvoorbeeld 1.5x in en niet helemaal naar bijvoorbeeld 2.9x. Want hoe verder je digitaal inzoomt, hoe minder echt beeldmateriaal er overblijft. Daardoor wordt je foto steeds smoezeliger.

Bij onze voorbeeldtelefoon kun je veel beter op 3x tikken, dan handmatig naar een hogere waarde gaan, bijvoorbeeld 2.7x of 2.9x. Van 1.1x tot en met 2.9x wordt namelijk de 1x-hoofdcamera steeds verder bijgesneden. Met 3x wordt gewoon het volledige beeld van de telelens gebruikt. Dat scheelt enorm in beeldkwaliteit. Vanaf 3.1x gaat het opnieuw om digitale zoom. Omdat dit keer automatisch de telelens wordt gepakt, ziet 3.1x (telelens) er aanzienlijk beter uit dan 2.9x (hoofdcamera).

Duizelt het je door al deze getallen? De essentie is dat je het beste zo min mogelijk digitaal inzoomt. Kom je alsnog in de buurt van de vergroting van de eerstvolgende cameralens? Dan kun je beter die selecteren, omdat het dan weer volledig optisch is. 

Zoomen met je voeten Vind je dat je met de 1x-camera te veel in beeld ziet, terwijl de telelens juist te weinig laat zien? Dit los je heel eenvoudig op door even een stukje dichterbij te gaan staan met de 1x-lens, of wat meer afstand te nemen met de telelens. Op die manier krijg je het onderwerp alsnog passend op de foto, zonder dat je digitale zoom nodig hebt. Het hangt wel altijd van de locatie en de situatie af of je dit ook kunt doen. Dus soms ontkom je niet aan zoomen.

Pixelweelde

Overigens heb je wat meer bandbreedte als de hoofdcamera van jouw smartphone extra veel megapixel heeft. De resolutie van telefooncamera’s is lang op ongeveer 12 megapixel blijven steken. Maar tegenwoordig zijn er genoeg telefoons met maar liefst 48, 96 en zelfs 200 megapixel. Meer pixels betekent meer beeldinformatie. Daardoor kun je gerust af en toe digitaal inzoomen zonder dat het meteen opvalt.

200 megapixel op een smartphone?

De Samsung Galaxy S23 Ultra heeft het!

Bij een 48megapixel-beeldsensor werk je namelijk met een vier keer hogere resolutie. Zo’n foto wordt nog steeds minder mooi naarmate je digitaal inzoomt, maar de beeldkwaliteit blijft wel veel langer acceptabel. Instinker is dan weer wel dat meestal alleen de hoofdcamera een extra hoge resolutie heeft. Het gaat hierbij dus om de 1x-camera en niet de ultragroothoek en ook niet de telelens. Ook dit achterhaal je weer via de specificaties van jouw telefoon.

Deze digitale vergroting (2x) is dankzij de 48megapixel-hoofdcamera van voldoende kwaliteit.

Waar zijn die pixels gebleven? Bij een sensor met een extra hoge resolutie van bijvoorbeeld 48 megapixel, worden vier pixels gecombineerd tot één superpixel. Daardoor krijg je alsnog een 12megapixel-foto als eindresultaat, maar wel eentje van een (veel) betere kwaliteit. Het idee is dat er zo meer fijne details worden vastgelegd. De pixeltjes zijn tenslotte veel kleiner, dus de camera ziet meer. Wees daarom niet verbaasd als je helemaal geen 48- of 200megapixel-foto’s op je telefoon terugvindt. Al kun je hier ook altijd nog voor kiezen via de camera-instellingen.

Meer is soms minder

Veel mensen vinden het prettig als foto’s het volledige telefoonscherm vullen, omdat je dan volledig in het beeld wordt ondergedompeld. Alleen is een telefoonscherm veel langwerpiger dan een foto, waardoor aan weerszijden zwarte vlakken worden getoond. In de camera-app van bijvoorbeeld Samsung-telefoons kun je bovenaan het scherm (met de telefoon rechtop) de beeldverhouding wel op Full instellen. Wij raden aan om dit toch maar op 4:3 te laten staan.

Waarom? Telefoonfoto’s hebben nu eenmaal een beeldverhouding van 4:3. Ze zijn dus smaller dan een telefoonscherm. Kies je voor Full, dan wordt het camerabeeld opgerekt tot het scherm alsnog wordt gevuld. Daardoor raak je opnieuw veel beeldmateriaal kwijt, omdat je digitaal aan het zoomen bent. Voor de beste en hoogste beeldkwaliteit kun je daarom veel beter de 4:3-beeldverhouding aanhouden.

Tenzij je natuurlijk gewoon veel liever langwerpige foto’s maakt en het kwaliteitsverlies voor lief neemt. Dan mag je er uiteraard gerust van afwijken. Kent jouw telefoon geen volledige beeldverhouding? Kies dan voor 16:9 waarmee je iets minder beeldmateriaal verliest. Het is meteen ook de beeldverhouding van video’s die je met jouw telefoon opneemt.

Schakel je over van 4:3 naar Full, dan verlies je beeldmateriaal.

Ook als je kiest voor 16:9 wordt de foto iets bijgesneden.

Buiten het kader

Bij een iPhone is het belangrijk om te weten dat de camera meer kan laten zien dan dat er op de foto komt te staan. Alleen het felverlichte gebied midden in de camera-app wordt vastgelegd zodra je afdrukt. De buitenranden waar het beeld lichtjes doorschemert zijn alleen bedoeld om te laten zien wat er zich buiten het beeldkader afspeelt.

Dat is gedaan zodat je het beeld nog kunt aanpassen, mocht iets belangrijks er net niet helemaal lekker opstaan. Of om snel af te drukken voordat bijvoorbeeld een auto het beeld binnenrijdt en de foto verpest. Vind je dit verwarrend of staat er steeds minder op de foto dan je verwacht? Je zet deze functie uit door in de app naar Instellingen te gaan. Bij het onderdeel Camera schakel je vervolgens de optie Bekijk buiten het kader uit. Daarna zie je precies wat je op de foto zet.

Op een iPhone zie je wat er buiten het camerabeeld gebeurt, maar dat wordt dus niet vastgelegd.

Lichtkampioen Zodra het licht afneemt ontdek je misschien dat niet elke camera hetzelfde presteert. Vooral met de 1x-hoofdcamera is het beeld lekker helder, kleurrijk en gedetailleerd. Terwijl dat van de 0.5x- of 0.6x-ultragroothoek en vooral de telelens doorgaans een stukje donkerder en minder gedetailleerd is. Dat komt doordat de hoofdcamera groter én lichtsterker is en daardoor aanzienlijk meer licht opvangt. Zelfs als je de speciale nachtstand gebruikt, is het verschil duidelijk te zien. Dat is zeker iets om rekening mee te houden!

Onscherpe achtergrond

Telefoons staan erom bekend dat nagenoeg alles scherp op de foto komt. Daardoor is het lastig om een drukke achtergrond bij bijvoorbeeld een portretfoto te vervagen. Daar hebben fabrikanten gelukkig iets op bedacht. Er zit ook een speciale portretstand op jouw telefoon. Je vindt deze in het balkje met camerastanden. Of tik eerst op Meer en vind deze optie daar. Hiermee kun je alsnog iets of iemand mooi scherp krijgen, terwijl de omgeving fraai vervaagt.

Het hoofdonderwerp moet zich wel op een specifieke afstand bevinden. Vaak is dat ergens tussen anderhalf en tweeëneenhalve meter. Let gewoon goed op het camerascherm, want er wordt een waarschuwing getoond als het onderwerp te dichtbij of te ver weg is. Bij Samsung zie je bijvoorbeeld Gereed zolang alles klopt. Merk je na afloop dat nergens vervaging is te bespeuren? Dan klopte de afstand niet en is een gewone foto gemaakt in plaats van een portretfoto.

Met de portretstand kun je de achtergrond mooi wazig maken.

Voor- of achteraf

Enorm handig is dat je de gewenste vervaging meestal zowel vooraf als achteraf kunt instellen. Het is namelijk een softwarematig effect, een fotobewerking dus. Op een Android-toestel zie je in de camera-app soms een schuifbalkje om het in te stellen. Of je tikt eerst op een wit bolletje, waarna een rijtje met effecten verschijnt. Op een iPhone zie je een f-tekentje. Tik erop en stel de vervaging in met het schuifbalkje.

Om de vervaging achteraf te regelen tik je bij Samsung in de app Galerij bij een portretfoto op Achtergrondeffect wijzigen. Op een iPhone kies je Wijzig in de app Foto’s. Daarna kun je de vervaging aanpassen of weer weghalen. Vaak kun je ook nog aangeven welk onderwerp scherp moet zijn, simpelweg door erop te tikken. Of je voegt een leuk lichteffect toe, zoals een portret in kleur op een egaal zwarte achtergrond. Nog een laatste tip: de portretstand werkt meestal ook met de selfiecamera!

Je kunt de vervaging meestal zowel voor- als achteraf nog veranderen.

In het donker

Telefoons beschikken tegenwoordig vrijwel altijd over een nachtstand waarmee je zeer fraaie opnamen bij weinig licht en in het donker maakt. Gewoon uit de hand. Zie dat maar eens met een traditionele camera te doen. Dat gaat echt stukken lastiger. Met deze nachtstand kun je mooie foto’s maken bij onder meer lamplicht of kaarslicht en tijdens optredens, festivals en concerten. Je kunt ook indrukwekkende stadsgezichten in de avond of nacht vastleggen. Dat is iets wat ongeveer zes jaar geleden nagenoeg onmogelijk was met een smartphone.

Met een smartphone is het zeer eenvoudig om foto’s bij weinig licht te maken.

Essentieel is wel dat je jouw telefoon zo stil mogelijk vasthoudt zolang de opname loopt. De camera-app geeft zelf aan hoelang dit is. Dit kan makkelijk oplopen tot een seconde of tien. Gedurende die tijd schiet het toestel een hele reeks foto’s en voegt ze allemaal razendsnel samen tot één sfeervolle en perfect belichte foto. Het is dus niet zo dat er een onnodig lange afdrukvertraging is. Integendeel, jouw telefoon is keihard voor je aan het werk.

In de nachtstand houd je de telefoon zo stil mogelijk zolang de opname loopt.

Extra belichten Wil je extra fraaie avond- en nachtfoto’s maken, ongeacht welk toestel je gebruikt? Fotografeer dan niet uit de hand, maar zet jouw telefoon ergens tegenaan. Of gebruik een steuntje, zoals een mini-statief. De telefoon belicht dan extra lang, vaak tot wel dertig seconden, waardoor de beeldkwaliteit nog eens sterk verbetert.

Automatisch of met de hand

Op Android-telefoons activeer je de nachtstand naar eigen inzicht, eventueel door eerst naar Meer te gaan. Fotografeer je bij weinig licht in de gewone fotostand? Dan verschijnt vaak een melding dat je misschien beter de nachtstand kunt activeren. Op een iPhone wordt de nachtstand vanzelf actief zodra het voldoende donker is. Op andere momenten kun je er niet bij.

Een geel maantje langs de bovenrand van het scherm verklapt dat de nachtstand in actie is zodra je afdrukt. Is het maantje grijs, dan vindt jouw iPhone het nog net niet nodig, maar je kunt de nachtstand wel zelf inschakelen. Dat werkt via de optiebalk die onderaan het scherm verschijnt zodra je omhoog veegt (houd je telefoon rechtop). Je kunt ook op het witte haakje bovenin tikken. Tik in de optiebalk op het maantje en kies Uit, Auto of Max.

Watch on YouTube
▼ Volgende artikel
Consumenten testen: de Philips HomeRun 9000-serie stofzuiger-dweilrobot
© Philips
Huis

Consumenten testen: de Philips HomeRun 9000-serie stofzuiger-dweilrobot

Wil je een schoon huis zonder zelf aan de slag te moeten? De Philips HomeRun 9000-serie stofzuiger-dweilrobot combineert stofzuigen en dweilen in één apparaat. Volgens het Review.nl Testpanel is deze robot een tijdbesparende oplossing voor drukke huishoudens. Toch zijn er ook verbeterpunten. Je leest hieronder hoe de robot presteert, wat gebruikers ervan vinden en of hij past bij jouw schoonmaakbehoeften.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Philips

De Philips XU9100/00 Homerun 9000-serie Robotstofzuiger met dweilfunctie (zoals dit apparaat voluit heet) belooft met zijn geavanceerde technologie en slimme functies een moeiteloze schoonmaakervaring. Met stofzuigen en dweilen in één beweging en een zelfreinigend basisstation moet dit de ideale oplossing zijn voor een schoon huis. Maar hoe presteert hij in de praktijk? We hebben de ervaringen van meerdere testers verzameld om een compleet beeld te krijgen.

Stijlvol, maar fors ontwerp

De vormgeving van de HomeRun 9000 wordt over het algemeen als positief ervaren. Testers noemen het een mooi vormgegeven apparaat, al is hij wel wat aan de grote kant. Niettemin is deze Philips-stofzuiger kleiner dan vergelijkbare modellen in deze prijsklasse.

Vitruvius is vooral te spreken over het strakke design, en Raijmakers vindt de stofzuiger ook mooi om te zien. Het basisstation oogt modern, maar neemt flink wat ruimte in beslag. Laurens Stiekema merkt daarbij echter op: "Het apparaat is degelijk en gemaakt van mooie materialen."

Toch zien sommige testers het formaat ook als een nadeel. Jannette vindt het een groot apparaat en Tomvda93 wijst op het forse basisstation: "Het is groot, maar dat betekent gelukkig ook minder onderhoud."

©Philips

Krachtige prestaties met slimme technologie

De HomeRun 9000-serie moet het hebben van zijn krachtige zuigprestaties. Dave2024 is enthousiast: "De zuigkracht is indrukwekkend: vuil, stof en zelfs de fijnste deeltjes worden efficiënt opgezogen."

Ook Chris prijst de prestaties: "De stofzuigfunctie presteert uitstekend en de vloeren zijn merkbaar schoner, zowel qua zicht als gevoel." Daarnaast vindt Stefan93 de zelfstandigheid van het apparaat een groot pluspunt: "Na de eerste keer vullen van het reservoir kan de stofzuiger ongeveer een maand zijn eigen ding doen zonder enige aandacht."

Hoewel de prestaties over het algemeen goed worden beoordeeld, merkt JG op dat sommige moeilijk bereikbare plekken, zoals hoeken, minder grondig worden gereinigd vergeleken met andere robotstofzuigers. Tester FvBuren voegt toe: "De stofzuiger kan behoorlijk luid zijn op de hoogste zuigstand, wat storend kan zijn als je in de buurt bent."

Een opvallend voordeel is de manier waarop de stofzuiger omgaat met obstakels. Vitruvius merkt op: "Waar ik met de eerdere 7000-serie af en toe vastlopers had bij kleden of meubelpoten, gaat de 9000-serie er moeiteloos omheen."

©Philips

Dweilfunctie doet zijn werk goed

De dweilfunctie van de Philips HomeRun 9000 krijgt eveneens veel lof. Chris merkt op: "Wat dit model echt onderscheidt, is de dweilfunctie. Het systeem houdt het water schoon en de vloeren zijn na gebruik merkbaar schoner." Dat is te danken aan de PowerCyclone Aqua-technologie, die ervoor zorgt dat de dweil tijdens het schoonmaken continu wordt gespoeld met schoon water, terwijl vuil water direct wordt afgevoerd.

Ook Doolie is enthousiast: "Ik was verbaasd hoe keurig de vloer eruit zag na het schoonmaken, zelfs met een langharige hond in huis."

Er was bij sommige testers verwarring over de werking van de dweil op houten vloeren. JG meldde eerder dat de dweil lang nat bleef en strepen achterliet, maar dat lijkt mogelijk te wijten aan specifieke instellingen of omstandigheden, aangezien de dweil na elke schoonmaakbeurt in het basisstation met warme lucht wordt gedroogd. Dit droogproces voorkomt dat de dweil vochtig blijft en zorgt ervoor dat hij snel weer klaar is voor de volgende schoonmaakbeurt.

"De dweilfunctie werkt beter dan bij eerdere modellen, echt een verbetering!"

- Tester Chris

Eerdere softwareproblemen opgelost

De bediening via de Philips HomeRun-app wordt door de meeste testers als gebruiksvriendelijk ervaren. Stefan93 zegt: "De app maakt het eenvoudig om het schoonmaakschema aan te passen en de robot te besturen."

Hoewel sommige testers in het verleden problemen ondervonden met de app, zoals vastlopers of verbindingsproblemen, zijn deze issues inmiddels verholpen dankzij updates. Gebruiker WidgetTWW merkte destijds op: "De app voelde nog niet af; vertalingen en stabiliteit lieten te wensen over." Echter, recente updates hebben de stabiliteit en gebruikservaring verbeterd, waardoor deze problemen nu verleden tijd zijn.

©Philips

Zelfstandig en onderhoudsarm

Een van de grote pluspunten van de HomeRun 9000 is het all-in-one basisstation, dat de stofbak leegt, de dweil reinigt en het water ververst. Dat betekent dat je weinig onderhoud aan de stofzuiger hebt. Een van onze testers zegt: "Ik heb al weken niet met de hand hoeven stofzuigen of dweilen – wat een gemak!"

Toch heeft het basisstation een paar nadelen. Behalve het grote formaat kan het flink wat geluid maken, vooral bij het legen en drogen van de dweil. 

✅ Pluspunten

  • Krachtige zuigkracht en effectieve dweilfunctie
  • Zelfreinigend basisstation bespaart veel onderhoud
  • Gebruiksvriendelijke app voor schema's en zones
  • Werkt stil en botst nauwelijks tegen meubels

❌ Minpunten

  • Vrij fors
  • Wat luidruchtig in de hoogste stand
  • Hoge prijs

Conclusie: een slimme hulp, nu nóg beter

De Philips HomeRun 9000 series robotstofzuiger met dweilfunctie is een indrukwekkend apparaat dat stofzuigen en dweilen moeiteloos combineert. Dankzij de krachtige zuigkracht en de innovatieve PowerCyclone Aqua-technologie zorgt deze robot voor een grondige en hygiënische schoonmaak.

Eerdere problemen met de app en software zijn inmiddels opgelost, wat het gebruiksgemak verder heeft verbeterd. Het apparaat blijft groot en prijzig, maar de tijdsbesparing en het gemak maken het voor veel gebruikers de investering waard.

Voor wie een zelfstandige schoonmaakhulp zoekt en weinig tijd wil besteden aan onderhoud, is dit een uitstekende keuze.

Meer weten over deze Philips-robotstofzuiger?

Check het op Kieskeurig.nl!
▼ Volgende artikel
De voor- en nadelen van een aparte vriezer in de garage of schuur
© AK~AI | ID.nl
Huis

De voor- en nadelen van een aparte vriezer in de garage of schuur

Denk je eraan om een aparte vriezer aan te schaffen? Meer vriesruimte is natuurlijk hartstikke handig, maar houd er ook rekening mee dat een extra vriezer veel stroom kan vreten. In dit artikel vertellen we je meer over de voor- en nadelen van een extra vriezer én geven we tips om de nadelen enigszins te beperken.

⏱ Dit artikel in het kort Als je een tweede vriezer overweegt, is het goed om voor jezelf na te gaan of je het apparaat daadwerkelijk nodig hebt. Een extra vriezer die je amper gebruikt zorgt vooral voor een hoger energieverbruik. Ook in aankoop is een vriezer vaak duur. Maar als je hem wél goed gebruikt, kun je er veel plezier van hebben. Zo heb je altijd ruimte voor je diepvriesproducten én houd je meer overzicht in de vriesruimte van je koelvriescombinatie.

Ook interessant: ❄️ Deze functies kun je allemaal vinden op een vriezer

Of je nu vaak etentjes organiseert, een groot gezin hebt, wekelijks aan mealpreppen doet, vaak bulkinkopen doet, een moestuin hebt en veel groenten en fruit invriest of gewoon regelmatig kliekjes invriest – extra vriesruimte is altijd mooi meegenomen. Een standaard koelvriescombinatie beschikt vaak maar over een beperkte hoeveelheid vriesruimte van zo'n drie tot vijf lades, wat voor sommige mensen simpelweg niet genoeg is. In dat geval is het geen gekke gedachte om een tweede vriezer aan te schaffen, die je bijvoorbeeld in de schuur, garage of bijkeuken zet. Nu is een nieuwe vriezer natuurlijk nogal een uitgave en ook in het gebruik kunnen de kosten van zo'n extra diepvriezer aardig oplopen. Het is daarom goed om eerst te kijken naar de voor- en nadelen van een aparte vriezer, zodat je geen spijt krijgt van je aankoop.

Voordelen

Er is uiteraard één goede reden waarom je een aparte vriezer zou willen aanschaffen: meer opslagruimte voor alles wat je wilt invriezen. Zo kun je met een extra vriezer volop gebruikmaken van aanbiedingen in het diepvriesschap van de supermarkt, maar je kunt er bijvoorbeeld ook maaltijden, vis en vlees, brood en zelfgekweekte groenten en fruit in kwijt. En vergeet ijsjes en ijsblokjes in de zomer niet; die liggen in een standaard koelvriescombinatie toch vaak maar in de weg. Het fijne aan aparte vriezers is dat ze over het algemeen lekker ruim van formaat zijn. Zo beschikken standaard modellen over een inhoud tussen de 150 en 300 liter en kun je in een vrieskist (liggend model) nóg meer kwijt: tussen de 200 en 500 liter. Met een aparte vriezer kom je dus nooit vriesruimte tekort en heb je altijd eten in huis. Scheelt weer een paar keer per week last-minute boodschappen doen.

©Hedgehog94

Nog een voordeel: met een aparte vriezer houd je de vriesruimte van je koelvriescombinatie een stuk overzichtelijker. Je legt hier bijvoorbeeld je kliekjes en andere kortetermijnproducten in, terwijl je de extra vriesruimte in de schuur of garage reserveert voor grootverpakkingen of andere producten die je niet direct nodig hebt. Een extra vriezer is ook ideaal om desserts en andere speciale gerechten in te bewaren, bijvoorbeeld tijdens de feestdagen.

Coole tip: invriezen in diepvriesbakjes

Dan kun je lekker stapelen!

Nadelen

Helaas: zo'n extra vriezer heeft ook nadelen. Naast dat een nieuwe vriezer vaak een dure aankoop is (aan een standaard model ben je zo'n 300 euro kwijt, een vrieskist is vaak nog duurder), vreet zo'n extra apparaat ook behoorlijk wat stroom. Zo verbruikt een gemiddelde vrieskast ongeveer 250 kWh per jaar, wat met een energieprijs van € 0,30 per kWh neerkomt op 75 euro. Vrieskisten zijn over het algemeen wat zuiniger dan vrieskasten, maar in de totale jaarkosten scheelt het weinig. Daarnaast kiezen mensen voor hun schuur of garage doorgaans niet de meest moderne en energiezuinige vriezer, en het zijn juist de oude modellen die veel stroom vreten – vaak wel twee tot drie keer zoveel als nieuwe, energiezuinige modellen.

©qwartm

De kosten van een extra vriezer kunnen nog verder oplopen als de vriesruimte van het apparaat niet volledig wordt benut. Voor het koelen van lucht moet een vriezer namelijk extra hard werken. Sommige vriezers hebben daarnaast moeite met onverwarmde ruimtes zoals garages of schuren. Koelen gaat dan moeilijker en minder efficiënt, wat naast een hoger energieverbruik ook tot voedselbederf kan leiden.

Tips voor een extra vriezer

Gelukkig kun je een aantal dingen doen om het energieverbruik van je nieuwe vriezer tot een minimum te beperken. De eerste stap is kiezen voor een energiezuinig model. Vriezers met energielabel A en B zijn helaas nauwelijks, dus energielabel C is in dit geval een prima keuze. Controleer daarnaast goed of je nieuwe vriezer – als je hem in de schuur of garage zet – geschikt is voor onverwarmde ruimtes, zodat hij straks niet onnodig hard staat te koelen. En koop vooral niet een te grote vriezer; zonde van het aankoopbedrag, maar ook van de energiekosten die je er uiteindelijk aan kwijt bent. Is je vriezer toch tijdelijk wat leger? Vul hem dan met waterflessen. Let op: vul de flessen niet helemaal vol, want dan kunnen ze knappen!