ID.nl logo
Weet dít en je maakt verbluffende foto's met je smartphone
© Volodymyr
Huis

Weet dít en je maakt verbluffende foto's met je smartphone

Met een smartphone kun je tegenwoordig de prachtigste foto’s maken. Het is alleen wel wat ingewikkelder geworden om de telefooncamera te bedienen. Vaak is het nogal onduidelijk welke mogelijkheden je nu precies hebt. Hoog tijd voor wat praktische tips en uitleg.

In dit artikel geven we enkele tips waar je rekening mee kunt houden om met je smartphone de prachtigste foto's te maken:

  • Welke cameralenzen zitten er op je smartphone?
  • Inzoomen
  • Aantal megapixel
  • Beeldverhouding
  • Onscherpte creëren
  • Nachtstand

Ook interessant om te lezen: Dág fotograaf: maak gewoon je eigen professionele pasfoto voor op je ID

Vroeger was het vrij eenvoudig om foto’s te maken met een telefooncamera. Er was maar weinig om in te stellen. Er zat om precies te zijn één camera aan de achterkant van het toestel. O ja, er zat er ook nog eentje aan de voorzijde, voor het maken van selfies. Verder waren de verwachtingen wat betreft mogelijkheden en beeldkwaliteit niet al te hooggespannen. Je was allang blij als alles een beetje leuk en herkenbaar op de foto kwam.

Mooier en lastiger

Tegenwoordig is dat anders. De smartphonefotografie heeft namelijk in relatief korte tijd een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt. De beeldkwaliteit evenaart inmiddels die van traditionele camera’s, zoals spiegelreflex- en systeemcamera’s. De kwaliteit is sowieso veel beter dan die van de vroegere compactcamera; die kom je dan ook nog maar zelden tegen. Die enorme verbetering komt wel met een prijs. De complexiteit van de telefooncamera is enorm toegenomen. Daardoor is er ook meer verwarring ontstaan over hoe het een en ander werkt (of juist niet). Tijd om het gebruik van de telefooncamera te verduidelijken.

De beeldkwaliteit van een telefooncamera is tegenwoordig bijna net zo goed als die van een traditionele camera.

Cameralenzen

Laten we met het zichtbaarste onderdeel beginnen. Dat is de cameralens die doorgaans prominent uit de achterzijde van de telefoonbehuizing steekt. In de begintijd waren we al heel blij met die ene cameralens. Tegenwoordig zitten er op dezelfde plek al snel twee, drie, vier en soms zelfs vijf lenzen.

Ja, je leest het goed. Je loopt tegenwoordig met een complete set cameralenzen rond. Kijk maar eens op de achterzijde van jouw telefoon. Je herkent de camera’s vrij makkelijk aan de ronde glimmende lenzen. Nou ja, makkelijk. Sommige wat kleinere rondjes blijken toch iets heel anders te zijn dan je misschien denkt. Het rondje kan bijvoorbeeld een flitser zijn, of een dieptesensor die je helpt bij het scherpstellen.

Maar waarom zoveel lenzen? Op een traditionele camera gebruik je een zoomlens om snel en makkelijk te kiezen of je veel of weinig van de omgeving vastlegt. Je draait hiervoor aan een ring. Zo’n zoomlens is alleen veel te groot en te complex om in de dunne behuizing van een smartphone te proppen. Daarom hebben de telefoonfabrikanten als oplossing bedacht om meerdere camera’s met verschillende soorten lenzen te gebruiken. Met een telefooncamera kun je daardoor helaas niet in- of uitzoomen. Wil je meer of minder in beeld zien? Dan schakel je in plaats daarvan over van de ene camera naar de andere camera.

Een smartphone heeft geen zoomlens. Je schakelt tussen de verschillende camera’s.

Veel of weinig in beeld? Het is belangrijk om te weten dat op bijna alle smartphones meerdere zelfstandig werkende camera’s zitten. Elke camera heeft een ander soort lens. Naast de hoofdcamera heb je vaak een zogeheten ultragroothoeklens en een telelens. Wat houden deze in? Met een ultragroothoeklens, ook wel supergroothoek genoemd, zie je twee keer zoveel in beeld dan met de standaardcamera. Met de telelens vergroot je het beeld drie, vijf of zelfs tien keer optisch uit. Hiermee haal je dus afgelegen dingen dichterbij.

Iets ver weg groot in beeld brengen?

Deze telelens voor je smartphone biedt uitkomst

Geen zoomlens

Hiermee hebben we direct een cruciaal punt te pakken. Fabrikanten spreken vaak over bijvoorbeeld een 10x-zoomlens. Daarmee zou je tot tien keer kunnen inzoomen zonder kwaliteitsverlies. Dat is dus niet zo. De lens vergroot namelijk altijd alles precies tien keer. Wil je een afgelegen kasteel fotograferen? Of een vliegtuig hoog in de lucht? Dan kun je dit object niet traploos dichterbij halen door te kiezen voor een waarde tussen 1x of 10x. Hoe werkt het dan wel?

Stel je hebt een smartphone met twee camera’s, een 1x-camera en een 10x-telelens. Kies je voor de 1x-camera, dan zie je lekker veel van je omgeving. Ideaal voor bijvoorbeeld landschappen, stedelijke plaatjes en interieurfoto’s. Komt ineens dat vliegtuig voorbij, dan schakel je naar de 10x-telelens. Op die manier krijg je het toestel groot in beeld.

Tot zover gaat alles goed. Maar wat als dat vliegtuig een stuk lager vliegt? Of wat als je een portretfoto van iemand wilt maken? Dan is de 10x-zoomlens een veel te sterke vergroting. Dan zie je alleen de neus van het vliegtuig, of van je model. Om dan goede foto’s te maken, heb je eerder een 3x- of 5x-telelens nodig.

De 1x-camera toont een ruime blik, terwijl je met een 10x-telelens objecten verder weg vastlegt.

Digitale zoom

Veel mensen lossen dit op door twee vingers op het telefoonscherm te plaatsen en deze uit elkaar te bewegen. Dit wordt pinch-to-zoom genoemd. Vaak kun je hiervoor ook een schuifbalk of een soort gradenboog gebruiken. Dit kon ook al bij de allereerste smartphones die toen nog één camera hadden. Het lijkt hierbij dat je traploos inzoomt, maar in werkelijkheid snijd je alleen maar beeld langs de fotoranden weg. Je bent digitaal aan het inzoomen. Hoe meer je op deze manier inzoomt, hoe meer je weggooit en hoe lager de fotokwaliteit wordt.

De allerbeste beeldkwaliteit krijg je alleen maar als je schakelt tussen de fysieke camera’s van jouw smartphone. Dat doe je door op de pictogrammen met een vergrotingsfactor te tikken. Deze vind je altijd ergens in de buurt van de afdrukknop. Vaak zijn dit getallen, zoals 0.5x, 1x en 3x of 5x of 10x (ultragroothoek, standaardgroothoek en een of meerdere telelenzen). Soms zie je geen getallen maar pictogrammen, bijvoorbeeld boompjes. Twee boompjes staan dan voor de hoofdcamera, drie boompjes voor de ultragroothoek (meer in beeld) en één boompje voor de telelens (minder in beeld).

Tik op een vergroting om te schakelen tussen de camera’s (hier drie stuks).

Optisch of digitaal

Steeds vaker zie je op het camerascherm meer vergrotingen dan er fysieke camera’s zijn. Het gaat hierbij om digitale vergrotingen. Die worden er voor het gemak bij getoond. Stel de echte camera’s zijn 1x en 5x, dan zie je daarnaast misschien ook een digitale 2x en 10x staan. Soms zie je deze extra standen direct, soms verschijnen ze pas als je op een echte vergrotingsfactor tikt. Hoe weet je nu wat echte camera’s en wat digitale uitsneden zijn? Je kunt hiervoor het beste in de specificaties van jouw telefoon duiken. Ze staan op de doos, in de (digitale) handleiding en op de website van de fabrikant.

Op deze telefoon verschijnt een tweede balkje met veel extra digitale uitvergrotingen.

Met mate

Het gebruik van de digitale zoom is natuurlijk niet verboden. Zolang je het met mate toepast, valt het kwaliteitsverlies wel mee. Heeft jouw telefoon bijvoorbeeld een 1x- en een 3x-camera? Zoom dan liever tot bijvoorbeeld 1.5x in en niet helemaal naar bijvoorbeeld 2.9x. Want hoe verder je digitaal inzoomt, hoe minder echt beeldmateriaal er overblijft. Daardoor wordt je foto steeds smoezeliger.

Bij onze voorbeeldtelefoon kun je veel beter op 3x tikken, dan handmatig naar een hogere waarde gaan, bijvoorbeeld 2.7x of 2.9x. Van 1.1x tot en met 2.9x wordt namelijk de 1x-hoofdcamera steeds verder bijgesneden. Met 3x wordt gewoon het volledige beeld van de telelens gebruikt. Dat scheelt enorm in beeldkwaliteit. Vanaf 3.1x gaat het opnieuw om digitale zoom. Omdat dit keer automatisch de telelens wordt gepakt, ziet 3.1x (telelens) er aanzienlijk beter uit dan 2.9x (hoofdcamera).

Duizelt het je door al deze getallen? De essentie is dat je het beste zo min mogelijk digitaal inzoomt. Kom je alsnog in de buurt van de vergroting van de eerstvolgende cameralens? Dan kun je beter die selecteren, omdat het dan weer volledig optisch is. 

Zoomen met je voeten Vind je dat je met de 1x-camera te veel in beeld ziet, terwijl de telelens juist te weinig laat zien? Dit los je heel eenvoudig op door even een stukje dichterbij te gaan staan met de 1x-lens, of wat meer afstand te nemen met de telelens. Op die manier krijg je het onderwerp alsnog passend op de foto, zonder dat je digitale zoom nodig hebt. Het hangt wel altijd van de locatie en de situatie af of je dit ook kunt doen. Dus soms ontkom je niet aan zoomen.

Pixelweelde

Overigens heb je wat meer bandbreedte als de hoofdcamera van jouw smartphone extra veel megapixel heeft. De resolutie van telefooncamera’s is lang op ongeveer 12 megapixel blijven steken. Maar tegenwoordig zijn er genoeg telefoons met maar liefst 48, 96 en zelfs 200 megapixel. Meer pixels betekent meer beeldinformatie. Daardoor kun je gerust af en toe digitaal inzoomen zonder dat het meteen opvalt.

200 megapixel op een smartphone?

De Samsung Galaxy S23 Ultra heeft het!

Bij een 48megapixel-beeldsensor werk je namelijk met een vier keer hogere resolutie. Zo’n foto wordt nog steeds minder mooi naarmate je digitaal inzoomt, maar de beeldkwaliteit blijft wel veel langer acceptabel. Instinker is dan weer wel dat meestal alleen de hoofdcamera een extra hoge resolutie heeft. Het gaat hierbij dus om de 1x-camera en niet de ultragroothoek en ook niet de telelens. Ook dit achterhaal je weer via de specificaties van jouw telefoon.

Deze digitale vergroting (2x) is dankzij de 48megapixel-hoofdcamera van voldoende kwaliteit.

Waar zijn die pixels gebleven? Bij een sensor met een extra hoge resolutie van bijvoorbeeld 48 megapixel, worden vier pixels gecombineerd tot één superpixel. Daardoor krijg je alsnog een 12megapixel-foto als eindresultaat, maar wel eentje van een (veel) betere kwaliteit. Het idee is dat er zo meer fijne details worden vastgelegd. De pixeltjes zijn tenslotte veel kleiner, dus de camera ziet meer. Wees daarom niet verbaasd als je helemaal geen 48- of 200megapixel-foto’s op je telefoon terugvindt. Al kun je hier ook altijd nog voor kiezen via de camera-instellingen.

Meer is soms minder

Veel mensen vinden het prettig als foto’s het volledige telefoonscherm vullen, omdat je dan volledig in het beeld wordt ondergedompeld. Alleen is een telefoonscherm veel langwerpiger dan een foto, waardoor aan weerszijden zwarte vlakken worden getoond. In de camera-app van bijvoorbeeld Samsung-telefoons kun je bovenaan het scherm (met de telefoon rechtop) de beeldverhouding wel op Full instellen. Wij raden aan om dit toch maar op 4:3 te laten staan.

Waarom? Telefoonfoto’s hebben nu eenmaal een beeldverhouding van 4:3. Ze zijn dus smaller dan een telefoonscherm. Kies je voor Full, dan wordt het camerabeeld opgerekt tot het scherm alsnog wordt gevuld. Daardoor raak je opnieuw veel beeldmateriaal kwijt, omdat je digitaal aan het zoomen bent. Voor de beste en hoogste beeldkwaliteit kun je daarom veel beter de 4:3-beeldverhouding aanhouden.

Tenzij je natuurlijk gewoon veel liever langwerpige foto’s maakt en het kwaliteitsverlies voor lief neemt. Dan mag je er uiteraard gerust van afwijken. Kent jouw telefoon geen volledige beeldverhouding? Kies dan voor 16:9 waarmee je iets minder beeldmateriaal verliest. Het is meteen ook de beeldverhouding van video’s die je met jouw telefoon opneemt.

Schakel je over van 4:3 naar Full, dan verlies je beeldmateriaal.

Ook als je kiest voor 16:9 wordt de foto iets bijgesneden.

Buiten het kader

Bij een iPhone is het belangrijk om te weten dat de camera meer kan laten zien dan dat er op de foto komt te staan. Alleen het felverlichte gebied midden in de camera-app wordt vastgelegd zodra je afdrukt. De buitenranden waar het beeld lichtjes doorschemert zijn alleen bedoeld om te laten zien wat er zich buiten het beeldkader afspeelt.

Dat is gedaan zodat je het beeld nog kunt aanpassen, mocht iets belangrijks er net niet helemaal lekker opstaan. Of om snel af te drukken voordat bijvoorbeeld een auto het beeld binnenrijdt en de foto verpest. Vind je dit verwarrend of staat er steeds minder op de foto dan je verwacht? Je zet deze functie uit door in de app naar Instellingen te gaan. Bij het onderdeel Camera schakel je vervolgens de optie Bekijk buiten het kader uit. Daarna zie je precies wat je op de foto zet.

Op een iPhone zie je wat er buiten het camerabeeld gebeurt, maar dat wordt dus niet vastgelegd.

Lichtkampioen Zodra het licht afneemt ontdek je misschien dat niet elke camera hetzelfde presteert. Vooral met de 1x-hoofdcamera is het beeld lekker helder, kleurrijk en gedetailleerd. Terwijl dat van de 0.5x- of 0.6x-ultragroothoek en vooral de telelens doorgaans een stukje donkerder en minder gedetailleerd is. Dat komt doordat de hoofdcamera groter én lichtsterker is en daardoor aanzienlijk meer licht opvangt. Zelfs als je de speciale nachtstand gebruikt, is het verschil duidelijk te zien. Dat is zeker iets om rekening mee te houden!

Onscherpe achtergrond

Telefoons staan erom bekend dat nagenoeg alles scherp op de foto komt. Daardoor is het lastig om een drukke achtergrond bij bijvoorbeeld een portretfoto te vervagen. Daar hebben fabrikanten gelukkig iets op bedacht. Er zit ook een speciale portretstand op jouw telefoon. Je vindt deze in het balkje met camerastanden. Of tik eerst op Meer en vind deze optie daar. Hiermee kun je alsnog iets of iemand mooi scherp krijgen, terwijl de omgeving fraai vervaagt.

Het hoofdonderwerp moet zich wel op een specifieke afstand bevinden. Vaak is dat ergens tussen anderhalf en tweeëneenhalve meter. Let gewoon goed op het camerascherm, want er wordt een waarschuwing getoond als het onderwerp te dichtbij of te ver weg is. Bij Samsung zie je bijvoorbeeld Gereed zolang alles klopt. Merk je na afloop dat nergens vervaging is te bespeuren? Dan klopte de afstand niet en is een gewone foto gemaakt in plaats van een portretfoto.

Met de portretstand kun je de achtergrond mooi wazig maken.

Voor- of achteraf

Enorm handig is dat je de gewenste vervaging meestal zowel vooraf als achteraf kunt instellen. Het is namelijk een softwarematig effect, een fotobewerking dus. Op een Android-toestel zie je in de camera-app soms een schuifbalkje om het in te stellen. Of je tikt eerst op een wit bolletje, waarna een rijtje met effecten verschijnt. Op een iPhone zie je een f-tekentje. Tik erop en stel de vervaging in met het schuifbalkje.

Om de vervaging achteraf te regelen tik je bij Samsung in de app Galerij bij een portretfoto op Achtergrondeffect wijzigen. Op een iPhone kies je Wijzig in de app Foto’s. Daarna kun je de vervaging aanpassen of weer weghalen. Vaak kun je ook nog aangeven welk onderwerp scherp moet zijn, simpelweg door erop te tikken. Of je voegt een leuk lichteffect toe, zoals een portret in kleur op een egaal zwarte achtergrond. Nog een laatste tip: de portretstand werkt meestal ook met de selfiecamera!

Je kunt de vervaging meestal zowel voor- als achteraf nog veranderen.

In het donker

Telefoons beschikken tegenwoordig vrijwel altijd over een nachtstand waarmee je zeer fraaie opnamen bij weinig licht en in het donker maakt. Gewoon uit de hand. Zie dat maar eens met een traditionele camera te doen. Dat gaat echt stukken lastiger. Met deze nachtstand kun je mooie foto’s maken bij onder meer lamplicht of kaarslicht en tijdens optredens, festivals en concerten. Je kunt ook indrukwekkende stadsgezichten in de avond of nacht vastleggen. Dat is iets wat ongeveer zes jaar geleden nagenoeg onmogelijk was met een smartphone.

Met een smartphone is het zeer eenvoudig om foto’s bij weinig licht te maken.

Essentieel is wel dat je jouw telefoon zo stil mogelijk vasthoudt zolang de opname loopt. De camera-app geeft zelf aan hoelang dit is. Dit kan makkelijk oplopen tot een seconde of tien. Gedurende die tijd schiet het toestel een hele reeks foto’s en voegt ze allemaal razendsnel samen tot één sfeervolle en perfect belichte foto. Het is dus niet zo dat er een onnodig lange afdrukvertraging is. Integendeel, jouw telefoon is keihard voor je aan het werk.

In de nachtstand houd je de telefoon zo stil mogelijk zolang de opname loopt.

Extra belichten Wil je extra fraaie avond- en nachtfoto’s maken, ongeacht welk toestel je gebruikt? Fotografeer dan niet uit de hand, maar zet jouw telefoon ergens tegenaan. Of gebruik een steuntje, zoals een mini-statief. De telefoon belicht dan extra lang, vaak tot wel dertig seconden, waardoor de beeldkwaliteit nog eens sterk verbetert.

Automatisch of met de hand

Op Android-telefoons activeer je de nachtstand naar eigen inzicht, eventueel door eerst naar Meer te gaan. Fotografeer je bij weinig licht in de gewone fotostand? Dan verschijnt vaak een melding dat je misschien beter de nachtstand kunt activeren. Op een iPhone wordt de nachtstand vanzelf actief zodra het voldoende donker is. Op andere momenten kun je er niet bij.

Een geel maantje langs de bovenrand van het scherm verklapt dat de nachtstand in actie is zodra je afdrukt. Is het maantje grijs, dan vindt jouw iPhone het nog net niet nodig, maar je kunt de nachtstand wel zelf inschakelen. Dat werkt via de optiebalk die onderaan het scherm verschijnt zodra je omhoog veegt (houd je telefoon rechtop). Je kunt ook op het witte haakje bovenin tikken. Tik in de optiebalk op het maantje en kies Uit, Auto of Max.

Watch on YouTube
▼ Volgende artikel
Nieuwe Philips Baristina Plus Stainless Steel combineert strak design met koffietrends
© Philips
Huis

Nieuwe Philips Baristina Plus Stainless Steel combineert strak design met koffietrends

Philips breidt zijn reeks halfautomatische koffiemachines uit met de Baristina Plus Stainless Steel. Het nieuwe model heeft een behuizing van roestvrij staal en een extra zetoptie voor iced coffee. Daarmee speelt het merk in op de groeiende populariteit van koude koffiedranken, ook buiten de zomer.

De Baristina Plus Stainless Steel is het nieuwste model binnen de Baristina-reeks. De machine heeft een volledig metalen ontwerp met houten accenten en voelt daardoor stevig aan. Volgens Philips draagt de constructie bij aan een langere levensduur en doet het ontwerp denken aan professionele espressomachines.

Net als eerdere modellen werkt de Baristina met versgemalen bonen, automatische dosering en een pompdruk van 16 bar. Nieuw is de mogelijkheid om iced coffee te zetten. Daarbij wordt de koffie eerst warm gebrouwen voor een volle smaak, waarna de doorstroom vertraagt om het drankje geleidelijk te koelen zonder dat de crema verdwijnt. De gebruiker hoeft alleen een glas met ijs te vullen, de iced coffee-optie te kiezen en te swipen om te beginnen.

©Philips

De Baristina Plus Stainless Steel is bovendien ontwikkeld met aandacht voor duurzaamheid. Omdat de machine werkt met verse bonen, ontstaat er geen afval van capsules of pads. Het apparaat gebruikt per kopje precies de benodigde hoeveelheid water en energie en is opgebouwd uit vervangbare onderdelen, wat de levensduur verlengt.

Hoe Nederland zijn koffie drinkt

Uit onderzoek dat Philips rond International Coffee Day liet uitvoeren, blijkt dat koffie voor ruim de helft van de Nederlanders onderdeel is van het ochtendritueel. Een kwart van de Nederlanders drinkt zijn eerste kop tussen zeven en acht uur ’s ochtends; bijna één op de vijf zelfs nog eerder. Voor veel mensen is dat eerste kopje onmisbaar: 62 procent wil liever geen gesprek aangaan vóór de eerste slok, terwijl de helft zich direct energieker voelt na het drinken.

Cappuccino blijft met 28 procent de populairste variant, maar iced coffee wint snel terrein. Koffie is daarmee niet alleen een bron van energie, maar ook van inspiratie. Veel Nederlanders experimenteren met nieuwe smaken en texturen. Naast iced coffee moet je dan bijvoorbeeld denken aan varianten met opgeschuimde melk of een vleugje chocolade.

▼ Volgende artikel
☔ Op de fiets door het herfstweer? Zo kies je de beste regenkleding
© yossarian6 - stock.adobe.com
Gezond leven

☔ Op de fiets door het herfstweer? Zo kies je de beste regenkleding

Kijk naar buiten en het is meteen duidelijk: de herfst is begonnen. Moet jij ook op de fiets door de regen? Je houdt het droog met goede regenkleding. Van poncho tot pak: zo valt je fietstocht niet in het water!

Dit artikel in het kort:

🌧️ Waar gebruik jij je fiets voor? (want dat maakt uit)
🌧️ Verschillende soorten regenkleding
🌧️ Waterdichtheid, ademend vermogen, gebruikt materiaal en maat
🌧️ De invloed van het seizoen
🌧️ Bekende merken

Lees ook: Je regenjas wassen én waterdicht houden: natuurlijk kan dat!

Waar gebruik jij je fiets voor?

Welke regenkleding het best bij je past, hangt af van hoe je fietst. Leg je vaak flinke afstanden af, dan telt vooral comfort. Kies dan voor ademende materialen die soepel meebewegen en niet knellen. Gebruik je je (elektrische) fiets vooral voor het woon-werkverkeer of om naar school te gaan, dan is gemak belangrijker: regenkleding die je snel kunt aantrekken en weer uitdoen is dan ideaal.

Verschillende soorten regenkleding

Daarna kun je kijken welk type regenkleding het best bij je past. Een compleet regenpak met jas en broek is handig als je vaak fietst en goed beschermd wilt zijn. Toch vinden veel mensen vooral het aantrekken van de broek onhandig. In dat geval is een losse regenjas of een regenponcho een praktischer optie. Houd er wel rekening mee dat je benen dan bij stevige regen sneller nat worden. Misschien zijn regenchaps wat voor jou: hiermee bedek je alleen de voorkant van je bovenbenen. Ook slim: alvast nadenken over regenschoenen. Wanneer je echt een hekel hebt aan natte voeten, zijn overschoenen een welkome aanvulling op je regenoutfit!

Traditioneel regenpak

De klassieker onder de regenkleding is natuurlijk het regenpak. Dat bestaat uit een jas en een broek en is meestal gemaakt van waterdicht materiaal zoals PVC of nylon. Het voordeel is dat je praktisch helemaal bedekt bent, van je nek tot je enkels. Het nadeel? Vooral goedkope regenpakken kunnen wat minder ademend zijn, waardoor je bezweet kunt aankomen.

Losse regenjas

Een losse regenjas is handig wanneer je al een waterdichte broek hebt (of natuurlijk wanneer je het niet erg vindt als je benen natregenen). Regenjassen zijn vaak stijlvoller en kunnen bij slecht weer ook als gewone jas gedragen worden (iets wat je met een traditioneel regenpak niet zo snel zult doen). Let op details: getapete naden en een hoge kraag zorgen dat je beter beschermd bent tegen de regen.

Regencape/regenponcho

Hoef je maar een kort stukje te fietsen? Dan is een regencape of - poncho ideaal: gewoon een kwestie van omslaan of over je hoofd aantrekken. Met een cape of poncho heb je veel bewegingsvrijheid, maar bij harde wind kunnen ze een beetje onhandig zijn. Er zijn ook regencapes die bijvoorbeeld elastieken aan de mouwen hebben die je aan het stuur kunt vastmaken, of een extra koord om je middel waardoor de cape minder wappert en klappert in de wind.

Regenoverschoenen

Niets zo vervelend als helemaal droog blijven dankzij een goed regenpak, maar aankomen met doorweekte schoenen. Regenoverschoenen zijn dé oplossing. Ze zijn gemaakt van waterdicht materiaal en je schuift ze makkelijk over je normale schoenen heen.

TypeVoordelenNadelen
RegenpakVolledig beschermdMinder ademend
RegenjasStijlvol, veelzijdigBenen blijven onbedekt
Cape/ponchoMakkelijk aan-/uitdoen Windgevoelig
OverschoenenDroge voetenExtra aankoop

©iuricazac - stock.adobe.com

Waar moet je op letten bij het kiezen van regenkleding?

➜ Waterdichtheid

Dit is natuurlijk het allerbelangrijkste om op te letten! Om te weten hoe goed een regenjas je droog kan houden, kijk je naar de waterkolomwaarde op het etiket. Hoe hoger de waarde, hoe beter de waterdichtheid. Een waarde van 10.000 mm of meer is uitstekend. In de tabel hieronder zie je hoe goed verschillende waterkolomwaarden je beschermen.

➜ Ademend vermogen

Je wilt droog blijven, maar je wilt ook dat je eigen zweet niet blijft hangen in je regenpak. Materialen zoals Gore-Tex zijn waterdicht maar toch ademend.

➜ Materiaal

Het materiaal is ook iets om rekening mee te houden. Polyester is licht en ademend maar minder duurzaam. PVC is zwaarder maar gaat langer mee. Kies wat bij jou en je fietsgedrag past.

➜ Prijs-kwaliteitverhouding

Goedkoop is vaak duurkoop, vooral als je dagelijks fietst. Investeer in kwalitatief goede regenkleding die jaren meegaat.

De juiste maat kiezen

Bij het kiezen van de juiste maat is het belangrijk om rekening te houden met de kleding die je eronder draagt. Pas verschillende maten en draag de kleding die je normaal tijdens het fietsen draagt. Bepaal of je genoeg bewegingsvrijheid overhoudt. Een regenjas die zó strak om je armen zit dat je niet goed meer richting kunt aangeven, dat moet je natuurlijk niet willen.

Tabel: waterdichtheid

Waterdichtheid van regenkleding wordt gemeten in millimeters waterkolom (mm). Dit geeft aan hoe hoog een kolom water kan zijn voordat deze door de stof heen dringt. Voor regenkleding voor de fiets is minimaal 5.000 tot 10.000 mm aan te raden.

Aantal mm:Waterdichtheid:Beschermt tegen:
0 - 1.500SpatwaterdichtLichte regen en spatten
1.500 - 5.000WaterdichtMatige tot zware regen
5.000 - 10.000WaterdichtBijna alle regen, wel wat vochtdoorslag mogelijk
10.000 - 20.000Hoogwaardig waterdichtZware stortbuien
20.000+Extreem waterdichtExtreme omstandigheden

➜ Zomer of winter?

Wat voor regenkleding je kiest, hangt ook af van het seizoen en van wat je allemaal op de fiets doet.

Zomer

In de zomer is lichte, ademende kleding het prettigst. Ga voor materialen die waterdicht én ventilerend zijn, zoals Gore-Tex. Dat houdt regen buiten maar laat vocht van binnen ontsnappen. Zo blijf je droog van de regen én raak je overtollige warmte kwijt tijdens het fietsen. Ideaal dus voor warme, wisselvallige dagen waarop je actief bent.

Winter

In de winter draait het juist om warmte. Een regenjas met thermische voering houdt je niet alleen droog, maar ook behaaglijk. Veel modellen hebben een uitneembare voering, zodat je dezelfde jas ook in het voor- en najaar kunt dragen. Houd wel rekening met een hogere prijs, maar daar krijg je meer comfort en veelzijdigheid voor terug.

Testen voor gebruik

Wil je zeker weten dat je droog overkomt? Het klinkt gek, maar spuit jezelf nat met een tuinslang om te testen hoe waterdicht de kleding echt is. Zo kom je niet voor verrassingen te staan.

Welk merk fietskleding moet je kiezen?

In Nederland zijn er verschillende bekende merken die regenkleding van hoge kwaliteit aanbieden. Dit zijn enkele van de meest populaire:

1: Agu

Dit Nederlandse merk is vooral bekend onder fietsers en biedt een breed scala aan regenkleding, van jassen tot broeken en overschoenen.

2: Rains

Dit Deense merk is ook populair in Nederland en staat bekend om zijn minimalistische en stijlvolle regenjassen.

3: Mac in a Sac

Dit merk biedt lichtgewicht en opvouwbare regenkleding die gemakkelijk op te bergen is.

4: Vaude

Dit Duitse merk is populair onder outdoorliefhebbers en biedt duurzame en milieuvriendelijke regenkleding.

5: Columbia

Dit Amerikaanse merk is ook in Nederland verkrijgbaar en biedt een breed scala aan regenkleding, vaak gemaakt van hun gepatenteerde Omni-Tech-materiaal dat zowel waterdicht als ademend is.

©Martin - stock.adobe.com

✅ Checklist regenkleding kopen

☐ Bepaal je behoeften: dagelijks gebruik, lange ritten, woon-werkverkeer.
☐ Kies het type regenkleding: regenpak, losse jas, cape/poncho, overschoenen.
☐ Controleer de waterdichtheid: zoek naar de waterkolomwaarde.
☐ Let op het ademend vermogen: materialen zoals Gore-Tex zijn ideaal.
☐ denk om het seizoen: licht en ademend voor de zomer, geïsoleerd voor de winter.
☐ Check de prijs-kwaliteitverhouding: goedkoop is niet altijd beter.
☐ Pas verschillende maten: houd rekening met de kleding die je eronder draagt.
☐ Test de kleding indien mogelijk: gebruik een tuinslang of lees online reviews.
☐ Lees het waslabel: sommige kledingstukken hebben speciale zorg nodig.
☐ Overweeg extra's: zoals reflecterende strips voor veiligheid.