ID.nl logo
Weet dít en je maakt verbluffende foto's met je smartphone
© Volodymyr
Huis

Weet dít en je maakt verbluffende foto's met je smartphone

Met een smartphone kun je tegenwoordig de prachtigste foto’s maken. Het is alleen wel wat ingewikkelder geworden om de telefooncamera te bedienen. Vaak is het nogal onduidelijk welke mogelijkheden je nu precies hebt. Hoog tijd voor wat praktische tips en uitleg.

In dit artikel geven we enkele tips waar je rekening mee kunt houden om met je smartphone de prachtigste foto's te maken:

  • Welke cameralenzen zitten er op je smartphone?
  • Inzoomen
  • Aantal megapixel
  • Beeldverhouding
  • Onscherpte creëren
  • Nachtstand

Ook interessant om te lezen: Dág fotograaf: maak gewoon je eigen professionele pasfoto voor op je ID

Vroeger was het vrij eenvoudig om foto’s te maken met een telefooncamera. Er was maar weinig om in te stellen. Er zat om precies te zijn één camera aan de achterkant van het toestel. O ja, er zat er ook nog eentje aan de voorzijde, voor het maken van selfies. Verder waren de verwachtingen wat betreft mogelijkheden en beeldkwaliteit niet al te hooggespannen. Je was allang blij als alles een beetje leuk en herkenbaar op de foto kwam.

Mooier en lastiger

Tegenwoordig is dat anders. De smartphonefotografie heeft namelijk in relatief korte tijd een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt. De beeldkwaliteit evenaart inmiddels die van traditionele camera’s, zoals spiegelreflex- en systeemcamera’s. De kwaliteit is sowieso veel beter dan die van de vroegere compactcamera; die kom je dan ook nog maar zelden tegen. Die enorme verbetering komt wel met een prijs. De complexiteit van de telefooncamera is enorm toegenomen. Daardoor is er ook meer verwarring ontstaan over hoe het een en ander werkt (of juist niet). Tijd om het gebruik van de telefooncamera te verduidelijken.

De beeldkwaliteit van een telefooncamera is tegenwoordig bijna net zo goed als die van een traditionele camera.

Cameralenzen

Laten we met het zichtbaarste onderdeel beginnen. Dat is de cameralens die doorgaans prominent uit de achterzijde van de telefoonbehuizing steekt. In de begintijd waren we al heel blij met die ene cameralens. Tegenwoordig zitten er op dezelfde plek al snel twee, drie, vier en soms zelfs vijf lenzen.

Ja, je leest het goed. Je loopt tegenwoordig met een complete set cameralenzen rond. Kijk maar eens op de achterzijde van jouw telefoon. Je herkent de camera’s vrij makkelijk aan de ronde glimmende lenzen. Nou ja, makkelijk. Sommige wat kleinere rondjes blijken toch iets heel anders te zijn dan je misschien denkt. Het rondje kan bijvoorbeeld een flitser zijn, of een dieptesensor die je helpt bij het scherpstellen.

Maar waarom zoveel lenzen? Op een traditionele camera gebruik je een zoomlens om snel en makkelijk te kiezen of je veel of weinig van de omgeving vastlegt. Je draait hiervoor aan een ring. Zo’n zoomlens is alleen veel te groot en te complex om in de dunne behuizing van een smartphone te proppen. Daarom hebben de telefoonfabrikanten als oplossing bedacht om meerdere camera’s met verschillende soorten lenzen te gebruiken. Met een telefooncamera kun je daardoor helaas niet in- of uitzoomen. Wil je meer of minder in beeld zien? Dan schakel je in plaats daarvan over van de ene camera naar de andere camera.

Een smartphone heeft geen zoomlens. Je schakelt tussen de verschillende camera’s.

Veel of weinig in beeld? Het is belangrijk om te weten dat op bijna alle smartphones meerdere zelfstandig werkende camera’s zitten. Elke camera heeft een ander soort lens. Naast de hoofdcamera heb je vaak een zogeheten ultragroothoeklens en een telelens. Wat houden deze in? Met een ultragroothoeklens, ook wel supergroothoek genoemd, zie je twee keer zoveel in beeld dan met de standaardcamera. Met de telelens vergroot je het beeld drie, vijf of zelfs tien keer optisch uit. Hiermee haal je dus afgelegen dingen dichterbij.

Iets ver weg groot in beeld brengen?

Deze telelens voor je smartphone biedt uitkomst

Geen zoomlens

Hiermee hebben we direct een cruciaal punt te pakken. Fabrikanten spreken vaak over bijvoorbeeld een 10x-zoomlens. Daarmee zou je tot tien keer kunnen inzoomen zonder kwaliteitsverlies. Dat is dus niet zo. De lens vergroot namelijk altijd alles precies tien keer. Wil je een afgelegen kasteel fotograferen? Of een vliegtuig hoog in de lucht? Dan kun je dit object niet traploos dichterbij halen door te kiezen voor een waarde tussen 1x of 10x. Hoe werkt het dan wel?

Stel je hebt een smartphone met twee camera’s, een 1x-camera en een 10x-telelens. Kies je voor de 1x-camera, dan zie je lekker veel van je omgeving. Ideaal voor bijvoorbeeld landschappen, stedelijke plaatjes en interieurfoto’s. Komt ineens dat vliegtuig voorbij, dan schakel je naar de 10x-telelens. Op die manier krijg je het toestel groot in beeld.

Tot zover gaat alles goed. Maar wat als dat vliegtuig een stuk lager vliegt? Of wat als je een portretfoto van iemand wilt maken? Dan is de 10x-zoomlens een veel te sterke vergroting. Dan zie je alleen de neus van het vliegtuig, of van je model. Om dan goede foto’s te maken, heb je eerder een 3x- of 5x-telelens nodig.

De 1x-camera toont een ruime blik, terwijl je met een 10x-telelens objecten verder weg vastlegt.

Digitale zoom

Veel mensen lossen dit op door twee vingers op het telefoonscherm te plaatsen en deze uit elkaar te bewegen. Dit wordt pinch-to-zoom genoemd. Vaak kun je hiervoor ook een schuifbalk of een soort gradenboog gebruiken. Dit kon ook al bij de allereerste smartphones die toen nog één camera hadden. Het lijkt hierbij dat je traploos inzoomt, maar in werkelijkheid snijd je alleen maar beeld langs de fotoranden weg. Je bent digitaal aan het inzoomen. Hoe meer je op deze manier inzoomt, hoe meer je weggooit en hoe lager de fotokwaliteit wordt.

De allerbeste beeldkwaliteit krijg je alleen maar als je schakelt tussen de fysieke camera’s van jouw smartphone. Dat doe je door op de pictogrammen met een vergrotingsfactor te tikken. Deze vind je altijd ergens in de buurt van de afdrukknop. Vaak zijn dit getallen, zoals 0.5x, 1x en 3x of 5x of 10x (ultragroothoek, standaardgroothoek en een of meerdere telelenzen). Soms zie je geen getallen maar pictogrammen, bijvoorbeeld boompjes. Twee boompjes staan dan voor de hoofdcamera, drie boompjes voor de ultragroothoek (meer in beeld) en één boompje voor de telelens (minder in beeld).

Tik op een vergroting om te schakelen tussen de camera’s (hier drie stuks).

Optisch of digitaal

Steeds vaker zie je op het camerascherm meer vergrotingen dan er fysieke camera’s zijn. Het gaat hierbij om digitale vergrotingen. Die worden er voor het gemak bij getoond. Stel de echte camera’s zijn 1x en 5x, dan zie je daarnaast misschien ook een digitale 2x en 10x staan. Soms zie je deze extra standen direct, soms verschijnen ze pas als je op een echte vergrotingsfactor tikt. Hoe weet je nu wat echte camera’s en wat digitale uitsneden zijn? Je kunt hiervoor het beste in de specificaties van jouw telefoon duiken. Ze staan op de doos, in de (digitale) handleiding en op de website van de fabrikant.

Op deze telefoon verschijnt een tweede balkje met veel extra digitale uitvergrotingen.

Met mate

Het gebruik van de digitale zoom is natuurlijk niet verboden. Zolang je het met mate toepast, valt het kwaliteitsverlies wel mee. Heeft jouw telefoon bijvoorbeeld een 1x- en een 3x-camera? Zoom dan liever tot bijvoorbeeld 1.5x in en niet helemaal naar bijvoorbeeld 2.9x. Want hoe verder je digitaal inzoomt, hoe minder echt beeldmateriaal er overblijft. Daardoor wordt je foto steeds smoezeliger.

Bij onze voorbeeldtelefoon kun je veel beter op 3x tikken, dan handmatig naar een hogere waarde gaan, bijvoorbeeld 2.7x of 2.9x. Van 1.1x tot en met 2.9x wordt namelijk de 1x-hoofdcamera steeds verder bijgesneden. Met 3x wordt gewoon het volledige beeld van de telelens gebruikt. Dat scheelt enorm in beeldkwaliteit. Vanaf 3.1x gaat het opnieuw om digitale zoom. Omdat dit keer automatisch de telelens wordt gepakt, ziet 3.1x (telelens) er aanzienlijk beter uit dan 2.9x (hoofdcamera).

Duizelt het je door al deze getallen? De essentie is dat je het beste zo min mogelijk digitaal inzoomt. Kom je alsnog in de buurt van de vergroting van de eerstvolgende cameralens? Dan kun je beter die selecteren, omdat het dan weer volledig optisch is. 

Zoomen met je voeten Vind je dat je met de 1x-camera te veel in beeld ziet, terwijl de telelens juist te weinig laat zien? Dit los je heel eenvoudig op door even een stukje dichterbij te gaan staan met de 1x-lens, of wat meer afstand te nemen met de telelens. Op die manier krijg je het onderwerp alsnog passend op de foto, zonder dat je digitale zoom nodig hebt. Het hangt wel altijd van de locatie en de situatie af of je dit ook kunt doen. Dus soms ontkom je niet aan zoomen.

Pixelweelde

Overigens heb je wat meer bandbreedte als de hoofdcamera van jouw smartphone extra veel megapixel heeft. De resolutie van telefooncamera’s is lang op ongeveer 12 megapixel blijven steken. Maar tegenwoordig zijn er genoeg telefoons met maar liefst 48, 96 en zelfs 200 megapixel. Meer pixels betekent meer beeldinformatie. Daardoor kun je gerust af en toe digitaal inzoomen zonder dat het meteen opvalt.

200 megapixel op een smartphone?

De Samsung Galaxy S23 Ultra heeft het!

Bij een 48megapixel-beeldsensor werk je namelijk met een vier keer hogere resolutie. Zo’n foto wordt nog steeds minder mooi naarmate je digitaal inzoomt, maar de beeldkwaliteit blijft wel veel langer acceptabel. Instinker is dan weer wel dat meestal alleen de hoofdcamera een extra hoge resolutie heeft. Het gaat hierbij dus om de 1x-camera en niet de ultragroothoek en ook niet de telelens. Ook dit achterhaal je weer via de specificaties van jouw telefoon.

Deze digitale vergroting (2x) is dankzij de 48megapixel-hoofdcamera van voldoende kwaliteit.

Waar zijn die pixels gebleven? Bij een sensor met een extra hoge resolutie van bijvoorbeeld 48 megapixel, worden vier pixels gecombineerd tot één superpixel. Daardoor krijg je alsnog een 12megapixel-foto als eindresultaat, maar wel eentje van een (veel) betere kwaliteit. Het idee is dat er zo meer fijne details worden vastgelegd. De pixeltjes zijn tenslotte veel kleiner, dus de camera ziet meer. Wees daarom niet verbaasd als je helemaal geen 48- of 200megapixel-foto’s op je telefoon terugvindt. Al kun je hier ook altijd nog voor kiezen via de camera-instellingen.

Meer is soms minder

Veel mensen vinden het prettig als foto’s het volledige telefoonscherm vullen, omdat je dan volledig in het beeld wordt ondergedompeld. Alleen is een telefoonscherm veel langwerpiger dan een foto, waardoor aan weerszijden zwarte vlakken worden getoond. In de camera-app van bijvoorbeeld Samsung-telefoons kun je bovenaan het scherm (met de telefoon rechtop) de beeldverhouding wel op Full instellen. Wij raden aan om dit toch maar op 4:3 te laten staan.

Waarom? Telefoonfoto’s hebben nu eenmaal een beeldverhouding van 4:3. Ze zijn dus smaller dan een telefoonscherm. Kies je voor Full, dan wordt het camerabeeld opgerekt tot het scherm alsnog wordt gevuld. Daardoor raak je opnieuw veel beeldmateriaal kwijt, omdat je digitaal aan het zoomen bent. Voor de beste en hoogste beeldkwaliteit kun je daarom veel beter de 4:3-beeldverhouding aanhouden.

Tenzij je natuurlijk gewoon veel liever langwerpige foto’s maakt en het kwaliteitsverlies voor lief neemt. Dan mag je er uiteraard gerust van afwijken. Kent jouw telefoon geen volledige beeldverhouding? Kies dan voor 16:9 waarmee je iets minder beeldmateriaal verliest. Het is meteen ook de beeldverhouding van video’s die je met jouw telefoon opneemt.

Schakel je over van 4:3 naar Full, dan verlies je beeldmateriaal.

Ook als je kiest voor 16:9 wordt de foto iets bijgesneden.

Buiten het kader

Bij een iPhone is het belangrijk om te weten dat de camera meer kan laten zien dan dat er op de foto komt te staan. Alleen het felverlichte gebied midden in de camera-app wordt vastgelegd zodra je afdrukt. De buitenranden waar het beeld lichtjes doorschemert zijn alleen bedoeld om te laten zien wat er zich buiten het beeldkader afspeelt.

Dat is gedaan zodat je het beeld nog kunt aanpassen, mocht iets belangrijks er net niet helemaal lekker opstaan. Of om snel af te drukken voordat bijvoorbeeld een auto het beeld binnenrijdt en de foto verpest. Vind je dit verwarrend of staat er steeds minder op de foto dan je verwacht? Je zet deze functie uit door in de app naar Instellingen te gaan. Bij het onderdeel Camera schakel je vervolgens de optie Bekijk buiten het kader uit. Daarna zie je precies wat je op de foto zet.

Op een iPhone zie je wat er buiten het camerabeeld gebeurt, maar dat wordt dus niet vastgelegd.

Lichtkampioen Zodra het licht afneemt ontdek je misschien dat niet elke camera hetzelfde presteert. Vooral met de 1x-hoofdcamera is het beeld lekker helder, kleurrijk en gedetailleerd. Terwijl dat van de 0.5x- of 0.6x-ultragroothoek en vooral de telelens doorgaans een stukje donkerder en minder gedetailleerd is. Dat komt doordat de hoofdcamera groter én lichtsterker is en daardoor aanzienlijk meer licht opvangt. Zelfs als je de speciale nachtstand gebruikt, is het verschil duidelijk te zien. Dat is zeker iets om rekening mee te houden!

Onscherpe achtergrond

Telefoons staan erom bekend dat nagenoeg alles scherp op de foto komt. Daardoor is het lastig om een drukke achtergrond bij bijvoorbeeld een portretfoto te vervagen. Daar hebben fabrikanten gelukkig iets op bedacht. Er zit ook een speciale portretstand op jouw telefoon. Je vindt deze in het balkje met camerastanden. Of tik eerst op Meer en vind deze optie daar. Hiermee kun je alsnog iets of iemand mooi scherp krijgen, terwijl de omgeving fraai vervaagt.

Het hoofdonderwerp moet zich wel op een specifieke afstand bevinden. Vaak is dat ergens tussen anderhalf en tweeëneenhalve meter. Let gewoon goed op het camerascherm, want er wordt een waarschuwing getoond als het onderwerp te dichtbij of te ver weg is. Bij Samsung zie je bijvoorbeeld Gereed zolang alles klopt. Merk je na afloop dat nergens vervaging is te bespeuren? Dan klopte de afstand niet en is een gewone foto gemaakt in plaats van een portretfoto.

Met de portretstand kun je de achtergrond mooi wazig maken.

Voor- of achteraf

Enorm handig is dat je de gewenste vervaging meestal zowel vooraf als achteraf kunt instellen. Het is namelijk een softwarematig effect, een fotobewerking dus. Op een Android-toestel zie je in de camera-app soms een schuifbalkje om het in te stellen. Of je tikt eerst op een wit bolletje, waarna een rijtje met effecten verschijnt. Op een iPhone zie je een f-tekentje. Tik erop en stel de vervaging in met het schuifbalkje.

Om de vervaging achteraf te regelen tik je bij Samsung in de app Galerij bij een portretfoto op Achtergrondeffect wijzigen. Op een iPhone kies je Wijzig in de app Foto’s. Daarna kun je de vervaging aanpassen of weer weghalen. Vaak kun je ook nog aangeven welk onderwerp scherp moet zijn, simpelweg door erop te tikken. Of je voegt een leuk lichteffect toe, zoals een portret in kleur op een egaal zwarte achtergrond. Nog een laatste tip: de portretstand werkt meestal ook met de selfiecamera!

Je kunt de vervaging meestal zowel voor- als achteraf nog veranderen.

In het donker

Telefoons beschikken tegenwoordig vrijwel altijd over een nachtstand waarmee je zeer fraaie opnamen bij weinig licht en in het donker maakt. Gewoon uit de hand. Zie dat maar eens met een traditionele camera te doen. Dat gaat echt stukken lastiger. Met deze nachtstand kun je mooie foto’s maken bij onder meer lamplicht of kaarslicht en tijdens optredens, festivals en concerten. Je kunt ook indrukwekkende stadsgezichten in de avond of nacht vastleggen. Dat is iets wat ongeveer zes jaar geleden nagenoeg onmogelijk was met een smartphone.

Met een smartphone is het zeer eenvoudig om foto’s bij weinig licht te maken.

Essentieel is wel dat je jouw telefoon zo stil mogelijk vasthoudt zolang de opname loopt. De camera-app geeft zelf aan hoelang dit is. Dit kan makkelijk oplopen tot een seconde of tien. Gedurende die tijd schiet het toestel een hele reeks foto’s en voegt ze allemaal razendsnel samen tot één sfeervolle en perfect belichte foto. Het is dus niet zo dat er een onnodig lange afdrukvertraging is. Integendeel, jouw telefoon is keihard voor je aan het werk.

In de nachtstand houd je de telefoon zo stil mogelijk zolang de opname loopt.

Extra belichten Wil je extra fraaie avond- en nachtfoto’s maken, ongeacht welk toestel je gebruikt? Fotografeer dan niet uit de hand, maar zet jouw telefoon ergens tegenaan. Of gebruik een steuntje, zoals een mini-statief. De telefoon belicht dan extra lang, vaak tot wel dertig seconden, waardoor de beeldkwaliteit nog eens sterk verbetert.

Automatisch of met de hand

Op Android-telefoons activeer je de nachtstand naar eigen inzicht, eventueel door eerst naar Meer te gaan. Fotografeer je bij weinig licht in de gewone fotostand? Dan verschijnt vaak een melding dat je misschien beter de nachtstand kunt activeren. Op een iPhone wordt de nachtstand vanzelf actief zodra het voldoende donker is. Op andere momenten kun je er niet bij.

Een geel maantje langs de bovenrand van het scherm verklapt dat de nachtstand in actie is zodra je afdrukt. Is het maantje grijs, dan vindt jouw iPhone het nog net niet nodig, maar je kunt de nachtstand wel zelf inschakelen. Dat werkt via de optiebalk die onderaan het scherm verschijnt zodra je omhoog veegt (houd je telefoon rechtop). Je kunt ook op het witte haakje bovenin tikken. Tik in de optiebalk op het maantje en kies Uit, Auto of Max.

Watch on YouTube
▼ Volgende artikel
Review Samsung Galaxy A56 – Weer een hit
© Rens Blom
Huis

Review Samsung Galaxy A56 – Weer een hit

De Galaxy A-serie levert Samsung al jaren verkoopknallers op, en grote kans dat ook de nieuwe Galaxy A56 een hit wordt. Dit toestel biedt namelijk een uitstekende prijs-kwaliteitverhouding en krijgt zes jaar updates. Lees alles over de smartphone in onze uitgebreide Samsung Galaxy A56 review.

Uitstekend
Conclusie

De Samsung Galaxy A56 is een typische smartphone voor het grote publiek. Hij laat geen steken vallen en blinkt eigenlijk ook nergens echt in uit. Het is gewoon een fijne smartphone met een goed scherm, lange accuduur en zes jaar updategarantie. Gelet op de straatprijs van circa 380 euro is de Galaxy A56 daarom een toestel met een uitstekende prijs-kwaliteitverhouding.

Plus- en minpunten
  • Functioneel, luxe ontwerp
  • Mooi scherm
  • Lange accuduur
  • Zes jaar updates
  • Geen microSD-kaartslot voor uitbreiding opslag
  • Macrocamera voegt weinig toe
  • Te veel nadruk op aanmaken Samsung-account

De Galaxy A-reeks van 2025 bestaat op moment van schrijven uit de A26, A36 en A56. Hoe hoger het getal, hoe completer en duurder het toestel. De adviesprijs van de A56 bedraagt 480 euro, maar na de release medio maart is de straatprijs van de smartphone eind april al gezakt naar 380 euro. Een veel vriendelijkere prijs. Ook de versie met meer opslagcapaciteit (256 GB in plaats van 128 GB) is al tientallen euro's in prijs gezakt.

©Rens Blom

Premium ontwerp

Kijk je naar de A56, dan kijk je zonder twijfel naar een moderne Samsung-smartphone. De A56 past precies in Samsungs straatje en dat vinden we helemaal prima, want het ontwerp komt luxe over en de smartphone houdt prettig vast. Ook fijn is dat de A56 waterdicht is en wat minder weegt dan zijn voorganger, de A55. Met 198 gram is het gewicht nu gangbaar voor een toestel met 6,7 inch-scherm. Door zijn afmetingen is de A56 wel lastig met één hand te bedienen. Daar staat tegenover dat het grote scherm zich goed leent voor het bekijken van filmpjes, het typen met twee handen en het spelen van games.

©Rens Blom

Het scherm bevalt ons sowieso erg goed. Het oledscherm heeft een Full-HD-resolutie, soepele 120Hz-verversingssnelheid en kan erg fel. De zomers aanvoelende dagen medio en eind april brachten een krachtig zonnetje met zich mee, maar we konden het scherm van de Galaxy A56 buiten goed aflezen.

Complete specificaties

Zoals we gewend zijn van de Galaxy A-serie, biedt ook de A56 een mooi totaalpakket aan functies voor een sympathieke prijs. Dat begint bij de processor. De nieuwe, door Samsung zelf ontwikkelde processor, is lekker snel en werkt samen met 8 GB werkgeheugen. Er zijn wat toestellen die beter omgaan met zware games, maar voor de meeste toepassingen is de A56 goed uitgerust.

©Rens Blom

De A56 heeft daarnaast ondersteuning voor e-sim (een digitale simkaart), lekker duidelijke luidsprekers en keuze uit 128 GB of 256 GB opslagcapaciteit. Omdat het prijsverschil tussen de twee opslagversies slechts enkele tientjes bedraagt, raden wij de meeste mensen aan om de 256GB-variant te kiezen. Waarom? Die heeft veel meer ruimte voor je apps, foto's, filmpjes en andere bestanden en niet te vergeten: updates die jarenlang beschikbaar komen. Omdat de smartphone geen microSD-kaartslot heeft, moet je het doen met de ingebouwde opslagcapaciteit. Als je de A56 jaren wilt gebruiken, lijkt het ons verstandig om eenmalig iets meer te betalen voor veel meer opslagruimte.

©Rens Blom

Snel opladen, voor Samsungs doen

Dan de accuduur, een punt waarop Galaxy A-smartphones al jaren (meer dan) prima scoren. De A56 zet die traditie voort. Hoewel de accucapaciteit met 5000 mAh zeker niet groter is dan gebruikelijk en het scherm met 6,7 inch van gangbare grootte is, weet de A56 toch een lange accuduur te realiseren. Wij hebben in de testperiode nooit moeite gehad om een lange dag door te komen, ook niet als we het toestel een uur als hotspot gebruikten om op onze laptop te kunnen internetten in de trein. Dat soort zaken trekken de smartphone-accu sneller leeg, maar de A56 is lekker zuinig.

Het opladen kan helaas niet draadloos, maar dat is een logische bezuiniging in een betaalbare smartphone. Opladen via de usb-c-kabel dus, die in de doos zit. De adapter dien je zelf te regelen. Het loont om een adapter te pakken of kopen die via het juiste protocol 45 watt of meer aan stroom levert. De Galaxy A45 kan namelijk laden met maximaal 45 watt. Dat is veel sneller dan de meeste andere Samsung-smartphones, waardoor de accu sneller vol is. In vergelijking met de concurrentie is 45 watt prima, maar niet bijzonder. Er zijn genoeg smartphones die 65 tot 100 watt aankunnen.

©Rens Blom

Camera's

Met de Galaxy A56 kun je mooie foto's schieten, vooral met de hoofdcamera van 50 megapixel. Die staat echt zijn mannetje. De groothoekcamera van 12 megapixel is minder goed, maar volstaat ook en legt een lekker wijd deel van de situatie vast. De macrocamera van 5 megapixel voegt naar onze mening weinig toe, maar zit ook niet in de weg. De A56 kan zoomen via de hoofdcamera, maar dan holt de kwaliteit wel achteruit.

De selfiecamera vinden we opvallend goed, wat een opsteker is voor wie graag selfies neemt of videogesprekken voert met zijn telefoon.

©Rens Blom

Van boven naar beneden: de hoofdcamera, groothoekcamera en een paar keer zoom.

Zes jaar updates

Een prettige gedachte bij de Galaxy A56 is dat Samsung zes jaar complete updates belooft. Je krijgt dus de komende jaren verschillende Android-upgrades en kunt ook zes jaar lang beveiligingsupdates verwachten. Erg netjes, gelet op de prijs van de telefoon.

©Rens Blom

Samsungs OneUI-softwareschil over Android heen is wat druk en wil héél graag dat je een Samsung-account aanmaakt. Dat is echter niet verplicht. OneUI biedt allerlei handigheidjes, waarvan een deel leunt op kunstmatige intelligentie (AI). Er valt veel te proberen.

Conclusie: Samsung Galaxy A56 kopen?

De Samsung Galaxy A56 is een typische smartphone voor het grote publiek. Hij laat geen steken vallen en blinkt eigenlijk ook nergens echt in uit. Het is gewoon een fijne smartphone met een goed scherm, lange accuduur en zes jaar updategarantie. Gelet op de straatprijs van circa 380 euro is de Galaxy A56 daarom een toestel met een uitstekende prijs-kwaliteitverhouding.

▼ Volgende artikel
Een vaatwasser die de vaat droogt: hoe doet-ie dat eigenlijk?
© Davizro Photography
Huis

Een vaatwasser die de vaat droogt: hoe doet-ie dat eigenlijk?

Bij het kiezen van de ideale vaatwasser zijn er heel wat zaken om op te letten. Eén daarvan is de droogtechniek die wordt toegepast. Er zijn grofweg drie methodes: ventilatiedroging, condensdroging en drogen met zeoliet. In dit artikel leggen we uit wat elke techniek precies inhoudt.

⏱ In dit artikel leggen we je alles uit over de verschillende droogtechnieken die vaatwasmachines kunnen gebruiken:

  • Drogen met de ventilatiedroogtechniek (verdamping)
  • Drogen met de condensdroogtechniek
  • Drogen met zeoliet

Ook interessant voor jou: De belangrijkste functies en programma’s van je vaatwasser uitgelegd

Schoon én droog

Een vaatwasser moet natuurlijk in de eerste plaats zorgen voor blinkend schone vaat. Maar minstens zo belangrijk is hoe goed hij alles droogt, want niets is zo irritant als bij het uitruimen alsnog de theedoek tevoorschijn moeten halen. Blijft er water achter op borden of in glazen, dan loop je bovendien het risico op schimmelvorming – en dat is allesbehalve fris. Ben je toe aan een nieuwe vaatwasser? Let dan zeker ook op de gebruikte droogtechniek.

Vaatwassers met ventilatiedroogtechniek

Een veelgebruikte manier om de vaat te drogen, is door het water te laten verdampen. Dit wordt ook wel de ventilatiedroogtechniek genoemd. Sommige vaatwassers hebben een mechanische arm die de deur automatisch opent zodra het programma is afgelopen. Het warme vocht in de machine kan dan vanzelf ontsnappen. Je kunt de deur natuurlijk ook handmatig openen, maar doe dat dan wel meteen na afloop van het programma. Omdat zowel de vaat als het water dan nog warm zijn, verdampt het vocht sneller dan wanneer je langer wacht.

Deze methode is het meest milieuvriendelijk, maar heeft ook een nadeel: het kan vrij lang duren voordat alles echt droog is. En soms blijft er toch nog vocht achter, waardoor je alsnog naar die theedoek moet grijpen.

©VLADYSLAV LEHIR

Vaatwassers met condensdroogtechniek

Een andere mogelijkheid is een vaatwasser met condensdroogtechniek. Deze methode is vooral geschikt als je vaak glaswerk, aardewerk of roestvrij staal reinigt. De warme, vochtige lucht in de machine slaat daarbij neer op de koelere wanden van de binnenruimte. Het gecondenseerde water wordt opgevangen en vervolgens weggepompt.

Het nadeel van deze techniek is dat de vaat vaak nog niet helemaal droog is wanneer het programma klaar is. Een theedoek blijft dus onmisbaar. Wil je toch profiteren van dit betaalbare systeem? Combineer het dan met handmatige ventilatie: zet de deur na afloop even op een kier zodat de stoom sneller kan ontsnappen en de vaat beter nadroogt.

Vaatwassers met zeoliet: hoe werkt dat?

De beste droogtechniek van dit moment? Dat is zonder twijfel zeolietdroging. Zeoliet is een mineraal dat warmte afgeeft zodra het in aanraking komt met water. Gebruikers zijn vaak laaiend enthousiast: volgens velen is hun vaat nog nooit zó goed droog uit de machine gekomen. Of het nu om plastic bakjes, glazen of borden gaat – alles komt er kurkdroog uit, ongeacht waar het staat in de vaatwasser. Niet gek dus dat modellen met deze techniek steeds populairder worden en steeds meer gemeengoed worden. Ze zijn dan ook bij diverse webwinkels te vinden.

Maar hoe werkt het precies? Onder in de vaatwasser liggen speciale zeolietkorrels. Zodra het programma is afgelopen en het water is afgevoerd, komen de korrels in actie. Ze geven warmte af aan de binnenruimte, waardoor de vaat efficiënt wordt gedroogd. Handig: de korrels regenereren zichzelf na elke wasbeurt. Je hoeft ze dus nooit te vervangen. Bovendien is dit systeem ook nog eens bijzonder energiezuinig.

Fijn: Vaatwassers met zeoliet zijn niet per se duurder dan de andere varianten. De prijs wordt mede bepaald door het type vaatwasser dat je aanschaft en de manier waarop je hem installeert.

VentilatieCondensZeoliet
✅ Meest eco-vriendelijk✅ Heel geschikt voor glas, aardewerk of staal✅ Vaat echt droog
❌ Drogen duurt lang❌ Vaat niet altijd helemaal droog✅ Energie-efficiënt
❌ Vaat niet altijd helemaal droog