Alles wat je moet weten over onderzeese kabels
Bijna al het intercontinentale internetverkeer (99 procent) wordt getransporteerd via onderzeekabels. Dit zijn glasvezelkabels die speciaal met als doel telecommunicatie op de bodem van de zee worden ‘getrokken’. Dit is wat onderzeese kabels zoal doen en wat de uitdagingen zijn.
Eén van de grootverbruikers van onderzeekabels is Google. Het is nu bezig met de aanleg van Grace Hopper, een kabel tussen New York in de Verenigde Staten en Bilbao in Spanje. Het is de bedoeling dat de kabel eind 2022 officieel wordt geopend. Google heeft al veel kabels, maar kan er meer gebruiken. Zeker op langere termijn worden de kosten lager. Google hoeft niet meer naar derden om te zorgen dat men in Spanje net zo’n goede internetervaring heeft als in New York.
Wereldwijd ligt er zo’n 1,2 miljoen kilometer aan onderzeekabels diep in de zee. Het gaat om een kleine 400 hoofdkabels. Bijna alle datakabels die in Nederland landen zijn ongeveer 25 jaar oud. Dat is voor een onderzeese datakabel vrij oud. De datakabels kunnen diep in het water makkelijk goed blijven, maar juist het laatste stukje brengt problemen met zich mee. Omdat het zeeniveau stijgt, gaat water tussen de scheurtjes in de kabel zitten, wat zorgt voor een verzwakt signaal.
Terug naar 1800
De kabels in de zee zijn gemaakt van verschillende lagen: koper, polycarbonaat, aluminium, staal, mylar en polytheen. Opgebouwd uit lagen die worden omringd door aardolie-gel, zodat ze goed bestand zijn tegen de druk en de zee. Ze zijn dan ook niet al te dun en laten zich qua dikte vergelijken met een brandweerslang. Ooit ontstaan omdat telegraafverbindingen niet werkten op zee, werd de eerste onderzeese kabel uiteindelijk in 1842 gelegd.
In 1858 lag de eerste bruikbare kabel al tussen de Amerikaanse stad New York en en de Britse stad Londen. Een flinke innovatie, want deze kabel in de atlantische oceaan zorgde voor een telegraafverbinding tussen twee grootmachten. Er werden zo in steeds meer zeeën telegraaflijnen gelegd. Echter veranderde onze manier van communiceren, waardoor in 1922 de eerste kabel werd gelegd tussen Engeland en Nederland voor telefoonverkeer. De eerste trans-Atlantische telefoonkabel was echter pas een feit in 1955, door schaarste.
©PXimport
Inmiddels worden die oude kabels vooral gebruikt voor onderzoek, want voor commercieel gebruik hebben we iets ‘sterkers’ nodig. Dat is glasvezel, een kabeltype dat sinds de jaren ‘80 in ontwikkeling is. In 1988 werd de eerste trans-Atlantische kabel onderzee gelegd. Inmiddels zijn ze een begrip en bieden ze ons vooral veel mogelijkheden waar het gaat om het internet. De kabels zijn niet allemaal separate kabels, samen vormen ze een netwerk waarbij de ene kabel het van de ander kan overnemen wanneer deze de geest geeft.
Uitdagingen
Dat gaat echter gepaard met uitdagingen. Zo’n kabel wordt gelegd met behulp van boten en ze kunnen ook met boten worden bereikt om te saboteren. De kabel kan worden doorgeknipt of er wordt een spionage mee gepleegd. De vrees is onder andere dat terroristen er kwaad mee doen, maar Amerikanen zijn ook overtuigd van Russen die steeds vaker met hun onderzeeërs in de buurt komen van belangrijke ‘knooppunten’ van onderzeese kabels.
Het komt echter ook voor dat een kabel bijvoorbeeld stuk gaat door vissers die hun sleepnetten uitgooien en weer ophalen. Er is zelfs een filmpje van een
.
Het is ook vrij makkelijk om de kabels te vinden, want daar bestaat een interactieve kaart van, gemaakt door onderzoeksinstituut TeleGeography. Hierop is te zien wie de eigenaar is, hoe lang de kabel al ligt en hoe lang de kabel überhaupt is. Ze zijn er van ‘slechts’ 250 kilometer, maar ook 15.000 kilometer.
Zien wie de eigenaar van een kabel is, dat laat zien dat veel kabels worden beheerd door private bedrijven. Dat is volgens experts gevaarlijk, omdat regeringen onvoldoende inzicht hebben in of de kabels goed worden beschermd. Ze kunnen de regels van de VN ten aanzien van de zee wel naleven, het blijkt weinig handvatten te bieden tegen kwaadwillenden.
De toekomst
Ondertussen gaan private bedrijven dus flink door met de aanleg van nieuwe kabels. Gezien het groeiend aantal datacenters en de wens van bedrijven om hun infrastructuur zo goed mogelijk op elkaar aan te laten sluiten, zal dat ook bij ons het geval zijn. Bovendien lijkt het erop dat er in Nederland moet worden gekeken naar de 25-jaar-oude kabels die bij ons landen en hun staat. In ieder geval is de verwachting dat we er de komende jaren waarschijnlijk meer over horen.