ID.nl logo
Tweestapsverificiatie instellen: Deze methodes zijn er
© PXimport
Huis

Tweestapsverificiatie instellen: Deze methodes zijn er

Geen standaard accountnamen gebruiken, wel lange en complexe wachtwoorden kiezen en bij controlevragen alternatieve antwoorden noteren: het zijn allemaal maatregelen om de beveiliging van een account te verbeteren. Maar uiteindelijk zijn ze allemaal te kraken en ben je dus kwetsbaar. Wil je een betere methode om de beveiliging van een account te verhogen, dan kun je tweefactorauthenticatie instellen. Dat klinkt moeilijk, maar is het niet. Dit artikel laat zien welke opties er zijn en hoe je een account er beter mee beveiligt.

Gebruikersnamen en wachtwoorden behoren tot de meest gezochte informatie onder hackers. Krijgen ze die in handen, dan hebben ze al snel onbeperkt toegang tot gebruikersaccounts, systemen en vooral ook heel veel persoonlijke gegevens. Gebruik van sterke en voor elke site andere wachtwoorden verandert daar weinig aan. Je hoeft maar één keer je wachtwoord in het verkeerde venster te typen of slachtoffer te zijn van een phishingmail, en de status van je online accounts gaat razendsnel van goed beveiligd naar helemaal verloren.

Een manier om gebruikersaccounts beter te beschermen die bovendien heel goed de andere beveiligingsmaatregelen aanvult, is het gebruik van tweefactorauthenticatie (2FA). Behalve een gebruikersnaam en een wachtwoord, wordt dan bij het inloggen nog een extra bewijs gevraagd dat de persoon die inlogt ook echt is wie hij zegt te zijn. Omgekeerd zorgt de extra authenticatiefactor ervoor dat gelekte inloggegevens nutteloos zijn voor kwaadwillenden. De hacker heeft immers dat extra bewijs niet.

Was het toevoegen van extra authenticatiefactoren jarenlang complex en kostbaar, de laatste jaren zijn de mogelijkheden snel goedkoper en gebruiksvriendelijker geworden. Een smartphone is nu vaak al voldoende.

©PXimport

37 procent van alle datalekken begint met gestolen of zwakke wachtwoorden

-

Drie stappen

Door een extra authenticatiefactor toe te voegen bij het inloggen, verandert de tweede stap van het zogenoemde toegangscontroleproces. Dit zijn de stappen die doorlopen worden bij het inloggen en daarna gebruiken van een computer of een online dienst. Het proces bestaat uit drie stappen: identificatie, authenticatie en autorisatie. Deze termen worden vaak door elkaar gebruikt, maar betekenen zeker niet hetzelfde, al hebben ze wel met elkaar te maken.

©PXimport

Identificatie is de eerste stap in het toegangscontroleproces. Het is feitelijk niets anders dan zeggen wie je bent of eigenlijk claimt te zijn. Bij computers en online services komt dit meestal neer op het intypen van een gebruikersnaam of e-mailadres, waarna je op oké klikt.

Het is iets wat iedereen kan voor iedere gebruikersnaam of e-mailadres, dus ook met een andere dan de eigen gebruikersnaam of adres. Daarom dat de authenticatie, de tweede stap in het toegangscontroleproces, bij digitale communicatie zo belangrijk is. Bij deze tweede stap wordt gecontroleerd of de persoon die zich heeft aangediend, ook echt de persoon is die hij zegt te zijn. Daarvoor wordt eerder door of over die persoon vastgelegd bewijs vergeleken met informatie die nu wordt aangeleverd.

Komt die informatie overeen, dan heeft de persoon zich succesvol geïdentificeerd en volgt als derde stap de autorisatie. Daarbij krijgt de persoon rechten toegewezen (autorisaties), bijvoorbeeld om een document te lezen, het te bewerken of te verwijderen. Klopt de opgegeven informatie niet, dan valt de authenticatie negatief uit en volgt er geen autorisatie. De persoon krijgt dan dus geen toegang tot het account of de bijbehorende gegevens.

Verschillende factoren

Bij digitale diensten is de authenticatie extra lastig, omdat gebruikelijke vormen van authenticatie, zoals iemand herkennen of het vergelijken van een paspoort, online niet werken. Het soort bewijs dat gebruikt kan worden voor de authenticatie valt in drie categorieën uiteen: iets wat je weet, iets wat je hebt en iets wat je bent.

Een voorbeeld van iets wat je weet, is een wachtwoord of pincode. Iets wat je hebt, kan bijvoorbeeld een pasje of token zijn. En een voorbeeld van iets wat je bent, is een vingerafdruk, stem- of gezichtsherkenning. Of bijvoorbeeld een irisscan, waarbij de textuur van een deel van het oog wordt gebruikt om iemand te herkennen.

©PXimport

Authenticatie kan gebeuren met iets wat je weet, iets wat je hebt of iets wat je bent

-

Geen van deze factoren geeft overigens honderd procent zekerheid. Iets wat je weet, kan worden geraden of afgeluisterd. Iets wat je hebt, kan worden gestolen. En iets wat je bent, kan worden gekopieerd. Maar door als bewijs van de identiteit meer dan alleen een wachtwoord te vragen, wordt misbruik ineens wel heel veel moeilijker.

Belangrijk is dat multifactorauthenticatie niet zozeer de beveiliging verbetert door meerdere authenticatiefactoren te vragen, maar door authenticatiefactoren uit de verschillende eerdergenoemde categorieën te vragen. Dus iets wat je weet én iets dat je hebt, of iets dat je weet én iets dat je bent.

Iets wat je weet

Van alle authenticatiefactoren is het wachtwoord het meest bekend. Al in vroeger tijden werd een geheime code gevraagd als bewijs dat iemand toegang tot de burcht mocht hebben in tijden van een conflict. Het ging dan om een afgesproken woord of zin, ongeacht de persoon die het uitsprak.

Een wachtwoord om toegang te krijgen tot een computer of digitale dienst is juist niet bekend bij anderen, ook niet bij het systeem waartoe toegang wordt gekregen. Die kent alleen de hash van het wachtwoord, een onomkeerbare berekening met een altijd identieke uitkomst, en kan die vergelijken. De kwetsbaarheid van wachtwoorden maakt dat vooral in professionele omgevingen wordt ingezet op complex, lang en uniek, wat het gebruiksgemak van wachtwoorden flink aantast.

Iets wat je bent

De extra factor met misschien wel de beste gebruikerservaring is de derde, iets wat je bent. Hierbij wordt een fysiek of gedragskenmerk van een persoon gebruikt als bewijs. Denk aan een vingerafdruk, een irisscan of gezichtsscan, maar het kan ook stemherkenning zijn.

Biometrische authenticatie heeft als voordeel dat het kenmerk dat gecontroleerd wordt onlosmakelijk verbonden is met de persoon. Je hebt het altijd bij je. Ook zijn biometrische factoren moeilijk te kopiëren.

Nadelen zijn er ook. Zo is specifieke hard- en software nodig om een biometrisch persoonskenmerk te scannen. Windows 10 biedt met Windows Hello standaard ondersteuning voor biometrische authenticatie, maar een vingerafdrukscanner of webcam die geschikt is om een gezichtsscan te kunnen uitvoeren, is verre van standaard.

Hier komt nog bij dat biometrische gegevens tot de bijzondere persoonsgegevens behoren en daarmee onder de hoogste privacyregelgeving vallen. Ook wordt bij veel biometrische herkenning meer gezien dan alleen de informatie die nodig is voor de identificatie, wat het ook weer risicovoller maakt.

©PXimport

2FA is MFA, maar MFA is meer dan 2FA

Bij authenticatie gaat het al snel over 2FA en MFA. 2FA staat voor tweefactorauthenticatie en betekent dat er twee authenticatiefactoren worden gevraagd. MFA staat voor multifactorauthenticatie en betekent dat er meer dan één authenticatiefactor wordt gevraagd. Dit kunnen er twee zijn (2FA), maar wanneer nog hogere beveiliging is gevraagd ook meer. Omdat de meeste accounts nog met alleen een wachtwoord werken, krijgt 2FA als eerste stap de meeste aandacht.

Iets wat je hebt

De populairste extra authenticatiefactor, afgezien van het wachtwoord, is iets wat je hebt. Hierbij gaat het dan om een fysiek element zoals een pasje of een token.

De uitdaging bij online authenticatie is om vast te stellen dat de persoon die wil inloggen, op dat moment ook echt dat fysieke element bezit. Dit gebeurt veelal door op het apparaat of met behulp van een paslezer een code te genereren. Die code is uniek voor dat apparaat op dat moment en vaak ook maar beperkte tijd bruikbaar. Naast het wachtwoord moet bij het inloggen dit One-Time Password (OTP) of Time-based One-Time Password (TOTP) worden ingevoerd.

©PXimport

Geen enkel authenticatiemiddel geeft honderd procent zekerheid

-

Smartphone als token

Omdat bijna iedereen een smartphone bij zich draagt, wordt deze steeds meer als 2FA-token gebruikt. Dit gebeurt met een authenticatie- of verificatie-app op de smartphone die de unieke codes genereert. De app zelf is eerst leeg, maar online diensten laten zich er eenvoudig mee verbinden, waarna de app elke dertig seconden voor elke dienst een nieuwe inlogcode genereert.

Het verbinden van de app met de online dienst gebeurt door in te loggen bij de dienst en daar de tweefactorauthenticatie in te schakelen. De site genereert dan een sleutel die je handmatig kunt invoeren of via een QR-code kunt scannen, zodat de app aan de dienst wordt gekoppeld. Invoer van een eerste code rondt de koppeling af.

De app heeft geen toegang tot het account en communiceert nadat de koppeling is gemaakt ook niet meer met de online dienst. De app berekent slechts codes op basis van gegevens die tijdens de koppeling werden uitgewisseld. Het werkt dus ook wanneer de smartphone geen internetverbinding heeft.

Doordat de achterliggende techniek gebaseerd is op standaarden, zijn de apps uitwisselbaar en is het goed mogelijk bijvoorbeeld een Google-inlog te koppelen in de verificatie-app van Microsoft of omgekeerd.

Authenticatie-apps

Het aanbod aan authenticatie-apps is groot. Nadrukkelijk aanwezig zijn Google en Microsoft met hun Authenticator. Die van Google is – voor een bedrijf dat van advertenties leeft – opvallend basic en sober. De eigen Google-diensten krijgen zelfs geen voorkeursbehandeling. Misschien komt dit doordat Google op Android aanvullende 2FA-functionaliteit biedt die daardoor niet in de app zit, ook niet in de iOS-versie.

Microsoft Authenticator vereist een Microsoft-account en is behalve een tokengenerator ook een wachtwoordmanager. Bij diensten die dat ondersteunen, kun je ook inloggen door op een pop-upbericht te klikken in plaats van de OTP-code over te nemen. De app openen kan met gezichtsherkenning en vingerafdruk, en accounts kunnen online worden opgeslagen.

©PXimport

Maar er zijn zeker alternatieven voor de apps van Microsoft en Google. FreeOTP is bijvoorbeeld opensource en wordt onderhouden door RedHat. Ook heb je Authy, dat in staat is om accounts te synchroniseren tussen Authy-apps op verschillende apparaten. Daarnaast biedt Authy een optionele versleutelde back-up in de cloud, handig voor als de telefoon wordt vervangen of zoekraakt. Authy vraagt hiervoor wel het telefoonnummer en een e-mailadres, terwijl je dit soort apps misschien liever anoniem houdt.

LastPass en Keeper zijn voorbeelden van wachtwoordmanagers met een eigen verificatie-app.

Real-time phishing-attack

Is 2FA de oplossing voor alle dreigingen? Niet altijd. Gebruik je een smartphone als OTP-token, dan kan een hacker via een real-time phishing-attack nog steeds je sessie overnemen.

Hierbij ontvangt de gebruiker een phishing-mail (1) en klikt op de link in die mail. Deze verbindt hem met de phishing-site (2) die functioneert als proxy en de verbinding doorzet naar de echte site (3). Als man-in-the-middle vangt de phishing-site eerst de gebruikersnaam en wachtwoord (6 en 7) en daarna ook de OTP-code af (9). Zodra die laatste is ontvangen, gebruikt de hacker die om de sessie met de echte site over te nemen (10).

©PXimport

Back-up en noodcodes

Het toevoegen van 2FA via bijvoorbeeld een authenticatie-app zorgt voor extra beveiliging, maar introduceert ook nieuwe risico’s. Wat als de telefoon defect raakt, gestolen wordt of vergeten in de trein? Elke site genereert naast de OTP-codes ook een aantal noodcodes die altijd bruikbaar zijn. Hiermee kun je inloggen als de telefoon niet beschikbaar is, maar ook 2FA uitschakelen en een nieuwe telefoon verbinden.

Om jezelf niet buiten te sluiten, is het essentieel dat je deze noodcodes downloadt en veilig bewaart (en dat doe je beter niet in een wachtwoordmanager die je met dezelfde 2FA hebt beveiligd!). Ook is het zeer verstandig om de codes te printen en bijvoorbeeld in te stellen dat je 2FA-codes ook ontvangt via sms of e-mail. Dit zorgt ervoor dat het ook zonder kwijtgeraakte telefoon of met juist een nieuwe telefoon werkt.

Download de bijbehorende noodcodes en sla ze veilig op!

-

Voorbij OTP

Gebruik van een authenticatie-app is door de eenvoud en lage kosten zeer succesvol. Maar niet iedereen heeft een smartphone of wil die hiervoor gebruiken. Daarbij is OTP best gebruiksvriendelijk, maar telkens de app moeten openen is dat niet. Daarbij is de beveiliging nog niet perfect, zoals je in het kader over real-time phishing-attacks kunt lezen. De oorzaak: ook bij OTP gaat er uiteindelijk een wachtwoord over de lijn. Zelfs al is dat een uniek eenmalig wachtwoord, het blijft een wachtwoord.

Daarom heeft een groot aantal techbedrijven, verenigd in de FIDO Alliance (“Fast Identity Online”), nieuwe authenticatietechnieken ontwikkeld zoals U2F (“Universal 2nd Factor”) en FIDO2. Deze technieken gebruiken geen OTP om vast te stellen dat de gebruiker over de token beschikt, maar doen dit met een zogeheten challenge-response.

Deze aanpak maakt gebruik van public key-cryptografie, waarbij de inlog een ‘challenge’ genereert en versleutelt met de private sleutel van de gebruiker. De online dienst ontsleutelt deze challenge met de publieke sleutel van die gebruiker. Dit gebeurt op een slim apparaat met een security-kern waarin de private sleutel veilig zit opgeborgen.

Beveiligingssleutel

Google en Thetis verkopen zulke hardwarematige beveiligingssleutels, maar het meest bekend is de Yubikey van Yubico. De Yubikey 5 is de nieuwste versie en beschikbaar in verschillende uitvoeringen. Functioneel zijn al deze modellen identiek, het verschil zit hem in de mogelijkheid van verbinden met een pc (usb-a/c) of smartphone (usb-c/lightning/NFC).

Er zijn ook grotere sleutels, veelal met een gat erin, handig om aan een sleutelbos te hangen. Daarnaast zijn er kleine (‘nano’) modellen die min of meer vast in een pc kunnen blijven (dit is veilig mits die pc zelf veilig is). Er zijn geen drivers nodig om ze te laten werken, de ondersteuning is standaard ingebouwd in het besturingssysteem en de modernere browsers.

©PXimport

Het koppelen van een hardwarematige beveiligingssleutel aan een online dienst is vergelijkbaar met het verbinden van een smartphone-app. Je logt met het eigen account in bij de dienst, waarna je bij de opties voor tweefactorbeveiliging (of tweestapsverificatie, zoals het in het Nederlands ook wel wordt genoemd) kiest voor een beveiligingssleutel. Dan moet de sleutel worden geplaatst en de koppeling met een druk op de knop op de sleutel worden bevestigd.

Bij gebruik van FIDO2 wordt ook een pincode gevraagd voor de beveiligingssleutel. Deze is onderdeel van de FIDO2-standaard die wachtwoordloos inloggen nastreeft, maar daarvoor wel een pincode of biometrische beveiliging vereist. Een Yubikey met een vingerafdruksensor is al langere tijd in de maak, maar nog niet uitgebracht. Anders dan een authenticatie-app is een hardwarematige beveiligingssleutel niet gratis. Prijzen beginnen bij 50 euro per stuk.

Denk aan de back-up

2FA met een hardwarematige beveiligingssleutel werkt erg gebruiksvriendelijk. Geen gedoe met een app en codes, maar gewoon de sleutel plaatsen, op de knop drukken en klaar. Toch kent ook de beveiligingssleutel zijn uitdagingen. Wat moet je bijvoorbeeld doen als de sleutel kwijtraakt, gestolen wordt of stukgaat? De beveiliging van de sleutel is zo stevig dat deze niet gekopieerd kan worden. Een Yubikey is zelfs zo dichtgetimmerd dat het niet eens mogelijk is de firmware te updaten.

Opnieuw is het verstandig de noodcodes te bewaren. Ook kun je meerdere sleutels registreren bij dezelfde dienst. Dit is wel arbeidsintensief omdat je dan dus telkens niet één, maar bijvoorbeeld twee of drie sleutels moet koppelen, maar het maakt het wel veiliger. Een andere optie is dat je ook de verificatie via smartphone en app of sms/e-mail in stand houdt. Door die alleen in noodgevallen te gebruiken, wordt het allemaal al een stuk veiliger.

Sites die 2FA ondersteunen

Steeds meer sites ondersteunen 2FA/MFA en dat geldt zeker voor de ‘grote’ websites zoals Google, Facebook, Twitter, verschillende Microsoft-sites, cloudopslag zoals Google Drive, Dropbox, maar ook NAS-apparaten en een heel groot aantal applicaties waaronder veel wachtwoordmanagers.

Een goed overzicht van sites en de ondersteunde vorm van MFA/2FA is te vinden op www.2fa.directory en specifiek voor Yubikeys op www.tiny.cc/yubikey. Bij elke site die genoemd wordt, vind je een verwijzing naar de uitleg over het koppelen van de Yubikey.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Offline op pad: navigeren zonder internetverbinding
© MelissaMN - stock.adobe.com
Mobiliteit

Offline op pad: navigeren zonder internetverbinding

Navigeren, bijvoorbeeld met je smartphone, verloopt vlot met een internetverbinding. Maar wat als er geen mobiel netwerk is? Met vooraf gedownloade kaarten is ook offline navigeren gelukkig geen probleem.

In dit artikel laten we zien hoe je offline kunt navigeren met je smartphone:

  • Download de kaarten van je favoriete navigatie-app
  • Maak offline gebruik van turn-by-turn navigatie en spraakbegeleiding
  • Download en importeer kant-en-klare GPX-routes
  • Maak zelf GPX-routes

Tip 1 Wel of geen internet

Navigeren met je smartphone gaat het makkelijkst met een stabiele internetverbinding, maar in het buitenland kan dit hoge roamingkosten opleveren. En wat als je reist in gebieden zonder mobiel netwerk of waar het netwerk plots wegvalt? Offline navigatie, waarbij je vooraf kaarten downloadt, is dan een praktische oplossing. Een gedownloade kaart laadt sneller en verbruikt minder batterij dan een app die constant data ophaalt. Neem tijdens je route bij voorkeur wel een opgeladen powerbank mee om te voorkomen dat je zonder stroom komt te zitten.

Zonder internet bepaalt je smartphone de locatie volledig via gps. Binnen de gedownloade regio kun je meestal routeberekeningen maken en navigatie-instructies ontvangen. Sommige apps bieden in offline modus ook een POI-zoekfunctie (Points of Interest).

Zonder internet werken deze functies niet: realtime verkeersinformatie (zoals files, werkzaamheden en flitsers), live ov-gegevens, bepaalde zoekopdrachten, street view en satelliet- of hybride kaarten (wel standaard wegenkaarten). Controleer vooraf of je eerder gedownloade kaarten nog actueel zijn en werk ze regelmatig bij.

Laten we enkele populaire mobiele apps bekijken die offline navigatie ondersteunen. Het is handig om meerdere apps met offline kaarten bij de hand te hebben. Je kunt dit testen door tijdelijk de vliegtuigmodus in te schakelen of wifi en mobiele data uit te zetten. De populaire navigatie-app Waze laten we hier buiten beschouwing omdat deze geen offline kaarten aanbiedt.

Street view is voorbehouden aan de online modus (hier Google Maps). 

Tip 2 Google Maps

We starten met een van de populairste navigatie-apps: Google Maps. Open de app, tik rechtsboven op je profielfoto of initialen en kies Offline kaarten. Selecteer je eigen kaart via Selecteer je eigen kaart (Android) of Je eigen kaart selecteren (iPhone). Zoom in en uit met twee vingers en verplaats de kaart met één vinger totdat het gewenste gebied binnen het blauwe kader valt. Onderaan zie je hoeveel opslagruimte nodig is. Tik op Downloaden om het gebied op te slaan. Na de download keer je automatisch terug naar Offline kaarten, waar een overzicht van je gedownloade kaarten verschijnt. Om een kaart een andere naam te geven, tik je op het icoon met de drie puntjes en kies je Naamwijzigen.

De kaart is nu klaar voor offline gebruik en je kunt nog extra kaarten downloaden. Navigeer zoals gebruikelijk: de app schakelt automatisch over op de gedownloade kaarten als er geen mobiel internet is.

Werk je offline kaarten regelmatig bij: tik op de drie puntjes en kies Updaten. Hier kun je kaarten trouwens ook verwijderen.

In Google Maps kun je offline kaarten downloaden, hernoemen, bekijken, updaten en verwijderen.

Tip 3 HERE WeGo

Net als Google Maps is HERE WeGo volledig gratis. De kaarten komen van Here Technologies, dat begon als Navteq, werd later door Nokia overgenomen en is nu in handen van Duitse autofabrikanten. Via https://mapcreator.here.com kunnen gebruikers eigen kaartgegevens toevoegen.

Voor offline kaarten trek je de onderste balk omhoog voor het menu. Tik op Kaarten downloaden en schakel bij voorkeur Uitsluitend downloaden via wifi in. Tik opnieuw op Kaarten downloaden, kies het continent en vervolgens het land of de regio die je nodig hebt. De benodigde opslagruimte wordt weergegeven. Tik op het downloadicoon om de kaart op te slaan.

Om te voorkomen dat de app tijdens offline navigatie tevergeefs een internetverbinding zoekt, stel je in het menu de App-verbinding tijdelijk in op Offline. Updates worden bij Kaarten downloaden naast de betreffende kaart aangegeven en kun je direct ophalen. Om een kaart weg te halen, selecteer je deze en kies je Verwijderen.

De volledige offline kaart van Nederland bijvoorbeeld neemt bij HERE WeGo zo’n halve gigabyte in beslag.

Tip 4 OsmAnd

OsmAnd (OpenStreetMap Automated Navigation Directions) is een mobiele app voor offline kaarten en navigatie, gebaseerd op OpenStreetMap-gegevens. Deze worden door een wereldwijde gemeenschap bijgewerkt en je krijgt meestal gedetailleerde en actuele kaartinformatie.

Bij de eerste keer opstarten, kun je de kaart van je huidige regio downloaden. Tik op de drie streepjes, kies Kaarten en hulpmiddelen en open Downloads om zelf een land of regio te selecteren. In de gratis versie kun je tot zeven kaarten downloaden. Naast de kaart zelf kun je voor een gebied ook hoogtelijnen, Wikipedia-informatie, een terreinkaart en weersvoorspellingen installeren, maar deze functies zijn voorbehouden aan de betaalde versie (ongeveer 3 euro per maand).

Om te navigeren binnen het gedownloade gebied tik je op de kaart of gebruik je de optie Zoeken in het menu. Tik op Navigatie, kies het vervoermiddel (auto, fiets of te voet) en tik op Start. Dit biedt turn-by-turn-aanwijzingen met spraakbegeleiding. Wil je de route als GPX-track opslaan, kies dan Details, tik op het downloadknopje en vul een naam in bij Bewaar als nieuwe track. Bevestig met Opslaan. Op Android wordt het bestand standaard opgeslagen in Android/data/net.osmand/files/tracks. Vanuit het menu, bij Plan een route, kun je de tracks direct openen of ook een eigen GPX-route importeren (zie ook tip 8).

OsmAnd geeft ook gesproken turn-by-turn-aanwijzingen.

Tip 5 MAPS.ME

MAPS.ME is een gratis navigatie-app die net als OsmAnd gebruikmaakt van OpenStreetMap-kaarten. In de gratis versie kun je ongeveer tien kaarten downloaden.

Open de app en zoom in op het gewenste gebied totdat een prompt verschijnt om de kaart te downloaden. Dit gebeurt meestal wanneer de indicatie 5 km zichtbaar is. Bevestig met Download.

Een andere en vaak handigere manier om kaarten te downloaden is via de optie Meer, waar je Gedownloadekaarten selecteert. Bovenaan kun je naar een locatie zoeken. Als de app deze herkent, verschijnt direct de downloadknop om het gebied op te halen.

Als je bij de instellingen de optie Markeer gedownloade kaarten hebt ingeschakeld, dan kun je op de kaart zien welke gebieden reeds offline beschikbaar zijn.

Voor navigatie gebruik je de zoekfunctie of tik je op de kaart om een locatie te selecteren. Kies vervolgens Route naar of eventueel Route van en bepaal het vervoermiddel: auto, te voet of per fiets. Ook offline krijg je turn-by-turn-navigatie.

Je kunt gedownloade kaarten updaten door bij Gedownloade kaarten op Controleren te tikken. Om een kaart te verwijderen, selecteer je deze, tik je op de drie puntjes en kies je Verwijderen.

Kleurmarkeringen geven duidelijk aan welke gebieden je al gedownload hebt voor offline navigatie.

Tip 6 Sygic

Sygic is misschien minder bekend in Nederland en België, maar de app biedt wel hoogwaardige 2D- en 3D-kaarten van TomTom. Om Sygic te gebruiken, moet je je eerst registreren. In de gratis versie kun je in principe onbeperkt kaarten downloaden; grotere landen zijn opgesplitst in regio’s. Om kaarten te downloaden, open je het menu en kies je Offline kaarten (toevoegen).

Deze kaarten worden in de gratis versie driemaal per jaar automatisch geüpdatet. In de betaalde Premium-variant gebeurt dit maandelijks en krijg je ook turn-by-turn-navigatie en gesproken instructies en (in de online modus) ook de actuele verkeersdrukte, snelheidslimieten en mobiele flitsers.

Houd er rekening mee dat Sygic zich volledig richt op autoverkeer. Er zijn geen routeberekeningen specifiek voor fietsers of wandelaars.

Je kunt in Sygic een onbeperkt aantal offline kaarten downloaden.

Tip 7 Komoot en RouteYou

Waar Sygic zich vooral richt op autoverkeer, zijn Komoot en RouteYou juist gespecialiseerd in (sportieve en recreatieve) wandel- en fietsroutes. In de gratis versie van Komoot kun je helaas slechts één regio ontgrendelen voor offline navigatie en spraakinstructies. Extra regio’s zijn beschikbaar tegen een prijs tussen circa 4 en 9 euro, afhankelijk van de grootte, of je kunt alle wereldregio’s in één keer aanschaffen voor ongeveer 30 euro.

Ga via de Profiel-knop naar de rubriek Maps, tik op de +-knop en zoek de gewenste regio. Selecteer de ontgrendelde regio en schakel Opslaan voor offline in. Je kunt ook een route plannen (uitsluitend met internetverbinding aangezien de berekening via de Komoot-servers verloopt) en deze vervolgens bewaren. Tik hiervoor op Opslaan en vink Opslaan voor offline gebruik aan. Na bevestiging kun je de route offline volgen, inclusief spraaknavigatie, vooropgesteld dat deze regio is ontgrendeld.

Ook RouteYou biedt de mogelijkheid routes met een achtergrondkaart offline te downloaden, maar dit is alleen beschikbaar in de betaalde versies. Een Plus-account kost ongeveer 36 euro per jaar. Je vindt gedownloade routes dan bij Gedownloade routes via de knop Profiel.

In Komoot kun je ook specifieke regio’s (tegen betaling) downloaden voor offline navigatie.

Alles over Komoot lees je in dit artikel: Wandelen en fietsen buiten de gebaande paden met Komoot

Tip 8 GPX-import via OsmAnd en Komoot

Verschillende navigatie-apps – en gps-handhelds – ondersteunen het importeren van GPX-tracks en -routes, die vervolgens offline kunnen worden gebruikt. In het kader ‘GPX’ lees je meer over dit bestandstype. Gratis import en offline gebruik zijn mogelijk in onder meer OsmAnd en in Komoot voor ontgrendelde regio’s.

In OsmAnd open je het menu, kies je Plan een route en tik je op Importeer track. Vervolgens selecteer je een GPX-bestand. Tijdens tests bleek deze functie helaas niet altijd even betrouwbaar. In Komoot verloopt dit proces vlotter. Ga naar Home, open Profiel, kies Opgeslagen routes en tik bovenaan op Importeren en vervolgens op Importeer een bestand (GPX). Selecteer het gewenste GPX-bestand en kies Bestandopenen om de route of track in de routeplanner te openen en als geplande tour op te slaan, of Bestand opslaan om deze direct als voltooide tour te bewaren.

In beide gevallen geef je het verplaatsingstype aan, zoals Wandelen, Fietsen, Mountainbiken of Bergwandelen, en bevestig je de keuze. Bij het opslaan kun je de tour een naam geven en Opslaan voor offline gebruik aanvinken. Je vindt de route dan terug bij Opgeslagenroutes of bij Voltooide activiteiten. Als de bijbehorende kaart al is gedownload, kun je direct navigeren.

Handig om weten: in Komoot kun je GPX-routes ook via de dienst Garmin Connect met je Garmin-toestel synchroniseren.

GPX-routes werken ook op een smartwatch: Waar voor je geld: 5 waterdichte smartwatches met GPS-functie

Een pas geïmporteerde GPX-route kun je als een ‘tour’ (voor offline gebruik) bewaren in Komoot.

GPX

Doorgewinterde wandelaars en fietsers kennen waarschijnlijk GPX-bestanden (GPS Exchange Format). Dit zijn XML-gebaseerde bestanden waarmee geografische locatiegegevens worden opgeslagen en uitgewisseld. Ze worden vooral gebruikt om gps-tracks, routes en waypoints vast te leggen en te delen tussen apparaten en apps.

Waypoints zijn specifieke punten met coördinaten (lengte- en breedtegraad en soms hoogte).

Tracks bestaan uit reeksen gps-punten die een daadwerkelijk afgelegde route weergeven, doorgaans automatisch geregistreerd door een gps-apparaat of navigatie-app tijdens verplaatsing. Elk punt bevat meestal een tijdstempel en soms ook snelheid.

Routes daarentegen bestaan uit reeksen gps-punten die een geplande route aangeven, zonder exacte tijdstempels. Deze worden handmatig of met een routeplanner opgesteld en bevatten meestal minder gedetailleerde informatie dan tracks.

Sommige apps of diensten ondersteunen geen GPX-import, maar wel KML-bestanden (Keyhole Markup Language). Via www.gpx2kml.com kun je deze gratis converteren, in beide richtingen.

Tip 9 GPX-routes downloaden

In tip 8 lees je hoe je GPX-routes en -tracks in navigatie-apps importeert. Ook in de meeste gps-apparaten is zo’n import mogelijk. In tips 10 en 11 ontdek je hoe je zelf zo’n GPX-bestand maakt, maar dat is niet altijd nodig. Er zijn namelijk diverse sites waar je kant-en-klare GPX-routes en -tracks ook gratis kunt downloaden voor (offline) navigatie.

Een optie is AllTrails. Meld je aan, voer een regio in en kies een voorgestelde trail. Klik onderaan op de groene knop (Hit the trail of Daar gaan we) en selecteer Export map file of Kaartbestand exporteren/ GPXTrack of GPX Route zonder tijdstempels (zie kader ‘GPX’). Andere exportopties zijn onder meer Google Earth KML/KMZ en Garmin FIT.

Ook RouteYou (zie ook tip 7) biedt GPX-routes. Registreer je (gratis) en klik op Zoek een route. Geef het routetype aan, kies locatie en lengte en klik op Toon <x> routes. Selecteer een route, klik op Downloaden en kies GPX. Andere opties zijn bijvoorbeeld Garmin en Google Earth (KML).

Voor talrijke fiets- en wandelroutes in Nederland, België en Duitsland kun je terecht op onder meer Routiq. Kies een route en klik op Download de GPX. Dit vereist wel een Premium-account (circa 15 euro per jaar).

Bij AllTrails kun je routes in diverse formaten downloaden, waaronder GPX.

Tip 10 GPX-routes zelf maken

Je kunt ook zelf GPX-routes maken en deze downloaden naar je navigatie-app of gps-toestel voor offline gebruik. Dit kan gratis via verschillende sites, zoals www.gpx.studio.

Klik op App en zoom in tot je voldoende kaartdetails hebt. Klik op het potloodicoon, laat Routing ingeschakeld en kies een activiteitstype, zoals Bike, Run/hike of Motorcycle. Klik op het potlood-icoon en plaats de routepunten op de kaart. De route wordt automatisch langs bestaande wegen gemarkeerd. Onderaan zie je de routelengte en het hoogteprofiel.

Wil je POI’s (waypoints) toevoegen? Klik op het pin-icoon, vul een naam en beschrijving in, kies een geschikt icoon en bevestig met Create point of interest.

Stel geheel zelf je GPX-route samen in gpx.studio.

Tip 11 RouteYou

Ook op de website van RouteYou kun je zelf routes maken en gratis (openbaar) opslaan. Ze worden dan automatisch beschikbaar in de mobiele app van RouteYou. Als je bent aangemeld met hetzelfde account, vind je ze terug bij Profiel / Mijn routes. Je kunt de routes ook downloaden.

Meld je aan en klik op het pijlknopje bij Plan een route. Kies uit Maak een route, Uploadeen route (voor GPX-import), Wandelknooppunten of Fietsknooppunten. De laatste twee maken handig gebruik van het uitgebreide knooppuntennetwerk in Nederland en België.

Bij Maak een route geef je het routetype aan, met subtypes zoals Recreatieve fietsroute, Gravelbikeroute of Mountainbike route. Voor een A-naar-B-route vul je start- en aankomstlocatie in, bij een lusvormige route kies je de startplaats en lengte (en eventueel de kompasrichting). Bevestig met Opslaan / Route opslaan. Klik op Downloaden en kies (bijvoorbeeld) GPX.

Je kunt ook routes samenstellen op de site van RouteYou en deze als GPX-bestand downloaden.

Watch on YouTube
▼ Volgende artikel
Van gas naar inductie? Let hierop bij de aankoop
© nerudol
Huis

Van gas naar inductie? Let hierop bij de aankoop

Overweeg je om je gasfornuis in te ruilen voor een inductiekookplaat? Goed idee! Koken op inductie is sneller, energiezuiniger én veiliger. Ook staat een inductiekookplaat vaak mooier in de keuken. Maar waar moet je op letten als je een inductiekookplaat koopt? Wij geven je tips. 

In het kort

Het is niet verrassend dat steeds meer mensen overstappen op inductie, want koken op inductie kent allerlei voordelen. Maar als je een kookplaat koopt die te klein is, niet eenvoudig te bedienen is of te veel herrie maakt, ga je er alsnog niet op vooruit. In dit artikel leggen we uit waar je op moet letten als je een inductiekookplaat koopt, zodat koken écht leuker wordt.

Lees ook: Zo kook je extra zuinig op een inductiekookplaat

De meeste mensen kiezen voor inductie omdat het een stuk efficiënter werkt dan gas. Tijdens koken op inductie gaat energie rechtstreeks naar de pan, waardoor er weinig warmte verloren gaat. Je verbruikt dus minder energie voor hetzelfde resultaat. Door de efficiënte warmteoverdracht is inductie bovendien een stuk sneller: een pan met water heb je zo aan de kook. Ook fijn: een inductiekookplaat maak je in een handomdraai schoon. In plaats van etensresten uit gaspitjes te peuteren, haal je gewoon een doekje over het oppervlak. Scheelt weer tijd na een lange werkdag.
Een inductiekookplaat kopen doe je natuurlijk niet zomaar even. Weet je niet waar je moet beginnen? Let in elk geval op de volgende punten. 

Inbouw of vrijstaand

Wie van het gas afstapt, kiest meestal voor een ingebouwde inductiekookplaat. Deze wordt via een speciale aansluiting ingebouwd in het aanrecht, zodat hij strak oogt in de keuken. Ingebouwde inductiekookplaten hebben meestal vier kookzones of meer. Sommige modellen hebben een geïntegreerd afzuigsysteem, dat zich tussen de kookzones bevindt. In plaats van de kookdampen omhoog te trekken, zoals een traditionele afzuigkap doet, trekt zo'n afzuigsysteem de dampen juist omlaag. Ideaal voor open keukens waarin je geen ontsierende afzuigkap wilt ophangen.
Er zijn ook vrijstaande inductiekookplaten. Zo'n vrijstaande plaat zet je los op het aanrecht. Stekker erin en koken maar. Vrijstaande inductiekookplaten zijn meestal bedoeld voor kleinere keukens of bijvoorbeeld voor in de caravan. Ze hebben één tot vier kookzones en je bergt zo'n kookplaat makkelijk weer op als je hem even niet nodig hebt.

©alfa27 - stock.adobe.com

Hoeveelheid kookzones

Denk bij het kopen van een inductiekookplaat goed na over hoeveel je kookt en hoeveel ruimte je hebt. De meeste ingebouwde kookplaten hebben vier kookzones, maar er zijn ook modellen met vijf of zelfs zes zones. Let daarnaast op de breedte van de kookplaat. 60 cm past in een standaard keukenkastje. 70 cm geeft wat meer ruimte tussen de pannen, maar vaak bevatten deze modellen geen afzuigsysteem. 80 cm geeft nog meer comfort en biedt vaak wel ruimte voor afzuiging. 90 cm is het grootst; hierop passen vijf of meer zones, tenzij je kiest voor een ingebouwd afzuigsysteem. Dan zijn het er meestal vier. 

Extra functies

Veel inductiekookplaten zijn uitgerust met allerlei handige functies die het koken een stuk makkelijker én veiliger maken. Zo hebben veel modellen een boostfunctie die tijdelijk het vermogen van de kookplaat verhoogt: handig als je snel een pan kokend water nodig hebt. Sommige kookplaten beschikken over een flexzone: hiermee koppel je losse kookzones aan elkaar voor een groter kookoppervlak. Dat komt bijvoorbeeld van pas als je met grillplaten of een braadslee aan de gang gaat.
Vind je energiezuinigheid belangrijk? Dan wil je een inductiekookplaat met pandetectie. Pas als er een (geschikte) pan op een kookzone staat, slaat de kookplaat aan. Dit voorkomt energieverlies en het voorkomt ongelukken. Nog zo'n veilige functie is automatische uitschakeling: deze schakelt de kookplaat vanzelf uit als hij een tijdje niet is gebruikt of als er iets overkookt. Kook je vaak met meerdere pannen tegelijk (of ben je gewoon snel afgeleid)? Kies dan een model met ingebouwde timers, zodat je tijdens het koken niet met je telefoon in de weer hoeft. Met kinderen en huisdieren in huis is een kinderslot een must: dat voorkomt dat het apparaat per ongeluk aangezet wordt. 

©Lazy_Bear - stock.adobe.com

Bediening

Inductiekookplaten zijn er met moderne touchbediening of 'ouderwetse' draaisystemen. Touchpanelen zien er strak en modern uit en werken vaak erg makkelijk en snel, maar sommige mensen vinden draaiknoppen toch prettiger. Vooral als je natte handen hebt, geeft een draaisysteem je vaak meer controle dan touchbediening. Aan de andere kant zijn veel touchpanelen tegenwoordig zo intuïtief dat ze ook met natte vingers prima werken. Om erachter te komen wat je het prettigst vindt, kun je inductiekookplaten het beste in de winkel uittesten óf betrouwbare gebruikersreviews lezen. 

Geluidsniveau

De meeste inductiekookplaten zijn niet volledig stil. Ze maken ook weer geen herrie, maar vaak hoor je wel een zacht zoemend of tikkend geluid, vooral bij hogere standen. Wil je een echt stille kookplaat, bijvoorbeeld omdat je een open keuken hebt en er in de buurt gezellig getafeld of tv gekeken wordt? Kijk dan naar modellen met een geluidsniveau onder de 42 dB (decibel). 42 dB is vergelijkbaar met zacht geroezemoes in een klas. Ga je voor een kookplaat met ingebouwde afzuiging, kies dan voor een geluidsniveau onder de 70 dB (op de hoogste stand). 70 dB kun je vergelijken met een gewone afzuigkap of een stofzuiger. 

Nieuwe pannen nodig

Voor op je inductiekookplaat?