ID.nl logo
Huis

Eigen modem instellen per provider

Je internetprovider verstrekt altijd een modem, bijna altijd met routerfuncties, waarmee je verbinding kunt maken met het internet en een netwerk kunt opzetten. Je eigen modem instellen verschilt per provider. We zetten hier de stappen voor je op een rij.

Lees ook: Eigen modem installeren - ja of nee?

Het probleem met de geleverde apparatuur van je provider is dat je vaak een modem ontvangt die niet erg krachtig is. Dat is op zich niet zo’n probleem, ware het niet dat die modems vaak ook als router dienen. Een niet-krachtige router is juist wel erg frustrerend, want dan heb je last van bijvoorbeeld slechte wifi en zeer beperkte mogelijkheden.

Bovendien is het in veel gevallen lastig om de modem-routers goed te laten samenwerken met je eigen router. Denk dan aan problemen met dubbele nat (network address translation) en portforwarding. Bovendien heb je er dan weer een apparaat erbij.

Ook bieden andere modems soms simpelweg meer functionaliteit (functionaliteit die ook handig kan zijn voor bedrijven, zoals faxen, een ingebouwde dns of vpn-server) en simpelweg meer instellingen en configuratiemogelijkheden.

DSL

Voor snel internet hoef je echt niet meer per se te kijken naar glasvezel of de kabel. Stevige ontwikkeling met pair-bonded vdsl maken dsl competitief met beide technieken.

De grootste uitdaging om je eigen modem op een dsl-aansluiting te gebruiken, is (1) zorgen dat je eigen modem de juiste techniek ondersteunt en (2) de juiste modem-instellingen van je betreffende provider krijgen. Vooral die eerste kan een uitdaging zijn: zorg ervoor dat je weet welke aansluiting je precies hebt en zoek daar dan een geschikte modem-router voor.

Let daarbij vooral op het verschil tussen adsl, vdsl of vdsl2 en vectored vdsl2, pair-bonded vdsl2 of bonded vectored vdsl2. In je modem zie je bij de wan-instellingen welke je gebruikt. Als je modem is aangesloten met een y-kabel, is ook vrij snel duidelijk dat je een bonded verbinding hebt.

Wat betreft instellingen is een groot probleem de sip-gegevens die je nodig hebt om toegang te krijgen tot voip. Maar weinig providers geven die gegevens vrij aan klanten op dit moment.

KPN DSL

KPN lijkt nog bezig te zijn met te onderzoeken hoe recente ontwikkelingen van de wetgever precies binnen het bedrijf vorm gaat geven. Het heeft op het moment van schrijven nog geen pagina online gezet met de modeminstellingen.

Voor KPN is het wel mogelijk om je eigen modem te gebruiken, mits je alleen internet hebt. Dan kun je gewoon een modem van bijvoorbeeld AVM aanschaffen en ermee aan de slag gaan. Heb je twee aderparen en dus twee aansluitingen, dan is het wat minder zeker of alles goed gaat werken. Zelfs als je een bonded verbinding hebt, heeft AVM daarvoor wel een modem op de markt, bijvoorbeeld de 7369. Dat is een vdsl-modem met ondersteuning voor voip. Het kan in dat geval zijn dat je maar één van de lijnen kunt gebruiken en dus maar de helft van de maximale snelheid haalt.

Het belangrijkste om verbinding mogelijk te maken, is dat je de beschikking hebt over de correcte instellingen. Om in te loggen op het netwerk, gebruik je als protocol PPoE met als authenticatie PAP or CHAP en stel je als gebruikersnaam XX-XX-XX-XX@internet en als wachtwoord kpn in. De daadwerkelijke gebruikersnaam vind je terug in de Experia Box op het tabblad Internet.

Verder is het nodig om te letten op de instelling MTU (zorg dat die op 1492 staat) en gebruik vlan met tag 6 om verbinding te maken met het internet. De VPI en VCI-instellingen worden automatisch goed gezet.

Tele2 DSL

Tele2 heeft ook nog niets gedaan met het nieuwe besluit. Toch hebben klanten van Tele2 soms geluk om een eigen modem werkend te krijgen. Het lijkt op dit moment alleen te werken als je een aansluiting hebt via de straatkast en niet direct via de centrale. Het is dan nodig om je eigen modem in te stellen op PPoE / PPoA en kies daarna voor MPoA met een statisch of dynamisch ip-adres. Voor vdsl hoef je geen VPI/CI in te stellen. Bij Tele2 komt internet dan binnen op vlan met tag 32. Deze instellingen schijnen te werken met bijvoorbeeld een Draytek-modem-router, maar waarschijnlijk ook met bijvoorbeeld een Fritz!Box. Zorg ervoor dat de MTU-waarde op 1492 staat. Heb je ook tv of telefonie van Tele2, dan gaat het niet lukken om ook dat goed te regelen in combinatie met een eigen modem.

Telfort DSL

Telfort heeft een pagina online gezet met de instellingen voor dsl. Die pagina vind je hier, maar daar ontbreken weer de instellingen en mogelijkheden om voip/sip te gebruiken in je eigen modem, dus houd daar rekening mee. Bij Telfort kun je grotendeels de instellingen van KPN overnemen, maar zorg dan dat je bij vlan nummer 34 in plaats van 6 invult. Bij Telfort heb je bovendien geen gebruikersnaam en wachtwoord nodig.

XS4All DSL

Xs4all heeft een webpagina online staan waar de specificaties staan voor als je een andere modem aan wilt sluiten. Je vindt die pagina hier. Op die pagina vind je de instellingen voor een adsl- en vdsl-verbindingen, maar niets over sip.

Welke modems zijn geschikt?

Wat betreft dsl-modems valt er het een en ander te kiezen. De bekendste merken zijn AVM Fritz!Box, ZyXel en DrayTek, maar ook ASUS, TP-Link, Netgear en Cisco hebben modems op de markt. Netgear heeft bijvoorbeeld de Nighthawk X4S die adsl en vdsl2 ondersteunt met een eSata-verbinding en twee usb2.0-aansluitingen.

Heb je een vdsl vectoring-aansluiting, dan kun je bijvoorbeeld eens kijken naar een DrayTek Vigor 130. Dat is een supersimpel apparaat: één wan- en één lan-poort. Je zet hem daarna in bridge-mode en hoeft je nergens zorgen over te maken. Mocht je meer willen, dan heeft de Vigor ingebouwde functies als LDAP, Radius, dynamische dns, wake-on-lan, een contentfiltersysteem zodat je Java en ActiveX kunt filteren en een sms/mail-alertservice.

Voor een bonded dsl-aansluiting is de keuze wat kleiner. DrayTek heeft de Vigor 2862B, maar daar ben je bijna 300 euro aan kwijt. Van AVM kun je kijken naar de Fritz!Box 7581 die als enige bonding ondersteunt.

©PXimport

Internet via de tv-kabel wordt mogelijk gemaakt dankzij het protocol docsis: Data Over Cable Service Interface Specification. De nieuwste docsis-versie 3.1 sinds oktober 2013. In Europa is dat EuroDOCSIS, maar alleen de frequenties zijn dan wat anders. Docsis maakt gebruik van de Baseline Privacy Interface-specificatie in de vorm van BPI+ of BPI/SEC. BPI heeft twee doelen: zorgen dat je privé over het netwerk kunt communiceren en zorgen dat de provider zelf kan kiezen welke modems het toelaat op het netwerk.

Vooral dat laatste zorgt voor problemen. Door middel van een public-privatekey-infrastructuur kan Ziggo ongewenste modems en apparaten blokkeren. De provider voegt het mac-adres van jouw modem toe aan de toegelaten apparaten en je modem moet dan een geldig certificaat bevatten dat wordt toegelaten door Ziggo. Pas dan kun je communiceren op het netwerk.

Eigen kabelmodem Ziggo

Bij Ziggo is het op het moment van schrijven niet toegestaan om een eigen modem te gebruiken. Volgens sommige positieve berichten kun je alleen een eigen modem aansluiten om voip te gebruiken, maar daar heb je verder niet zo veel aan.

Er zijn her en der wat succesverhalen op het internet te vinden. Het was iemand gelukt om een Duitse Fritz!Box aan te sluiten op het netwerk en werkend te krijgen. Natuurlijk wordt het mac-adres geblokkeerd, maar via de helpdesk kon die mac toegevoegd worden waarna de modem werkte. Dit werkte met BPI, omdat het juiste profiel al in de modem aanwezig was, omdat de modem afkomstig was van het Duitse Ziggo-dochterbedrijf dat kennelijk dezelfde certificaten gebruikt. Helaas werkte het geheel maar tijdelijk.

Ziggo heeft zijn algemene voorwaarden sinds 1 juli 2017 aangepast, zodat niet meer specifiek een Ziggo-modem is vereist. Het lijkt erop dus op dat de tv-kabelaar met het besluit aan de slag gaat en het gebruik van een eigen modem misschien gaat toestaan. Ziggo zelf geeft aan dat het moeite heeft om zijn netwerk geschikt te maken voor elk docsis-kabelmodem, dat waarschijnlijk dan ook handmatig getest moet worden voordat ze op de markt gezet kunnen worden.

Keuze uit kabelmodems

De keuze van dsl-modems is al niet heel erg uitgebreid, maar dat geldt nog erger voor de keuze van een kabelmodem. Dat is logisch, aangezien er ook nog niets mogelijk is. In andere landen, zoals de VS, kun je wel kabelmodems kopen. Er bestaan dus wel geschikte producten, maar pas zodra het eenmaal wordt toegestaan, zullen er meer producten op de markt komen.

Wat er wel is, is beperkt tot een AVM Fritz!Box, de 6490 en 6430. De eerste is een router van 229 euro met ac-wifi en twee usb-aansluitingen en de tweede ondersteunt n-wifi en kost dus iets meer dan 130 euro. Beide modems zijn bedoeld voor de Duitse markt.

In de VS heeft Netgear bijvoorbeeld een kabelmodem: de CM1000 voor iets meer dan veertig euro. Deze modem ondersteunt al docsis 3.1, maar heeft verder niet zo veel spannende functies ten opzichte van wat je standaard krijgt bij je provider. Een andere Netgear-modem-router is bijvoorbeeld de Nighthawk X4S, die ook docsis 3.1 ondersteunt. Dan heb je een krachtige modem-router: vier gigabitpoorten, een dualcore-processor van 1,5 GHz en twee usb3.0-poorten.

Glasvezel instellen met eigen modem

Glasvezel heeft als voordeel ten opzichte van dsl en de kabel dat het kastje dat je krijgt van de provider de modemfunctie bevat en geen routerfunctionaliteit. Die modem hangt vaak in de meterkast en doet eigenlijk verder niet zo veel. Technisch gezien is het plaatje voor glasvezel als volgt: de glasvezelkabel komt het huis binnen en gaat dan in een zogenaamd ntu- of ftu-kastje: de Network (of Fiber) Termination Unit. Daarin wordt het lichtsignaal omgezet naar een ethernetsignaal. Dat kastje wordt vervolgens aangesloten op bijvoorbeeld een Experia Box of op een dect-basisstation en heeft gewoon rj45-connectors.

Dat betekent dat je dan vrij bent om er een eigen modem-router achter te hangen en dat kan zonder al te veel moeite, omdat de ntu en modem elkaar niet in de weg zitten. Het probleem bij glas zit ‘m weer in de extra diensten en de instellingen. Maar weinig glasvezelproviders ondersteunen een eigen router op hun netwerk in plaats van de geleverde. Voor voip geldt net als bij dsl dat je de sip-gegevens nodig hebt.

Als je een eigen modem of router wilt aansluiten op je glasvezelverbinding, zorg dan dat deze PPoE ondersteunt, net als bij vdsl.

Telfort glasvezel-instellingen

Op het Telfort-glasvezelnetwerk is het een en ander mogelijk, maar ook hier zijn gemixte ervaringen van gebruikers. Voor bijvoorbeeld de Synology RT1900AC zijn in combinatie met Telfort instellingen en handleidingen beschikbaar, op onder meer synology-forum.nl. Sluit de utp-kabel aan op je Synology RT1900AC vanuit het ntu-kastje in de meterkast. Ga dan naar Netwerkcenter / Lokaal netwerk / IPTV & VoIP. Om dan voip en internet te gebruiken, gebruik je als vlan-id 34 en voor IPTV vlan-id nummer 4. Gebruik hiervoor bijvoorbeeld lan-poorten 3 en 4. Je moet dan wel de sip-gegevens onderscheppen met Wireshark, als dat nog werkt . Je krijgt dan een wan-poortadres en kunt aan de slag met internet. Bij Telfort hoef je geen gebruikersnaam en wachtwoord in te typen. Sluit dan je tv-ontvanger aan op lan-poort 4 en VoIP-station op poort 3.

Het kan natuurlijk zo zijn dat deze instellingen niet meer werken, aangezien Telfort continu zijn netwerk bijwerkt. Vooral als je overgezet bent van een Telfort-abo met dvb-c naar één zonder kan het nog weleens foutgaan. Als je na tien minuten nog steeds geen wan-ip-adres hebt toegekend gekregen, dan gaat het helaas niet werken.

KPN glasvezel-instellingen

Voor KPN geldt dat je wat meer gegevens nodig hebt dan alleen die voor voip. Hier moet je ook de PPoE-gegevens weten. Over het algemeen worden die nog niet gecontroleerd, maar soms is het wel nodig om de juiste gegevens in te voeren. Op het forum Gathering of Tweakers vind je bijvoorbeeld een topic met uitgebreide handleiding om een ASUS-router werkend te krijgen met KPN-glasvezel. Bereid je dan wel voor op een middagje of avondje werk: je moet een geschikte ASUS-router aanschaffen, de Merlin-firmware erop flashen, een tweetal scripts voor voip en digitale tv erop laden via ssh en dan de instellingen configureren in de router. Bovendien is het zo dat als je voip gebruikt, je nog steeds vastzit aan de Experia Box, maar die kan dan worden aangesloten op je ASUS-router.

Een compleet andere aanpak is om direct na de NTU een managed switch aan te sluiten. Je kunt dan mooi het VoIP- en IPTV-signaal splitsen en de VoIP- en tv-signalen via de Experia Box laten afhandelen. Het internetsignaal van de vlan stuur je dan door naar je eigen router, zodat je het beste van beide werelden hebt: je hoeft je niet door vreemde bochten te wringen om toch te kunnen bellen en tv te kunnen kijken en kan op internetgebied doen wat je wilt. Overigens is de Experia Box voor tv niet per se nodig: je kunt de tv-ontvanger ook direct op de switch aansluiten.

Tweak glasvezel-instellingen

Andere glasvezelproviders leveren wel de instellingen en configuratie die je nodig hebt om een eigen modem aan te sluiten, zoals bijvoorbeeld Tweak, dat op de website aangeeft hoe je je modem moet instellen om met het netwerk verbinding te maken. Het is specifiek nodig om op vlan 4 dhcp-requests te doen voor tv en op vlan 34 voor internet, om een default route over vlan 34 in te stellen en om nat toe te passen op vlan 4. Ook is het nodig voor vlan 4 om een static route op te zetten naar 185.6.48.0/26 over de gateway en is het nodig om igmp snooping en proxying toe te passen op die vlan. Je vindt de sip-instellingen van Tweak hier.

Welke modems zijn geschikt voor glasvezel?

Voor glasvezel beschik je over een rj45-aansluiting in het ntu-kastje, wat de keuze van modems een stuk groter maakt. Bovendien is het dus aan te bevelen om ook een modem-router te kiezen die vlan’s ondersteunt, anders heb je nog een switch nodig om bellen mogelijk te maken. Veel modems zullen daar dan mee werken, maar we kunnen niet garanderen dat ze dat allemaal doen.

▼ Volgende artikel
❄️ Koud hè? Zo vind je jouw perfecte elektrische deken
© Tatyana Gladskih
Huis

❄️ Koud hè? Zo vind je jouw perfecte elektrische deken

In de koude wintermaanden is wat extra warmte in huis geen overbodige luxe. Steeds meer mensen kiezen daarom voor een elektrische deken: zo blijf je niet alleen heerlijk warm, maar bespaar je ook op stookkosten. Hoe je een elektrische deken kiest die bij je past, lees je hier.

⏱ In het kort:

Elektrische dekens zijn tegenwoordig mateloos populair, en met het ruime aanbod kan het lastig zijn om de juiste keuze te maken. Daarnaast heb je misschien speciale wensen voor je elektrische deken, afhankelijk van wáár je hem gebruikt, met wie je hem eventueel gebruikt en hoeveel warmte je nodig hebt. In dit artikel helpen we je aan de beste elektrische deken voor jou, rekening houdend met:

  • • De soort deken (onderdeken of bovendeken)
  • • Het formaat dat bij je bed of lichaam past
  • • Het aantal warmtestanden
  • • De veiligheid van de deken
  • • Hoe makkelijk je de deken wast

Lees ook: 10 tips om warm te blijven zonder te stoken

Soort deken

Er zijn twee soorten elektrische dekens: onderdekens en bovendekens. Een onderdeken verwarmt je bed, een bovendeken is ideaal voor op de bank. Lig je dus elke avond te klappertanden in bed, dan is een onderdeken voor jou waarschijnlijk de beste keuze. Vind je het lekker om 's avonds onder een (warm!) kleedje op de bank te kruipen én wil je misschien je stookkosten wat omlaag brengen, dan kies je voor een bovendeken.

Een onderdeken plaats je tussen je matras (of topper) en hoeslaken, zodat de deken het bed van onderaf verwarmt. Je kunt een onderdeken aanzetten op het moment dat je in bed stapt, maar vaker worden onderdekens met behulp van een timer ingeschakeld vóór het liggen, zodat het bed al heerlijk warm is. Vaak regelt een timer ook dat de deken zichzelf na een uur (of twee) vanzelf uitschakelt, zodat er tijdens het slapen geen veiligheidsrisico's ontstaan.

©Leonid Iastremskyi

In tegenstelling tot een elektrische onderdeken leg je een elektrische bovendeken (zoals de naam al zegt) bovenop je, bijvoorbeeld als je op de bank of je favoriete stoel zit. Je herkent deze dekens aan hun extra zachte materiaal, zoals fleece of microvezel. Een bovendeken zet je pas aan op het moment dat je eronder gaat zitten of liggen. Net als onderdekens schakelen de meeste bovendekens zichzelf na verloop van tijd vanzelf uit. Je kunt een bovendeken natuurlijk ook mee naar bed nemen voor wat extra warmte, dus eigenlijk zijn deze dekens multifunctioneel!

Formaat

Zowel onder- als bovendekens zijn verkrijgbaar in verschillende afmetingen. Bedenk dus van tevoren goed hoe groot je je elektrische deken wenst. Onderdekens komen qua breedte overeen met de standaardafmetingen van matrassen: een eenpersoons-onderdeken is meestal 80 centimeter breed, een tweepersoons-onderdeken 140 centimeter. In de lengte zijn ze doorgaans iets korter dan een matras, omdat ze alleen het lichaam hoeven te verwarmen. Handig: veel tweepersoons-onderdekens beschikken over twee schakelaars waarmee je de temperaturen van beide helften apart van elkaar kunt instellen. Scheelt weer geruzie met je partner.

Bovendekens zijn er in compacte, middelgrote en extra grote varianten. Compacte bovendekens hebben een afmeting van (rond de) 100 x 70 centimeter en zijn bedoeld om alleen je schoot of bovenlichaam mee te verwarmen. Middelgrote dekens gaan richting de 150 x 70 centimeter en zijn perfect om je hele lichaam in tewikkelen. Kruip je het liefst samen met je partner onder een kleed? Ga dan voor een extra grote variant van bijvoorbeeld 180 x 130 centimeter.

Warmtestanden

Aan een elektrische deken wil je geen honderden euro's uitgeven, en dat hoeft natuurlijk ook niet. Maar gris ook niet de eerste de beste deken uit de schappen. Sommige elektrische dekens (en dan met name de goedkopere) beschikken namelijk maar over één warmtestand, en de kans is groot dat jij die stand nét te warm of juist te koud vindt. Ook als je de deken op verschillende plekken in huis gaat gebruiken – misschien is je slaapkamer een stuk frisser dan je woonkamer – is het fijn als je de temperatuur van je elektrische deken naar wens kunt instellen. De meeste standaardmodellen hebben vier tot zes warmtestanden, maar er zijn ook dekens met meer dan zeven warmtestanden. Sommige elektrische onderdekens beschikken zelfs over verschillende warmtezones voor schouders, rug en voeten – extra fijn als je snel koude voeten hebt!

Veiligheid

Comfortabel onder (of op) een elektrische deken liggen gaat alleen als je weet dat de deken honderd procent veilig is. Kies voor je eigen gemoedsrust dus voor een deken van een betrouwbaar merk; daarmee weet je zeker dat je een veilig product in huis haalt. Let er ook op dat de deken een automatische uitschakelfunctie én een oververhittingsbeveiliging heeft, zodat-ie nooit te heet wordt. Vermijd het kopen van een tweedehandsdeken, omdat een versleten of beschadigd deken vatbaarder is voor brand en kortsluiting.

©Mariana Rusanovschi

Wasbaarheid

Ook het gemak waarmee een elektrische deken gewassen kan worden, is voor veel mensen belangrijk. Vooral als je kleine kinderen hebt die maar al te graag onder de warme deken kruipen, is de kans op morsen of andere ongelukjes groot. En als je een onderdeken op je bed hebt liggen, wil je die natuurlijk ook regelmatig kunnen opfrissen. Gelukkig kunnen de meeste elektrische dekens na het verwijderen van de elektrische bediening gewoon op 30 graden in de wasmachine worden gewassen. Check wel altijd goed de instructies, want dit geldt niet voor iedere elektrische deken. Elektrische dekens kunnen meestal niet in de droger.

Hoe zuinig is een elektrische deken?

Kun je nauwelijks meer onder je elektrische deken vandaan komen en begin je je zorgen te maken over je energierekening? Nergens voor nodig: een elektrische deken kost namelijk niet meer dan een paar cent per avond. Ja, je leest het goed! Gemiddeld verbruikt een elektrische deken zo'n 50 watt per uur (0,05 kWh), wat met een stroomprijs van € 0,40 neerkomt op twee cent. Lig je dus drie uur onder je heerlijke warme deken, dan ben zo'n zes cent kwijt. Ter vergelijking: een paar uur de verwarming aan kost je al snel twee euro. Als je daadwerkelijk wilt besparen met je elektrische deken is het natuurlijk wel slim om de verwarming lager of helemaal uit te zetten, anders schiet je er alsnog weinig mee op.

P.S. Elektrische kussens zijn er ook!

Op zoek naar een warmtekussen?

▼ Volgende artikel
Breng herinneringen tot leven in een paar klikken
© Michael Rosskothen - stock.adobe.com
Huis

Breng herinneringen tot leven in een paar klikken

Wat doe jij met de foto's die je op vakantie of van een speciale gebeurtenis hebt gemaakt? Je kunt ze wegschrijven naar een map om er vervolgens niet meer naar om te kijken, maar die plaatjes verdienen zoveel meer. Maak een fotopresentatie, compleet met muziek, titels en effecten. En daarna? Delen maar!

In dit artikel laten we zien hoe je een fotopresentatie maakt:

  • Selecteer je mooiste foto’s en importeer ze in Clipchamp
  • Voeg overgangen, titels, filters, en achtergrondmuziek toe
  • Maak gebruik van AI om een unieke presentatie te maken
  • Exporteer je creatie en deel hem via sociale media

Lees ook: Raak ze niet kwijt! Met deze methoden kun je je dierbare foto's bewaren

Een fotopresentatie stelt je in staat om een selectie van je beste foto’s te maken en deze op een aantrekkelijke manier te rangschikken. Niet alleen leuk voor jezelf, maar ook om te delen met familie en vrienden. Voor ons doel maken we gebruik van Clipchamp. Dit programma – waarvan een gratis variant beschikbaar is – biedt je niet alleen de mogelijkheid om dynamische fotopresentaties te maken, maar ook om volwaardige video’s te monteren. Prettig is dat je de software in Windows 10 en Windows 11 kunt installeren, maar ook via de browser kunt gebruiken. Wij gaan aan de slag met de desktop-app van Clipchamp.

Met Clipchamp maak je eenvoudig verzorgde presentaties van je foto’s.

Foto’s selecteren

Geef het project eerst een naam: in het projectvenster van Clipchamp vind je linksboven het naamvak. Welke foto’s neem je op in de presentatie? Maak een selectie van het materiaal. In de sectie Jouw media kies je voor Media importeren. Standaard zoekt Clipchamp op de lokale schijf, maar in plaats hiervan kun je ook online mappen gebruiken.

Klik hiervoor op de pijl naast de knop Media importeren en kies de locatie. Zo kun je onder meer OneDrive, Google Drive en Dropbox selecteren. Kies voor Door bestanden bladeren als je wilt zoeken op de lokale schijf. Naast foto’s kun je ook andere media importeren, zoals video’s en muziek. Dit biedt je de mogelijkheid om in de presentatie foto’s met video’s af te wisselen.

Kies welke foto’s je gaat gebruiken.

Meer foto's dan opslagruimte?

Een externe harde schijf of NAS lost je probleem op

Tijdlijn bouwen

Op basis van de fotoselectie bepaal je de opbouw van je presentatie. Rechts in het venster vind je een tijdlijn. Hierop plaats je de verschillende elementen. Uiteraard zijn dat je foto’s, maar de tijdlijn kan ook andere onderdelen bevatten. Goede voorbeelden zijn overgangseffecten, titels en muziek. Daarmee gaan we verderop aan de slag.

De eerste keer dat je een foto plaatst, bepaalt Clipchamp op basis van de afmetingen welke formaat de presentatie moet krijgen. Daarmee hoef je geen genoegen te nemen. Rechtsboven vind je een knop met de huidige afmeting, bijvoorbeeld 2:3. Klik hierop en kies de gewenste afmeting, bijvoorbeeld 1:1 of 21:9. Voor welk formaat je moet kiezen, hangt vooral af van de foto’s die je gaat gebruiken: zijn die veelal staand of liggend?

Bepaal de gewenste afmetingen van je canvas.

Internetverbinding

Clipchamp maakt intensief gebruik van je internetverbinding, bijvoorbeeld voor het online opslaan van je media. Zorg ervoor dat je tijdens het gebruik van Clipchamp online bent. Heb je Clipchamp al enige tijd geopend, maar niet gebruikt? De app geeft aan wanneer het tijd is om deze opnieuw op te starten om de dienst te kunnen synchroniseren.

Foto’s optimaliseren

Het is handig om snelle optimalisaties voor je foto direct door te voeren zodra je deze op de tijdlijn hebt gezet. Selecteer de foto op de tijdlijn. Aan de bovenkant van de foto vind je een compacte werkbalk met snelle acties. Zo kun je de foto bijsnijden als je bepaalde elementen wilt weglaten. En afhankelijk van de fotogrootte kun je foto ook hier ook passend maken voor het frame of juist beeldvullend maken.

Klik op Meer (herkenbaar aan de drie puntjes) voor andere snelle acties. Hier kun je bijvoorbeeld de afbeelding negentig graden draaien of spiegelen. Met de optie Afbeelding in afbeelding combineer je meerdere foto’s combineren in één weergave. Kies Meer opties om een fade-in en fade-out te geven aan de foto.

De volgorde van de foto’s kun je op elk moment aanpassen: je versleept hiervoor een afbeelding naar een andere positie op de tijdlijn. Ook bepaal je hoelang een foto moet verschijnen. Op de tijdlijn pak je een foto aan een van de zijkanten vast en maak je deze korter of trek je deze juist uit. Klik met de rechtermuisknop op een afbeelding op de tijdlijn om aanvullende opties te bekijken. Hier kun je de foto dupliceren, als je deze bijvoorbeeld op een ander moment in de presentatie nogmaals wilt gebruiken. Maak je ook gebruik van videofragmenten, dan kun je via de optie Splitsen het fragment in meerdere segmenten opdelen.

Filters

Clipchamp heeft een flink aantal filters in huis. Je opent ze via Filters (rechts in het venster). Met filters geef je je foto’s een andere uitstraling. Zo zijn er filters die de foto warmer of juist koeler maken. Ook zijn er filters waarmee je de kleuren dempt en waarmee je een zwart-witversie van het materiaal maakt.

Clipchamp is er ook in een betaalde variant. Die biedt meer filters: je herkent ze aan het pictogram van een diamant. Klik op het filter dat je wilt toepassen. Met de schuif Intensiteit bepaal je hoe sterk het effect op de foto wordt toegepast.

Voor meer controle kies je voor Kleuren aanpassen. Met behulp van een aantal schuifregelaars bepaal je de belichting, het contrast, de kleurverzadiging en kleurtemperatuur en transparantie van je foto’s.

Aan filters geen gebrek in Clipchamp.

Mengmodus

Relatief nieuw in Clipchamp is de mengmodus. Je vindt deze in het deelvenster Kleuren aanpassen. Met de mengmodus kun je twee foto’s in je presentatie in elkaar laten overvloeien. Plaats twee foto’s bovenop elkaar in de tijdlijn en selecteer de eerste foto. Kies hierna bij Mengmodus welk effect je wilt toevoegen, bijvoorbeeld Lichter maken.

Overgangen

Tijd om aandacht te besteden aan de overgangen tussen de foto’s. Op dit moment volgen de foto’s elkaar immers wel heel snel op. Kies het onderdeel Overgangen, links in het venster. Bij Clipchamp zijn de overgangen in verschillende groepen ondergebracht. Zo vind je onder Wipes de overgangen met een schuivende beweging. Onder Zooms en spins vind je de snellere overgangen, bijvoorbeeld met een draaiende beweging.

Voor een fotopresentatie werken de overgangen onder Vervagen vaak goed dankzij hun subtiele karakter. Je voegt een overgang toe door deze tussen twee foto’s op de tijdlijn te verslepen. Speel het segment hierna af en controleer of je tevreden bent over het resultaat.

De subtiele overgangen onder Vervagen werken vaak goed.

Muziek

Verrijk je fotopresentatie met achtergrondmuziek. Dit kan je eigen muziek zijn, die je eerder hebt toegevoegd in de sectie Jouw media. Daarnaast kun je kiezen uit muziek die met Clipchamp wordt geleverd. Op de tijdlijn klik je op Audio toevoegen. Een nieuw deelvenster opent. Onder Alle inhoud klik je op Muziek om muziek uit de bibliotheek toe te voegen. Interessante subsecties voor fotopresentaties zijn Intro & outro music, Chill, Calm en Lo-fi.

Wil je je presentatie iets dynamischer maken, dan keer je terug naar het deelvenster met alle inhoud en kies je voor Geluidseffecten. In de subsectie Transition music and sounds vind je interessante effecten die je bij de individuele foto-overgangen kunt inzetten. Ook Holiday sound effects werken goed voor je fotopresentatie. Net als bij de filters geldt: items met het pictogram van een diamant zijn alleen beschikbaar in de betaalde variant van Clipchamp.

Het oor wil ook wat

Je kunt je fotopresentatie nog wat interessanter maken als je ook een passend muziekje toevoegt. Je kunt hiervoor uiteraard gebruikmaken van eigengemaakte muziek. Ben je wat minder muzikaal aangelegd, dan zet je slim rechtenvrije muziek in. Online vind je verschillende aanbieders.

Goede voorbeelden zijn www.artlist.io en www.music-bay.net. Houd er rekening mee dat je voor sommige muziek alsnog een kleine bijdrage betaalt, bijvoorbeeld als de muziek een bepaalde lengte overschrijdt. Vaak kun je dan per track betalen, zodat je geen abonnement hoeft af te sluiten.

Bijschriften

Het kan handig zijn om bij je foto’s bijschriften te zetten, bijvoorbeeld waarin je de locatie noemt. Op de tijdlijn kies je voor Tekst toevoegen. Wil je de presentatie eenvoudig houden, dan kies je voor Tekst zonder opmaak. In de praktijk werken voor ons doel de teksttypen onder Caption goed. Hiermee geef je subtiel extra informatie over een foto, bijvoorbeeld de naam van een museum of restaurant.

Ook interessant is het toevoegen van beoordelingen, bijvoorbeeld bij foto’s van een hotel of musea. Hierbij combineer je tekst met een aantal grafische sterren, waarmee je je waardering aangeeft. Je vindt dit teksttype in de sectie Special. Tot slot neem je een kijkje in de sectie Intro/Outro, waarmee je een begin en einde van de presentatie toevoegt. Afhankelijk van het gekozen effect, verschijnt rechts een eigenschappenvenster waarin je de details kunt aanpassen.

Leuk: je vakantielocaties waarderen via het sterrensysteem.

Extra hulp

Heb je behoefte aan nog wat meer spektakel, maar ontbreekt het je aan inspiratie? Met Clipchamp kun je de hulp van AI inzetten bij het maken van je video’s. Open de thuispagina (Home) van Clipchamp. Bovenin vind je de optie Een video met AI maken. Met behulp van een wizard geef je antwoord op een aantal vragen, waarna de video wordt gemaakt.

Geef in het eerste venster een titel op voor de video. Sleep je foto’s vervolgens naar het vak eronder of klik erop en wijs de individuele foto’s aan. Klik hierna op Aan de slag. Clipchamp bekijkt de inhoud en stelt een bijbehorende stijl voor. Links in het venster zie je de voorstellen: geef met een duim omhoog of een duim omlaag aan of je de stijl vindt passen. Op basis van je antwoorden maakt Clipchamp de opzet. In de vensters erna geef je de gewenste lengte op. Ook laat je weten in welk formaat je de fotopresentatie wilt bewaren.

Zet de hulp van AI in voor het maken van je fotopresentaties.

Commentaarstem

Om je presentatie nog meer uitstraling te geven, kun je deze voorzien van een commentaarstem (voice-over). Je gebruikt deze om de verhalen achter de foto’s toe te lichten en je presentatie te verrijken met bijvoorbeeld anekdotes. Via Clipchamp neem je eenvoudig je eigen stem op, die je vervolgens onder het beeldmateriaal legt.

Open de tab Opnemen en maken en klik op Audio. In plaats van een eigen opname, kun je ook gebruikmaken van de functie Tekst-naar-spraak. Deze vind je ook in de sectie Opnemen en maken. De functie spreekt de getypte tekst voor je uit in een zelfgekozen stem.

Kies rechts in het venster de gewenste taal en stem. Op het moment van schrijven kun je bijvoorbeeld uit drie Nederlandse stemmen kiezen. Klik op Hoor deze stem voor een voorbeeld. Typ de tekst voor de stem in het vak eronder en klik op Preview. Tevreden met het resultaat? Bevestig met een klik op Opslaan. Uiterst rechts vind je ook de relatief verborgen optie Bijschriften. Hiermee worden voor je presentatie automatisch de ondertitels gemaakt: klik hiervoor op Media transcriberen en selecteer de taal. Clipchamp genereert automatisch ondertitels, die je zelf alleen nog maar hoeft te controleren.

Gebruik een kant-en-klare stem voor je video’s.

Exporteren maar

Met Clipchamp kun je eindeloos experimenteren op het gebied van overgangen, effecten en bijschriften. Ben je tevreden met het eindresultaat, dan is de fotopresentatie klaar om te delen met de buitenwereld. Rechtsboven in het venster vind je de knop Exporteren.

Standaard worden video’s geëxporteerd als mp4-bestand. Dit is een modern en populair bestandsformaat, dat bovendien door de meeste spelers wordt ondersteund. Je hoeft zelf alleen te bepalen in welke kwaliteit je de video exporteert: hoe hoger de kwaliteit, hoe groter het bestand. In de praktijk kun je 480p beter overslaan: die kwaliteit doet geen recht aan de foto’s. Kies voor 720p voor weergave op telefoons en 1080p voor weergave op computerschermen.

Exporteer je resultaat en deel het met de buitenwereld.

Als gif

Heb je een korte presentatie en wil je deze op een leuke manier – bijvoorbeeld via WhatsApp –delen? Exporteer dan de fotopresentatie als gif. Kies voor Exporteren / GIF. De animatie is bedoeld voor video’s van maximaal vijftien seconden.