ID.nl logo
Deepfakes herkennen: Zo ben je de computer te slim af
© PXimport
Huis

Deepfakes herkennen: Zo ben je de computer te slim af

Hoewel deepfakes, faceswaps en door computer gegenereerde beelden steeds beter worden, zijn er gelukkig nog steeds mogelijkheden om ze te herkennen. Bovendien biedt detectiesoftware een helpende hand, want als een algoritme zelf nepbeelden kan genereren, dan kan een ander algoritme juist getraind worden om dat weer te detecteren. Een lesje deepfakes herkennen.

De belangrijkste vaardigheid om een deepfake-video (of -foto) te herkennen, is het gebruik van gezond verstand. Het slechtste wat je kunt doen, is onbevestigde beelden direct voor waar aannemen en meteen delen op sociale media. Daarmee verspreid je mogelijk nepnieuws, met alle gevolgen van dien. Neem niet alles meteen voor waar aan, maar zoek naar bevestiging dat wat (of wie) op de beelden te zien is ook daadwerkelijk klopt, zeker als het ongebruikelijk is. 

Is het denkbaar dat iemand dit doet of zegt? Zijn er mensen die erbij waren en dit kunnen bevestigen? Is de bron waar het beeld staat of wie het beeld deelt betrouwbaar? Is er beeld vanuit een ander standpunt? Zijn er factchecks van onafhankelijke personen die bevestigen dat het beeld waarschijnlijk echt is? Helaas leven we in een tijdperk waarbij we niet direct alles meer voor waar kunnen aannemen. Goede onafhankelijke journalistiek wordt steeds belangrijker.

Foutjes opmerken

Hoewel deepfakes steeds beter worden, bevatten ze soms nog zichtbare fouten. Let tijdens het kijken vooral op het gezicht, aangezien faceswaps de meest voorkomende video’s zijn. Bewegen de ogen, wenkbrauwen en mond natuurlijk? Ziet de huid er te glad of juist te rimpelig uit? Komt de leeftijd overeen met het haar? Ziet de schaduw en de lichtinval op het gezicht er realistisch uit? Hapert een deel van het beeld af en toe?

Let vooral op wanneer een hoofd naar links of rechts beweegt of omdraait, want dat zijn de momenten waarop het samenvoegen van gezichten vaak tot zichtbare fouten leidt. Voor een faceswap is een zo statisch mogelijke situatie met een frontale aanblik het beste. Een persoon kijkt dan recht de camera in en beweegt weinig.

Het is makkelijk om een persoon voor een andere achtergrond te plaatsen, maar dit is vaak wel af te zien aan het beeld. Bijvoorbeeld doordat de persoon in kwestie (on)scherper is dan de achtergrond, of dat er een contour rondom zichtbaar is. Tot slot is het zinvol om te letten op het knipperen van de ogen. Bij deepfakes van matige kwaliteit knippert iemand bijvoorbeeld minder vaak dan normaal. Als de kwaliteit van het beeld matig is, moeten de alarmbellen sowieso gaan rinkelen.

Voor foto’s die, in tegenstelling tot faceswaps, volledig door een algoritme zijn gegenereerd, komen een aantal herkenningspunten overeen. Bij foto’s met een achtergrond is soms te zien dat deze te willekeurig lijkt en niet duidelijk een herkenbaar landschap of een interieur toont. Zo’n achtergrond oogt vaak kunstmatig scherp of bevat juist onlogische delen die wisselend scherp en onscherp zijn. 

Ook komt het weleens voor dat een AI er een tweede persoon of iets als een hand bij bedenkt die vreemd gepositioneerd is. Het gaat ook vaak fout met haar, dat bijvoorbeeld een kleur van de achtergrond overneemt of qua scherpte niet klopt. Egale achtergronden zijn het makkelijkste om te maken voor een AI, maar die zijn juist daardoor verdacht – de meeste foto’s worden niet in een steriele fotostudio gemaakt … al komt dat wel voor en dat maakt de herkenning bijzonder lastig.

Hulpmiddelen inschakelen

Voor ieder probleem is een (technische) oplossing. De laatste jaren verschijnen er steeds meer hulpmiddelen die kunnen detecteren of beeld authentiek is of niet. Oftewel: software probeert te detecteren of andere software heeft bijgedragen aan de totstandkoming, c.q. manipulatie, van het beeld. 

Een voorbeeld is de ‘Coalition for Content Provenance and Authenticity’ (C2PA): een alliantie van Adobe, ARM, Intel, Microsoft en Truepic en diverse mediabedrijven zoals de BBC en The New York Times. Via ‘Project Origin’ kunnen mediamakers detecteren beelden echt of nep zijn. Dergelijke software is niet openbaar te downloaden en heeft vaak een betaalmodel.

Andere bedrijven die actief zijn op dit vlak zijn Sensity en Deepfact van 3DUniversum. Dat laatste bedrijf is opgericht door Prof. Dr. Theo Gevers van de Universiteit van Amsterdam, die daar Deep Learning en Artificial Intelligence doceert. Hij vertelde daarover in 2019 tegen PCM het volgende: “We analyseren zo’n 50.000 punten op een gezicht en de software toont dan welke delen wel en niet overeenkomen met de werkelijkheid. Het lastige is dat er veel verschillende methodes in omloop zijn om deepfake-video’s te maken en ieder jaar komen daar weer twee of drie nieuwe bij die nog geavanceerder zijn.” 

De software let op verschillende deficiënties, zoals ogen die niet realistisch knipperen, verschillende kleuren ogen, oorbellen die niet symmetrisch zijn en een achtergrond die niet klopt. Het algoritme wordt gevoed met een dataset met nepbeelden die meer dan 10 miljoen afbeeldingen omvat. Het algoritme legt ook uit waarom een afbeelding als nep wordt beschouwd, zodat het voor mensen makkelijker wordt een deepfake te herkennen (zonder dat je een algoritme nodig hebt).

©PXimport

Doe de quiz

3DUniversum heeft een quiz ontwikkeld waarmee je kunt testen of je nepbeelden herkent. Je krijgt twaalf gezichten voorgeschoteld waarvan je moet spotten of ze echt zijn. Het begint met een enkele afbeelding en het eindigt met aantal reeksen van vier foto’s waarvan telkens slechts één beeld echt is. Na de beantwoording van de vraag zie welke het is. 

Niet alleen leer je waar je op moet letten bij door computers gegenereerde portretfoto’s ook zie je hoe lastig het nog is om echt van nep te onderscheiden. Van de ruim 32.000 uitgevoerde quizzen op moment van schrijven had minder dan 0,1% alles goed. 

Tekst: Jeroen Horlings

▼ Volgende artikel
Groener gras? Maaien en onderhouden doe je zo
© Zaiets Roman
Huis

Groener gras? Maaien en onderhouden doe je zo

Een frisgroen gazon lijkt vanzelfsprekend, maar vraagt juist in het voorjaar en de vroege zomer wat extra aandacht. Eind mei begint het gras echt te groeien, en dat is hét moment om je maairoutine op orde te brengen. Met de juiste aanpak blijft je gazon sterk, dicht en egaal.

In dit artikel lees je:

  • Waarom te kort maaien je gazon juist verzwakt
  • Hoe vaak en op welke hoogte je het beste kunt maaien
  • Wanneer je maaisel kunt laten liggen (en wanneer niet)
  • Hoe en wanneer je het gazon bemest voor stevige groei
  • Waarom slim sproeien beter is dan vaak sproeien
  • Hoe je mos effectief aanpakt door de oorzaak te bestrijden
  • Wat je nodig hebt om kale plekken succesvol te herstellen

Lees ook: Elektrische maaier vs handgrasmaaier: wat zijn de verschillen?

Wil je je gazon in topvorm houden (of krijgen), dan zijn er een aantal dingen die je moet doen of juist moet laten. Met onderstaande tips moet het lukken!

Maai niet te kort

Veel mensen maaien het gras te kort, in de hoop het minder vaak te hoeven doen. Maar dat werkt juist averechts. Door te kort te maaien, raakt het gras gestrest en ontstaan kale plekken, waar onkruid en mos hun kans grijpen. Het advies is om een maaihoogte aan te houden van 3 tot 4 cm. In schaduwrijke stukken mag het gras zelfs wat langer blijven (rond de 5 cm), zodat het voldoende kracht behoudt.

Maai liever wat vaker, zodat je er telkens maar een klein stukje vanaf haalt. Daarmee voorkom je dat het gras verzwakt. In periodes van sterke groei (zoals mei en juni) is één tot twee keer per week maaien ideaal. Een handige vuistregel: verwijder per maaibeurt maximaal een derde van de grasspriet.

Wissel van richting

Altijd in hetzelfde patroon maaien zorgt voor 'vaste banen' in het gras. Het gevolg: platgedrukt gras dat minder goed herstelt. Door af te wisselen in maairichting (bijvoorbeeld de ene keer in de lengte, de volgende keer in de breedte), blijft het gras veerkrachtig en groeit het gelijkmatiger.

Laat het afgemaaide gras liggen (soms)

Bij droog weer en regelmatig maaien kun je het fijne maaisel laten liggen. Dat werkt als natuurlijke bemesting. Deze methode heet mulchmaaien. Gebruik daarvoor bij voorkeur een maaier met mulchstand of speciale mulchplug.

Is het gras lang of nat? Dan is het beter om het maaisel op te vangen en af te voeren. Te veel achtergebleven gras verstikt het gazon en vergroot de kans op schimmel.

©ronstik

Bemest drie keer per jaar

Gras heeft voedingsstoffen nodig om te groeien en zich te herstellen. Eind mei is een uitstekend moment voor de tweede bemestingsronde van het jaar. Gebruik een gazonmeststof die stikstof bevat voor een groeiboost.

Volg dit schema:

  • Maart/april: eerste bemesting om de groei te activeren

  • Mei/juni: tweede bemesting om het gazon te versterken

  • Augustus/september: derde bemesting als voorbereiding op de winter

Strooi bij voorkeur net vóór een regenbui, of geef daarna water, zodat de mest goed wordt opgenomen.

Geef water als het écht nodig is

In mei regent het meestal nog voldoende, maar droge weken komen vaker voor. Geef pas water als het gras begint te verkleuren of slap hangt. Door te vaak te sproeien blijft het gras oppervlakkig wortelen. En dat wil je juist niet, want diepe wortels maken het gras sterker en beter bestand tegen warme, droge periodes.

Geef liever eens per week veel water dan elke dag een beetje. Zo stimuleer je diepe wortelgroei en wordt je gazon beter bestand tegen droogte.

©Jérôme Rommé

Mos aanpakken Mos in je gazon wijst vaak op een onderliggend probleem, zoals te weinig licht, een te zure bodem of slechte afwatering. Alleen het mos verwijderen is dan niet voldoende. Begin met verticuteren: met een verticuteerhark of -machine trek je het mos en dood gras los, zodat het gras meer ruimte en lucht krijgt. Doe dit bij voorkeur op een droge dag, en maai het gazon vooraf kort. Als de bodem aan de zure kant is, kun je daarna kalk strooien. Kalk verhoogt de pH-waarde van de bodem en maakt die minder aantrekkelijk voor mos. Je kunt dit herkennen aan aanhoudende mosgroei of meten met een pH-test. Kalk strooien doe je het best in het vroege voorjaar of direct na het verticuteren. Tot slot is het belangrijk om kale plekken snel bij te zaaien. Graszaad vult open plekken en voorkomt dat mos opnieuw de overhand krijgt. Zorg er ook voor dat het gazon voldoende licht krijgt, bijvoorbeeld door overhangende takken of schaduwrijke begroeiing te snoeien.

Kale plekken herstellen: zo doe je dat

Kale plekken ontstaan vaak na de winter, door intensief gebruik of na een stevige verticuteerbeurt. Om ze goed te herstellen, begin je met het losmaken van de bovenlaag. Gebruik een harkje om de aarde wat los te krabben, zodat het graszaad straks goed contact maakt met de bodem. Kies graszaad dat past bij jouw type gazon (bijvoorbeeld speelgazon of schaduwgazon) en strooi dat gelijkmatig over de kale plek. Druk het vervolgens licht aan, bijvoorbeeld met een plankje of met de achterkant van een hark, zodat het zaad niet wegwaait of wegspoelt.

Houd de ingezaaide plek goed vochtig, vooral in de eerste twee weken. Geef regelmatig kleine beetjes water om uitdroging te voorkomen. Zodra de eerste sprietjes zichtbaar zijn, kun je het sproeien wat afbouwen. Voor een sneller resultaat kun je het graszaad mengen met een dun laagje potgrond of compost. Dat helpt tegen uitdroging én beschermt tegen vogels.

▼ Volgende artikel
Herhalen, herhalen, herhalen: zo zet je jouw PowerPointpresentatie op de autopilot
© monticellllo - stock.adobe.com
Huis

Herhalen, herhalen, herhalen: zo zet je jouw PowerPointpresentatie op de autopilot

Heb je een diavoorstelling samengesteld voor een infoavond, een wachtkamer of een informatiestand dan wil je die uiteraard niet iedere keer handmatig opstarten. Stel de PowerPointpresentatie in op automatisch herhalen.

In drie stappen laten we zien hoe je een powerpointpresentatie in een continue loop kunt afspelen:

  • Stel de weergaveduur van dia’s in
  • Kies de juiste afspeelmodus
  • Gebruik de herhaaloptie

Lees ook: Interactief, creatief en professioneel: haal meer uit je presentaties

Timing

Zo’n oneindige lus in PowerPoint werkt zowel in de Windows-versie als op de Mac. Momenteel heeft PowerPoint op het web geen lus-functie. Voordat je de presentatie instelt op herhalen, moet je eerst de timing goed controleren. Je kunt immers dezelfde tijd voor iedere dia instellen of bepaalde dia’s langer in beeld houden. Open de presentatie en ga naar het tabblad Overgangen. In het onderdeel Timing zorg je dat er geen vinkje staat in het vakje Bij muisklik. Je vinkt het vakje Na aan en je stelt het aantal seconden in dat de dia te zien is. Je kunt ook de pijlknopjes gebruiken om in kleine stapjes de tijdsduur te verhogen of te verlagen. Als je dezelfde timing voor alle dia’s wilt gebruiken, dan selecteer je hier de optie Overal toepassen. Wil je per dia andere tijden instellen, dan moet je de volgende dia selecteren en voer je ook daar in het Na-vakje de specifieke tijden in. Herhaal dit voor de resterende dia’s.

Controleer eerst grondig de timing voor iedere dia.

Type voorstelling

Zodra is ingesteld hoelang de dia’s in beeld blijven, kun je de instelling Herhalen inschakelen. Ga naar het tabblad Diavoorstelling en selecteer Diavoorstelling instellen in het gedeelte Instellen. In het pop-upvenster kies je een type voor de voorstelling. Ben je van plan de voorstelling te presenteren of door één persoon te laten bekijken, dan kies je een van de eerste twee opties. Wil je dat de diavoorstelling automatisch wordt afgespeeld dan kies je de derde optie: Bekeken in kiosk (volledig scherm).

Hoe wil je dat de voorstelling wordt bekeken?

Herhalen

In het onderdeel Afspeelopties vind je de functie die je nodig hebt: Herhalen tot er op Esc wordt gedrukt. Daarna ga je naar het vak Naar volgende dia gaan. Hier duid je aan dat PowerPoint tijdens de herhalingen de tijdinstelling moet aanhouden met de optie: Tijdinstelling gebruiken. Eventueel kun je hier nog andere opties aanpassen, zoals welke dia’s er in een lus moeten draaien. Gebruik de OK-knop om de instellingen op te slaan.

Zorg dat de functie Herhalen actief is, net als de functie Tijdinstelling gebruiken.

Watch on YouTube