ID.nl logo
Bestanden delen via je eigen server
© PXimport
Huis

Bestanden delen via je eigen server

Er zijn data die je absoluut privé wilt houden en er is informatie die je graag met anderen wilt delen. Dat kan bijvoorbeeld via webpagina’s maar ook in de vorm van downloadbare bestanden. Doe je dat liever niet via de cloud, dan draai je toch gewoon je eigen server! Bestanden delen via je eigen server klinkt ambitieus en technisch, maar met de juiste tools is dat niet eens zo lastig.

Tip 01: Installatie

Of je nou in de ban bent van je hobby of dat je je hebt toegelegd op een of ander studiegebied, het is altijd leuk om je passie of kennis met anderen te delen. En dan kan uitstekend met een website. We gaan ervanuit dat je weet hoe je webpagina’s creëert – WYSIWYG Web Builder bijvoorbeeld is hiervoor een uitstekende tool, ook voor beginners.

In dit artikel gaan we dus niet aan de slag met het bouwen van een site, maar we tonen hoe je op eenvoudige wijze je eigen webserver opzet en jouw site toegankelijk maakt. Dat doen we aan de hand van Abyss Web Server X1 Personal Edition. Surf hiernaartoe en download de gratis server, die beschikbaar is voor macOS, Linux en Windows; wij installeren op Windows. De installatie spreekt voor zich en op het einde bepaal je zelf hoe de server moet opstarten: handmatig, na je Windows-login of zelfs als je niet bent aangemeld (Install as a Windows Service). Duikt een pop-up van je firewall op, geef dan aan dat het om een vertrouwde toepassing gaat.

©PXimport

Tip 02: Basisconfiguratie

Wanneer je Abyss Web Server de eerste keer start, opent je browser en beland je in de beheerpagina van de server. Kies hier English en voer een login-id in om de beheermodule te kunnen benaderen. Als het goed is, krijg je na je bevestiging de melding dat de server actief is. Normaliter is dat op poort 80 – een poort is, zeg maar, een genummerd communicatiekanaal voor je netwerkadapter. Of je server echt actief is, kun je overigens meteen testen door op die pc te surfen naar http://localhost of http://127.0.0.1. Er verschijnt dan een welkomstbericht. Dit bericht is eigenlijk de homepage van je website en die ruil je natuurlijk graag om voor je eigen homepage.

Dat is niet lastig: navigeer met de verkenner naar de installatiemap van Abyss – standaard is dat c:\Abyss Web Server en open hier de submap \htdocs. Je vindt hier het bestand index.html en je raadt het al: dat is de startpagina. Vervang die door je eigen homepagina en plaats de andere pagina’s en eventuele submappen van je site in deze map. Of je test het snel even uit door met kladblok index.html te openen en de inhoud te vervangen door iets als de volgende code: <html><head></head><body><h1>Welkom op mijn website</h1><hr></body></html>. Zodra je de pagina ververst krijg je dan je eigen pagina te zien.

©PXimport

Het welkomstbericht is vervang je door je eigen homepage

-

Tip 03: Extra configuratie

Er zijn heel wat opties en mogelijkheden in Abyss, maar we beperken ons hier tot een paar interessante functies. Zo bijvoorbeeld vind je het wellicht handig om je site of bepaalde webpagina’s af te schermen voor onbevoegden. Dat pak je als volgt aan. Meld je aan bij de beheerconsole van Abyss, via http://localhost:9999, en klik op Configure. Klik hier op Users and Groups en vervolgens op Add bij Users. Vul de gewenste gebruikersnaam en het bijhorende wachtwoord (2x) in en bevestig met OK en met de knop Restart. Open opnieuw Configure en klik nu op Access Control en op Add. Via Browse duid je met de [Select]-knop een sitemap aan die je alleen voor specifieke gebruikers wilt openstellen. Wij kiezen hier / (Host Root), zodat je de hele site in één keer afschermt. Bij Realm voeg je wat commentaar toe – iets als siteroot afgeschermd, bijvoorbeeld. Order laat je op Allow/Deny staan. Ten slotte plaats je bij de gewenste gebruiker(s) een vinkje naast Allow for. Bevestig met OK en met Restart. Sluit je browser af en probeer nogmaals naar je site te surfen: er wordt nu netjes gevraagd om in te loggen.

Overigens kun je een vergelijkbare vergrendeling ook instellen op basis van ip-adressen: dat doe je dan via IP Address Control. En wie zijn server liever niet op de standaardpoort 80 draait: klik op General, kies bij HTTP Port de optie Other Port en vul het gewenste poortnummer in. Merk op dat je hier bij Documents Path tevens de rootmap van je site kunt wijzigen.

©PXimport

Tip 04: Binnen netwerk

Je website is nu al vlot bereikbaar … vanaf je eigen pc. Leuk, maar je wilt natuurlijk meer. Om je site ook vanaf andere apparaten binnen je thuisnetwerk te bereiken, hoef je nauwelijks extra inspanning te doen. Het volstaat 127.0.0.1 of localhost in het webadres te vervangen door het interne ip-adres van je server-pc. Dat kom je te weten wanneer je op die pc naar de opdrachtprompt gaat en daar ipconfig uitvoert: je leest het adres af naast IPv4 Address bij de actieve netwerkadapter.

Het vergt wel iets meer inspanning om je server ook van buitenaf, via internet, bereikbaar te maken. Vooral wanneer je zojuist opgezette server zich achter een router bevindt– en die kans lijkt ons erg groot. Er zit dan weinig anders op dan een ‘gaatje’ in je router te prikken. Dat noemen we portforwarding (poortdoorverwijzing). Er is goede hoop dat je voor jouw eigen routermodel de nodige instructies terugvindt hier, in de volgende stappen zetten we je alvast een heel eind op weg.

©PXimport

Tip 05: Poortdoorverwijzing

Tik het interne ip-adres van je router in je browser in. Dat vind je bij Standaardgateway wanneer je ipconfig uitvoert op de opdrachtregel. Meld je aan bij de beheermodule en ga op zoek naar een rubriek als Port forwarding, mogelijk een onderdeel van Security. Hier voeg je een poort toe. Geef het item een duidelijke naam, wij noemen hem Abyss-webserver. Bij de externe poort vul je 80 in en bij de interne poort vul je het poortnummer van je webserver in (in ons geval: 8080). Het item Protocol kun je gerust op beide laten staan (tcp en udp). Ten slotte vul je het interne ip-adres van je webserver in (zie ook tip 4). Bevestig je keuzes.

Je webserver hoort nu van buitenaf bereikbaar te zijn, weliswaar via het externe ip-adres van je router. Wat dat adres is, vis je dan weer uit door vanaf je eigen pc te surfen naar een site als www.ipchicken.com. Is dat adres bijvoorbeeld 81.83.174.90 dan surf je dus naar dat adres. Had je bij externe poort niet poortnummer 80 gekozen, dan moet de bezoeker dit ip-adres nog aanvullen met het ingevulde poortnummer (bijvoorbeeld http://81.83.174.90:8080).

©PXimport

Je webserver is nu van buitenaf bereikbaar via het externe ip-adres van je router

-

Tip 06: Dynamisch dns

Het blijft natuurlijk vervelend als een potentiële bezoeker het externe ip-adres van jouw router moet zien te onthouden. Daar komt nog bij dat je provider dit adres op een gegeven moment ook zomaar eens kan wijzigen. Om het eerste probleem te omzeilen kun je gratis gebruikmaken van een dynamisch-dns-provider (ddns) als Dynu. Surf hiernaartoe, klik op Create account en vul de gevraagde gegevens in. Kies Submit en klik op de link in de bevestigingsmail. Zodra je bij Dynu bent aangemeld, beland je in je online dashboard. Hier klik je het pictogram DDNS Services aan, gevolgd door een druk op de knop Add, waarna je kiest voor Option 1: Use Our Domain Name. De bedoeling is nu dat je zelf een domeinnaam samenstelt op basis van een eigen hostnaam (bijvoorbeeld: mijnwebserver) en een toplevel-domein uit het aanbod (bijvoorbeeld freeddns.org). Bevestig met Add. Je komt nu in een configuratievenster terecht, waar je eigenlijk alleen maar hoeft te checken of het al ingevulde IPv4 Address overeenstemt met het externe ip-adres van je router (zie tip 5) – een router waar je dus ook al in de nodige poortdoorverwijzing had voorzien. Desnoods pas je dit ip-adres zelf nog aan, de overige opties kun je ongemoeid laten. Klik op Save om te bevestigen, even later is je website al bereikbaar via de gekozen domeinnaam.

©PXimport

Tip 07: Ddns update

Een ddns-provider zorgt dus voor de koppeling tussen de gekozen domeinnaam en het ip-adres van je router/netwerk. Mooi, maar wat als je internetprovider op een bepaald moment dat ip-adres aanpast? Je begrijpt: we moeten ervoor zorgen dat die koppeling dan ook intact blijft. Mogelijk voorziet je router in een ddns-update-functie, maar de kans is groot dat die provider Dynu niet ondersteunt. In dat geval doe je een beroep op een tooltje van Dynu zelf. Dit gebruik je bij voorkeur op een pc in je netwerk die je vaak opstart. Je downloadt de tool hier. Start je de tool de eerste keer op, dan dien je je gebruikersnaam en wachtwoord bij Dynu in te vullen. Je laat gemakshalve het vinkje staan bij Remember my password en bij Sign in automatically. Na de bevestiging hoef je verder eigenlijk niets meer te doen: de tool draait op de achtergrond en zal regelmatig je externe ip-adres checken. Zodra dat wijzigt, brengt de tool Dynu op de hoogte en wordt de koppeling met je domeinnaam automatisch bijgewerkt.

©PXimport

Zo blijft de koppeling tussen het ip-adres en je domeinnaam intact

-

Tip 08: Download

Abyss is een fraaie webserver als je informatie met de wereld wilt delen. Maar voor het ter beschikking stellen van downloadbare bestanden is het niet echt geschikt. Nu kun je natuurlijk een heuse ftp-server zoals FileZilla Server (gratis) inzetten, maar we willen het zoals gezegd in dit artikel lichtvoetig houden. En dan komt een server als HFS in het vizier (kort voor: HTTP File Server). Die werkt, net als een webserver, via het http-protocol en laat zich met weinig moeite installeren en configureren. Je downloadt de server hier, via Download en dan de grote Download-link links bovenaan. Het is niet uitgesloten dat een antivirustool hierop zenuwachtig reageert, maar HFS is wel een betrouwbaar programma. Overigens krijg je hier nog informatie om de server veiliger te maken, weliswaar voor de gevorderde gebruiker.

©PXimport

Tip 09: Opstarten

Handig is alvast dat HFS niet eens een echte installatie vereist. Start je deze server de eerste keer op dan moet je wellicht wel nog je firewall sussen (lees: toelaten dat de server een netwerkverbinding opzet) en krijg je (in een haast archaïsch venstertje) de vraag of je HFS in je ‘shell context menu’ wilt opnemen. Een duur begrip voor: wil je dat Add to HFS als optie beschikbaar komt wanneer je een map in Verkenner met de rechtermuisknop aanklikt? Houd er rekening mee dat je de tool hiervoor als administrator dient op te starten – desnoods kun je deze functie naderhand nog activeren via Menu / Other options / Switch to Expert mode / Menu / Other options / Add to shell context menu. Deze optie kan inderdaad wel handig zijn: zo kun je de inhoud van de een map heel makkelijk via de server ter beschikking te stellen (zie tip 10).

©PXimport

Je kunt een heuse ftp-server opzetten, maar we houden het met HFS eenvoudiger

-

Tip 10: Mappen toevoegen

We gaan ervan uit dat je de tool inmiddels hebt opgestart en dat de beheermodule zichtbaar is. Bij Open in browser lees je het webadres af dat je alvast in je eigen browser kunt uitproberen. Bovenaan leest je, bij Port, ook het poortnummer af waarop de HFS-server draait. Standaard is dat poort 80, tenzij die al bezet is, via een dubbelklik op dit poortnummer kun je het wijzigen.

Je browser zal je op dit moment echter weinig meer weten te vertellen dan ‘No files in this folder’. Het is dus de bedoeling dat je bestandsmappen toevoegt. Dat kan, als je dat hebt geactiveerd zoals beschreven in tip 9, vanuit het contextmenu via de optie Add to HFS. Het kan ook vanuit de beheermodule. Klik het linkerpaneel (Virtual File System) met de rechtermuisknop aan en kies Add folder from disk, waarna je de gewenste map toevoegt en bevestigt met Real folder. Zodra je nu de webpagina in je browser ververst, wordt de toegevoegde map zichtbaar. Geeft je webserver niet thuis? Check dan even in de beheermodule: open Menu en klik op zo nodig Switch ON. Overigens tref je hier ook de optie Uninstall HFS aan mocht je de bestandsserver ooit liever helemaal de rug toe keren.

©PXimport

Tip 11: Bestanden downloaden

Om een bestand uit een toegevoegde map vanuit de browser te downloaden, hoeft de bezoeker die alleen maar aan te klikken. Meerdere bestanden of een complete map downloaden kan ook: plaats een vinkje bij de gewenste items en klik dan linksonder Archive aan. Zodra je de aanvraag bevestigt, maakt HFS er een tar-archief van. Een ietwat ongelukkige keuze misschien, maar met een gratis tool als 7-Zip kan men zo’n archief probleemloos uitpakken. En voor wie zich afvraagt hoe de HFS-server van buitenaf bereikbaar wordt: tips 4 tot en met 7 vertellen er je alles over.

Verder, wie de moeite neemt het Menu van de beheermodule door te nemen – en zeker als je Switch to Expert mode activeert – heeft meteen door dat er nog heel wat meer mogelijk is met HFS, zoals het toegankelijk maken van mappen voor specifieke gebruikers enzovoort. Daar kun je zelf in duiken als je dat interessant vindt, eventueel met hulp van het forum op de website van Rejetto.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Van speelgazon tot schaduwtuin: zo kies je de juiste grassoort
© africaimages.com (Olga Yastremska, Africa Images)
Huis

Van speelgazon tot schaduwtuin: zo kies je de juiste grassoort

Een gazon is meer dan een stukje groen. Het kan een speelplek zijn voor kinderen of juist vooral de blikvanger zijn in een strak aangelegde tuin. Soms ligt het vol in de zon, soms grotendeels in de schaduw. Voor elke situatie is er een passend graszaadmengsel. Wat past het best bij jouw tuin?

Graszaad is altijd een mengsel Graszaad bestaat uit een mix van verschillende grassoorten. Elke soort heeft zijn eigen eigenschappen: de ene soort groeit snel, de andere is fijn van structuur, weer een andere herstelt snel en goed. Door deze eigenschappen te combineren, ontstaat een mengsel dat goed is afgestemd op de specifieke omstandigheden in de tuin.

Lees ook: Groener gras? Maaien en onderhouden doe je zo

Wat voor graszaad je nodig hebt, hangt helemaal af van het soort grasveld dat je wilt. Voor een veldje waarop je kinderen lekker kunnen ravotten en een balletje trappen heb je ander gras nodig dan voor een gazon dat vooral bedoeld is voor de sier. Hieronder lees je per toepassing welke grassoorten het meest geschikt zijn.

Speelveld: stevig en snel herstellend

Een gazon waarop gespeeld, gelopen of gevoetbald wordt, moet vooral sterk zijn. Het gras moet tegen een stootje kunnen én zich snel herstellen. Daarvoor heb je een mengsel nodig met veel Engels raaigras (Lolium perenne). Dit gras kiemt snel en vormt stevige sprieten. Het is goed bestand tegen intensief gebruik en groeit snel terug als het beschadigd raakt. Vaak wordt het aangevuld met veldbeemdgras (Poa pratensis), dat ondergronds uitlopers vormt en zo kale plekken opvult. Samen zorgen deze soorten voor een duurzaam speelgazon dat veel belasting aankan.

Siergazon: fijn, traag groeiend en egaal

Voor een siergazon gelden weer andere zaken. Het moet vooral fijn van structuur zijn, gelijkmatig groeien en een egaal, verzorgd beeld geven. Voor dit type gazon zijn roodzwenkgras (Festuca rubra) en struisgras (Agrostis capillaris) geschikt. Deze grassoorten groeien langzaam en blijven laag, waardoor je minder vaak hoeft te maaien. Ze vormen een dichte mat van fijne sprietjes die er netjes uitziet, vooral bij regelmatig onderhoud. Een siergazon vergt wel iets meer zorg, want het is minder sterk en herstelt trager bij schade.

Schaduwgazon: licht nodig, maar minder zon

In tuinen met veel schaduw, bijvoorbeeld door bomen, heeft gras het moeilijk. De meeste grassoorten groeien slecht zonder zon, wat ruimte geeft aan mos. Een schaduwgazon moet daarom vooral weinig licht nodig hebben en toch stevig genoeg zijn om een dichte mat te vormen. Mengsels voor schaduw bevatten vaak fijne vormen van roodzwenkgras en soms bosgras (Festuca heterophylla), een soort die beter groeit bij weinig licht. Een kleine hoeveelheid Engels raaigras zorgt voor stevigheid, maar alleen als er dagelijks toch wat zonlicht aanwezig is. Let op: ook schaduwgazon heeft minimaal 2 tot 4 uur daglicht nodig om goed te blijven groeien.

Droge (zand)grond: diep wortelend en hittebestendig

Op lichte zandgrond of op plekken waar je weinig sproeit, heb je gras nodig dat tegen droogte kan. Dit soort gras moet diep kunnen wortelen en niet te snel verdrogen. Mengsels voor droge omstandigheden bevatten vaak een aangepaste selectie van veldbeemdgras en speciaal geselecteerde varianten van Engels raaigras die minder water nodig hebben. Soms wordt er ook hard zwenkgras aan toegevoegd, dat goed bestand is tegen droogte en hitte. Deze soorten wortelen dieper dan gemiddeld, waardoor ze vocht uit lagere lagen kunnen opnemen. Zo blijft je gazon ook bij warme zomers langer groen.

©Elena Elisseeva | Elenathewise

Wanneer en hoe zaai je gras?

De ideale periode om gras te zaaien is in het voorjaar (maart tot mei) of het najaar (september tot half oktober). Dan is de bodem warm genoeg en valt er meestal voldoende regen. Ook tussentijds bijzaaien is mogelijk – bijvoorbeeld als je last hebt van kale plekken of na het verwijderen van mos – zolang de bodemtemperatuur boven de 10 °C ligt en de grond vochtig blijft.

Begin altijd met een goede voorbereiding. Maai het bestaande gras kort, en verwijder mos en dood materiaal door het gazon te verticuteren. Dat kan met een verticuteerhark of een verticuteermachine.

Bij het herstellen van kale plekken hark je de grond los, zodat het zaad goed contact maakt met de aarde. Zaai vervolgens het juiste graszaadmengsel voor jouw situatie. Druk het zaad licht aan, bijvoorbeeld met een plank of de achterkant van een hark. Belangrijk: houd de bodem vochtig tot het gras begint te kiemen. Dat duurt gemiddeld 7 tot 14 dagen, afhankelijk van de soort en temperatuur. Wil je extra bescherming bieden? Strooi dan een dun laagje potgrond of compost over het zaad. Dat helpt tegen uitdroging en beschermt tegen vogels.

Wacht met maaien tot het gras minstens 8 cm hoog is, en gebruik dan een hoge maaihoogte bij de eerste maaibeurt. Zo geef je jonge sprietjes de kans om zich goed te wortelen.

Lees ook: Gras vol mos? Dit wil je weten over het verticuteren van je gazon

Tabel: deze grassoorten heb je nodig

Type gazonEigenschappen grasGeschikte grassoorten
SpeelgazonSterk, snelgroeiend, herstellendEngels raaigras, veldbeemdgras
SiergazonFijn, traaggroeiend, egaalRoodzwenkgras, struisgras, veldbeemdgras
SchaduwgazonGroeiend bij weinig lichtFijn roodzwenkgras, bosgras, beetje raaigras
DroogtebestendigDiep wortelend, hittebestendigVeldbeemdgras, hard zwenkgras, raaigrasvariant

Liever meteen resultaat? Kies voor graszoden Wil je niet wachten tot graszaad kiemt en opkomt? Kies dan voor graszoden. Dat zijn kant-en-klare rollen gras, opgekweekt op een kwekerij en direct klaar voor gebruik. Ideaal als je snel een groen gazon wilt, bijvoorbeeld bij een verhuizing of als je tuin in korte tijd helemaal wordt opgeknapt. Graszoden bestaan meestal uit een stevige combinatie van Engels raaigras en veldbeemdgras. Daardoor zijn ze geschikt voor intensief gebruik én vormen ze snel een dicht tapijt.

Het leggen van graszoden kan van maart tot en met oktober, zolang het niet vriest. Zorg dat de ondergrond egaal, losgemaakt en licht vochtig is. Rol de zoden strak tegen elkaar uit, druk ze goed aan en geef royaal water – zeker in de eerste weken. Na 10 tot 14 dagen zijn ze voldoende vastgegroeid om voor het eerst te maaien.

▼ Volgende artikel
Review Ninja Café Luxe - Barista-ervaring, mits je de tijd neemt
© Ninja
Huis

Review Ninja Café Luxe - Barista-ervaring, mits je de tijd neemt

De markt voor koffiemachines is breed en beweegt snel. Veel apparaten bieden steeds meer functies, van eenvoudige espresso’s tot uitgebreide melk- en cold brew-specialiteiten. De Ninja Café Luxe-serie belooft precies dat: barista-kwaliteit, eindeloze mogelijkheden en gebruiksgemak in één apparaat. Maar maakt dit model die belofte waar in de praktijk?

Uitstekend
Conclusie

De Ninja Café Luxe is vooral geschikt voor koffieliefhebbers die graag zelf de controle houden over het volledige zetproces, bereid zijn om het apparaat goed te leren kennen en de ruimte hebben voor een grotere machine. Wie dat ziet als een leuke uitdaging, haalt met de Ninja Café Luxe een complete koffie-oplossing in huis.

Plus- en minpunten
  • Veelzijdig gebruik
  • Volledig instelbaar
  • Goede bouwkwaliteit
  • Handige accessoires en opbergmogelijkheden
  • Automatisch melkopschuim- en reinigingsprogramma
  • Niet direct intuïtief in gebruik
  • Uitgebreid stappenplan voor eerste gebruik
  • Groot en zwaar apparaat
  • Prijzig

De Ninja Café Luxe combineert een espressomachine, filterkoffiezetter en cold brew-maker in één apparaat. Met de geïntegreerde koffiemolen (25 maalstanden) en tamper stel je de koffie volledig naar wens af.

De machine biedt vijf espresso-opties, vier koffiestijlen en vier melkopschuimstanden – geschikt voor zowel dierlijke als plantaardige melk. Je kiest uit zeven drankformaten, van espresso tot cold brew-specialiteiten zoals iced latte of espresso martini.

Er zijn twee uitvoeringen:

  • De Essential (ES501EU) met 14 instellingen voor gemak en variatie.

  • De Premier (ES601EU) met extra temperatuur- en melkopties voor meer controle.

De Essential kost 449,99 euro, de Premier 549,99 euro. De machine is groot en zwaar (34,4 x 33,6 x 37,2 cm) en weegt 16,65 kilo.

©Ninja

Eerste indruk: wat veel!

Wat fijn is aan huishoudelijke apparaten van Ninja, is dat ze doorgaans gebruiksvriendelijk en intuïtief te bedienen zijn, zo bleek uit eerdere ervaringen. Gebruiksvriendelijk blijkt – na enige tijd – zeker waar, maar intuïtief kunnen we dit apparaat zeker niet noemen direct na het uitpakken. De uitgebreide handleiding, verkorte snelstartgids en een inspiratiegids met allerlei recepten voor de verschillende koffievarianten komen dan ook direct van pas.

©Saskia van Weert

Uit de doos oogt de Ninja Café Luxe direct stevig en professioneel. De afwerking is netjes en het apparaat maakt een solide indruk op het aanrecht. Bij het uitpakken valt op hoeveel accessoires en onderdelen erbij zitten: van filterhouders en melkopschuimer tot een geïntegreerde molen.

Voordat er überhaupt koffie kan worden gezet, dient er een stapsgewijze kalibratie en watermeting te worden gedaan om te bepalen hoe hard het kraanwater is in de eigen regio. De stappen staan duidelijk beschreven in de gids, alle benodigdheden (behalve koffiebonen) zitten bijgesloten in de doos. Dat alles neemt een halfuurtje in beslag, daarna is de machine klaar voor het eerste gebruik.

©Ninja

Espresso drink je natuurlijk niet uit een mok

Een elegant kopje verhoogt de smaakbeleving!

De functies op een rij

De koffiemachine heeft allerlei onderdelen die een eigen plekje hebben in of op de machine. Er zitten drie filterbakjes bij om de gemalen koffie in te doen: eentje voor een enkele hoeveelheid, een wat grotere voor een dubbele hoeveelheid drank en een grote mand voor filterkoffie.

Dan is er het portafilter, oftewel het gedeelte waarin de gemalen koffie plus het gewenste filterbakje gaan, en dat je vastklikt onder de wateruitlaat.

Er is een losse trechter die je gebruikt tijdens het malen van de koffie, en een stamper om de koffie in het bakje samen te drukken. Tot slot is er nog het melkkannetje.

©Saskia van Weert

Links van de machine kun je de trechter en de stamper bewaren, het portafilter kan onder de koffiemaler en het kannetje heeft een vaste plek rechts onder het melktuitje.

Het bedieningspaneel verdient ook wat aandacht. Aan de linkerzijde zit een draaischijf waarmee je de maalgraad van de koffiebonen instelt. Dan is er nog het display met allerlei opties en een draai-/drukknop, en een gedeelte om het soort melkschuim in te stellen. Het bedieningspaneel is duidelijk vormgegeven, maar door het grote aantal opties is het niet direct intuïtief.

Boven op het apparaat is er een warmhoudplaat voor koffiebekers. Aan de achterzijde zit het waterreservoir, bovenin zit een dekseltje om toegang te krijgen tot het bonenreservoir, en geheel rechts zit een klein deurtje waar je de metalen filterbakjes in kunt opbergen.

Kortom: een hoop opties en een hoop uitzoekwerk!

©Saskia van Weert

In gebruik: goed resultaat (na even oefenen)

Bij het apparaat zit een dikke zwart-witte gebruikshandleiding. Het is aan te raden die goed door te nemen en bij de hand te hebben tijdens het leren kennen van het apparaat en de mogelijkheden. Na enige keren wat proberen wordt duidelijk dat de basishandelingen vrij overzichtelijk zijn. Een doorgewinterde thuisbarista zal deze machine vermoedelijk sneller weten te doorgronden.

Allereerst moet het gewenste filterbakje in het portafilter. Je zet de trechter op het filterbakje en zet de machine aan. Je kiest het gewenste programma, bijvoorbeeld espresso. De standaardinstelling is een dubbele shot; dat is eventueel aan te passen in het menu.

Vervolgens hang je het portafilter onder de koffiemaler. Er verschijnen twee getallen in beeld: de ideale maalgraad en de huidige instelling. Via de draaischijf links aan de machine zorg je dat de twee getallen identiek zijn. Je start de maler en neemt het portafilter met gemalen koffie uit de machine. Je stampt de boel aan met de stamper, verwijdert de trechter en bevestigt het portafilter onder de wateruitlaat. Dat doe je door de oranje stip op het filter gelijk te houden met de stip op de machine en het filter stevig naar rechts te bewegen om het te vergrendelen. Dat gaat vrij zwaar.

©Ninja

Dan is het tijd om het koffiezetten te starten met een druk op de draai-/drukknop. Vergeet niet om een passende kop of mok onder het filter te zetten. Er komt een beetje geconcentreerde koffie uit de machine, die wordt aangevuld met heet water om de gewenste sterkte te verkrijgen. Deze stappen zijn gelijk voor vrijwel alle koffiebereidingen – alleen filterkoffie gaat iets anders.

Melkschuim maken

Mocht je cappuccino willen maken, dan doe je dierlijke of plantaardige melk in de melkkan tot aan de streep, kies je de gewenste dikte en laat je de melk warm worden en opschuimen tot een pieptoon aangeeft dat de melk klaar is. Je hoort het kleine mixertje onder in de kan flink tekeergaan en dat levert een prima resultaat op. Na het leeggieten van de kan start een automatisch schoonmaakprogramma.

De smaak van de geteste koffievarianten is prima. De exacte uitkomst hangt uiteraard af van de gebruikte bonen.

©Saskia van Weert

Schoonmaken en onderhoud

Een deel van de accessoires en onderdelen mag gewoon in de vaatwasser. Zoals wel vaker is het vaak beter voor de duurzaamheid om alles op de hand af te wassen. Metalen onderdelen blijven daardoor langer glanzend. De melkopschuimer heeft een eigen reinigingsprogramma voor het binnenwerk en het tuitje, al moet het kannetje natuurlijk wel goed afgewassen worden.

Ninja Café Luxe kopen?

De Ninja Café Luxe is een krachtige en veelzijdige koffiemachine die de serieuze thuisbarista veel te bieden heeft. Met uitgebreide instellingen voor koffie, melk en formaat, en de mogelijkheid om zowel espresso als filterkoffie en cold brews te zetten, is dit apparaat een echte allrounder. De bouwkwaliteit is stevig en professioneel, en het apparaat wordt geleverd met handige accessoires en een eigen reinigingsprogramma voor de melkopschuimer.

Tegelijk vraagt de machine om tijd en aandacht. Het is geen instapmodel voor wie snel en zonder nadenken een kopje koffie wil zetten. De bediening is uitgebreid en vergt oefening, vooral in het begin. Ook neemt het apparaat de nodige ruimte in beslag en zijn er veel onderdelen om mee te werken.

De Ninja Café Luxe is vooral geschikt voor koffieliefhebbers die graag zelf de controle houden over het volledige zetproces, bereid zijn om het apparaat goed te leren kennen en de ruimte hebben voor een grotere machine. Wie dat ziet als een leuke uitdaging, haalt met de Ninja Café Luxe een complete koffie-oplossing in huis.

Watch on YouTube