ID.nl logo
Wat als het hele internet offline gaat?
© Reshift Digital
Huis

Wat als het hele internet offline gaat?

Onze dagelijkse levens, economie en kritische infrastructuur steunen vandaag op het internet. Maar wat als het hele internet offline gaat? De voorbije jaren vonden er regelmatig grootschalige incidenten plaats. Een onheilspellend teken voor de toekomst?

Op 4 oktober 2021 ging Facebook, en alle diensten die het runt zoals Messenger, Instagram en WhatsApp, offline. Een interne fout zorgde ervoor dat de datacenters van het bedrijf (dat tegenwoordig Meta heet) niet meer vindbaar waren vanaf de rest van het internet. Het duurde tot zes uur om deze fout recht te zetten.

Dat zorgde voor zware problemen. Voor heel wat mensen in de wereld zijn apps zoals Whatsapp cruciaal om te communiceren met vrienden en familie of om hun werk te doen. Dat het plots wegviel was dramatisch voor hen. Het toonde onmiddellijk hoe afhankelijk onze maatschappij is van het internet.

Internetstoringen vonden de voorbije jaren regelmatig plaats. Alleen dit jaar al zorgden problemen bij de online dienst Fastly dat belangrijke sites zoals Reddit, Amazon en Spotify offline gingen. En eind 2020 zorgde een storing bij de datacenters van Amazon dat een groot deel van het internet ontoegankelijk was. Ons internet is dus tegelijk cruciaal, maar ook kwetsbaar. Maar hoe kwetsbaar is het net? En is het realistisch dat het hele netwerk offline gaat? We doken in het internet, en spraken met de mensen die de belangrijke schakels van het netwerk online houden.

©PXimport

Atoombunkers

Een eerste belangrijke schakel zijn datacenters. Dat zijn grote warenhuizen vol servers waarop zowat alle apps, websites en online software ter wereld staan. Een fout daar kan dramatisch zijn, maar niettemin bereiden datacenters zich constant voor om problemen te voorkomen. “Datacenters zijn gebouwd om continuïteit te garanderen”, stelt Stijn Grove, managing director van de Dutch Datacenter Association. Dat doen ze op verschillende manieren, en redundanties inbouwen staat voor hen centraal. “Stel dat de netstroom uitvalt”, vertelt Grove. “Dan gaat een datacenter naar zijn noodstroomvoorziening. Bijna elk datacenter heeft een tweede stroomvoorziening, in de vorm van batterijen of een noodgenerator. En sommigen hebben zelfs een derde bron van elektriciteit klaarstaan. Zo is er altijd een back-upsysteem. Maar het gaat verder. Elke zaal moet zijn eigen switches hebben bijvoorbeeld, zodat overal de stroom juist kan worden omgeschakeld. Dat testen we ook. Datacenters doen zogenaamde ‘black building’-testen, waarbij we de stroom afzetten en we kijken of alles het doet.”

Een gemiddeld datacenter kan zo 24 uur overleven op noodstroom zonder dat er elektriciteit van buitenaf komt. “De stroom valt vaker uit dan het internet”, stelt Grove. “In 2015 was er een grote stroomstoring in Nederland, maar het internet zelf deed het nog wel. Wifi werkte dan natuurlijk niet meer, omdat het elektriciteit nodig heeft. Maar als je online zat via mobiele netwerken dan kon je gewoon door blijven werken.”

De stroom valt vaker uit dan het internet

-

Fysieke beveiliging

Er is een focus op de fysieke veiligheid van datacenters. “Er is een hekwerk en doorgaans ook een slotgracht rond een datacenter”, stelt Grove. “De muren zijn van dik beton. En binnen het datacenter kan je enkel de ruimte betreden waarvoor je geaccrediteerd bent. Je krijgt dus een toegangspas en je moet jezelf aanmelden. Je wordt zelfs gewogen wanneer je binnen en buitengaat, zodat er niemand iets achterlaat of meeneemt. Voor heel veel bedrijven is dit een kritieke omgeving, dus je wil dat zo goed mogelijk beveiligen.”

Die beveiliging wordt volgens een viervoudig model ingedeeld. “Bij een tier 1 datacenter is er maar één noodstroomvoorziening, en er is maar één back-up voor alles”, stelt Grove. “Tier 4 datacenters staan helemaal aan de andere kant van het spectrum, deze bevinden zich in atoombunkers met verschillende lagen van redundantie. De meeste commerciële datacenters in Nederland bevinden zich in tier 3.”

©PXimport

Digitale afhankelijkheid

Maar hoe kwam het dat de datacenters van Facebook begin oktober onbereikbaar bleken, zodat al hun diensten even offline waren? “Dat gaat over de IT van de servers die in de datacenters staan”, stelt Grove. “De storing bij Facebook kwam door een probleem in het DNS, dat ervoor zorgde dat de adressering naar de datacenters van Facebook afwezig was. Van buitenaf kon je de datacenters van Facebook dus niet meer vinden. Ze waren nog wel online, maar de verbinding ertoe werd niet gelegd.”

Volgens Grove toont dat het risico van concentratie in de digitale sector. “We moeten beseffen hoe we verbonden zijn met de hele digitale wereld”, stelt hij. “Bepaalde digitale spelers worden zo groot dat als zij wegvallen er ook een hoop cruciale online diensten wegvallen. Gelukkig zijn er heel veel cloud-providers, en hebben heel wat bedrijven nog eigen datacenters voor hun primaire activiteiten. Dat gaat over organisaties zoals overheden, maar ook kritische zaken zoals ziekenhuizen. Zij hebben eigen IT-systemen, die vaak verspreid staan over verschillende datacenters. Als er één zou wegvallen, dan is er nog een back-up. Niet alles gaat via Amazon, Microsoft, Google of Facebook. Maar er is wel een afhankelijkheid van een kleine groep spelers. De cloudmarkt wordt gedomineerd door Amerikaanse partijen.”

Grove stelt wel dat het besef van die afhankelijkheid groeit op Europees niveau. En hij juicht initiatieven toe die de Europese cloud-infrastructuur willen versterken, zoals Gaia-X.

Bepaalde digitale spelers zijn zo groot, als zij wegvallen, verdwijnen er ook veel cruciale diensten

-

Redundant en gedistribueerd

De meeste storingen komen weliswaar tot stand door menselijke fouten. Dat stelt Niels den Otter, teamleider netwerk engineering bij SURF, de organisatie die het netwerk van de Nederlandse universiteiten en onderzoeksinstellingen beheert. “De meeste storingen starten bij werkzaamheden aan het netwerk”, stelt hij. “Dat proberen we natuurlijk te vermijden via een redundante netwerkarchitectuur en het goed plannen van werkzaamheden. Als we een aanpassing moeten doen waarvan we weten dat het risicovol is, dan doen we dat op een moment dat er weinig gebruik gemaakt wordt van het netwerk. Maar soms kan het ook misgaan bij minder gevoelige aanpassingen. Dat gebeurt op allerlei soorten schalen, je hebt grootschalige internetstoringen, maar er zijn ook zaken die praktisch niemand ziet. Glasvezelkabels breken bijvoorbeeld regelmatig, maar het netwerk is zo ingericht dat je het verkeer gewoon omleidt.”

Het internet als netwerk is namelijk vrij veerkrachtig. “Het internet an sich is vrij redundant en gedistribueerd”, stelt den Otter. “Niettemin kunnen bepaalde netwerken wel onbereikbaar worden. Verkeerde configuraties zorgen soms voor problemen, denk maar de recente Facebook-storing, en dat kan een effect hebben op het verkeer van anderen.”

Wel waarschuwt den Otter voor toenemende concentratie van het internet. Het netwerk als geheel mag dan wel redundant en gedistribueerd zijn, maar als een groot deel van de wereldbevolking afhankelijk is van diensten van één bedrijf, dan is een storing bij dat bedrijf voor een erg grote groep zichtbaar. Dat verhoogt de impact van lokale storingen.

Ook zijn er plekken waar de impact van storingen groter is. “Elk netwerk heeft wel plaatsen die cruciaal zijn”, stelt den Otter. “Die voer je redundant uit, maar deze plaatsen blijven wel gevoeliger dan andere plekken in het netwerk. Als op zo’n plaats iets misgaat, dan is de kans dat klanten daar last van hebben veel groter. Internet exchanges zijn bijvoorbeeld cruciaal, maar ook de routers waarmee de internetproviders gekoppeld zijn aan die exchanges zijn gevoelig. Dat is de connectie met de buitenwereld. Als één zo’n router wegvalt dan heeft dat een grote impact en moet behoorlijk veel verkeer via andere routes verstuurd worden.”

©PXimport

Ik hoor soms nog horrorverhalen over de outage van 2015

-

Internet-knooppunt

Ruben van den Brink, CTO van AMS-IX, de internet exchange van Amsterdam, probeert alvast zo’n scenario’s te vermijden. Hij legt uit wat een internet exchange doet. “Het internet is een netwerk van netwerken. Het internet wordt gevormd door vele organisaties die hun eigen netwerk beheren, van universiteiten tot ISP’s. De enige manier waarop dat wereldwijd functioneert is door informatie van het ene naar het andere netwerk te routeren. Dat betekent dat die netwerken aan elkaar geknoopt moeten worden, wat gebeurt bij een internet exchange.”

Dat maakt een internet exchange een knooppunt dat gevoelig is voor verstoring. “Het kan op een aantal manieren foutlopen”, vertelt van den Brink. “Eén manier is apparatuur die faalt. Apparaten komen bijvoorbeeld zonder stroom te zitten. Als een datacenter om één of andere reden wegvalt, dan is dat deel van je netwerk onbereikbaar. Daarom doen de meeste professionele datacenters alles eraan om ervoor te zorgen dat zoiets niet gebeurt.”

Opnieuw zijn redundantie en decentralisatie hier kernprincipes. “AMS-IX zit in Nederland verspreid over 16 datacenters”, vertelt van den Brink. “We zitten dus niet op één plek. Die datacenters zijn allemaal met elkaar verbonden, waardoor we verkeer zo efficiënt mogelijk her-routeren. Eén router kan natuurlijk uitvallen. Elk van onze klanten zit echter altijd minstens aan twee routers gekoppeld, zelfs wanneer ze maar verbonden zijn met één glasvezelkabel. Dat doen we via een photonische cross-connect. Dat is een apparaat dat het licht uit de glasvezel kan schakelen tussen twee andere poorten via een spiegel. Als aan één kant van de router niet werkt, dan schakelen we de verbinding gewoon om. Redundantie zit in alles wat we doen.”

©PXimport

Van den Brink stelt opnieuw dat de grootste bron van problemen menselijke fouten zijn. “Ik hoor onder onze netwerk engineers soms nog horrorverhalen over de outage van 2015”, stelt hij. “Een engineer in een datacenter maakte per ongeluk een loop. Als dat gebeurt dan is het protocol niet slim genoeg om te voorkomen dat die pakketjes heel de tijd worden rondgestuurd. Zo trek je de bereikbaarheid naar beneden, en dat gebeurde dus in 2015.”

Tijdens die storing werden een aantal sites zoals Facebook en GeenStijl, moeilijker of helemaal niet bereikbaar in Nederland. Dat probleem was snel verholpen, maar zorgde wel voor een kortstondige verstoring van het internetverkeer dat via de exchange liep. Niettemin gaat het niet altijd over zo’n menselijke fout. In juni van dit jaar gingen bijvoorbeeld duizenden websites zoals Reddit, Amazon en CNN offline. De boosdoener was de dienst Fastly, dat het laden van sites versnelt door een versie op een lokale server op te slaan. Een software-bug zorgde ervoor dat die dienst wegviel, en dus ook alle sites die er gebruik van maakten.

Zero-touch

Toch is het volgens van den Brink verstandig om in te zetten op automatisatie. “De heilige graal van netwerkbeheer wordt vaak zero-touch genoemd. De grootste bron van fouten in het netwerk zijn mensen. Dus het is logisch dat je zo weinig mogelijk menselijke ingrepen wil, en dus zoveel mogelijk automatiseert. Door te zorgen dat je het beheer en administratie aan goedgeteste software overlaat voorkom je inconsequenties.”

Maar zorgt dat niet voor extra kwetsbaarheden? Want een probleem in de software kan grote gevolgen hebben. “Op het moment dat je meer vertrouwt op software, dan moet je ook meer procedures rond die software hanteren”, stelt van den Brink. “Dat betekent dat je code op een goede manier schrijft, laat reviewen en verschillende testfases laat doorlopen.”

Maar wat als een internet exchange dan wel uitvalt? Dat is een moeilijk scenario volgens van den Brink, maar niet apocalyptisch. “De kracht van het internet steunt op de decentralisatie ervan”, stelt hij. “Onlangs verscheen er een studie van de Universiteit Twente. Zij deden een simulatie met de internet-exchanges van Europa, en wat er zou gebeuren als zij zouden uitvallen. Daaruit bleek bijvoorbeeld, dat als de Duitse internet exchange zou wegvallen, netwerken hun pakketjes grotendeels via de Amsterdam Internet Exchange zouden sturen. Er is altijd een back-up route wanneer het fout gaat.”

De grootste bron van fouten in het netwerk zijn mensen

-

DDOS-aanvallen

Het goede nieuws is dus dat het internet niet zomaar zal uitvallen. Op allerlei punten zijn cruciale schakels redundant gemaakt. Die decentrale aard maakt het internet dus erg sterk. Delen ervan kunnen wel problemen ondervinden, maar een algehele shutdown is zeer onwaarschijnlijk.

Niettemin zijn er trends die bezorgdheid opwekken bij experts. Zo is er de consolidatie van de markt die het internet kwetsbaarder maakt voor panne. En dan zijn er nog de bewuste aanvallen van kwaadaardige spelers. “Aanvallen kunnen voor commerciële of zelfs politieke doelen plaatsvinden”, stelt Georgios Smaragdakis, professor cybersecurity aan de TU Delft. “Overheden doen dat steeds meer. In 2007 en 2008 gebeurde er bijvoorbeeld een aanval op Georgië en Estland door Rusland. Het resultaat was dat de internetinfrastructuur van Georgië zwaar in de problemen kwam, terwijl Estland, die meer had ingezet op digitalisering, er beter doorkwam.”

Daartegen beveiligen we onszelf, maar we zullen er altijd kwetsbaar voor blijven. Volgens Smaragdakis is dat omwille van de manier waarop het internet werd ontworpen. “Het zwakste punt van het internet is dat het geen ingebouwde veiligheid heeft”, besluit hij. “Het internet is meer dan vijftig jaar geleden gebouwd om netwerken te verbinden. De ontwerpers veronderstelden toen dat alle partijen elkaar zouden kennen en vertrouwen. Als er dus spelers zijn die slechte bedoelingen hebben dan kunnen we ze niet stoppen. Tegelijk is het vandaag erg moeilijk om zo’n maatregelen te introduceren, want het zou een akkoord verwachten tussen heel wat verschillende, decentrale spelers. Het internet is fragiel. Zo zijn er DDOS-aanvallen. Een aanvaller stuurt zo erg veel verkeer naar een server, zodat het onderuit gaat. Daar is geen ingebouwde verdediging tegen, en gebeurt heel regelmatig. Heel wat bedrijven, gebruikers en overheden ondervinden er de gevolgen van.”

Een algehele internet-shutdown is zeer onwaarschijnlijk. Maar dat betekent niet dat we niet bezorgd moeten zijn. Een dreiging is er altijd, en we moeten waakzaam blijven voor de kritieke infrastructuur die het internet ondertussen werd.

Het zwakste punt van internet is dat het geen ingebouwde veiligheid heeft

-

Vernietigt de zon het internet?

©PXimport

Niet enkel cyberaanvallen of stroomuitval bedreigen het internet, ook de zon kan het globale netwerk misschien onderuit halen. Zo vrezen wetenschappers dat een zonnestorm mogelijk het internet offline zal zetten. “Zonnestormen zijn plasmawolken”, vertelt Tom Van Doorsselaere, hoogleraar aan de KU Leuven met een specialisatie in plasma-astrofysica. “Er zijn vier toestanden van materie: vast, vloeistof, gas en plasma, wat weinig voorkomt op aarde. Plasma is gas dat erg heet wordt en zo geladen, in plaats van neutrale, deeltjes bevat. Zo’n zonnestorm is een plasmawolk die naar de aarde komt, en doordrenkt is van een magneetveld.”

Een zonnestorm raakt regelmatig onze aarde, en komt ons magnetische veld binnen aan de Noord en Zuidpool. Meestal heeft dat weinig gevolgen. Het veroorzaakt vooral het bekende noorderlicht. Maar een heel intense zonnestorm zou wel zware gevolgen kunnen hebben.

“Als je aan een dynamo draait dan genereert dat een magneetveld, wat voor elektrische stroom zorgt”, maakt Van Doorsselaere de vergelijking. “Als die zonnestorm tegen het magnetisch veld van de aarde botst, dan genereert dat ook een elektrisch veld, net zoals bij een dynamo. Als die storm sterk genoeg is, dan wordt het gevaarlijk. Er zijn vandaag namelijk erg veel zaken die dat elektrische veld kunnen dragen, denk maar aan hoogspanningslijnen. Er komt zo extra stroom op die lijnen te liggen, wat al blackouts veroorzaakte.”

Moeilijk te voorspellen

Een heel hevige zonnestorm zou onze elektronica, elektriciteitslijnen en internetkabels kunnen overladen, en dus grootschalige problemen veroorzaken. Zo’n storm zagen we al heel lang niet meer, maar de laatste, uit 1859, zette zelfs telegramkabels in brand. Toen was elektriciteit nog vrij nieuw en weinig verspreid. “Vandaag zou zo’n storm ons terug naar het stenen tijdperk brengen”, stelt Van Doorsselaere.

Daarom onderzoeken wetenschappers zonnestormen, deels om elektronica op aarde beter ertegen bestendig te maken, maar ook om ze te voorspellen. “Dat is de heilige graal”, stelt Van Doorsselaere. “Enkele van mijn collega’s observeren bijvoorbeeld het magneetveld van de zon om te voorspellen wanneer een uitbarsting zal gebeuren. Maar dat is zeer moeilijk. De analogie die zij maken is een hoopje zand, waarop je de hele tijd korrels laat vallen. Het is erg moeilijk om te voorspellen wanneer er een zandverschuiving zal zijn. In de zon weet je ook niet goed wanneer de druk te hoog zal zijn, en er een uitbarsting plaatsvindt”

▼ Volgende artikel
Review Google Pixel 10 Pro Fold – Loopt voorop én achterop
© Rens Blom
Huis

Review Google Pixel 10 Pro Fold – Loopt voorop én achterop

Met de Google Pixel 10 Pro Fold koop je een 1899 euro kostende smartphone die je open kunt vouwen als een boek. Dat grote scherm is heel tof, maar hoe bevalt de telefoon in de praktijk? En is hij een betere keuze dan andere vouwsmartphones? Je leest het in deze uitgebreide Google Pixel 10 Pro Fold-review.

Goed
Conclusie

De Google Pixel 10 Pro Fold is een mooie verbetering ten opzichte van zijn voorganger, maar de concurrentie heeft in een jaar tijd grotere stappen gezet. Samsungs Galaxy Z Fold 7 voelt op veel punten verfijnder aan dan de Pixel 10 Pro Fold en is – door zijn prijsverlagingen – ook honderden euro's goedkoper. Die twee redenen maken het lastig om Google's nieuwste vouwtelefoon aan te raden, ook al bevalt hij eigenlijk hartstikke goed.

Plus- en minpunten
  • Waterdicht en stofbestendig
  • Magnetisch opladen
  • Uitstekend updatebeleid
  • Complete vouwbare ervaring...
  • ...in een verouderd ontwerp
  • Minder goede processor
  • Concurrentie is na prijsverlagingen goedkoper

De Pixel 10 Pro Fold volgt de Pixel 9 Pro Fold uit 2024 op. Die werd door ons de beste vouwtelefoon van het jaar genoemd. We hadden dan ook hoge verwachtingen van zijn opvolger. Die verwachtingen komen niet helemaal uit. Ja, de Pixel 10 Pro Fold is een heel goede uitvouwbare smartphone. Maar nee, door verschillende keuzes van Google en een hardere innovatiedrang van concurrenten kunnen we de Pixel 10 Pro Fold geen schot in de roos noemen. Tijd om uit te leggen hoe dat komt.

©Rens Blom

De Pixel 10 Pro Fold in de normale stand...

©Rens Blom

...en opengevouwen als een boek, om een groter scherm prijs te geven.

Een smartphone maken met een scherm voorop en een groter scherm aan de binnenkant is technisch nog steeds lastig, maar het type telefoon wordt steeds beter. Bij Google zien we dat op twee boeiende punten terug. De Pixel 10 Pro Fold is de eerste vouwsmartphone die gecertificeerd stofbestendig en waterdicht is.

©Rens Blom

De smartphone kan tegen water én stof. Dat laatste is een primeur voor een vouwtelefoon.

Een knappe prestatie en een fijne zekerheid voor als je het toestel in een regenbui of aan het zwembad gebruikt. Het tweede punt is de ingebouwde magneet, waardoor je de Pixel 10 Pro Fold magnetisch kunt opladen met maximaal 15 watt. De manier van werken is identiek aan Apple's MagSafe in iPhones en is door Google 'Pixelsnap' genoemd.

©Rens Blom

Je kunt de telefoon magnetisch, draadloos opladen.

De rest van het ontwerp van de Pixel 10 Pro Fold doet sterk denken aan zijn voorganger. Dat is niet slecht, maar merken als Samsung, Honor en Oppo hebben dit jaar serieuze stappen gezet in het dunner en lichter maken van hun vouwtelefoons. Vergeleken bij bijvoorbeeld de Samsung Galaxy Z Fold 7 voelt de Pixel-telefoon daarom zwaar, dik en wat gedateerd aan. Wat ook opvalt is dat de verticale vouw in het scherm van de Pixel 10 Pro Fold meer zichtbaar en voelbaar is dan op de Z Fold 7. Qua ontwerp komt de Samsung-telefoon simpelweg moderner en prettiger over, met minder compromissen.

©Rens Blom

De Pixel 10 Pro Fold is dikker en zwaarder dan de Samsung Galaxy Z Fold 7.

De Pixel 10 Pro Fold heeft een 6,4inch-oledscherm aan de buitenkant en toont opengevouwen een 8inch-oledscherm. Beide schermen zijn lekker scherp, hebben een 120Hz-verversingssnelheid en kunnen erg helder beeld tonen.

©Rens Blom

Het buitenste scherm van de Pixel 10 Pro Fold is een regulier smartphonescherm.

Technische functies

Compromissen zien we ook terug in de hardware van de Pixel 10 Pro Fold. Niet in de hoeveelheid werkgeheugen (liefst 16 GB) of opslagcapaciteit (minimaal 256 GB), maar wel in de gekozen processor. Google kiest, net als in de andere Pixel 10-modellen, voor zijn eigen Tensor G5-processor. Die is simpelweg minder krachtig dan de Qualcomm-processor in andere vouwtelefoons.

De accuduur is gelukkig dik in orde. We kunnen de Pixel 10 Pro Fold een hele dag gebruiken voordat we hem 's avonds aan de magnetische oplader hoeven te hangen. Bekabeld opladen kan ook en gaat sneller, met maximaal 30 watt. Dat is anno 2025 niet heel vlot voor een dure smartphone, waardoor het bijna twee uur duurt voordat de accu via een usb-c-kabel volledig opgeladen is.

Camera's

Camera's zijn er in overvloed op deze vouwtelefoon. Logisch, want in zowel het scherm voorop als aan de binnenkant vind je een selfiecamera. Daarnaast zijn er op de achterkant nog eens drie camera's geplaatst. Dat zijn een hoofdcamera, groothoekcamera en telelens. De camera's scoren een ruime voldoende op fotografie- en videovlak. Opvallend is dat de zoomcamera vijf keer optisch inzoomt, waardoor je het beeld echt een stuk dichterbij haalt.

©Rens Blom

Er zitten drie camera's op de achterkant van de Pixel 10 Pro Fold.

Lang updates

Met een Google Pixel-telefoon ben je verzekerd van zeven jaar softwareupdates en dat is met de Pixel 10 Pro Fold niet anders. Fijn is dat je die updates als eerste krijgt, want Google is de ontwikkelaar van Android. De Android 16-software op de vouwtelefoon werkt naar behoren en bevat steeds meer AI-gestuurde functies. Nog niet alle functies die in de Verenigde Staten werken, zijn in Nederland of de Nederlandse taal te gebruiken. Hopelijk komt daar nog verandering in, zodat de Pixel 10 Pro Fold een nog slimmere smartphone wordt.

De Pixel 10 Pro Fold in gebruik

De vouwbare ervaring van deze smartphone is uitstekend. Het scharnier voelt stevig aan en klapt met een prettige klik dicht. Het blijft ergens fascinerend om van een regulier telefoonscherm naar een 8inch-scherm te gaan. Je kunt zo twee apps prettig naast elkaar gebruiken of ziet één app op groter beeld. Leuk als je een video kijkt of een tekst leest, bijvoorbeeld.

©Rens Blom

Je kunt prima twee apps naast elkaar gebruiken, zoals je browser en Spotify.

©Rens Blom

Video's kijk je op een groter scherm.

©Rens Blom

Er is op het binnenste scherm ook meer ruimte voor tekst, bijvoorbeeld in de NOS-app.

Conclusie: Google Pixel 10 Pro Fold kopen?

De Google Pixel 10 Pro Fold is een mooie verbetering ten opzichte van zijn voorganger, maar de concurrentie heeft in een jaar tijd grotere stappen gezet. Samsungs Galaxy Z Fold 7 voelt op veel punten verfijnder aan dan de Pixel 10 Pro Fold en is – door zijn prijsverlagingen – ook honderden euro's goedkoper. Die twee redenen maken het lastig om Google's nieuwste vouwtelefoon aan te raden, ook al bevalt hij eigenlijk hartstikke goed.

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 soundbars met losse surroundspeakers
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 soundbars met losse surroundspeakers

Bij ID.nl zijn we dol op kwaliteitsproducten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt. Een paar keer per week speuren we binnen een bepaald thema naar zulke deals. Ben je op zoek naar een krachtige soundbar met losse achterspeakers voor echt surroundgeluid? Vandaag hebben we vijf interessante modellen voor je gespot.

Met een soundbar verbeter je het geluid van de gemiddelde televisie en met een model met aparte surround speakers breng je ook 5.1-surround in de woonkamer. Erg prettig is dat de meeste soundbars met surround speakers ook nog eens draadloos zijn, dus geen gedoe met snoeren door de woonkamer. Bekijk hier onze selectie van vijf soundbar-sets.

Samsung HW-Q930D

Met de Samsung HW-Q930D richt je tegen een relatief bescheiden bedrag een volwaardige thuisbioscoop in. Naast een riante soundbar van ruim een meter telt de productdoos een draadloze subwoofer en twee achterspeakers. Verschillende audiodrivers zijn naar voren, naar boven en zijwaarts gepositioneerd. Een voordeel, want dit 9.1.4-kanaals audiosysteem stuurt effecten vanuit allerlei richtingen naar je oren. Kijk je een film met een Dolby Atmos-audiospoor, dan hoor je zelfs bepaalde klanken boven je hoofd. Aansluiten is trouwens kinderspel, want de verschillende apparaten vereisen alleen netstroom. Je hoeft dus geen lange speakerkabels tussen de audiocomponenten te leggen.

Je verbindt een televisie via HDMI met deze soundbar. Wie een Samsung-tv met ondersteuning voor Q-Symphony gebruikt, is in het voordeel. In dat geval werken alle audiodrivers van de smart-tv en soundbar naadloos met elkaar samen. Het resultaat is een nóg voller geluid. De achterzijde bevat nog een tweede HDMI-poort en optische ingang. Hierop sluit je desgewenst een extra apparaat aan, zoals een spelcomputer of mediaspeler. Voor het streamen van muziek verbind je de HW-Q930D met wifi. Met behulp van AirPlay 2, Google Cast of Spotify Connect luister je binnen een mum van tijd naar je favoriete afspeellijst. Je kunt eventueel ook een smartphone of tablet rechtstreeks met bluetooth verbinden.

LG DS95TR

Met een lengte van maar liefst 1,25 meter is de LG DS95TR een echte blikvanger. Ideaal voor wie een grote soundbar met een forse beeldbuis wil combineren. Voeg daar de twee bijgesloten surroundspeakers en subwoofer aan toe en je luistert naar een kamervullend geluid. In tegenstelling tot traditionele home-cinemasets is de aanleg van luidsprekerkabels niet nodig. De audiocomponenten communiceren draadloos met elkaar. Gebruik de automatische kalibratiefunctie om de speakers zorgvuldig op elkaar af te stemmen. Hierdoor heb je geen last van volumeverschillen en vertragingen.

In totaal heeft dit audiosysteem vijftien actieve audiodrivers. Daarvan zijn er vijf naar boven gericht. Het verwerken van films en series met driedimensionaal Dolby Atmos-geluid is dus geen enkel probleem. Dankzij een riant totaalvermogen van 810 watt voorzie je een middelgrote tot grote kamer van helder tv-geluid. De achterzijde van de soundbar heeft twee HDMI-poorten en een optische ingang. Je kunt dus vrijwel elke televisie aansluiten. Voor het verwerken van muziekstreams verbind je de DS95TR met wifi of bluetooth. Prettig is hierbij de ondersteuning voor AirPlay 2, Google Cast en Spotify Connect. Lees hier enkele ervaringen van andere gebruikers.

LG DS60TR

Met dit betaalbare product van LG richt je een 5.1-kanaals audiosysteem in. De onlangs verschenen DS60TR bestaat uit een soundbar van 85 centimeter, een draadloze subwoofer en twee achterspeakers. Houd er rekening mee dat deze surroundspeakers onderling met een speakerkabel zijn verbonden. De communicatie met de soundbar is overigens wel draadloos. Je koppelt de DS60TR via HDMI of de optische ingang aan een televisie. Handig is dat je diverse instellingen van de soundbar op een geschikte LG-televisie kunt bedienen. Zo switch je in de zogeheten WOW-interface tussen verschillende geluidsmodi.

Met een totaalvermogen van 440 watt plaats je het audiosysteem in een kleine tot middelgrote kamer. Voor de weergave van surroundeffecten ondersteunt de DS60TR de veelgebruikte formaten Dolby Digital en DTS. In tegenstelling tot duurdere producten met Dolby Atmos-geluid hoor je dus geen geluid boven je hoofd. Verder stream je desgewenst muziek, radio en podcasts via een bluetoothverbinding. Koppel hiervoor een smartphone of tablet. Een interessant weetje is dat de boven- en onderkant van de soundbar zijn gemaakt van gerecycled plastic.

Lees ook: Dit is de ideale positie van je soundbar

LG DS70TR

De LG DS70TR zit met een lengte van 95 centimeter tussen de eerder besproken LG DS95TR en LG DS60TR in. Voor een soundbar met Dolby Atmos-ondersteuning valt de aanschafprijs mee. Een opwaartse driver stuurt bepaalde audiogolven naar boven, waardoor je een driedimensionaal geluid ervaart. Dankzij twee draadloze surroundspeakers (wel onderling met kabel verbonden) hoor je ook nog eens achter je effecten. De snoerloze subwoofer maakt jouw thuisbioscoop compleet. Een nuttige functie is dat de DS70TR met de speakers van een geschikte LG-televisie kan samenwerken. Hierdoor ontstaat er een grootser geluid.

Dit 5.1.1-kanaals audiosysteem levert een totaalvermogen van 500 watt. Voor een doorsnee (woon)kamer in een appartement of rijtjeshuis is dat ruimschoots voldoende. Behalve Dolby Atmos kan de DS70TR ook overweg met DTS:X, DTS en Dolby Atmos. Je hoort dus bij vrijwel alle streams van videodiensten écht surroundgeluid. De achterzijde heeft twee HDMI-poorten en een optische ingang. Naast de televisie kun je dus ook nog twee andere apparaten aansluiten, zoals een gameconsole en cd-speler. Tot slot laat je via bluetooth je favoriete afspeellijsten op de soundbar los. Gebruik hierbij de smartphone of tablet als afstandsbediening.

Denon DHT-S517

De Denon DHT-S517 is een 3.1.2-kanaals soundbar die wordt geleverd met een draadloze subwoofer. Dit systeem maakt gebruik van Dolby Atmos om een ruimtelijk geluid te creëren. In de soundbar zitten zeven speakers, waarvan er twee naar boven zijn gericht. Deze 'up-firing' speakers sturen het geluid naar het plafond, dat het vervolgens terugkaatst naar jouw zitplek. Dit zorgt voor een geluidseffect waarbij het lijkt alsof het geluid ook van boven komt. De set bevat geen losse achterspeakers, maar simuleert het surround-effect.

Met de Dialogue Enhancer-functie kun je de helderheid van stemmen in drie niveaus aanpassen, zodat gesprekken in films en series beter te volgen zijn. De soundbar heeft een HDMI-ingang voor het doorlussen van een extern apparaat en een HDMI eARC-uitgang voor de verbinding met je televisie. Daarnaast is er Bluetooth aanwezig om muziek draadloos te streamen en zijn er verschillende geluidsmodi beschikbaar, zoals Film, Muziek en Nachtmodus.