ID.nl logo
10 gigabit internet aanleggen: wat heb je nodig?
© PXimport
Huis

10 gigabit internet aanleggen: wat heb je nodig?

In dit artikel nemen we ons bedrade netwerk op de schop en gaan we van 1 gigabit (de netwerksnelheid van praktisch iedere consument, prosumer en kleinbedrijf van de afgelopen 15 jaar) naar 10 gigabit internet. Wanneer heeft 10 gigabit internet aanleggen zin, wat heb je nodig en waar moet je op letten?

Lang was de drang naar een sneller netwerk erg sterk. De 100Mbit-apparatuur waar aan het begin van deze eeuw nog volop gebruik van werd gemaakt, was in veel opzichten een echte beperking. Met gigabit-ethernet was de druk bij zowel consumenten als kleine bedrijven van de ketel, netwerken konden daarmee opeens bijna even snel data overdragen als onze harde schijven het konden lezen en schrijven, met ruim 100 megabyte per seconde kon je praktisch alles wat je van een pc verwachtte wel comfortabel doen. En gigabit-apparatuur kostte al vroeg in het adoptieproces nauwelijks meer dan 100Mbit-apparatuur, dus voor de kosten hoefde je het niet te laten.

Hoewel de eerste 10Gbit-standaard (over glasvezel) al bestond in 2002, is de transitie naar 10 gigabit heel lang juist heel traag gegaan. Deels omdat dat de noodzaak voor snellere netwerken voor veel gebruikers niet aanwezig was, deels vanwege de veel hogere prijzen van een 10gigabit-netwerk. Tot een paar jaar geleden betaalde je al snel drie à vierhonderd euro om één enkel werkstation gereed te krijgen voor 10 gigabit, en zelfs een basale 10Gbit-switch kostte je al snel duizend euro of meer. Dus waar de enterprisemarkt, waar kosten veel minder wegen dan de drang naar betere prestaties, volop bleef groeien met 25, 40 en tegenwoordig zelfs 100gigabit-netwerken stond de tijd voor zowel de pc-liefhebber thuis als kleine bedrijven wat bedrade netwerken betreft al bijna twintig jaar stil.

De afgelopen twee jaar kwam de markt in een stroomversnelling. Dit werd deels gedreven door vraag. Zelfs de goedkoopste sata-ssd’s kunnen zo’n vijf keer sneller lezen en schrijven dan de gigabit-netwerken aankunnen. Ben je eenmaal gewend aan de snelheid van zo’n ssd, dan voelt het uitlezen van data over een gigabit-netwerk merkbaar traag. Daarbij hebben we tegenwoordig ook nvme-ssd’s die bij creatieve en IT-professionals populair zijn, die al snel een factor twintig of dertig sneller zijn dan een gigabit-netwerk aankan.

Ook verandert het kostenplaatje snel. Een werkstation heb je afhankelijk van je wensen en netwerk voor minder dan 100 euro gereed voor 10 gigabit. Een basale 10Gbit-switch heb je voor 150 euro in huis en zelfs uitgebreidere modellen voor een klein bedrijf kosten nu honderden euro’s in plaats van duizend of meer.

Voordelen van 10 gigabit internet

Voordat we onze netwerken upgraden, moeten we ons afvragen of het al zin heeft de overstap te maken. Voor iedereen die zijn netwerk primair inzet voor de internetverbinding, heeft 10 gigabit vooralsnog weinig zin. De kans is klein dat internetproviders dit of volgend jaar structureel snellere verbindingen dan 1 gigabit gaan leveren. Als je overweegt te upgraden voor een toekomstige internetverbinding, kun je beter gewoon wachten.

De meerwaarde van 10 gigabit moet je dus vooral zoeken voor snelle dataoverdracht binnen je eigen netwerk, als je bijvoorbeeld al je data op een server of nas hebt staan. Voor het laden van een paar vakantiefoto’s van je nas heb je ook geen 10 gigabit nodig. Werk je echter met veel grote raw- of videobestanden, datasets van vele gigabytes, dan is de overstap een significante upgrade. Ter illustratie, een paar uur video opnemen op 4K met 60 fps en een hoge bitrate levert ons al snel meer dan 100 GB aan data op.

1. Netwerkadapters

©PXimport

De overstap naar een 10Gbit-netwerk begint bij de netwerkadapters in je werkstations en vergelijkbare adapters in het systeem waar je data opgeslagen staat, oftewel je server of nas. De kans bestaat dat je reeds een 10Gbit-aansluiting op je werkstation hebt als je in de laatste twee jaar een high-end computer hebt gekocht. Althans, als je systeem een prijzig moederbord bevat, want de door elke moederbordfabrikant gebruikte Aquantia AQC107-chip kost tussen de 50 en 70 dollar.

Heeft je moederbord zelf geen snelle netwerkaansluiting, dan moet je een losse netwerkadapter kopen. Deze gaat dan in een pci-express-slot op je moederbord. De vraag is uiteraard: welke netwerkadapter? Voor ons werkstation hebben wij gebruik gemaakt van een op de Tehuti TN4010 gebaseerde kaart van Uptimed, een Nederlandse leverancier gespecialiseerd in betaalbare snelle netwerkapparatuur. Onze redenering om de Uptimed UP-10G-W-TN4010-1RJ45 in te zetten is eenvoudig: hij is met circa 85 euro de goedkoopste oplossing die we konden vinden.

Prestatietechnisch hebben we geen significante verschillen gezien tussen de genoemde goedkopere kaart, Aquantia AQC107-oplossingen en de Intel X520-kaart die we in onze server hebben gezet. Met één uitzondering: de Tehuti- en Aquantia-oplossingen kunnen met 2,5 en 5 gigabit overweeg over ouderwetse Cat5e-bekabeling. De X520 heeft SPF+-connectors en is daarmee uitsluitend een 10gigabit-oplossing.

Waarom dan toch deze duurdere Intel-oplossing voor de server? Intel-netwerkchips hebben zich al vele jaren bewezen en voor een productieserver zou zelfs een korte downtime duurder zijn dan de paar tientjes meerprijs voor de adapter. Enkel de gedachte van driverproblemen bezorgt een IT-professional al nachtmerries. En dit gaat zeker ook op voor gebruikers van VMware of andere virtualisatieopties. De meerprijs valt, zeker zakelijk gezien, enorm mee: circa 185 euro voor onze Uptimed Intel X520 SPF+ kaart met twee 10Gbit SPF+-poorten. Dat is minder dan de helft van de meeste andere aanbieders van deze Intel-oplossingen. Wil je per se RJ45-aansluitingen aanhouden en 2,5G en 5G op je server ondersteunen, zou je de Intel X540/X550-kaarten kunnen overwegen. Die kosten echter wel wat meer.

Wil je 10 gigabit op je laptop, dan zul je een thunderbolt-aansluiting moeten hebben en daarvoor een relatief prijzige thunderbolt-adapter moeten kopen. Hiervoor ben je minimaal 200 euro kwijt. Een circa 50 euro kostende adapter van usb-c naar 2,5 Gbit (zoals de Club3D CAC-1520, zie onder) zou een leuke tussenstap kunnen zijn.

©PXimport

2. Switches

In theorie zouden we met de bovengenoemde adapters een 10gigabit-netwerk zonder switch kunnen opzetten. De X520-kaart in de server heeft tenslotte twee aansluitingen. Normaliter zijn die bedoeld voor teaming of redundancy, maar je kunt er ook twee werkstations direct op aansluiten voor snelle toegang tot de opslag. Wil je iets neerzetten waar je nog op kunt uitbreiden, dan is een switch onvermijdelijk. Switches zijn er in alle soorten en maten, en de juiste switch is vooral een kwestie van je eigen eisen in kaart brengen, het is niet iets dat we eenzijdig kunnen adviseren.

Wij richten ons daarom op twee specifieke scenario’s: de goedkoopste oplossing om drie werkplekken te combineren en een iets duurder alternatief met ruimte voor zeven werkplekken en wat flexibiliteit wat gekoppelde apparaten betreft. Voor beide gevallen gaat geldt: om 10 gigabit mogelijk te maken, hoef je zelf bijna niets te doen. Je zet de switches neer en zolang de clients 10 gigabit aankunnen, ben je klaar.

De MikroTik CRS305-1G-4S+IN is één van de allergoedkoopste 10gigabit-switches op de markt. Hij is met 140 euro echt een prijsbreker, er is geen ander product dat vier snelle SPF+-poorten biedt voor deze prijs. Hij is als een domme switch te gebruiken, maar kan ook managed gebruikt worden en dat zelfs met L3-functionaliteit die menig zakelijke switch niet eens biedt. Het voornaamste nadeel is dat je met vier poorten beperkt bent tot drie werkplekken plus één server, en dat je circa twee tientjes per poort moet uitrekenen voor een transceiver of een paar euro meer voor een RJ45-converter als je pc’s op RJ45 gebaseerd zijn.

Dan nog is deze MikroTik spotgoedkoop, en gezien het ook één van de weinige passief gekoelde en dus stille 10Gbit-switches is, is de kans groot dat je zelfs binnen een groter 10gigabit-netwerk enkele van deze kastjes wilt overwegen.

©PXimport

Voor circa 400 euro, feitelijk ook nog een prijsbreker in de markt, hebben wij zelf gekozen voor de Netgear XS508M. Een switch met acht RJ45-poorten, iets wat zeker in een serverrack toch handig zal zijn (LC-glasvezelkabels door muren trekken is geen leuke bezigheid) waarvan één gedeeld met een SPF+-poort voor je snelle fileserver die ernaast staat. In sommige opzichten is deze Netgear een stap achteruit, zo verliezen we de managed functionaliteit en komt deze wel met een ventilator (een relatief stille, maar wel hoorbare). Het is dus vooral een dom kastje om meer apparaten op aan te sluiten.

Toch heeft de Netgear iets wat de MicroTik niet heeft en dat is ondersteuning voor 2,5- en 5Gbit-apparaten. Heb je bijvoorbeeld een wifi6-accesspoint of een client op 2,5 gigabit, dan kun je die hier dus wel op kwijt zonder terug te gaan naar 1Gbit-snelheden.

3. Internetkabels

Naast geschikte hardware, heb je ook geschikte kabels nodig. Traditionele Cat5e-bekabeling is officieel gemaakt om tot 1gigabit-snelheden te halen. Desondanks is het soms mogelijk om, op zeer korte afstanden, praktisch 10gigabit-snelheden neer te zetten. Toch raden we dat sterk af, want de dataoverdracht is ook met korte kabels meetbaar en merkbaar minder stabiel. Het laatste wat je wilt is tijd verspillen aan het troubleshooten van prestatieverlies door een matige kabel. Er zijn meerdere manieren om het goed te doen, wij richten ons op de twee meest praktische en betaalbare voor de bovengenoemde hardware.

Voor de meeste apparaten met een traditionele RJ45-aansluiting dien je Cat6a-bekabeling te gebruiken (let op de a-toevoeging). Deze kabels worden aan hogere kwaliteitseisen onderworpen en zijn in staat om 10gigabit-verbindingen tot 100 meter mogelijk te maken. Je kunt deze kabels bij praktisch alle online kabelverkopers aanschaffen in kant en klare vorm, of in grote rollen om je eigen kabels aan te leggen. Gezien de geringe verschillen in dikte is het meestal geen probleem om Cat6a-kabels door dezelfde goten te trekken als waar nu Cat 5e ligt.

©PXimport

In onze Uptimed Intel X520 kaart en op menig switch zit echter een SPF+-aansluiting, hiermee kun je gebruikmaken van Direct Attached Copper (DAC) kabels, maar wat praktischer en veelal goedkoper is zijn Fiber LC-kabels, glasvezel dus. We gaan ervan uit dat je een SPF+-netwerkkaart hebt met de benodigde tranceivers, meestal worden die in bundels verkocht. Deze LC-kabels zijn zowel praktischer om aan te leggen en goedkoper dan de DAC-kabels met grote vaste aansluiting. Een korte LC-glaskabel tussen je switch en server kost je nog geen tientje, voor twee kabels van tien meter waren we nog geen dertig euro kwijt.

Eventuele bottlenecks

Eigenlijk zijn we er dan al en komt er niet meer kijken bij de aanleg van je 10gigabit-netwerk. Onze installatie liep soepel en we hoefden niets in te stellen. Plug & Play zoals het bedoeld is dus. We plaatsen wel de kanttekening dat oudere besturingssystemen wellicht wat aanpassingen aan de buffers en cpu- en geheugenallocatie vereisen. Een test met een matig kabeltje wees uit dat je alert op de kabelkwaliteit moet zijn.

Maar gaat er vervolgens ook daadwerkelijk data met een snelheid van 10 Gbit/s (grofweg 1 GB/s) over je netwerk? Hoewel het aanleggen van ons snelle netwerk eenvoudig was, hebben we in feite vooral de bottleneck verlegd. Schrijf of lees je van mechanische harde schijven, dan zul je zelfs met de snelste schijven niet veel hoger komen dan 200 MB/s. Een prima verdubbeling, maar niet de vertienvoudiging die mogelijk is. Zelfs populaire sata-ssd’s komen individueel niet veel hoger dan 500 á 600 MB/s, grofweg de helft van wat ons nieuwe netwerk kan. En dat is dus in de veronderstelling dat zowel je werkstation als je server daar gebruik van maakt.

De volgende stap is dus vooral zelf nadenken over wat voor jou relevant is. Wil je vooral de hoogste snelheden tussen je server en één werkstation, dan kun je overwegen om naar nvme-ssd’s over te gaan: vlotte varianten schrijven meer dan 3 GB/s, en hiermee trekken we de nieuwe verbinding dus wel helemaal vol met snelheden rond de 1,1 GB/s. Een alternatief is sata-ssd’s in RAID 0. Hiermee verdubbelt grofweg de snelheid en kom je dus ongeveer op de limiet van je nieuwe netwerk, maar vergeet niet dat de uitval van één ssd dan het einde van je data op beide schijven betekent.

Tot slot is het dus vooral puzzelen met de snelheid van je opslag, of genoegen scheppen in het feit dat een groter aantal actieve werkstations elkaar niet langer in de weg zit.

▼ Volgende artikel
Groot, klein, sportief of stijlvol? 8 smartwatches getest
© WinThing - stock.adobe.com
Gezond leven

Groot, klein, sportief of stijlvol? 8 smartwatches getest

Met een smartwatch om je pols houd je naast de tijd ook je gezondheid en smartphonemeldingen in de gaten. Waar verschillen de vele modellen in en welke past goed bij jouw wensen? We testen acht slimme klokjes van evenveel merken, met een prijs van maximaal 300 euro.

In dit artikel testen we 8 uiteenlopende smartwatches van niet meer dan € 300:

  • OnePlus Watch 2R
  • Apple Watch SE (2024)
  • Xiaomi Redmi Watch 4
  • Huawei Watch GT 5
  • Garmin Lily 2
  • Samsung Galaxy Watch 7
  • Withings ScanWatch 2
  • Google Pixel Watch 3

Lees ook: Dit zijn de 5 belangrijkste features van een smartwatch

Smartwatches zijn er in veel soorten en merken. Wij hebben in de afgelopen maanden acht modellen getest met uiteenlopende schermformaten. De horloges werken met Android, iOS (iPhone) of beide besturingssystemen. Alle smartwatches houden via bluetooth contact met je smartphone. Er zijn ook duurdere smartwatches die via 4G en een aparte simkaart zelfstandig kunnen functioneren, maar deze horloges bespreken we niet in dit artikel.

De belangrijkste vraag bij aanschaf van een smartwatch is, naast wat je wilt uitgeven, wat je verwacht van de gadget. Wil je kunnen spelen met wijzerplaten? Hecht je er waarde aan om meldingen van je smartphone op je pols te zien? Of wil je je sportieve goede voornemens volhouden en daar via je slimme horloge aan worden herinnerd? Er zijn veel redenen om een smartwatch te nemen. De meeste kunnen van alles, van muziek op Spotify bedienen tot contactloos betalen in winkels.

Waar wil jij een smartwatch voor gebruiken?

Besturingssysteem

Een aandachtspunt bij het kiezen van een smartwatch is het geïnstalleerde besturingssysteem. Een Apple Watch werkt alleen in combinatie met een iPhone, dus Apples smartphoneserie. Je kunt een Apple Watch niet gebruiken in combinatie met een Android-telefoon . Omgekeerd kun je sommige smartwatches, bijvoorbeeld van Google en Samsung, alleen gebruiken met een Android-smartphone. Met een iPhone heb je pech.

Houd er verder rekening mee dat een Samsung-smartwatch werkt met elke moderne Android-smartphone, maar dat sommige functies een Samsung-toestel vereisen. Zo proberen bedrijven je in hun ecosysteem te trekken en vast te houden. Er zijn gelukkig ook genoeg smartwatches die werken met een Android-smartphone én Apple iPhone. Dat is zeker fijn als je later misschien een ander type smartphone wilt nemen. Je hoeft in dat geval geen nieuwe smartwatch te kopen.

Een Apple Watch kun je alleen gebruiken in combinatie met een iPhone.

Formaat

Het formaat van de smartwatch is ook een belangrijke keuze. Net als bij een normaal horloge is het belangrijk dat de smartwatch prettig om je pols zit. Probeer een smartwatch daarom bij voorkeur uit in een winkel voordat je tot aanschaf overgaat. Misschien vind je een smartwatch er op afbeeldingen mooi uitzien, maar blijkt het in de praktijk bijvoorbeeld te groot te zijn. Of mogelijk vind je het horloge juist een priegelig klein scherm hebben.

Sommige smartwatches zijn in één formaat te koop, terwijl andere modellen in verschillende afmetingen verkrijgbaar zijn . Het formaat herken je aan de aanduiding in millimeter. Apple verkoopt bijvoorbeeld de Watch SE (2024) in twee formaten, met horlogekasten van 40 mm en 44 mm. De eerste is geschikt voor een smallere pols, de tweede voor een grotere.

Samsung, Google, Huawei en andere merken verkopen ook smartwatches in diverse formaten. Een groter exemplaar is vaak wat duurder. Soms biedt het grotere model een iets betere accuduur, maar dat is niet altijd zo. Bij veel smartwatches kun je ongeacht het formaat het horlogebandje vervangen. Soms door een standaardbandje dat je overal kunt kopen, maar Apple en Google gebruiken op hun beurt alleen eigen bandjes. Dat is jammer, want de merkbandjes zijn beperkt in keuze en duurder.

Sommige smartwatches, zoals deze Google Pixel Watch 3, zijn in verschillende formaten verkrijgbaar.

OnePlus Watch 2R

De OnePlus Watch 2R is een goedkopere variant van de Watch 2. De horloges lijken op elkaar, maar de 2R is wat lichter en draagt daarom erg comfortabel. Tenminste, als je geen moeite hebt met het vrij grote scherm. Op een vrouwenpols kan dit horloge wat groot overkomen. We vragen ons sowieso af of OnePlus zich met deze smartwatch echt op vrouwen richt, aangezien het bijhouden van de menstruatiecyclus ontbreekt, wat bij concurrerende modellen vaak wel aanwezig is. Daar staat tegenover dat de Watch 2R wel heel veel andere functies biedt, te danken aan de Wear OS-software van Google. Dankzij de aparte processors voor basis- en complexere taken gaat het horloge bij gemengd gebruik zeker drie dagen mee. Dit is langer dan bij de meeste concurrenten.

⭐⭐⭐⭐

Pluspunten

  • Licht

  • Functies

Minpunten

  • Fors scherm

  • Mist bijhouden menstruatiecyclus

Apple Watch SE (2024)

Apple biedt verschillende Apple Watches aan, waarvan de Watch SE (2024) het goedkoopste moderne model is. Let hierop, want er zijn ook oudere SE-varianten te koop. De Watch SE (2024) draagt comfortabel, is te koop in twee schermformaten en werkt heel goed samen met een iPhone. Dat is een kracht van Apple en maakt het horloge prettig in gebruik. Er kleeft ook een nadeel aan, want de Watch SE (2024) werkt – net als andere Apple Watches – alleen in combinatie met een iPhone. De smartwatch houdt onze sportieve prestaties keurig bij en laat smartphonemeldingen op prettige wijze zien. Jammer is dat het scherm niet altijd aan kan staan om de tijd te tonen. De accuduur is met één volle dag erg kort.

⭐⭐⭐⭐

Pluspunten

  • Compleet

  • Integratie met iPhone

Minpunten

  • Werkt niet met andere toestellen

  • Korte accuduur

Xiaomi Redmi Watch 4

De Xiaomi Redmi Watch 4 is veruit de goedkoopste geteste smartwatch. Dat zien we terug in de relatief beperkte software: je kunt alleen de vooraf geïnstalleerde mini-apps gebruiken en geen andere apps toevoegen. Bovendien is de hartslagmeting niet altijd nauwkeurig. Het horloge mist ook functies als contactloos betalen. Daar staat tegenover dat je voor een scherpe prijs kennismaakt met het fenomeen smartwatch. De Redmi Watch 4 is waterdicht, heeft een groot en duidelijk kleurenscherm en werkt met Android en iOS. Dankzij de beperkte software gaat de accu ongeveer twee weken mee. Wil je niet te veel uitgeven en zoek je een smartwatch die de basistaken goed afhandelt, dan is de Redmi Watch 4 zeker het overwegen waard.

⭐⭐⭐⭐

Pluspunten

  • Prijs-kwaliteit

  • Accuduur

Minpunten

  • Beperkte software

  • Onnauwkeurige hartslagmeter

Huawei Watch GT 5

Huawei verkoopt verschillende smartwatches, waaronder de GT 5. Je kunt kiezen uit een duidelijk mannenmodel (groter) en een vrouwenmodel (kleiner). Wij hebben het mannenmodel getest, dat er premium uitziet maar met zijn 46mm-kast echt voor de bredere pols is. Het horloge draait op Huawei’s eigen besturingssysteem en werkt met Android en iPhone. Dat is een plus ten opzichte van sommige concurrerende smartwatches. Vergeleken met andere merken is de Watch GT 5 minder geavanceerd. Zo kun je minder eigen apps installeren en niet contactloos betalen met het horloge. Daarentegen gaat de Huawei-smartwatch wel negen dagen mee bij gemengd gebruik. Een accuduur waar veel alternatieve horloges alleen maar van kunnen dromen.

Lees ook deze uitgebreidere review over de Huawei Watch GT 5

⭐⭐⭐⭐

Pluspunten

  • Android én iOS

  • Accuduur

Minpunten

  • Niet de slimste

  • Groot

Garmin Lily 2

Veel smartwatches richten zich op de grotere pols, maar de Garmin Lily 2 is voor vrouwen ontwikkeld. Dat zie je terug in het slanke ontwerp, het ronde schermpje en de kleurstellingen. Dit horloge staat fraai om de vrouwenpols. Garmin – vooral bekend van lompere sporthorloges – heeft heel wat trainingsfuncties in de Lily 2 weten te stoppen. Zo is het horloge lekker compleet. Het is op het kleine scherm wel wat priegelen om alle relevante informatie te zien. De batterij gaat een paar dagen mee, waar we tevreden over zijn. Ook fijn: de smartwatch werkt met zowel Android als iPhone. Vergeleken met sommige andere geteste horloges kan de Garmin Lily 2 wat minder, al zal lang niet iedereen dat als een probleem ervaren.

⭐⭐⭐

Pluspunten

  • Echt voor vrouwen

  • Veel trainingsfuncties

Minpunten

  • Niet echt voor mannen

  • Kan te klein zijn

Samsung Galaxy Watch 7

De Samsung Galaxy Watch 7 werkt met elke moderne Android-smartphone, maar niet met Apples iPhone. Sommige functies van het horloge vereisen echt het gebruik van een Samsung-telefoon. Dit is een aandachtspunt. De smartwatch is te koop in de formaten van 40 en 44 millimeter, voor respectievelijk de smallere en bredere pols. Het horloge draagt prettig, heeft een mooi scherm en biedt veel functies dankzij de Wear OS 5-software. Ook prettig: net als de Google Pixel Watch 3 en Apple Watch is dit Samsung-horloge geschikt om contactloos mee te betalen in winkels. Wat de Watch 7 ook gemeen heeft met deze twee concurrenten is de korte accuduur van één dag.

⭐⭐⭐ 

Pluspunten

  • Fraai scherm

  • Veel functies

Minpunten

  • Accuduur

  • Werkt niet met iPhone

Withings ScanWatch 2

De Withings ScanWatch 2 oogt van de geteste smartwatches het meest als een normaal horloge. Dat kan een pluspunt zijn wanneer je een stijlvol horloge met analoge wijzerplaat zoekt. Een klein zwart-witschermpje op de wijzerplaat kan de digitale tijd tonen. Als je wilt, zie je hier ook meldingen van je smartphone. De smartwatch kan je stappen, ademhaling en temperatuur bijhouden. Daarnaast kun je een elektrocardiogram (ECG) maken. Dat is gaaf, maar de hartslagmeter zit er regelmatig naast. Jammer, want voor dit geld verwachten we beter. Het gebrek aan echte slimme functies is ook een aandachtspunt. De beperkte functies van het horloge dragen wel bij aan de accuduur van bijna een maand.

⭐⭐⭐

Pluspunten

  • Ontwerp

  • Accuduur

Minpunten

  • Onnauwkeurig

  • Weinig slim

Google Pixel Watch 3

De Google Pixel Watch 3 is met zijn 41mm-behuizing en ronde scherm een minimalistische smartwatch die om veel polsen past. Een grotere 45mm-versie leent zich beter voor de grotere pols, maar is ook duurder. Het horloge werkt alleen in combinatie met een Android-smartphone en niet met een Apple iPhone. De eigen Wear OS-software van Google biedt een goede integratie met Google-diensten, zoals Gmail, Agenda en Maps. We waren positief verrast over de nauwkeurigheid van de sportieve metingen. Het horloge toont de inzichten uitgebreid in een app, maar voor de gedetailleerdste statistieken moet je een optioneel abonnement afsluiten. Jammer is dat de Pixel Watch 3 maar één lange dag meegaat op een accubeurt. Het horloge moet je elke keer weer opladen.

Lees ook deze uitgebreidere review over de Google Pixel Watch 3

⭐⭐⭐⭐

Pluspunten

  • Nauwkeurige metingen

  • Integratie Google-diensten

Minpunten

  • Accuduur

  • Werkt alleen met Android

Accuduur

Een belangrijk onderdeel van een smartwatch is de accuduur. Een smartwatch moet je elke dag, elke week of eens in de twee weken opladen. Of misschien wel vaker, of minder vaak. Dat hangt erg af van de smartwatch die je kiest. Als je een lange accuduur belangrijk vindt, loont het om hier goed op te letten.

Aan de andere kant zijn er genoeg mensen die een smartwatch met een batterijduur van 24 uur prima vinden, omdat ze gewend zijn om hun smartphone elke nacht op te laden. De smartwatch komt er dan naast aan de oplader te liggen. De accu slijt langzaam door het opladen en is vaak niet vervangbaar. Dat is dus een argument om een smartwatch te nemen die je minder vaak hoeft op te laden.

De ene smartwatch moet je elke dag opladen, de andere een keer per week.

Conclusie

Smartwatches zijn er in allerlei soorten en maten. De door ons geteste modellen zijn slechts een kleine greep uit het aanbod. We hebben laten zien dat sommige horloges alleen werken met een Android-telefoon en dat de Apple Watch SE alleen samengaat met een iPhone. Je weet nu ook dat er grote verschillen bestaan in de functies en de batterijduur van smartwatches. Ook in draagbaarheid verschillen ze. De Garmin Lily 2 is bijvoorbeeld prettiger voor een smallere pols, terwijl de OnePlus Watch 2R beter past bij een grotere pols. Het is goed om je te verdiepen in een smartwatch die aansluit bij jouw pols, wensen en budget.

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 vriezers met een grote inhoud van minstens 100 liter
© andov
Huis

Waar voor je geld: 5 vriezers met een grote inhoud van minstens 100 liter

Bij ID.nl zijn we dol op kwaliteitsproducten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt. Een paar keer per week speuren we daarom binnen een bepaald thema naar zulke deals. Met een aparte vriezer kun je extra veel eten invriezen en voor langere tijd bewaren. Wij zochten vier vrijstaande vriezers voor je met een inhoud van minstens 100 liter.

Bij een koelkast is het vriesvak meestal beperkt van formaat. Kies je voor een losse vriezer, dan heb je veel meer ruimte. Modellen met meer dan 100 liter zijn geen uitzondering. Wij hebben vijf stuks voor je gevonden met flink wat ruimte.

Whirlpool W55ZM 112 W 2 N

De Whirlpool heeft een netto inhoud van 103 liter. Met een hoogte van 83,8 cm is het apparaat geschikt voor plaatsing onder een aanrechtblad. De vriezer beschikt over twee transparante lades en een vriesvak met klep. De draairichting van de deur is omkeerbaar, waardoor de vriezer flexibel te plaatsen is. De W55ZM heeft een invriescapaciteit van 4,5 kg per 24 uur en een bewaartijd bij stroomuitval van 16 uur. De vriezer behoort tot klimaatklasse SN-T, wat betekent dat hij goed functioneert bij omgevingstemperaturen tussen +10°C en +43°C, maar niet geschikt is voor onverwarmde ruimtes als een schuur of garage. Gezien het formaat is hij ook eerder geschikt voor plaatsing in de keuken.

Jaarlijks energieverbruik: 170 kWh
Netto inhoud: 103 liter
Bewaartijd bij stroomuitval:
16 uur
Geschikt voor schuur of garage
: Nee

Bosch GSN29VLEP 

Deze vrieskast heeft een royale inhoud van 200 liter en is afgewerkt in een roestvrijstalen look, waardoor hij er strak uitziet in elke keuken. Binnenin vind je vier handige, doorzichtige vrieslades, waaronder een extra ruime BigBox-lade voor grotere producten zoals pizza's of diepvriesgroenten. Dankzij de Supervriezen-functie worden nieuwe etenswaren snel ingevroren. Bij een eventuele stroomuitval hoef je je geen zorgen te maken: de vriezer houdt je producten tot wel 25 uur op de juiste temperatuur.

Jaarlijks energieverbruik: 221 kWh
Netto inhoud: 200 liter
Bewaartijd bij stroomuitval: 25 uur
Geschikt voor schuur of garage: Nee

Inventum VR1420

De Inventum VR1420 is een vrijstaande vrieskast met een netto inhoud van 160 liter. Hij beschikt over drie transparante lades en twee vriesvakken met kleppen. De draairichting van de deur is omkeerbaar, waardoor de vriezer flexibel te plaatsen is. Met een invriesvermogen van 7,2 kg per 24 uur en een bewaartijd bij stroomuitval van 9 uur biedt de VR1420 betrouwbare prestaties. Het geluidsniveau bedraagt 42 dB, wat als normaal wordt beschouwd voor dit type apparaat. De vriezer is geschikt voor plaatsing in ruimtes met temperaturen tot -10°C, zoals een garage. Het energielabel van de VR1420 is E, met een jaarlijks energieverbruik van 235 kWh.

Jaarlijks energieverbruik: 235 kWh
Netto inhoud: 160 liter
Bewaartijd bij stroomuitval: 9 uur
Geschikt voor schuur of garage: Ja

Beko RFNE448E45W

Deze Beko heeft een netto inhoud van maar liefst 404 liter. Met een hoogte van 192 cm, een breedte van 70 cm en een diepte van 77 cm biedt deze vriezer dus ruime opslagmogelijkheden. Het apparaat heeft acht transparante vrieslades, waaronder een ruime lade voor het opslaan van grotere producten. De draairichting van de deur kan aangepast worden aan de plaatsingsruimte. Bij stroomuitval blijft de temperatuur tot 30 uur op een veilig niveau. Deze vriezer is echter niet geschikt voor de schuur of garage. Wel heeft deze vriezer een iets zuiniger energielabel dan de meeste apparaten die hier besproken zijn, namelijk D.

Jaarlijks energieverbruik: 233 kWh
Netto inhoud: 404 liter
Bewaartijd bij stroomuitval: 30 uur
Geschikt voor schuur of garage: Nee

AEG OAG7M281EX

De AEG OAG7M281EX is een vrijstaande vrieskast uit de 7000-serie met een netto inhoud van 278 liter. Dankzij de NoFrost-technologie hoef je nooit meer handmatig te ontdooien. De MultiFlow-luchtcirculatie zorgt voor een stabiele temperatuur en luchtvochtigheid in de hele vriezer, wat de kwaliteit van je voedsel beschermt. De vriezer is uitgerust met vijf transparante lades en twee uitneembare glazen legplanken, wat flexibiliteit biedt bij het opbergen van grotere items. Dankzij de elektronische bediening met LED-indicatie kun je de temperatuur en andere instellingen precies regelen. De invriescapaciteit bedraagt 13 kilogram per 24 uur, ruim voldoende om ook na een grote boodschappenronde alles snel in te vriezen.

Jaarlijks energieverbruik: 248 kWh
Netto inhoud: 278 liter
Bewaartijd bij stroomuitval: 15 uur
Geschikt voor schuur of garage: Nee