Hebben straks al onze eigendommen een GPS-chip?
Als je je telefoon kwijt bent, kun je deze vrij makkelijk terugvinden dankzij bijvoorbeeld Find Your (i)Phone. Dat geldt echter alleen voor dat apparaat. Hoe vinden we bijvoorbeeld ons paspoort of onze huissleutels in de toekomst terug? En willen we überhaupt wel overal een GPS-chip in plaatsen?
Het grootste probleem met GPS-chips is dat ze elektriciteit nodig hebben om te blijven werken. Immers kun je een gechipt huisdier ook niet traceren: de chip is alleen uitleesbaar met een speciaal apparaat. De chip kan zonder GPS en batterij niet tonen waar het dier zich bevindt. Wil je wel je huisdieren kunnen terugvinden, dan zal je het een halsbandje om moeten doen met daarin een GPS-tracker. Die bestaan, dus die kun je aanschaffen. Ze zijn er ook als sleutelhanger, zodat je je sleutelbos kunt vinden. Echter is het bereik van deze chips vaak teleurstellend, omdat beton en andere bouwmaterialen vaak het signaal verstoren.
De GPS-chip in smartphones wordt in tegenstelling tot trackers wel steeds verder ontwikkeld. Dit komt doordat deze gebruikmaken van nieuwere satellieten. De eerste generatie GPS-satellieten heet L1 en daarmee kon maar weinig informatie worden verstuurd. Inmiddels zitten we al op L5, waarmee veel meer data kan worden verstuurd. Hierdoor is het signaal aanzienlijk nauwkeuriger - tegenwoordig bestaan er chips die met slechts 30 centimeter speling een locatie kunnen vaststellen.
Bluetooth
Er worden echter ook andere mogelijkheden ontwikkeld om je spullen sneller terug te kunnen vinden. Het bedrijf Fetch Eyewear heeft een brillenlijn gemaakt die voorzien is van een Bluetooth-opsporingssysteem. Je koppelt je bril met je smartphone en zodra je meer dan 18 meter bij je bril vandaan bent, krijg je een melding op je telefoon. In het verlengde daarvan bestaat TrackR, een soort sleutelhanger die je aan allerlei objecten kunt bevestigen en die je met je telefoon kunt opsporen. De laatste plek waar het item nog binnen bereik van je telefoon was (maximaal 30 meter) wordt getoond. Er zit zelfs een soort community bij waarmee je anoniem met andere TrackR-gebruikers over de hele wereld spullen kunt opsporen.
©PXimport
De kans is dus groter dat er van Bluetooth gebruik wordt gemaakt, dan dat we overal GPS-sensoren aan bevestigen. Ook dat moet echter van stroom worden voorzien om goed te werken, dus zelfs bij iets als TrackR zal je af en toe de batterijen moeten vervangen. Maar net als bij een smartwatch, kan je telefoon aangeven dat de batterij op begint te raken. Deze apparaten zijn echter vaak zo klein dat het niet mogelijk is om apparaat op te laden, dus er worden dan vaak platte batterijen ingezet die je moet vervangen en dat is niet heel milieuvriendelijk.
Mensen gechipt
Je spullen chippen met GPS-chips, dat zal nog niet zo snel gebeuren. Waarschijnlijk zal Bluetooth meer de boventoon voeren in het terug kunnen vinden van onze eigendommen. Er zijn ook mensen die zichzelf (laten) chippen. Zo is er een piercer in Utrecht, die de flinke chip van de OV-chipkaart in zijn hand liet zetten. Maar ook een groepje proefpersonen in Melbourne, die een chip ter grootte van een rijstkorrel geïmplementeerd kregen om daarmee bijvoorbeeld beveiligde deuren te openen. Handig, want je hoeft dan dus niet een chip aan je sleutelbos te bevestigen: je hand is je sleutelbos.
GPS, GLONASS en Galileo GPS is eigenlijk iets van de Amerikanen, want het werkt met Amerikaanse satellieten. Rusland heeft GLONASS-satellieten in de ruimte hangen en Europa, Europa heeft Galileo. Het werkt zoals de systemen van Rusland en Amerika, maar het schijnt beter te werken met hoogteverschillen. Erg fijn als je geen mobiel bereik hebt in de bergen en gered moet worden. Galileo is nog volop in ontwikkeling maar is al live sinds 2016. Dat mag ook wel, want Galileo is 20 jaar in ontwikkeling en kostte al 9 miljard euro. Hoewel 95% van de nieuw gemaakte chips Galileo ondersteunen, en Galileo kan worden gebruikt door iPhone 8, iPhone X en Samsung S8, zijn er nog weinig smartphones die Galileo-satellieten als standaard gebruiken. Het fungeert nu nog als een soort extra bron als de ontvangst van de bekende diensten slecht is. Het is nog nieuw, dus wat niet is, kan nog komen.
Zoals altijd zitten er ook de nodige privacyvraagstukken aan het plaatsen van chips bij mensen. Denk bijvoorbeeld aan bedrijven die niet alleen hun personeel via een geïmplementeerde chip de lift laten bedienen, maar daarmee ook kunnen controleren hoe vaak een werknemer naar het toilet gaat (als je daarvoor ook door een deur moet) en hoe lang. Het gaat overigens nog niet zo dat de chips die mensen implementeren traceerbaar zijn: de RFID-chips hebben geen GPS-sensoren of een batterij. Aan de andere kant is dat ook niet nodig, want iedereen is al te traceren dankzij de smartphone die meestal in de buurt is. Spullen waarvan je geen afstand wilt doen, kun je via die smartphone en Bluetooth-hulpmiddelen toch altijd terugvinden. De tech is er, dus de mogelijkheid ook. Tot nu toe lijken mensen echter nog geen haast te hebben om allerlei spullen te willen traceren.