ID.nl logo
Zo gaan je kinderen veilig online
© Reshift Digital
Huis

Zo gaan je kinderen veilig online

Kinderen krijgen op steeds jongere leeftijd toegang tot technologie. Dat is lang niet altijd goed, maar gelukkig ook niet altijd een ramp. Hoe voorkom je problemen? Met wie maak je welke afspraken? En vooral: wat kun je samen met je kind voor leuke dingen doen om van schermtijd ook een gezellige tijd te maken?

Er is een boel veranderd de afgelopen tien jaar. Smartphones, spelcomputers en tablets zijn nu net zo gewoon als een televisie. En dat betekent dat er voor kinderen nu heel andere vormen van amusement beschikbaar zijn. Maar ook nieuwe manieren van communiceren. Voor ouders voelt dat misschien als een bedreiging: wat doet mijn kind eigenlijk online? Kan het kwaad? Zit het internet vol kinderlokkers? En wat moet ik doen als mijn kind online in de problemen komt of een gameverslaving ontwikkelt?

Dat soort spookbeelden zijn begrijpelijk, en niet helemaal onterecht. Gelukkig is het ook allemaal niet zo rampzalig als de meest dramatische krantenkoppen doen vermoeden. Heel veel problemen met mobieltjes, tablets, spelcomputers en internet kun je voorkomen door vooral veel met je kind te praten, samen dingen te doen, maar ook door met andere ouders goede afspraken te maken.

Mobieltjes horen erbij, ook voor kinderen

Een smartphone is inmiddels zo verweven met onze manier van communiceren, dat in Den Haag duizend kinderen van minder vermogende gezinnen een gratis smartphone krijgen. Het project komt tot stand door een samenwerking tussen de gemeente Den Haag en de Stichting Leergeld. Deze stichting helpt kinderen met minder welgestelde ouders om bijvoorbeeld toch lid te worden van een sportclub, of verstrekt (tweedehands) computers. Volgens de stichting is een smartphone van cruciaal belang, omdat steeds meer communicatie via appgroepen gaat, en kinderen anders buitengesloten worden. Voordat de kinderen hun toestel krijgen, moeten ze wel eerst een les bijwonen over veilig gebruik.

©PXimport

01 Te vroeg aan een mobieltje?

Kinderen krijgen op steeds jongere leeftijd een smartphone. En al ver daarvoor mogen ze meestal met de tablet of op de computer spelletjes spelen. Hoewel het samen met je kind YouTube-filmpjes kijken of games spelen helemaal geen probleem is, is het geven van een eigen smartphone wel een heel grote stap. Het is verstandig om dit niet te vroeg te doen. Uit onderzoek blijkt dat veel kinderen al vanaf acht jaar een smartphone krijgen. Vaak is dat het ‘afdankertje’ van de ouders of een broer of zus. Want dat ding ligt toch alleen maar in een la. Acht jaar is echter nog veel te jong, want op die leeftijd kunnen kinderen nog niet overweg met dat enorme informatieaanbod. Dit leidt snel tot overmatig (vaak stiekem) gebruik, binge-watching en contacten die zich buiten het blikveld van de ouders afspelen. Het meeste gevaar schuilt in het feit dat je een kind met een smartphone toegang geeft tot de hele wereld, zonder dat je er als ouder nog zicht op hebt. Vooral als de telefoon (of tablet) onbeperkt gebruikt mag worden buiten je blikveld. Dit is vragen om problemen bij jonge kinderen.

En hoewel ieder kind natuurlijk anders is – en sommige kinderen vroeger ‘klaar’ lijken voor internettoegang – is het goed om te beseffen dat een kinderbrein nog belangrijke ontwikkelingen moet doormaken. Er is bijvoorbeeld nog geen besef dat iets ‘te veel’ kan zijn. Ook is er het risico dat een kind dingen te zien krijgt waar het nog emotioneel niet klaar voor is.

©PXimport

02 Afspraken met andere ouders

Een van de eerste vragen is dus: wanneer is het verstandig om mijn kind een mobiele telefoon te geven? Hierbij loop je snel tegen het probleem van de sociale druk op. Want als iedereen in de klas een smartphone heeft, is het vaak lastig om voet bij stuk te houden. Vooral omdat het als enige niet hebben van een telefoon voor het kind dan weer andere sociale problemen op kan leveren: het kind voelt zich buitengesloten van alle online bezigheden van de andere kinderen in zijn/haar omgeving.

Het gebeurt nu al regelmatig dat ouders samen afspraken maken om een kind pas aan het eind van groep 8 een smartphone of tablet te geven. Dat is namelijk ook de leeftijd dat ze eraan toe zijn. Het ideale moment is in zo rond de herfstvakantie van groep 8, omdat het kind dan om leert gaan met zijn toestel samen met zijn basisschool-klasgenoten, voordat hij/zij naar de middelbare school gaat. Op deze leeftijd is een kind ook prima in staat is om dingen over mediagebruik te leren, waardoor het minder snel vervalt in overmatig gebruik of stiekem gedrag. Wacht met het maken van die afspraken niet te lang. Het is verstandig om dit al in groep 4 met andere ouders (in samenspraak met de school) af te spreken.

©PXimport

03 Helpt het afspreken van ‘schermtijd’?

Sommige ouders besluiten om hun kind beperkingen op te leggen voor het gebruik van tablets of mobieltjes: ze mogen maar een beperkte hoeveelheid tijd per dag achter het scherm doorbrengen. Het afspreken van schermtijd blijkt uit onderzoek helaas niet veel op te leveren. De onderzoeken wijzen zelfs uit dat te strikte regels ervoor zorgen dat kinderen grotere kans lopen om op een gegeven moment ‘door te slaan’ en juist extra gevoelig worden voor overmatig gebruik. Als ouder kun je beter vanaf vroege leeftijd beginnen met ‘mediawijsheid’. Dit betekent vooral dat je meekijkt met je kind en er een leuke samen-activiteit van maakt: ga samen leuke filmpjes zoeken op YouTube. Of samen een spelletje spelen. Hierdoor leer je een kind ook op heel natuurlijke wijze om zelf de juiste keuzes te maken over waar ze aan toe zijn en waar niet. En wat eng is en wat niet. Dit gaat vaak vanzelf, als je als ouder meekijkt en met het kind overlegt: “wat gaan we nu kijken? Oh zullen we die maar overslaan, dat ziet er naar uit.” Dit soort natuurlijke gesprekken helpen het kind om zelf beter te leren selecteren.

©PXimport

Bestaat ‘gameverslaving?’

De term ‘gameverslaving’ is eigenlijk niet juist. Want hoewel het wel degelijk gebeurt dat kinderen (en volwassenen) te veel computergames spelen, is hier geen sprake van een verslaving in de gebruikelijke zin van het woord. Beter is het om te spreken van overmatig gamen, waarbij de oorzaak altijd is terug te voeren op een achterliggende reden. Het spel zelf is dus niet het probleem. Het overmatig gebruik is een symptoom dat er ergens in het leven iets misgaat. Misschien wordt het kind gepest en zoekt het daarom vriendschappen online. Misschien gaat het niet goed op school en voelt de vordering in het spel als een soort succes dat het in de klas niet behaalt. Het is in elk geval nooit een oplossing om ‘dan maar’ de spelcomputer in de kast te zetten. Beter is het om te achterhalen waarom het kind te veel gamet. ‘Te veel’ definiëren we als ‘andere aspecten van het leven komen in het gedrang’. Als het kind goede cijfers haalt en normale sociale contacten onderhoudt, is er geen sprake van overmatig gamen. Een goede check is: zou u zich ook zorgen maken als uw kind net zo veel zou lezen als hij gamet? Is het antwoord: ‘nee’ dan is er waarschijnlijk geen aanleiding tot zorg.

04 Mijn kind wil niet meer samen met mij kijken

Vanaf een jaar of acht, negen, willen kinderen vooral alleen op internet, of met een vriendje. Dit is geen stiekem gedrag en ook niet meteen schadelijk. Het is een teken van zelfstandigheid. In plaats van dat te verbieden, vraag je kind regelmatig of hij of zij wat leuks heeft gezien en of je dat ook mag kijken. Vraag waarom hij dingen kijkt en wat er zo leuk aan is. Ook dit is een manier om het kind tegelijk te begeleiden en te helpen om zelfstandig verantwoorde mediakeuzes te maken. Het verbieden heeft geen zin, omdat je daarmee alleen maar stiekem gedrag in de hand werkt.

In plaats daarvan is het beter om je kind duidelijk te maken dat je hem/haar vertrouwt, en dat je niet boos wordt als ze iets zien waar ze nog niet aan toe zijn. Laat hen weten dat ze dan beter naar je toe kunnen komen om het te vertellen, zodat je dingen kan uitleggen of je kind kan helpen als hij ergens van geschrokken is. Boos worden werkt ook hier averechts. Het kan er juist voor zorgen dat een kind niets meer met je deelt over zijn internetgedrag, waardoor je ook niet meer kunt helpen om vervelende dingen van een context te voorzien.

Grooming

Helaas bestaat het risico dat kinderen slachtoffer worden van online misbruikers. Dit zijn meestal volwassenen die zich voordoen als leeftijdsgenoten, en op die manier een relatie opbouwen. Langzaam maar zeker lokken ze het kind uit om handelingen te verrichten voor de webcam, en die beelden worden vervolgens gebruikt als chantagemiddel om het kind tot nog meer te dwingen. Dit proces wordt ook wel ‘grooming’ genoemd, en kan maanden duren. Mede daarom is het belangrijk om kinderen duidelijk te maken dat ze niet automatisch moeten aannemen dat de persoon aan de andere kant van de verbinding is wie hij zegt dat hij is. Praat over dit soort onderwerpen en leer je kind om vooral nooit dingen te doen waar het zich ongemakkelijk over voelt. Zorg dat je kind weet dat je niet boos wordt als het naar je toe komt na een vervelende ervaring. Groomers proberen je kind in een fuik te laten lopen en het gevoel te geven dat het kind geïsoleerd is. Voorkom dat door te praten over met wie ze online contact hebben en hoe dat verloopt.

©PXimport

05 Online pesten

Het is een misverstand om te denken dat ‘online’ en ‘offline’ twee verschillende werelden zijn. We vinden immers een telefoongesprek ook geen ‘andere wereld’. Communicatie is communicatie. Of dat nu face-to-face, via telefoon of via WhatsApp gebeurt. Dit betekent ook dat online communicatie net zo’n grote impact kan hebben als offline gesprekken of gebeurtenissen.

Online pesten is dan ook vaak een voortzetting van pestgedrag op het schoolplein, met als extra nare eigenschap dat het 24 uur per dag doorgaat. Kinderen maken hierbij gebruik van vreselijke methoden om klasgenoten te terroriseren.

Hierbij maakt de moderne techniek het helaas heel makkelijk om ook op lange termijn veel schade aan te richten. Bijvoorbeeld door geheimen te delen in een groepschat, het delen of online plaatsen van genante foto’s (al dan niet bewerkt) of het doelbewust treiteren van anderen met gemene berichten. Dit soort gedrag is uiteraard zeer schadelijk, ook voor de dader en voor ‘omstanders’. Die laatste groep is namelijk zeker medeschuldig aan het proces. Het alleen aanspreken van de daders is dus niet genoeg. Het is belangrijk om de hele klas op dergelijk gedrag aan te spreken en duidelijk te maken dat niets zeggen ervoor zorgt dat het treiteren door kan blijven gaan. Trek hierover dus zeker aan de bel bij de leerkacht.

06 Praten over (online) pesten

Veel ouders vinden het erg lastig om met hun kinderen over pesten te praten. Toch is dit de beste manier om problemen op te lossen en te voorkomen. Herken afwijkend gedrag door regelmatig te praten over wat je kind online doet en bespreekt. Als het kind zich boos of teruggetrokken gedraagt terwijl hij online is, is dat wellicht een reden om eens over de schouder mee te kijken. Bespreek ook wat dit soort dingen bij een ander kunnen aanrichten. Kinderen hebben nog niet genoeg ervaring om in te zien hoeveel schade ze berokkenen. En ook realiseren ze zich niet dat berichten die je online plaatst, er bijna onmogelijk weer af te halen zijn.

En mocht je kind vertellen dat een klasgenoot gepest wordt, betekent dat niet dat je jouw kind, als ‘omstander’ ook als dader moet bestempelen. Omstanders maken het pesten dan wel mogelijk, maar ze doen dat vaak niet bewust. Ze zouden vaak best iets willen doen, maar weten niet wat en weten niet met wie ze erover kunnen praten.

©PXimport

07 Vloggers, YouTubers en Twitch-streamers

Vloggers en YouTubers zijn immens populair. Dit is niet vreemd, want deze ‘internet-televisie’ wordt gemaakt door jongeren waar kinderen zich mee kunnen identificeren. Het feit dat hun helden ook nog eens succesvol zijn en rijk worden met het maken van grappen of het spelen van videospelletjes, maakt van YouTubers en vloggers ware idolen. Toch zijn er ook risico’s. Voor kinderen tot een jaar of twaalf is het heel moeilijk om het verschil te zien tussen reclame en echt. Vloggers doen heel vaak aan ‘product placement’ zonder dat ze er duidelijk bij vertellen dat ze betaald worden om positief over een product te zijn. Kinderen gaan ervan uit dat wat de vlogger zegt echt waar is. Vraag daarom je kind of je mee mag kijken en praat ook over de reclame. Leg uit dat hij ervan uit moet gaan dat als een vlogger iets aanprijst, hij dit doet omdat hij ervoor betaald wordt. Maar besef dat zelfs als je dit goed uitlegt, kinderen dit heel moeilijk vinden om te accepteren.

©PXimport

08 Slaap problemen

Ons dag-nachtritme wordt voor een groot deel bepaald door licht. Als het gaat schemeren wordt het donkerder, maar wordt het licht ook roder. Dit is voor het brein een teken om te beginnen met de aanmaak van melatonine. Dit is een hormoon dat ervoor zorgt dat we slaperig worden. Ons brein wordt klaargemaakt voor slaap. Het is helaas heel makkelijk om dit proces te verstoren. Beeldschermen geven namelijk licht waar veel blauw in zit. Blauw licht zorgt er voor dat de aanmaak van melatonine wordt tegengegaan.

Moderne smartphones en tablets hebben een nachtstand, zoals Nightshift op iOS, of je kunt er een app voor downloaden. Deze nachtstand verandert ’s avonds de kleur van het scherm, zodat er minder blauw licht in onze ogen valt. Voor computers kun je het gratis programma f.lux downloaden en installeren, dat hetzelfde doet.

Behalve dit fysiologische proces, zorgt schermgebruik ook op andere manieren voor een verstoorde nachtrust. De opwinding van een spannend spelletje of een druk chatgesprek kan het inslapen moeilijker maken. Als je ontdekt dat je kind minder goed inslaapt, kan het helpen om anderhalf uur voor het slapengaan mobieltjes en computerspellen te verbieden. Kinderen die wel goed slapen kunnen volstaan met een halfuur voor bedtijd stoppen met internetten en/of gamen.

©PXimport

Afschermen of weerbaar maken?

Er is niets mis met het daadwerkelijk beschermen van je kind tegen het zien van inhoud waar het nog niet aan toe is. Hoewel sommigen denken dat je kinderen vooral weerbaar moet maken, heeft dit op jonge leeftijd gewoon nog geen zin. Er is geen voordeel aan het blootstellen van kinderen aan inhoud die eng of sexueel getint is. Ze worden er niet ‘hard van’, ze hebben de emotionele ervaring niet om het een plaats te geven. Scherm jonge kinderen dus vooral af van nare beelden, of dat nu online is of op tv.

09 Spelen kinderen nog wel buiten?

Er wordt weleens beweerd dat kinderen met een smartphone of spelcomputer minder buitenspelen. Dit blijkt niet zo te zijn. Hoeveel een kind buiten aan het spelen is, heeft vooral te maken met de leefomgeving. Kinderen in steden hebben nu eenmaal minder ruimte en er is minder groen om in te ravotten. Het is vooral dankzij de steeds verder toenemende vraag naar parkeerplaatsen en wegen, dat kinderen geen (veilige) plek meer hebben om buiten te spelen. Dit blijkt ook uit het feit dat kinderen in dorpen nog gewoon veel buiten spelen. Ook als ze een spelcomputer hebben. Er is dus geen verband aangetoond tussen smartphone/spelcomputergebruik en buitenspeeltijd.

▼ Volgende artikel
Google Presentaties: presenteren kun je leren
© ID.nl
Huis

Google Presentaties: presenteren kun je leren

PowerPoint is voor velen nog steeds het standaardprogramma voor het maken van professionele presentaties. Maar wie geen geld wil uitgeven én makkelijker wil samenwerken, kan ook prima uit de voeten met Google Presentaties. Deze gratis webapp draait in de browser. Licenties, versieconflicten en het rondsturen van bijlagen behoren daarmee tot het verleden. We leggen uit hoe je eenvoudig overstapt.

Om je eerste slide te maken, heb je alleen een Google-account nodig. Log in op Drive (https://drive.google.com) en kies rechtsboven Nieuw, gevolgd door Google Presentaties (https://slides.google.com). Er opent automatisch een leeg bestand in een nieuw tabblad. Dat wordt opgeslagen in de cloud terwijl je typt. Links staat de dia-navigator, centraal het canvas, rechts het eigenschappenvenster.

Klik bovenin op Naamloze presentatie om de bestandsnaam te veranderen; dat is ook de naam van de link die je later deelt. Via Bestand / Pagina-instelling pas je het formaat aan, bijvoorbeeld breedbeeld 16:9 of klassiek 4:3. Vergeet niet via Bestand / Taal Nederlands te kiezen (als dat niet al goed staat), zodat autocorrectie goed werkt. Handig is ook de toetscombinatie Ctrl+M (zowel Windows als Mac) om nieuwe dia’s in te voegen. Net als in PowerPoint kun je thema’s toepassen: druk op Thema in de werkbalk en blader door de sjablonen. Kies maar een geschikte uit.

We zijn klaar om van start te gaan.

Soorten dia’s 

Als je eenmaal meerdere dia’s hebt, klik je met rechts op een miniatuur in de linkerbalk. Daar kies je voor Lay-out toepassen om snel tussen titel-dia, kop-inhoud of twee kolommen te wisselen. Je kunt bijvoorbeeld kiezen voor een nieuwe dia met alleen een kop, ideaal voor overgangsslides, of juist een wat meer uitgebreide slide.

Door een dia naar boven of beneden te slepen verander je de volgorde. Met Shift selecteer je meerdere slides tegelijk. Wil je een dia dupliceren? Gebruik dan de toetscombinatie Ctrl+D, of Cmd+D op de Mac, en pas alleen de details aan.

Het maken van een nieuwe dia en het schuiven met de volgorde werkt net zoals in PowerPoint.

Live samenwerken

De echte kracht van Google Presentaties ligt in het gelijktijdig samenwerken zonder gedoe met versienummers. Klik rechtsboven op Delen, voer e-mailadressen in of genereer een link met Iedereen met de link / Bewerker. Via Bekijken / Live aanwijzers / Mijn cursor tonen zien collega’s je cursor live bewegen; hun cursors krijgen elk een eigen kleur. Met het camerapictogram bovenaan kun je een call opzetten met iedereen die aan de presentatie aan het werk is. Reageren gebeurt via Opmerking toevoegen, waarna deelnemers met @naam anderen kunnen taggen en taken kunnen toewijzen.

Wanneer iemand een dia verwijdert, vind je die later terug onder Bestand / Versiegeschiedenis / Versiegeschiedenis bekijken. Daar herstel je elke vorige versie met een klik op Deze versie herstellen in het menu met de drie puntjes. Geef belangrijke mijlpalen een naam, zodat je later sneller kunt terugkeren. Voor offline overleg exporteer je naar PowerPoint via Bestand / Downloaden / Microsoft PowerPoint (.pptx); alle animaties blijven behouden. De omgekeerde route werkt ook: sleep een pptx-bestand naar Drive, open het, en het wordt automatisch geconverteerd zonder lay-outfouten.

Live samenwerken is een van de belangrijke pluspunten van Google Presentaties.

Verschillen met PowerPoint 

De grootste vraag bij overstappen is natuurlijk: wat mis ik als ik naar Google Presentaties verhuis? Verrassend weinig, maar er zijn verschillen die je workflow beïnvloeden. PowerPoint staat bekend om zijn uitgebreide animatietijdlijn en de mogelijkheid om meerdere bewegingstrajecten op één object te stapelen. Google Presentaties biedt basale vervaag-, verschuif- en inzoomtransities, maar je kunt nog geen complexe padanimaties tekenen. Ook ontbreken geavanceerde dia-overgangen zoals Morph.

Verder ondersteunt PowerPoint het insluiten van lettertypes in een pptx-bestand, waardoor je presentatie overal identiek blijft. Google Presentaties gebruikt daarentegen webfonts; bij offline export kan daardoor het uiterlijk iets verschuiven. Macro’s in VBA vind je niet terug, maar Apps Script (https://script.google.com) vult veel automatisering toch in.

Daar staat tegenover dat collaboratief werken, automatische versiegeschiedenis en publieksparticipatie standaard zijn en in PowerPoint pas met plug-ins beschikbaar komen. Kortom: heb je vooral statische of licht dynamische presentaties, dan stap je zonder problemen over. Voor complexe animaties kun je altijd PowerPoint achter de hand houden.

Interactieve elementen

Een presentatie springt eruit wanneer beeld, video en interactie worden ingezet. Voeg een foto in via Invoegen / Afbeelding / Uploaden vanaf computer of selecteer de ingebouwde optie Zoeken op internet om rechtenvrije afbeeldingen te vinden. Sleep de hoekgrepen om te schalen.

Uiteraard kun je ook gifjes uploaden via Invoegen / Afbeelding / Gif’s en stickers. Video werkt net zo eenvoudig: kies Invoegen / Video en plak een YouTube-url, of selecteer een Drive-bestand. In de rechterzijbalk stel je in of de video automatisch afspeelt, op een bepaald tijdstip start of stil wordt gezet.

Een hele tabel kun je inladen met Invoegen / Diagram / Uit spreadsheets; de resultaten verschijnen op een dia. Links voeg je toe door de tekst te selecteren en de toetscombinatie Ctrl+K of Cmd+K te gebruiken.

Uiteraard is het embedden van een YouTube-video een fluitje van een cent.

Presentatorweergave en Q&A

Tijdens het presenteren wil je meer dan alleen dia’s tonen; je wilt ook interactie en timing beheren. Start de diavoorstelling via Diavoorstelling rechtsboven met Ctrl+F5, of Cmd+Enter op Mac. Kies via het Pijltje voor Presentatorweergave en de presentatie opent in een nieuw venster terwijl een tweede tab verschijnt met een presentatorvenster. Daar zie je notities, een timer en knoppen om vragen te accepteren.

Activeer Tools voor het publiek / Nieuwe sessie starten en deel de gegenereerde korte url boven in het scherm. Deelnemers stellen anoniem of met naam vragen op hun telefoon of laptop; jij ziet ze binnenkomen en markeert relevante items met Selecteren zodat ze in de dia verschijnen. Wil je tijdelijk pauzeren, druk dan op B om het scherm zwart te maken terwijl je spreekt. Zo bewaak je de regie, beantwoord je vragen en behoud je contact met je publiek in realtime.

Google Presentaties heeft een paar handige functies voor interactie ingebouwd.

Sneltoetsen die tijd besparen

Elke muisklik die je bespaart tijdens het bouwen van dia’s levert minuten op. De volgende toetscombinaties werken in vrijwel elke browser en versnellen je werkproces direct.

Met Ctrl+M maakt een nieuwe dia aan, terwijl Ctrl+D (Mac: Cmd+D) het geselecteerde element of de hele dia dupliceert.

Je zoomt in en uit met Ctrl+scrollwiel zodat je details nauwkeurig plaatst.

Druk op Shift+Pijltje om objecten per pixel te verplaatsen, zodat je ze nog nauwkeuriger kunt plaatsen.

Alt+Shift+F opent de werkbalk voor lettertypes, waarna je met de pijltjes door het lijstje bladert.

Tijdens het presenteren wissel je naar de vorige dia met P en ga je verder met N, of Spatie, of PijltjeRechts. Voor een virtuele laserpointer druk je op L; je cursor verandert in een rood spoor dat het publiek volgt. Leer deze combinaties uit het hoofd en je merkt meteen dat het ontwerp vlotter en preciezer verloopt bij elk project.

Offline en back-ups

Hoewel Google Presentaties online leeft, kun je zonder internet toch presenteren. Open eerst Google Drive, klik op het tandwiel, kies Instellingen en vink Offline aan. Google downloadt automatisch je recentste bestanden, inclusief presentaties. Test de verbinding door wifi uit te schakelen en druk op Presenteren; alles werkt lokaal, inclusief video die in Drive was opgeslagen. Zorg wel dat je de presentatie vooraf opent zodat de media worden opgeslagen en uit het geheugen worden opgehaald.

Maak daarnaast een back-up als pdf: ga naar Bestand / Downloaden / Pdf-document (.pdf). Zo kun je altijd nog dia’s tonen vanaf elke laptop. Google synchroniseert je wijzigingen zodra het netwerk terugkeert, waardoor niets verloren gaat en de versiegeschiedenis intact blijft. Zo presenteer je overal, zelfs in afgelegen conferentieruimtes zonder wifi.

Google Drive leeft online, maar Google Presentaties werkt ook als je geen internetverbinding hebt.

Extensies en automatisering

Wil je functies die verder gaan dan de standaardset, dan biedt de add-onmarkt verrassende mogelijkheden. Open Uitbreidingen / Add-ons / Add-ons toevoegen en zoek bijvoorbeeld naar Slides Toolbox, en loop door de stappen heen. Na installatie verschijnt een zijvenster waarin je met één klik dubbele spaties opruimt, lettergrootte gelijkmaakt of alle objecten exact centreert.

Voor datagedreven dia’s installeer je Autocrat. Daarmee maak je in Google Sheets een tabel, koppel je kolommen aan tekstvelden in je presentatie en laat je het script voor elke rij automatisch een maatwerkdeck genereren. Start de workflow via Extensies / Autocrat / Start en volg de wizard.

Er zijn add-ons voor het maken van video’s, tools voor het schrijven van wiskundige formules en - heel veel - AI-tools om slides of hele presentaties te maken.

Voor functies die niet zijn ingebouwd, kun je altijd kijken of er een add-on beschikbaar is.

Soepel en kosteloos

Met Google Presentaties kun je vrijwel alles doen wat je gewend bent in PowerPoint, maar dan zonder gedoe met licenties of losse bestanden. Je werkt direct in de cloud, kunt tegelijk met anderen aan de dia’s werken en alle versies worden automatisch bewaard.

Voor de uitstraling zijn er genoeg thema’s, sjablonen en uitbreidingen om je presentatie strak vorm te geven. En met de ingebouwde publieksweergave en Q&A-functie betrek je je publiek gemakkelijk. Zelfs zonder internet kun je doorgaan dankzij de offline-modus, waarna alles weer netjes wordt gesynchroniseerd.

Alleen wie ingewikkelde animaties nodig heeft, is soms nog beter af bij PowerPoint, maar voor verreweg de meeste presentaties – op school, werk of privé – is Google Presentaties een soepel en kosteloos alternatief. 

▼ Volgende artikel
Review Shark FlexStyle 5-in-1 Föhn en Multistyler – Complete keuze voor drogen en stylen
© Shark Ninja
Gezond leven

Review Shark FlexStyle 5-in-1 Föhn en Multistyler – Complete keuze voor drogen en stylen

De Shark FlexStyle 5-in-1 Föhn en Multistyler is een föhn en luchtstyler ineen. Hij wordt geleverd in een reiscase met allerlei accessoires om verschillende soorten kapsels in model te brengen. Het bedrijf heeft goed gekeken naar de concurrentie, die vergelijkbare tools aanbiedt tegen een flink steviger prijskaartje. Is dit een goed alternatief?

Goed
Conclusie

Dit is een complete en draagbare oplossing voor wie een snelle föhn en veelzijdige luchtstyler in één apparaat wil. De bediening is rechttoe rechtaan. Je kiest uit drie warmtestanden en drie luchtstroomstanden en fixeert met de Cool Shot. De temperatuur wordt continu bewaakt en gereguleerd om pieken te voorkomen; doel is snel drogen en stylen zonder extreme hitte. De resultaten op kort, lang en krullend haar zijn constant zodra de opzetstukken en secties goed gekozen zijn. Wie liever een stiller apparaat heeft of geen leercurve wil bij de krullers, zal misschien verder willen kijken. Wie snelheid, volledigheid en een milde hittebenadering belangrijk vindt, zit met de Shark FlexStyle goed.

Plus- en minpunten
  • Complete set met bruikbare opzetstukken
  • Krachtige luchtstroom en constante temperatuurregeling
  • Snel drogen en stylen met milde hetelucht
  • Prijs aantrekkelijker dan de concurrentie
  • Knoppen lastig blind te bedienen in het begin
  • Leercurve bij Auto-Wrap-krullers en wisselen van hulpstukken
  • Reiscase gevuld niet heel licht om mee te nemen

SharkNinja is één bedrijf dat onder verschillende labels consumentenartikelen uitbrengt. Bij eerdere tests, van onder meer de Ninja CRISPi, bleek al dat het bedrijf gebruiksvriendelijke producten maakt, met duidelijke handleidingen en prijzen die vaak vriendelijker uitvallen dan bij andere merken. In dit geval betreft de directe concurrentie de Dyson Airwrap, een vergelijkbare set tegen een aanzienlijk hogere prijs.

©Saskia van Weert

Wat zit er in de doos

Maar eerst even over de Shark FlexStyle 5-in-1 Föhn en Multistyler. De set bestaat uit een handstuk, twee 32millimeter zogeheten Auto-Wrap-krullers (voor krullen links en rechts van het hoofd), een platte borstel om tijdens het drogen te stylen, een ovale borstel voor volume en glans, een stylingconcentrator voor gericht föhnen en een diffuser met uitschuifbare 'vingers' voor krullend haar. Dit alles met een handleiding, tevens inspiratieboekje, in een luxe zwarte reiscase. Die overigens met alle spullen erin wel draagbaar is, maar niet zo licht dat je hem overal mee naartoe zult nemen.

©Saskia van Weert

Testopzet

Omdat de auteur van deze review met een kort kapsel beperkt de mogelijkheid heeft tot uitgebreid stylen, is de bevriende fashion influencer Larissa Mol de set uitgebreid komen uitproberen, en heeft een familielid met sterk krullend haar de diffuser ingezet om de krullen te temmen.

Ontwerp en werking

De werking van deze set is eenvoudig. Met een draai wissel je van föhnstand naar stylingstand. Een deel van de accessoires is te gebruiken met het handstuk in rechte stand. Met een schuifknop draai je voor de andere onderdelen een deel van de bovenzijde opzij, zodat er een rechte hoek ontstaat. Daar klik je een opzetstuk op, bijvoorbeeld om je haar droog te blazen.

Iets wat opvalt, is dat de set aanvankelijk vrij zwaar aanvoelt vergeleken met los gebruik van een föhn of krulborstel. Hij weegt 700 gram, wat later bij het uittesten geen probleem bleek te zijn.

©Shark Ninja

Bediening en knoppen

Onderaan het handstuk zitten een aan-uitknop en verschillende knoppen voor de gewenste warmte en de gewenste airflow, ofwel hoe hard de föhn blaast. Een stukje naar boven zit nog een knop voor de zogeheten Cool Shot, waarbij er koude lucht wordt uitgeblazen, belangrijk om bijvoorbeeld een zojuist gemaakte krul te fixeren.

Maak je haar handdoekdroog voor het stylen

Bijvoorbeeld met deze goed geteste set handdoeken!

Bedieningsgemak: aandachtspunten

Wat een beetje onhandig is, is dat de knoppen in het begin niet gemakkelijk op de tast te bedienen zijn. Er zitten geen nokjes op waardoor je zonder te kijken niet voelt welke knop je aanraakt. Zeker als starter moet je echt goed kijken welke knop je nodig hebt en waar die zit en de styler constant omdraaien om het in beeld te krijgen. Dat maakt stylen een beetje een gehannes. Niet helemaal duidelijk verder is of de Cool Shot afzonderlijk werkt tijdens het föhnen of dat de warmte-knop eerst uitgezet moet worden en daarna pas de koude lucht aangezet kan worden. Pas na wat langer gebruik werd het switchen tussen de verschillende standen wat intuïtiever.

©Shark Ninja

Ervaring met de krulopzetstukken

De afzonderlijke accessoires bevallen goed. Het opvallendst zijn de twee hulpstukken om het haar te krullen. De werking lijkt vrij omslachtig. Er is een onderdeel voor de linkerhelft van het hoofd en een voor de rechterhelft. Je houdt een lok haar beet op 10 centimeter van de onderkant en brengt de kruller achter het haar. De kruller wikkelt het haar dan automatisch om zichzelf heen, een beetje zoals iemand met een krultang zelf handmatig doet. Dit werkte verrassend goed.

Wat minder handig is, is dat de opzet van de set eigenlijk vereist dat iemand eerst de ene helft van het hoofd in de krul zet en dan pas de andere. Dat is niet hoe mensen dit in de praktijk doen, dus switchen tussen de hulpstukken moet je wel willen en je moet er de tijd voor hebben.

©Saskia van Weert

Praktijk: drie kapsels getest

De set is in de praktijk getest op drie kapsels. Op kort haar van kinlengte werkte een combinatie van concentrator en platte borstel het snelst: eerst tot circa tachtig procent droog föhnen, daarna met de platte borstel in model brengen.

Op lang en dik haar lag de nadruk op de Auto-Wrap-krullers. Werken in kleinere secties en direct afkoelen met Cool Shot gaf gelijkmatige krullen met volume, die wel wat sneller uitzakten dan met een krultang.

Op krullend haar is vooral met de diffuser gewerkt. De set lijkt het haar zachter en glanzender te maken dan andere vergelijkbare sets. Ook bij gebruik van de diffuser viel op dat er veel minder zogeheten frizz ontstond.

©Saskia van Weert

Pluspunten en minpunten

De pluspunten liggen in de volledigheid van de set, de snelheid van drogen en relatief milde hetelucht. In één doos zitten alle gangbare tools, inclusief een volwaardige diffuser. De luchtstroom is krachtig, de temperatuurregeling voorkomt hittepieken en het gewicht blijft rond de 700 gram.
Er zijn ook minpunten. De Auto-Wrap-krullers vragen gewenning; richting wisselen, secties kiezen en de juiste droogtegraad van het haar bepalen vergt oefening. Het geluidsniveau is vergelijkbaar met de herrie die een handendroger in een restaurant maakt.

Conclusie

Samenvattend is dit een complete en draagbare oplossing voor wie een snelle föhn en veelzijdige luchtstyler in één apparaat wil. De bediening is rechttoe rechtaan. Je kiest uit drie warmtestanden en drie luchtstroomstanden en fixeert met de Cool Shot. De temperatuur wordt continu bewaakt en gereguleerd om pieken te voorkomen; doel is snel drogen en stylen zonder extreme hitte.

De resultaten op kort, lang en krullend haar zijn constant zodra de opzetstukken en secties goed gekozen zijn. Wie liever een stiller apparaat heeft of geen leercurve wil bij de krullers, zal misschien verder willen kijken. Wie snelheid, volledigheid en een milde hittebenadering belangrijk vindt, zit met de Shark FlexStyle goed.