ID.nl logo
Zekerheid & gemak

Videomonteren AAN DE SLAG

COMPLETE CURSUS VIDEOBEWERKING DEEL 2: HET MONTAGEPROCES Snelle beeldwisselingen, heftige compilaties en samenhangende scènes komen niet zomaar tot stand. Dat is het werk van de video-editor. Zonder montage zou iedere film maar een langdradig epos worden, waarnaar niemand wil kijken. Om goed te kunnen (leren) videomonteren hoeft u echter geen prof te zijn. Het enige wat u nodig hebt is een videobewerkingspakket en kennis van de basisprincipes van het monteren.

Of het nu gaat om een vakantiefilmpje, een promo, een interview of een verslag van een sportdag, montage is nodig om er een flitsend geheel van te maken. Want zeg nu zelf, de inhoud kan fantastisch zijn, zonder vorm blijft het een kleurloos en langdradig geheel. Monteren is echter meer dan alleen verschillende beelden in de juiste volgorde aan elkaar plakken: door te monteren kunt u namelijk bepaalde beelden benadrukken, fouten herstellen en kleuren corrigeren. RUWE MONTAGE Het is aan te raden om te werken vanuit een storyboard. De inhoud is dan al tot in detail uitgewerkt en de volgorde staat in grote lijnen vast. Hebt u geen storyboard, dan kunt u bijvoorbeeld thematisch te werk gaan, verschillende verhaallijnen door elkaar laten lopen of uw montage opbouwen door middel van vraag en antwoord. Op die manier hebt u altijd een basis waarop u kunt terugvallen. Het is dus belangrijk dat u vooraf weet wat u gaat doen en dat u daar in hoofdlijnen niet van afwijkt. De montageklus begint met het capturen en verzamelen van al het benodigde materiaal. Capture vooral ruim, zodat u extra materiaal hebt bij het trimmen en het gebruik van overgangen. Al het gecaptu- rede materiaal, foto's, audio en titels kunt u rangschikken in het projectenvenster. Meestal kunt u met één druk op de knop al dit materiaal naar de tijdlijn overzetten. Afhankelijk van de hoeveelheid is het verstandig de montage in delen te splitsen. U kunt dan overzichtelijker te werk gaan en dat scheelt tijd. De ruwe montage hebt u nu achter de rug. FIJNE MONTAGE Het begrip tijd is in videoproducties heel belangrijk. Er zijn films die een tijdspanne hebben van een mensenleven en er zijn er die een paar uur behelzen. Als u met minder beelden hetzelfde kunt vertellen, geniet dat altijd de voorkeur. Langzame beelden worden over het algemeen ervaren als saai en vervelend. Om de videofragmenten in te korten moet u ze trimmen. De meeste pakketten hebben speciale trimvensters. Het simpele trimmen bestaat er uit dat u aan het begin of het einde van uw videofragment frames verwijdert of oprolt. Geavanceerdere pakketten als Avid XpressDV, Première Pro en Vegas Video bieden daarnaast nog een aantal andere mogelijkheden als ripple edit, rolling edit, slip edit en slide edit. Ripple en rolling edit worden gebruikt om twee aan elkaar grenzende fragmenten te trimmen. Bij een ripple edit wordt de edit-lijn naar links of rechts verschoven. Hiermee wordt het begin of eind van het videofragment verkort of verlengd. Dit heeft direct gevolgen voor het fragment dat er aan vast zit. De totale lengte van de tijdlijn blijft hetzelfde. Dit is niet het geval bij een rolling edit. Het videofragment waar u dit op toepast blijft dezelfde lengte behouden, maar wordt in totaliteit naar links of rechts geschoven. Het aangrenzende videofragment wordt daardoor ingekort, evenals de totale duur van de tijdlijn. Werkt u aan een videofragment dat zich tussen twee andere fragmenten bevindt, dan kunt u gebruik maken van slip en slide edit. Met slip edit verandert u met één beweging zowel het start- als eindframe van het videofragment. De aangrenzende fragmenten blijven onveranderd. Met slide edit verplaatst u het middelste fragment en verandert u de lengte van de aangrenzende fragmenten. De frames waar het om draait bij deze vier technieken worden door het programma naast elkaar geplaatst, zodat u zeer precies te werk kunt gaan. BEELDWISSELINGEN Het trimmen van videofragmenten is eenvoudig aan te leren. Lastiger is het om de beeldwisselingen die voortkomen uit het trimmen inhoudelijk en technisch goed te laten verlopen. De volgorde waarop de beelden zijn gerangschikt, is bepalend voor het verloop van het verhaal. U zult antwoorden moeten hebben op de volgende vragen. Moet de kijker dit nu al weten? Wat voor een reactie zal de kijker op dit beeld hebben? Wat wil ik met dit beeld bereiken? Met andere woorden: ieder gebruikt beeld heeft een reden. Daarnaast is het belangrijk dat de kijker zich niet stoort aan de beeldwisselingen. Er zijn verschillende basismogelijkheden die u hiervoor kunt gebruiken (zie kader beeldwisselingen op pagina 68) of u kunt gebruikmaken van de overgangfilters die het pakket u biedt. Het laatste is vaak een noodoplossing. Op de dissolve en fade out na worden er zelden of nooit overgangsfilters gebruikt in reclame, films en muziekvideo's. Wilt u hier toch gebruik van maken, zorg dan dat het geheel zich kenmerkt als een eigen stijl. De eenheid in de video blijft dan gehandhaafd en de ijker zal zich hier minder aan de overgangen storen KLEURCORRECTIE De kijker stoort zich naast overgangen ook snel aan kleurverschillen in het beeld. Het menselijk oog is hier zeer gevoelig voor. Te donkere beelden, te felle kleuren of een te grauwe lucht: u komt vast wel eens beelden tegen waarvan de kleuren niet kloppen. Gelukkig kunt u dan gebruikmaken van de kleurcorrectie-mogelijkheden van uw pakket. Die kunnen variëren van automatische correctiefilters tot zeer geavanceerde mogelijkheden, waarbij ieder kleurkanaal afzonderlijk kan worden aangepast. Voordat u de kleuren gaat aanpassen, moet u eerst een analyse maken van de kleur- en helderheidswaarden in uw beelden. Twee belangrijke hulpmiddelen hiervoor zijn de waveform-monitor en de vectorscope. De helderheidsinformatie van het videobeeld wordt weergegeven door de waveform- monitor. De gebruikte waardeschaal hiervoor is ire (Institute of Radio Engineers). De helderste gedeelten mogen niet boven de 100 ire uitkomen en de donkerste gedeelten niet beneden de 0 ire. Gebeurt dit wel, dan zullen in die gedeelten de beelden niet goed zichtbaar zijn. De waveform-monitor wordt daarom vaak gebruikt tijdens het filmen, om achteraf problemen te voorkomen. Het is even wennen om de waveform-monitor goed it te lezen. De horizontale signalen corresponderen met horizontale gegevens in het beeld. Verticaal laat de waveformmonitor alleen maar de helderheidsinformatie zien. Zijn beelden te donker of te licht, dan kunt u door het contrast en helderheid aan te passen het beeld optimaliseren. Kleuren in videobeelden worden geanalyseerd met de vectorscope. Het kleurenwiel van de vectorscope geeft de primaire kleuren rood, groen en blauw aan en daartussen de mix van deze kleuren magenta, cyaan en geel. Het wiel is zo gemaakt dat de complementaire kleuren tegenover elkaar staan. Rood tegenover cyaan, magenta tegenover groen en geel tegenover blauw. De kleursterkte kan worden afgelezen door te kijken hoe ver de kleur van het centrum vandaan staat. Hoe verder het signaal naar de buitenkant van de cirkel staat, des te helderder is de kleur vertegenwoordigd. De positie van het signaal binnen de 360 graden bepaalt de kleur. Als u dus bijvoorbeeld de hoeveelheid blauw in uw beeld wilt verminderen, kunt u de hoeveelheid geel verhogen of de hoeveelheid magenta en cyaan evenredig verminderen. TITELS In commercials en promo's wordt veelvuldig gebruik gemaakt van titels om de boodschap te benadrukken of te verduidelijken. De itelgenerator in het videobewerkingspakket stelt u in staat de meest fantastische titels te maken. Desondanks zult u ervaren dat de titels op uw beeldscherm er anders uitzien dan op televisie. Dit komt doordat het beeld op televisie anders wordt opgebouwd en doordat de televisie gebruik maakt van een ander kleurschema. Het meest voorkomende probleem is dat de titels op het beeldscherm schaduwkanten vertonen en dat de letters onscherp zijn. U kunt dit voorkomen door de anti-aliasingfunctie van uw programma uit te schakelen en de letters iets te verzachten door het blur-filter te gebruiken. Ook gebeurt het regelmatig dat de kleuren afwijken. Dit probleem kunt u omzeilen door alleen kleuren te kiezen die in het pal-kleurschema worden gebruikt. Belangrijk om te weten is, dat wit niet zoals in het digitale domein de waarden 255, 255, 255 heeft maar 235, 235, 235 en dat de kleur zwart voor pal de waarden 16, 16, 16 heeft. CONTROLE Iedere videoproductie moet na de montage worden gecontroleerd. Dit kunt u elf doen, maar het is verstandig om ook anderen uw productie te laten nakijken. Tijdens de controle komt u vanzelf kleine foutjes op het spoor, u kunt beeldwisselingen aanpassen en de boodschap eventueel verduidelijken. Pas als alles de toets der kritiek heeft doorstaan kunt u de volgende stap in uw montageproces zetten: het bewerken van de audio. Maar daarover volgende maand meer. Het monteren van video is belangrijk om de film te laten slagen. Videomontage is vaak makkelijker dan het lijkt. Met de juiste middelen en kennis van een aantal basisregels, bent u al snel in staat zijn om uw film een extra waarde te geven. Mocht het in het begin niet lukken, geef dan vooral niet op. De beste films zijn tot stand gekomen doordat er tijdens de montage veel is geëxperimenteerd. En dat is misschien ook wel de leukste kant van het monteren. PCM CONCLUSIE Met de titelgenerator maakt u in een handomdraai de beste crawls (de titel beweegt dan over het scherm). Met Avid XpressDV blijft u de meeste kleurproblemen de baas. Een goede beeldwisseling is er één die de kijker niet stoort in de beleving van de film. Als editor moet u dus keer op keer de juiste keuze maken om de kijker tevreden te houden. Wanneer gaat u knippen? En waar let u dan op? In de loop der jaren zijn er basisregels ontwikkeld die de editor helpen bij de montage. Deze regels zijn niet zaligmakend, maar vormen een goed uitgangspunt. Action cut Om de continuïteit in de film niet te doorbreken wordt er altijd 'in de actie' geknipt. Als een voetballer een bal schiet, wordt er van beeld gewisseld op het moment dat hij de bal raakt. Niet er voor en niet er na. Subliminal cut Maakt gebruikt van een aantal zeer korte beelden tussen de scène. U kunt dit gebruiken om het onderbewustzijn van de kijker te prikkelen, maar ook om een gedachtesprong van iemand te visualiseren. Cutaway Om vergissingen en onvolkomenheden te verhullen. Bijvoorbeeld een moment in een historische film waarin ineens de nieuwste BMW staat. In zo'n geval kunt u een beeld hierover heen zetten. Een cutaway wordt ook gebruikt om verspringingen in beeldwisselingen te voorkomen. De camera cut away van de hoofdscène om in het volgende beeld hier weer terug te komen. Freeze frame Om emotie te brengen in de film. Wordt ook vaak gebruikt als afsluiter in een vervolgserie. Denk aan de Bold and The Beautiful. Look at Een persoon kijkt naar iets buiten het scherm. Het volgende beeld is datgene wat die persoon ziet. Voordeel van deze beeldwisseling is dat de shots ver van elkaar kunnen worden gefilmd. Multitake Enkele actie die vanuit verschillende kanten wordt gefilmd. Dit geeft een grotere impact. Een belangrijk moment in de film, die anders in een flits voorbij zou gaan, kan zo worden benadrukt. Een andere mogelijkheid is slow motion te gebruiken. Cut Zoom in Om dynamiek te krijgen in een anders statisch master shot kunt u ervoor kiezen dit stapsgewijs te benaderen. U voorkomt hiermee dat er moet worden gezoomd. Vanuit het master shot gaat u via het edium shot naar de close-up. Cut zoom out Vanuit een closeup wordt direct teruggegaan naar een master shot. Deze methode wordt gebruikt om de kijker het gevoel te geven van afstand en impact. Vooral bij achtervolgingen erg handig. Jump Cut Sequence Actiemoment van één persoon. Closeups en full shots wisselen elkaar af met een wijziging in de hoek van het camerastandpunt. In actiefilms als Rocky en Ali zien we deze techniek terug. Split Screen Gebeurtenissen die op hetzelfde moment plaatsvinden maar van plaats verschillen, kunt u in beeld brengen door het scherm in tweeën te splitsen. Dit werd bijvoorbeeld egelmatig toegepast in de Amerikaanse tv-serie Sex and the City als de dames met elkaar telefoneerden. Superimposition Om verbeelding toe te voegen aan de scène wordt over het filmbeeld een tweede beeld geprojecteerd. Komt vaak terug in scènes waarbij geliefden aan elkaar denken of waarbij de levende terug denkt aan de overledene. Fill reveal frame De laatste frames voor de beeldwisseling worden gebruikt om naar zwart te faden. Daarna verschijnt het andere beeld. Deze methode wordt veel gebruikt in de film Secret Windows met Johnny Depp. Photo to scene Er wordt ingezoomd op de afbeelding en de afbeelding wordt werkelijkheid. Wordt vaak gebruikt om gebeurtenissen uit het verleden te visualiseren. Clearing the frame Personen verdwijnen uit het frame. Het 'lege' frame blijft enkele seconden in beeld om vervolgens van beeld te veranderen. BEELDWISSELINGEN PERSONAL COMPUTER MAGAZINE november 2004 www.pcmweb.68 .nl Een film monteren betekent dat er veel geknipt, geplakt en geschoven wordt om de boodschap het beste over te brengen. De manier waarop dit het beste kan gebeuren staat in het storyboard dat u voor de film hebt gemaakt. Het storyboard geeft onder meer aan welke shots er worden gebruikt binnen een scène. Master shot Geeft een totaaloverzicht. De kijker kan de gebeurtenis door dit shot plaatsen in tijd en ruimte. Full Shot Het totale object of de hele persoon komt in beeld. Deze shots zijn bij personen prima geschikt om lichaamstaal uit te drukken. Medium close-up Alle onnodige elementen zijn uit het beeld verdwenen. De kijker wordt geconfronteerd met de actie. Wordt veel toegepast bij dialogen tussen personen. Close-up Het gezicht van de acteur vult het merendeel van het scherm. Extreme close-up Belangrijk om de nadruk te leggen op kleine details. Dit kan een gezichtsuitdrukking zijn, maar ook een voorwerp dat in een bepaalde scène van cruciaal belang is. Afhankelijk van de snelheid en de inhoud van de film kunt u bij beeldwisselingen gebruikmaken van één van deze shots. Vroeger was men van mening dat een beeldwisseling van full shot naar close-up te snel ging voor de kijker. Tegenwoordig zien we in alle commercials en speelfilms dat deze sprong de voorkeur geniet. Het zorgt ervoor dat er tempo in het beeld blijft. Met dit tweede deel van de cursus hebt u voldoende bagage om uw filmpje te aan monteren. Met onderstaande tips helpen we u nog wat verder op weg. Bekijk altijd eerst al het materiaal dat u wilt gebruiken voor het monteren. Het brengt u wellicht op nieuwe ideeën en ovendien weet u bij het monteren wat u kunt verwachten. Werk de montage van tevoren uit op papier om de draad niet kwijt te raken. eef duidelijk namen aan de verschillende clips en subclips. U kunt dan op een later moment videofragmenten eenvoudiger terugvinden in het project en op de tijdlijn. Zorg dat u bij het capturen niet te precies bent. Extra materiaal voor en na een scène is handig voor het trimmen. Ziet u tijdens de montage dat alle beelden van de dv-camera ruis vertonen, maak dan met een reinigingscassette de koppen van de camera schoon. Gebruik bij het monteren beelden van dezelfde scène die zijn opgenomen uit verschillende hoeken. Dit zorgt voor een dynamischer beeld en geeft de mogelijkheid om moeilijke beeldwisselingen te vereenvoudigen. Close–ups zijn goed voor spannende momenten en om emotie te tonen. Cutaways zijn beelden die u kunt gebruiken om slechte overgangen te maskeren of om de nadruk op iets te leggen. Bij een 'cutaway' laat u bijvoorbeeld vijftien frames lang een close-up zien van iets uit de hoofdscène. Bewegingen van links naar rechts doen het beter dan van rechts naar links. et gebruik van de spiegelfilter kan hier vaak uitkomst bieden. Let er wel op dat er geen woorden in beeld staan! Het tempo van de film kan worden verhoogd door snelle beeldwisselingen te gebruiken. Als u muziek gebruikt, monteer dan op de muziek. U kunt de beelden dan op maat snijden met het tempo van de muziek. Probeer zo min mogelijk overgangen te gebruiken. robeer er bij beeldwisselingen voor te zorgen dat objecten en personen zich in hetzelfde deel van het beeld bevinden. Zorg dat bij beeldwisselingen bewegingen dezelfde kant opgaan. Het is raar als iemand het ene moment naar links kijkt en het andere moment naar rechts. De prijs van InfoLithium batterijen is zeer hoog. Voor een langere levensduur doet u er verstandig aan na het filmen de batterijen van de camera te verwijderen. Dit voorkomt dat u de batterij oplaadt boven het maximum.

▼ Volgende artikel
Bestandsnamen in bulk wijzigen? Maak kennis met PowerRename uit Power Toys
© ID.nl
Huis

Bestandsnamen in bulk wijzigen? Maak kennis met PowerRename uit Power Toys

Een paar bestanden hernoemen is zo gebeurd. Maar zodra je tientallen of honderden namen moet aanpassen, schiet handmatig werk tekort. Dan komt externe software goed van pas. PowerRename, onderdeel van de PowerToys-collectie, biedt uitkomst. Met deze slimme tool kun je grote aantallen bestanden in één keer hernoemen. Dat gaat snel, efficiënt en precies zoals jij het wilt.

Dit gaan we doen

In dit artikel zie je hoe je PowerRename uit PowerToys instelt en gebruikt om grote aantallen bestanden tegelijk te hernoemen. We laten zien hoe je de tool activeert, hoe je hem oproept via Verkenner en hoe je zoek-en-vervangacties, letterinstellingen en automatische nummering toepast. Zo wijzig je in één keer volledige reeksen bestandsnamen, zonder handmatig werk.

Lees ook: Leuker, sneller en handiger: boost je Windows-pc met PowerToys

PowerRename activeren

PowerRename is een stuk krachtiger dan de standaard hernoemfunctie van Windows. De tool maakt deel uit van PowerToys, een opensource-project van Microsoft. Wil je de Microsoft Store-versie installeren? Open dan het Startmenu, zoek naar Microsoft Store en start de app. Typ PowerToys in het zoekveld bovenaan. Klik op Installeren zodra je het programma hebt gevonden. Na installatie verschijnt PowerToys in het systeemvak van Windows. Open het, kies in de linkerkolom PowerRename en je ziet meteen een korte animatie van hoe de tool werkt. Klik op Instellingenopenen en controleer of PowerRename is ingeschakeld. Let op: bij ons werkte PowerRename pas na een herstart van het systeem.

Een animatie toont hoe PowerRename werkt.

Contextueel menu in Verkenner

Open de map met de bestanden die je wilt hernoemen. Selecteer ze allemaal met Ctrl+A en klik met de rechtermuisknop op de selectie. In het contextmenu van Windows Verkenner kies je onderaan de opdracht Naam wijzigen met PowerRename.

Haal PowerRename uit het contextueel menu in Windows Verkenner.

Zoeken en vervangen

Daarna opent het venster van PowerRename. In het veld Zoeken geef je in welk deel van de bestandsnaam je wilt vervangen. In het veld eronder typ je de nieuwe tekst. In ons voorbeeld vervangen we het woord Image door Kreta2015. Nog vóór de wijziging wordt uitgevoerd, toont PowerRename een overzicht: links de oorspronkelijke bestandsnamen, rechts de nieuwe. Zo zie je meteen wat er verandert. Daaronder kies je of de aanpassing moet gelden voor de volledige naam inclusief extensie, alleen de bestandsnaam, of alleen de extensie.

Met de knoppen onder Tekstopmaak pas je eenvoudig het hoofdlettergebruik aan, van alles in kleine letters, naar alles in hoofdletters, alleen een hoofdletter aan het begin, of elke beginletter van een woord in hoofdletters. Het laatste pictogram schakelt de nummering in. Activeer je dat, dan voegt PowerRename automatisch nummers tussen haakjes toe aan de bestandsnamen.

De nieuwe namen verschijnen in voorvertoning naast de oorspronkelijke namen.     

Je allermooiste foto's hernoemd?

Druk ze af en plak ze in een foto-album
▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen