ID.nl logo
Huis

Drupal 7 cursus deel 3: Menu’s en gebruikersbeheer

Je hebt in deel 1 en 2 van de cursus Drupal 7 de basis gelegd voor een site. In dit derde deel bouw je verder aan de menu’s, geef je gebruikers de mogelijkheid om in te loggen en content toe te voegen en voeg je een contactformulier toe.

De vorige keer heb je je vooral gericht op ‘echte content’: je hebt verschillende soorten pagina’s toegevoegd. De site bevat nu gewone artikelen, blogpagina’s en – omdat je in Drupal niet vastzit aan meegeleverde standaardpagina’s – een inhoudstype op maat, in ons geval ‘Autodatabase’.

Kortom, je hebt nu een prima basis voor een website die kan groeien en groeien. Maar er is nog genoeg te doen. Zo zijn de navigatiemenu’s nogal rommelig, dus is het hoog tijd om die beter in te delen. Verder heb je tot nu toe je alle voorbeeldcontent zelf toegevoegd, maar bij een clubwebsite ligt het voor de hand dat ook anderen mogen bijdragen. Daarom leer je ook hoe je nieuwe gebruikers toevoegt en ze toegangsrechten geeft.

Tot nu toe bevat de site alleen nog maar gewone, ‘platte’ pagina’s met tekst en plaatjes. Het mooie van een cms is dat je gemakkelijk extra functionaliteit toevoegt, zoals een contactformulier waarmee bezoekers reacties kunnen sturen.

Standaard wordt er met Drupal een contactformulier meegeïnstalleerd, je hoeft dat alleen nog in te schakelen. Ga naar Modules, zet een vinkje bij de module Contact en sla je aanpassing op. Klik nu in de menubalk op Structuur, Contactformulier en bewerk de standaardgegevens. Bij Categorie kun je bijvoorbeeld invullen: Informatieaanvraag.

Bij Ontvangers staat het mailadres van de sitebeheerder; standaard stuurt het formulier een mail naar dat adres. Bij Automatisch antwoorden voeg je een boodschap toe die de verzender te zien krijgt (bijvoorbeeld ‘Bedankt voor uw mailtje. U krijgt zo snel mogelijk een reactie.’). Daarmee is het contactformulier klaar voor gebruik.

Om het formulier zichtbaar te maken voor de bezoeker, staat er al een link in het menu Navigatie. Ook die moet je nog inschakelen. Ga naar Structuur, Menu’s. Klik op Links weergeven bij het menu Navigatie. Helemaal onderaan staat Contact. Zet een vinkje in de kolom Ingeschakeld en sla je instellingen op.

Nog een allerlaatste horde: de link Contact verschijnt nu alleen wanneer je bent ingelogd als beheerder. Gewone gebruikers krijgen de link Contact niet te zien, omdat die gebruikersgroep standaard niet het recht heeft om het contactformulier te gebruiken. Dat is eenvoudig te verhelpen via de pagina Toegangsrechten, die je inmiddels kent.

Ga naar Personen, Toegangsrechten en zet een vinkje bij Use the site-wide contact form voor Anonieme gebruiker en Geverifieerde gebruiker. Sla op en log uit. Gelukt! De link Contact verschijnt onder in het Navigatiemenu en leidt naar een contactformulier.

Contentbeheerders laten inloggen

Tot nu toe heb je zelf aan de site gewerkt. Standaard is er immers maar één gebruiker die kan inloggen op de site: jij, de beheerder. Maar hét grote voordeel van elk cms is natuurlijk dat je er niet alleen voor staat. Je kunt net zoveel gebruikers aanmaken als je wilt en ook hen het recht geven om in te loggen en content te beheren. Daarbij kun je precies kiezen wat die gebruikers wel en niet mogen: bijvoorbeeld alle denkbare content toevoegen. In dit voorbeeld stellen we een webteam samen van een paar gebruikers die het recht krijgen om één paginatype te updaten: de autodatabasepagina’s.

Om een nieuwe gebruiker toe te voegen, maak je allereerst een rol aan. Een rol wil zeggen: een op maat gemaakte combinatie van rechten die je kunt toekennen aan gebruikers. Om een rol aan te maken, klik je in de menubalk van de administratieve overlay op Personen, tab Toegangsrechten. Klik vervolgens op Rollen. Nu krijg je een overzicht van de standaardrollen in Drupal 7: anonieme gebruiker, geverifieerde gebruiker en administrator. In het invulvak daaronder vul je een naam in van de nieuwe rol, in dit voorbeeld Database-redacteur. Klik op Rol toevoegen.

De nieuwe rol verschijnt nu in de lijst. Klik op de link Toegangsrechten bewerken. In de lange lijst die je nu ziet, staan alle denkbare toegangsrechten. Hier vink je aan wat de nieuwe leden van je webteam mogen. In dit geval willen we dat alleen het contenttype Autodatabase door de redacteur mag worden bewerkt. Scrol door de lange lijst tot je een aantal permissies ziet die te maken hebben met het node-type Autodatabase: Nieuwe inhoud aanmaken, Eigen inhoud bewerken, Alle inhoud bewerken, Eigen inhoud verwijderen, Alle inhoud verwijderen. Zet een vinkje bij de rechten die je de Database-redacteur wilt geven.

Waarschijnlijk wil je alles toestaan, maar wees voorzichtig: Alle inhoud verwijderen is een gevaarlijke optie, die één lid van het webteam in staat stelt om per ongeluk alle Autodatabase-bijdragen te wissen. Dat voorrecht kun je het beste laten bij personen met de rol van administrator. Sla de nieuwe set toegangsrechten op. Je hebt een rol gecreëerd, dus nu ga je personen toevoegen die deze rol hebben.

Contentbeheerders toevoegen

Ga terug naar de Personen in de menubalk en klik op Gebruiker toevoegen. Vul de verplichte velden in: naam, mailadres, wachtwoord. Ten slotte zet je bij Rollen een vinkje om de nieuwe gebruiker de rol Database-redacteur te geven. Daarmee zijn alle vereiste instellingen klaar: klik onderaan de pagina op Nieuwe account aanmaken. Als je nu klikt op de menulink Personen, zie je dat er twee gebruikers zijn: naast jijzelf (admin) staat Jan Redacteur in de lijst.

Tijd om uit te proberen of het werkt: klik in de administratieve overlay op Uitloggen. In het blokje Gebruikerslogin op de homepage log je nu in met de gegevens van de nieuwe gebruiker. Ogenschijnlijk is er niets veranderd, maar dat komt omdat de ingelogde redacteur maar één type pagina mag bewerken. Klik in het menu Navigatie op Autodatabase en bekijk één van de artikelen uit de database om te zien wat de ingelogde gebruiker mag. Er is nu een tab Bewerken zichtbaar bij elke pagina van het type Autodatabase. Hij kan dus elke bijdrage direct aanpassen.

Zodra de ingelogde redacteur klikt op Bewerken, verandert de webpagina in een editor. Ook kan de redacteur nieuwe content aan de autodatabase toevoegen, via de link Inhoud toevoegen in het menu Navigatie.

Zelfregistratie mogelijk maken

Je hebt nu een nieuwe gebruiker toegevoegd, en op dezelfde manier kun je meer leden aan de webredactie toevoegen. Maar misschien wil je ook bezoekers de mogelijkheid geven om in te loggen, zodat ze bijvoorbeeld commentaar mogen geven op artikelen.

Dat regel je niet via Personen, maar via Instellingen. Ook daar vind je een (ander!) kopje Personen. Klik op Accountinstellingen: nu kun je alle algemene instellingen kiezen voor gebruikersregistratie. Standaard is al een methode van gebruikersregistratie actief: bezoekers kunnen zich registreren, maar elke registratie moet door de beheerder worden goedgekeurd.

Je kunt er ook voor kiezen om bezoekers zich direct te laten registreren zonder jouw tussenkomst. Zorg er wel voor dat aangevinkt is dat nieuwe gebruikers een procedure van e-mailverificatie moeten doorlopen. Dat maakt de kans wat kleiner dat spambots zich aanmelden als lid.

Vanaf nu kunnen bezoekers zich aanmelden via de link Account aanmaken in het blokje Gebruikerslogin op de homepage. Als je wilt zien (of veranderen) wat die ingelogde gebruikers allemaal mogen op de site, ga je naar de overzichtspagina Personen, Toegangsrechten. Je vindt hun rechten in de kolom Geverifieerde gebruikers.

Een cms is geen fotobewerkingsprogramma, maar Drupal 7 doet toch zijn best om wat meer afbeeldingsopties te bieden dan de concurrentie. Je kunt nauwkeurig instellen hoe afbeeldingen in bijvoorbeeld artikelen moeten worden getoond. In een vast formaat, verkleind, bijgesneden, zwart-wit, geroteerd?

Er kan heel veel met de handige Image styles (Afbeeldingsstijlen), die je zelf kunt samenstellen. Op die manier kun je ervoor zorgen dat iemand die een artikel of basispagina toevoegt, daarbij een passende afbeeldingsstijl gebruikt. Handig als je bijvoorbeeld een smoelenboek wilt maken van clubleden en alle afbeeldingen verkleind wilt afbeelden.

Hoe maak je zo’n smoelenboek? Klik op Instellingen in het beheermenu en ga naar Image styles. De standaard beschikbare afbeeldingsstijlen komen in beeld, zoals thumbnail, medium en large. Die kun je aanpassen, maar voor dit geval maken we een nieuwe stijl. Klik op Stijl toevoegen en geef de nieuwe stijl een naam, bijvoorbeeld ‘portretfoto’.

In het volgende scherm kun je aan de hand van een voorbeeldfoto instellen hoe afbeeldingen met deze nieuwe stijl eruit moeten zien. In de dropdownlijst met effecten kies je voor Bijsnijden. Zo bepaal je bijvoorbeeld dat elk portret wordt bijgesneden tot 200 x 300 pixels. Zodra je het effect opslaat, wordt dat zichtbaar in de voorbeeldweergave. Je kunt net zoveel effecten op elkaar stapelen als je wilt, bijvoorbeeld de verzadiging verminderen (Desaturate) en de afbeeldingshoek aanpassen (Rotate).

Hoe zorg je ervoor dat zo’n afbeeldingsstijl beschikbaar komt voor gebruik in de inhoudstypen op de site? Als je de afbeeldingsstijl voor bijvoorbeeld alle artikelen of blogbijdragen wil aanpassen, bewerk je dat bestaande inhoudstype (Structuur, Inhoudstypen, Weergave beheren). Dan kies je de afbeeldingsstijl die hoort bij dat inhoudstype.

Echter in dit specifieke geval heb je een nieuw afbeeldingstype aangemaakt voor een nog te creëren inhoudstype: een smoelenboekpagina. Die maak je op dezelfde manier als het inhoudstype Autodatabase uit deel 2 van deze cursus. Het recept in het kort: via Structuur, Inhoudstypen maak je een nieuw inhoudstype Smoelenboek, waar je als één van de pagina-elementen een afbeelding aan toevoegt. Sla dit nieuwe inhoudstype op en kies dan de nieuwe afbeeldingsstijl portretfoto via de opties van Weergave beheren. Het resultaat zie je zodra je een pagina van het type Smoelenboek hebt gemaakt: de portretfoto verschijnt gekanteld en bijgesneden.

Standaard submenulinks maken

Je kunt ook submenulinks vanuit het inhoudstype regelen. Dan hoef je de link niet achteraf te verplaatsen, maar komt hij al bij het maken van de pagina goed terecht. Neem bijvoorbeeld het inhoudstype Autodatabase: stel dat je wilt dat nieuwe pagina’s van dat type altijd als submenu-items verschijnen onder de hoofdlink Autodatabase. Dat kan: open het inhoudstype Autodatabase en kies bij Menu-instellingen voor Autodatabase als default parent item (standaard bovenliggend onderdeel) . Sla je aanpassing op.

Als je nu een nieuwe autopagina aanmaakt en je maakt daarbij een menulink aan, dan komt die link automatisch terecht op de juiste locatie in het menu. Gemakkelijk, want het vermindert de kansen op fouten bij het aanmaken van content en menu-items én het bespaart geschuif met menu-items achteraf.

Menulinks maken vanuit een menu

Tot nu toe heb je menulinks gemaakt direct bij het toevoegen van een nieuwe pagina. Je kunt menulinks ook toevoegen op een andere manier: via Structuur, Menu’s, Link toevoegen. Maar daar kleeft een nadeel aan: je moet dan zelf de url invullen van de bestemming van de nieuwe menulink.

Jammer genoeg kun je niet bladeren door de beschikbare doelpagina’s (artikelen). Maar het probleem is wel te omzeilen: blader in een tweede browsertab naar de gewenste doelpagina en kopieer de url zonder de domeinnaam, bijvoorbeeld node/12. Vervolgens plak je dat Drupal-pad in het venster waar je de nieuwe link aanmaakt.

Je kunt nu dus kiezen of je nieuwe artikelen toevoegt aan het horizontale hoofdmenu of aan het verticale menu Navigatie. Op dezelfde manier kun je andere inhoudstypen (zoals blogbijdragen) aanpassen om de menuopties bij te stellen. Maar natuurlijk kun je menu’s niet alleen aanpassen vanuit de content; je kunt ook de menu’s zelf bewerken.

Hoe dat werkt, proberen we uit met het verticale menu. Dat ziet er rommelig uit, de volgorde is onlogisch. Om meer structuur aan te brengen, kiezen we ervoor het menu in te delen in hoofd- en submenu-items. Dat doe je als volgt: ga naar Structuur, Menu’s, Navigatie, Links weergeven. Je kunt trouwens ook hetzelfde doel bereiken door met je muis over het navigatiemenu te gaan. Klik op het tandwieltje dat zichtbaar wordt rechts bovenaan het menu en klik op Links weergeven.

Er verschijnt een popupvenster waarin je het menu kunt ordenen. Om submenulinks aan te maken, sleep je de menulinks naar de gewenste positie. De link naar de pagina Autodatabase staat goed: dat is een pagina op hoofdniveau. Maar de links naar pagina’s uit die database moeten één niveau lager terechtkomen, ze worden dus een submenu.

In het afgebeelde voorbeeld zijn de links Citroen 2CV en Citroen DS gesleept naar het subniveau onder Autodatabase. Dat is te zien aan de inspringing: hoofdlinks staan helemaal aan de linkerkant, sublinks springen een positie in.

Als je de wijzigingen in dit scherm opslaat, zie je de veranderingen aan de voorkant van de site. Autodatabase is een uitklapbaar hoofditem. Klik je erop, dan worden submenulinks zichtbaar.

Standaard heeft Drupal 3 menu’s: het hoofdmenu (Main Menu), het gebruikersmenu (User Menu) en het horizontale navigatiemenu (Navigation).

Tot nu toe heb je een aantal nieuwe menulinks gemaakt: steeds als je bijvoorbeeld een artikelpagina toevoegt (via Inhoud, Inhoud toevoegen, Artikel), kun tegelijkertijd een menulink laten invoegen naar die nieuwe pagina. Dat is mooi, maar standaard heeft het wel een beperking. Als je een artikel maakt, kun je vandaar uit alleen een menulink aanbrengen in het horizontale hoofdmenu. Het andere menu (Navigatie) is niet beschikbaar. Onhandig, want je wilt natuurlijk zelf kunnen kiezen aan welk menu je een nieuw artikel koppelt.

Vanwaar die beperking? Dat heeft te maken met de specifieke instellingen van het inhoudstype Artikel. Maar Drupal zou Drupal niet zijn als we zulke standaardinstellingen niet volledig konden aanpassen. Dus als je wilt dat menulinks naar artikelen in verschillende menu’s kunnen terechtkomen, dan pas je eenvoudig het inhoudstype Artikel aan.

Hoe dat werkt, heb je al gezien toen je in de vorige aflevering een eigen inhoudstype aanmaakte: Autodatabase. Toen heb je geselecteerd welk menu de menulinks zou bevatten naar die Autodatabasepagina’s. Op dezelfde manier kun je de menuopties van het inhoudstype Artikel aanpassen: ga naar Structuur, Inhoudstypen en kies bij Artikel voor Bewerken.

Bij Menu-instellingen vind je de beschikbare menu’s. Verander die nu door én het Hoofdmenu (het horizontale topmenu) én het menu Navigatie (in de linkerkolom) te selecteren. Sla je wijzigingen op. Vanaf nu heb je als je een artikel toevoegt, de keuze in welk menu jouw bijdrage opduikt.

Probeer het maar uit: we hebben nog een artikel nodig dat de bezoekers uitlegt wat de Autodatabase precies inhoudt. Ga naar Inhoud, Inhoud toevoegen en maak een artikel aan. Neem een titel op (Lees alles over auto's in de autodatabase) en vul wat tekst in (in ons voorbeeld: ‘Geïnteresseerd in klassieke auto's? Kijk dan rond in de autodatabase!’).

Desgewenst kun je een afbeelding invoegen. Tot slot heb je nu onderaan het scherm, bij Menu-instellingen, de keuze om een link toe te voegen naar een menu naar keuze: Hoofdmenu of Navigatie. Kies hier voor Navigatie en sla je aanpassingen op. Op de site zelf zie je nu dat het menu Navigatie een link Autodatabase bevat, die leidt naar het artikel.

▼ Volgende artikel
Van speelgazon tot schaduwtuin: zo kies je de juiste grassoort
© africaimages.com (Olga Yastremska, Africa Images)
Huis

Van speelgazon tot schaduwtuin: zo kies je de juiste grassoort

Een gazon is meer dan een stukje groen. Het kan een speelplek zijn voor kinderen of juist vooral de blikvanger zijn in een strak aangelegde tuin. Soms ligt het vol in de zon, soms grotendeels in de schaduw. Voor elke situatie is er een passend graszaadmengsel. Wat past het best bij jouw tuin?

Graszaad is altijd een mengsel Graszaad bestaat uit een mix van verschillende grassoorten. Elke soort heeft zijn eigen eigenschappen: de ene soort groeit snel, de andere is fijn van structuur, weer een andere herstelt snel en goed. Door deze eigenschappen te combineren, ontstaat een mengsel dat goed is afgestemd op de specifieke omstandigheden in de tuin.

Lees ook: Groener gras? Maaien en onderhouden doe je zo

Wat voor graszaad je nodig hebt, hangt helemaal af van het soort grasveld dat je wilt. Voor een veldje waarop je kinderen lekker kunnen ravotten en een balletje trappen heb je ander gras nodig dan voor een gazon dat vooral bedoeld is voor de sier. Hieronder lees je per toepassing welke grassoorten het meest geschikt zijn.

Speelveld: stevig en snel herstellend

Een gazon waarop gespeeld, gelopen of gevoetbald wordt, moet vooral sterk zijn. Het gras moet tegen een stootje kunnen én zich snel herstellen. Daarvoor heb je een mengsel nodig met veel Engels raaigras (Lolium perenne). Dit gras kiemt snel en vormt stevige sprieten. Het is goed bestand tegen intensief gebruik en groeit snel terug als het beschadigd raakt. Vaak wordt het aangevuld met veldbeemdgras (Poa pratensis), dat ondergronds uitlopers vormt en zo kale plekken opvult. Samen zorgen deze soorten voor een duurzaam speelgazon dat veel belasting aankan.

Siergazon: fijn, traag groeiend en egaal

Voor een siergazon gelden weer andere zaken. Het moet vooral fijn van structuur zijn, gelijkmatig groeien en een egaal, verzorgd beeld geven. Voor dit type gazon zijn roodzwenkgras (Festuca rubra) en struisgras (Agrostis capillaris) geschikt. Deze grassoorten groeien langzaam en blijven laag, waardoor je minder vaak hoeft te maaien. Ze vormen een dichte mat van fijne sprietjes die er netjes uitziet, vooral bij regelmatig onderhoud. Een siergazon vergt wel iets meer zorg, want het is minder sterk en herstelt trager bij schade.

Schaduwgazon: licht nodig, maar minder zon

In tuinen met veel schaduw, bijvoorbeeld door bomen, heeft gras het moeilijk. De meeste grassoorten groeien slecht zonder zon, wat ruimte geeft aan mos. Een schaduwgazon moet daarom vooral weinig licht nodig hebben en toch stevig genoeg zijn om een dichte mat te vormen. Mengsels voor schaduw bevatten vaak fijne vormen van roodzwenkgras en soms bosgras (Festuca heterophylla), een soort die beter groeit bij weinig licht. Een kleine hoeveelheid Engels raaigras zorgt voor stevigheid, maar alleen als er dagelijks toch wat zonlicht aanwezig is. Let op: ook schaduwgazon heeft minimaal 2 tot 4 uur daglicht nodig om goed te blijven groeien.

Droge (zand)grond: diep wortelend en hittebestendig

Op lichte zandgrond of op plekken waar je weinig sproeit, heb je gras nodig dat tegen droogte kan. Dit soort gras moet diep kunnen wortelen en niet te snel verdrogen. Mengsels voor droge omstandigheden bevatten vaak een aangepaste selectie van veldbeemdgras en speciaal geselecteerde varianten van Engels raaigras die minder water nodig hebben. Soms wordt er ook hard zwenkgras aan toegevoegd, dat goed bestand is tegen droogte en hitte. Deze soorten wortelen dieper dan gemiddeld, waardoor ze vocht uit lagere lagen kunnen opnemen. Zo blijft je gazon ook bij warme zomers langer groen.

©Elena Elisseeva | Elenathewise

Wanneer en hoe zaai je gras?

De ideale periode om gras te zaaien is in het voorjaar (maart tot mei) of het najaar (september tot half oktober). Dan is de bodem warm genoeg en valt er meestal voldoende regen. Ook tussentijds bijzaaien is mogelijk – bijvoorbeeld als je last hebt van kale plekken of na het verwijderen van mos – zolang de bodemtemperatuur boven de 10 °C ligt en de grond vochtig blijft.

Begin altijd met een goede voorbereiding. Maai het bestaande gras kort, en verwijder mos en dood materiaal door het gazon te verticuteren. Dat kan met een verticuteerhark of een verticuteermachine.

Bij het herstellen van kale plekken hark je de grond los, zodat het zaad goed contact maakt met de aarde. Zaai vervolgens het juiste graszaadmengsel voor jouw situatie. Druk het zaad licht aan, bijvoorbeeld met een plank of de achterkant van een hark. Belangrijk: houd de bodem vochtig tot het gras begint te kiemen. Dat duurt gemiddeld 7 tot 14 dagen, afhankelijk van de soort en temperatuur. Wil je extra bescherming bieden? Strooi dan een dun laagje potgrond of compost over het zaad. Dat helpt tegen uitdroging en beschermt tegen vogels.

Wacht met maaien tot het gras minstens 8 cm hoog is, en gebruik dan een hoge maaihoogte bij de eerste maaibeurt. Zo geef je jonge sprietjes de kans om zich goed te wortelen.

Lees ook: Gras vol mos? Dit wil je weten over het verticuteren van je gazon

Tabel: deze grassoorten heb je nodig

Type gazonEigenschappen grasGeschikte grassoorten
SpeelgazonSterk, snelgroeiend, herstellendEngels raaigras, veldbeemdgras
SiergazonFijn, traaggroeiend, egaalRoodzwenkgras, struisgras, veldbeemdgras
SchaduwgazonGroeiend bij weinig lichtFijn roodzwenkgras, bosgras, beetje raaigras
DroogtebestendigDiep wortelend, hittebestendigVeldbeemdgras, hard zwenkgras, raaigrasvariant

Liever meteen resultaat? Kies voor graszoden Wil je niet wachten tot graszaad kiemt en opkomt? Kies dan voor graszoden. Dat zijn kant-en-klare rollen gras, opgekweekt op een kwekerij en direct klaar voor gebruik. Ideaal als je snel een groen gazon wilt, bijvoorbeeld bij een verhuizing of als je tuin in korte tijd helemaal wordt opgeknapt. Graszoden bestaan meestal uit een stevige combinatie van Engels raaigras en veldbeemdgras. Daardoor zijn ze geschikt voor intensief gebruik én vormen ze snel een dicht tapijt.

Het leggen van graszoden kan van maart tot en met oktober, zolang het niet vriest. Zorg dat de ondergrond egaal, losgemaakt en licht vochtig is. Rol de zoden strak tegen elkaar uit, druk ze goed aan en geef royaal water – zeker in de eerste weken. Na 10 tot 14 dagen zijn ze voldoende vastgegroeid om voor het eerst te maaien.

▼ Volgende artikel
Review Ninja Café Luxe - Barista-ervaring, mits je de tijd neemt
© Ninja
Huis

Review Ninja Café Luxe - Barista-ervaring, mits je de tijd neemt

De markt voor koffiemachines is breed en beweegt snel. Veel apparaten bieden steeds meer functies, van eenvoudige espresso’s tot uitgebreide melk- en cold brew-specialiteiten. De Ninja Café Luxe-serie belooft precies dat: barista-kwaliteit, eindeloze mogelijkheden en gebruiksgemak in één apparaat. Maar maakt dit model die belofte waar in de praktijk?

Uitstekend
Conclusie

De Ninja Café Luxe is vooral geschikt voor koffieliefhebbers die graag zelf de controle houden over het volledige zetproces, bereid zijn om het apparaat goed te leren kennen en de ruimte hebben voor een grotere machine. Wie dat ziet als een leuke uitdaging, haalt met de Ninja Café Luxe een complete koffie-oplossing in huis.

Plus- en minpunten
  • Veelzijdig gebruik
  • Volledig instelbaar
  • Goede bouwkwaliteit
  • Handige accessoires en opbergmogelijkheden
  • Automatisch melkopschuim- en reinigingsprogramma
  • Niet direct intuïtief in gebruik
  • Uitgebreid stappenplan voor eerste gebruik
  • Groot en zwaar apparaat
  • Prijzig

De Ninja Café Luxe combineert een espressomachine, filterkoffiezetter en cold brew-maker in één apparaat. Met de geïntegreerde koffiemolen (25 maalstanden) en tamper stel je de koffie volledig naar wens af.

De machine biedt vijf espresso-opties, vier koffiestijlen en vier melkopschuimstanden – geschikt voor zowel dierlijke als plantaardige melk. Je kiest uit zeven drankformaten, van espresso tot cold brew-specialiteiten zoals iced latte of espresso martini.

Er zijn twee uitvoeringen:

  • De Essential (ES501EU) met 14 instellingen voor gemak en variatie.

  • De Premier (ES601EU) met extra temperatuur- en melkopties voor meer controle.

De Essential kost 449,99 euro, de Premier 549,99 euro. De machine is groot en zwaar (34,4 x 33,6 x 37,2 cm) en weegt 16,65 kilo.

©Ninja

Eerste indruk: wat veel!

Wat fijn is aan huishoudelijke apparaten van Ninja, is dat ze doorgaans gebruiksvriendelijk en intuïtief te bedienen zijn, zo bleek uit eerdere ervaringen. Gebruiksvriendelijk blijkt – na enige tijd – zeker waar, maar intuïtief kunnen we dit apparaat zeker niet noemen direct na het uitpakken. De uitgebreide handleiding, verkorte snelstartgids en een inspiratiegids met allerlei recepten voor de verschillende koffievarianten komen dan ook direct van pas.

©Saskia van Weert

Uit de doos oogt de Ninja Café Luxe direct stevig en professioneel. De afwerking is netjes en het apparaat maakt een solide indruk op het aanrecht. Bij het uitpakken valt op hoeveel accessoires en onderdelen erbij zitten: van filterhouders en melkopschuimer tot een geïntegreerde molen.

Voordat er überhaupt koffie kan worden gezet, dient er een stapsgewijze kalibratie en watermeting te worden gedaan om te bepalen hoe hard het kraanwater is in de eigen regio. De stappen staan duidelijk beschreven in de gids, alle benodigdheden (behalve koffiebonen) zitten bijgesloten in de doos. Dat alles neemt een halfuurtje in beslag, daarna is de machine klaar voor het eerste gebruik.

©Ninja

Espresso drink je natuurlijk niet uit een mok

Een elegant kopje verhoogt de smaakbeleving!

De functies op een rij

De koffiemachine heeft allerlei onderdelen die een eigen plekje hebben in of op de machine. Er zitten drie filterbakjes bij om de gemalen koffie in te doen: eentje voor een enkele hoeveelheid, een wat grotere voor een dubbele hoeveelheid drank en een grote mand voor filterkoffie.

Dan is er het portafilter, oftewel het gedeelte waarin de gemalen koffie plus het gewenste filterbakje gaan, en dat je vastklikt onder de wateruitlaat.

Er is een losse trechter die je gebruikt tijdens het malen van de koffie, en een stamper om de koffie in het bakje samen te drukken. Tot slot is er nog het melkkannetje.

©Saskia van Weert

Links van de machine kun je de trechter en de stamper bewaren, het portafilter kan onder de koffiemaler en het kannetje heeft een vaste plek rechts onder het melktuitje.

Het bedieningspaneel verdient ook wat aandacht. Aan de linkerzijde zit een draaischijf waarmee je de maalgraad van de koffiebonen instelt. Dan is er nog het display met allerlei opties en een draai-/drukknop, en een gedeelte om het soort melkschuim in te stellen. Het bedieningspaneel is duidelijk vormgegeven, maar door het grote aantal opties is het niet direct intuïtief.

Boven op het apparaat is er een warmhoudplaat voor koffiebekers. Aan de achterzijde zit het waterreservoir, bovenin zit een dekseltje om toegang te krijgen tot het bonenreservoir, en geheel rechts zit een klein deurtje waar je de metalen filterbakjes in kunt opbergen.

Kortom: een hoop opties en een hoop uitzoekwerk!

©Saskia van Weert

In gebruik: goed resultaat (na even oefenen)

Bij het apparaat zit een dikke zwart-witte gebruikshandleiding. Het is aan te raden die goed door te nemen en bij de hand te hebben tijdens het leren kennen van het apparaat en de mogelijkheden. Na enige keren wat proberen wordt duidelijk dat de basishandelingen vrij overzichtelijk zijn. Een doorgewinterde thuisbarista zal deze machine vermoedelijk sneller weten te doorgronden.

Allereerst moet het gewenste filterbakje in het portafilter. Je zet de trechter op het filterbakje en zet de machine aan. Je kiest het gewenste programma, bijvoorbeeld espresso. De standaardinstelling is een dubbele shot; dat is eventueel aan te passen in het menu.

Vervolgens hang je het portafilter onder de koffiemaler. Er verschijnen twee getallen in beeld: de ideale maalgraad en de huidige instelling. Via de draaischijf links aan de machine zorg je dat de twee getallen identiek zijn. Je start de maler en neemt het portafilter met gemalen koffie uit de machine. Je stampt de boel aan met de stamper, verwijdert de trechter en bevestigt het portafilter onder de wateruitlaat. Dat doe je door de oranje stip op het filter gelijk te houden met de stip op de machine en het filter stevig naar rechts te bewegen om het te vergrendelen. Dat gaat vrij zwaar.

©Ninja

Dan is het tijd om het koffiezetten te starten met een druk op de draai-/drukknop. Vergeet niet om een passende kop of mok onder het filter te zetten. Er komt een beetje geconcentreerde koffie uit de machine, die wordt aangevuld met heet water om de gewenste sterkte te verkrijgen. Deze stappen zijn gelijk voor vrijwel alle koffiebereidingen – alleen filterkoffie gaat iets anders.

Melkschuim maken

Mocht je cappuccino willen maken, dan doe je dierlijke of plantaardige melk in de melkkan tot aan de streep, kies je de gewenste dikte en laat je de melk warm worden en opschuimen tot een pieptoon aangeeft dat de melk klaar is. Je hoort het kleine mixertje onder in de kan flink tekeergaan en dat levert een prima resultaat op. Na het leeggieten van de kan start een automatisch schoonmaakprogramma.

De smaak van de geteste koffievarianten is prima. De exacte uitkomst hangt uiteraard af van de gebruikte bonen.

©Saskia van Weert

Schoonmaken en onderhoud

Een deel van de accessoires en onderdelen mag gewoon in de vaatwasser. Zoals wel vaker is het vaak beter voor de duurzaamheid om alles op de hand af te wassen. Metalen onderdelen blijven daardoor langer glanzend. De melkopschuimer heeft een eigen reinigingsprogramma voor het binnenwerk en het tuitje, al moet het kannetje natuurlijk wel goed afgewassen worden.

Ninja Café Luxe kopen?

De Ninja Café Luxe is een krachtige en veelzijdige koffiemachine die de serieuze thuisbarista veel te bieden heeft. Met uitgebreide instellingen voor koffie, melk en formaat, en de mogelijkheid om zowel espresso als filterkoffie en cold brews te zetten, is dit apparaat een echte allrounder. De bouwkwaliteit is stevig en professioneel, en het apparaat wordt geleverd met handige accessoires en een eigen reinigingsprogramma voor de melkopschuimer.

Tegelijk vraagt de machine om tijd en aandacht. Het is geen instapmodel voor wie snel en zonder nadenken een kopje koffie wil zetten. De bediening is uitgebreid en vergt oefening, vooral in het begin. Ook neemt het apparaat de nodige ruimte in beslag en zijn er veel onderdelen om mee te werken.

De Ninja Café Luxe is vooral geschikt voor koffieliefhebbers die graag zelf de controle houden over het volledige zetproces, bereid zijn om het apparaat goed te leren kennen en de ruimte hebben voor een grotere machine. Wie dat ziet als een leuke uitdaging, haalt met de Ninja Café Luxe een complete koffie-oplossing in huis.

Watch on YouTube