ID.nl logo
15 manieren om je iPhone batterij te sparen
© PXimport
Huis

15 manieren om je iPhone batterij te sparen

Je iPhone is een alleskunner en als je het apparaat meer en meer taken toevertrouwt om je dagelijks leven mee te vergemakkelijken, dan zul je zien dat je batterij het zwaar krijgt. Er zijn echter meerdere manieren om je batterij te sparen. Dit zijn er 15, de eerste 6 geoptimaliseerd voor iOS7.

1 Zet Airdrop uit

Airdrop is een mooie functie die sinds de iOS7 update beschikbaar is. Maar voor het zoeken naar andere apparaten kan als je de functie hebt ingeschakeld, een hoop batterij kosten. Zet hem uit via het controlecentrum, als je de functie niet gebruikt (AirDrop is niet beschikbaar op 4S/4).

2 Schakel verversen van apps op de achtergrond uit

Natuurlijk is het handig dat je navigatie- of route-apps blijven draaien op de achtergrond. Als je onderweg bent en even geen zin hebt in beursupdates, kun je dat type apps beter uit zetten als je batterij wilt besparen. Doe dat via: Instellingen > Algemeen > Ververs apps op achtergrond.

3 Schakel automatisch updaten van apps uit

Natuurlijk is het fijn als je apps altijd up to date zijn. Maar je hebt liever dat ze updaten als je apparaat aan de stroom hangt, want het updaten van apps via wifi of 3G kost een hoop batterij. Stel het in via: Instellingen > iTunes en App Store > Automatische downloads.

4 Blokkeer mensen die je platbellen

Handig, handig, handig. Als je nummers toevoegt aan je contactenlijst, heb je ook de mogelijkheid om die nummers te blokkeren. Bellen, dat kost namelijk stroom. Ok, niet zoveel, maar als er mensen zijn die je tien keer bellen en je hebt daar geen zin in: Instellingen > Telefoon > Geblokkeerd.

5 Zorg ervoor dat je iPhone frequente locaties niet onthoudt

Je iPhone die op iOS 7 draait kan meerdere locaties onthouden en bijwerken als je op bepaalde plaatsen regelmatig komt. Handig, maar niet altijd nodig. Als je deze functie uit wilt zetten om batterij te sparen, ga je naar: Instellingen > Privacy > Locatievoorzieningen > Systeem > Veelbezochte locaties > UIT.

6 Uitzetten van "parallax" gebruikersinterface

Het bewegen van de gebruikersinterface, met symbolen en meldingen is misschien wel cool, het kost ook batterij. Zet deze optie uit (bij mij stond het standaard uit) via Algemeen > Toegankelijkheid > Verminder beweging.

7 Zorg ervoor dat Spotlight niet onnodig bestanden indexeert

Spotlight is nodig als "verkenner" van je telefoon. Om goed te kunnen functioneren, moet Spotlight regelmatig je telefoon doorzoeken. Via Instellingen > Algemeen > Zoeken met Spotlight, kun je bepaalde bestandstypen aan- of uitzetten. Oke, dit gaat je geen tientallen percentages batterij schelen, maar het zou wel moeten helpen.

8 Schakel Bluetooth uit

Gebruik je met regelmaat een carkit of autoradio die met je iPhone communiceert via Bluetooth, of ben je zo'n type die niet zonder Bluetooth-oortje in de deur uitgaat, sla dan deze tip over. Herken je jezelf niet in bovenstaande beschrijvingen, dan kun je Bluetooth beter uitzetten. Dit kun je doen via Instellingen > Algemeen > Bluetooth.

9 Verlaag de helderheid van het scherm

Standaard staat de helderheid van het iPhone-scherm relatief helder ingesteld om een zo sprankelend mogelijke weergave te geven. Stel je de helderheid naar beneden bij, dan kan dit letterlijk uren accutijd schelen. Om je de helderheid van het scherm te verlagen ga je naar Instellingen > Helderheid. Zet je hier de automatische aanpassing aan, dan zal de iPhone, op basis van de hoeveelheid licht die het binnenkrijgt via de sensor aan de voorkant, de helderheid ietsjes aanpassen. Zo kan het zijn dat je iPhone-scherm 's avonds wat lichter wordt weergegeven dan 's middags.

10 Zet iCloud uit

iCloud is handig om content van je iPhone in de cloud van Apple te backuppen. Desalniettemin vergt de synchronisatie tussen de iPhone en iCloud veel energie, die je misschien liever wilt besparen. iCloud (of een aantal onderdelen daarvan) kun je uitzetten in het menu Instellingen > iCloud.

11 Schakel het verzenden van diagnostische gegevens uit

Apple wil graag dat iPhone-gebruikers gegevens over diagnose en het gebruik van het toestel automatisch naar het bedrijf opsturen. Maar helaas geldt voor deze functionaliteit ook dat dit energie van de telefoon vreet. Je kunt deze 'feature' uitzetten via Instellingen > Algemeen > Info > Diagnose en gebruik.

12 Laat tijdzones niet automatisch synchroniseren

De iPhone verbindt standaard automatisch met allerlei tijdservers om de tijd en datum van het toestel te laten synchroniseren. Uitschakelen van deze optie verbetert de accutijd. Je kunt dit doen via Instellingen > Algemeen > Datum en Tijd.

13 Zet 3G en Wi-Fi uit

Als je regelmatig reist, kun je de 3G-functionaliteit van de iPhone beter uitzetten. Doe je dit niet, dan moet het toestel constant nieuwe 3G-verbindingen met masten opzetten, wat flink wat energie kost. Wifi vraagt minder van je batterij, maar kan in periodes dat je offline, maar wel bereikbaar wilt zijn ('s nachts of tijdens het spelen van een game) ook van nut zijn. Schakel 3G uit bij Instellingen > Algemeen > Netwerk. Wifi kan uitgeschakeld worden bij Instellingen > Wi-Fi. De batterij spaar je het meest in de Vliegtuigmodus (te vinden in het hoofdmenu van Instellingen), maar dan verlies je wel elke vorm van connectiviteit en ben je voor de buitenwereld onbereikbaar.

14 Schakel Push uit

Het direct binnenkrijgen van e-mail op je telefoon kan handig zijn, maar is niet altijd nodig. Deze Push-diensten vragen veel van de batterij en kun je uitschakelen in Instellingen > E-mail, contacten, agenda's > Nieuwe gegevens. Hoe minder je de iPhone laat controleren op nieuwe post, hoe beter dat voor de accu zal zijn. Controleren op mail gebeurt sowieso altijd bij het openen van de app Mail.

15 Laat het scherm eerder automatisch dimmen

Wanneer je de iPhone met enige regelmaat wegstopt of weglegt zonder het scherm te vergrendelen, blijft het scherm onnodig aan staan. Het zal niet de ultieme oplossing voor jouw accuproblemen zijn, maar je kunt je iPhone sneller automatisch laten uitschakelen in het menu Instellingen > Algemeen > Automatisch Slot.

Bron: ComputerWorld.

▼ Volgende artikel
Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!
© andrey
Huis

Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!

Hoewel koken op gas voorlopig nog mag, is duidelijk dat de toekomst elektrisch is. Veel mensen stappen nu al over op elektrisch koken – vaak in combinatie met inductie. Ben jij toe aan een nieuwe kookplaat of wil je van het gas af? Dan is het goed om te weten hoe je zo’n elektrische kookplaat aansluit, waar je op moet letten en wanneer je beter een professional kunt inschakelen.

Na het lezen van dit artikel weet je:
  • Dat er 1-, 2- en 3-fase-aansluitingen en -kookplaten zijn
  • Hoe je met de multimeter bepaalt wat voor aansluiting jij hebt
  • Hoe je de elektrische kookplaat aansluit

Dit vind je vast ook interessant: Wat voor soort kookplaten zijn er?

Eén, twee of drie fasen: wat betekent dat?

In tegenstelling tot een gaskookplaat, die je simpelweg aan een gasaansluiting koppelt, is een elektrische kookplaat net iets technischer. Zo'n kookplaat kan worden aangesloten op één, twee of drie elektrische fasen. Welke van de drie je nodig hebt, hangt af van het vermogen van je kookplaat én van de aansluiting in je keuken.

Een 1-fase kookplaat is het eenvoudigst. Die werkt op een gewone stekker met twee pinnen, precies zoals je gewend bent van andere apparaten in huis. Deze modellen hebben een beperkt vermogen – maximaal 3680 watt – maar zijn vaak krachtig genoeg voor wie niet al te fanatiek kookt. Aansluiten is simpel: stekker erin en je kunt aan de slag.

Voor een 2-fase kookplaat heb je een zogenoemde perilex-stekker nodig, met vijf pinnen. Die zie je vooral bij iets krachtigere inductiekookplaten. Meestal worden dit soort kookplaten zonder stekker geleverd, en is het slim om een elektricien in te schakelen voor de installatie. Het benodigde vermogen ligt tussen de 3681 en 7360 watt.

Een 3-fase kookplaat vraagt nog meer stroom en werkt op krachtstroom. Ook hier gebruik je een perilex-stekker met vijf pinnen, maar je moet wel eerst controleren of je meterkast daar op is voorbereid. De aansluitwaarde ligt boven de 7360 watt en het is belangrijk dat de aansluiting klopt – anders werkt de kookplaat niet of loop je zelfs risico op overbelasting. Laat dit daarom bij voorkeur aan een vakman over.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Een kookplaat voor 1- en 2-fase

Je kunt ook kiezen voor een kookplaat met powermanagement. Dat is een kookplaat die je op een normaal stopcontact of op een perilex-stopcontact aansluit. Deze kookplaat kun je in de toekomst uitbreiden, als je dat wilt, maar hiervoor hoef je nu nog niet meteen de aanpassingen in de meterkast en aansluiting door te voeren. Als je wel de aanpassingen in de meterkast laat doen, heb je profijt van de kracht van een 2-fase kookplaat.

Hoe weet je welke kookplaat bij je keuken past?

Wat je kunt aansluiten, hangt af van het type stopcontact in je keuken. Heb je een standaard wandcontactdoos met twee gaten? Dan past daar alleen een 1-fase kookplaat op. Die worden meestal geleverd met stekker en snoer, zodat je hem meteen kunt gebruiken.

Zie je een perilex-stopcontact (met vijf gaten)? Dan is je keuken in principe geschikt voor een 2- of 3-fase kookplaat. Alleen weet je dan nog niet of je meterkast daadwerkelijk drie fasen aankan. Dat kun je op twee manieren controleren: met een multimeter of door in je meterkast te kijken.

Zo check je de aansluiting met een multimeter

Heb je een multimeter in huis? Dan kun je precies meten hoeveel fasen je aansluiting ondersteunt. Teken op een papier het patroon van het perilex-stopcontact en noteer per gat wat je meet. Prik met één pin in het middelste gat (de aarde) en meet met de andere pin de overige vier. Krijg je twee keer 230 volt en twee keer 0? Dan heb je een 2-fase aansluiting. Meet je drie keer 230 volt en één keer 0? Dan is het een 3-fase aansluiting. Label de gaten met ‘L’ voor stroom en ‘N’ voor nul, zodat je straks precies weet wat waar hoort.

©Dmitriy

Voordat je een kookplaat aanschaft, check je eerst de nismaat van je aanrechtblad. Meet met een rolmaat eerst de nis op in het aanrechtblad. Doe dit voor de breedte, de diepte en de hoogte. Komen de afmetingen niet overeen met de kookplaat die je graag wilt? Kijk dan of je het aanrechtblad kunt aanpassen.

Geen multimeter? Kijk in de meterkast

Heb je geen meetapparatuur? Dan kun je in de meterkast zien hoeveel fasen er beschikbaar zijn. Bij een 2-fase aansluiting zie je twee gekoppelde groepen met een hendel ertussen. Zie je vier gekoppelde groepen? Dan is er krachtstroom aanwezig en kun je dus ook een 3-fase kookplaat aansluiten – mits het stopcontact daar geschikt voor is.

©auremar

Zelf een kookplaat aansluiten

Ga je zelf aan de slag? Dan is het belangrijk dat je weet wat je doet. Elektriciteit is geen speelgoed, dus bij twijfel: bel een vakman. Heb je een 1-fase kookplaat met powermanagement die je op een normaal stopcontact wilt aansluiten? Dan moet je deze eerst correct instellen.

Leg om te beginnen een stuk piepschuim onder de kookplaat, zodat je hem veilig kunt omdraaien zonder krassen of barsten. Plak daarna de afdichtband rondom het apparaat, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de glasrand. Begin aan de achterkant, zodat de naad niet in het zicht valt.

Open het aansluitcompartiment onder de kookplaat en controleer het aansluitschema dat daar staat. Gebruik de bijgeleverde bruggetjes om de juiste verbindingen te maken. Sluit het snoer aan: bruin op L, blauw op N en geelgroen op aarde. Zet het snoer vast met trekontlasting en sluit het klepje.

Draai nu de kookplaat weer om en steek de stekker in het stopcontact. Leg de kookplaat op z’n plek in het aanrechtblad. Houd de pauzeknop vijf seconden ingedrukt om het menu te openen. Zoek via de plusknop naar het onderdeel ‘PO’ (power) en stel het vermogen in op 3.7 in plaats van 7.4. Bevestig dit door de pauzeknop nog eens vijf seconden ingedrukt te houden. Je kookplaat is nu geschikt voor een standaard aansluiting.

Houd de stekker op de juiste positie tijdens het meten met de multimeter. Kijk hoe je de stekker in het getekende stopcontact zou steken, zodat je de juiste kleuren van de draden noteert op je tekening.

Een 2-fase kookplaat aansluiten: zo werkt het

Heb je een 2-fase kookplaat? Dan moet je eerst bepalen welke kleur draad bij welk contact hoort. Meet het snoer door met een multimeter, op de piepstand of op de Ohm-stand. Noteer welke draad bij welke stekkerpin hoort en gebruik die info bij het aansluiten.

Open vervolgens het aansluitvak onder de kookplaat en kijk welk aansluitschema je moet gebruiken. L1 en L2 koppel je aan de juiste stroomdraden, 01 en 02 aan de juiste nuldraad. Maak de trekontlasting los, sluit de draden aan zoals je eerder hebt gemeten, en zet alles weer stevig vast.

Steek daarna de stekker in het stopcontact en plaats de kookplaat netjes in het blad. Dankzij de afdichtband blijft alles goed op z'n plek. Zet vervolgens de kookplaat aan en test of alle kookzones werken. Krijg je een foutmelding? Dan is er waarschijnlijk iets misgegaan bij het aansluiten. Geen foutmelding? Dan is je kookplaat klaar voor gebruik.

©S.Engels

Het is gebruikelijk dat de pannen een licht tikkend of zoemend geluid maken tijdens het koken. Dit heeft te maken met het magnetisch veld van de kookplaat. Ruik je een vreemde geur na het installeren van de kookplaat? Dit is ook gebruikelijk en de geur trekt uiteindelijk weg.

▼ Volgende artikel
⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping
© Olga Yastremska, New Africa, Africa Studio
Huis

⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping

Vooral in de zomer is het vaak raak: code geel of code oranje wegens onweer. Weet jij wat je wél en juist níet moet doen als er een onweersbui nadert? Thuis kun je veel risico's beperken, maar juist buitenshuis – en zeker op de camping – is het opletten geblazen. In dit artikel lees je hoe je jezelf en anderen beschermt, of je nu binnen, buiten of aan het kamperen bent.


In het kort:

⚡ Onweer & thuis ⚡ Onweer & buiten ⚡ Onweer en kamperen: 🏕️ Tent 🚐 Caravan

Lees ook: Regen, regen en nog eens regen … zo voorkom je wateroverlast

Thuis tijdens onweer: veilig, maar niet zonder risico's

In huis ben je relatief goed beschermd tegen blikseminslag, zeker als het gebouw voorzien is van een goede bliksemafleider. Toch zijn er een paar voorzorgsmaatregelen die je serieus moet nemen. Gebruik bij onweer liever geen apparaten die verbonden zijn met het stroomnet of met leidingen. Denk aan de wasmachine, een vaste telefoon of een bedrade computer. Bliksem kiest daarbij meestal de makkelijkste route naar de grond, en dat zijn vaak metalen onderdelen in huis zoals koperdraden of waterleidingen.

Trek bij voorkeur de stekkers uit het stopcontact van kwetsbare apparatuur zoals computers, tv's of de router. Een stekkerdoos met overspanningsbeveiliging biedt wel wat bescherming, maar niet bij een directe inslag. Ga liever ook niet douchen of in bad, want waterleidingen kunnen de elektrische spanning van een blikseminslag geleiden.

Ramen kun je gewoon dicht houden, en als je wilt kijken naar het natuurgeweld, doe dat dan vanaf een veilige plek binnenshuis. Zorg dat huisdieren binnen zijn en zet het alarmsysteem even uit als dat storingsgevoelig is bij blikseminslag.

Buiten bij onweer: voorkom dat je zelf bliksemafleider bent

Ben je onderweg of buiten als het begint te donderen, dan is het zaak om snel te handelen.

Onthoud: als je de bliksem ziet en binnen 10 seconden de donder hoort, zit je binnen de gevarenzone. Zoek dan zo snel mogelijk een veilige schuilplek.

De veiligste plek is een gebouw met muren en een dak – bijvoorbeeld een winkel, huis of station. Een auto met metalen carrosserie is ook een prima optie. Die werkt als een kooi van Faraday en geleidt de stroom om je heen in plaats van door je heen.

Vermijd tijdens onweer open velden zoals weilanden of sportterreinen, want daar ben je letterlijk het hoogste punt. Ook hooggelegen plekken zoals duinen of heuveltoppen vormen een risico. Zoek geen beschutting onder een boom die in z'n eentje op een veld staat – dat is juist een bliksemmagneet. Blijf verder uit de buurt van metalen objecten zoals hekken, masten of fietsen, en houd afstand van water – of dat nu een meer, sloot of zwembad is.

Kun je nergens heen? Maak jezelf dan zo klein mogelijk: hurk neer op je voetzolen, houd je voeten tegen elkaar en wikkel je armen om je knieën. Ga niet liggen; zo vergroot je je contactoppervlak met de grond, wat het risico op aardstroom vergroot.

©ID.nl

Kamperen met onweer: extra opletten in tent of caravan

Kamperen geeft een gevoel van vrijheid, maar bij onweer ben je juist extra kwetsbaar. Een tent biedt geen enkele bescherming tegen bliksem, hoe stevig het doek ook is. Het metalen frame vergroot het risico juist, vooral als je op een open veld kampeert of vlak bij een losse boom staat.

Als er onweer op komst is, zoek dan zo snel mogelijk een veilig onderkomen. Een stenen sanitairgebouw, de receptie of je auto bieden veel meer bescherming dan een tent. Zit je in een camper of caravan met een metalen buitenkant? Dan ben je redelijk veilig, mits je ramen en deuren gesloten houdt en geen contact maakt met metalen delen. Stacaravans met een houten of kunststof omhulsel bieden die bescherming niet: het klopt dat ze geen stroom geleiden, maar ze voeren die ook niet af. Daardoor kan een blikseminslag via leidingen of metalen onderdelen binnen alsnog gevaarlijk uitpakken. Tijdens onweer blijf je dus beter uit de buurt van dat soort constructies.

Laat ook je elektronische spullen niet in de tent of aan opladers zitten. Berg ze los op, zonder kabels of contact met de grond.

Staan er bomen op de camping? Zorg dat je tent daar niet direct onder staat. Bij inslag kunnen takken afbreken of kan de bliksem via de wortels naar de grond doorslaan. Ook op campings in de bergen of aan open water is het risico op blikseminslag extra hoog – check bij aankomst wat de aanbevolen schuilplaatsen zijn.

En hoe zit het met de tentstokken?

Metalen tentstokken zijn niet per definitie gevaarlijk, maar ze kunnen wel extra risico opleveren bij onweer. Omdat tenten vrijwel altijd met metalen haringen in de grond staan, is er al snel sprake van een geleidende verbinding met de bodem. Bij een blikseminslag kan de stroom zich dan via het frame en de haringen verspreiden, met risico voor wie zich in de tent bevindt. Daarom blijft het advies: verlaat bij onweer de tent en zoek een écht veilige plek op.

Tot slot: een goede voorbereiding helpt

Kijk altijd naar de weersvoorspelling voordat je op pad gaat. Veel weerapps geven een melding bij onweerskansen, vaak met een tijdsindicatie en locatie. Op de camping is het handig om bij aankomst al te weten waar je naartoe kunt bij slecht weer.

Zorg ook dat je zaklamp, powerbank en radio of noodaccu paraat hebt als je kampeert, voor het geval de stroom uitvalt. En vooral: blijf rustig. Onweer is gevaarlijk, maar met de juiste kennis en voorzorgsmaatregelen voorkom je ongelukken.

🔦 Voor als de stroom uitvalt

Licht in de duisternis!