ID.nl logo
Tweestapsverificiatie instellen: Deze methodes zijn er
© Reshift Digital
Huis

Tweestapsverificiatie instellen: Deze methodes zijn er

Geen standaard accountnamen gebruiken, wel lange en complexe wachtwoorden kiezen en bij controlevragen alternatieve antwoorden noteren: het zijn allemaal maatregelen om de beveiliging van een account te verbeteren. Maar uiteindelijk zijn ze allemaal te kraken en ben je dus kwetsbaar. Wil je een betere methode om de beveiliging van een account te verhogen, dan kun je tweefactorauthenticatie instellen. Dat klinkt moeilijk, maar is het niet. Dit artikel laat zien welke opties er zijn en hoe je een account er beter mee beveiligt.

Gebruikersnamen en wachtwoorden behoren tot de meest gezochte informatie onder hackers. Krijgen ze die in handen, dan hebben ze al snel onbeperkt toegang tot gebruikersaccounts, systemen en vooral ook heel veel persoonlijke gegevens. Gebruik van sterke en voor elke site andere wachtwoorden verandert daar weinig aan. Je hoeft maar één keer je wachtwoord in het verkeerde venster te typen of slachtoffer te zijn van een phishingmail, en de status van je online accounts gaat razendsnel van goed beveiligd naar helemaal verloren.

Een manier om gebruikersaccounts beter te beschermen die bovendien heel goed de andere beveiligingsmaatregelen aanvult, is het gebruik van tweefactorauthenticatie (2FA). Behalve een gebruikersnaam en een wachtwoord, wordt dan bij het inloggen nog een extra bewijs gevraagd dat de persoon die inlogt ook echt is wie hij zegt te zijn. Omgekeerd zorgt de extra authenticatiefactor ervoor dat gelekte inloggegevens nutteloos zijn voor kwaadwillenden. De hacker heeft immers dat extra bewijs niet.

Was het toevoegen van extra authenticatiefactoren jarenlang complex en kostbaar, de laatste jaren zijn de mogelijkheden snel goedkoper en gebruiksvriendelijker geworden. Een smartphone is nu vaak al voldoende.

©PXimport

37 procent van alle datalekken begint met gestolen of zwakke wachtwoorden

-

Drie stappen

Door een extra authenticatiefactor toe te voegen bij het inloggen, verandert de tweede stap van het zogenoemde toegangscontroleproces. Dit zijn de stappen die doorlopen worden bij het inloggen en daarna gebruiken van een computer of een online dienst. Het proces bestaat uit drie stappen: identificatie, authenticatie en autorisatie. Deze termen worden vaak door elkaar gebruikt, maar betekenen zeker niet hetzelfde, al hebben ze wel met elkaar te maken.

©PXimport

Identificatie is de eerste stap in het toegangscontroleproces. Het is feitelijk niets anders dan zeggen wie je bent of eigenlijk claimt te zijn. Bij computers en online services komt dit meestal neer op het intypen van een gebruikersnaam of e-mailadres, waarna je op oké klikt.

Het is iets wat iedereen kan voor iedere gebruikersnaam of e-mailadres, dus ook met een andere dan de eigen gebruikersnaam of adres. Daarom dat de authenticatie, de tweede stap in het toegangscontroleproces, bij digitale communicatie zo belangrijk is. Bij deze tweede stap wordt gecontroleerd of de persoon die zich heeft aangediend, ook echt de persoon is die hij zegt te zijn. Daarvoor wordt eerder door of over die persoon vastgelegd bewijs vergeleken met informatie die nu wordt aangeleverd.

Komt die informatie overeen, dan heeft de persoon zich succesvol geïdentificeerd en volgt als derde stap de autorisatie. Daarbij krijgt de persoon rechten toegewezen (autorisaties), bijvoorbeeld om een document te lezen, het te bewerken of te verwijderen. Klopt de opgegeven informatie niet, dan valt de authenticatie negatief uit en volgt er geen autorisatie. De persoon krijgt dan dus geen toegang tot het account of de bijbehorende gegevens.

Verschillende factoren

Bij digitale diensten is de authenticatie extra lastig, omdat gebruikelijke vormen van authenticatie, zoals iemand herkennen of het vergelijken van een paspoort, online niet werken. Het soort bewijs dat gebruikt kan worden voor de authenticatie valt in drie categorieën uiteen: iets wat je weet, iets wat je hebt en iets wat je bent.

Een voorbeeld van iets wat je weet, is een wachtwoord of pincode. Iets wat je hebt, kan bijvoorbeeld een pasje of token zijn. En een voorbeeld van iets wat je bent, is een vingerafdruk, stem- of gezichtsherkenning. Of bijvoorbeeld een irisscan, waarbij de textuur van een deel van het oog wordt gebruikt om iemand te herkennen.

©PXimport

Authenticatie kan gebeuren met iets wat je weet, iets wat je hebt of iets wat je bent

-

Geen van deze factoren geeft overigens honderd procent zekerheid. Iets wat je weet, kan worden geraden of afgeluisterd. Iets wat je hebt, kan worden gestolen. En iets wat je bent, kan worden gekopieerd. Maar door als bewijs van de identiteit meer dan alleen een wachtwoord te vragen, wordt misbruik ineens wel heel veel moeilijker.

Belangrijk is dat multifactorauthenticatie niet zozeer de beveiliging verbetert door meerdere authenticatiefactoren te vragen, maar door authenticatiefactoren uit de verschillende eerdergenoemde categorieën te vragen. Dus iets wat je weet én iets dat je hebt, of iets dat je weet én iets dat je bent.

Iets wat je weet

Van alle authenticatiefactoren is het wachtwoord het meest bekend. Al in vroeger tijden werd een geheime code gevraagd als bewijs dat iemand toegang tot de burcht mocht hebben in tijden van een conflict. Het ging dan om een afgesproken woord of zin, ongeacht de persoon die het uitsprak.

Een wachtwoord om toegang te krijgen tot een computer of digitale dienst is juist niet bekend bij anderen, ook niet bij het systeem waartoe toegang wordt gekregen. Die kent alleen de hash van het wachtwoord, een onomkeerbare berekening met een altijd identieke uitkomst, en kan die vergelijken. De kwetsbaarheid van wachtwoorden maakt dat vooral in professionele omgevingen wordt ingezet op complex, lang en uniek, wat het gebruiksgemak van wachtwoorden flink aantast.

Iets wat je bent

De extra factor met misschien wel de beste gebruikerservaring is de derde, iets wat je bent. Hierbij wordt een fysiek of gedragskenmerk van een persoon gebruikt als bewijs. Denk aan een vingerafdruk, een irisscan of gezichtsscan, maar het kan ook stemherkenning zijn.

Biometrische authenticatie heeft als voordeel dat het kenmerk dat gecontroleerd wordt onlosmakelijk verbonden is met de persoon. Je hebt het altijd bij je. Ook zijn biometrische factoren moeilijk te kopiëren.

Nadelen zijn er ook. Zo is specifieke hard- en software nodig om een biometrisch persoonskenmerk te scannen. Windows 10 biedt met Windows Hello standaard ondersteuning voor biometrische authenticatie, maar een vingerafdrukscanner of webcam die geschikt is om een gezichtsscan te kunnen uitvoeren, is verre van standaard.

Hier komt nog bij dat biometrische gegevens tot de bijzondere persoonsgegevens behoren en daarmee onder de hoogste privacyregelgeving vallen. Ook wordt bij veel biometrische herkenning meer gezien dan alleen de informatie die nodig is voor de identificatie, wat het ook weer risicovoller maakt.

©PXimport

2FA is MFA, maar MFA is meer dan 2FA

Bij authenticatie gaat het al snel over 2FA en MFA. 2FA staat voor tweefactorauthenticatie en betekent dat er twee authenticatiefactoren worden gevraagd. MFA staat voor multifactorauthenticatie en betekent dat er meer dan één authenticatiefactor wordt gevraagd. Dit kunnen er twee zijn (2FA), maar wanneer nog hogere beveiliging is gevraagd ook meer. Omdat de meeste accounts nog met alleen een wachtwoord werken, krijgt 2FA als eerste stap de meeste aandacht.

Iets wat je hebt

De populairste extra authenticatiefactor, afgezien van het wachtwoord, is iets wat je hebt. Hierbij gaat het dan om een fysiek element zoals een pasje of een token.

De uitdaging bij online authenticatie is om vast te stellen dat de persoon die wil inloggen, op dat moment ook echt dat fysieke element bezit. Dit gebeurt veelal door op het apparaat of met behulp van een paslezer een code te genereren. Die code is uniek voor dat apparaat op dat moment en vaak ook maar beperkte tijd bruikbaar. Naast het wachtwoord moet bij het inloggen dit One-Time Password (OTP) of Time-based One-Time Password (TOTP) worden ingevoerd.

©PXimport

Geen enkel authenticatiemiddel geeft honderd procent zekerheid

-

Smartphone als token

Omdat bijna iedereen een smartphone bij zich draagt, wordt deze steeds meer als 2FA-token gebruikt. Dit gebeurt met een authenticatie- of verificatie-app op de smartphone die de unieke codes genereert. De app zelf is eerst leeg, maar online diensten laten zich er eenvoudig mee verbinden, waarna de app elke dertig seconden voor elke dienst een nieuwe inlogcode genereert.

Het verbinden van de app met de online dienst gebeurt door in te loggen bij de dienst en daar de tweefactorauthenticatie in te schakelen. De site genereert dan een sleutel die je handmatig kunt invoeren of via een QR-code kunt scannen, zodat de app aan de dienst wordt gekoppeld. Invoer van een eerste code rondt de koppeling af.

De app heeft geen toegang tot het account en communiceert nadat de koppeling is gemaakt ook niet meer met de online dienst. De app berekent slechts codes op basis van gegevens die tijdens de koppeling werden uitgewisseld. Het werkt dus ook wanneer de smartphone geen internetverbinding heeft.

Doordat de achterliggende techniek gebaseerd is op standaarden, zijn de apps uitwisselbaar en is het goed mogelijk bijvoorbeeld een Google-inlog te koppelen in de verificatie-app van Microsoft of omgekeerd.

Authenticatie-apps

Het aanbod aan authenticatie-apps is groot. Nadrukkelijk aanwezig zijn Google en Microsoft met hun Authenticator. Die van Google is – voor een bedrijf dat van advertenties leeft – opvallend basic en sober. De eigen Google-diensten krijgen zelfs geen voorkeursbehandeling. Misschien komt dit doordat Google op Android aanvullende 2FA-functionaliteit biedt die daardoor niet in de app zit, ook niet in de iOS-versie.

Microsoft Authenticator vereist een Microsoft-account en is behalve een tokengenerator ook een wachtwoordmanager. Bij diensten die dat ondersteunen, kun je ook inloggen door op een pop-upbericht te klikken in plaats van de OTP-code over te nemen. De app openen kan met gezichtsherkenning en vingerafdruk, en accounts kunnen online worden opgeslagen.

©PXimport

Maar er zijn zeker alternatieven voor de apps van Microsoft en Google. FreeOTP is bijvoorbeeld opensource en wordt onderhouden door RedHat. Ook heb je Authy, dat in staat is om accounts te synchroniseren tussen Authy-apps op verschillende apparaten. Daarnaast biedt Authy een optionele versleutelde back-up in de cloud, handig voor als de telefoon wordt vervangen of zoekraakt. Authy vraagt hiervoor wel het telefoonnummer en een e-mailadres, terwijl je dit soort apps misschien liever anoniem houdt.

LastPass en Keeper zijn voorbeelden van wachtwoordmanagers met een eigen verificatie-app.

Real-time phishing-attack

Is 2FA de oplossing voor alle dreigingen? Niet altijd. Gebruik je een smartphone als OTP-token, dan kan een hacker via een real-time phishing-attack nog steeds je sessie overnemen.

Hierbij ontvangt de gebruiker een phishing-mail (1) en klikt op de link in die mail. Deze verbindt hem met de phishing-site (2) die functioneert als proxy en de verbinding doorzet naar de echte site (3). Als man-in-the-middle vangt de phishing-site eerst de gebruikersnaam en wachtwoord (6 en 7) en daarna ook de OTP-code af (9). Zodra die laatste is ontvangen, gebruikt de hacker die om de sessie met de echte site over te nemen (10).

©PXimport

Back-up en noodcodes

Het toevoegen van 2FA via bijvoorbeeld een authenticatie-app zorgt voor extra beveiliging, maar introduceert ook nieuwe risico’s. Wat als de telefoon defect raakt, gestolen wordt of vergeten in de trein? Elke site genereert naast de OTP-codes ook een aantal noodcodes die altijd bruikbaar zijn. Hiermee kun je inloggen als de telefoon niet beschikbaar is, maar ook 2FA uitschakelen en een nieuwe telefoon verbinden.

Om jezelf niet buiten te sluiten, is het essentieel dat je deze noodcodes downloadt en veilig bewaart (en dat doe je beter niet in een wachtwoordmanager die je met dezelfde 2FA hebt beveiligd!). Ook is het zeer verstandig om de codes te printen en bijvoorbeeld in te stellen dat je 2FA-codes ook ontvangt via sms of e-mail. Dit zorgt ervoor dat het ook zonder kwijtgeraakte telefoon of met juist een nieuwe telefoon werkt.

Download de bijbehorende noodcodes en sla ze veilig op!

-

Voorbij OTP

Gebruik van een authenticatie-app is door de eenvoud en lage kosten zeer succesvol. Maar niet iedereen heeft een smartphone of wil die hiervoor gebruiken. Daarbij is OTP best gebruiksvriendelijk, maar telkens de app moeten openen is dat niet. Daarbij is de beveiliging nog niet perfect, zoals je in het kader over real-time phishing-attacks kunt lezen. De oorzaak: ook bij OTP gaat er uiteindelijk een wachtwoord over de lijn. Zelfs al is dat een uniek eenmalig wachtwoord, het blijft een wachtwoord.

Daarom heeft een groot aantal techbedrijven, verenigd in de FIDO Alliance (“Fast Identity Online”), nieuwe authenticatietechnieken ontwikkeld zoals U2F (“Universal 2nd Factor”) en FIDO2. Deze technieken gebruiken geen OTP om vast te stellen dat de gebruiker over de token beschikt, maar doen dit met een zogeheten challenge-response.

Deze aanpak maakt gebruik van public key-cryptografie, waarbij de inlog een ‘challenge’ genereert en versleutelt met de private sleutel van de gebruiker. De online dienst ontsleutelt deze challenge met de publieke sleutel van die gebruiker. Dit gebeurt op een slim apparaat met een security-kern waarin de private sleutel veilig zit opgeborgen.

Beveiligingssleutel

Google en Thetis verkopen zulke hardwarematige beveiligingssleutels, maar het meest bekend is de Yubikey van Yubico. De Yubikey 5 is de nieuwste versie en beschikbaar in verschillende uitvoeringen. Functioneel zijn al deze modellen identiek, het verschil zit hem in de mogelijkheid van verbinden met een pc (usb-a/c) of smartphone (usb-c/lightning/NFC).

Er zijn ook grotere sleutels, veelal met een gat erin, handig om aan een sleutelbos te hangen. Daarnaast zijn er kleine (‘nano’) modellen die min of meer vast in een pc kunnen blijven (dit is veilig mits die pc zelf veilig is). Er zijn geen drivers nodig om ze te laten werken, de ondersteuning is standaard ingebouwd in het besturingssysteem en de modernere browsers.

©PXimport

Het koppelen van een hardwarematige beveiligingssleutel aan een online dienst is vergelijkbaar met het verbinden van een smartphone-app. Je logt met het eigen account in bij de dienst, waarna je bij de opties voor tweefactorbeveiliging (of tweestapsverificatie, zoals het in het Nederlands ook wel wordt genoemd) kiest voor een beveiligingssleutel. Dan moet de sleutel worden geplaatst en de koppeling met een druk op de knop op de sleutel worden bevestigd.

Bij gebruik van FIDO2 wordt ook een pincode gevraagd voor de beveiligingssleutel. Deze is onderdeel van de FIDO2-standaard die wachtwoordloos inloggen nastreeft, maar daarvoor wel een pincode of biometrische beveiliging vereist. Een Yubikey met een vingerafdruksensor is al langere tijd in de maak, maar nog niet uitgebracht. Anders dan een authenticatie-app is een hardwarematige beveiligingssleutel niet gratis. Prijzen beginnen bij 50 euro per stuk.

Denk aan de back-up

2FA met een hardwarematige beveiligingssleutel werkt erg gebruiksvriendelijk. Geen gedoe met een app en codes, maar gewoon de sleutel plaatsen, op de knop drukken en klaar. Toch kent ook de beveiligingssleutel zijn uitdagingen. Wat moet je bijvoorbeeld doen als de sleutel kwijtraakt, gestolen wordt of stukgaat? De beveiliging van de sleutel is zo stevig dat deze niet gekopieerd kan worden. Een Yubikey is zelfs zo dichtgetimmerd dat het niet eens mogelijk is de firmware te updaten.

Opnieuw is het verstandig de noodcodes te bewaren. Ook kun je meerdere sleutels registreren bij dezelfde dienst. Dit is wel arbeidsintensief omdat je dan dus telkens niet één, maar bijvoorbeeld twee of drie sleutels moet koppelen, maar het maakt het wel veiliger. Een andere optie is dat je ook de verificatie via smartphone en app of sms/e-mail in stand houdt. Door die alleen in noodgevallen te gebruiken, wordt het allemaal al een stuk veiliger.

Sites die 2FA ondersteunen

Steeds meer sites ondersteunen 2FA/MFA en dat geldt zeker voor de ‘grote’ websites zoals Google, Facebook, Twitter, verschillende Microsoft-sites, cloudopslag zoals Google Drive, Dropbox, maar ook NAS-apparaten en een heel groot aantal applicaties waaronder veel wachtwoordmanagers.

Een goed overzicht van sites en de ondersteunde vorm van MFA/2FA is te vinden op www.2fa.directory en specifiek voor Yubikeys op www.tiny.cc/yubikey. Bij elke site die genoemd wordt, vind je een verwijzing naar de uitleg over het koppelen van de Yubikey.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Wat doet 120 Hz voor je televisie of monitor, en heb je het wel echt nodig?
© ER | ID.nl
Huis

Wat doet 120 Hz voor je televisie of monitor, en heb je het wel echt nodig?

Als je de specificatielijst van een moderne televisie of monitor bekijkt, zie je achter het kopje 'verversingssnelheid' vaak een getal staan gevolgd door 'Hz'. Jarenlang was 50 of 60 Hz de standaard, maar tegenwoordig pronken fabrikanten met 100, 120 of zelfs 144 Hz. Klinkt sneller, en sneller is meestal beter, maar wat betekent het nou eigenlijk voor jouw kijkervaring? Is het een noodzaak voor iedereen, of vooral leuk voor fanatieke gamers?

Om te begrijpen wat die Hertz (Hz) doet, moet je een televisie of monitor niet zien als een statisch schilderij, maar als een soort digitale flipbook. Het beeld dat je ziet, wordt immers continu opnieuw opgebouwd. Een standaard 60Hz-scherm ververst het beeld 60 keer per seconde. Dat is voor het menselijk oog snel genoeg om een vloeiende beweging waar te nemen bij normaal tv-kijken, zoals het nieuws of een dramaserie. Een 120Hz-scherm doet dat dus dubbel zo vaak: 120 keer per seconde.

©DC Studio

Waarom zou je meer beelden per seconde willen?

Het grootste voordeel van een hogere verversingssnelheid is soepelheid. Hoe meer beelden er per seconde worden getoond, hoe vloeiender bewegingen eruitzien. Bij 60 Hz kunnen snelle acties soms wat schokkerig ogen of last hebben van bewegingsonscherpte, ook wel 'motion blur' genoemd. Bij 120 Hz blijven details scherp, zelfs als de camera snel draait of als er bijvoorbeeld een raceauto voorbij raast. Daarnaast voelt de besturing van games directer aan. Tussen het moment dat je een knop indrukt en het moment dat je actie op het scherm ziet, zit minder tijd. Dat verschil in milliseconden lijkt verwaarloosbaar, maar je brein pikt het direct op als een responsievere ervaring.

Het verschil tussen 120 en 144 Hz (en hoger)

Terwijl 120 Hz de nieuwe gouden standaard is voor televisies, zie je bij computermonitors vaak getallen als 144 Hz, 165 Hz of zelfs 240 Hz en hoger. Het principe blijft hetzelfde, maar de toepassing verschilt. 120 Hz is de limiet voor de huidige generatie spelcomputers, zoals de PlayStation 5 en Xbox Series X. Televisies richten zich daarom specifiek op dat getal. Pc-gamers hebben echter vaak krachtiger videokaarten die nóg meer beelden per seconde kunnen produceren. Daarom zie je monitors met 144 Hz of meer.

Is het verschil tussen 120 en 144 Hz zichtbaar? Voor de gemiddelde gebruiker nauwelijks. Waar de stap van 60 naar 120 Hz een wereld van verschil is die bijna iedereen direct ziet, is de stap naar 144 Hz of hoger vooral voer voor professionele e-sporters die elke mogelijke fractie van een seconde winst nodig hebben. Voor de consument die een monitor zoekt voor thuisgebruik en gaming, is alles boven de 120 Hz doorgaans een uitstekende keuze.

©ER | ID.nl

Heb jij het nodig?

Het antwoord op die vraag hangt volledig af van wat je met je scherm doet; of dat nu een tv of een gamemonitor is. Kijk je voornamelijk lineaire televisie, films en series via streamingdiensten? Dan is een 120Hz-scherm geen harde noodzaak, aangezien films doorgaans in 24 beelden per seconde worden geschoten. Toch hebben 100/120Hz-panelen in televisies vaak wel een betere beeldkwaliteit en kunnen ze die films rustiger weergeven dan goedkopere 60Hz-panelen.

Ben je echter een gamer? Dan is het antwoord volmondig ja. De nieuwste spelcomputers en moderne videokaarten zijn gemaakt om die hoge snelheden te benutten. Games spelen soepeler, zien er scherper uit tijdens actiescènes en je reageert sneller op wat er gebeurt. Als je nu een nieuwe tv of monitor koopt met het oog op de toekomst en gaming, is 120 Hz of hoger eigenlijk een vereiste op je wensenlijstje. Let er bij televisies wel op dat je beschikt over een HDMI 2.1-aansluiting, want alleen die kabel kan de enorme hoeveelheid data van 4K-beeld met 120 Hz verwerken.

Drie tv's met 120 Hz of meer

De meeste high-end tv's van dit moment ondersteunen 120 Hz voor spelcomputers (PS5/Xbox Series X) en gaan zelfs tot 144 Hz als je ze aan een krachtige gaming-pc hangt.

Als we kijken naar de huidige generatie televisies, kunnen we niet om de LG OLED evo C5 heen. Dit is de gloednieuwe opvolger van de populaire C4 en wordt gezien als de standaard voor gamers en filmliefhebbers. Hij beschikt over vier HDMI 2.1-poorten die de volle 144 Hz ondersteunen, wat hem toekomstbestendig maakt voor pc-gamers, terwijl hij naadloos samenwerkt met de PlayStation 5 en Xbox Series X op 120 Hz. Het nieuwe paneel heeft een nog hogere helderheid dan zijn voorganger, waardoor HDR-beelden nog meer impact hebben.

Daarnaast is de Samsung OLED S95F een absolute blikvanger in de winkels. Waar Samsung vorig jaar hoge ogen gooide met de S95D, doet de F-serie er nog een schepje bovenop met een vernieuwde antireflectielaag die nog beter werkt in lichte kamers. Dit model combineert de diepe zwartwaarden van OLED met de intense kleuren van Quantum Dots. Ook dit scherm ondersteunt verversingssnelheden tot 144 Hz en beschikt over de uitgebreide Gaming Hub van Samsung, waarmee je zelfs zonder console games kunt streamen.

Voor wie liever geen OLED wil, is de Samsung Neo QLED QN90F de meest courante keuze in het high-end lcd-segment. Dit 2025-model maakt gebruik van geavanceerde Mini-LED-technologie, waardoor de helderheid veel hoger ligt dan bij OLED-schermen. Dat maakt hem ideaal voor een zonovergoten woonkamer. Met een verversingssnelheid die oploopt tot 144 Hz en een extreem lage invoervertraging, is dit voor veel competitieve gamers de favoriete keuze.

Drie monitors met 120 Hz of meer

Bij monitors ligt de standaard tegenwoordig al hoger dan 120 Hz, omdat snelheid de uitkomst van een potje schieten of racen bepaalt. Deze modellen zijn populair op Kieskeurig.

Op het gebied van monitoren zien we dat 240 Hz langzaam de nieuwe standaard wordt voor de serieuze gamer. Een model dat momenteel erg goed scoort op Kieskeurig is de LG UltraGear 27GR83Q. Dit is een 27-inch IPS-scherm met een razendsnelle verversingssnelheid van 240 Hz. In tegenstelling tot oudere modellen biedt dit scherm een extreem snelle responstijd van 1 milliseconde, waardoor je in snelle shooters geen last hebt van wazige beelden. Het is een van de meest complete monitoren van dit moment die zowel voor pc als console geschikt is.

Zoek je de absolute top in beeldkwaliteit, dan is de Samsung Odyssey G6 (G60SD) een model dat je veel ziet. Dit is een moderne OLED-monitor met een verversingssnelheid van maar liefst 360 Hz. Hoewel dat misschien overkill klinkt, zorgt de combinatie van de OLED-techniek en deze snelheid voor een ongekend vloeiende en scherpe ervaring. Het scherm heeft bovendien een nieuw koelsysteem waardoor de kans op inbranden – een angst bij oudere OLED-monitoren – aanzienlijk is verkleind.

Voor wie een beperkter budget heeft maar wel snelheid wil, is de MSI MAG 27CQ6F een actuele hardloper. Dit is een gebogen scherm (Curved) met een snelheid van 180 Hz, wat net dat beetje extra soepelheid geeft ten opzichte van de standaard 144 Hz-schermen. Het paneel biedt een hoog contrast en is daarmee een uitstekende instapper voor wie zijn game-ervaring wil upgraden zonder direct de hoofdprijs te betalen.

▼ Volgende artikel
Waarom QD-OLED voor veel gamers de beste keus is
© ID.nl
Huis

Waarom QD-OLED voor veel gamers de beste keus is

QD-OLED is steeds vaker terug te vinden in gamingmonitoren. Waar deze techniek eerst vooral was voorbehouden aan het hogere segment, zie je steeds vaker in modellen die voor een veel bredere groep gamers betaalbaar zijn. De vraag is natuurlijk of je dat verschil in beeldkwaliteit ook echt merkt tijdens het spelen. In dit artikel lees je hoe QD-OLED werkt en wanneer je het verschil in de praktijk merkt.

In dit artikel

In dit artikel lees je wat QD-OLED precies is en waarom deze schermtechniek vooral bij gamen zichtbaar voordeel biedt. We leggen uit hoe QD-OLED verschilt van traditionele lcd-panelen, wat je merkt bij snelle actie en donkere scènes, en hoe het zit met helderheid, HDR en reflecties. Ook besteden we aandacht aan burn-in en de beschermingsmechanismen die moderne QD-OLED-monitoren gebruiken. Tot slot lees je voor welk type gamer QD-OLED het meest geschikt is en wanneer een Mini-LED-monitor een logisch alternatief kan zijn.

Lees ook: Lcd versus oled: wat is het verschil en welke televisie moet je kiezen?

Wat QD-OLED anders maakt

Een traditioneel LCD-paneel werkt met achtergrondlicht dat door meerdere lagen heen moet voordat je een beeld ziet. Dat kost tijd en maakt dat zwart nooit volledig zwart wordt. QD-OLED laat die tussenlagen achterwege. Elke pixel geeft zelf licht en schakelt onafhankelijk van de rest. Daardoor reageert het beeld direct. De quantum-dot-laag zet het blauwe OLED-licht om in diepe en zuivere kleuren. Het voelt alsof je condens van een raam veegt: zodra de waas verdwijnt, zie je het beeld helder en zonder vertraging.

©ID.nl

Vloeiende beelden bij snelle actie

Die directe pixelreactie merk je vooral wanneer je snelle spellen speelt. Omdat pixels vrijwel meteen overschakelen naar een nieuwe kleurstand, blijven objecten die over het scherm vliegen scherp in beeld. In shooters, racespellen en andere games waarbij snelheid telt, bijvoorbeeld voetbalgames, ontstaat daardoor een rustiger beeld met minder bewegingsonscherpte. Je ogen hoeven zich minder vaak aan te passen. Daardoor raken ze minder snel vermoeid en houd je makkelijker overzicht, ook wanneer je langere tijd achter elkaar speelt.

©ID.nl

Zicht in donkere scènes

QD-OLED blinkt uit in donkere scènes. Pixels die geen licht hoeven te geven, staan volledig uit en leveren een diep zwart dat je bij LCD-panelen zelden ziet. Doordat heldere elementen hier direct naast kunnen staan zonder dat ze licht lekken, ontstaat een sterk contrast dat schaduwen en lichte accenten duidelijker scheidt. Daardoor verdwijnen grijze waasjes in schaduwhoeken en blijven contouren van objecten helder zichtbaar. Vooral in stealth-games, horrorspellen en shooters waarin je tegenstanders soms alleen als silhouet ziet, levert dat een tastbaar voordeel op.

©ID.nl

Kleurrijk zonder overdrijven

De quantum-dot-laag zorgt voor een breed kleurbereik waardoor lichteffecten, huidtinten en subtiele schaduwen goed zichtbaar blijven. Veel QD-OLED-monitoren tonen kleuren standaard wat verzadigd, vooral in de felste modi. In een sRGB- of filmmodus wordt het beeld zachter en natuurgetrouwer, wat beter aansluit bij fotobewerking en dagelijks gebruik. Zodra je de juiste modus gebruikt, lopen kleuren vloeiend in elkaar over en blijven ze gelijkmatig, terwijl uitgesproken elementen zoals neon en magie juist duidelijk opvallen. Dat merk je niet alleen in games, maar ook wanneer je foto's bewerkt of films kijkt.

Helderheid en HDR in perspectief

QD-OLED heeft op het gebied van helderheid flinke stappen gezet ten opzichte van eerdere OLED-generaties. In HDR-games kunnen lichte delen krachtig oplichten zonder dat fel zacht of dof oogt; explosies, glinsteringen op water en fel tegenlicht komen daardoor beter tot hun recht. Toch is het goed om te weten dat deze techniek niet alle beperkingen wegneemt. De helderheid van QD-OLED hangt sterk af van de schermvulling. Bij SDR (standaard dynamisch bereik, het normale helderheidsniveau voor dagelijkse pc-taken) op een volledig wit scherm ligt de helderheid meestal rond de 200 tot 250 nits. Bij kleinere, heldere onderdelen kan dit oplopen richting 400 tot 500 nits. In HDR kunnen pieken van 1000 tot 1300 nits worden bereikt, maar die waarden gelden vooral voor kleine accenten en niet voor het hele scherm. Mini-LED-monitoren houden hogere helderheidsniveaus langer vast, wat in fel verlichte kamers zichtbaar voordeel geeft in extreme highlights. QD-OLED compenseert veel daarvan met perfect zwart, waardoor het contrast wel krachtig blijft (zie ook kader QD-OLED versus Mini-LED) .

Reflecties in daglicht

De meeste QD-OLED-monitoren hebben een glanzende afwerking. Dat helpt bij de kleurweergave en het contrast, maar maakt het paneel gevoeliger voor reflecties bij daglicht. Daarnaast ontbreekt een polarisatiefilter. Daardoor kunnen zwartwaarden in fel licht een paarse of grijze waas krijgen: het diepe zwart wordt zichtbaar opgelicht, meer dan bij een gewone spiegeling. Dat drukt het contrast in een goed verlichte kamer en kan afleiden bij gamen. Gebruik je de monitor vooral in een donkere of gelijkmatig verlichte ruimte, dan speelt dit nauwelijks. In kamers met veel direct zonlicht of grote ramen komt een matte Mini-LED-monitor daarom vaak rustiger over.

©ID.nl

Minimale inputvertraging

Naast de snelle pixelreacties is ook de invoervertraging laag. Moderne QD-OLED-modellen reageren direct op elke muisbeweging en elke controlleractie. Vooral in competitieve shooters is dat een voordeel, omdat elke handeling zonder merkbare vertraging op het scherm verschijnt. 

QD-OLED versus Mini-LED

QD-OLED en Mini-LED worden vaak naast elkaar genoemd, maar het zijn fundamenteel verschillende technieken. QD-OLED is zelflichtend: elke pixel geeft zijn eigen licht en kan volledig uit. Dat levert perfect zwart, zeer snelle pixelreacties en sterk contrast op, wat vooral bij games met veel beweging en donkere scènes zichtbaar voordeel geeft.

Mini-LED is een verfijnde vorm van LCD. Het paneel gebruikt duizenden kleine leds als achtergrondverlichting die in zones worden gedimd. Daardoor kan een Mini-LED-scherm hoge helderheid over grote delen van het scherm vasthouden, wat prettig is in fel verlichte kamers en bij HDR met veel lichtaccenten. Zwart is hierbij wel afhankelijk van lokale dimming en nooit volledig uitgeschakeld zoals bij OLED.

Kort gezegd blinkt QD-OLED uit in contrast, snelheid en beeldrust in donkere omgevingen, terwijl Mini-LED praktischer is bij veel omgevingslicht, wanneer dezelfde elementen of onderdelen langdurig in beeld staat en als hoge helderheid belangrijk is.

Burn-in en levensduur

Burn-in blijft bij elke OLED-variant een punt van aandacht, al zijn moderne QD-OLED-schermen duidelijk verder dan eerdere generaties. Ze gebruiken meerdere beschermingsmechanismen die de belasting door statische beelden beperken. Voor normaal gamegebruik werkt dat in de praktijk goed en blijft het risico klein.

Dat neemt niet weg dat enige nuance op zijn plaats is. Gebruik je een monitor dagelijks vele uren voor taken met veel vaste elementen, zoals spreadsheets, fotobewerkingspanelen of het steeds terugkerende HUD van één game, dan is de kans op inbranden groter dan bij LCD- of Mini-LED-panelen. Afwisseling in wat je op het scherm toont en af en toe even pauze nemen helpt om het paneel langer in goede staat te houden. Even pauze nemen is ook voor jezelf goed trouwens!

Wat voor beschermingstechnieken kun je tegenkomen?

Wat is het?Wat doet het?
Screensaver (schermbeveiliging)Dimt het scherm bij langdurig stilstaand beeld en herstelt de helderheid automatisch zodra er weer beweging is, om inbranden te voorkomen.
Pixel orbiting (pixelverschuiving)Verschuift het beeld continu minimaal op pixelniveau zodat vaste elementen nooit exact op dezelfde plek blijven staan.
Pixel refresh (pixelverversing)Start een onderhoudscyclus waarbij het paneel zichzelf corrigeert om slijtage en beginnende inbranding te verminderen.
Auto Warning (automatische waarschuwing)Geeft na een bepaalde gebruiksduur automatisch een melding om een pixel refresh uit te voeren.
Logos protection (logobescherming)Herkent vaste logo's in beeld en verlaagt daar lokaal de helderheid om inbranden te beperken.
Boundary dimmer (randdimming)Dimt automatisch delen van het scherm met zwarte balken of sterke helderheidsverschillen, bijvoorbeeld bij afwijkende beeldverhoudingen.
Taskbar dimmer (taakbalkdimming)Verlaagt specifiek de helderheid van de taakbalk om langdurige statische weergave op die plek te beperken.
Thermal protection (thermische beveiliging)Past de helderheid automatisch aan wanneer de monitor te warm wordt, om oververhitting en paneelslijtage te voorkomen.

©AGON by AOC

AGON by AOC PRO OLED AG276QKD2

Voorbeeld: bescherming in de praktijk

Veel QD-OLED-monitoren combineren verschillende beschermingsmechanismen om het risico op burn-in te beperken. In onderstaande tabel zie je bijvoorbeeld wat je kunt vinden in een aantal recente modellen uit de AGON PRO line-up van AOC. Je kunt al deze functies zelf in- en uitschakelen en je kunt de intensiteit ervan aanpassen. Dat betekent dat je zelf kunt bepalen hoe sterk de bescherming is.

Techniek ⬇ / Model ➡AG276QKD2AG276UZDAG346UCDAG276QZD2
Screen saverJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / Fast
Pixel orbitingJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / Strong
Pixel refreshJa: On / OffJa: On / OffJa: On / OffJa: On / Off
Auto WarningJa: On / OffJa: On / OffJa: On / OffJa: On / Off
Logos ProtectionJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2Ja: Off / 1 / 2Ja: Off / 1 / 2
Boundary dimmerJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3
Taskbar dimmerJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3
Thermal protectionJa: Off / OnJa: Off / OnJa: Off / OnJa: Off / On

Voor wie QD-OLED vooral interessant is

Gamers die veel snelle actie spelen, halen het meeste uit QD-OLED. De voordelen van de techniek zijn in elk genre zichtbaar, maar vallen vooral op in shooters en racespellen, waar tempo en directe reacties tellen. Ook filmische games die sterk leunen op licht-donkercontrasten winnen zichtbaar aan sfeer en detail.

Conclusie

QD-OLED combineert diepe zwartwaarden met snelle pixelreacties en een breed kleurbereik. Dat zorgt voor een vloeiend beeld in snelle games en meer overzicht in donkere scènes. HDR komt overtuigend tot zijn recht, al blijven Mini-LED-schermen beter overeind bij zeer hoge helderheid en fel daglicht. Inbranden blijft een punt van aandacht wanneer hetzelfde element lange tijd in beeld staat, maar moderne modellen beschikken over uitgebreide beschermingsmaatregelen. Voor veel gamers is QD-OLED daarmee een goede keuze: snel, sfeervol en klaar voor de komende jaren.

QD, OLED en QD-OLED

OLED
Elke pixel geeft zelf licht. Daardoor zijn zwartwaarden diep en schakelt het beeld snel. Geschikt voor gaming en films, met aandacht voor burn-in bij langdurig statisch beeld.

QD (Quantum Dots)
Quantum dots zetten licht om in pure, heldere kleuren. Ze worden ingezet om kleurvolume en helderheid te verbeteren.

QD-OLED
Combineert de zelflichtende OLED-pixelstructuur met een quantum-dot-laag. Je krijgt diepe zwarttinten, snelle reactie en een breed kleurbereik. Het is een balans tussen snelheid, helderheid en kleurprecisie die goed aansluit bij moderne games.