ID.nl logo
Angst overwinnen in veilige vr-omgeving
© Reshift Digital
Huis

Angst overwinnen in veilige vr-omgeving

Virtuele omgevingen blijken een ideale omgeving om mensen te helpen bij het overwinnen of leren omgaan met allerlei angsten die hen hinderen in het dagelijks leven.

“Laatst hebben we een patiënte met een psychose twee weken lang in een lege supermarkt boodschappen laten doen. Zo konden we haar stapje voor stapje leren omgaan met haar achterdocht en angst”, vertelt assistent professor Wim Veling van de Rijksuniversiteit Groningen. De therapie die hij beschrijft vond niet plaats in de echte wereld, maar in virtual reality (vr). “In het echt had ze zoiets nooit gedurfd. En waarschijnlijk hadden we ook geen supermarkt bereid gevonden twee weken lang dicht te gaan voor therapiesessies.”

Veling werkt als psychiater en hoofd behandelzaken op de Polikliniek Psychosen in het Universitair Centrum Psychiatrie van het UMC Groningen. Daar komen mensen die een psychose hebben. Dat is een ingrijpende ervaring. Cliënten horen vaak stemmen of zien beelden die anderen niet waarnemen. Daardoor kunnen ze angstig en verward zijn. Ook concentratie- en geheugenklachten komen voor.

Blootstellingstherapie

Mensen met een psychose hebben vaak moeite met sociale situaties. “Door hun genetische aanleg of door trauma’s in hun kindertijd reageren ze eerder met stress en paranoia op omgevingsprikkels”, zegt Veling. “Ze kunnen het heel moeilijk hebben met heel gewone dingen, zoals boodschappen doen, de bus pakken of door een winkelstraat lopen. Ze hebben vaak een onterechte vrees dat er in een sociale situatie iets heel ergs zal gebeuren, of dat de situatie hen te veel zal worden. Maar het gevaar is groot dat ze daardoor in een vicieuze cirkel terecht komen. Ze worden voor steeds meer situaties bang en hun wereld wordt kleiner en kleiner.”

Eén van de manieren om die vicieuze cirkel te doorbreken, is blootstellingstherapie. Daarbij zoeken mensen, onder begeleiding van een behandelaar, juist sociale situaties op die ze eng vinden. Maar bij mensen die gevoelig zijn voor psychoses, is die behandelvorm vaak niet mogelijk. “Wanneer je iemand met achtervolgingswaan vraagt de straat op te gaan om te oefenen, zal die in veel gevallen weigeren. Hij of zij zal zeggen: ‘Hoe kun je dat van me vragen? Je weet toch dat ze achter me aanzitten en me misschien wel willen vermoorden?’”

Vr kan ervoor zorgen dat cliënten in de veilige omgeving van een spreekkamer, onder begeleiding van een behandelaar, kunnen oefenen met sociale situaties die ze anders te eng zouden vinden. “Ze weten dat ze niet echt in gevaar zijn. Daardoor wordt de drempel om mee te doen veel lager.” Daarnaast biedt vr de mogelijkheid om precies die situaties na te bouwen waarvoor de cliënt bang is.

Vr-omgevingen

Velings afdeling beschikt over vier vr-omgevingen, allemaal gebouwd door het Delftse bedrijf CleVR. Het gaat om een café, een winkelcentrum, een supermarkt en een bus. Deze vr-omgevingen zijn bevolkt met avatars. De moeilijkheidsgraad van de omgevingen is aanpasbaar. “We kunnen bijvoorbeeld bepalen hoe druk het is en of de avatars vriendelijk, neutraal of onvriendelijk kijken.”

De therapeut kan daardoor heel precies de intensiteit van de ervaring instellen. Door te letten op de reactie van de persoon, kan hij of zij zien of er misschien een tandje bij of af moet. “Bij een normale therapie analyseer je samen achteraf met de cliënt waarom deze in bepaalde situaties angst ervaart. Kan hij of zij een voorbeeld geven? Wat gebeurde er toen? Wat dacht en voelde hij of zij?

Het nadeel daarvan is dat je afhankelijk bent van de herinnering van de cliënt.” Het voordeel van virtual reality is dat de therapeut mee kan kijken. “Je ziet exact wat er gebeurt en hoe iemand reageert. Daardoor begrijp je beter waar het mis gaat, kun je betere feedback geven en een betere behandeling samenstellen.”

Therapeut wordt avatar

Veling gebruikt sinds kort bovendien een systeem waarbij het mogelijk is voor de therapeut om in de huid van een avatar te kruipen. “Als therapeut heb je daarbij twee schermen. Op het ene scherm zie je wat de cliënt ziet. Het andere scherm is een bedieningsscherm. Daarmee kun je de motoriek en mimiek van de avatar aanpassen. Ook kun je spreken via de avatar. Je eigen stem wordt daarbij gedempt. De cliënt hoort er een vervormde versie van, zodat hij of zij echt de illusie heeft dat de avatar spreekt.”

Op deze manier behandelt het team van Veling tbs’ers om te leren omgaan met agressie. “Dat is voor hen heel moeilijk. In theorie snappen ze best dat geweld geen oplossing is. Ze weten dat als ze kwaad worden ze eigenlijk beter eerst tot tien kunnen tellen. Maar als puntje bij paaltje komt en ze bijvoorbeeld geprovoceerd worden, gaat het toch vaak weer mis.”

Omdat het bij deze patiënten niet mogelijk is agressietraining in het echte leven te doen, doen therapeuten vaak rollenspellen. “Maar die situaties zijn vaak weinig levensecht. Je zit dan gewoon in het kantoortje van je therapeut, die net doet of hij iemand anders is. Dat heeft niet altijd effect. Bovendien willen tbs’er er niet altijd aan mee doen.”

Alternatief voor rollenspel

In vr kunnen deze rollenspellen realistischer worden uitgevoerd. “De therapeut speelt dan bijvoorbeeld voor portier bij een disco. Tbs’er zijn gevoelig voor situaties waar hen onrecht wordt aangedaan. De portier kan de tbs’er de toegang verhinderen, maar ondertussen wel anderen binnenlaten.” Via gebaren en uitspraken kan de therapeut de cliënt nog verder uitdagen. “Door bijvoorbeeld een middelvinger op te steken of de cliënt in zijn gezicht uit te lachen.”

©CIDimport

Bron: CleVR.Een virtuele portier daagt de cliënt uit.

Sociale angst

Ook assistent professor Willem-Paul Brinkman van de TU Delft onderzoekt de mogelijkheden van virtuele therapie. Hij concentreert zich daarbij op mensen met een angststoornis en wil graag weten of het mogelijk is deze personen thuis in vr zelfstandig te laten oefenen met situaties die eng voor hen zijn. Volgens cijfers van het Trimbos Instituut lijdt twintig procent van de Nederlanders gedurende één of meer periodes in zijn of haar leven aan een angststoornis. Een angst wordt een stoornis, wanneer deze iemand hindert in het dagelijks leven.

Sociale angst is één van de meest voorkomende angststoornissen. Bijna één miljoen Nederlanders in de leeftijd van 20 tot 65 jaar lijdt er op enig moment in zijn of haar leven aan. Deze personen zijn bang voor situaties waarin anderen hen mogelijk zullen beoordelen, zoals tijdens een gesprek, of wanneer ze iemand voor het eerst ontmoeten. Een sociaal angstig persoon zal contact met anderen zoveel mogelijk proberen te vermijden, en kan daardoor in een sociaal isolement terecht komen. Brinkman ontwikkelt voor hen vr-trainingen die ze thuis kunnen volgen. “Door de blootstellingstherapie kunnen ze langzaam gewend raken aan situaties waarvoor ze bang zijn,” zegt hij. “De eerste reactie vaak is om te gaan vechten of weg te rennen. Maar als je lang genoeg volhoudt en in de situatie blijft, gaat het scherpe randje van de angst eraf, en vermindert deze stapje voor stapje. Onder de voorwaarde dat je niet meteen begint met de allerengste situatie die je je kunt voorstellen, maar je incasseringsvermogen langzaam opbouwt.”

Virtueel daten

Bij het ontwikkelen van de vr-omgevingen concentreert het team van Brinkman zich op de elementen die angst oproepen. “Als je mensen met een sociale fobie wilt helpen, dan maakt het weinig uit hoe gebouwen en andere omgevingsfactoren eruit zien. Die mogen dus best schetsmatig zijn. Maar je moet wel heel veel aandacht besteden aan de virtuele karakters: hun manier van kijken, hun gebaren en lichaamshouding, de dingen die ze zeggen en de toon waarop. Daarnaast moet het stressniveau van de software instelbaar zijn.”

Het team van Brinkman bouwde negentien verschillende sociale situaties die mensen virtueel kunnen beleven. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om een blind date in een restaurant, een sollicitatiegesprek, ontmoetingen met vreemden op feestjes, een doktersbezoek en een bezoek aan een kledingwinkel. De virtuele karakters in deze situaties houden de conversatie gaande door vragen te stellen en te reageren op de antwoorden van de vr-gebruiker. Die reacties kunnen meer of minder vriendelijk zijn, afhankelijk van hoe snel de gebruiker bang wordt. Daarnaast kan extra angst worden opgeroepen via de mimiek en de motoriek van de avatars. Een avatar kan een gebruiker bijvoorbeeld langdurig zwijgend aankijken of ongeïnteresseerdheid uitstralen door onderuit te zakken.

©CIDimport

Bron: TU Delft. Ga op een virtuele blind date, om je sociale fobie te overkomen.

Praatje maken met een vreemde

Voor het voeren van conversaties maakt de software gebruik van spraakherkenning in combinatie met een aantal handige trucs. Deelnemers krijgen de instructie om geen vragen te stellen aan de avatars. De virtuele karakters leiden het gesprek. Ze wachten totdat de persoon met de sociale fobie geantwoord heeft, en reageren schijnbaar op dat antwoord met een volgende opmerking. Omdat het enkel de bedoeling is om mensen bloot te stellen aan sociale angst, zijn de dialogen niet hyperrealistisch. De avatar houdt enkel het gesprek gaande, vaak door het doen van heel algemene uitspraken.

Een conversatie waarbij iemand oefent om een praatje met een vreemde te maken, kan er bijvoorbeeld zo uitzien. Virtueel karakter: “Als ik met de trein reis, weet u dan misschien hoe ik weet wanneer ik uit moet stappen?” Gebruiker: “U kunt letten op de gesproken aankondigingen in de trein.” Virtueel karakter: “Oh, dan zal ik daarop letten. Dank u wel.” In een kledingwinkel kan de verkoper bijvoorbeeld vragen: “In welke prijsklasse bent u op zoek?” Na het antwoord van de vr-gebruiker zegt het karakter vervolgens: “Oké, dat is prima”, ongeacht de bedragen die iemand noemt.

Virtuele coach

Om ervoor te zorgen dat mensen de therapie thuis veilig kunnen volgen, meet de software regelmatig hoe het met de gebruiker gaat. Dat kan door de deelnemer te vragen hoe eng hij of zij een situatie vond, maar het kan ook via bijvoorbeeld hartslagmetingen. Afhankelijk van dat angstniveau, kan de software de schrikwekkende elementen in de virtuele omgeving automatisch bijstellen. Een virtuele coach helpt daarnaast, door gerichte vragen te stellen, bij het formuleren van een concreet en haalbaar behandeldoel. Ook probeert de coach de deelnemer te motiveren om de therapie trouw te blijven volgen, bijvoorbeeld door aan de hand van hartslagdata te laten zien dat de therapie aanslaat. Een echte therapeut kan daarnaast op afstand de voortgang van de cliënt in de gaten houden en het trainingsprogramma eventueel bijstellen.

Niet zelf experimenteren

Zelf experimenteren met blootstellingstherapie in vr, zonder professionele begeleiding, raadt Brinkman overigens af. “Net zoals je niet zelf kunt experimenteren met medicijnen. Wanneer de therapie niet goed gebeurt, kan de angst ook verergeren. Dat geldt bijvoorbeeld wanneer je, als de angst te hoog oploopt, vertrekt uit een beangstigende virtuele omgeving. In zo’n geval versterk en bevestig je juist je angst.”

Ook gamefanaten moeten de onderzoekers teleurstellen. Zij zullen over het algemeen weinig plezier beleven aan therapeutische vr-omgevingen. Veling: “Als ik zelf rondloop in zo’n vr-omgeving, dan doet dat mij niks. Het kan me dan ook nog steeds verbazen hoe goed een vr-omgeving werkt bij het behandelen van allerlei fobieën.” Brinkman: “Wanneer ik iemand zonder een angststoornis weleens laat rondkijken in één van onze programma’s, zegt die vaak: ‘kan het niet wat spannender?’ Voor zo iemand is zo’n therapieomgeving saai. Maar voor de mensen voor wie de therapie bedoeld is, is het juist heel spannend.”

PTSS

Assistent professor Willem-Paul Brinkman van de TU Delft werkt aan een vr-behandeling die mensen met een posttraumatische stressstoornis (PTSS) thuis kunnen volgen. Ongeveer 1,2 miljoen Nederlanders lijden aan deze stoornis. Die ontstaat door een pijnlijke gebeurtenis zoals oorlog, een verkrachting of een verkeersongeval. Behandeling bestaat uit gecontroleerde blootstelling aan de pijnlijke herinneringen die ten grondslag liggen aan de PTSS. Veel slachtoffers haken echter vroegtijdig af, omdat de behandeling te confronterend voor hen is. Brinkman: “Mensen met dit syndroom denken liever niet terug aan hun traumatische ervaringen. Ze proberen te vermijden om aan hun herinneringen te denken. Bij blootstellingstherapie vragen we hen juist om daar wel weer over na te denken. Op den duur kan dat ervoor zorgen dat ze beter met hun herinneringen om kunnen gaan.”

©CIDimport

Bron: TU Delft.VR kan helpen bij PTSS, door gecontroleerde blootstelling aan de trauimatische gebeurtenis. 

Brinkman ontwerpt een vr-systeem waarmee cliënten zelf, stapje voor stapje, de gebeurtenissen kunnen terughalen. Een elektronische coach geeft achtergrondinformatie over het omgaan met PTSS, spoort hem of haar aan om de therapie te volgen en begeleidt de cliënt tijdens de herbeleving. Het bouwen van een vr-omgeving is een eindstadium in hun therapie. “In eerste instantie moedigt de virtuele coach cliënten aan om terug te gaan in de tijd en de periode waarin hun trauma ontstaan is zo gedetailleerd en persoonlijk mogelijk te beschrijven. Dat doet de software door continu gestructureerd door te vragen.” Wanneer het bijvoorbeeld gaat om militairen die aanwezig waren bij een bepaalde missie, zal het systeem de gebruiker vragen om foto’s en plattegronden te uploaden van het gebied. Het uiteindelijk nabouwen van de situatie in vr is een manier om hen nog dieper na te laten nadenken over de omstandigheden waarin ze hun trauma opliepen. “Hoe persoonlijker de therapie wordt en hoe meer deze de situaties kan oproepen waarbinnen het trauma is opgelopen, hoe effectiever deze kan zijn.”

▼ Volgende artikel
Zo herken je verdachte QR-codes op parkeerautomaten en laadpalen
© Gemeente Den Haag
Huis

Zo herken je verdachte QR-codes op parkeerautomaten en laadpalen

Parkeerautomaten en laadpalen voor elektrische auto's zijn steeds vaker doelwit van fraudeurs. Ze plakken een sticker met een valse QR-code op het scherm of naast het betaalgedeelte. Wie de code scant, komt terecht op een nagemaakte website die vraagt om bankgegevens of een betaling. In werkelijkheid belandt het geld niet bij de gemeente of de exploitant, maar bij criminelen.

In het kort

In dit artikel lees je hoe je nep-QR-codes op parkeerautomaten en laadpalen herkent. Je ontdekt wat quishing is, hoe je verdachte codes spot en hoe je veilig blijft voor deze vorm van oplichting. Lees ook: Goed alternatief voor EasyPark? Zo werkt de Q-Park-app

Van Amsterdam tot Maastricht, van Alphen aan den Rijn en Rotterdam tot Den Haag: valse QR-codes duiken steeds vaker op. Quishing, zoals deze relatief nieuwe vorm van oplichting wordt genoemd, kan je behoorlijk wat geld kosten. Met de tips in dit artikel voorkom je dat jij slachtoffer wordt.

Hoe fraudeurs te werk gaan

Een valse QR-code is vaak simpelweg een sticker die over de originele code of op een lege plek is geplakt. Op het eerste gezicht lijkt de code onderdeel van de automaat. Zodra je de code scant, opent er een website die qua logo en opmaak sterk lijkt op die van een parkeer- of laadpaalexploitant. Het verschil zit in de details: de url wijkt af, de site vraagt direct om bankinloggegevens of je wordt doorgestuurd naar een betaalpagina die niets met de gemeente of betreffende exploitant te maken heeft.

In het Verenigd Koninkrijk en Nederland zijn al meerdere meldingen gedaan. Sommige slachtoffers verloren tientallen euro's aan parkeergeld, anderen werden geconfronteerd met grotere bedragen die van hun rekening verdwenen.

Zo herken je een valse QR-code

Let altijd goed op de fysieke code. Ziet het eruit als een losse sticker, scheef geplakt of met een afwijkende kleur? Dan is de kans groot dat het om fraude gaat. Controleer daarnaast de link die verschijnt zodra je scant. Een betrouwbare url verwijst naar een bekende aanbieder, zoals de website van de gemeente of een erkende parkeerapp. Zie je rare domeinnamen of spelfouten, ga dan niet verder maar klik de pagina meteen weg. Belangrijk om te weten: dat een link met https:// begint is tegenwoordig geen garantie meer dat het om een veilige site gaat. Wij hebben als test de valse QR-code op de foto gescand (don't try this at home!) en de link begint met https://...

Nog beter is het om QR-codes helemaal te vermijden bij dit soort betalingen. Gemeenten en aanbieders van laadpalen en parkeerautomaten adviseren om te betalen via de automaat zelf of via een officiële app, zoals EasyPark of ParkMobile. Zo weet je zeker dat je geld op de juiste plek terechtkomt.

Wat kun je zelf doen?

Betaal je via een app of met pin, dan loop je geen risico op quishing. Zie je toch een verdachte QR-code, meld dit dan bij de gemeente of politie, zodat de sticker snel verwijderd kan worden. Twijfel je aan een website, gebruik dan een controletool zoals 'Check je linkje' waarmee je vooraf kunt zien waar een QR-code naartoe leidt.

Soms heb je genoeg

🅿️ Aan zo'n blauwe parkeerschijf
▼ Volgende artikel
Review TCL 55C6K - Goedkope miniled overtuigt in SDR, maar minder in HDR
Huis

Review TCL 55C6K - Goedkope miniled overtuigt in SDR, maar minder in HDR

Nog niet zo lang geleden was miniled-technologie voorbehouden aan de luxere midrange-modellen en hoger. Maar zoals dat nu eenmaal gaat is ook deze technologie na een aantal jaren beschikbaar op goedkopere modellen. Hoe zit het dan met de kwaliteit?

Uitstekend
Energy label
Conclusie

TCL’s 55C6K is een heel interessante instapper. De adviesprijs ligt te hoog, zeker naast de betere C7K, maar gelukkig is de tv her en der al voor veel minder te krijgen. Met 180 zones schieten de piekhelderheid en het contrast iets tekort, en HDR blijft ook een beetje achter. Toch levert de tv in SDR mooie kleuren en prima kalibratie in Filmmaker- en Movie-modus. Het toestel maakt daarnaast gebruik van Google TV en levert goede gaming-features.

Plus- en minpunten
  • Achtergrondverlichting met 180 zones en degelijk contrast
  • Voldoende piekhelderheid en degelijk kleurbereik
  • Ondersteuning voor Dolby Vision IQ en HDR10+
  • Twee HDMI 2.1-aansluitingen met gaming-features
  • Filmmaker Mode en Movie Mode met goede kalibratie
  • Google TV en AirPlay 2
  • HDR-dynamische tonemapping vermindert het contrast
  • eARC/ARC neemt een 48-Gbps HDMI-poort in
  • Beperkte kijkhoek
TCL 55C6K

Adviesprijs: 899 euro Wat: Ultra-HD 4K, 144Hz, Full Array miniled-tv met lokale dimming (18x10 segmenten) Schermformaat: 55 inch (139 cm) Aansluitingen: 4x HDMI (2x v2.1 (48 Gbps), 2x v2.0 (18 Gbps), ARC/eARC, ALLM, VRR, HFR), 1x usb, 1x optisch digitaal uit, 2x antenne, wifi 5 (802.11ac), ethernet, bluetooth 5.4 Extra’s: HDR10, HLG, Dolby Vision IQ, HDR10+, Dolby Atmos, DTS:X, Google TV, AirPlay 2, usb/DLNA-mediaspeler, DVB-T2/C/S2, CI+-slot Afmetingen: 1229 x 776 x 297 mm (incl. voet) Gewicht: 12,5 kg (incl. voet) Verbruik (per 1000 uur): SDR 70 kWh (F) / HDR 150 kWh (G)

Een eenvoudig ontwerp hoeft niet lelijk te zijn, iets wat de C6K goed laat zien. De vleugelvoeten links en rechts onder deze televisie zijn licht naar buiten gedraaid en dat zorgt ervoor dat hij erg stabiel staat. Aan de voorzijde heeft het scherm nauwelijks een kader; de focus ligt op het beeld. Van opzij gemeten is hij 56 mm diep. Door de licht afgeschuinde zijkanten en de smalle zilverkleurige rand oogt hij zelfs nog slanker. De rug is mooi vlak en afgewerkt met een vierkantpatroon.

Aansluitingen

TCL kiest voor een minimale set aan aansluitingen, een eigenschap die we bij al hun miniled-modellen zien. Er zijn vier HDMI-poorten, waarvan twee voorzien zijn van de maximale 48Gbit/s-bandbreedte die noodzakelijk is voor gamen in 4K120 op je favoriete high-end console. Voor pc-gamers is er nog wat extra mogelijk. Zij kunnen in 4K144Hz gamen, of als je framerate belangrijker vindt dan resolutie kunnen ze zelfs tot 2K288Hz gaan. Met een input-lag van 16,8 ms (bij 4K60) en 8,4 ms (bij 2K120), ondersteuning voor ALLM en VRR (AMD FreeSync en NVIDIA G-Sync Compatible) is een responsieve en uiterst vloeiende game-ervaring gegarandeerd.

Heb je thuis meerdere high-end gamebronnen én een soundbar, dan moet je er wel rekening mee houden dat ARC/eARC slechts op één van de 48Gbit/s-poorten is ingeschakeld, en je dus maar één dergelijke poort overhoudt voor je game-apparaten. Behalve de HDMI-poorten zijn er nog een usb-poort voor media, een digitaal optische audio-uitgang, twee antenne-aansluitingen, wifi 5, ethernet en bluetooth (voor de afstandsbediening en draadloze hoofdtelefoons). 

De aansluitingen op de TCL 55C6K.

Voorzien van Google TV

Zijn er bepaalde apps die je absoluut niet wilt missen op je smart-tv? Dan is Google TV een uitstekende keuze. Het systeem heeft het ruimste app-aanbod en je vindt er bijna alle internationale, maar ook lokale streamingdiensten terug. Google Cast en Apple AirPlay 2 maken het supermakkelijk om content van je smartphone naar de tv te sturen. Aanbevelingen krijg je eveneens in overvloed. Ze zijn geordend per genre, niet per streamingdienst. De genres die Google je toont, zijn gebaseerd op je kijkgedrag. Meer over Google TV lees je in dit artikel.

De TCL 55C6K is voorzien van Google TV.

TCL biedt verder een energiedashboard waarin je alle instellingen terugvindt die het energieverbruik van je tv kunnen beïnvloeden. Wil je de tv gebruiken als kunstkader, dan open je T-exhibition; daar vind je niet alleen een ruim aanbod kunst, je kunt er ook AI-kunst genereren. TCL Channels biedt gratis streaming-content, mét advertenties uiteraard. De Google TV-interface werkt vlot en de gebruikservaring is prima. Ook als je even in de instellingen wilt duiken of een andere input wilt selecteren heeft TCL voor een handige interface gezorgd.

De zwarte rechthoekige afstandsbediening wint geen prijs voor innovatie, maar werkt wel prima. De toetsen voelen zacht aan en hebben een zuivere aanslag. De lay-out is redelijk klassiek en er is nog een numeriek toetsenbord aanwezig. De ingebouwde microfoon is handig voor zoekopdrachten. Onderaan de afstandsbediening zijn zes sneltoetsen te vinden: voor Netflix, Prime Video, YouTube, de mediaspeler, TCL Channels en Disney+. 

De eenvoudige afstandsbediening.

Prima beeldverwerking

De AiPQ Pro-processor die je in de C6K vindt, gebruikt TCL ook in zijn hoger geplaatste modellen. Dat is goed nieuws, want je hoeft dus niets in te leveren op dit vlak en de resultaten zijn erg goed. Wat ons vooral opvalt, is dat HDR-content met zachte kleurgradiënten nu quasi-foutloos en zonder kleurstroken op het scherm verschijnt. Je hoeft daarvoor zelfs geen ruisonderdrukking te activeren. In SDR-content kan dat verschijnsel wel nog zichtbaar zijn, maar met wat lichte ruisonderdrukking worden de meeste hinderlijke kleurstroken weggewerkt. Alleen heel lastige gevallen blijven licht zichtbaar. De processor scoort ook erg goed op deinterlacing van live-tv (1080i) en heeft prima upscaling. Een klein beetje extra scherpte (tot maximaal 5) kan het beeld wel gebruiken.

Voor sport en games is bewegingsscherpte erg belangrijk, en die is prima. De randen van bewegende voorwerpen hebben een heel licht vage rand. Oledmodellen blijven wel uitgesproken beter op dit vlak. Wie dat wil verbeteren, kan overschakelen naar een 240Hz-verversingssnelheid. Bij 4K-beeldmateriaal gaat dat ten koste van wat verticale resolutie, maar het verlies is erg klein. Gamers kunnen in Full-HD zelfs tot 288 Hz gaan. Voor film zien we weinig meerwaarde. Wil je de judder van films wat intomen, dan activeer je de motion interpolation; stel de sterkte in naar eigen smaak. 

©TCL

Zijn 180 dimmingzones voldoende?

Het grote voordeel van miniled-achtergrondverlichtingen is dat ze een groot aantal dimmingzones kunnen bieden. Die zijn essentieel om het contrast van de televisie naar een hoger niveau te tillen. De 55C6K moet het echter stellen met 180 zones (18 x 10). Dat is een flinke downgrade ten opzichte van de 55C7K, die kan uitpakken met 720 zones (36 x 20). Het lcd-paneel zelf heeft een eigen contrast van ongeveer 4600:1, en dat is weliswaar iets lager dan wat we bij andere TCL-modellen zagen, maar zeker niet slecht. Met local dimming geactiveerd stijgt het contrast naar 8400:1, een bescheiden verbetering.

Op een eenvoudiger test scoort hij nog 27.800:1. Die cijfers laten zien dat dat 180 zones wel verbetering leveren, ook al is die aan de kleine kant. Maar het echte verschil zien we in allerlei testfragmenten. Is het beeld donker en zijn er veel kleinere lichtpunten, dan is er meer schaduwdetail zichtbaar dan wenselijk omdat de grote zones het contrast niet fijn genoeg kunnen controleren. Een snel bewegend voorwerp kan dan ook een kleine zone-overgang tonen.

We moeten daar wel bij vermelden dat de aansturing erg goed is; echte zonegrenzen zijn onzichtbaar, maar een incidentele halo is uiteraard niet te vermijden. Al die zaken zijn vooral van belang bij donkere beelden. Bij heldere beelden zien we dan weer een omgekeerd effect. Een donkere partij met scherp detail in een verder helder beeld is iets te helder en verliest zo wat detail. Dat effect is duidelijker in HDR. Al met al nog steeds een behoorlijk resultaat, maar van 180 zones mag je geen oledkwaliteit contrast verwachten. 

Bescheiden piekhelderheid

Ook op het gebied van piekhelderheid kan de C6K maar nauwelijks overtuigen. Op het 10%-venster in HDR Filmmaker Mode meten we 688 nits, op het volledig witte scherm 547 nits. TCL heeft de tv zo getuned dat hij op het 50%-venster nog naar 844 nits gaat. Dat zijn voor HDR eerder bescheiden resultaten, zeker aangezien de Filmmaker Mode de middentinten en helderste tinten te donker toont. Het kleurbereik haalt 88,5% P3. De C6K claimt een QLED-model te zijn, maar onze meting duidt eerder op een KSF-fosfor-achtergrondverlichting waarbij vermoedelijk erg weinig of geen quantum dots aanwezig zijn. Die QLED-vermelding zou TCL dan ook beter achterwege laten. Vergelijk die resultaten met de C7K (die wél echte quantum dots gebruikt) waar we 95% P3 halen en een piekhelderheid van 1850 nits op het 10%-venster, en je ziet dat het verschil groot is.

De C6K ondersteunt Dolby Vision IQ en HDR10+, naast HDR10 en HLG. In HDR Filmmaker Mode zijn niet alleen de helderste tinten te donker, de tv clipt ook wat witdetail weg, waardoor nuance in de helderste tinten kan verdwijnen. We activeerden dynamische tonemapping om dat tegen te gaan, maar dat maakt het beeld over het algemeen te helder, waardoor je minder contrastrijk beeld ziet. In SDR is het resultaat erg goed: de Filmmaker Mode levert een goede kalibratie, dus daar zie je de C6K op zijn best. Zowel in HDR als SDR was het schaduwdetail goed zichtbaar. 

Matige audio

De 40 watt sterke 2.1-audioconfiguratie met het label van Onkyo mag dan wel iets krachtiger zijn dan de gemiddelde lagere-middenklasser, toch laat het geen diepe indruk achter. Er is ondersteuning voor Dolby Atmos en DTS:X, maar onze filmsoundtracks geven maar een matig tot erg beperkt surroundgevoel. Echte diepe bassen ontbreken, en zodra je het volume echt hoog zet, verdwijnt een deel van de bas en hoor je redelijk wat vervorming. De klank is goed genoeg voor doorsnee dagelijks gebruik, maar muziek- en filmliefhebbers kunnen beter een soundbar bij deze televisie gebruiken.

Conclusie

TCL pakt erg graag uit met zijn miniled-modellen, maar deze instapper maakt toch een aantal belangrijke compromissen. Dat leidt onmiddellijk tot zijn belangrijkste minpunt: de adviesprijs. Die is te hoog, zeker wanneer je die vergelijkt met de TCL C7K die nauwelijks duurder, maar wel aanmerkelijk beter is. De dynamische tonemapping van TCL kan beter, zeker gezien de basisprestaties. Met 180 zones kan hij immers geen hoge piekhelderheid leveren en ook geen indrukwekkend contrast. In HDR blijft hij daardoor wat achter, en de dynamische tonemapping maakt niet genoeg goed. Als we erg streng zijn, komt dat vooral omdat de andere miniled-modellen van TCL juist wél zo goed scoren. Maar eerlijk is eerlijk: deze TCL 55C6K levert nog prima prestaties, met mooie kleuren en voldoende piekhelderheid en contrast. De Filmmaker en Movie Mode zijn goed gekalibreerd en zeker in SDR is dat een mooie prestatie. Google TV zorgt voor een ruim entertainmentaanbod en er zijn aardig wat gaming-features. Kun je deze televisie met een mooie korting vinden, dan is hij zeker het overwegen waard!