ID.nl logo
Zekerheid & gemak

mBot-tutorial: Programmeren in mBlock

In een eerdere workshop bouwden we ons eigen Arduino-robotje, de mBot. Die lieten we standaard acties ondernemen via afstandsbediening en app. Nu is het tijd om zelf te programmeren met mBlock.

Lees eerst: mBot-tutorial: Bouw je eigen robot met Arduino

mBlock is een grafische programmeeromgeving gebaseerd op Scratch 2.0. Je programmeert er je robot mee door blokjes met opdrachten aan elkaar te klikken. Download eerst de nieuwste versie van mBlock. Voer het installatieprogramma uit en kies daarin je taal (Nederlands is beschikbaar). mBlock installeert onder andere Adobe AIR en de Arduino IDE. 

De eerste keer dat je mBlock start, krijg je waarschijnlijk een melding van Windows Firewall. Klik op Toegang toestaan. Klik daarna op het kruisje om het splash screen van mBlock af te sluiten. Ga dan naar het menu Language en vink Nederlands aan om de taal van de interface te veranderen.

Overigens bestaat er ook een app-versie van mBlock, Makeblock.

mBot verbinden met pc

Om de mBot te programmeren, verbind je die eerst met je pc. Dat is mogelijk via Bluetooth, de draadloze seriële module (als je mBot ook zo’n module heeft) of usb. We tonen hoe dat gaat met usb. Gebruik je overigens usb, dan heb je de kabel alleen nodig tijdens het uploaden van je programma naar de mBot. Daarna kan de kabel er gewoon af en is de robot weer vrij. 

Je mBot verbinden kan o.a. via Bluetooth en usb

Installeer eerst de usb-drivers. Dat doe je in het menu Verbinden / Arduino Stuurprogramma Installeren. Kijk daarna in het menu Boards na of mBot (mCore) staat aangevinkt. Sluit de usb b-connector aan de zijkant van de mCore op je robot aan. De a-connector steek je in je computer. Schakel je mBot in. Wacht even tot Windows de driver heeft geladen. Open dan in het menu Verbinden het onderdeel Seriële Poort en kies de poort die in het submenu staat, zoals COM3. Als alles goed gaat, piept je mBot nu.

De verbinding is er dus, maar nu moet mBlock nog met je pc kunnen communiceren. Daarvoor installeren we het communicatieprotocol op de mBot. Dat doen we in het menu Verbinden / Firmware Upgraden. Als het gelukt is, krijg je de melding Upload gelukt en geeft je mBot twee korte piepjes.

mBlock, de basics

Nu zijn we klaar voor ons eigen programma. We houden dit eerste programma simpel, gewoon om te tonen hoe je je mBot programmeert. Klik in het midden van het hoofdvenster van mBlock op Robots en sleep het blokje mBot Programma naar rechts, waar je programma komt te staan. Sleep ook het blokje Laat een C4 horen in Halve maat naar rechts en klik dat in het blokje mBot Programma. Verander de C4 in F4 en de Halve maat in Hele maat. Dubbelklik op het blokje dat je daar hebt geplaatst om de opdracht op je mBot uit te voeren. Je robot speelt de toon af.

Je hebt je eerste mBot-programma nu al uitgevoerd, maar de robot hangt nog altijd van je pc af. Daar gaan we iets aan doen door het programma naar het interne geheugen van de mBot te uploaden. Klik daarvoor eerst op het menu Bewerken / Arduino mode. Rechts krijg je nu de Arduino-code te zien die overeenkomt met je mBlock-programma. Klik bovenaan rechts op Upload naar Arduino. Als er Upload gelukt staat, staat het programma op je mBot. Om dat te controleren, verwijder je de usb-kabel, schakel je de mBot uit en weer in. Hij begroet dan de wereld door de gevraagde toon af te spelen.

©PXimport

mBot scripts

Ons ‘hello world’ programma bevat eigenlijk al veel wat in elk mBot-programma zit. Je begint altijd met een blok mBot Programma. Dit geeft de start van je programma aan. De bult onderaan het blokje klik je dan in een uitsparing van een volgend blokje. Elk blokje met een bult klik je terug in een uitsparing van het volgende blokje. Zo’n blokje met uitsparingen is een opdracht. Zo zijn er opdrachten om de robot te verplaatsen, om de snelheid van de motoren te wijzigen, om de leds in een bepaalde kleur te laten oplichten enzovoort.

Als je in de scripts van categorie Robots kijkt, zie je ook blokjes die geen bult en uitsparing hebben, maar een ovale vorm hebben. De lijnvolgmodule en ultrasone sensor, maar ook optionele modules zoals een temperatuur- of bewegingssensor zijn voorbeelden hiervan. Zo’n ovaal blokje geeft altijd een bepaald getal terug. Dit soort blokjes klik je op de plaats van een getal (in een ovaal) in een ander blokje.

©PXimport

Een laatste soort blokjes zijn zeshoekig. Zo’n blokje voert een test uit, bijvoorbeeld of de knop van de robot is ingedrukt. Zo’n testblokje klik je normaal in een blokje zoals als … dan …, wacht tot … en herhaal tot … …. Die laatste blokjes vind je in de scripts van categorie Bediening. Kijk tot slot ook eens in de categorie Operatoren. Daar vind je onder andere zeshoekige blokjes … en … of … of … om tests te combineren, of een ovaal blokje kies willekeurig van … tot … om een willekeurig getal te kiezen.

Lees verder op de volgende pagina om je mBot rond te laten rijden aan de hand van je eigen commando's.

Om de kracht van mBlock te tonen, creëren we een programma dat lijnen volgt. Daarvoor eerst even wat uitleg over de algemene aanpak in dit programma. De lijnsensor geeft drie mogelijke waardes terug: 0 als de robot midden op een lijn staat, 1 als de robot zich rechts van een lijn bevindt en 2 als de robot zich links van een lijn bevindt.

Wat de robot moet doen om de lijn te volgen, is dus eenvoudig. Als de robot op de lijn staat, blijft hij rechtdoor rijden. Als de robot zich rechts van de lijn bevindt, stuurt hij naar links. En als de robot zich links van de lijn bevindt, stuurt hij naar rechts. Dat links of rechts sturen doen we door beide motoren met een andere snelheid te bewegen.

Hoe zetten we deze redenering nu om in mBlock? Na het verplichte blokje mBot Programma gaan we eerst variabelen definiëren voor drie snelheden: traag, normaal en snel. Daardoor hoef je later niet op verschillende plaatsen in je programma de getallen te veranderen als je je robot sneller of trager wilt laten draaien.

Klik daarom op de categorie Data&Blokken en dan op Maak een Variabele. Geef als naam voor je variabele normaal en herhaal dit voor snel en traag. Voeg dan drie blokjes wijzig … naar … onder mBot Programma. Wijzig de vakjes in de blokjes zodat je achtereenvolgens de waarde van traag op 50 zet, van normaal op 150 en van snel op 250.

Lijnvolg module

Sleep dan uit de categorie Bediening een blokje herhaal voor altijd en klik daarin een blokje als … dan … anders. Voeg in de uitsparing van anders nog eens een blokje als … dan … anders en in de uitsparing van anders van die laatste een blokje als … dan. Je hebt nu drie tests waarin er als aan een bepaalde voorwaarde is voldaan, bepaalde opdrachten worden uitgevoerd. 

Sleep uit de categorie Operatoren het blokje … = … achter de als, drie keer. Achter het gelijkheidsteken vul je de eerste keer 0 in, de tweede keer 1 en de derde keer 2. Vóór het gelijkheidsteken voeg je telkens het ovaal blokje Lijnvolg module op Poort 2 uit de categorie Robots toe.

We hebben nu de drie posities ten opzichte van de lijn gedefinieerd. Het enige wat er nu nog nodig is, zijn de motoracties in die drie situaties. Voeg daarom achter elke dan twee blokjes wijzig motor … naar snelheid … toe. Zorg dat het telkens om motor M1 en M2 gaat. Wat we nu nog moeten invullen zijn de snelheden van de motoren. 

©PXimport

Snelheid van mBot aanpassen

Ga daarvoor naar de categorie Data&Blokken en sleep het ovaal blokje van de juiste snelheid op de juiste plaats: in het eerste geval draaien beide motoren normaal, in het tweede geval de ene traag en de andere snel en in het derde geval andersom. Upload het programma naar je mBot en kijk hoe hij secuur de lijnen volgt.

Dit is je eerste echte mBot-programma, dus we raden je aan om dit op te slaan. Dat doe je in het menu Bestand / Project opslaan. Het programma staat na het uploaden uiteraard op je mBot, maar als je iets wilt veranderen en je hebt het programma niet op je pc opgeslagen, moet je helemaal opnieuw beginnen. 

mBot stoppen

Toe nu toe volgt onze robot gewoon autonoom de lijn en hebben we er voor de rest geen vat op. Gelukkig is er ook interactie mogelijk. We gaan ervoor zorgen dat de robot stopt als we op de knop vooraan op de mCore klikken. Vervang daarvoor het blokje herhaal voor altijd door herhaal tot en voeg achter tot het blokje knop is ingedrukt uit de categorie Robots toe. Vergeet ook niet onderaan het programma beide motoren stil te zetten met blokjes wijzig motor M1 naar snelheid 0 en wijzig motor M2 naar snelheid 0.

Maar uiteraard is dat nog niet zo handig. We moeten immers een piepklein knopje zien in te drukken op een robotje dat de kamer rond sjeest. Dat kan toch gemakkelijker? Inderdaad, met het blokje IR knop … ingedrukt, waardoor we onze robot laten reageren op de infrarood-afstandsbediening. Daarvoor hergebruiken we een groot deel van onze vorige code. We moeten alleen wat blokjes vervangen en toevoegen.

IR programmeren

In de uitsparing van herhaal voor altijd voeg je wacht tot … toe, daarna herhaal tot … en daarna zet je de snelheid van beide motoren op 0. In de uitsparing van herhaal tot komt het hele als-blok om de lijn te volgen. In de zeshoekige gaatjes bij wacht tot … en herhaal tot … voeg je telkens IR knop … ingedrukt, de eerste keer met het pijltje naar boven en de tweede keer met het pijltje naar beneden. Op die manier start en stop je met de afstandsbediening het volgen van de lijn door je robot.

©PXimport

In deze workshop hebben we het standaard lijnvolgprogramma uitgebreid. Nu is het aan jou om te experimenteren. Probeer bijvoorbeeld eens het standaard handmatige programma na te maken in mBlock en te verbeteren. Of, iets pittiger, de obstakels vermijdende modus. Daarvoor zet je het ovaal blokje Ultrasonische sensor op … meet afstand in. En wie zichzelf echt eens aan een uitdaging wil zetten, kan het lijnvolgprogramma combineren met het vermijden van obstakels: laat je robot een lijn volgen, maar tegelijk ook de lijn verlaten als er een obstakel in zicht is.

Meer informatie

Op deze site vind je meer informatie over de mBot en hoe je alle componenten programmeert. Je vindt er ook wat voorbeeldprogramma’s. De beste manier om je eigen programma’s te schrijven is om op basis van die voorbeeldprogramma’s te starten en die dan aan te passen. En voor je het weet, voert je mBot programma’s uit die je je nooit had kunnen voorstellen.

▼ Volgende artikel
Van speelgazon tot schaduwtuin: zo kies je de juiste grassoort
© africaimages.com (Olga Yastremska, Africa Images)
Huis

Van speelgazon tot schaduwtuin: zo kies je de juiste grassoort

Een gazon is meer dan een stukje groen. Het kan een speelplek zijn voor kinderen of juist vooral de blikvanger zijn in een strak aangelegde tuin. Soms ligt het vol in de zon, soms grotendeels in de schaduw. Voor elke situatie is er een passend graszaadmengsel. Wat past het best bij jouw tuin?

Graszaad is altijd een mengsel Graszaad bestaat uit een mix van verschillende grassoorten. Elke soort heeft zijn eigen eigenschappen: de ene soort groeit snel, de andere is fijn van structuur, weer een andere herstelt snel en goed. Door deze eigenschappen te combineren, ontstaat een mengsel dat goed is afgestemd op de specifieke omstandigheden in de tuin.

Lees ook: Groener gras? Maaien en onderhouden doe je zo

Wat voor graszaad je nodig hebt, hangt helemaal af van het soort grasveld dat je wilt. Voor een veldje waarop je kinderen lekker kunnen ravotten en een balletje trappen heb je ander gras nodig dan voor een gazon dat vooral bedoeld is voor de sier. Hieronder lees je per toepassing welke grassoorten het meest geschikt zijn.

Speelveld: stevig en snel herstellend

Een gazon waarop gespeeld, gelopen of gevoetbald wordt, moet vooral sterk zijn. Het gras moet tegen een stootje kunnen én zich snel herstellen. Daarvoor heb je een mengsel nodig met veel Engels raaigras (Lolium perenne). Dit gras kiemt snel en vormt stevige sprieten. Het is goed bestand tegen intensief gebruik en groeit snel terug als het beschadigd raakt. Vaak wordt het aangevuld met veldbeemdgras (Poa pratensis), dat ondergronds uitlopers vormt en zo kale plekken opvult. Samen zorgen deze soorten voor een duurzaam speelgazon dat veel belasting aankan.

Siergazon: fijn, traag groeiend en egaal

Voor een siergazon gelden weer andere zaken. Het moet vooral fijn van structuur zijn, gelijkmatig groeien en een egaal, verzorgd beeld geven. Voor dit type gazon zijn roodzwenkgras (Festuca rubra) en struisgras (Agrostis capillaris) geschikt. Deze grassoorten groeien langzaam en blijven laag, waardoor je minder vaak hoeft te maaien. Ze vormen een dichte mat van fijne sprietjes die er netjes uitziet, vooral bij regelmatig onderhoud. Een siergazon vergt wel iets meer zorg, want het is minder sterk en herstelt trager bij schade.

Schaduwgazon: licht nodig, maar minder zon

In tuinen met veel schaduw, bijvoorbeeld door bomen, heeft gras het moeilijk. De meeste grassoorten groeien slecht zonder zon, wat ruimte geeft aan mos. Een schaduwgazon moet daarom vooral weinig licht nodig hebben en toch stevig genoeg zijn om een dichte mat te vormen. Mengsels voor schaduw bevatten vaak fijne vormen van roodzwenkgras en soms bosgras (Festuca heterophylla), een soort die beter groeit bij weinig licht. Een kleine hoeveelheid Engels raaigras zorgt voor stevigheid, maar alleen als er dagelijks toch wat zonlicht aanwezig is. Let op: ook schaduwgazon heeft minimaal 2 tot 4 uur daglicht nodig om goed te blijven groeien.

Droge (zand)grond: diep wortelend en hittebestendig

Op lichte zandgrond of op plekken waar je weinig sproeit, heb je gras nodig dat tegen droogte kan. Dit soort gras moet diep kunnen wortelen en niet te snel verdrogen. Mengsels voor droge omstandigheden bevatten vaak een aangepaste selectie van veldbeemdgras en speciaal geselecteerde varianten van Engels raaigras die minder water nodig hebben. Soms wordt er ook hard zwenkgras aan toegevoegd, dat goed bestand is tegen droogte en hitte. Deze soorten wortelen dieper dan gemiddeld, waardoor ze vocht uit lagere lagen kunnen opnemen. Zo blijft je gazon ook bij warme zomers langer groen.

©Elena Elisseeva | Elenathewise

Wanneer en hoe zaai je gras?

De ideale periode om gras te zaaien is in het voorjaar (maart tot mei) of het najaar (september tot half oktober). Dan is de bodem warm genoeg en valt er meestal voldoende regen. Ook tussentijds bijzaaien is mogelijk – bijvoorbeeld als je last hebt van kale plekken of na het verwijderen van mos – zolang de bodemtemperatuur boven de 10 °C ligt en de grond vochtig blijft.

Begin altijd met een goede voorbereiding. Maai het bestaande gras kort, en verwijder mos en dood materiaal door het gazon te verticuteren. Dat kan met een verticuteerhark of een verticuteermachine.

Bij het herstellen van kale plekken hark je de grond los, zodat het zaad goed contact maakt met de aarde. Zaai vervolgens het juiste graszaadmengsel voor jouw situatie. Druk het zaad licht aan, bijvoorbeeld met een plank of de achterkant van een hark. Belangrijk: houd de bodem vochtig tot het gras begint te kiemen. Dat duurt gemiddeld 7 tot 14 dagen, afhankelijk van de soort en temperatuur. Wil je extra bescherming bieden? Strooi dan een dun laagje potgrond of compost over het zaad. Dat helpt tegen uitdroging en beschermt tegen vogels.

Wacht met maaien tot het gras minstens 8 cm hoog is, en gebruik dan een hoge maaihoogte bij de eerste maaibeurt. Zo geef je jonge sprietjes de kans om zich goed te wortelen.

Lees ook: Gras vol mos? Dit wil je weten over het verticuteren van je gazon

Tabel: deze grassoorten heb je nodig

Type gazonEigenschappen grasGeschikte grassoorten
SpeelgazonSterk, snelgroeiend, herstellendEngels raaigras, veldbeemdgras
SiergazonFijn, traaggroeiend, egaalRoodzwenkgras, struisgras, veldbeemdgras
SchaduwgazonGroeiend bij weinig lichtFijn roodzwenkgras, bosgras, beetje raaigras
DroogtebestendigDiep wortelend, hittebestendigVeldbeemdgras, hard zwenkgras, raaigrasvariant

Liever meteen resultaat? Kies voor graszoden Wil je niet wachten tot graszaad kiemt en opkomt? Kies dan voor graszoden. Dat zijn kant-en-klare rollen gras, opgekweekt op een kwekerij en direct klaar voor gebruik. Ideaal als je snel een groen gazon wilt, bijvoorbeeld bij een verhuizing of als je tuin in korte tijd helemaal wordt opgeknapt. Graszoden bestaan meestal uit een stevige combinatie van Engels raaigras en veldbeemdgras. Daardoor zijn ze geschikt voor intensief gebruik én vormen ze snel een dicht tapijt.

Het leggen van graszoden kan van maart tot en met oktober, zolang het niet vriest. Zorg dat de ondergrond egaal, losgemaakt en licht vochtig is. Rol de zoden strak tegen elkaar uit, druk ze goed aan en geef royaal water – zeker in de eerste weken. Na 10 tot 14 dagen zijn ze voldoende vastgegroeid om voor het eerst te maaien.

▼ Volgende artikel
Review Ninja Café Luxe - Barista-ervaring, mits je de tijd neemt
© Ninja
Huis

Review Ninja Café Luxe - Barista-ervaring, mits je de tijd neemt

De markt voor koffiemachines is breed en beweegt snel. Veel apparaten bieden steeds meer functies, van eenvoudige espresso’s tot uitgebreide melk- en cold brew-specialiteiten. De Ninja Café Luxe-serie belooft precies dat: barista-kwaliteit, eindeloze mogelijkheden en gebruiksgemak in één apparaat. Maar maakt dit model die belofte waar in de praktijk?

Uitstekend
Conclusie

De Ninja Café Luxe is vooral geschikt voor koffieliefhebbers die graag zelf de controle houden over het volledige zetproces, bereid zijn om het apparaat goed te leren kennen en de ruimte hebben voor een grotere machine. Wie dat ziet als een leuke uitdaging, haalt met de Ninja Café Luxe een complete koffie-oplossing in huis.

Plus- en minpunten
  • Veelzijdig gebruik
  • Volledig instelbaar
  • Goede bouwkwaliteit
  • Handige accessoires en opbergmogelijkheden
  • Automatisch melkopschuim- en reinigingsprogramma
  • Niet direct intuïtief in gebruik
  • Uitgebreid stappenplan voor eerste gebruik
  • Groot en zwaar apparaat
  • Prijzig

De Ninja Café Luxe combineert een espressomachine, filterkoffiezetter en cold brew-maker in één apparaat. Met de geïntegreerde koffiemolen (25 maalstanden) en tamper stel je de koffie volledig naar wens af.

De machine biedt vijf espresso-opties, vier koffiestijlen en vier melkopschuimstanden – geschikt voor zowel dierlijke als plantaardige melk. Je kiest uit zeven drankformaten, van espresso tot cold brew-specialiteiten zoals iced latte of espresso martini.

Er zijn twee uitvoeringen:

  • De Essential (ES501EU) met 14 instellingen voor gemak en variatie.

  • De Premier (ES601EU) met extra temperatuur- en melkopties voor meer controle.

De Essential kost 449,99 euro, de Premier 549,99 euro. De machine is groot en zwaar (34,4 x 33,6 x 37,2 cm) en weegt 16,65 kilo.

©Ninja

Eerste indruk: wat veel!

Wat fijn is aan huishoudelijke apparaten van Ninja, is dat ze doorgaans gebruiksvriendelijk en intuïtief te bedienen zijn, zo bleek uit eerdere ervaringen. Gebruiksvriendelijk blijkt – na enige tijd – zeker waar, maar intuïtief kunnen we dit apparaat zeker niet noemen direct na het uitpakken. De uitgebreide handleiding, verkorte snelstartgids en een inspiratiegids met allerlei recepten voor de verschillende koffievarianten komen dan ook direct van pas.

©Saskia van Weert

Uit de doos oogt de Ninja Café Luxe direct stevig en professioneel. De afwerking is netjes en het apparaat maakt een solide indruk op het aanrecht. Bij het uitpakken valt op hoeveel accessoires en onderdelen erbij zitten: van filterhouders en melkopschuimer tot een geïntegreerde molen.

Voordat er überhaupt koffie kan worden gezet, dient er een stapsgewijze kalibratie en watermeting te worden gedaan om te bepalen hoe hard het kraanwater is in de eigen regio. De stappen staan duidelijk beschreven in de gids, alle benodigdheden (behalve koffiebonen) zitten bijgesloten in de doos. Dat alles neemt een halfuurtje in beslag, daarna is de machine klaar voor het eerste gebruik.

©Ninja

Espresso drink je natuurlijk niet uit een mok

Een elegant kopje verhoogt de smaakbeleving!

De functies op een rij

De koffiemachine heeft allerlei onderdelen die een eigen plekje hebben in of op de machine. Er zitten drie filterbakjes bij om de gemalen koffie in te doen: eentje voor een enkele hoeveelheid, een wat grotere voor een dubbele hoeveelheid drank en een grote mand voor filterkoffie.

Dan is er het portafilter, oftewel het gedeelte waarin de gemalen koffie plus het gewenste filterbakje gaan, en dat je vastklikt onder de wateruitlaat.

Er is een losse trechter die je gebruikt tijdens het malen van de koffie, en een stamper om de koffie in het bakje samen te drukken. Tot slot is er nog het melkkannetje.

©Saskia van Weert

Links van de machine kun je de trechter en de stamper bewaren, het portafilter kan onder de koffiemaler en het kannetje heeft een vaste plek rechts onder het melktuitje.

Het bedieningspaneel verdient ook wat aandacht. Aan de linkerzijde zit een draaischijf waarmee je de maalgraad van de koffiebonen instelt. Dan is er nog het display met allerlei opties en een draai-/drukknop, en een gedeelte om het soort melkschuim in te stellen. Het bedieningspaneel is duidelijk vormgegeven, maar door het grote aantal opties is het niet direct intuïtief.

Boven op het apparaat is er een warmhoudplaat voor koffiebekers. Aan de achterzijde zit het waterreservoir, bovenin zit een dekseltje om toegang te krijgen tot het bonenreservoir, en geheel rechts zit een klein deurtje waar je de metalen filterbakjes in kunt opbergen.

Kortom: een hoop opties en een hoop uitzoekwerk!

©Saskia van Weert

In gebruik: goed resultaat (na even oefenen)

Bij het apparaat zit een dikke zwart-witte gebruikshandleiding. Het is aan te raden die goed door te nemen en bij de hand te hebben tijdens het leren kennen van het apparaat en de mogelijkheden. Na enige keren wat proberen wordt duidelijk dat de basishandelingen vrij overzichtelijk zijn. Een doorgewinterde thuisbarista zal deze machine vermoedelijk sneller weten te doorgronden.

Allereerst moet het gewenste filterbakje in het portafilter. Je zet de trechter op het filterbakje en zet de machine aan. Je kiest het gewenste programma, bijvoorbeeld espresso. De standaardinstelling is een dubbele shot; dat is eventueel aan te passen in het menu.

Vervolgens hang je het portafilter onder de koffiemaler. Er verschijnen twee getallen in beeld: de ideale maalgraad en de huidige instelling. Via de draaischijf links aan de machine zorg je dat de twee getallen identiek zijn. Je start de maler en neemt het portafilter met gemalen koffie uit de machine. Je stampt de boel aan met de stamper, verwijdert de trechter en bevestigt het portafilter onder de wateruitlaat. Dat doe je door de oranje stip op het filter gelijk te houden met de stip op de machine en het filter stevig naar rechts te bewegen om het te vergrendelen. Dat gaat vrij zwaar.

©Ninja

Dan is het tijd om het koffiezetten te starten met een druk op de draai-/drukknop. Vergeet niet om een passende kop of mok onder het filter te zetten. Er komt een beetje geconcentreerde koffie uit de machine, die wordt aangevuld met heet water om de gewenste sterkte te verkrijgen. Deze stappen zijn gelijk voor vrijwel alle koffiebereidingen – alleen filterkoffie gaat iets anders.

Melkschuim maken

Mocht je cappuccino willen maken, dan doe je dierlijke of plantaardige melk in de melkkan tot aan de streep, kies je de gewenste dikte en laat je de melk warm worden en opschuimen tot een pieptoon aangeeft dat de melk klaar is. Je hoort het kleine mixertje onder in de kan flink tekeergaan en dat levert een prima resultaat op. Na het leeggieten van de kan start een automatisch schoonmaakprogramma.

De smaak van de geteste koffievarianten is prima. De exacte uitkomst hangt uiteraard af van de gebruikte bonen.

©Saskia van Weert

Schoonmaken en onderhoud

Een deel van de accessoires en onderdelen mag gewoon in de vaatwasser. Zoals wel vaker is het vaak beter voor de duurzaamheid om alles op de hand af te wassen. Metalen onderdelen blijven daardoor langer glanzend. De melkopschuimer heeft een eigen reinigingsprogramma voor het binnenwerk en het tuitje, al moet het kannetje natuurlijk wel goed afgewassen worden.

Ninja Café Luxe kopen?

De Ninja Café Luxe is een krachtige en veelzijdige koffiemachine die de serieuze thuisbarista veel te bieden heeft. Met uitgebreide instellingen voor koffie, melk en formaat, en de mogelijkheid om zowel espresso als filterkoffie en cold brews te zetten, is dit apparaat een echte allrounder. De bouwkwaliteit is stevig en professioneel, en het apparaat wordt geleverd met handige accessoires en een eigen reinigingsprogramma voor de melkopschuimer.

Tegelijk vraagt de machine om tijd en aandacht. Het is geen instapmodel voor wie snel en zonder nadenken een kopje koffie wil zetten. De bediening is uitgebreid en vergt oefening, vooral in het begin. Ook neemt het apparaat de nodige ruimte in beslag en zijn er veel onderdelen om mee te werken.

De Ninja Café Luxe is vooral geschikt voor koffieliefhebbers die graag zelf de controle houden over het volledige zetproces, bereid zijn om het apparaat goed te leren kennen en de ruimte hebben voor een grotere machine. Wie dat ziet als een leuke uitdaging, haalt met de Ninja Café Luxe een complete koffie-oplossing in huis.

Watch on YouTube