ID.nl logo
Zo ga je veilig online op een openbaar wifi-netwerk
© Reshift Digital
Huis

Zo ga je veilig online op een openbaar wifi-netwerk

Onderweg of op reis willen we vaak graag het internet. Een openbaar netwerk is dan natuurlijk erg handig, want het is gratis en makkelijk te vinden. Maar daar hangen ook risico's aan vast. Hoe zit dat precies en vooral: hoe wapen je jezelf hiertegen?

Wist je dat anderen die op hetzelfde wifi-netwerk als jij zitten, kunnen meekijken met al jouw onversleutelde dataverkeer (browsergegevens, chats, mailtjes en meer)? Dit geldt voor openbare netwerken, maar ook netwerken die beveiligd zijn met een wachtwoord. Dat is een risico waar je rekening mee moet houden. Wat hierbij ook belangrijk is om je te realiseren, is dat jouw mobiele apparaat een lijst van bekende netwerken heeft, waar hij automatisch mee verbindt zodra hij ze ziet (indien je dit niet gewijzigd hebt in de instellingen). Ben je dus bijvoorbeeld in de buurt van een 'Wifi in de trein'-netwerk, dan verbindt je apparaat zonder dat jij het je beseft en begint je toestel gegevens te verzenden. En die zijn dus zó door anderen uit te lezen. Lees ook: 5 onmisbare tools voor je wifi-netwerk.

'Honey-spot'

Daar eindigt het gevaar jammer genoeg niet bij. Stel, je verbindt je met het netwerk 'Starbucks'. Hoe weet je dan zeker dat een hacker in de onmiddellijke omgeving niet een eigen mobiele hotspot op heeft opgezet met dezelfde naam (een 'hotspot honeypot')? Een eerste stap in je verweer zou dus kunnen zijn dat je bij de eigenaar van de hotspot even navraagt wat de exacte naam, het IP-adresbereik en eventueel het MAC-adres van het accesspoint zijn. Maar realistisch is dat niet, want dan moet je zelf de moeite doen om die adressen te checken op je eigen toestel (nog los van de vraag of de eigenaar je de gevraagde informatie wil of kan geven).

Bovendien valt het niet helemaal uit te sluiten dat de router van het legitieme draadloze netwerk is gehackt en dat de hacker bijvoorbeeld de DNS-configuratie heeft aangepast. Zo kan het zijn dat je automatisch naar een nagemaakte inlogpagina (captive portal) van bijvoorbeeld Starbucks of een aanmeldpagina van Facebook wordt geleid, zodat je je login-ID aan de hacker prijsgeeft. We raden je daarom aan zo veel mogelijk met tweefactor-authenticatie te werken, zodat je naast een wachtwoord bijvoorbeeld ook een sms-code moet invullen.

©PXimport

Tweefactor-authenticatie: een extra barrière voor hackers.

Hacktool

Wie dacht dat je een doorgewinterde hacker moest zijn om data over een draadloos netwerk te kunnen onderscheppen, heeft nog niet van de WiFi Pineapple gehoord. Dit apparaat (circa 100 euro) maakt het via een grafische interface wel erg makkelijk om een hotspot honeypot op te zetten, waarbij de hacker zich als een man-in-the-middel kan opwerpen, en met behulp van zogenoemde SSL-stripping zelfs data van https-verbindingen tussen je eigen apparaat en de beoogde webserver kan onderscheppen. Dergelijke toestellen en technieken maken het gebruik van VPN voor meer 'delicate' sessies over een (publiek) draadloos netwerk alleen maar dwingender.

©PXimport

Met een toestel als de WiFi Pineapple is een hack zo opgezet.

Beveiligingssoftware

Het kan echter ook gebeuren dat de hacker malware in zo'n webpagina stopt, die dan automatisch mee naar je toestel wordt geüpload. Om dus het risico op exploits en malware te verkleinen, is het verstandig om op je Windows-laptop beveiligingssoftware te installeren, zoals een firewall en een antimalwaretool. Houd je systeemsoftware ook goed up-to-date, maar let er wel op die updates nooit op een publiek wifinetwerk uit te voeren: het zou weleens malware kunnen wezen!

Versleuteling

Je doet er bovendien verstandig aan zo veel mogelijk van versleutelde communicatie gebruik te maken. Heel wat sites bieden hiervoor een https-verbinding aan, waaronder Facebook, Google en Twitter: let dan goed op het hangslotje nabij de url in de browser. Je kunt ook overwegen de browserextensie HTTPS Everywhere te installeren, die je browser dwingt waar mogelijk zo'n beveiligde https-connectie te gebruiken. Ook voor e-mail kun je een beveiligde verbinding instellen als je provider dat ondersteunt. Zowel bij POP3/IMAP als SMTP vind je gewoonlijk de beveiligingsprotocollen SSL/TLS en STARTTLS terug. Kies in dit geval echter niet de types waar Alle certificaten accepteren bij staat. Mocht je ooit de melding krijgen dat het om een ongeldig certificaat gaat, wees dan extra alert. Verder: gebruik voor online banking bij voorkeur ook de bijhorende bank-app in plaats van je browser.

3G/4G

Een betere oplossing is natuurlijk dat je openbaar wifi vermijdt voor sites en services die een aanmelding vereisen en dat je daarvoor de 3G/4G-verbinding van je mobiele apparaat gebruikt. In het buitenland kan dit weliswaar prijzig zijn, maar er is beterschap op komst: vanaf 15 juni 2017 worden de roamingkosten in de EU afgeschaft. Je kunt natuurlijk ook prepaid simkaart aanschaffen, al dan niet in combinatie met een mifi-router. Dat is een handzame 3G/4G-router die een lokaal wifi-netwerk opzet waarmee je je databundel kunt delen met je reisgenoten. Een mogelijk nadeel is wel dat apps dan denken dat ze via wifi verbonden zijn, in plaats van via 3G/4G, waardoor ze bijvoorbeeld uit zichzelf gaan updaten of allerlei mediabestanden downloaden.

Ook een goed idee: heb je wifi niet nodig, zet deze functie dan gewoon uit op je mobiele apparaat. Dat spaart bovendien batterijgebruik uit.

©PXimport

Mifi-router: een wifi-AP via je 3G/4G-verbinding.

Openbaar netwerk

Ben je met je laptop verbonden met een openbaar netwerk, let er dan op dat je systeem daarop is ingesteld. Dat houdt onder meer in dat je firewall actief is en dat die ervoor zorgt dat bepaalde diensten, zoals bestandsdeling, netwerkdetectie en het automatisch instellen van netwerkprinters, zijn uitgeschakeld. In Windows kan dat vrij eenvoudig. Het volstaat eigenlijk dat je via het Netwerkcentrum even controleert of de draadloze netwerkverbinding wel staat ingesteld op Openbaar netwerk (en dus niet op Particuliernetwerk).

In Windows 10 doe je dat als volgt. Klik in de taakbalk op het wifi-pictogram en kies linksonder in het uitgeklapte paneel op Netwerkinstellingen. Klik op je verbinding, open de rubriek Wi-Fi en selecteer Geavanceerde opties. Zet de schakelaar bij Apparaten en inhoud zoeken op Uit. Je zult merken: in het Netwerkcentrum wijzigt de indicatie Particulier netwerk meteen in Openbaar netwerk. In OS X op je Mac zorg je er maar beter voor dat de firewall is geactiveerd en dat bestandsdeling is uitgeschakeld. Beide opties bereik je via Systeemvoorkeuren.

©PXimport

Zorg ervoor dat je een openbaar netwerk ook als dusdanig instelt (in Windows).

Niet automatisch

Veel besturingssystemen zijn zo ingesteld dat ze zich automatisch opnieuw verbinden met een draadloos netwerk waarmee je eerder verbonden was. Dat is niet zo'n goed idee, gezien het risico dan groter wordt dat je je met een valse hotspot verbindt. Deze functie zet je dus maar beter uit. In Windows 7 doe je dat via het Netwerkcentrum / Draadloze netwerken beheren. In Windows 10 loopt dat over de functie Wi-Fi-inzicht, beschikbaar wanneer je met een Microsoft-account bij Windows bent aangemeld. Open Netwerkinstellingen en kies Wi-Fi-instellingenbeheren. Zet de schakelaar bij Verbinden met voorgestelde open hotspots op Uit, en eventueel ook die bij Verbinding maken met netwerken die worden gedeeld door mijn contactpersonen. In ditzelfde venster vind je onderaan ook een overzicht van netwerken waarmee je eerder was verbonden. Selecteer in deze lijst de publieke netwerken, waarna je de knop Niet onthouden indrukt.

Op een Mac ga je naar Systeemvoorkeuren en kies je Netwerk. In de rubriek Wi-Fi klik je op Geavanceerd: je kunt nu aangeven dat je computer niet langer netwerken onthoudt waarmee je eerder was verbonden. Of je haalt selectief een of meerdere (publieke) netwerken uit deze lijst.

In Android vindt je die lijst via Instellingen / Wifi. Druk wat langer op de naam van zo'n netwerk en kies Netwerk vergeten. In iOS ga je naar Instellingen / Wi-Fi, klik je het I-pictogram naast een netwerk aan en kies je Vergeet dit netwerk.

Netwerken vergeten (iOS & Android)

Het is wel zo veilig om je lijst met bekende draadloze netwerken op je iPhone, iPad of Android op te schonen. In Android doe je dat eenvoudig door naar Instellingen / Wifi te gaan, rechtsboven op de drie puntjes te drukken en de optie Opgeslagen netwerken te kiezen. Hier kun je naar hartenlust netwerken verwijderen. iOS is wat dit betreft een stuk onveiliger. Hier kun je alleen bekende netwerken verwijderen als je binnen bereik van het netwerk bent. Wanneer je het netwerk ziet in de lijst met beschikbare wifi-netwerken, kun je pas kiezen deze te vergeten.

VPN

De beste remedie om de risico's van openbare netwerken te ontlopen hebben we voor het laatst bewaard: VPN (virtual private network). Hiermee creëer je, ook binnen een openbaar netwerk, een 'privétunnel' naar een VPN-server, waarbinnen alle data goed worden versleuteld. Een bijkomend voordeel is dat je door zo'n verbinding eventuele webfilters en siteblokkades omzeilt die door het openbare netwerk zijn ingesteld.

'Gratis'

Ook zonder dat er hackers op de loer liggen, kan een gratis openbaar netwerk het op je privacy gemunt hebben. Het is namelijk niet uitgesloten dat de aanbieders op een of andere manier proberen informatie over jou te verzamelen, informatie die ze dan kunnen verzilveren. Ze kunnen bijvoorbeeld de websites traceren die je bezoekt om je gerichte advertenties te kunnen sturen (al dan niet door het injecteren van cookies) of ze vragen je om je telefoonnummer of e-mailadres om een PIN-code te ontvangen waarmee je toegang tot de hotspot krijgt. In winkelcentra bijvoorbeeld is het ook mogelijk dat de aanbieder via WPS (Wifi Positioning System, zoals triangulatie met diverse access points op basis van de wifi-signaalsterktes) je route doorheen de winkel(s) volgt. 'Gratis' met aanhalingstekens dus.

©PXimport

Positiebepaling met behulp van meerdere AP's.

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.