ID.nl logo
Zo verbeter je je draadloze thuisnetwerk
© PXimport
Huis

Zo verbeter je je draadloze thuisnetwerk

Helaas is wifi niet berekend op veel gebruikers en zorgen de netwerken van je buren in jouw huis voor een slechtere ontvangst en snelheid. Gaat wifi ten onder aan zijn eigen succes? Of kunnen we nog iets anders doen om het draadloze netwerk in huis te verbeteren?

Wifi is niet meer weg te denken uit ons dagelijks leven en we gebruiken we onze draadloze netwerken steeds intensiever. Niet alleen de laptop is verbonden, ook smartphones, tablets, spelcomputers en smart-tv's vertrouwen vaak op een internetverbinding via het draadloze netwerk. Er komen daarnaast steeds weer nieuwe apparaten bij die niet zonder wifi kunnen, zoals slimme thermostaten, de Chromecast en fototoestellen. En dan zijn er in een gemiddeld huishouden ook nog eens meerdere smartphones, laptops en tablets waarvan de gebruikers allemaal tegelijkertijd op internet willen. Dat is niet alleen bij jou thuis, ook bij al je buren gebruiken meerdere mensen tegelijkertijd hun draadloze netwerk. Je moet er dus ook niet raar van opkijken als je moeiteloos twintig netwerken kunt oppikken in je huis.

Helaas blijkt steeds vaker dat wifi helemaal niet berekend is op zoveel netwerken en gebruikers. Tegelijkertijd verwachten we wel steeds meer van ons draadloze netwerk. Internetabonnementen worden steeds sneller. Volgens internetprovider Ziggo wordt bijvoorbeeld het abonnement met een snelheid van 120 Mbit/s het meest gekozen. Gebruikers van zo'n snel internetabonnement verwachten vervolgens wel dat ze juist draadloos gebruik kunnen maken van die hoge snelheid. Het Agentschap Telecom, de uitvoerder en toezichthouder op het gebied van telecommunicatie, heeft onlangs een onderzoek laten doen naar het wifi-gebruik in woonwijken, winkelcentra en kantoortuinen. In vijfentwintig procent van de testlocaties in woonwijken zijn er zoveel netwerken dat de snelheid erg sterk verminderd wordt. In flats en appartementen is dat zelfs in 57 procent van de testlocaties het geval.

©PXimport

De router, al dan niet van de internetprovider, is vaak weggestopt in de meterkast.

Weggestopt in een kastje

De internetverbinding komt in veel gevallen binnen in de meterkast, die doorgaans in de hal van je huis gesitueerd is. Internetproviders verwachten dat je de modem/router zo dicht mogelijk bij het abonnee-overnamepunt installeert. De router hang dus vaak in de meterkast. Een gesloten kast op een plaats die niet bepaald centraal in je huis gesitueerd is, is niet de ideale omgeving voor een draadloze router. In veel huizen kom je hier op de begane grond nog wel mee weg, maar op de eerste verdieping zal de snelheid vaak al merkbaar trager zijn, terwijl je op zolder vaak niet eens ontvangst hebt.

Wat is wifi?

Wifi (of Wi-Fi zoals het officieel door de Wi-Fi Alliance wordt geschreven) is de merknaam voor draadloze netwerken gebaseerd op IEEE 802.11-standaarden. De term Wi-Fi heeft verder geen betekenis, het staat dus niet - zoals vaak wordt aangenomen - voor Wireless Fidility. Namen die in het begin ook overwogen werden voor de draadloze netwerktechnologie waren DragonFly, Torchlight, Elevate en Kinect. De eerste variant van 802.11 werd in 1997 geïntroduceerd. In verbeterde vorm (802.11b) deed de technologie vanaf 1999 succesvol zijn intrede bij consumenten thuis en werd omgedoopt tot Wi-Fi.

Overvolle frequentieband

Het succes van wifi komt voor een groot gedeelte doordat de technologie zonder vergunning gebruikt kan worden. Er kan frequentieruimte worden gebruikt op twee frequentiebanden: 2,4 en 5 GHz. De 2,4GHz-frequentieband is veruit de populairste. De eerste wifi-standaarden maakten alleen gebruik van 2,4 GHz. En nog steeds is er veel apparatuur enkel geschikt is voor 2,4 GHz. Veruit de meeste gebruikers werken dus op de 2,4GHz-band. De toegestane frequentieband loopt echter maar van 2400 tot 2483,5 MHz en er is dus maar 83,5 MHz bandbreedte beschikbaar.

Binnen die kleine bandbreedte zijn toch 13 verschillende kanalen gedefinieerd waar je als gebruiker uit kunt kiezen. Kanaal 1 begint bij 2412 MHz en die frequentie loopt per kanaal op met steeds 5 MHz totdat kanaal 13 wordt bereikt met een basisfrequentie van 2472 MHz. Dertien kanalen klinkt nog best schappelijk. Helaas heeft een kanaal geen 5 MHz bandbreedte nodig, maar wordt er 20 MHz bandbreedte per kanaal gebruikt. De kanalen overlappen elkaar dan ook voor het grootste gedeelte. Stel je bijvoorbeeld kanaal 6 in, dan worden op de achtergrond ook de frequenties gebruikt die worden aangeduid als 4, 5, 6, 7 en 8. De overlap is zelfs zo groot dat je eigenlijk alleen de kanalen 1, 6 en 11 kunt gebruiken.

In theorie zou je in Europa in plaats daarvan ook de kanalen 1, 5, 9 en 13 kunnen gebruiken. De kanalen 1, 6 en 11 zijn echter in de Verenigde Staten de enige optie én een erfenis van het inmiddels vrijwel niet meer gebruikte 802.11b. Veel apparatuur maakt hierdoor automatisch de keuze voor kanaal 1, 6 of 11 waardoor dat ook bij ons de 'storingsvrije' kanalen zijn.

Een goede buur is beter dan een verre vriend

Op de 2,4GHz-band zijn eigenlijk maar drie kanalen beschikbaar. Je kunt het beste geen andere kanalen dan 1, 6 of 11 kiezen. In een ideale wereld zou je daarom met al je buren afspraken moeten maken zodat iedereen netjes om en om een ander kanaal kiest. Bij huizen met drie verdiepingen gebruik jij bijvoorbeeld kanaal 1 op zolder, kanaal 6 op de eerste verdieping en kanaal 11 op de begane grond. Je buurman kiest dan 6 voor de zolder, 11 voor de eerste verdieping en 1 voor de begane grond. In een straat met rijtjeshuizen is dat wellicht nog wel mogelijk, maar in een appartementencomplex is het al snel onbegonnen werk.

Lucht met 5 GHz

De 2,4GHz-band is overvol, gelukkig biedt de 5GHz-band uitkomst. De eerste reden hiervoor is dat de 5GHz-band veel minder gebruikt wordt. Dat lijkt natuurlijk maar tijdelijk, want de standaard 802.11ac die alleen gebruik maakt van 5 GHz is in opkomst en zal steeds populairder worden. De tweede reden is de beschikbare capaciteit. In potentie biedt deze frequentieband 455 MHz aan bandbreedte, meer dan vijf keer zoveel als op 2,4 GHz. Deze totale bandbreedte is verdeeld over drie blokken 5150 tot 5250 (A), 5250 tot 5350 (B) en 5470 tot 5725 MHz (C). Net als bij de 2,4GHz-band is de bandbreedte op de 5GHz-band verdeelt in kanalen.

In het eerste blok zijn bijvoorbeeld vier kanalen ondergebracht die ieder netjes een volle bandbreedte van 20 MHz tot hun beschikking hebben. Anders dan op de 2,4 GHz-band is er dus geen overlap tussen kanalen. Combineer dat met het feit dat er in Europa in totaal negentien kanalen zijn gedefinieerd en de 5GHz-band lijkt de ultieme oplossing voor wifi-problemen. Helaas zijn er vier echt vrije kanalen. Deze kanalen bevinden zich in band A en hebben de kanaalnummers 36, 40, 44 en 48. Deze vier kanalen kun je op iedere 5GHz-router gebruiken.

De overige 15 kanalen zijn strenger gereguleerde DFS-kanalen en kun je lang niet op alle apparatuur gebruiken. Vier kanalen is er nog altijd eentje meer dan het aantal effectieve kanalen op 2,4 GHz, zul je denken. Toch is dat niet helemaal waar. Om de meeste snelheid uit een router te halen, worden er kanalen gebundeld. Bij 802.11ac worden er normaal gesproken vier kanalen gebundeld tot één kanaal met een totale bandbreedte van 80 MHz. Je houd bij het standaardblok dan dus maar één kanaal over.

DFS-kanalen

Vijftien kanalen op de 5GHz-band zijn zogenoemde DFS-kanalen. De frequenties die deze kanalen gebruiken worden naast wifi ook gebruikt door luchtvaart- en weerradars. Radars hebben voorrang op wifi en dus moet een DFS-kanaal worden vrijgegeven zodra de router een radar detecteert. Veel routers op de Europese markt ondersteunen geen DFS-kanalen. Wrang is dat dezelfde routers in de Verenigde Staten juist wél ondersteuning bieden.

Vier van deze extra kanalen (52, 56, 60 en 64) hebben net als de volledig vrije kanalen een maximaal zendvermogen van 200 milliwatt. De overige elf kanalen (100, 104, 108, 112, 116, 120, 124, 128, 132, 136, 140) hebben een maximaal zendvermogen van 1 watt. Je krijgt met DFS-kanalen dus een hoop meer speelruimte om te experimenteren. Helaas vermelden routerfabrikanten vrijwel nooit in de specificaties welke 5GHz-kanalen ondersteunt worden en dat kan per merk en zelfs per routertype binnen een merk verschillen. Je kunt in je router zelf wel eenvoudig zien of DFS ondersteund wordt. Kun je een hoger kanaal dan 48 kiezen, dan ondersteunt je router (een gedeelte van) de DFS-kanalen. We zijn DFS-ondersteuning tegengekomen bij ASUS-routers, AVM Fritz!Box-routers, Apple AirPort-routers en heel verrassend blijkt ook de Ziggo Ubee EVW 3200 DFS-kanalen te ondersteunen. We hebben helaas geen volledig lijstje. Heb jij een router die DFS-kanalen ondersteunt? Laat het ons weten!

Onzichtbare stoorzenders

Wifi maakt gebruik van vergunningsvrije frequentieruimte. Deze frequenties worden daarom niet alleen voor wifi gebruikt, maar ook voor andere apparatuur. De 2,4GHz-band is eigenlijk een ISM-band die bedoeld is voor industriële, wetenschappelijke en medische toepassingen. Een belangrijke toepassing is de magnetron en dat apparaat is zelfs de reden voor het wereldwijde vergunningsvrije gebruik van de 2,4GHz-band. Ook medische apparatuur en sommige soorten verlichting zenden op frequenties op de 2,4GHz-band uit.

De vergunningsvrije communicatietoepassingen toepassingen als wifi, bluetooth en ZigBee (domotica) mogen de eigenlijke ISM-doeleinden niet storen. Nu is dat in het geval van een magnetron natuurlijk niet zo'n probleem: zo'n apparaat bevat geen ontvanger. Dit soort apparatuur en andere communicatiestandaarden op de 2,4GHz-band zorgen wel voor onzichtbare storing op je netwerk die je niet oppikt met een wifi-scanner.

©PXimport

802.11n

De meestgebruikte vorm van wifi is momenteel 802.11n, waarvan de standaard is vastgesteld in 2009. Ten opzichte van de 802.11g-standaard zijn er drie belangrijke verbeteringen. De belangrijkste verbetering is dat er door het toevoegen van antennes meer dan één datastroom mogelijk wordt. De maximale snelheid per datastroom is 150 Mbit/s. De eerste exemplaren hadden één of twee antennes. Latere modellen hebben drie antennes met een theoretische topsnelheid van 450 Mbit/s. Ook nieuw is dat twee kanalen van 20 MHz gekoppeld kunnen worden tot één kanaal van 40 MHz. Dit is nodig om de topsnelheid van 150 Mbit/s per antenne te kunnen halen.

Op de 2,4GHz-frequentie is een 40MHz-kanaal door het overvolle spectrum meestal niet mogelijk en zal je router terugvallen naar 20 MHz met een topsnelheid 72,2 Mbit/s per antenne. Misschien de belangrijkste verbetering voor wifi-problemen is dat er naast de 2,4GHz-band ook gebruik gemaakt kan worden van de 5GHz-band. Op 5 GHz is het doorgaans wel mogelijk om een bandbreedte van 40 MHz te gebruiken. De eerste 802.11n-routers ondersteunden alleen 2,4 GHz, maar inmiddels is de 5GHz-band op vrijwel iedere router beschikbaar en kun je beide frequenties tegelijkertijd gebruiken.

802.11ac

De 802.11ac-standaard maakt uitsluitend gebruik van de 5GHz-band, voor de 2,4GHz-band maken ac-routers gebruik van 802.11n. Het grootste verschil met 802.11n is dat er bij 802.11ac voor meer bandbreedte vier 20MHz-kanalen worden samengevoegd tot één kanaal van 80 MHz met een topsnelheid van 433,3 Mbit/s. Daarnaast biedt de standaard eventueel ook ondersteuning voor 160MHz-kanalen. Door een betere modulatie (256-QAM) is de bandbreedte die per kanaal gehaald kan worden hoger dan bij 802.11n. Op een 20MHz-kanaal kan maximaal 86,7 Mbit/s gehaald worden, terwijl op een 40MHz-kanaal 200 Mbit/s mogelijk is.

Elders in dit artikel heb je misschien al gelezen dat er maar vier kanalen op de 5GHz-band echt vrij te gebruiken zijn waardoor er voor veel routers dus maar één mogelijk 80MHz-kanaal beschikbaar is. Net als bij 802.11n kan er van meerdere antennes en dus datastromen gebruik gemaakt worden. Bij één antenne is de maximumsnelheid dus 433,3 Mbit/s, bij twee antennes 867 Mbit/s en bij drie antennes 1300 Mbit/s. De meeste ac-routers die je momenteel kunt kopen, hebben een theoretische maximumsnelheid van 1300 Mbit/s. In de praktijk haal je hier maximaal 600 Mbit/s mee als je pc of laptop ook drie datastromen ondersteunt. De meeste laptops ondersteunen echter maar twee datastromen, waarmee in de praktijk zo'n 380 Mbit/s is te halen.

Druk het signaal van je buurman weg

Het mag niet, maar we waren toch wel erg benieuwd of een accesspoint met meer vermogen zin heeft. We raden je dit uitdrukkelijk niet aan, want zoals je in dit artikel kunt lezen, is het verboden om een dergelijk apparaat te gebruiken. Om dit te testen, hebben we een Amped Wireless APA20 aangeschaft. Dit accesspoint, dat je kunt aanschaffen in de Verenigde Staten, belooft een vermogen van 700 milliwatt. Wij hebben hem in huis op de plaats van onze eigen router in de meterkast gehangen, een ASUS RT-N66U. Deze ASUS-router levert ook op de eerste verdieping een prima signaal, maar op zolder is er geen dekking. Voor de zolder hebben we normaal gesproken een tweede accesspoint in gebruik.

Nadat we de ASUS RT-N66U vervangen hadden door de Amped Wireless APA20 hadden we op de eerste verdieping nog steeds een prima signaal, maar op de zolder was er desondanks nog steeds geen draadloze dekking. We hebben de Amped Wireless daarna ook in een ander huis geprobeerd en daar zorgde het apparaat wel voor een flinke dekkingsverbetering. Vermoedelijk wordt in ons eigen huis het signaal geblokkeerd door het huis zelf, bijvoorbeeld door betonnen vloeren. De conclusie is kortom dat het in sommige gevallen best kan helpen, maar dat je geen wonderen moet verwachten van een router die meer mag uitzenden dan is toegestaan. Daarbij zorg je met een dergelijk apparaat waarschijnlijk wel voor overlast bij je buren.

©PXimport

De Amped Wireless APA20 heeft zeven keer zoveel vermogen als is toegestaan, maar dat zorgt in de praktijk niet overal voor een beter netwerk.

Oplossingen

©PXimport

Het plaatsen van een nieuwe router of extra accesspoint in de meterkast lost vaak niet je wifi-problemen in het hele huis op.

Inmiddels zul je wel begrepen hebben dat het afdekken van je hele huis via één draadloze router niet langer realistisch is. Veel mensen die wifi-problemen ervaren, vervangen de router van hun internetprovider. Soms helpt dit, maar in de praktijk blijkt vaak ook dat een (in theorie) betere router niet veel meer dekking of snelheid biedt. Dat komt doordat ook voor een nieuwe router de meterkast geen ideale plek is. Je wilt je router het liefst zo centraal mogelijk in je huis hebben. Met de route van je internetprovider kan dat vaak niet, die moet vanwege het ingebouwde modem vaak in de meterkast blijven. Een eigen router kun je in principe neerzetten waar je maar wilt, zolang er maar een netwerkverbinding van die plek naar de meterkast loopt.

Instellingen

Je kunt een aantal instellingen controleren zodat je zeker weet dat je router op de belangrijke 2,4GHz-band goed staat ingesteld. Stel je router eerst zo in dat hij niet compatibel is met 802.11b en als het kan ook niet met 802.11g: hierdoor wordt je netwerk sneller. Kies qua kanaalbreedte voor 20 MHz, dwing 40 MHz zeker niet af. Tot slot kun je proberen het kanaal op de 2,4GHz-band te wijzigen. Kies alleen kanaal 1, 6 of 11. In het kader 'Achterhaal een goed kanaal' lees je hoe je het beste kanaal kunt achterhalen.

©PXimport

Je kunt altijd even kijken of je je router wat beter kunt instellen.

Accesspoint

Voor het gebruik van een accesspoint heb je wel een netwerkaansluiting nodig op de plaats waar je hem wilt installeren. Heb je een netwerkaansluiting op bijvoorbeeld je eerste verdieping of zolder, dan is een accesspoint echt de beste oplossing om je draadloze netwerk uit te breiden. Soms zijn accesspoints duurder dan een draadloze router van hetzelfde merk met dezelfde draadloze specificaties. Je kunt in zo'n geval gerust de draadloze router kopen in plaats van het accesspoint. Iedere draadloze router kun je gebruiken als accesspoint om je draadloze netwerk te vergroten. Sommige draadloze routers zoals die van ASUS of NETGEAR kun je via de webinterface direct instellen als accesspoint. Bij andere routers zul je zelf zaken als de DHCP-server moeten uitschakelen. Soms krijg je met een draadloze router als extraatje dan ook nog een switch, want die zit lang niet in alle accesspoints ingebouwd.

©PXimport

Een los accesspoint is de beste oplossing voor dekkingsproblemen, maar vereist wel een vaste netwerkaansluiting.

Repeater

Een repeater of range extender is een kastje dat je in het stopcontact plugt waarna het wifi-signaal versterkt wordt en je dekkingsproblemen zijn opgelost. Je moet je wel bewust zijn van de sterke en zwakke punten van het product. Een repeater moet tegelijkertijd ontvangen en weer zenden. Dit zorgt ervoor dat de bandbreedte en dus de snelheid van het aangeboden draadloze netwerk ten opzichte van je normale netwerk halveert. Het belangrijkste voor de werking van een repeater is de plaatsing. Je moet de repeater niet plaatsen waar je geen bereik hebt, maar juist waar je nog wel bereik hebt. Wij hebben in de praktijk met een goede repeater op de eerste verdieping een internetsnelheid van zo'n 50 Mbit/s gehaald op onze zolder waar normaal geen dekking is.

Je problemen inzichtelijk

Je hebt inmiddels wel door dat het zomaar ergens neerzetten van een draadloze router of accesspoint op een zo hoog mogelijk vermogen niet zo'n goed idee is. Wil je echt overal een zo goed mogelijke wifi-dekking, dan zul je eerst moeten weten waar je wel en geen goede dekking hebt. Je kunt hiervoor een heatmap maken: een kaartje van je huis waarmee je direct ziet hoe het met je draadloze netwerk gesteld is. Op onze website vind je een uitgebreide how to over het maken van een heatmap.

©PXimport

Met een heatmap zie je snel waar je jouw draadloze netwerk moet verbeteren.

Powerline met wifi

Een powerline-adapter met ingebouwd accesspoint combineert in veel gevallen de sterke punten van een accesspoint en repeater. Powerline is een technologie die je elektriciteitsbedrading in je huis verandert in netwerkkabels. Het lastige aan powerline is dat het moeilijk te voorspellen is hoe snel de technologie in jouw huis werkt. In een gunstig geval haal je ergens tussen de 100 en 200 Mbit/s, maar je moet er niet raar van opkijken als je op een minder gunstige locatie nog maar iets van 30 Mbit/s haalt. Helaas kom je hier alleen achter door de powerline-adapters op de door jou gewenste locaties te installeren. Qua draadloze technologie bevatten de powerline-wifi-accesspoints één of twee antennes. Het heeft ook weinig zin om een beter accesspoint met drie antennes te verwerken in een powerline-adapter, omdat de beperkende factor het powerline-signaal zelf is.

©PXimport

Powerline-adapters met wifi veranderen een stopcontact in een accesspoint.

Kabels zeker niet ouderwets

We willen steeds meer draadloos en zoals je in dit artikel hebt kunnen lezen, barst zeker de populaire 2,4GHz-frequentie uit zijn voegen. Ieder apparaat dat je verbindt met je draadloze netwerk zorgt in beginsel voor een minder goed netwerk. Een goed thuisnetwerk is daarom meer dan alleen een draadloos netwerk. Juist voor optimale prestaties van je draadloze netwerk kun je niet om netwerkkabels heen. Apparatuur die op één plaats staat, sluit je het beste aan met een netwerkkabel. Denk bijvoorbeeld aan je televisie, mediaspeler, spelcomputer en printer. Alleen netwerkapparatuur zonder netwerkaansluiting zoals de Chromecast of mobiele apparatuur zoals je smartphone, tablet en laptop verbind je met draadloze netwerk.

Achterhaal een goed kanaal

In de praktijk zijn vrijwel alle kanalen op de 2,4GHz-band door meerdere routers bezet. Je kunt wel achterhalen wel kanaal zo vrij mogelijk is. Met behulp van Xirris Wi-Fi Inspector of inSSIDer. Mac-gebruikers kunnen een beroep kunnen doen op iStumbler, terwijl Android-gebruikers gebruik kunnen maken van Wifi Analyzer. Op een iPhone is het niet mogelijk om draadloze netwerken te scannen. Kijk in je scanner welk kanaal het minst gebruikt wordt en het minste overlap heeft. Kies in beginsel altijd voor kanaal 1, 6 of 11. Als niemand in jouw buurt zich daar aan houdt, kun je natuurlijk ook een ander kanaal proberen.

©PXimport

Met een wifi-scanner maak je het wifi-gebruik inzichtelijk.

Conclusie

De tijd waarin je met één router in je meterkast je hele huis van een goed draadloos netwerk kon voorzien is voorbij. De 2,4GHz-band waarmee je in potentie je huis kunt afdekken is verstopt, terwijl de 5GHz-band van nature een minder bereik heeft. Op de 2,4GHz-band hoeven we geen verbetering te verwachten. We moeten de oplossing dus in de 5GHz-band zoeken. Gelukkig is er op deze band meer frequentieruimte beschikbaar. Helaas is de reikwijdte van een 5GHz-signaal minder groot en komt een 5GHz-signaal minder goed door muren heen. Van nature heb je dus al minder last van andere 5GHz-gebruikers. Uiteraard geldt dit niet alleen voor de signalen van je buren, maar ook voor je eigen netwerk.

Vaak komt een 5GHz-signaal niet eens door één verdieping heen. Je kunt een accesspoint daarom het beste op dezelfde verdieping of zelfs in dezelfde kamer neerzetten. Zo kun je het vermogen van ieder accesspoint net zover terugschroeven tot het punt waarop het voor jou nog goed werkt. Als iedereen dat doet, dan kunnen we allemaal genieten van razendsnelle wifi. Wil je ook in de toekomst genieten van een goed dekkend wifi-netwerk, dan zul je moeten wennen aan het idee dat je hiervoor meer dan één accesspoint nodig hebt. Het voordeel hiervan is dat iedereen het vermogen van de router precies kan afstemmen op zijn behoefte, waardoor het wegdrukken van de buurman niet nodig is.

Opensource-firmware

Sommige routers kun je verbeteren met alternatieve firmware, DD-WRT is de bekendste. Ten opzichte van de firmware van je routerfabrikant krijg je doorgaans meer instelmogelijkheden. Zo krijg je bijvoorbeeld ondersteuning voor VLAN, iets wat niet veel routers ondersteunen. Deze virtuele netwerken worden gebruikt bij glasvezelabonnementen om internet- en televisiesignalen te splitsen. Als je een eigen router wilt gebruiken in plaats van de router van de internetprovider, moet je eigen router VLAN ondersteunen.

Ook worden er vaak instellingen mogelijk die eigenlijk niet mogen, zoals het verhogen van het zendvermogen. Kijk hier mee uit, ten eerste is het niet toegestaan en ten tweede is de router er misschien niet op berekend om langdurig een veel krachtiger signaal uit te sturen. Je kunt via www.dd-wrt.com/wiki/index.php/supported_devices controleren of je router geschikt is.

Meer lezen?

Zo versterk je de wifi-verbinding

10 tips voor een optimaal wifi-bereik in huis

Het beste thuisnetwerk

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 betrouwbare fietsendragers voor max 460 euro
© AlexGo - stock.adobe.com
Mobiliteit

Waar voor je geld: 5 betrouwbare fietsendragers voor max 460 euro

Bij ID.nl zijn we dol op kwaliteitsproducten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt. Een paar keer per week speuren we binnen een bepaald thema naar zulke deals. Ben je op zoek naar een betaalbare fietsendrager? Vandaag hebben we vijf interessante modellen voor je gespot.

Disclaimer Op het moment van schrijven zijn de besproken fietsendragers bij de goedkoopste webwinkels niet duurder dan 460 euro. De prijzen kunnen schommelen.

ProUser Diamant FG2

Met de ProUser Diamant FG2 neem je gerust twee e-bikes mee. Deze gebruiksvriendelijke fietsendrager heeft namelijk een riant draagvermogen van zestig kilo. Met behulp van de afstandshouders met riempjes en de wielgespen zet je de tweewielers stevig vast. De wielgoten zijn geschikt voor banden met een dikte tot acht centimeter. Hierdoor is het vervoeren van mountainbikes normaliter geen probleem. De Diamant FG2 heeft een 7- en 13-polige stekker, waardoor je dit hulpstuk op zo'n beetje elke auto met trekhaak kunt aansluiten.

Wegens de slimme kantelfunctie kun je altijd de kofferbak bereiken. Verder heeft de Diamant FG2 een geïntegreerd slot, zodat je de fietsendrager desgewenst ook even onbeheerd achterlaat. Dankzij het inklapmechanisme berg je de compacte behuizing makkelijk op. Hierdoor past hij bij de meeste auto's ook in de kofferbak. Het gewicht bedraagt maar zeventien kilo. Schaf voor meer comfort deze los verkrijgbare oprijgoot aan. Tot slot neem je met een speciale adapter eventueel een derde fiets mee.

XLC Azura LED 2.0

Hoewel de XLC Azura LED 2.0 slechts twaalf kilo weegt, kun je er evengoed twee elektrische fietsen van dertig kilo per stuk mee vervoeren. Daarmee is het een van de lichtste fietsendragers in de markt. Je sluit hem door middel van een 13-polige stekker aan op een auto met trekhaak. Als jouw bolide nog een 'oude' 7-polige aansluiting heeft, gebruik je hiervoor de bijgesloten adapter. De afstandshouders hebben frameklemmen met een zachte binnenzijde. Je maakt de fietsen met behulp van de draaiknoppen stevig vast. Dankzij de ingebouwde begrenzer kun je het frame nooit té strak vastzetten. Zo voorkom je beschadigingen.

De fabrikant heeft ook aan de veiligheid van automobilisten gedacht. Zo is de fietsendrager voorzien van mistlicht en achteruitrijverlichting. Kom je na een mooie vakantietrip weer thuis? Klap de behuizing dan volledig in, zodat er een 'pakketje' van slechts 50 × 25 × 70 centimeter overblijft. Dat berg je makkelijk op in een garage, schuur of kofferbak. Met deze uitbreidingsset kun je optioneel ook drie fietsen meenemen. Bovendien is er een handige oprijgoot verkrijgbaar.

Hapro Atlas Premium XFold II

Deze luxe fietsendrager van Hapro is van alle gemakken voorzien. Zo kun je de behuizing eenvoudig inklappen. In deze positie meet de Atlas Premium XFold II 68,9 × 30,5 × 75,1 centimeter. Met behulp van de vier geïntegreerde wieltjes rijd je de ingeklapte fietsendrager eenvoudig naar de gewenste plek. Zo hoef je de behuizing van 19,4 kilo niet te tillen. Met een gebruiksvriendelijke koppeling bevestig je dit hulpstuk moeiteloos op de trekhaak. Gebruik hiervoor een 7- of 13-polige aansluiting. Zowel de framehouders als de trekhaakkoppeling hebben een geïntegreerd slot. Drink dus onderweg gerust ergens een kopje koffie.

Heb je de fietsen vastgezet, maar wil je nog iets in de kofferbak leggen? Dankzij de kantelfunctie van 68 graden is dat een fluitje van een cent. De maximale belasting bedraagt dertig kilo per fiets. Dat is normaal gesproken voldoende om twee e-bikes mee te nemen. Wil je eens een extra fiets vervoeren? In dat geval is deze afzonderlijk verkrijgbare uitbreidingsset het overwegen waard. Verder kun je ook een oprijgoot aanschaffen.

Lees ook: Hoe weet ik of een fietsendrager geschikt is voor mijn auto én mijn fiets(en)?

Twinny Load e-Carrier Base

De Twinny Load e-Carrier Base heeft een scherpe prijs! Vergeleken met de eerder besproken producten ondersteunt dit exemplaar een iets lager draagvermogen van in totaal vijftig kilo. Gelukkig neem je in veel gevallen alsnog twee e-bikes veilig mee, al is het vaak wel nodig om de (zware) accu's even te verwijderen. Deze fietsendrager heeft een zogeheten swing-koppeling, voor een snelle montage op de trekhaak. Je verbindt de e-Carrier Base via een 13-polige stekker met het elektrasysteem van jouw auto.

Tussen de twee fietsen bevindt zich een U-vorm. Daaraan maak je de frames met behulp van in hoogte verstelbare riempjes vast. Verder bevestig je de wielen met de riempjes bij de wielgoten. Ondanks de lage aanschafprijs heeft de fietsendrager een handige kantelfunctie. Op die manier is de kofferbak altijd bereikbaar. Overigens til je de e-Carrier Base vermoedelijk makkelijk naar de gewenste plek, want hij weegt maar dertien kilo. Heb je moeite om de fietsen op de wielgoten te hijsen? Koop dan deze betaalbare oprijgoot.

ProUser Briljant

Zoek je een goedkope fietsendrager voor twee mountainbikes, racefietsen of stadsfietsen? In dat geval is de ProUser Briljant een interessante kandidaat. Dit rechtopstaande model van slechts 6,5 kilo plaats je bovenop de trekhaak. Vervolgens hang je de frames in de houder. Je maakt de boel met de inbegrepen spanbanden stevig vast. Houd rekening met het maximaal toegestane gewicht van veertig kilo. Dit product is ongeschikt voor e-bikes.

De constructie oogt weliswaar eenvoudig, maar toch voldoet de Briljant aan alle veiligheidseisen. Zo zijn er lampen en een nummerbordhouder aanwezig. Gebruik een 7- of 13-polige stekker om het apparaat met je auto te verbinden. De inklapbare fietsendrager is zeer compact en je kunt hem ook nog eens netjes opbergen in de bijgesloten tas. Benieuwd naar ervaringen van andere gebruikers? Lees dan deze reviews.

▼ Volgende artikel
Consumenten testen: de Philips 3000-serie Airfryer 6,2 l
© Philips
Huis

Consumenten testen: de Philips 3000-serie Airfryer 6,2 l

Op zoek naar een ruime en veelzijdige airfryer waarmee je krokante en smaakvolle gerechten bereidt met minder vet? Het Review.nl Testpanel heeft de Philips NA331/00 3000-serie Airfryer uitgebreid getest en beoordeeld op prestaties, gebruiksgemak en design. Met een grote capaciteit, het handige kijkvenster en veelzijdige functies is deze airfryer een aanwinst voor elke keuken.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Philips

De Philips NA331/00 3000-serie Airfryer 6,2L belooft gezondere en smakelijke maaltijden met minder vet, zonder in te leveren op knapperigheid. Deze airfryer, voorzien van RapidAir Plus-technologie en een ruim kijkvenster met verlichting, is getest door meerdere gebruikers. De resultaten? Overwegend positief! Gebruikers roemen vooral het gebruiksgemak, de grote inhoud van 6,2 liter en de veelzijdigheid van het apparaat. Er zijn echter ook een paar kleine minpunten, zoals de grootte van de airfryer en het ontbreken van een voorverwarmfunctie.

©Philips

Stijlvol ontwerp en doordachte vormgeving

De Philips 3000-serie Airfryer is stijlvol en functioneel. Het grote kijkvenster met verlichting wordt door veel testers als een van de grootste pluspunten genoemd. "Vooral dat je in de airfryer kunt kijken is niet alleen mooi, maar ook superhandig", aldus Barbara Dijkman. Ook tester Mors is enthousiast: "Je ziet meteen hoever het eten is zonder de airfryer te openen."

Toch zijn er wat minpunten. Niels van Wijk merkt op dat het apparaat 'wel erg groot is en veel plaats inneemt'. Bram vult aan: "Het is geen gezinsformaat, zoals-ie wel wordt verkocht." Daarnaast wordt de buitenkant van de airfryer snel vet door vingerafdrukken, zoals Harmtest opmerkt.

"Chicken wings, zalm, groente – het kwam er allemaal perfect uit!"

- Tester Mors

Gebruiksgemak en bediening

De airfryer is voorzien van een digitaal touchscreen met 12 voorgeprogrammeerde instellingen en een schudherinnering. Testers zijn hier overwegend positief over. Petra noemt de airfryer 'stil, geurloos en makkelijk te bedienen', terwijl Testertje99 de bediening intuïtief vindt.

Wel missen sommige testers extra functies. ThePino merkt op dat 'er geen voorverwarmoptie in zit, maar dat went vrij snel'. DennisB geeft aan dat hij niet altijd weet of de airfryer al op temperatuur is.

Een ander minpunt is dat de bak geen geleidingsrail heeft, waardoor je deze helemaal uit het apparaat moet tillen. Testertje99 noemt dat 'een beetje onhandig'.

©Philips

Prestaties: krokant en veelzijdig

De airfryer wordt geprezen om zijn bakprestaties. Friet, snacks, groenten en zelfs quiches en muffins komen er goed uit. Marianne1234 merkt op: "De frietjes komen er lekker krokant uit." Harmtest is vooral enthousiast over de friet en snacks: "Soms een minuut langer dan op de verpakking staat, maar dan komt er ook echt iets lekkers uit de airfryer."

Ook wordt de airfryer geprezen om zijn veelzijdigheid. Een van de testers zegt: "De temperatuur is instelbaar vanaf 40 graden, waardoor je ook dingen kunt drogen of ontdooien." Bram is verrast door de mogelijkheden: "Je kunt hier veel meer mee dan een frituurpan, zoals gegrilde groenten, broodjes afbakken en zelfs een eitje koken!"

Een klein nadeel is dat je soms moet experimenteren met de tijden. ThePino merkt op: "Qua voorgeprogrammeerde standen wil de bereidingstijd nog weleens variëren."

Schoonmaak en onderhoud

De airfryer is makkelijk schoon te maken, mede dankzij de vaatwasserbestendige onderdelen. Een van de testers noemt dit een groot pluspunt: "De mand in de vaatwasser kunnen doen is ideaal."

Wel geeft Harmtest aan dat de buitenkant snel vlekt door vette vingers. Ook Bram merkt op dat je af en toe even moet poetsen aan de buitenkant.

Pluspunten:

  • Kijkvenster met verlichting
  • Grote capaciteit (6,2 liter)
  • Veelzijdig: bakken, grillen, drogen en meer
  • Intuïtieve bediening met voorgeprogrammeerde instellingen
  • Onderdelen zijn vaatwasserbestendig

Minpunten:

  • Groot formaat, neemt veel ruimte in
  • Geen voorverwarmfunctie
  • Touchscreen reageert niet altijd perfect
  • Vetvlekken zichtbaar op de buitenkant

Conclusie: een veelzijdige en ruime airfryer

De Philips NA331/00 3000-serie Airfryer 6,2L is een uitstekende keuze voor wie een ruime, veelzijdige en gebruiksvriendelijke airfryer zoekt. Het kijkvenster met verlichting en de grote capaciteit maken het apparaat ideaal voor gezinnen. De prestaties zijn uitstekend, al kan een beetje experimenteren met baktijden nodig zijn.

Met een gemiddelde reviewscore van 8,2 is deze airfryer een uitstekende keuze voor gezinnen en kookliefhebbers die op zoek zijn naar een ruime en veelzijdige heteluchtfriteuse.

Meer weten over deze airfryer?

Ga naar Kieskeurig.nl!