ID.nl logo
Bestanden delen via je eigen server
© PXimport
Huis

Bestanden delen via je eigen server

Er zijn data die je absoluut privé wilt houden en er is informatie die je graag met anderen wilt delen. Dat kan bijvoorbeeld via webpagina’s maar ook in de vorm van downloadbare bestanden. Doe je dat liever niet via de cloud, dan draai je toch gewoon je eigen server! Bestanden delen via je eigen server klinkt ambitieus en technisch, maar met de juiste tools is dat niet eens zo lastig.

Tip 01: Installatie

Of je nou in de ban bent van je hobby of dat je je hebt toegelegd op een of ander studiegebied, het is altijd leuk om je passie of kennis met anderen te delen. En dan kan uitstekend met een website. We gaan ervanuit dat je weet hoe je webpagina’s creëert – WYSIWYG Web Builder bijvoorbeeld is hiervoor een uitstekende tool, ook voor beginners.

In dit artikel gaan we dus niet aan de slag met het bouwen van een site, maar we tonen hoe je op eenvoudige wijze je eigen webserver opzet en jouw site toegankelijk maakt. Dat doen we aan de hand van Abyss Web Server X1 Personal Edition. Surf hiernaartoe en download de gratis server, die beschikbaar is voor macOS, Linux en Windows; wij installeren op Windows. De installatie spreekt voor zich en op het einde bepaal je zelf hoe de server moet opstarten: handmatig, na je Windows-login of zelfs als je niet bent aangemeld (Install as a Windows Service). Duikt een pop-up van je firewall op, geef dan aan dat het om een vertrouwde toepassing gaat.

©PXimport

Tip 02: Basisconfiguratie

Wanneer je Abyss Web Server de eerste keer start, opent je browser en beland je in de beheerpagina van de server. Kies hier English en voer een login-id in om de beheermodule te kunnen benaderen. Als het goed is, krijg je na je bevestiging de melding dat de server actief is. Normaliter is dat op poort 80 – een poort is, zeg maar, een genummerd communicatiekanaal voor je netwerkadapter. Of je server echt actief is, kun je overigens meteen testen door op die pc te surfen naar http://localhost of http://127.0.0.1. Er verschijnt dan een welkomstbericht. Dit bericht is eigenlijk de homepage van je website en die ruil je natuurlijk graag om voor je eigen homepage.

Dat is niet lastig: navigeer met de verkenner naar de installatiemap van Abyss – standaard is dat c:\Abyss Web Server en open hier de submap \htdocs. Je vindt hier het bestand index.html en je raadt het al: dat is de startpagina. Vervang die door je eigen homepagina en plaats de andere pagina’s en eventuele submappen van je site in deze map. Of je test het snel even uit door met kladblok index.html te openen en de inhoud te vervangen door iets als de volgende code: <html><head></head><body><h1>Welkom op mijn website</h1><hr></body></html>. Zodra je de pagina ververst krijg je dan je eigen pagina te zien.

©PXimport

Het welkomstbericht is vervang je door je eigen homepage

-

Tip 03: Extra configuratie

Er zijn heel wat opties en mogelijkheden in Abyss, maar we beperken ons hier tot een paar interessante functies. Zo bijvoorbeeld vind je het wellicht handig om je site of bepaalde webpagina’s af te schermen voor onbevoegden. Dat pak je als volgt aan. Meld je aan bij de beheerconsole van Abyss, via http://localhost:9999, en klik op Configure. Klik hier op Users and Groups en vervolgens op Add bij Users. Vul de gewenste gebruikersnaam en het bijhorende wachtwoord (2x) in en bevestig met OK en met de knop Restart. Open opnieuw Configure en klik nu op Access Control en op Add. Via Browse duid je met de [Select]-knop een sitemap aan die je alleen voor specifieke gebruikers wilt openstellen. Wij kiezen hier / (Host Root), zodat je de hele site in één keer afschermt. Bij Realm voeg je wat commentaar toe – iets als siteroot afgeschermd, bijvoorbeeld. Order laat je op Allow/Deny staan. Ten slotte plaats je bij de gewenste gebruiker(s) een vinkje naast Allow for. Bevestig met OK en met Restart. Sluit je browser af en probeer nogmaals naar je site te surfen: er wordt nu netjes gevraagd om in te loggen.

Overigens kun je een vergelijkbare vergrendeling ook instellen op basis van ip-adressen: dat doe je dan via IP Address Control. En wie zijn server liever niet op de standaardpoort 80 draait: klik op General, kies bij HTTP Port de optie Other Port en vul het gewenste poortnummer in. Merk op dat je hier bij Documents Path tevens de rootmap van je site kunt wijzigen.

©PXimport

Tip 04: Binnen netwerk

Je website is nu al vlot bereikbaar … vanaf je eigen pc. Leuk, maar je wilt natuurlijk meer. Om je site ook vanaf andere apparaten binnen je thuisnetwerk te bereiken, hoef je nauwelijks extra inspanning te doen. Het volstaat 127.0.0.1 of localhost in het webadres te vervangen door het interne ip-adres van je server-pc. Dat kom je te weten wanneer je op die pc naar de opdrachtprompt gaat en daar ipconfig uitvoert: je leest het adres af naast IPv4 Address bij de actieve netwerkadapter.

Het vergt wel iets meer inspanning om je server ook van buitenaf, via internet, bereikbaar te maken. Vooral wanneer je zojuist opgezette server zich achter een router bevindt– en die kans lijkt ons erg groot. Er zit dan weinig anders op dan een ‘gaatje’ in je router te prikken. Dat noemen we portforwarding (poortdoorverwijzing). Er is goede hoop dat je voor jouw eigen routermodel de nodige instructies terugvindt hier, in de volgende stappen zetten we je alvast een heel eind op weg.

©PXimport

Tip 05: Poortdoorverwijzing

Tik het interne ip-adres van je router in je browser in. Dat vind je bij Standaardgateway wanneer je ipconfig uitvoert op de opdrachtregel. Meld je aan bij de beheermodule en ga op zoek naar een rubriek als Port forwarding, mogelijk een onderdeel van Security. Hier voeg je een poort toe. Geef het item een duidelijke naam, wij noemen hem Abyss-webserver. Bij de externe poort vul je 80 in en bij de interne poort vul je het poortnummer van je webserver in (in ons geval: 8080). Het item Protocol kun je gerust op beide laten staan (tcp en udp). Ten slotte vul je het interne ip-adres van je webserver in (zie ook tip 4). Bevestig je keuzes.

Je webserver hoort nu van buitenaf bereikbaar te zijn, weliswaar via het externe ip-adres van je router. Wat dat adres is, vis je dan weer uit door vanaf je eigen pc te surfen naar een site als www.ipchicken.com. Is dat adres bijvoorbeeld 81.83.174.90 dan surf je dus naar dat adres. Had je bij externe poort niet poortnummer 80 gekozen, dan moet de bezoeker dit ip-adres nog aanvullen met het ingevulde poortnummer (bijvoorbeeld http://81.83.174.90:8080).

©PXimport

Je webserver is nu van buitenaf bereikbaar via het externe ip-adres van je router

-

Tip 06: Dynamisch dns

Het blijft natuurlijk vervelend als een potentiële bezoeker het externe ip-adres van jouw router moet zien te onthouden. Daar komt nog bij dat je provider dit adres op een gegeven moment ook zomaar eens kan wijzigen. Om het eerste probleem te omzeilen kun je gratis gebruikmaken van een dynamisch-dns-provider (ddns) als Dynu. Surf hiernaartoe, klik op Create account en vul de gevraagde gegevens in. Kies Submit en klik op de link in de bevestigingsmail. Zodra je bij Dynu bent aangemeld, beland je in je online dashboard. Hier klik je het pictogram DDNS Services aan, gevolgd door een druk op de knop Add, waarna je kiest voor Option 1: Use Our Domain Name. De bedoeling is nu dat je zelf een domeinnaam samenstelt op basis van een eigen hostnaam (bijvoorbeeld: mijnwebserver) en een toplevel-domein uit het aanbod (bijvoorbeeld freeddns.org). Bevestig met Add. Je komt nu in een configuratievenster terecht, waar je eigenlijk alleen maar hoeft te checken of het al ingevulde IPv4 Address overeenstemt met het externe ip-adres van je router (zie tip 5) – een router waar je dus ook al in de nodige poortdoorverwijzing had voorzien. Desnoods pas je dit ip-adres zelf nog aan, de overige opties kun je ongemoeid laten. Klik op Save om te bevestigen, even later is je website al bereikbaar via de gekozen domeinnaam.

©PXimport

Tip 07: Ddns update

Een ddns-provider zorgt dus voor de koppeling tussen de gekozen domeinnaam en het ip-adres van je router/netwerk. Mooi, maar wat als je internetprovider op een bepaald moment dat ip-adres aanpast? Je begrijpt: we moeten ervoor zorgen dat die koppeling dan ook intact blijft. Mogelijk voorziet je router in een ddns-update-functie, maar de kans is groot dat die provider Dynu niet ondersteunt. In dat geval doe je een beroep op een tooltje van Dynu zelf. Dit gebruik je bij voorkeur op een pc in je netwerk die je vaak opstart. Je downloadt de tool hier. Start je de tool de eerste keer op, dan dien je je gebruikersnaam en wachtwoord bij Dynu in te vullen. Je laat gemakshalve het vinkje staan bij Remember my password en bij Sign in automatically. Na de bevestiging hoef je verder eigenlijk niets meer te doen: de tool draait op de achtergrond en zal regelmatig je externe ip-adres checken. Zodra dat wijzigt, brengt de tool Dynu op de hoogte en wordt de koppeling met je domeinnaam automatisch bijgewerkt.

©PXimport

Zo blijft de koppeling tussen het ip-adres en je domeinnaam intact

-

Tip 08: Download

Abyss is een fraaie webserver als je informatie met de wereld wilt delen. Maar voor het ter beschikking stellen van downloadbare bestanden is het niet echt geschikt. Nu kun je natuurlijk een heuse ftp-server zoals FileZilla Server (gratis) inzetten, maar we willen het zoals gezegd in dit artikel lichtvoetig houden. En dan komt een server als HFS in het vizier (kort voor: HTTP File Server). Die werkt, net als een webserver, via het http-protocol en laat zich met weinig moeite installeren en configureren. Je downloadt de server hier, via Download en dan de grote Download-link links bovenaan. Het is niet uitgesloten dat een antivirustool hierop zenuwachtig reageert, maar HFS is wel een betrouwbaar programma. Overigens krijg je hier nog informatie om de server veiliger te maken, weliswaar voor de gevorderde gebruiker.

©PXimport

Tip 09: Opstarten

Handig is alvast dat HFS niet eens een echte installatie vereist. Start je deze server de eerste keer op dan moet je wellicht wel nog je firewall sussen (lees: toelaten dat de server een netwerkverbinding opzet) en krijg je (in een haast archaïsch venstertje) de vraag of je HFS in je ‘shell context menu’ wilt opnemen. Een duur begrip voor: wil je dat Add to HFS als optie beschikbaar komt wanneer je een map in Verkenner met de rechtermuisknop aanklikt? Houd er rekening mee dat je de tool hiervoor als administrator dient op te starten – desnoods kun je deze functie naderhand nog activeren via Menu / Other options / Switch to Expert mode / Menu / Other options / Add to shell context menu. Deze optie kan inderdaad wel handig zijn: zo kun je de inhoud van de een map heel makkelijk via de server ter beschikking te stellen (zie tip 10).

©PXimport

Je kunt een heuse ftp-server opzetten, maar we houden het met HFS eenvoudiger

-

Tip 10: Mappen toevoegen

We gaan ervan uit dat je de tool inmiddels hebt opgestart en dat de beheermodule zichtbaar is. Bij Open in browser lees je het webadres af dat je alvast in je eigen browser kunt uitproberen. Bovenaan leest je, bij Port, ook het poortnummer af waarop de HFS-server draait. Standaard is dat poort 80, tenzij die al bezet is, via een dubbelklik op dit poortnummer kun je het wijzigen.

Je browser zal je op dit moment echter weinig meer weten te vertellen dan ‘No files in this folder’. Het is dus de bedoeling dat je bestandsmappen toevoegt. Dat kan, als je dat hebt geactiveerd zoals beschreven in tip 9, vanuit het contextmenu via de optie Add to HFS. Het kan ook vanuit de beheermodule. Klik het linkerpaneel (Virtual File System) met de rechtermuisknop aan en kies Add folder from disk, waarna je de gewenste map toevoegt en bevestigt met Real folder. Zodra je nu de webpagina in je browser ververst, wordt de toegevoegde map zichtbaar. Geeft je webserver niet thuis? Check dan even in de beheermodule: open Menu en klik op zo nodig Switch ON. Overigens tref je hier ook de optie Uninstall HFS aan mocht je de bestandsserver ooit liever helemaal de rug toe keren.

©PXimport

Tip 11: Bestanden downloaden

Om een bestand uit een toegevoegde map vanuit de browser te downloaden, hoeft de bezoeker die alleen maar aan te klikken. Meerdere bestanden of een complete map downloaden kan ook: plaats een vinkje bij de gewenste items en klik dan linksonder Archive aan. Zodra je de aanvraag bevestigt, maakt HFS er een tar-archief van. Een ietwat ongelukkige keuze misschien, maar met een gratis tool als 7-Zip kan men zo’n archief probleemloos uitpakken. En voor wie zich afvraagt hoe de HFS-server van buitenaf bereikbaar wordt: tips 4 tot en met 7 vertellen er je alles over.

Verder, wie de moeite neemt het Menu van de beheermodule door te nemen – en zeker als je Switch to Expert mode activeert – heeft meteen door dat er nog heel wat meer mogelijk is met HFS, zoals het toegankelijk maken van mappen voor specifieke gebruikers enzovoort. Daar kun je zelf in duiken als je dat interessant vindt, eventueel met hulp van het forum op de website van Rejetto.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt
© fotomek
Huis

Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt

Denk je net goed bezig te zijn met een A+++-wasdroger, blijkt die vanaf juli 2025 opeens een magere C te scoren. Wat is hier aan de hand? Geen paniek: je apparaat is niet plotseling minder efficiënt geworden, het energielabel wordt een stuk strenger. In dit artikel lees je waarom de regels zijn veranderd, wat het nieuwe label precies meet en hoe je wél de juiste conclusies trekt bij je volgende aankoop.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bemmel & Kroon

Vanaf 1 juli 2025 – morgen dus! – verandert het energielabel van wasdrogers in heel Europa. De bekende klassen als A+, A++ en A+++ verdwijnen en maken plaats voor een overzichtelijker schaal van A tot en met G. Hierdoor krijgen veel huidige A+++-drogers voortaan een label C. Niet omdat ze slechter presteren, maar omdat de normering strenger en toekomstbestendiger wordt.

Waarom een nieuw energielabel nodig was

Het oude systeem was zijn doel voorbijgeschoten. Doordat fabrikanten steeds energiezuinigere apparaten ontwikkelden, werden er voortdurend plussen aan de A-klasse toegevoegd. Daardoor ontstond een wildgroei aan energielabels die de consument eerder in verwarring bracht dan hielp. Met het nieuwe label keert de rust terug: één heldere schaal die opnieuw ruimte laat aan de top. De zuinigste klasse A blijft voorlopig zelfs leeg, zodat alleen uitzonderlijk efficiënte apparaten die plek mogen innemen.

©Bemmel & Kroon

Wat je ziet op het nieuwe label

Het nieuwe energielabel bevat veel meer informatie dan alleen een letter. Naast de energieklasse geeft het label nu ook inzicht in het verbruik per honderd droogbeurten, gemeten volgens een gestandaardiseerd Eco-programma. Ook de programmaduur, het maximale vulgewicht van de trommel, het geluidsniveau in decibel en de condensatie-efficiëntie staan erop vermeld. Via een QR-code kun je bovendien extra technische details opzoeken in de Europese EPREL-database. Deze toevoegingen zorgen ervoor dat je als consument beter kunt inschatten welk apparaat past bij jouw huishouden en gebruik. Meer informatie vind je op deze pagina.

©Bemmel & Kroon

1. QR-code met link naar de EU database
2. Energie-efficiëntieklasse
3. Energieverbruik in kWh/100 droogcycli*
4. Condensatie-efficiëntieklasse en -percentage

5. Geluidklasse en geluidemissie in dB(A)**
6. Maximale laadcapaciteit (nominale capaciteit in kg)**
7. Duur in uren en minuten**

* Waarden gelden voor een gewogen gemiddelde van halve en volle ladingen met een verhouding van 0,62 (24x volle lading, 76x halve lading).
** Droogcyclus van katoen eco-programma bij volle lading.

Het lastige van vergelijken

Oude en nieuwe energielabels kun je niet zomaar naast elkaar leggen. Een A+++-droger uit 2024 kan volgens de nieuwe testmethodes een label C krijgen, terwijl het apparaat in de praktijk nog steeds even zuinig is. Dat verschil komt puur door de aangescherpte meetnormen, en niet door een verandering in prestaties. Laat je dus niet misleiden door een ogenschijnlijke 'verslechtering' van het label, maar kijk naar de echte verbruiksgegevens en technische kenmerken van jouw wasdroger.

Wat dit voor jouw keuze betekent

Bij het kopen van een nieuwe droger is het dus belangrijk om verder te kijken dan alleen de letter op het label. De vermelding van het energieverbruik per honderd droogcycli geeft je een veel concreter beeld van de stroomkosten op jaarbasis. Ook het geluidsniveau, de capaciteit van de trommel en de duur van het droogprogramma bepalen in sterke mate hoe comfortabel en efficiënt het apparaat in de praktijk is. Dankzij de QR-code kun je bovendien snel en eenvoudig controleren of de technische gegevens aansluiten bij je verwachtingen.

©Viktoria

Slim kiezen met het nieuwe label

De vernieuwde energielabels maken het makkelijker om een slimme, bewuste keuze te maken. Niet alleen zie je in één oogopslag hoe energiezuinig een apparaat is volgens de nieuwste normen, je hebt ook toegang tot de details die er écht toe doen. Zo kun je jouw keuze afstemmen op wat je belangrijk vindt: lage kosten, weinig geluid, korte droogtijd of een groot vulgewicht. Door te letten op de werkelijke prestaties in plaats van alleen op een letter, maak je een duurzame keuze die ook op de lange termijn rendeert.

Wil je hulp bij het kiezen van een energiezuinige droger of persoonlijk advies over welk type het best bij jouw huishouden past? Laat je dan informeren door een specialist, zodat je met vertrouwen de juiste keuze maakt voor nu én de toekomst.

Op zoek naar een écht zuinige droger?

Bekijk de beste deals bij Bemmel & Kroon!
▼ Volgende artikel
Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op
© zephyr_p
Huis

Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op

Een nieuwe oven, koelkast of vaatwasser kiezen begint niet bij het design of de functies – het begint met een meetlint. Want hoe mooi of geavanceerd een apparaat ook is, als het nét niet past, zit je met een kostbare misser. Een paar millimeter speling kan het verschil maken tussen een perfect passende keuken en een frustrerende inbouwervaring. Met deze meetinstructies weet je zeker dat je straks niet voor verrassingen komt te staan.

Wil je je inbouwapparatuur tot op de millimeter nauwkeurig installeren, dan is precies meten onmisbaar. In dit artikel lees je over:

• Algemene meetprincipes • Waar je precies op moet letten bij een ⋄ inbouwkoelkast of -vriezer  ⋄ inbouwoven en -magnetron  ⋄ inbouwvaatwasser ⋄ inbouw-espressomachine  • Welke veelgemaakte fouten je moet zien te vermijden • Wat je altijd als laatste moet doen

Ook interessant: Een inbouwkoelkast kopen: waar moet je op letten?

Goed meten is het halve werk

Voordat je aan de slag gaat met meten, is het slim om een paar basisregels aan te houden. Gebruik altijd een betrouwbare rolmaat en eventueel een digitale schuifmaat voor extra precisie. Meet de binnenafmetingen van de nis (dus niet de buitenkant van je keukenkast) en noteer breedte, hoogte én diepte.

Houd daarnaast rekening met de ventilatieruimte: meestal is 2 tot 5 cm aan de achterkant en zijkanten nodig. En check of er ruimte is voor stopcontacten, wateraansluitingen en kabeldoorvoeren – die bepalen vaak óók of het apparaat goed kan worden geplaatst.

©Andrey Sinenkiy

Waar moet je op letten per apparaat?

Elk soort inbouwapparaat heeft zijn eigen eisen en aandachtspunten. Hieronder lees je per type waar je bij het opmeten en installeren specifiek op moet letten. Zo kom je niet voor verrassingen te staan.

Inbouwkoelkast of -vriezer

De hoogte van de nis is hier allesbepalend. Veelvoorkomende maten voor inbouwkoelkasten en -vriezers zijn 88, 140 en 178 cm, maar afwijkingen komen vaak voor. Let op het deursysteem: een sleepdeurmechanisme vraagt meestal om iets meer ruimte in de breedte. Diepte is vaak 55 cm, maar modellen met een ventilator achterop kunnen richting de 60 cm gaan.

Inbouwoven of -magnetron

Standaard? Niet helemaal. De nisbreedte is meestal 56 cm, terwijl het frontpaneel iets breder is (ca. 59,5 cm) voor een nette aansluiting. Hoogtes verschillen: compacte ovens zijn 45 cm hoog, standaardmodellen 60 cm. Magnetrons vragen soms extra ruimte aan de bovenkant voor uitstekende bedieningspanelen.

Inbouwvaatwasser

Hier draait het vooral om hoogte. Die varieert tussen 81,5 en 87 cm, met verstelbare poten voor wat speling. Meet ook de plinthoogte (van vloer tot onderkant kast), en vergeet de watertoevoer niet – reken op zo’n 5 cm extra ruimte in de diepte voor de slang.

Inbouw-espressomachine

Kleiner apparaat, maar niettemin precisiewerk. De breedte is vaak rond de 56 cm, maar de diepte varieert sterk. Let vooral op het waterreservoir (dat tot 55 cm diep kan zijn) en op kleppen of deurtjes die naar voren openen: die hebben extra werkruimte nodig.

©Cristina Villar Martin | Ladanifer

Veelgemaakte fouten die je makkelijk voorkomt

Zelfs met zorgvuldige metingen kan het misgaan, vaak doordat kleine details worden vergeten. Denk aan ventilatieruimte, uitstekende stekkers of leidingen die net in de weg zitten. Een handige tip: plak een strook tape op de vloer op de plek waar de achterkant van het apparaat komt, en markeer waar stekkers en leidingen zitten. Zo zie je snel of er iets in de weg zit.

Ook niet onbelangrijk: controleer of de nis waterpas is! Zeker bij koelkasten met uitschuiflades kan een scheve ondergrond voor problemen zorgen. Pas waar nodig je kast of ondervloer aan voordat je installeert.

Bij renovaties gelden vaak afwijkende maten. Oudere keukens hebben soms dikkere wanden of ongebruikelijke dieptes. Meet dus altijd de huidige situatie én de specificaties van je nieuwe apparaat. Twijfel je? Schakel een keukenexpert in, zeker bij combinaties zoals een oven met magnetron, waarbij elk detail telt.

En tot slot: de allerbelangrijkste stap

Het klinkt als een open deur, maar het voorkomt de meeste problemen: meet altijd twee keer! Schrijf je maten op en leg ze naast de officiële productspecificaties. Let daarbij op details als verstelbare voetjes, uitsparingen voor de deur of een uitschuifbaar bedieningspaneel. Zo weet je zeker dat jouw nieuwe inbouwapparaat niet alleen technisch past, maar ook mooi aansluit bij de rest van je keuken. Want uiteindelijk draait het om één ding: alles moet kloppen – tot op de millimeter.