ID.nl logo
Zo gaan je kinderen veilig online
© PXimport
Huis

Zo gaan je kinderen veilig online

Kinderen krijgen op steeds jongere leeftijd toegang tot technologie. Dat is lang niet altijd goed, maar gelukkig ook niet altijd een ramp. Hoe voorkom je problemen? Met wie maak je welke afspraken? En vooral: wat kun je samen met je kind voor leuke dingen doen om van schermtijd ook een gezellige tijd te maken?

Er is een boel veranderd de afgelopen tien jaar. Smartphones, spelcomputers en tablets zijn nu net zo gewoon als een televisie. En dat betekent dat er voor kinderen nu heel andere vormen van amusement beschikbaar zijn. Maar ook nieuwe manieren van communiceren. Voor ouders voelt dat misschien als een bedreiging: wat doet mijn kind eigenlijk online? Kan het kwaad? Zit het internet vol kinderlokkers? En wat moet ik doen als mijn kind online in de problemen komt of een gameverslaving ontwikkelt?

Dat soort spookbeelden zijn begrijpelijk, en niet helemaal onterecht. Gelukkig is het ook allemaal niet zo rampzalig als de meest dramatische krantenkoppen doen vermoeden. Heel veel problemen met mobieltjes, tablets, spelcomputers en internet kun je voorkomen door vooral veel met je kind te praten, samen dingen te doen, maar ook door met andere ouders goede afspraken te maken.

Mobieltjes horen erbij, ook voor kinderen

Een smartphone is inmiddels zo verweven met onze manier van communiceren, dat in Den Haag duizend kinderen van minder vermogende gezinnen een gratis smartphone krijgen. Het project komt tot stand door een samenwerking tussen de gemeente Den Haag en de Stichting Leergeld. Deze stichting helpt kinderen met minder welgestelde ouders om bijvoorbeeld toch lid te worden van een sportclub, of verstrekt (tweedehands) computers. Volgens de stichting is een smartphone van cruciaal belang, omdat steeds meer communicatie via appgroepen gaat, en kinderen anders buitengesloten worden. Voordat de kinderen hun toestel krijgen, moeten ze wel eerst een les bijwonen over veilig gebruik.

©PXimport

01 Te vroeg aan een mobieltje?

Kinderen krijgen op steeds jongere leeftijd een smartphone. En al ver daarvoor mogen ze meestal met de tablet of op de computer spelletjes spelen. Hoewel het samen met je kind YouTube-filmpjes kijken of games spelen helemaal geen probleem is, is het geven van een eigen smartphone wel een heel grote stap. Het is verstandig om dit niet te vroeg te doen. Uit onderzoek blijkt dat veel kinderen al vanaf acht jaar een smartphone krijgen. Vaak is dat het ‘afdankertje’ van de ouders of een broer of zus. Want dat ding ligt toch alleen maar in een la. Acht jaar is echter nog veel te jong, want op die leeftijd kunnen kinderen nog niet overweg met dat enorme informatieaanbod. Dit leidt snel tot overmatig (vaak stiekem) gebruik, binge-watching en contacten die zich buiten het blikveld van de ouders afspelen. Het meeste gevaar schuilt in het feit dat je een kind met een smartphone toegang geeft tot de hele wereld, zonder dat je er als ouder nog zicht op hebt. Vooral als de telefoon (of tablet) onbeperkt gebruikt mag worden buiten je blikveld. Dit is vragen om problemen bij jonge kinderen.

En hoewel ieder kind natuurlijk anders is – en sommige kinderen vroeger ‘klaar’ lijken voor internettoegang – is het goed om te beseffen dat een kinderbrein nog belangrijke ontwikkelingen moet doormaken. Er is bijvoorbeeld nog geen besef dat iets ‘te veel’ kan zijn. Ook is er het risico dat een kind dingen te zien krijgt waar het nog emotioneel niet klaar voor is.

©PXimport

02 Afspraken met andere ouders

Een van de eerste vragen is dus: wanneer is het verstandig om mijn kind een mobiele telefoon te geven? Hierbij loop je snel tegen het probleem van de sociale druk op. Want als iedereen in de klas een smartphone heeft, is het vaak lastig om voet bij stuk te houden. Vooral omdat het als enige niet hebben van een telefoon voor het kind dan weer andere sociale problemen op kan leveren: het kind voelt zich buitengesloten van alle online bezigheden van de andere kinderen in zijn/haar omgeving.

Het gebeurt nu al regelmatig dat ouders samen afspraken maken om een kind pas aan het eind van groep 8 een smartphone of tablet te geven. Dat is namelijk ook de leeftijd dat ze eraan toe zijn. Het ideale moment is in zo rond de herfstvakantie van groep 8, omdat het kind dan om leert gaan met zijn toestel samen met zijn basisschool-klasgenoten, voordat hij/zij naar de middelbare school gaat. Op deze leeftijd is een kind ook prima in staat is om dingen over mediagebruik te leren, waardoor het minder snel vervalt in overmatig gebruik of stiekem gedrag. Wacht met het maken van die afspraken niet te lang. Het is verstandig om dit al in groep 4 met andere ouders (in samenspraak met de school) af te spreken.

©PXimport

03 Helpt het afspreken van ‘schermtijd’?

Sommige ouders besluiten om hun kind beperkingen op te leggen voor het gebruik van tablets of mobieltjes: ze mogen maar een beperkte hoeveelheid tijd per dag achter het scherm doorbrengen. Het afspreken van schermtijd blijkt uit onderzoek helaas niet veel op te leveren. De onderzoeken wijzen zelfs uit dat te strikte regels ervoor zorgen dat kinderen grotere kans lopen om op een gegeven moment ‘door te slaan’ en juist extra gevoelig worden voor overmatig gebruik. Als ouder kun je beter vanaf vroege leeftijd beginnen met ‘mediawijsheid’. Dit betekent vooral dat je meekijkt met je kind en er een leuke samen-activiteit van maakt: ga samen leuke filmpjes zoeken op YouTube. Of samen een spelletje spelen. Hierdoor leer je een kind ook op heel natuurlijke wijze om zelf de juiste keuzes te maken over waar ze aan toe zijn en waar niet. En wat eng is en wat niet. Dit gaat vaak vanzelf, als je als ouder meekijkt en met het kind overlegt: “wat gaan we nu kijken? Oh zullen we die maar overslaan, dat ziet er naar uit.” Dit soort natuurlijke gesprekken helpen het kind om zelf beter te leren selecteren.

©PXimport

Bestaat ‘gameverslaving?’

De term ‘gameverslaving’ is eigenlijk niet juist. Want hoewel het wel degelijk gebeurt dat kinderen (en volwassenen) te veel computergames spelen, is hier geen sprake van een verslaving in de gebruikelijke zin van het woord. Beter is het om te spreken van overmatig gamen, waarbij de oorzaak altijd is terug te voeren op een achterliggende reden. Het spel zelf is dus niet het probleem. Het overmatig gebruik is een symptoom dat er ergens in het leven iets misgaat. Misschien wordt het kind gepest en zoekt het daarom vriendschappen online. Misschien gaat het niet goed op school en voelt de vordering in het spel als een soort succes dat het in de klas niet behaalt. Het is in elk geval nooit een oplossing om ‘dan maar’ de spelcomputer in de kast te zetten. Beter is het om te achterhalen waarom het kind te veel gamet. ‘Te veel’ definiëren we als ‘andere aspecten van het leven komen in het gedrang’. Als het kind goede cijfers haalt en normale sociale contacten onderhoudt, is er geen sprake van overmatig gamen. Een goede check is: zou u zich ook zorgen maken als uw kind net zo veel zou lezen als hij gamet? Is het antwoord: ‘nee’ dan is er waarschijnlijk geen aanleiding tot zorg.

04 Mijn kind wil niet meer samen met mij kijken

Vanaf een jaar of acht, negen, willen kinderen vooral alleen op internet, of met een vriendje. Dit is geen stiekem gedrag en ook niet meteen schadelijk. Het is een teken van zelfstandigheid. In plaats van dat te verbieden, vraag je kind regelmatig of hij of zij wat leuks heeft gezien en of je dat ook mag kijken. Vraag waarom hij dingen kijkt en wat er zo leuk aan is. Ook dit is een manier om het kind tegelijk te begeleiden en te helpen om zelfstandig verantwoorde mediakeuzes te maken. Het verbieden heeft geen zin, omdat je daarmee alleen maar stiekem gedrag in de hand werkt.

In plaats daarvan is het beter om je kind duidelijk te maken dat je hem/haar vertrouwt, en dat je niet boos wordt als ze iets zien waar ze nog niet aan toe zijn. Laat hen weten dat ze dan beter naar je toe kunnen komen om het te vertellen, zodat je dingen kan uitleggen of je kind kan helpen als hij ergens van geschrokken is. Boos worden werkt ook hier averechts. Het kan er juist voor zorgen dat een kind niets meer met je deelt over zijn internetgedrag, waardoor je ook niet meer kunt helpen om vervelende dingen van een context te voorzien.

Grooming

Helaas bestaat het risico dat kinderen slachtoffer worden van online misbruikers. Dit zijn meestal volwassenen die zich voordoen als leeftijdsgenoten, en op die manier een relatie opbouwen. Langzaam maar zeker lokken ze het kind uit om handelingen te verrichten voor de webcam, en die beelden worden vervolgens gebruikt als chantagemiddel om het kind tot nog meer te dwingen. Dit proces wordt ook wel ‘grooming’ genoemd, en kan maanden duren. Mede daarom is het belangrijk om kinderen duidelijk te maken dat ze niet automatisch moeten aannemen dat de persoon aan de andere kant van de verbinding is wie hij zegt dat hij is. Praat over dit soort onderwerpen en leer je kind om vooral nooit dingen te doen waar het zich ongemakkelijk over voelt. Zorg dat je kind weet dat je niet boos wordt als het naar je toe komt na een vervelende ervaring. Groomers proberen je kind in een fuik te laten lopen en het gevoel te geven dat het kind geïsoleerd is. Voorkom dat door te praten over met wie ze online contact hebben en hoe dat verloopt.

©PXimport

05 Online pesten

Het is een misverstand om te denken dat ‘online’ en ‘offline’ twee verschillende werelden zijn. We vinden immers een telefoongesprek ook geen ‘andere wereld’. Communicatie is communicatie. Of dat nu face-to-face, via telefoon of via WhatsApp gebeurt. Dit betekent ook dat online communicatie net zo’n grote impact kan hebben als offline gesprekken of gebeurtenissen.

Online pesten is dan ook vaak een voortzetting van pestgedrag op het schoolplein, met als extra nare eigenschap dat het 24 uur per dag doorgaat. Kinderen maken hierbij gebruik van vreselijke methoden om klasgenoten te terroriseren.

Hierbij maakt de moderne techniek het helaas heel makkelijk om ook op lange termijn veel schade aan te richten. Bijvoorbeeld door geheimen te delen in een groepschat, het delen of online plaatsen van genante foto’s (al dan niet bewerkt) of het doelbewust treiteren van anderen met gemene berichten. Dit soort gedrag is uiteraard zeer schadelijk, ook voor de dader en voor ‘omstanders’. Die laatste groep is namelijk zeker medeschuldig aan het proces. Het alleen aanspreken van de daders is dus niet genoeg. Het is belangrijk om de hele klas op dergelijk gedrag aan te spreken en duidelijk te maken dat niets zeggen ervoor zorgt dat het treiteren door kan blijven gaan. Trek hierover dus zeker aan de bel bij de leerkacht.

06 Praten over (online) pesten

Veel ouders vinden het erg lastig om met hun kinderen over pesten te praten. Toch is dit de beste manier om problemen op te lossen en te voorkomen. Herken afwijkend gedrag door regelmatig te praten over wat je kind online doet en bespreekt. Als het kind zich boos of teruggetrokken gedraagt terwijl hij online is, is dat wellicht een reden om eens over de schouder mee te kijken. Bespreek ook wat dit soort dingen bij een ander kunnen aanrichten. Kinderen hebben nog niet genoeg ervaring om in te zien hoeveel schade ze berokkenen. En ook realiseren ze zich niet dat berichten die je online plaatst, er bijna onmogelijk weer af te halen zijn.

En mocht je kind vertellen dat een klasgenoot gepest wordt, betekent dat niet dat je jouw kind, als ‘omstander’ ook als dader moet bestempelen. Omstanders maken het pesten dan wel mogelijk, maar ze doen dat vaak niet bewust. Ze zouden vaak best iets willen doen, maar weten niet wat en weten niet met wie ze erover kunnen praten.

©PXimport

07 Vloggers, YouTubers en Twitch-streamers

Vloggers en YouTubers zijn immens populair. Dit is niet vreemd, want deze ‘internet-televisie’ wordt gemaakt door jongeren waar kinderen zich mee kunnen identificeren. Het feit dat hun helden ook nog eens succesvol zijn en rijk worden met het maken van grappen of het spelen van videospelletjes, maakt van YouTubers en vloggers ware idolen. Toch zijn er ook risico’s. Voor kinderen tot een jaar of twaalf is het heel moeilijk om het verschil te zien tussen reclame en echt. Vloggers doen heel vaak aan ‘product placement’ zonder dat ze er duidelijk bij vertellen dat ze betaald worden om positief over een product te zijn. Kinderen gaan ervan uit dat wat de vlogger zegt echt waar is. Vraag daarom je kind of je mee mag kijken en praat ook over de reclame. Leg uit dat hij ervan uit moet gaan dat als een vlogger iets aanprijst, hij dit doet omdat hij ervoor betaald wordt. Maar besef dat zelfs als je dit goed uitlegt, kinderen dit heel moeilijk vinden om te accepteren.

©PXimport

08 Slaap problemen

Ons dag-nachtritme wordt voor een groot deel bepaald door licht. Als het gaat schemeren wordt het donkerder, maar wordt het licht ook roder. Dit is voor het brein een teken om te beginnen met de aanmaak van melatonine. Dit is een hormoon dat ervoor zorgt dat we slaperig worden. Ons brein wordt klaargemaakt voor slaap. Het is helaas heel makkelijk om dit proces te verstoren. Beeldschermen geven namelijk licht waar veel blauw in zit. Blauw licht zorgt er voor dat de aanmaak van melatonine wordt tegengegaan.

Moderne smartphones en tablets hebben een nachtstand, zoals Nightshift op iOS, of je kunt er een app voor downloaden. Deze nachtstand verandert ’s avonds de kleur van het scherm, zodat er minder blauw licht in onze ogen valt. Voor computers kun je het gratis programma f.lux downloaden en installeren, dat hetzelfde doet.

Behalve dit fysiologische proces, zorgt schermgebruik ook op andere manieren voor een verstoorde nachtrust. De opwinding van een spannend spelletje of een druk chatgesprek kan het inslapen moeilijker maken. Als je ontdekt dat je kind minder goed inslaapt, kan het helpen om anderhalf uur voor het slapengaan mobieltjes en computerspellen te verbieden. Kinderen die wel goed slapen kunnen volstaan met een halfuur voor bedtijd stoppen met internetten en/of gamen.

©PXimport

Afschermen of weerbaar maken?

Er is niets mis met het daadwerkelijk beschermen van je kind tegen het zien van inhoud waar het nog niet aan toe is. Hoewel sommigen denken dat je kinderen vooral weerbaar moet maken, heeft dit op jonge leeftijd gewoon nog geen zin. Er is geen voordeel aan het blootstellen van kinderen aan inhoud die eng of sexueel getint is. Ze worden er niet ‘hard van’, ze hebben de emotionele ervaring niet om het een plaats te geven. Scherm jonge kinderen dus vooral af van nare beelden, of dat nu online is of op tv.

09 Spelen kinderen nog wel buiten?

Er wordt weleens beweerd dat kinderen met een smartphone of spelcomputer minder buitenspelen. Dit blijkt niet zo te zijn. Hoeveel een kind buiten aan het spelen is, heeft vooral te maken met de leefomgeving. Kinderen in steden hebben nu eenmaal minder ruimte en er is minder groen om in te ravotten. Het is vooral dankzij de steeds verder toenemende vraag naar parkeerplaatsen en wegen, dat kinderen geen (veilige) plek meer hebben om buiten te spelen. Dit blijkt ook uit het feit dat kinderen in dorpen nog gewoon veel buiten spelen. Ook als ze een spelcomputer hebben. Er is dus geen verband aangetoond tussen smartphone/spelcomputergebruik en buitenspeeltijd.

▼ Volgende artikel
Hoe kies je de juiste inbouw-oven?
© Beko
Huis

Hoe kies je de juiste inbouw-oven?

Op zoek naar een nieuwe inbouw-oven? In dit artikel ontdek je waar je op moet letten bij het kiezen van een oven die past bij jouw keuken én kookstijl. Van formaat en functies tot energieverbruik en gebruiksgemak: wij helpen je op weg!

Wat leer je in dit artikel?

✔️ Hoe je je kookgewoonten vertaalt naar een passende oven ✔️ Welke maten en inbouwformaten er zijn ✔️ Welke functies écht nuttig zijn (en welke niet) ✔️ Waar je op let bij gebruiksgemak en schoonmaak ✔️ Hoe je energiezuinig én veilig kiest ✔️ Waarom stijl en budget ook belangrijk zijn

Een oven – of dat nu een inbouw-exemplaar is of een vrijstaand model – is een onmisbaar onderdeel van vrijwel elke moderne keuken. Of je nu een fanatieke hobbykok bent of gewoon graag een ovenschotel opwarmt op vrijdagavond: de juiste oven maakt het verschil. Maar met zo veel keuzes op het gebied van formaat, functies en technologieën kan het lastig zijn om door de bomen het bos nog te zien. In dit artikel nemen we je stap voor stap mee in de belangrijkste overwegingen, zodat jij straks met een gerust hart de juiste inbouw-oven kiest.

Bepaal je kookgewoonten

De zoektocht naar een geschikte oven begint bij jezelf. Hoe gebruik jij je oven? Bak je regelmatig taarten of brood, bereid je uitgebreide ovengerechten of gebruik je 'm vooral om restjes op te warmen? Voor intensieve bakkers zijn ovens met een nauwkeurige temperatuurregeling en speciale bakprogramma's ideaal. Wie juist veel tegelijk wil klaarmaken, is gebaat bij een model met meerdere inschuifhoogtes en een krachtige heteluchtfunctie. En als je graag stoomt of gezond kookt, zijn er ovens met geïntegreerde stoomfunctie of zelfs sous-vide-mogelijkheden.

©Bosch

Kies het juiste formaat

Ovens zijn er in verschillende maten, maar de standaardbreedte van inbouwovens is meestal 60 centimeter. De hoogte kan variëren, met modellen van ongeveer 45 centimeter voor kleinere keukens of wanneer je de oven wilt combineren met een magnetron of stoomoven erboven. Heb je een groot gezin of kook je vaak voor groepen, dan is een extra hoge of brede oven wellicht een betere keuze. Meet altijd goed de nis waarin de oven moet komen, zodat je zeker weet dat het apparaat past, en controleer ook of de deur voldoende ruimte heeft om open te klappen.

Let op de functies die je écht gebruikt

Veel moderne ovens zitten vol met functies en programma's, maar lang niet iedereen gebruikt ze allemaal. Denk goed na over wat jij echt nodig hebt. De heteluchtstand is bij de meeste ovens standaard en zorgt voor gelijkmatige warmteverdeling, wat handig is bij het bakken op meerdere niveaus. Grillfuncties zijn fijn voor het krokant afwerken van gerechten, en sommige ovens hebben een speciale pizzastand of programma's voor automatische bereiding van bijvoorbeeld kip, brood of lasagne. Laat je niet te snel verleiden door indrukwekkende snufjes, maar kies vooral een oven die aansluit bij jouw dagelijkse gebruik.

Een oven moet niet alleen goed werken, maar ook prettig in het gebruik zijn. Duidelijke bediening, bijvoorbeeld via draaiknoppen of een overzichtelijk touchscreen, maakt het verschil in de dagelijkse praktijk. Telescopische rails kunnen handig zijn om ovenschalen veilig in en uit te schuiven. Denk ook aan het schoonmaken: sommige ovens hebben een pyrolysefunctie, waarbij de oven zichzelf verhit tot wel 500 graden om vet en etensresten in as te veranderen. Anderen maken gebruik van katalytische wanden of een stoomreinigingsprogramma. Dat scheelt flink wat poetswerk.

Energieverbruik, veiligheid en 'looks'

Bij een inbouwapparaat is energieverbruik een belangrijke overweging. Let op het energielabel: een zuinige oven bespaart op de lange termijn kosten én is beter voor het milieu. Zeker als je de oven vaak gebruikt, telt dat door. Heb je jonge kinderen in huis, kijk dan ook naar veiligheidsvoorzieningen zoals een kinderslot, automatische uitschakeling en een ovendeur die aan de buitenkant koel blijft. Zo voorkom je ongelukken in de keuken.

Verder is een oven ook een visueel element in je keuken. Veel mensen kiezen ervoor om inbouwapparaten uit één lijn of merk te combineren, zodat het geheel er strak en harmonieus uitziet. Denk aan een oven in dezelfde stijl als je combimagnetron of koffiemachine. Je kunt kiezen uit roestvrij staal, zwart glas of zelfs matte afwerkingen, afhankelijk van de stijl van je keuken. Een stijlvolle oven die mooi opgaat in het ontwerp geeft je keuken meteen een luxere uitstraling.

©ETNA

Bepaal je budget

Tot slot: bepaal vooraf hoeveel je wilt uitgeven. Inbouwovens zijn er in uiteenlopende prijsklassen, van een paar honderd euro tot meer dan duizend euro voor de luxere modellen. Binnen elk segment zijn er prima keuzes te maken, maar houd altijd oog voor de balans tussen prijs, kwaliteit en functionaliteit. Een goedkope oven met alle denkbare functies is niet altijd de beste koop, en soms is eenvoud juist duurzamer. Houd dat dus goed in de gaten als je gaat shoppen.

De juiste inbouw-oven kiezen draait vooral om goed nadenken over je eigen wensen en gewoonten. Door vooraf te bepalen wat je belangrijk vindt, voorkom je een miskoop en haal je straks veel meer plezier uit je keuken. Of je nu bakt, braadt, stoomt of grilt: met de juiste oven wordt koken leuker én makkelijker.

▼ Volgende artikel
Zo koop je de beste ventilator voor in je slaapkamer
© africa-studio.com
Energie

Zo koop je de beste ventilator voor in je slaapkamer

In de zomer is slapen soms nauwelijks te doen. Vooral tijdens nachten wanneer de warmte blijft hangen, lig je soms urenlang te woelen en te draaien. Een ventilator is dan onmisbaar, maar niet elke ventilator is geschikt voor in de slaapkamer. Of beter gezegd: voor hoe jij het liefst slaapt.

💤 Dit artikel in het kort

Zomaar de eerste de beste ventilator kopen voor de slaapkamer is geen goed idee. Er zijn best wat dingen om op te letten. Hij moet niet alleen stil zijn, maar ook niet te opvallend én hij moet over voldoende ventilatiestanden beschikken. En zo zijn er nog een aantal dingen om rekening mee te houden. In dit artikel lees je welke dat zijn.

Lees ook: ❄️ Plaknacht op komst? Zo houd je het hoofd (en de slaapkamer) koel

Of je nu op zoek bent naar een extra stille ventilator, een model dat mooi opgaat in het interieur van de slaapkamer of een model dat de lucht niet alleen koelt, maar ook filtert: wij vertellen je hoe je de beste ventilator voor jouw slaapkamer vindt.

Geluidsniveau

Als jij iemand bent die pure stilte nodig heeft om in slaap te kunnen vallen, dan is het geluidsniveau van een ventilator het eerste waarop je moet letten. Stille ventilatoren hebben op de hoogste ventilatiestand een geluidsniveau van 50 dB (decibel) of minder. Om daar een idee bij te krijgen: 50 dB is vergelijkbaar met een vaatwasser die op de achtergrond draait, 40 dB met een rustig kantoor en 30 dB met gefluister of zacht geritsel.

Toch zegt het aantal decibel niet alles; het geluidsniveau wordt ook bepaald door luchtverplaatsing. Hoe groter de diameter van de ventilator, hoe meer lucht het apparaat kan verplaatsen. En hoe meer lucht een ventilator verplaatst, hoe zachter je 'm kunt laten draaien en hoe stiller-ie wordt. Een plafondventilator is dankzij de grote wieken in dit opzicht vaak de beste keuze. Veel moderne plafondventilators hebben een geluidsniveau van slechts 30 tot 35 dB!

Type ventilator

Er zijn drie soorten ventilators: staande ventilators, plafondventilators en tafelventilators. Die eerste categorie valt weer uiteen in klassieke staande ventilators, bladloze ventilators en torenventilators. Staande ventilators worden in de slaapkamer het meest gebruikt, omdat je die eenvoudig installeert en verplaatst. Ook plafondventilators zijn populair, maar iets lastiger te installeren en vaak duurder dan staande ventilators. Welk type ventilator het beste past op de slaapkamer, hangt helemaal af van je wensen. Wil je een mobiel apparaat dat je ook af en toe mee kunt nemen naar een andere ruimte? Kies dan voor een klassiek staand model. Vind je design belangrijk? Kijk dan eens naar een bladloze ventilator (perfect voor een modern interieur) of een torenventilator (slank en minimalistisch). Een plafondventilator is ideaal als je weinig ruimte hebt of een staande ventilator in de slaapkamer gewoon niet zo mooi vindt.

©siraphol s.

Meerdere ventilatiestanden

Een koel briesje tijdens het slapen is fijn, maar je wilt in de loop van de nacht niet bibberend en uitgedroogd wakker worden. Sommige ventilatoren blazen op hun laagste stand nog steeds vrij krachtig, waardoor je last kunt krijgen van droge ogen, een droge huid en zelfs een zere keel. Let daarom op het aantal ventilatiestanden als je een ventilator voor de slaapkamer koopt. Met minstens vijf standen heb je alle controle over de luchtstroom die het apparaat produceert. Er zijn ook apparaten met een speciale nachtmodus: daarbij blaast het apparaat zachter en minder luid, zodat jij ongestoord kunt doorslapen.

Luchtzuiveringsfilter

De luchtkwaliteit in je slaapkamer heeft grote impact op je nachtrust. Frisse én schone lucht helpt niet alleen om sneller in slaap te vallen, maar ook om dieper te slapen en dus energieker wakker te worden. Een aparte ventilator en luchtreiniger in je slaapkamer is misschien wat veel van het goede, maar gelukkig hoef je tegenwoordig niet te kiezen. Met een ventilator met luchtzuiveringsfilter (of een luchtreiniger met ventilatorfunctie) heb je beide in één apparaat! De aangezogen lucht wordt in zo'n apparaat eerst langs verschillende filters gehaald, zoals een koolstoffilter (voor rook- en kookgeuren) of een HEPA-filter (voor pollen en fijnstof), voordat het terug de ruimte in wordt geblazen. Er zijn ook luchtbevochtigers met ventilatiefunctie, en zelfs apparaten die luchtreiniging, luchtbevochtiging en ventilatie combineren. Net wat je wilt!

Op afstand bedienen

Ook niet onbelangrijk: een ventilator die je op afstand kunt bedienen, zodat je midden in de nacht niet je bed uit hoeft als het te warm of juist te koud is. Sommige modellen bedien je simpelweg met een afstandsbediening, andere kun je koppelen aan een app die naast harder of zachter zetten nog veel meer mogelijkheden biedt. Zo kun je een slimme ventilator laten draaien volgens een schema – je stelt bijvoorbeeld in dat hij om één uur 's nachts automatisch uitschakelt of zachter gaat blazen – of hem laten reageren op temperatuur en luchtvochtigheid, om zo de ideale luchtkwaliteit in de slaapkamer te creëren. Er zijn zelfs modellen met slimme sensoren die op aanwezigheid reageren. Loop je de slaapkamer in, dan begint het apparaat dus automatisch te draaien!


Heb je het 's nachts te warm?

Tijd voor een zomerdekbed!