ID.nl logo
13 wifi-tips voor maximaal bereik op vakantie
© Reshift Digital
Huis

13 wifi-tips voor maximaal bereik op vakantie

Slecht wifi kan een vakantie behoorlijk frustreren. Ook op de camping en in het hotel moet je gewoon online kunnen zijn wanneer jij dat wilt en met alle smartphones en tablets die je mee hebt. Het wifi van veel campings en hotels is van matige kwaliteit. Met deze tips haal je er het maximale uit.

Tip 01: De juiste camping

Neem bij de keuze van camping, hotel of appartement ook de beschikbaarheid, kwaliteit en prijs van het wifi mee. Is het wel onbeperkt en gratis? Wat is de dekking? Op afstand lijkt het lastig dit echt te weten te komen, maar op recensiesites als Zoover.nl en Booking.com schrijven eerdere gasten over hun ervaringen. Slecht of duur wifi is zeker iets wat tegenwoordig wordt vermeld. Let wel op de datum waarop een recensie is geplaatst, een review kan al heel oud zijn en wellicht is de situatie inmiddels flink verbeterd.

Schroom ook niet de verhuurder of camping te bellen en te vragen naar het wifi. Zij weten precies waar op de camping de ontvangst goed is en waar minder. En als blijkt dat je per apparaat of per dag moet afrekenen, regel dan dat dit niet voor jou geldt. Zeker in zuidelijke landen valt er veel te dealen zolang je nog geen boeking hebt gedaan. Je kunt er een leuk bedrag mee besparen en daar heb je op vakantie wel een betere bestemming voor dan het wifi.

©PXimport

Tip 01 Op internet is al veel informatie te vinden over de kwaliteit en prijs van wifi op vakantieadressen.

Beperkingen van wifi

Deelnemers aan Campzone, een Nederlandse outdoor LAN-party, trekken elk jaar bossen netwerkkabels van tent naar tent. Alleen op deze manier, zo weten zij, zullen ze onder alle omstandigheden een maximaal snel en stabiel netwerk hebben. Voor een LAN-party is dat ook wel een vereiste, voor lekker internetten op de camping niet. Daarvoor kun je prima wifi gebruiken. Wel moet je rekening houden met een paar beperkingen. Zo heeft draadloos al een lagere bandbreedte, dus een lagere maximale snelheid, dan een bekabeld netwerk, en die lagere bandbreedte deel je dan ook nog eens met alle gebruikers van het accesspoint. Meer accesspoints betekent dus een hogere snelheid, mits ze althans goed zijn geconfigureerd.

Draadloze netwerken gebruiken behalve een band, de 2,4- of 5GHz-band, ook een kanaal. Het aantal kanalen per band is beperkt en bovendien overlappen de kanalen elkaar. Netwerken die hetzelfde kanaal gebruiken, zijn in een constant gevecht met elkaar om de bandbreedte. Dat komt de snelheid opnieuw niet ten goede. Tot slot is een wifi-netwerk gevoeliger voor storing. Had je gisteren nog prima ontvangst, vandaag staat er ineens een caravan tussen jou en het accesspoint en valt telkens je verbinding weg. Het kan zomaar gebeuren.

Tip 02: Kies de plek

Op een camping kun je vaak kiezen uit diverse plekken om de tent of caravan neer te zetten. Kijk rustig rond wat de mooiste plek is, maar neem wel even je smartphone, tablet of desnoods je laptop mee. Die kun je namelijk gebruiken als wifi-scanner, waarmee je de onzichtbare wifi-netwerken zichtbaar maakt en te weten komt hoe goed de ontvangst van het wifi-signaal is op de plek waar je op dat moment staat.

Er zijn heel veel van deze wifi-scanners. Voor Android heb je Network Signal Info, Wifi Analyzer en NetAdmin, voor iPhone en iPad zijn er Net Analyzer en Network Radar. Op de Mac gebruik je iStumbler en voor Windows is er InSSIDer. Van deze laatste moet je dan wel versie 1.3.2.1 nemen, latere versies zijn niet meer gratis. Als alternatief kun je het commando netsh wlan show all gebruiken in een opdrachtvenster, maar dat werkt minder goed.

Start de scanner. Let op de sterkte van het signaal, maar ook op het aantal andere netwerken. Een goed signaal en de aanwezigheid van weinig andere netwerken zijn de succesformule voor goed wifi. Geen wifi-scanner bij de hand? Kijk dan of je de wifi-antennes kunt zien. Ze hangen vaak iets hoger en zijn vaak goed zichtbaar. Dichter bij zo'n antenne zal de verbinding beter zijn dan er verder vanaf. En je kunt het de campingbaas natuurlijk ook gewoon vragen, hij weet dondersgoed waar de ontvangst goed is en waar niet.

Tip 03: Zenden én ontvangen

Alle deelnemers in een wifi-netwerk zenden én ontvangen. De tablet zendt iets naar het accesspoint, het accesspoint ontvangt het, even later zendt het accesspoint het antwoord terug, dat de tablet dan weer ontvangt, zo ongeveer gaat het de hele tijd. Ontvangt een van beide niet wat de ander zendt, dan wordt de wifi-verbinding traag of valt deze weg. In dit spel is de antenne het misschien wel belangrijkste onderdeel. Er zijn binnen- en buitenantennes, de laatste zijn waterdicht, de eerste niet. Er zijn richtantennes, die een gebundeld signaal in één richting sturen, en er zijn omni-directionele antennes, die het signaal in alle richtingen verspreiden. Laptop, tablet, smartphone en ook ieder standaard accesspoint gebruiken een omni-directionele antenne, om een zo groot mogelijk gebied te bestrijken en altijd een verbinding te kunnen maken waar in dat gebied de andere partij zich ook bevindt. Belangrijk aan een antenne is de versterking, deze bepaalt hoe ver het signaal komt dat hij uitzendt.

©PXimport

Tip 03 Een richtantenne zoals deze kan een wifi-signaal tientallen kilometers ver weg zenden, maar alleen heel precies naar één punt. Voor de camping is hij niet geschikt.

Tip 04: Externe antenne

Een eenvoudige verbetering die vooral geschikt is voor Windows-laptops en MacBooks, is het aansluiten van een externe wifi-antenne. Voorbeelden van zulke antennes zijn de Alfa AWUS036NHV en de Alfa AWUS036NHR. Beide kosten rond de vijftig euro. Installeer eerst de driver vanaf de meegeleverde cd-rom, start dan de pc opnieuw op en sluit daarna de antenne aan op een vrije usb-poort. Start dan het RealTEK USB Wireless LAN Utility. Klik dan op Beschikbaar netwerk en je zult veel meer netwerken zien dan met alleen de interne antenne. Selecteer het netwerk waarmee je verbinding wilt maken en klik op Toevoegen aan profiel. Controleer de instellingen en geef de benodigde Netwerksleutel om toegang te krijgen tot het beveiligde netwerk. Klik daarna op OK. De meegeleverde usb-kabel is zo lang dat je de antenne zelfs buiten de caravan of tent kunt zetten voor een nog betere verbinding.

dBm, dBi en mW

De goede antenne kiezen is lastig. Behalve dat de antenne goed moet samenwerken met de router, is ook de versterking van belang. Je krijgt dan te maken met de verschillende grootheden waarin deze kan worden uitgedrukt. Je raakt al snel de weg kwijt in het woud van dBm, dBi en mW. dB staat voor decibel, een aanduiding voor vermogen of intensiteit. Een afgeleide die van belang is voor antennes is dBi. Dat staat voor decibel-isotroop en dit is de versterking van een antenne. Diezelfde versterking kun je ook uitdrukken in milliwatts (mW) en dBm, wat staat voor decibel-milliwatts.

dBi en dBm kun je ongeveer gelijkschakelen en bij elkaar optellen en aftrekken. Dat geldt niet voor de mW. 20 dBm is 100 mW. Heeft een antenne 0 dBi, dan vindt er geen versterking plaats. Het signaal dat de router de antenne in stuurt, is dan ook het signaal dat de antenne uitzendt. En het signaal dat de antenne ontvangt, is ook wat het aan de router doorgeeft. Versterking van de antenne helpt namelijk niet alleen beter te zenden, het helpt ook beter te ontvangen. Daarom dat je dus een antenne wilt met enige versterking. Onbeperkt mag het echter niet, volgens de Nederlandse wet is 100 mW het maximale vermogen dat een wifi-antenne mag hebben. Heeft een router een uitgang van 12 dBm, dan zit je met een antenne van 8 dBi versterking dus aan de 100 mW en dus eigenlijk aan wat maximaal mag.

Tip 05: Obstakels

Wifi-signaal verplaatst zich als golven door de lucht. Die golven zijn gevoelig voor obstakels. Thuis zijn dat de muren en vloeren, maar op een camping bomen, struiken en de andere tenten en caravans. Obstakels verslechteren het wifi-signaal of houden het zelfs tegen. Een externe antenne heeft daar vaak minder last van, doordat deze een hoger zendvermogen heeft en een betere ontvangstgevoeligheid. Wat zo'n antenne verstuurt, komt dus verder, terwijl het aan een zwakker signaal genoeg heeft om toch een goede verbinding op te zetten.

Hoe sterk je een antenne mag maken, is wel aan regels gebonden. De sterkte van de zender is in Nederland begrenst op 100 milliwatt, wat genoeg moet zijn voor een bereik van 50 meter in en rondom het huis. Blijft een apparaat daaronder, dan krijgt het een CE-keurmerk, wat bewijst dat het voldoet aan de wettelijke eisen. Dan mag je het apparaat dus gebruiken. Voor de meeste wifi-apparaten geldt dat ze best meer kunnen, maar dat ze in verband met de regels zijn begrensd tot die 100 milliwatt.

©PXimport

Tip 04 Een beter zendvermogen en hogere ontvangstgevoeligheid zorgen voor een betere verbinding, ook bij een langere afstand of meer verstoring.

Tip 06: Hoger

Behalve dat je hem buiten de caravan of tent zet, kun je met een losse antenne nog wel meer verbeteringen uitvoeren die allemaal niets kosten. Experimenteer met de plaats en vooral de hoogte van de wifi-antenne. Kijk op welke plaats het signaal het beste is. Ga zeker ook eens de lucht in met de antenne, aan de mast van de tent of tegen de zijkant van de caravan. Hiervoor zijn speciale zuignappen te koop, maar bij een model als de Alfa AWUS036NHR wordt deze standaard meegeleverd. Een stuk klittenband of een tiewrap doet overigens ook wonderen en kan de antenne prima op hoogte vastzetten.

Wees terughoudend met het 'richten' van de antenne. Een omni-antenne zoals deze externe antennes stralen naar alle kanten gelijkmatig uit, in een mooie cirkel rondom de antenne. Alleen verticaal is de bol wat afgeplat. Richt je de antenne op het accesspoint, dan zorg je er daardoor juist voor dat een deel van de antenne waar juist weinig tot geen signaal afkomt, het beste is gepositioneerd ten opzichte van het accesspoint.

©PXimport

Tip 07 De R36-router van Alfa Networks: een begrip onder kampeerders.

Tip 07: Niet voor alles

Een gezin heeft op vakantie al snel acht of meer apparaten met een wifi-verbinding bij zich. Het is dan leuk om een laptop van snel wifi te voorzien door er een externe antenne op aan te sluiten, maar dit is voor alle andere apparaten geen oplossing. Die oplossing is er echter wel. Gebruik de externe antenne niet om één laptop met het wifi te verbinden, maar gebruik de externe antenne om met een router een eigen wifi-netwerk voor alle laptops, tablets en smartphones te maken. Een mobiel eigen wifi-netwerk dat je overal mee naartoe kunt nemen en dat je telkens alleen met het camping-wifi hoeft te verbinden. Alle apparaten op het eigen wifi blijven ongewijzigd. Dat is gemakkelijk én wanneer de camping of het hotel voor elk apparaat apart het internet in rekening brengt, ben je zo lekker voordelig klaar. Alleen de router is bekend op het wifi van de camping en alleen voor de router betaal je. Alle apparaten op het eigen wifi liften gratis mee.

Om dit te kunnen doen is wel een speciale router nodig. De R36 van Alfa Networks is een begrip onder kampeerders en campereigenaren. Dit is een compacte router met een usb-poort waarop een tweede, externe antenne kan worden aangesloten. De standaardantenne gebruik je om het eigen wifi-netwerk te maken, de externe router gebruik je voor de verbinding met het camping-wifi.

De experts

Voor dit artikel gingen wij te rade bij Koert Verlind en Arjan van Lint van 2com.nl, al tien jaar dé experts op het gebied van wifi op de camping. Via hun webshop verkopen ze behalve losse producten ook wat zij MultiWifi-sets noemen, combinaties van een router, een antenne en een adapter, voorzien van de juiste firmwares en dus direct klaar voor gebruik.

"Wifi op de camping is toch weer net even anders dan thuis, ook doordat je zelf de combinatie van router en antenne kunt samenstellen. Doordat wij alle producten zelf testen, weten we precies wat wel en niet goed samenwerkt. Op basis van die kennis stellen we de verschillende MultiWifi-sets samen. We versturen ze bovendien met een zelfgeschreven Nederlandse handleiding en bieden onze klanten elke avond telefonische support."

Tip 08: Eigen hotspot

De R36 is niet zo verfijnd als een Linksys- of Netgear-router, je moet dus goed en rustig te werk gaan. Verbind een pc met de router en log in op de webinterface. Kies voor Easy setup en USB wireless adapter. We gaan nu eerst de router verbinden met het eigen thuis-wifi. Klik op Site survey en selecteer het netwerk van de camping. Klik op Select. In het volgende scherm zijn de belangrijkste kenmerken van het camping-wifi ingevuld, maar om verbinding te maken moet je hier nog wel bij Pass Phrase het wifi-wachtwoord opgeven. Klik op Next en wacht tot alle instellingen zijn vastgelegd. De verbinding met het campingnetwerk is nu klaar. Nu moet het eigen netwerk worden opgezet. Voer een SSID in, selecteer bij Security mode, WPA2-PSK en daarna bij WPA de geheime Pass Phrase. Klik dan op Done. Daarna reboot de router. Je bent nu klaar met de basisconfiguratie van de eigen hotspot. Verwijder de kabel die je eventueel hebt gebruikt om de router te configureren en maak dan draadloos verbinding met het zojuist geconfigureerde eigen netwerk. Verbind daarna ook alle andere smartphones, tablets en verdere apparaten die het draadloos netwerk gaan gebruiken.

Tip 09: Volgende camping

Ben je aangekomen op de volgende camping en heb je de inloggegevens van het camping-wifi, dan is het in een paar minuten gebeurd. Log in op de router en klik op Change Profile. Om nu verbinding te maken met het wifi van de nieuwe camping klik je op Site survey en herhaal je daarna de stappen uit de eerdere configuratie, waarmee je de router hebt aangesloten op het wifi van de camping. Typ in het volgende venster in elk geval de Pass phrase van het netwerk waarmee je de router verbindt en klik dan op Save. Klik dan op Save and activate en even later ben je weer online met al je smartphones, tablets en laptops. De instellingen van elk netwerk waarmee je de router eenmaal verbindt, blijven bewaard, je kunt ze later altijd weer snel hergebruiken. Kies daartoe simpelweg het profiel en klik dan op Activate. Ook handig als je weleens een hotspot gebruikt van Ziggo, KPN of een andere provider of wanneer je elk jaar terugkeert naar dezelfde camping.

©PXimport

Tip 09 Je kunt de verschillende internetverbindingen elk met hun eigen instellingen als profiel bewaren.

Tip 10: Andere antenne

Het voordeel van de Alfa R36 is dat de externe antenne wordt aangesloten op de usb-poort. Je kunt dan ook van antenne veranderen of de R36 kopen in combinatie met de antenne die jij nodig hebt. Om van antenne te veranderen moet je wel de router uitschakelen én soms ook van firmware veranderen. Alfa Networks biedt voor de R36 drie firmwares aan met elk ondersteuning voor een of enkele antennes. Gelukkig kun je eindeloos wisselen van firmware, ook van hogere naar lagere versienummers.

Om dat te doen log je in op de router. Kies dan Advanced / System Management. Klik bij Firmware Upgrade op Bestand kiezen en selecteer de firmware die je op de router wilt installeren. Het best zet je een vinkje bij Load Factory Defaults, dit betekent dat de router na de upgrade helemaal nieuw is. Je bent dan wel de configuratie kwijt, maar weet ook zeker dat alles werkt. Wacht tot de nieuwe firmware is geïnstalleerd en log dan opnieuw in.

©PXimport

Tip 10 De firmware van de R36 laat zich eindeloos upgraden en downgraden om de verschillende antennes te ondersteunen.

Tip 11: Een buitenantenne

Niet met elkaar verwarren, de externe antenne en de buitenantenne! Beide staan los van de laptop of router en kunnen in het geval van de Alfa-antennes met een usb-kabel ook op enige afstand worden geplaatst. Van de twee is echter alleen de buitenantenne ook echt geschikt voor gebruik buiten. Bij mooi weer kan ook een binnenantenne buiten worden geplaatst, maar één hoosbuitje en de antenne kan al defect zijn. Een buitenantenne niet, die is gemaakt om bij alle weersomstandigheden in de buitenlucht te zijn en kan zowel tegen regen als zonneschijn. Buitenantennes zijn vaak gemaakt van fiberglas, een glasvezelversterkte kunststof; lichtgewicht en toch heel sterk en bestand tegen weersinvloeden. Voor gebruik in combinatie met de R36 heb je behalve de feitelijke buitenantenne ook een Tube-U adapter nodig. Hierin zit de wifi-techniek, de antenne is echt alleen de antenne.

©PXimport

Tip 11 Een Tube-U wifi-module met een 9bBi-buitenantenne.

Tip 12: Campingspanning

Ben je onderweg naar de camping en heb je geen reguliere 230volt-aansluiting bij de hand, dan is het ook mogelijk de router met een adapter op de 12 volt van de sigarettenaansteker in de auto aan te sluiten. De router voedt zelf de antenne via de usb, de antenne heeft geen extra elektriciteit nodig. Het is wel belangrijk rekening te houden met spanningswisselingen. Tot 14 volt kunnen de meeste routers probleemloos verwerken, in de R36-router zit bijvoorbeeld een spanningsstabilisator die de router tot 14,8 volt beschermt. De aansluiting in de auto levert maximaal 13,8 volt, dus dat is geen probleem. Kijk wel uit met zonnepanelen op voornamelijk caravans en campers, die kunnen wel tot hoger pieken. Zo'n piek maakt de router kapot.

©PXimport

Tip 12 Gebruik onderweg een 12volt-autoadapter om de router te gebruiken.

Tip 13: Publieke hotspots

Onderweg, maar soms ook op campings met slecht wifi, kun je online gaan met behulp van een publieke hotspot van een telecomprovider of fastfoodrestaurant. De hotspots van telecomproviders zijn vaak gekoppeld aan het abonnement dat je thuis of op de smartphone hebt en zijn niet vrij te gebruiken. Voor de manier van verbinden maakt het in de meeste gevallen niets uit. Via Easy setup/USB wireless adapter/Site survey zoek je het hotspot-netwerk en maak je verbinding. Laat daarna de instellingen voor het eigen netwerk ongewijzigd en je bent online. Als een account nodig is om ook echt met het internet verbonden te worden, start je de webbrowser vanaf een van de apparaten die is verbonden met de R36. Voer dan gebruikersnaam en wachtwoord in en voltooi de verbinding. De hotspot registreert nu het MAC-adres van de R36 als een geldige gebruiker en zal ook alle andere apparaten die via die verbinding online komen, accepteren. Enige uitzondering zijn momenteel Ziggo/UPC WifiSpots, deze gebruiken een niet-ondersteunde WPA2-Enterprise encryptie.

Veilig online

Op de camping en zeker wanneer je eens onderweg een publieke hotspot gebruikt, zit je op het netwerk van iemand anders. Dat betekent dat je extra waakzaam moet zijn op misbruik van de gegevens. Misschien 'luistert' er wel iemand mee op het netwerk of is de eigenaar van het netwerk niet helemaal betrouwbaar.

Neem daarom altijd voorzorgsmaatregelen. Zorg voor een firewall op elk apparaat, gebruik zeker op Windows-pc's up-to-date antivirus. Gebruik zoveel mogelijk https in plaats van het onversleutelde http wanneer je websites bezoekt. Wees terughoudend met internetbankieren, gebruik daarvoor liever je mobiele telefoon en het 3G/4G-netwerk. Laat je privémail tijdelijk doorsturen naar een Gmail-adres dat je na de vakantie weer weggooit. Wijzig bij terugkomst de wachtwoorden van alle accounts die je toch hebt gebruikt op een onveilig netwerk. En wanneer je echt veilig wilt zijn, gebruik dan een VPN. Tunnel daarmee alle gegevens van de eigen apparaten over het onbekende wifi-netwerk. Je kunt bijvoorbeeld een NAS als VPN-server gebruiken in combinatie met de gratis OpenVPN-software.

©PXimport

Bescherm je privacy met OpenVPN.

▼ Volgende artikel
Privacygevoelige gegevens verwijderen uit foto's en bestanden
© ID.nl
Huis

Privacygevoelige gegevens verwijderen uit foto's en bestanden

Mediabestanden, zoals foto’s, audio en diverse documenten, bevatten vaak extra informatie over het bestand zelf, de zogeheten metadata. Niet al die gegevens hoeven natuurlijk voor iedereen leesbaar te zijn. Hoe pas je die gegevens aan, en kun je ze ook helemaal verwijderen?

Wat gaan we doen?

We laten je zien hoeveel informatie er in je foto’s, muziek en documenten verstopt zit. Je ontdekt hoe je die metadata zelf kunt bekijken, wissen of juist aanvullen – met slimme tools en praktische ingrepen.

Metadata betekent letterlijk gegevens over gegevens. Het gaat namelijk om informatie die iets over het bestand zelf zegt, maar geen deel uitmaakt van de hoofdinhoud. Bij foto’s kan dit bijvoorbeeld de opnamedatum zijn, maar ook de locatie, cameramodel en instellingen. Muziekbestanden bevatten dan weer gegevens zoals titel, artiest, album, jaartal, albumhoes en songteksten. In video’s vind je informatie terug zoals gebruikte software, resolutie en lengte. Ook in pdf’s en Office-documenten als pdf zitten vaak extra data, zoals auteursnaam, aanmaakdatum en revisies.

Metadata zijn vaak erg handig. Je kunt je vakantiefoto’s bijvoorbeeld automatisch sorteren op locatie of datum, en als fotoliefhebber kun je instellingen zoals iso of sluitertijd analyseren. In muziekbestanden toont je mediaspeler alle informatie in de afspeellijst (inclusief gesynchroniseerde lyrics) en kun je snel tracks per genre of jaar terugvinden. Bij documenten zie je naast de auteur onder meer ook wanneer het bestand is aangemaakt en welke revisies zijn doorgevoerd.

Metadata bevatten vaak interessante informatie over een bestand.

Waarom bewerken?

Metadata zijn dus zeker handig, maar soms bevatten ze informatie die je liever niet deelt of die simpelweg niet klopt. Denk aan foto’s die je online plaatst: je wilt dan meestal geen locatiegegevens meegeven zoals je thuisadres. En misschien ook liever niet welk toestel je gebruikt of dat je bewerkingen hebt uitgevoerd. Anderzijds wil je voor archiveringsdoelen misschien nog trefwoorden toevoegen of locatiegegevens invoeren bij foto’s die je binnenshuis nam.

In veel muziekbestanden zitten onjuiste tags, zoals verkeerd gespelde album- of artiestnamen. Of je wilt ontbrekende albumhoezen of lyrics aanvullen, of extra tags toevoegen om je collectie beter te structureren per jaar, genre of tracknummer.Bij documenten kan het juist gaan om het verbergen van de auteur of doorgevoerde aanpassingen, of om het wissen van revisies met gevoelige inhoud. Soms wil je ook bepaalde metadata eenduidiger gebruiken in meerdere bestanden, bijvoorbeeld voor professionele doeleinden.

De meeste smartphones en camera’s leggen standaard ook de gps-coördinaten van je foto’s vast.

Locatiegegevens in foto's

Laten we starten met foto’s en in het bijzonder met locatiegegevens, want deze kunnen voor veel gebruikers belangrijk zijn. De kans is groot dat je smartphone deze informatie standaard bewaart bij elke foto. Je kunt dit controleren en aanpassen. Op Android open je de camera-app, tik je op het tandwielpictogram voor Instellingen, zoek je naar Locatie opslaan, GPS-tags of Geotagging en schakel je de functie uit. Op sommige toestellen kun je ook instellen dat telkens eerst om je toestemming wordt gevraagd.

Op een iPhone open je Instellingen en ga je naar Privacy en beveiliging. Tik op Locatievoorzieningen, scrol naar Camera en kies Nooit of Vraag volgende keer of wanneer ik deel, om telkens zelf te beslissen.

Bij de meeste digitale fotocamera’s werkt het net zo. Ze gebruiken een gps-module of bluetooth met je smartphone om locatiegegevens toe te voegen. Via het menu kun je deze functie ook hier uitschakelen.

Je kunt in Android via de camera-app aangeven dat je de locatie (niet) wilt opslaan.

Metadata foto’s

Om de vaak talrijke metadata van foto’s gestructureerd te bewaren en weer te geven, zijn er in de loop der jaren verschillende metadata-frameworks ontstaan. Het eerste dat echt als standaard doorbrak, was EXIF (EXchangeable Image File format). Vrijwel alle digitale camera’s en smartphones voegen dit automatisch toe, met informatie zoals datum, tijd, gps-coördinaten, cameramerk en diafragma. Om gebruikers ook zelf metadata te laten toevoegen, werd eind vorige eeuw het IPTC-IIM-formaat ontwikkeld (International Press Telecommunications Council - Information Interchange Model), voor gegevens zoals copyright en beschrijvende tags. Hierop volgden nog diverse uitbreidingen.

Begin deze eeuw lanceerde Adobe XMP (eXtensible Metadata Platform), vooral bedoeld voor metadata tijdens fotobewerking. Deze worden ook opgeslagen in het fotobestand zelf of in een apart xmp-bestand (een sidecar genoemd). Alles bij elkaar is dit dus behoorlijk complex, vooral omdat er in één foto metadata van deze drie frameworks tegelijk kunnen voorkomen.

Locatie aanpassen

Sommige apps en diensten verwijderen locatiegegevens automatisch uit foto’s. WhatsApp bijvoorbeeld stript standaard alle metadata. Toch is het veiliger om gevoelige informatie vooraf zelf te wissen. Op een iPhone doe je dat vanuit de Foto’s-app: selecteer de foto, tik op het info-icoon of veeg omhoog. Je ziet een kaart met locatie, en via Pas aan kun je de locatie wijzigen of instellen op Geen locatie. Met Voeg een locatie toe kun je ook zelf gegevens toevoegen. Op Android is dit wat lastiger. Google Foto’s biedt geen optie om locatiegegevens te verwijderen of aan te passen als die al in de EXIF-metadata zitten. Zelf locatiegegevens toevoegen kan wel, maar slechts beperkt. Externe apps bieden dan meer mogelijkheden.

Photo Metadata Remover geeft je de mogelijkheid om een of meerdere foto’s tegelijk te strippen van locatie en andere metadata. Je kiest de bronmap en de doellocatie voor de opgeschoonde bestanden. Wil je metadata wijzigen in plaats van verwijderen, dan gebruik je een gratis app als Photo EXIF Editor - Metadata. Open een fotomap, selecteer een foto en je ziet een reeks EXIF-tags, zoals Geolocation, Captured time, Aperture en Exposure time. Tik op een tag om deze aan te passen. Bij Geolocation krijg je een kaart te zien waarop je een nieuwe locatie aanduidt, die je bevestigt met het vinkje en het diskette-icoontje.

Losse bestanden in XnView

Het is prettiger om de metadata van je foto’s op je pc te bewerken. In beperkte mate kan dat via Verkenner: klik met rechts op een foto, kies Eigenschappen, open het tabblad Details en beweeg je muis over de kolom Waarde om te zien welke items je kunt aanpassen. Voor meer mogelijkheden zijn er gratis externe tools beschikbaar. We denken bijvoorbeeld aan de uitgebreide opdrachtregeltool ExifTool, de flexibele fotobeheerder XnView MP of het Adobe Lightroom-alternatief darktable.Hier focussen we op de handigste functies binnen XnView MP. Start de tool (ook als portable versie beschikbaar) en open een foto via het menu Bestand of de ingebouwde bestandsbrowser. Icoontjes op de miniatuur tonen welke metadata aanwezig zijn (xmp, ipct-iim en exif). Helemaal onderaan vind je het tabblad Info met de metadata op aparte tabbladen. Op het tabblad Kaart bekijk je de locatie. Controleer in het menu Beeld of alle gewenste opties bij Info panelen zijn aangevinkt.

In het menu Metagegevens kies je bij Opschonen welke soorten metadata je wilt verwijderen. Andere opties, die geen verdere toelichting behoeven, zijn GPS-gegevens bewerken en Tijdstempel wijzigen. Met IPTC bewerken en XMP bewerken pas je metadata aan via meerdere tabbladen. Klik hier op Schrijven om je wijzigingen toe te passen. In het Info-paneel zul je merken dat veel aanpassingen tegelijk op zowel ITPC-IIM- als XMP-niveau doorgevoerd worden.

Je kunt metadata verwijderen, maar ook zelf bewerken in XnView MP.

Batch-aanpassingen in XnView

Met XnView MP kun je metadata ook in meerdere foto’s tegelijk aanpassen of verwijderen. Open Hulpmiddelen / Reeks converteren (Ctrl+U) en voeg bestanden of een hele map toe met Bestanden toevoegen of Map toevoegen. Ga daarna naar het tabblad Acties, klik op Actie toevoegen, kies Metagegevens en selecteer een optie als IPTC-IMM/XMP, Metagegevens wissen of XMP. We gaan even uit van deze laatste. Vul de tagvelden die verschijnen naar wens in.

Op het tabblad Uitvoer bepaal je waar de gewijzigde bestanden terechtkomen (dit hoeft zeker niet de bronmap te zijn). Bevestig met Converteren om de aangepaste metadata op te slaan in de geselecteerde foto’s. Je controleert dit via het Info-paneel op het tabblad XMP (onder meer bij het onderdeel dc). Op vergelijkbare manier kun je ook IPTC-IIM-metadata aan meerdere foto’s toevoegen of aanpassen.

Je kunt metadata in één keer ook in meerdere fotobestanden toevoegen.

Metadata in audio

Net als bij foto’s kunnen ook audiobestanden metadata opslaan, in verschillende headers en op uiteenlopende manieren. Het bekendste formaat is ID3 (voornamelijk bij mp3), met informatie als titel, artiest, album, genre en jaar. De latere versie, ID3v2, ondersteunt ook songteksten, albumhoezen en eigen velden. Andere populaire formaten zijn APE en Vorbis Comments, onder meer gebruikt bij FLAC- en OGG-bestanden.

Zoals eerder genoemd zijn er verschillende praktische redenen om metadata in audiobestanden aan te passen of toe te voegen. Twee uitstekende en gratis tools hiervoor zijn TagScanner en Mp3tag. We nemen deze laatste als voorbeeld. Laat je niet afschrikken door de naam: de tool ondersteunt verschillende audio- en metadataformaten, waaronder de drie hierboven genoemde.

De metadata van een mp3-bestand kan onder andere de albumhoes bevatten die getoond wordt als je het bestand afspeelt.

Losse bestanden in Mp3tag

Download en installeer Mp3tag onder Windows (eventueel als portable versie) en start de app. Sleep een audiobestand naar het hoofdvenster en selecteer het. In het linkerdeelvenster zie je de metadata zoals Titel, Artiest, Album en Jaar. In de kolom Tag verneem je het type metadata, bijvoorbeeld Vorbis Comment, ID3v2.4 of APE. Je past de metadata aan door in een tagveld te klikken en de inhoud te wijzigen of aan te vullen. Klik met rechts op het veld met het cd-icoon, kies Cover toevoegen en verwijs naar een geschikte afbeelding. Gebruik Bestand / Tag opslaan (Ctrl+S) om je wijzigingen te bewaren.

Je kunt ook metadata ophalen via online databases. Mp3tag ondersteunt standaard drie bronnen: freedb (of beter: opvolger gnudb, aangezien freedb niet langer operationeel is), Discogs en MusicBrainz. Deze opties vind je in het menu Tagbronnen. Bij het eerste gebruik van Discogs meld je je aan met een gratis account en autoriseer je Mp3tag met een code. Voor MusicBrainz en freedb is dat niet nodig, al vul je voor freedb wel bij voorkeur een (willekeurig) e-mailadres in via Bestand / Opties bij Tagbronnen / Freedb (de overige gegevens kun je ongewijzigd laten). Je kunt nu allerlei metadata, inclusief coverart, opvragen via deze bronnen.

Je kunt metadata handmatig aanpassen, maar ook online bronnen ter hulp roepen.

Batch-aanpassingen in Mp3tag

Soms wil je metadata van meerdere muziekbestanden tegelijk aanpassen of toevoegen, bijvoorbeeld nummers van dezelfde cd. Dat kan ook in Mp3tag: sleep een map met nummers naar het hoofdvenster of open die via Bestand / Map toevoegen. Selecteer de bestanden die je tegelijk wilt aanpassen; met Ctrl+A selecteer je alles. In het linkerdeelvenster verschijnt dan standaard <houden> bij tagvelden die al ingevuld zijn. Laat je <houden> staan, dan wijzigt Mp3tag dat veld niet. Klik je op het pijlknopje, dan kun je <wissen> kiezen om het veld te legen, een bestaande tag selecteren of zelf iets invoeren. Bevestig ook hier met Ctrl+S om je wijzigingen op te slaan.

Je kunt metadata ook automatisch laten invullen op basis van bestandsnamen. Die bevatten soms bruikbare informatie terwijl de metatags zelf leeg zijn. Selecteer de juiste bestanden en kies Converteren / Bestandsnaam - Tag. Pas het veld Formattering aan zodat het overeenkomt met de structuur van je bestandsnamen, bijvoorbeeld %track% - %artist% - %title%. Onderaan zie je de overeenkomende tags. Klik op Voorbeeld en bevestig met OK. Het omgekeerde kan trouwens ook, via Tag - Bestandsnaam.

Stel je metadata samen op basis van de bestandsnamen (of omgekeerd).

Metadata in documenten

Niet alleen mediabestanden bevatten metadata, dit geldt net zo goed voor ‘gewone’ documenten. Deze informatie kan bijvoorbeeld handig zijn bij het ordenen, zoals op auteur of trefwoorden, en bij het archiveren en zoeken. We beperken ons hier tot twee populaire formaten: pdf en docx. Om de metadata van een pdf te bekijken, open je die in een gratis applicatie als Adobe Acrobat Reader. Klik met rechts op het document en kies Document properties (Ctrl+D). Op het tabblad Description kun je tags invullen zoals Title, Author, Subject en Keywords.

Voor docx-bestanden kun je Verkenner gebruiken: klik met rechts op het bestand, kies Eigenschappen en blader op het tabblad Details door de metadata. Je kunt dit uiteraard ook rechtstreeks in Microsoft Word doen: open het document, ga naar Bestand, kies Info en klik op Alle eigenschappen weergeven.

Ook vanuit Verkenner kun je allerlei metadata van (bijvoorbeeld) docx-bestanden bekijken.

Documenten bewerken

Bij docx-bestanden kun je metadata niet alleen bekijken, maar vaak ook aanpassen, zowel via Verkenner als in Word. Beweeg je muiscursor over een veld en verschijnt er een kader, dan kun je de inhoud wijzigen of wissen. Wil je meerdere metadata tegelijk verwijderen, dan kies je beter een andere aanpak. Dit kan via het tabblad

Details in het eigenschappenvenster van het bestand. Klik onderaan op Eigenschappen en persoonlijke gegevens verwijderen. In het dialoogvenster staat standaard ingesteld dat er een kopie wordt gemaakt zonder eigenschappen, maar je kunt ook de optie De volgende eigenschappen uit dit bestand verwijderen kiezen. Vink dan de gewenste metadata aan of klik op Alles selecteren, en bevestig met OK.

Je kunt ook bewerken vanuit Word: ga naar Bestand, kies Info en klik op Controleren op problemen / Document controleren. Laat alle onderdelen aangevinkt en klik op Controleren. Vervolgens kies je Alles verwijderen bij de onderdelen die je uit het document wilt halen. Rond af met Sluiten.

Vanuit Word kun je aangeven welke extra elementen, waaronder metadata, je uit het document wilt verwijderen.

PDF-bestanden bewerken

Voor het gratis bewerken van metadata in een pdf-bestand gebruik je bijvoorbeeld PDF24 Creator. Start de tool na installatie. In de toolbox onderaan zie je onder meer de knoppen Remove PDFMetadata en Edit PDF metadata. Sleep een of meerdere pdf’s naar het venster. Met de eerste knop verwijder je alle metadata in één keer, met de tweede pas je velden aan zoals Title, Author, Subject en Keywords. Je kunt hiermee helaas geen eigen metadata toevoegen.

Dat kan wel met een zeldzame gratis (online-)tool zoals Sejda. Klik op Change metadata (ook Remove all metadata is hier beschikbaar), vul de gewenste velden in of klik op + Add new field, en geef een naam en waarde op. Bevestig met Add Field en Update PDF Metadata, en download de aangepaste pdf. Je kunt deze eigen velden bekijken met Acrobat Reader, via Document properties op het tabblad Custom.

PDF24 bevat een indrukwekkende toolbox voor pdf-bewerkingen, waaronder verwijderen en aanpassen van metadata.

▼ Volgende artikel
Review Philips Hue Bridge Pro: dé bridge voor de toekomst
© Rens Blom
Zekerheid & gemak

Review Philips Hue Bridge Pro: dé bridge voor de toekomst

De Philips Hue Bridge Pro volgt de tien jaar oude Bridge op en doet dat met verve. Het apparaat biedt nieuwe functies en is toekomstbestendig, wat hem boeiend maakt voor bestaande én nieuwe Philips Hue-gebruikers. In deze review leggen we je uit waarom.

Fantastisch
Conclusie

De Philips Hue Bridge Pro is naar onze mening dé bridge om te kopen als je start met Philips Hue. Heb je nu de normale Bridge, dan biedt de Pro-versie zo veel verbeteringen dat wij het (op termijn) upgraden de eenmalige investering waard vinden.

Plus- en minpunten
  • Werkt via wifi en ethernet
  • Veel krachtiger en dus toekomstbestendiger
  • Kan veel meer lampen, accessoires en lampen aansturen
  • Migreren vanaf reguliere Bridge is zo gepiept
  • Eenmalige meerprijs t.o.v. normale Bridge

Als je thuis slimme verlichting van Philips Hue hebt, is de kans groot dat je gebruikmaakt van de witte Hue Bridge. Dit kleine kastje verbindt met je lampen en bijbehorende accessoires en stelt je in staat om de verlichting ook te bedienen als het internet even is uitgevallen. Na een decennium is er nu een Bridge Pro, goed te herkennen aan zijn zwarte ontwerp. De Bridge Pro kost 90 euro, waar de reguliere Bridge (versie 2.1) circa 50 euro kost. Ja, dat is een relatief forse meerprijs, maar als je het systeem tien jaar wilt gebruiken juist weer een kleine extra investering.

©Rens Blom

De oude, witte bridge naast de nieuwe Bridge Pro.

Veel meer lampen

De Bridge Pro biedt belangrijke voordelen ten opzichte van de normale Bridge, zowel voor bestaande als nieuwe gebruikers. Zo kun je hem nog steeds via ethernet gebruiken, maar is dat niet verplicht. Er is namelijk ook - nieuw - wifi-ondersteuning. De voeding is bovendien geen specifieke stroomkabel meer, maar een usb-c-kabel. Die kun je eenvoudiger vervangen.

©Rens Blom

De belangrijkste vernieuwing? Een compleet nieuwe processor, meer werkgeheugen en meer opslagcapaciteit, waardoor de Hue Bridge Pro veel krachtiger is dan zijn voorganger. Dat is geen mooie marketingpraat, maar goed zichtbaar aan het totaal aantal gadgets dat de bridge kan aansturen. Bij de reguliere Bridge zijn dat 50 lampen en 12 accessoires (zoals draadloze afstandsbedieningen), waar de Bridge Pro 150 lampen en 50 accessoires ondersteunt. Heb je een huis (en misschien ook tuin) vol Hue-producten, dan loop je bij de normale Bridge waarschijnlijk (snel) tegen de limieten aan. Bij de Bridge Pro moet je daar echt je best voor doen.

Je kunt met de Bridge Pro ook veel meer scènes (500) opslaan in de Hue-app dan met de normale Bridge (200), wat voor sommigen handig zal zijn. De Bridge Pro biedt ook nieuwe optionele foefjes, zoals je lampen inzetten als bewegingssensoren om je te attenderen bij beweging in bepaalde kamers. Ook is de Bridge Pro standaard geschikt voor Matter, het nieuwe smarthomeprotocol waar veel merken ondersteuning voor bieden.

©Rens Blom

Overzetten is zo gebeurd

Van oude technologie naar nieuwe technologie overstappen kan soms frustrerend zijn, maar dat geldt zeker niet wanneer je de Bridge verruilt voor de Bridge Pro. De stappen in de Philips Hue-app zijn duidelijk en wij waren binnen tien minuten klaar, waarna de app op de achtergrond veertig minuten nodig had voor de echte migratie.

Al onze instellingen zijn behouden, de accessoires en lampen zijn overgezet en de reguliere Bridge mag na tien jaar met pensioen. Begin je pas met Philips Hue, dan stel je de Bridge Pro vanzelfsprekend in als je eerste bridge. Ook dat is een fluitje van een cent.

©Rens Blom

Conclusie: Philips Hue Bridge Pro kopen?

De Philips Hue Bridge Pro is naar onze mening dé bridge om te kopen als je start met Philips Hue. Heb je nu de normale Bridge, dan biedt de Pro-versie zo veel verbeteringen dat wij het (op termijn) upgraden de eenmalige investering waard vinden.