ID.nl logo
Wat als het hele internet offline gaat?
© PXimport
Huis

Wat als het hele internet offline gaat?

Onze dagelijkse levens, economie en kritische infrastructuur steunen vandaag op het internet. Maar wat als het hele internet offline gaat? De voorbije jaren vonden er regelmatig grootschalige incidenten plaats. Een onheilspellend teken voor de toekomst?

Op 4 oktober 2021 ging Facebook, en alle diensten die het runt zoals Messenger, Instagram en WhatsApp, offline. Een interne fout zorgde ervoor dat de datacenters van het bedrijf (dat tegenwoordig Meta heet) niet meer vindbaar waren vanaf de rest van het internet. Het duurde tot zes uur om deze fout recht te zetten.

Dat zorgde voor zware problemen. Voor heel wat mensen in de wereld zijn apps zoals Whatsapp cruciaal om te communiceren met vrienden en familie of om hun werk te doen. Dat het plots wegviel was dramatisch voor hen. Het toonde onmiddellijk hoe afhankelijk onze maatschappij is van het internet.

Internetstoringen vonden de voorbije jaren regelmatig plaats. Alleen dit jaar al zorgden problemen bij de online dienst Fastly dat belangrijke sites zoals Reddit, Amazon en Spotify offline gingen. En eind 2020 zorgde een storing bij de datacenters van Amazon dat een groot deel van het internet ontoegankelijk was. Ons internet is dus tegelijk cruciaal, maar ook kwetsbaar. Maar hoe kwetsbaar is het net? En is het realistisch dat het hele netwerk offline gaat? We doken in het internet, en spraken met de mensen die de belangrijke schakels van het netwerk online houden.

©PXimport

Atoombunkers

Een eerste belangrijke schakel zijn datacenters. Dat zijn grote warenhuizen vol servers waarop zowat alle apps, websites en online software ter wereld staan. Een fout daar kan dramatisch zijn, maar niettemin bereiden datacenters zich constant voor om problemen te voorkomen. “Datacenters zijn gebouwd om continuïteit te garanderen”, stelt Stijn Grove, managing director van de Dutch Datacenter Association. Dat doen ze op verschillende manieren, en redundanties inbouwen staat voor hen centraal. “Stel dat de netstroom uitvalt”, vertelt Grove. “Dan gaat een datacenter naar zijn noodstroomvoorziening. Bijna elk datacenter heeft een tweede stroomvoorziening, in de vorm van batterijen of een noodgenerator. En sommigen hebben zelfs een derde bron van elektriciteit klaarstaan. Zo is er altijd een back-upsysteem. Maar het gaat verder. Elke zaal moet zijn eigen switches hebben bijvoorbeeld, zodat overal de stroom juist kan worden omgeschakeld. Dat testen we ook. Datacenters doen zogenaamde ‘black building’-testen, waarbij we de stroom afzetten en we kijken of alles het doet.”

Een gemiddeld datacenter kan zo 24 uur overleven op noodstroom zonder dat er elektriciteit van buitenaf komt. “De stroom valt vaker uit dan het internet”, stelt Grove. “In 2015 was er een grote stroomstoring in Nederland, maar het internet zelf deed het nog wel. Wifi werkte dan natuurlijk niet meer, omdat het elektriciteit nodig heeft. Maar als je online zat via mobiele netwerken dan kon je gewoon door blijven werken.”

De stroom valt vaker uit dan het internet

-

Fysieke beveiliging

Er is een focus op de fysieke veiligheid van datacenters. “Er is een hekwerk en doorgaans ook een slotgracht rond een datacenter”, stelt Grove. “De muren zijn van dik beton. En binnen het datacenter kan je enkel de ruimte betreden waarvoor je geaccrediteerd bent. Je krijgt dus een toegangspas en je moet jezelf aanmelden. Je wordt zelfs gewogen wanneer je binnen en buitengaat, zodat er niemand iets achterlaat of meeneemt. Voor heel veel bedrijven is dit een kritieke omgeving, dus je wil dat zo goed mogelijk beveiligen.”

Die beveiliging wordt volgens een viervoudig model ingedeeld. “Bij een tier 1 datacenter is er maar één noodstroomvoorziening, en er is maar één back-up voor alles”, stelt Grove. “Tier 4 datacenters staan helemaal aan de andere kant van het spectrum, deze bevinden zich in atoombunkers met verschillende lagen van redundantie. De meeste commerciële datacenters in Nederland bevinden zich in tier 3.”

©PXimport

Digitale afhankelijkheid

Maar hoe kwam het dat de datacenters van Facebook begin oktober onbereikbaar bleken, zodat al hun diensten even offline waren? “Dat gaat over de IT van de servers die in de datacenters staan”, stelt Grove. “De storing bij Facebook kwam door een probleem in het DNS, dat ervoor zorgde dat de adressering naar de datacenters van Facebook afwezig was. Van buitenaf kon je de datacenters van Facebook dus niet meer vinden. Ze waren nog wel online, maar de verbinding ertoe werd niet gelegd.”

Volgens Grove toont dat het risico van concentratie in de digitale sector. “We moeten beseffen hoe we verbonden zijn met de hele digitale wereld”, stelt hij. “Bepaalde digitale spelers worden zo groot dat als zij wegvallen er ook een hoop cruciale online diensten wegvallen. Gelukkig zijn er heel veel cloud-providers, en hebben heel wat bedrijven nog eigen datacenters voor hun primaire activiteiten. Dat gaat over organisaties zoals overheden, maar ook kritische zaken zoals ziekenhuizen. Zij hebben eigen IT-systemen, die vaak verspreid staan over verschillende datacenters. Als er één zou wegvallen, dan is er nog een back-up. Niet alles gaat via Amazon, Microsoft, Google of Facebook. Maar er is wel een afhankelijkheid van een kleine groep spelers. De cloudmarkt wordt gedomineerd door Amerikaanse partijen.”

Grove stelt wel dat het besef van die afhankelijkheid groeit op Europees niveau. En hij juicht initiatieven toe die de Europese cloud-infrastructuur willen versterken, zoals Gaia-X.

Bepaalde digitale spelers zijn zo groot, als zij wegvallen, verdwijnen er ook veel cruciale diensten

-

Redundant en gedistribueerd

De meeste storingen komen weliswaar tot stand door menselijke fouten. Dat stelt Niels den Otter, teamleider netwerk engineering bij SURF, de organisatie die het netwerk van de Nederlandse universiteiten en onderzoeksinstellingen beheert. “De meeste storingen starten bij werkzaamheden aan het netwerk”, stelt hij. “Dat proberen we natuurlijk te vermijden via een redundante netwerkarchitectuur en het goed plannen van werkzaamheden. Als we een aanpassing moeten doen waarvan we weten dat het risicovol is, dan doen we dat op een moment dat er weinig gebruik gemaakt wordt van het netwerk. Maar soms kan het ook misgaan bij minder gevoelige aanpassingen. Dat gebeurt op allerlei soorten schalen, je hebt grootschalige internetstoringen, maar er zijn ook zaken die praktisch niemand ziet. Glasvezelkabels breken bijvoorbeeld regelmatig, maar het netwerk is zo ingericht dat je het verkeer gewoon omleidt.”

Het internet als netwerk is namelijk vrij veerkrachtig. “Het internet an sich is vrij redundant en gedistribueerd”, stelt den Otter. “Niettemin kunnen bepaalde netwerken wel onbereikbaar worden. Verkeerde configuraties zorgen soms voor problemen, denk maar de recente Facebook-storing, en dat kan een effect hebben op het verkeer van anderen.”

Wel waarschuwt den Otter voor toenemende concentratie van het internet. Het netwerk als geheel mag dan wel redundant en gedistribueerd zijn, maar als een groot deel van de wereldbevolking afhankelijk is van diensten van één bedrijf, dan is een storing bij dat bedrijf voor een erg grote groep zichtbaar. Dat verhoogt de impact van lokale storingen.

Ook zijn er plekken waar de impact van storingen groter is. “Elk netwerk heeft wel plaatsen die cruciaal zijn”, stelt den Otter. “Die voer je redundant uit, maar deze plaatsen blijven wel gevoeliger dan andere plekken in het netwerk. Als op zo’n plaats iets misgaat, dan is de kans dat klanten daar last van hebben veel groter. Internet exchanges zijn bijvoorbeeld cruciaal, maar ook de routers waarmee de internetproviders gekoppeld zijn aan die exchanges zijn gevoelig. Dat is de connectie met de buitenwereld. Als één zo’n router wegvalt dan heeft dat een grote impact en moet behoorlijk veel verkeer via andere routes verstuurd worden.”

©PXimport

Ik hoor soms nog horrorverhalen over de outage van 2015

-

Internet-knooppunt

Ruben van den Brink, CTO van AMS-IX, de internet exchange van Amsterdam, probeert alvast zo’n scenario’s te vermijden. Hij legt uit wat een internet exchange doet. “Het internet is een netwerk van netwerken. Het internet wordt gevormd door vele organisaties die hun eigen netwerk beheren, van universiteiten tot ISP’s. De enige manier waarop dat wereldwijd functioneert is door informatie van het ene naar het andere netwerk te routeren. Dat betekent dat die netwerken aan elkaar geknoopt moeten worden, wat gebeurt bij een internet exchange.”

Dat maakt een internet exchange een knooppunt dat gevoelig is voor verstoring. “Het kan op een aantal manieren foutlopen”, vertelt van den Brink. “Eén manier is apparatuur die faalt. Apparaten komen bijvoorbeeld zonder stroom te zitten. Als een datacenter om één of andere reden wegvalt, dan is dat deel van je netwerk onbereikbaar. Daarom doen de meeste professionele datacenters alles eraan om ervoor te zorgen dat zoiets niet gebeurt.”

Opnieuw zijn redundantie en decentralisatie hier kernprincipes. “AMS-IX zit in Nederland verspreid over 16 datacenters”, vertelt van den Brink. “We zitten dus niet op één plek. Die datacenters zijn allemaal met elkaar verbonden, waardoor we verkeer zo efficiënt mogelijk her-routeren. Eén router kan natuurlijk uitvallen. Elk van onze klanten zit echter altijd minstens aan twee routers gekoppeld, zelfs wanneer ze maar verbonden zijn met één glasvezelkabel. Dat doen we via een photonische cross-connect. Dat is een apparaat dat het licht uit de glasvezel kan schakelen tussen twee andere poorten via een spiegel. Als aan één kant van de router niet werkt, dan schakelen we de verbinding gewoon om. Redundantie zit in alles wat we doen.”

©PXimport

Van den Brink stelt opnieuw dat de grootste bron van problemen menselijke fouten zijn. “Ik hoor onder onze netwerk engineers soms nog horrorverhalen over de outage van 2015”, stelt hij. “Een engineer in een datacenter maakte per ongeluk een loop. Als dat gebeurt dan is het protocol niet slim genoeg om te voorkomen dat die pakketjes heel de tijd worden rondgestuurd. Zo trek je de bereikbaarheid naar beneden, en dat gebeurde dus in 2015.”

Tijdens die storing werden een aantal sites zoals Facebook en GeenStijl, moeilijker of helemaal niet bereikbaar in Nederland. Dat probleem was snel verholpen, maar zorgde wel voor een kortstondige verstoring van het internetverkeer dat via de exchange liep. Niettemin gaat het niet altijd over zo’n menselijke fout. In juni van dit jaar gingen bijvoorbeeld duizenden websites zoals Reddit, Amazon en CNN offline. De boosdoener was de dienst Fastly, dat het laden van sites versnelt door een versie op een lokale server op te slaan. Een software-bug zorgde ervoor dat die dienst wegviel, en dus ook alle sites die er gebruik van maakten.

Zero-touch

Toch is het volgens van den Brink verstandig om in te zetten op automatisatie. “De heilige graal van netwerkbeheer wordt vaak zero-touch genoemd. De grootste bron van fouten in het netwerk zijn mensen. Dus het is logisch dat je zo weinig mogelijk menselijke ingrepen wil, en dus zoveel mogelijk automatiseert. Door te zorgen dat je het beheer en administratie aan goedgeteste software overlaat voorkom je inconsequenties.”

Maar zorgt dat niet voor extra kwetsbaarheden? Want een probleem in de software kan grote gevolgen hebben. “Op het moment dat je meer vertrouwt op software, dan moet je ook meer procedures rond die software hanteren”, stelt van den Brink. “Dat betekent dat je code op een goede manier schrijft, laat reviewen en verschillende testfases laat doorlopen.”

Maar wat als een internet exchange dan wel uitvalt? Dat is een moeilijk scenario volgens van den Brink, maar niet apocalyptisch. “De kracht van het internet steunt op de decentralisatie ervan”, stelt hij. “Onlangs verscheen er een studie van de Universiteit Twente. Zij deden een simulatie met de internet-exchanges van Europa, en wat er zou gebeuren als zij zouden uitvallen. Daaruit bleek bijvoorbeeld, dat als de Duitse internet exchange zou wegvallen, netwerken hun pakketjes grotendeels via de Amsterdam Internet Exchange zouden sturen. Er is altijd een back-up route wanneer het fout gaat.”

De grootste bron van fouten in het netwerk zijn mensen

-

DDOS-aanvallen

Het goede nieuws is dus dat het internet niet zomaar zal uitvallen. Op allerlei punten zijn cruciale schakels redundant gemaakt. Die decentrale aard maakt het internet dus erg sterk. Delen ervan kunnen wel problemen ondervinden, maar een algehele shutdown is zeer onwaarschijnlijk.

Niettemin zijn er trends die bezorgdheid opwekken bij experts. Zo is er de consolidatie van de markt die het internet kwetsbaarder maakt voor panne. En dan zijn er nog de bewuste aanvallen van kwaadaardige spelers. “Aanvallen kunnen voor commerciële of zelfs politieke doelen plaatsvinden”, stelt Georgios Smaragdakis, professor cybersecurity aan de TU Delft. “Overheden doen dat steeds meer. In 2007 en 2008 gebeurde er bijvoorbeeld een aanval op Georgië en Estland door Rusland. Het resultaat was dat de internetinfrastructuur van Georgië zwaar in de problemen kwam, terwijl Estland, die meer had ingezet op digitalisering, er beter doorkwam.”

Daartegen beveiligen we onszelf, maar we zullen er altijd kwetsbaar voor blijven. Volgens Smaragdakis is dat omwille van de manier waarop het internet werd ontworpen. “Het zwakste punt van het internet is dat het geen ingebouwde veiligheid heeft”, besluit hij. “Het internet is meer dan vijftig jaar geleden gebouwd om netwerken te verbinden. De ontwerpers veronderstelden toen dat alle partijen elkaar zouden kennen en vertrouwen. Als er dus spelers zijn die slechte bedoelingen hebben dan kunnen we ze niet stoppen. Tegelijk is het vandaag erg moeilijk om zo’n maatregelen te introduceren, want het zou een akkoord verwachten tussen heel wat verschillende, decentrale spelers. Het internet is fragiel. Zo zijn er DDOS-aanvallen. Een aanvaller stuurt zo erg veel verkeer naar een server, zodat het onderuit gaat. Daar is geen ingebouwde verdediging tegen, en gebeurt heel regelmatig. Heel wat bedrijven, gebruikers en overheden ondervinden er de gevolgen van.”

Een algehele internet-shutdown is zeer onwaarschijnlijk. Maar dat betekent niet dat we niet bezorgd moeten zijn. Een dreiging is er altijd, en we moeten waakzaam blijven voor de kritieke infrastructuur die het internet ondertussen werd.

Het zwakste punt van internet is dat het geen ingebouwde veiligheid heeft

-

Vernietigt de zon het internet?

©PXimport

Niet enkel cyberaanvallen of stroomuitval bedreigen het internet, ook de zon kan het globale netwerk misschien onderuit halen. Zo vrezen wetenschappers dat een zonnestorm mogelijk het internet offline zal zetten. “Zonnestormen zijn plasmawolken”, vertelt Tom Van Doorsselaere, hoogleraar aan de KU Leuven met een specialisatie in plasma-astrofysica. “Er zijn vier toestanden van materie: vast, vloeistof, gas en plasma, wat weinig voorkomt op aarde. Plasma is gas dat erg heet wordt en zo geladen, in plaats van neutrale, deeltjes bevat. Zo’n zonnestorm is een plasmawolk die naar de aarde komt, en doordrenkt is van een magneetveld.”

Een zonnestorm raakt regelmatig onze aarde, en komt ons magnetische veld binnen aan de Noord en Zuidpool. Meestal heeft dat weinig gevolgen. Het veroorzaakt vooral het bekende noorderlicht. Maar een heel intense zonnestorm zou wel zware gevolgen kunnen hebben.

“Als je aan een dynamo draait dan genereert dat een magneetveld, wat voor elektrische stroom zorgt”, maakt Van Doorsselaere de vergelijking. “Als die zonnestorm tegen het magnetisch veld van de aarde botst, dan genereert dat ook een elektrisch veld, net zoals bij een dynamo. Als die storm sterk genoeg is, dan wordt het gevaarlijk. Er zijn vandaag namelijk erg veel zaken die dat elektrische veld kunnen dragen, denk maar aan hoogspanningslijnen. Er komt zo extra stroom op die lijnen te liggen, wat al blackouts veroorzaakte.”

Moeilijk te voorspellen

Een heel hevige zonnestorm zou onze elektronica, elektriciteitslijnen en internetkabels kunnen overladen, en dus grootschalige problemen veroorzaken. Zo’n storm zagen we al heel lang niet meer, maar de laatste, uit 1859, zette zelfs telegramkabels in brand. Toen was elektriciteit nog vrij nieuw en weinig verspreid. “Vandaag zou zo’n storm ons terug naar het stenen tijdperk brengen”, stelt Van Doorsselaere.

Daarom onderzoeken wetenschappers zonnestormen, deels om elektronica op aarde beter ertegen bestendig te maken, maar ook om ze te voorspellen. “Dat is de heilige graal”, stelt Van Doorsselaere. “Enkele van mijn collega’s observeren bijvoorbeeld het magneetveld van de zon om te voorspellen wanneer een uitbarsting zal gebeuren. Maar dat is zeer moeilijk. De analogie die zij maken is een hoopje zand, waarop je de hele tijd korrels laat vallen. Het is erg moeilijk om te voorspellen wanneer er een zandverschuiving zal zijn. In de zon weet je ook niet goed wanneer de druk te hoog zal zijn, en er een uitbarsting plaatsvindt”

▼ Volgende artikel
Review WOLF-Garten multi-star systeem: hoog en laag voor huis en tuin
© AK | ID.nl
Huis

Review WOLF-Garten multi-star systeem: hoog en laag voor huis en tuin

Trapje op, trapje af, of juist telkens moeten bukken: sommige schoonmaak- en tuinklussen zijn én slecht voor je rug én kosten extra veel tijd. Daar heeft WOLF-Garten iets op gevonden: multi-star. Dit systeem bestaat uit een steel (in verschillende lengtes én als uitschuifsteel verkrijgbaar) waarop meer dan 70 verschillende opzetstukken passen. Handig? Je leest het in deze review.

Fantastisch
Conclusie

Met het WOLF-Garten multi-star systeem haal je een allround schoonmaak- en klusarsenaal in huis. Zowel de steel als de geteste opzetstukken zijn solide, makkelijk in gebruik en doen hun werk goed. Handig is dat de Variosteel zowel voor werk op hoogte als voor grondwerk geschikt is, en dat het losse handvat dat bijvoorbeeld bij de 2-in-1 raamreiniger zit ook op andere opzetstukken past. Wel zijn de opzetstukken aan de prijzige kant. Begin daarom met opzetstukken die je regelmatig nodig hebt en kies bewust de juiste lengte steel: dat bespaart geld én gewicht. Al met al is dit een systeem waar we enthousiast over zijn: het resultaat, het gebruiksgemak en de hoeveelheid tijd (en frustratie!) die het scheelt maakt dat wij uitkomen op een dik verdiende 9.

Plus- en minpunten
  • Veel opzetstukken
  • Opzetstukken makkelijk verwisselbaar
  • Steel en opzetstukken solide
  • Veel opzetstukken wentelbaar en/of kantelbaar
  • Goed resultaat, ook op grote hoogte
  • Steel kan zwaar worden (afhankelijk van model)
  • Prijzig

©AK | ID.nl

Voor elke schoonmaak- of tuinklus een apart stukje gereedschap: een gemiddeld keukenkastje of schuurtje is zo vol. Het is dan ook niet vreemd dat steeds meer merken komen met combinatie-oplossingen, waarbij je bijvoorbeeld maar één accu nodig hebt die op verschillende soorten elektrisch gereedschap past. Of één steel voor verschillende opzetstukken. Dat is op zich geen uniek idee: er zijn wel meer merken die dat in het assortiment hebben. Maar vaak gaat het dan alleen om opzetstukken waarmee je kunt schoonmaken, of alleen om opzetgereedschap voor in de tuin.

De kracht van WOLF-Garten zit hem vooral in de enorme keuze die je hebt. Behalve dat je kunt kiezen uit verschillende stelen (van verschillende materialen en van verschillende lengtes) is ook het aantal opzetstukken erg groot. Grofweg kun je die verdelen in twee categorieën: voor de tuin of voor de schoonmaak. In die eerste categorie vallen bijvoorbeeld schoffels, voegenborstels, boomscharen, takkenzagen, gazonharken en verticuteerkammen, terwijl je bij schoonmaak moet denken aan bezems, wissers en schrobbers. In totaal kun je kiezen uit ongeveer zeventig verschillende opzetstukken. Waarmee je dus de hoogte in kunt of juist niet te diep door de knieën hoeft.

Voor deze test kregen wij de aluminium Variosteel ZM-V4 (lengte 220-400 centimeter) opgestuurd, samen met vier opzetstukken: een raamwasser, een flexibele ragebol, een twee-in-een dakgootreiniger en een twee-in-een raamreiniger (wasser + wisser). De telescopische steel is ook verkrijgbaar in een V3-uitvoering (170-300 centimeter) en in een V-uitvoering (90-150 centimeter).

Eerste indruk

Zowel de steel als de opzetstukken voelen solide aan. Het uitschuiven van de steel gaat snel en simpel en opzetstukken verwisselen is letterlijk een kwestie van klik-en-klaar. Sommige opzetstukken kun je kantelen of draaien. De stelschroeven waarmee je dat doet zijn groot en makkelijk te bedienen, ook wanneer je wat minder kracht in je handen hebt. Allemaal geen gedoe dus. Fijn, want gedoe wil nog wel eens een reden zijn om (vooral) schoonmaakklussen uit te stellen.

©AK | ID.nl

De stelschroeven waarmee je de hulpstukken kunt kantelen of in een andere positie zetten zijn groot en gemakkelijk te draaien.

De steel: lang, langer, langst

De Variosteel die wij opgestuurd kregen, de ZM-V4, meet in niet-uitgeschoven toestand 2,2 meter. Daarmee kom je in de meeste gevallen al een eind. Helemaal uitgeschoven kom je zelfs uit op 4 meter. Dat is ruim voldoende om bijvoorbeeld de ramen van de bovenverdieping te lappen. Ook als hij helemaal is uitgeschoven, is hij nog goed hanteerbaar: hij gaat niet 'zwabberen'.

De uitschuifbuis heeft meerdere ronde gaten, op regelmatige afstand van elkaar. Door op de grote grijze greep bovenaan te drukken, schuif je de buis uit tot de gewenste lengte. Het bijpassende gat klikt dan automatisch over een pal aan de binnenkant. Zo blijft de buis stevig op zijn plek tijdens het gebruik. Je hoeft dus niet bang te zijn dat hij halverwege ineens omlaag zakt.

Wel wordt de steel na wat langer gebruik zwaar. Dat heeft te maken met de uitvoering (de ZM-V4 weegt 1,3 kilo, terwijl zijn kleinere broertje de ZM-V3 ongeveer een kilo weegt), maar ook met het feit dat je boven je hoofd werkt. Wij hebben de steel niet getest met opzetstukken voor de tuin (waarbij je niet de hoogte in gaat, maar er bijvoorbeeld mee schoffelt); we kunnen ons voorstellen dat je in dat geval geen of veel minder last van vermoeide armen hebt.

Omdat de steel zo stabiel blijft, werkt hij lekker accuraat, ook op hoogte. Met het ragebol-opzetstuk hebben we spinrag verwijderd van de daklijst van ons test-object. Dat ging én goed én snel: binnen een minuut of vijf was alles weg. Veel meer dan gewoon een rondje lopen om de stacaravan was het niet. De tijdsbesparing is hierbij enorm: we hebben deze klus ook weleens gedaan met de keukentrap en toen kostte het ruim een uur. Trap neerzetten, trap op, spinnenwebben wegvegen, trap af, trap verzetten en repeat (keer dertig ofzo).

💡 De juiste lengte

Is het multi-star-systeem iets voor jou? Bepaal dan vooraf welke lengte je echt nodig hebt. Behalve het verschil in gewicht zit er uiteraard ook een verschil in prijs. Waar de adviesprijs van de ZM-V4 op ongeveer 68 euro ligt, betaal je voor de ZM-V3 bij de meeste winkels tussen de 40 en 46 euro. Mocht je de extra centimeters niet nodig hebben, dan bespaar je al snel een paar tientjes.

©AK | ID.nl

Helemaal uitgeschoven is de steel maar liefst 4 meter lang.

Opzetstukken

Raamwasser: breed en flexibel

De naam 'raamwasser' dekt wat ons betreft niet helemaal de lading. Zeker, de EW-M (prijs ongeveer 29,95 euro) is prima geschikt voor het lappen van je ramen. Maar door zijn riante werkbreedte van 35 centimeter kun je hem ook gebruiken voor het schoonmaken van bijvoorbeeld je zonnepanelen. Wij hebben hem gebruikt voor het schoonmaken van de buitenkant van de caravan. Je kunt hem desgewenst instellen in een hoek tot 110 graden.

De mop neemt veel water op – in de praktijk betekent dat vooral dat je hem niet om de paar tellen weer in de emmer met sop hoeft te hangen. Wat hij ook veel opneemt, is vuil: na gebruik was hij behoorlijk vies. Gelukkig kun je de mophoes er makkelijk afhalen (wat een uitvinding toch, klittenband). In de wasmachine en klaar!

©AK | ID.nl

De raamwasser is verstelbaar in verschillende posities.

Ragebol: dág spinnenwebben!

Je kunt nog zo schoon en netjes zijn, er zijn altijd hoekjes en randjes waar toch nog spinnenweb zit. Binnenshuis lossen we dat op door aan zoonlief (bijna 1 meter 90) te vragen of hij even met de stofzuigerslang langs het plafond wil gaan. Maar het zelf kunnen is ook fijn.

Nadat we de flexibele ragebol (BM 25 M; adviesprijs 29,99 euro) op de steel hadden geklikt en de steel hadden uitgeschoven tot de gewenste lengte, hebben we de daklijst spinragvrij gemaakt. Prettig daarbij was dat de kop zich makkelijk laat kantelen (zie foto). Dat en de schuine kanten van de ragebol zorgden ervoor dat we overal goed bij konden, ook in lastige hoekjes.

©AK | ID.nl

De ragebol is kantelbaar.

Dakgootreiniger: vegen en scheppen

Eén van de vervelendste klussen om te doen vinden wij de dakgoot schoonmaken. Niet alleen omdat we ook daarvoor weer een trapje nodig hebben, maar vooral omdat het vies is en er altijd bladrommel achterblijft. Fijn aan de GC-M (adviesprijs 50,99 euro) is dat hij twee dingen kan: blad bij elkaar vegen met de borstel en blad uit de dakgoot scheppen met het schepje. Daarbij kun je zowel de borstel als de schep in verschillende hoeken zetten, terwijl je het schepje ook nog kunt kantelen. Op de dag dat we aan het werk waren, scheen de zon. De dagen daarvoor had het niet geregend en de bladermassa in de dakgoot was dus niet kletsnat. Maar het vocht dat erin zat, liep grotendeels weg door de smalle openingen in het schepje. Minder geklieder dus. Ook hier geldt dat het belangrijk is om de juiste stoklengte te gebruiken. Wil je de dakgoot van een schuurtje doen waar je eigenlijk net bij kan? Dan kun je de dakgootreiniger beter op een los handvat klikken (zie de alinea over de raamreiniger).

©AK | ID.nl

Met de borstel veeg je bladeren en ander vuil naar één kant ...

©AK | ID.nl

...waarna je ze er met het schepje makkelijk eruit schept.

2-in-1 raamreiniger: wassen en wissen zonder wisselen

Het opzetstuk waar we het meest enthousiast over zijn is de KW-M/ZM015 (adviesprijs 36,99 euro): aan de ene kant een afneembare en uitwasbare mop (met een werkbreedte van 28 centimeter), aan de andere kant een trekker. Hij wordt geleverd met een apart handvat (zie foto), zodat je hem ook kunt gebruiken voor ramen waar je wel gewoon bij kunt. Handig: de andere opzetstukken passen ook op dit handvat.

Nadat we de raamreiniger op de steel hadden bevestigd (klik-klaar, echt fijn) was het tijd om te beginnen aan onze minst favoriete huishoudklus: de buitenramen lappen. Aangezien uw recensent van dienst slechts 1,60 meter hoog is, betekent dit altijd: de keukentrap en veel gehannes (want: en de spons en de wisser tegelijk beethouden is niet handig. En telkens het trapje af om de spons nat te maken ook niet). Gaat het makkelijker met multi-star?

Kort antwoord: JA! Langer antwoord: Ja, zeker. Met name het feit dat we meteen na het natmaken van de ramen de wisser eroverheen konden halen en in één beweging overal bij konden maakte een wereld van verschil. Geen stukken die al aan het opdrogen waren (en dus strepen), en vooral niet meer die ellendige keukentrap. Binnen twee minuten was de raampartij van de slaapkamer gedaan, waarbij we ook en passant al het houtwerk van de kozijnen hadden meegepakt. Het eindresultaat: schoon en streeploos. En vooral: geen frustratie!

💡 Goed laten uitlekken

Net als bij de raamwasser neemt ook het mopgedeelte van de KW-M/ZM015 erg veel water op. Door hem eerst goed te laten uitlekken, voorkom je dat er erg veel water over je kozijnen loopt.

©AK | ID.nl

De korte steel die je bij de raamreiniger krijgt, past ook op veel van de andere opzetstukken.

©AK | ID.nl

Conclusie: WOLF-Garten multi-star systeem kopen?

Met het WOLF-Garten multi-star systeem haal je een allround schoonmaak- en klusarsenaal in huis. Zowel de steel als de geteste opzetstukken zijn solide (je krijgt er 35 jaar garantie op), makkelijk in gebruik en doen hun werk goed. Het feit dat je de Variosteel twee richtingen op kunt gebruiken (de hoogte in of juist voor grondwerk) is prettig, net als het feit dat het losse handvat dat bijvoorbeeld bij de 2-in-1 raamreiniger zit ook op andere opzetstukken past. Wel zijn de opzetstukken aan de prijzige kant. 30 euro voor een ragebol die je misschien hooguit één keer per jaar gebruikt is veel geld. Kies dus, vooral als je start met dit systeem, in eerste instantie opzetstukken die je regelmatig gaat gebruiken. Uitbreiden kan altijd nog. Denk ook goed na welke (uitschuif)lengte je echt nodig hebt. Dat scheelt geld, maar ook gewicht. Al met al is dit een systeem waar we enthousiast over zijn: het resultaat, het gebruiksgemak en de hoeveelheid tijd (en frustratie!) die het scheelt maakt dat wij tot een dik verdiende 9 komen.


Gebruik de groene pijltjes (< en >) om alle besproken producten te kunnen zien


▼ Volgende artikel
Kleine keuken? Zo maak je slim gebruik van elke centimeter
© Jacek Kadaj
Huis

Kleine keuken? Zo maak je slim gebruik van elke centimeter

Niet iedereen heeft een ruime woonkeuken. Misschien woon je in een flat, een klein appartement of heb je bewust gekozen voor een tiny house. Maar ook in een compacte keuken kun je verrassend veel kwijt – zolang je maar slim omgaat met de beschikbare ruimte.

Een kleine keuken betekent dat je wat creatiever om moet gaan met je beschikbare ruimte. In dit artikel geven je een aantal handvatten!

  • Hoe benut je de beschikbare ruimte nou optimaal?
  • Waar valt er nog precies winst (mee) te behalen?

Sommige mensen zeggen weleens dat de keuken het kloppende hart van het huis is. Je begint er je dag met een kop koffie, zit er 's middags met de kinderen om de (school)dag door te spreken en kookt er 's avonds een lekkere maaltijd. Het is ook een plek waar je steeds meer spullen verzamelt. Denk aan pannen, borden, potten, snijplanken, schoonmaakmiddelen enzovoorts. Hoe kleiner je keuken is, hoe lastiger het wordt om al die spullen netjes op te bergen. Maar het kán wel: een kwestie van je keuken goed indelen en alle beschikbare ruimte benutten.

Hang planken en rekken op

Heb je weinig plek (over) op je aanrecht maar nog wel ruimte aan de muur? Dan is het ophangen van een paar planken een goed idee. Kies bij voorkeur planken die passen bij de stijl van je keuken. Omdat de planken in een kleine keuken vooral functioneel moeten zijn (elke centimeter ruimte telt) is het slim om er vooral dingen op te zetten die je vaak nodig hebt. Denk bijvoorbeeld aan potjes met specerijen, glazen of borden.

Is je muur stevig genoeg voor planken?

Controleer voordat je gaten boort of schroeven vastdraait wat voor muur je voor je hebt. Een massieve draagmuur van beton of baksteen is ideaal: daar kun je zonder problemen stevige pluggen en schroeven in bevestigen. Gipswanden of voorzetwanden van gipsplaat zijn kwetsbaarder. Daar moet je speciale pluggen voor gebruiken, zoals hollewandpluggen of keilbouten, afhankelijk van het gewicht dat je erop kwijt wilt. Hoe zwaarder de spullen op de plank, hoe belangrijker een goede verankering. Twijfel je? Tik dan met je knokkels op de muur: klinkt het hol, dan heb je waarschijnlijk met een lichte voorzetwand te maken. Zet in dat geval liever geen zware pannen of breekbaar servies op de plank.

Zorg wel voor overzicht. Grote lepels en spatels kun je bijvoorbeeld verzamelen in een glazen pot of een oude vaas. Daarmee geef je spullen die je al hebt meteen een nieuwe functie. Kijk ook of je ruimte hebt voor bijvoorbeeld een magnetische messenhouder, een rekje of haken. Daar kun je dan scharen, gardes en opscheplepels aan ophangen.

©Marina

Kastdeurtjes hebben twee kanten...

Niet alles hoeft in het zicht. Kijk eens naar de binnenkant van je keukenkastjes. Daar kun je vaak nog best aan hoop aan kwijt. Bevestig wat kleine haakjes en hang daar bijvoorbeeld je afwasborstel en pannenlappen aan. Of hang een klein deurrekje op. Daarin kun je spullen als aluminiumfolie, boterhamzakjes of schoonmaakdoekjes in opbergen kwijt. Let wel op dat je de kastdeur nog goed kunt sluiten.

Keukenkastjes slim indelen

Heb je iets meer ruimte in je keukenkastjes tot je beschikking? Dan kun je ook de onderkant van de planken gebruiken om je wijnglazen aan op te hangen. Er zijn bijvoorbeeld metalen ophangsystemen te koop waar je de glazen zo in schuift. Zorg er wel voor dat er onder die glazen voldoende ruimte overblijft.

Schoonmaakspullen nemen ook al gauw veel ruimte in. Je kunt ze natuurlijk allemaal mooi in het gelid achter elkaar zetten, maar je kunt ze ook allemaal in een emmer doen en alles zo in één keer in het kastje zetten. Dat scheelt ruimte, omdat je zo de hoogte van het kastje beter benut. Bonus: als je wilt gaan schoonmaken, heb je dan meteen alles bij de hand!

Ook slim: gebruik mandjes of opbergdozen om kleine spulletjes in op te bergen. Kunststof opbergboxen kun je bovendien makkelijk stapelen. Doe spullen die je weinig gebruikt in de onderste doos. Wanneer je er een etiket op plakt waarop je de inhoud van de box noteert, blijft alles lekker overzichtelijk.

Hoekkast? Draaiplateau!

Tot slot hebben we nog een tip voor als je een hoekkast in de keuken hebt. Die bieden op zich veel ruimte, maar je komt er zo moeilijk bij. Dat ondervang je door er een onderhoekcarrousel (ja mensen, dat is een bestaande term!) in te plaatsen. Het is een soort draaiplateau met verschillende planken waar je veel op kwijt kunt. Zo'n carrousel is vooral handig voor pannen. Wanneer je de kastdeur opent, komt het plateau automatisch naar buiten. Je benut dus echt alle ruimte in de hoekkast, terwijl je tegelijkertijd geen moeite hoeft te doen om er iets uit te pakken.

©rois010

Kleine keuken? Toch genoeg ruimte!

Je ziet dat je meer ruimte hebt in een kleine keuken dan je misschien zou denken. In een bestaande keuken kun je al de nodige aanpassingen doen zodat je zoveel mogelijk spullen kwijt kunt. Ga je een nieuwe keuken kopen? Zelfs als die niet zo groot is, zijn er veel mogelijkheden. Vraag je keukenleverancier om advies: die hebben vaak nog meer tips voor je!