ID.nl logo
Tweestapsverificiatie instellen: Deze methodes zijn er
© PXimport
Huis

Tweestapsverificiatie instellen: Deze methodes zijn er

Geen standaard accountnamen gebruiken, wel lange en complexe wachtwoorden kiezen en bij controlevragen alternatieve antwoorden noteren: het zijn allemaal maatregelen om de beveiliging van een account te verbeteren. Maar uiteindelijk zijn ze allemaal te kraken en ben je dus kwetsbaar. Wil je een betere methode om de beveiliging van een account te verhogen, dan kun je tweefactorauthenticatie instellen. Dat klinkt moeilijk, maar is het niet. Dit artikel laat zien welke opties er zijn en hoe je een account er beter mee beveiligt.

Gebruikersnamen en wachtwoorden behoren tot de meest gezochte informatie onder hackers. Krijgen ze die in handen, dan hebben ze al snel onbeperkt toegang tot gebruikersaccounts, systemen en vooral ook heel veel persoonlijke gegevens. Gebruik van sterke en voor elke site andere wachtwoorden verandert daar weinig aan. Je hoeft maar één keer je wachtwoord in het verkeerde venster te typen of slachtoffer te zijn van een phishingmail, en de status van je online accounts gaat razendsnel van goed beveiligd naar helemaal verloren.

Een manier om gebruikersaccounts beter te beschermen die bovendien heel goed de andere beveiligingsmaatregelen aanvult, is het gebruik van tweefactorauthenticatie (2FA). Behalve een gebruikersnaam en een wachtwoord, wordt dan bij het inloggen nog een extra bewijs gevraagd dat de persoon die inlogt ook echt is wie hij zegt te zijn. Omgekeerd zorgt de extra authenticatiefactor ervoor dat gelekte inloggegevens nutteloos zijn voor kwaadwillenden. De hacker heeft immers dat extra bewijs niet.

Was het toevoegen van extra authenticatiefactoren jarenlang complex en kostbaar, de laatste jaren zijn de mogelijkheden snel goedkoper en gebruiksvriendelijker geworden. Een smartphone is nu vaak al voldoende.

©PXimport

37 procent van alle datalekken begint met gestolen of zwakke wachtwoorden

-

Drie stappen

Door een extra authenticatiefactor toe te voegen bij het inloggen, verandert de tweede stap van het zogenoemde toegangscontroleproces. Dit zijn de stappen die doorlopen worden bij het inloggen en daarna gebruiken van een computer of een online dienst. Het proces bestaat uit drie stappen: identificatie, authenticatie en autorisatie. Deze termen worden vaak door elkaar gebruikt, maar betekenen zeker niet hetzelfde, al hebben ze wel met elkaar te maken.

©PXimport

Identificatie is de eerste stap in het toegangscontroleproces. Het is feitelijk niets anders dan zeggen wie je bent of eigenlijk claimt te zijn. Bij computers en online services komt dit meestal neer op het intypen van een gebruikersnaam of e-mailadres, waarna je op oké klikt.

Het is iets wat iedereen kan voor iedere gebruikersnaam of e-mailadres, dus ook met een andere dan de eigen gebruikersnaam of adres. Daarom dat de authenticatie, de tweede stap in het toegangscontroleproces, bij digitale communicatie zo belangrijk is. Bij deze tweede stap wordt gecontroleerd of de persoon die zich heeft aangediend, ook echt de persoon is die hij zegt te zijn. Daarvoor wordt eerder door of over die persoon vastgelegd bewijs vergeleken met informatie die nu wordt aangeleverd.

Komt die informatie overeen, dan heeft de persoon zich succesvol geïdentificeerd en volgt als derde stap de autorisatie. Daarbij krijgt de persoon rechten toegewezen (autorisaties), bijvoorbeeld om een document te lezen, het te bewerken of te verwijderen. Klopt de opgegeven informatie niet, dan valt de authenticatie negatief uit en volgt er geen autorisatie. De persoon krijgt dan dus geen toegang tot het account of de bijbehorende gegevens.

Verschillende factoren

Bij digitale diensten is de authenticatie extra lastig, omdat gebruikelijke vormen van authenticatie, zoals iemand herkennen of het vergelijken van een paspoort, online niet werken. Het soort bewijs dat gebruikt kan worden voor de authenticatie valt in drie categorieën uiteen: iets wat je weet, iets wat je hebt en iets wat je bent.

Een voorbeeld van iets wat je weet, is een wachtwoord of pincode. Iets wat je hebt, kan bijvoorbeeld een pasje of token zijn. En een voorbeeld van iets wat je bent, is een vingerafdruk, stem- of gezichtsherkenning. Of bijvoorbeeld een irisscan, waarbij de textuur van een deel van het oog wordt gebruikt om iemand te herkennen.

©PXimport

Authenticatie kan gebeuren met iets wat je weet, iets wat je hebt of iets wat je bent

-

Geen van deze factoren geeft overigens honderd procent zekerheid. Iets wat je weet, kan worden geraden of afgeluisterd. Iets wat je hebt, kan worden gestolen. En iets wat je bent, kan worden gekopieerd. Maar door als bewijs van de identiteit meer dan alleen een wachtwoord te vragen, wordt misbruik ineens wel heel veel moeilijker.

Belangrijk is dat multifactorauthenticatie niet zozeer de beveiliging verbetert door meerdere authenticatiefactoren te vragen, maar door authenticatiefactoren uit de verschillende eerdergenoemde categorieën te vragen. Dus iets wat je weet én iets dat je hebt, of iets dat je weet én iets dat je bent.

Iets wat je weet

Van alle authenticatiefactoren is het wachtwoord het meest bekend. Al in vroeger tijden werd een geheime code gevraagd als bewijs dat iemand toegang tot de burcht mocht hebben in tijden van een conflict. Het ging dan om een afgesproken woord of zin, ongeacht de persoon die het uitsprak.

Een wachtwoord om toegang te krijgen tot een computer of digitale dienst is juist niet bekend bij anderen, ook niet bij het systeem waartoe toegang wordt gekregen. Die kent alleen de hash van het wachtwoord, een onomkeerbare berekening met een altijd identieke uitkomst, en kan die vergelijken. De kwetsbaarheid van wachtwoorden maakt dat vooral in professionele omgevingen wordt ingezet op complex, lang en uniek, wat het gebruiksgemak van wachtwoorden flink aantast.

Iets wat je bent

De extra factor met misschien wel de beste gebruikerservaring is de derde, iets wat je bent. Hierbij wordt een fysiek of gedragskenmerk van een persoon gebruikt als bewijs. Denk aan een vingerafdruk, een irisscan of gezichtsscan, maar het kan ook stemherkenning zijn.

Biometrische authenticatie heeft als voordeel dat het kenmerk dat gecontroleerd wordt onlosmakelijk verbonden is met de persoon. Je hebt het altijd bij je. Ook zijn biometrische factoren moeilijk te kopiëren.

Nadelen zijn er ook. Zo is specifieke hard- en software nodig om een biometrisch persoonskenmerk te scannen. Windows 10 biedt met Windows Hello standaard ondersteuning voor biometrische authenticatie, maar een vingerafdrukscanner of webcam die geschikt is om een gezichtsscan te kunnen uitvoeren, is verre van standaard.

Hier komt nog bij dat biometrische gegevens tot de bijzondere persoonsgegevens behoren en daarmee onder de hoogste privacyregelgeving vallen. Ook wordt bij veel biometrische herkenning meer gezien dan alleen de informatie die nodig is voor de identificatie, wat het ook weer risicovoller maakt.

©PXimport

2FA is MFA, maar MFA is meer dan 2FA

Bij authenticatie gaat het al snel over 2FA en MFA. 2FA staat voor tweefactorauthenticatie en betekent dat er twee authenticatiefactoren worden gevraagd. MFA staat voor multifactorauthenticatie en betekent dat er meer dan één authenticatiefactor wordt gevraagd. Dit kunnen er twee zijn (2FA), maar wanneer nog hogere beveiliging is gevraagd ook meer. Omdat de meeste accounts nog met alleen een wachtwoord werken, krijgt 2FA als eerste stap de meeste aandacht.

Iets wat je hebt

De populairste extra authenticatiefactor, afgezien van het wachtwoord, is iets wat je hebt. Hierbij gaat het dan om een fysiek element zoals een pasje of een token.

De uitdaging bij online authenticatie is om vast te stellen dat de persoon die wil inloggen, op dat moment ook echt dat fysieke element bezit. Dit gebeurt veelal door op het apparaat of met behulp van een paslezer een code te genereren. Die code is uniek voor dat apparaat op dat moment en vaak ook maar beperkte tijd bruikbaar. Naast het wachtwoord moet bij het inloggen dit One-Time Password (OTP) of Time-based One-Time Password (TOTP) worden ingevoerd.

©PXimport

Geen enkel authenticatiemiddel geeft honderd procent zekerheid

-

Smartphone als token

Omdat bijna iedereen een smartphone bij zich draagt, wordt deze steeds meer als 2FA-token gebruikt. Dit gebeurt met een authenticatie- of verificatie-app op de smartphone die de unieke codes genereert. De app zelf is eerst leeg, maar online diensten laten zich er eenvoudig mee verbinden, waarna de app elke dertig seconden voor elke dienst een nieuwe inlogcode genereert.

Het verbinden van de app met de online dienst gebeurt door in te loggen bij de dienst en daar de tweefactorauthenticatie in te schakelen. De site genereert dan een sleutel die je handmatig kunt invoeren of via een QR-code kunt scannen, zodat de app aan de dienst wordt gekoppeld. Invoer van een eerste code rondt de koppeling af.

De app heeft geen toegang tot het account en communiceert nadat de koppeling is gemaakt ook niet meer met de online dienst. De app berekent slechts codes op basis van gegevens die tijdens de koppeling werden uitgewisseld. Het werkt dus ook wanneer de smartphone geen internetverbinding heeft.

Doordat de achterliggende techniek gebaseerd is op standaarden, zijn de apps uitwisselbaar en is het goed mogelijk bijvoorbeeld een Google-inlog te koppelen in de verificatie-app van Microsoft of omgekeerd.

Authenticatie-apps

Het aanbod aan authenticatie-apps is groot. Nadrukkelijk aanwezig zijn Google en Microsoft met hun Authenticator. Die van Google is – voor een bedrijf dat van advertenties leeft – opvallend basic en sober. De eigen Google-diensten krijgen zelfs geen voorkeursbehandeling. Misschien komt dit doordat Google op Android aanvullende 2FA-functionaliteit biedt die daardoor niet in de app zit, ook niet in de iOS-versie.

Microsoft Authenticator vereist een Microsoft-account en is behalve een tokengenerator ook een wachtwoordmanager. Bij diensten die dat ondersteunen, kun je ook inloggen door op een pop-upbericht te klikken in plaats van de OTP-code over te nemen. De app openen kan met gezichtsherkenning en vingerafdruk, en accounts kunnen online worden opgeslagen.

©PXimport

Maar er zijn zeker alternatieven voor de apps van Microsoft en Google. FreeOTP is bijvoorbeeld opensource en wordt onderhouden door RedHat. Ook heb je Authy, dat in staat is om accounts te synchroniseren tussen Authy-apps op verschillende apparaten. Daarnaast biedt Authy een optionele versleutelde back-up in de cloud, handig voor als de telefoon wordt vervangen of zoekraakt. Authy vraagt hiervoor wel het telefoonnummer en een e-mailadres, terwijl je dit soort apps misschien liever anoniem houdt.

LastPass en Keeper zijn voorbeelden van wachtwoordmanagers met een eigen verificatie-app.

Real-time phishing-attack

Is 2FA de oplossing voor alle dreigingen? Niet altijd. Gebruik je een smartphone als OTP-token, dan kan een hacker via een real-time phishing-attack nog steeds je sessie overnemen.

Hierbij ontvangt de gebruiker een phishing-mail (1) en klikt op de link in die mail. Deze verbindt hem met de phishing-site (2) die functioneert als proxy en de verbinding doorzet naar de echte site (3). Als man-in-the-middle vangt de phishing-site eerst de gebruikersnaam en wachtwoord (6 en 7) en daarna ook de OTP-code af (9). Zodra die laatste is ontvangen, gebruikt de hacker die om de sessie met de echte site over te nemen (10).

©PXimport

Back-up en noodcodes

Het toevoegen van 2FA via bijvoorbeeld een authenticatie-app zorgt voor extra beveiliging, maar introduceert ook nieuwe risico’s. Wat als de telefoon defect raakt, gestolen wordt of vergeten in de trein? Elke site genereert naast de OTP-codes ook een aantal noodcodes die altijd bruikbaar zijn. Hiermee kun je inloggen als de telefoon niet beschikbaar is, maar ook 2FA uitschakelen en een nieuwe telefoon verbinden.

Om jezelf niet buiten te sluiten, is het essentieel dat je deze noodcodes downloadt en veilig bewaart (en dat doe je beter niet in een wachtwoordmanager die je met dezelfde 2FA hebt beveiligd!). Ook is het zeer verstandig om de codes te printen en bijvoorbeeld in te stellen dat je 2FA-codes ook ontvangt via sms of e-mail. Dit zorgt ervoor dat het ook zonder kwijtgeraakte telefoon of met juist een nieuwe telefoon werkt.

Download de bijbehorende noodcodes en sla ze veilig op!

-

Voorbij OTP

Gebruik van een authenticatie-app is door de eenvoud en lage kosten zeer succesvol. Maar niet iedereen heeft een smartphone of wil die hiervoor gebruiken. Daarbij is OTP best gebruiksvriendelijk, maar telkens de app moeten openen is dat niet. Daarbij is de beveiliging nog niet perfect, zoals je in het kader over real-time phishing-attacks kunt lezen. De oorzaak: ook bij OTP gaat er uiteindelijk een wachtwoord over de lijn. Zelfs al is dat een uniek eenmalig wachtwoord, het blijft een wachtwoord.

Daarom heeft een groot aantal techbedrijven, verenigd in de FIDO Alliance (“Fast Identity Online”), nieuwe authenticatietechnieken ontwikkeld zoals U2F (“Universal 2nd Factor”) en FIDO2. Deze technieken gebruiken geen OTP om vast te stellen dat de gebruiker over de token beschikt, maar doen dit met een zogeheten challenge-response.

Deze aanpak maakt gebruik van public key-cryptografie, waarbij de inlog een ‘challenge’ genereert en versleutelt met de private sleutel van de gebruiker. De online dienst ontsleutelt deze challenge met de publieke sleutel van die gebruiker. Dit gebeurt op een slim apparaat met een security-kern waarin de private sleutel veilig zit opgeborgen.

Beveiligingssleutel

Google en Thetis verkopen zulke hardwarematige beveiligingssleutels, maar het meest bekend is de Yubikey van Yubico. De Yubikey 5 is de nieuwste versie en beschikbaar in verschillende uitvoeringen. Functioneel zijn al deze modellen identiek, het verschil zit hem in de mogelijkheid van verbinden met een pc (usb-a/c) of smartphone (usb-c/lightning/NFC).

Er zijn ook grotere sleutels, veelal met een gat erin, handig om aan een sleutelbos te hangen. Daarnaast zijn er kleine (‘nano’) modellen die min of meer vast in een pc kunnen blijven (dit is veilig mits die pc zelf veilig is). Er zijn geen drivers nodig om ze te laten werken, de ondersteuning is standaard ingebouwd in het besturingssysteem en de modernere browsers.

©PXimport

Het koppelen van een hardwarematige beveiligingssleutel aan een online dienst is vergelijkbaar met het verbinden van een smartphone-app. Je logt met het eigen account in bij de dienst, waarna je bij de opties voor tweefactorbeveiliging (of tweestapsverificatie, zoals het in het Nederlands ook wel wordt genoemd) kiest voor een beveiligingssleutel. Dan moet de sleutel worden geplaatst en de koppeling met een druk op de knop op de sleutel worden bevestigd.

Bij gebruik van FIDO2 wordt ook een pincode gevraagd voor de beveiligingssleutel. Deze is onderdeel van de FIDO2-standaard die wachtwoordloos inloggen nastreeft, maar daarvoor wel een pincode of biometrische beveiliging vereist. Een Yubikey met een vingerafdruksensor is al langere tijd in de maak, maar nog niet uitgebracht. Anders dan een authenticatie-app is een hardwarematige beveiligingssleutel niet gratis. Prijzen beginnen bij 50 euro per stuk.

Denk aan de back-up

2FA met een hardwarematige beveiligingssleutel werkt erg gebruiksvriendelijk. Geen gedoe met een app en codes, maar gewoon de sleutel plaatsen, op de knop drukken en klaar. Toch kent ook de beveiligingssleutel zijn uitdagingen. Wat moet je bijvoorbeeld doen als de sleutel kwijtraakt, gestolen wordt of stukgaat? De beveiliging van de sleutel is zo stevig dat deze niet gekopieerd kan worden. Een Yubikey is zelfs zo dichtgetimmerd dat het niet eens mogelijk is de firmware te updaten.

Opnieuw is het verstandig de noodcodes te bewaren. Ook kun je meerdere sleutels registreren bij dezelfde dienst. Dit is wel arbeidsintensief omdat je dan dus telkens niet één, maar bijvoorbeeld twee of drie sleutels moet koppelen, maar het maakt het wel veiliger. Een andere optie is dat je ook de verificatie via smartphone en app of sms/e-mail in stand houdt. Door die alleen in noodgevallen te gebruiken, wordt het allemaal al een stuk veiliger.

Sites die 2FA ondersteunen

Steeds meer sites ondersteunen 2FA/MFA en dat geldt zeker voor de ‘grote’ websites zoals Google, Facebook, Twitter, verschillende Microsoft-sites, cloudopslag zoals Google Drive, Dropbox, maar ook NAS-apparaten en een heel groot aantal applicaties waaronder veel wachtwoordmanagers.

Een goed overzicht van sites en de ondersteunde vorm van MFA/2FA is te vinden op www.2fa.directory en specifiek voor Yubikeys op www.tiny.cc/yubikey. Bij elke site die genoemd wordt, vind je een verwijzing naar de uitleg over het koppelen van de Yubikey.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Weg met die zweetlucht! Zo krijg je je sportkleding écht fris
© BGStock72 - stock.adobe.com
Huis

Weg met die zweetlucht! Zo krijg je je sportkleding écht fris

Na een stevige sportsessie voel je je voldaan. Je bent trots op jezelf dat je het 'weer geflikt' hebt. Maar je sportkleding? Die ruikt allesbehalve fris. Wassen helpt natuurlijk, maar wat doe je als die geur hardnekkig blijft hangen?

De tips in dit artikel in het kort:

  • Was sportkleding het liefst meteen, maar laat het eerst weken in natuurazijn en water
  • Zet de wasmachine op een sportprogramma of op maximaal 30 graden
  • Gebruik vloeibaar wasmiddel (niet te veel)

Lees ook: Schoenen wassen in de wasmachine, zo doe je dat

Sterke zweetlucht? Natuurazijn!

Om ervoor te zorgen dat de sterke zweetlucht niet in de kleding blijft, gooi je de kleding 15 tot 20 minuten voor het wassen in een bak met koud water en een flinke scheut natuurazijn. De azijn haalt de penetrante geur eruit en verwijdert al wat vuil, maar tast het textiel niet aan. Dit helpt ook bij sportkleding met een oude zweetgeur. Daarna was je de kleding met de wasmachine of met de hand.

Heb je een flinke training gehad en echt geen tijd om je sportkleding voor de volgende wedstrijd te wassen? Je frist je sportkleding tijdelijk op door een plantenspuit te vullen met water en azijn, verhouding: 50/50. Spray het mengsel op het kledingstuk en de zweetgeur is weg. Was de kleding na de wedstrijd wel gelijk.

🧊 Extreem sterke geuren krijg je ook uit je sportkleding door de kleding in een plastic zak te stoppen, deze dicht te knopen en de zak in de vriezer te stoppen. De kou doodt de bacteriën die de zweetgeur veroorzaken. Na 24 uur haal je de zak met kleding er weer uit.

Was je sportkleding niet te heet!

Waarschijnlijk denk je: hup, wasmachine aan op 60 graden. Maar doe dit liever niet. Sportkleding is meestal gemaakt van speciaal materiaal dat sneller droogt, een ademende eigenschap heeft en vocht afdrijft. Deze stof is vaak delicater dan bij gewone kleding. Daarom is het belangrijk dat je de kleding voorzichtig wast, op maximaal 30 graden. Zet de wasmachine op een sportprogramma of een programma voor synthetische kleding. Een heter programma kan ervoor zorgen dat de sportkleding krimpt en het elastiek aangetast raakt. Check altijd voor het wassen het waslabel voor de specifieke wasinstructies van de kleding.

Keer de kledingstukken binnenstebuiten voordat je ze in de wastrommel gooit. Hiermee bescherm je de opdrukken en kleuren aan de buitenkant van je kleding. Bovendien zitten de bacteriën en dode huidcellen toch aan de binnenkant van je kleding. Prop de wasmachine niet te vol, want dan wordt je sportkleding niet goed gespoeld.

©Oriol Roca

💡 Geen zin om je sportkleding meteen in de was te gooien? Trek de kleding wel meteen uit en laat het even uithangen. Als je het op een hoopje op de grond gooit, verspreiden de bacteriën alleen maar meer. En hoe langer je wacht, hoe erger de geuren worden.

Wel: vloeibaar wasmiddel. Niet: wasverzachter

Voordat je uit gewoonte een flinke scheut wasmiddel in de machine giet omdat je sportkleding zo vies ruikt: even wachten. Te veel wasmiddel zorgt er juist voor dat er zeepresten in de stof achterblijven. En dit zorgt ervoor dat de kleding je dode huidcellen nog beter blijft vasthouden. Het gevolg: nare geurtjes waar niemand blij van wordt. Gebruik het liefst vloeibaar wasmiddel, want de resten van waspoeder blijven vaak achter in kleding. Je mag wel een beetje baking soda in de wasmachine doen, dit neutraliseert de zweetlucht.

Veel mensen gooien het liefst ook nog wat wasverzachter met een geurtje bij de was, maar voor sportkleding is dit niet aan te raden. Wasverzachter legt namelijk een laagje over de vezels en verstopt hierdoor de vezels, waardoor de kleding niet meer goed schoon wordt. Hierdoor ruikt je kleding na een sportsessie juist erger naar zweet. En wasverzachter kan de stof en de elasticiteit ervan aantasten, waardoor de kleding gaat lubberen.

©anetlanda

⚠️ Droog je sportkleding liever niet in de droger. Veel sportkleding krimpt door de hitte. Het is veel beter voor de kleding om het buiten aan de lijn te laten drogen of in een ruimte met goede ventilatie.

Toe aan nieuwe sportkleding?

Van sport-bh tot fitnessbroek

▼ Volgende artikel
Slim wonen zonder pottenkijkers: 5 tips voor privacy in je smart home
© Koen Barten | Philips
Zekerheid & gemak

Slim wonen zonder pottenkijkers: 5 tips voor privacy in je smart home

Vanuit je luie stoel de lampen aanzetten of de temperatuur in huis regelen: smart devices zijn er om het leven nét wat makkelijker te maken. Helaas vormen zulke IoT-apparaten ook een risico voor je privacy. Wil je niet alleen slim, maar ook veilig wonen? Met deze tips voorkom je pottenkijkers in je smart home.

In dit artikel lees je: 💡Wat IoT-apparaten oftewel slimme apparaten precies zijn 💡Hoe slimme apparaten aan hun data komen 💡Waarom slimme apparaten een gevaar kunnen vormen voor je privacy 💡Hoe je je slimme apparaten zo instelt dat de kans op een hack minimaal wordt

Lees ook: Slimme stekkers – welke modellen zijn echt zuinig?

IoT (Internet of Things) omvat alle huishoudelijke apparaten die met het internet verbonden zijn, zoals slimme lampen, speakers en thermostaten. Zelfs gordijnen, deursloten en koelkasten kunnen tegenwoordig slim worden gemaakt door ze aan een netwerk te koppelen. Om jou als gebruiker zo goed mogelijk te kunnen bedienen, verzamelen IoT-apparaten de hele dag door data die je gedrag en gewoonten in kaart brengen. Ben je tussen negen en drie niet thuis? Dan weet je slimme thermostaat dat de verwarming omlaag moet, zal het beveiligingssysteem in die uren extra alert zijn op bewegingen rondom je huis en gaat je robotstofzuiger aan de slag om je vloer spic en span te maken. 

Ook jij hebt wat te verbergen

Slimme apparaten komen op allerlei manieren aan hun data, bijvoorbeeld via spraakopdrachten ('Hé Alexa, speel jazzmuziek af'), commando's die je in een app geeft en zelfs via sensoren die beweging, licht en temperatuur detecteren. Al die gegevens worden ergens opgeslagen, en het probleem is dat de meesten van ons geen idee hebben wat er met die data gebeurt. Vaak vinden we dat ook helemaal niet zo interessant: we denken immers al snel dat criminelen niets met onze data kunnen. Maar als je denkt dat je niets te verbergen hebt, heb je het mis. Cybercriminelen die toegang krijgen tot je smart home kunnen veel meer dan alleen je lampen bedienen. Ze kunnen je bankgegevens stelen (bijvoorbeeld via een gehackt apparaat dat toegang geeft tot je thuisnetwerk), het alarmsysteem van je woning uitschakelen en persoonlijke gesprekken afluisteren via je slimme speaker – om maar een paar voorbeelden te noemen. Hoe meer slimme apparaten je in huis hebt, hoe groter de kans dat er ergens een datalek ontstaat. Dat wil je natuurlijk voorkomen.

©StockPhotoPro

Er zijn allerlei manieren om je smart home te beschermen tegen pottenkijkers. Als je niet zo technisch aangelegd bent, kunnen zulke tactieken je al snel overweldigen. Daarom houden we het bij een aantal algemene tips die voor iedereen makkelijk uit te voeren zijn en die toch een groot verschil kunnen maken in de beveiliging van je smart home.

Tip 1: Kies voor een betrouwbare fabrikant

Het merk van je slimme apparaten kan veel zeggen over hoe goed deze apparaten van zichzelf beveiligd zijn. Gerenommeerde merken zoals Philips, Homey en Amazon hebben immers een reputatie hoog te houden als het om veiligheid gaat. Bovendien moeten producten van A-merken in Europa aan strenge eisen voldoen, in tegenstelling tot bijvoorbeeld een merkloos model van een Chinese fabrikant. Laat je dus niet verleiden door aantrekkelijke deals terwijl je aan het browsen bent: als ze te mooi lijken om waar te zijn, zijn ze dat waarschijnlijk ook. Als je twijfelt of een merk betrouwbaar is, doe dan eerst uitgebreid onderzoek. Lees onafhankelijke reviews, onderwerp de webshop van het betreffende merk aan een kritische blik en controleer of het merk voldoet aan Europese keurmerken. 

Tip 2: Kies sterke wachtwoorden

Slimme apparaten worden doorgaans geleverd met een standaard wachtwoord waarmee je op de bijbehorende app kunt inloggen. Veilig zijn deze wachtwoorden niet. Sterker nog: een standaard wachtwoord aanhouden is haast net zo onveilig als helemaal geen wachtwoord op je smart device hebben. Het is dus belangrijk dat je het wachtwoord al tijdens de installatie van het product verandert in een unieke en sterke variant. Een sterk wachtwoord bestaat uit letters, cijfers én speciale tekens. Verwerk nooit je naam, geboortedatum of adres in het wachtwoord. Geef ook elk slim apparaat een uniek wachtwoord, zodat je andere apparaten bij een hack veilig zijn. En schakel tweestapsverificatie in als dat kan: hiermee voeg je een extra beveiligingslaag toe, zodat anderen niet zomaar kunnen inloggen als ze je wachtwoord weten. 

Tip 3: Maak gastnetwerken aan 

Je wifi-netwerk is voor criminelen een ware goudmijn. Krijgen criminelen toegang tot je wifi, dan kunnen ze niet alleen alles zien wat jij op het internet doet, maar ze kunnen ook slimme apparaten overnemen die op dat netwerk zijn aangesloten. Het is daarom verstandig om gastnetwerken aan te maken voor je slimme apparaten. Hiermee isoleer je het netwerk van deze apparaten van het hoofdnetwerk, wat de kans op een datalek flink verkleint. Ook verklein je op deze manier het risico dat hackers via een zwak beveiligd slim apparaat toegang krijgen tot bijvoorbeeld je laptop, e-mail of bankzaken op het hoofdnetwerk. 

Ook slim is het uitschakelen van de functie Universal Plug and Play (UPnP) op al je slimme apparaten. Deze functie helpt om via wifi automatisch met andere smart devices te verbinden, maar vergroot ook het risico dat je apparaten van buitenaf toegankelijk worden. 

©TStudious - stock.adobe.com

Tip 4: Houd je apparatuur up-to-date

Wacht je altijd weken of zelfs maanden voordat je een nieuwe software-update op je apparaten uitvoert? Foute boel! Updates hebben niet alleen als doel de functionaliteiten van je slimme apparaten te verbeteren, maar zijn er ook om beveiligingslekken te dichten die in eerdere versies zijn opgemerkt. Download je deze updates niet, dan laat je in feite de digitale achterdeur openstaan voor criminelen. Maak er daarom een gewoonte van om iedere week te checken of er nieuwe updates beschikbaar zijn en download deze dan direct. Het is slechts een kleine moeite die een groot effect kan hebben op je privacy.

Tip 5: Controleer de privacy-instellingen

Slimme apparaten komen doorgaans met standaardinstellingen die toestemming geven om bepaalde gegevens te verzamelen of op te slaan. Dat is vaak gunstig voor de fabrikant, maar als je geen pottenkijkers in huis wilt, is het zaak dat er zo min mogelijk gegevens van jou in de cloud terechtkomen. Gelukkig kun je de privacy-instellingen van je slimme apparaten meestal wijzigen. Zo kun je op veel slimme apparaten instellen dat de opnamegeschiedenis direct verwijderd wordt. Sommige apparaten sturen automatisch gegevens naar de fabrikant voor verbeteringsdoeleinden; ook dit kun je vaak uitschakelen. Zet ook altijd functies uit die je niet gebruikt. Gebruik je de spraakbediening op je slimme speaker niet? Schakel de microfoon dan helemaal uit. Zo verklein je in elk geval de kans dat je wordt afgeluisterd.

Je huis slimmer maken?

Slimme stekkers!