De staat van online privacy anno 2017

Het gaat niet goed met onze online privacy, daar zullen de meeste mensen het over eens zijn. Overheden luisteren grote groepen mensen af en grote technologiebedrijven worden rijk met het verzamelen van persoonsgegevens. Toch is nog niet alles verloren.

Privacy is een grondrecht, als je Artikel 10 uit onze Grondwet zo wil interpreteren: “Ieder heeft, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen, recht op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer.” Op die manier bestaat privacy al sinds mensenheugenis. “Als je privacy hebt, voel je je onbespied,” zegt Reinout Barth van Privacy Barometer. “Als je je constant bekeken voelt, ga je je daar naar gedragen. Dat is niets nieuws, maar een gevoel dat al tienduizenden jaren bestaat.”

Toch lijkt het alsof juist de afgelopen jaren privacy een flinke deuk heeft opgelopen. Hadden we honderd of duizend jaar geleden bijvoorbeeld de discussie over hoe burgers afgeluisterd mochten worden? De wetten die de laatste jaren zijn doorgevoerd lijken er vooral op gericht mensen te pakken die alleen al denken of praten over iets illegaals.

1984

Dat heeft veel weg van de Gedachtenpolitie, de preventieve opsporingsdienst uit George Orwells dystopische ‘1984’ waarin burgers al crimineel zijn als ze niet precies denken zoals de partij dat wil. Privacyvoorvechters refereren graag aan het boek en wijzen erop dat het een waarschuwing was, geen handleiding.

Hoewel Orwells boek een nogal extreme wereld schetst is de vergelijking niet helemaal onterecht. Het lijkt soms wel eens alsof de opsporingsdiensten zoeken naar iedereen die mogelijk iets slechts van plan is, in plaats van gericht achter verdachten aan te gaan.

Politiek

Ondanks de onthullingen van Edward Snowden over de NSA lijkt de politiek slechts mondjesmaat iets aan de situatie te doen. Nog steeds worden er veel wetsvoorstellen aangenomen die grote inbreuk maken op de privacy van burgers, in sommige gevallen zonder dat het effect kan worden bewezen, met de Wet Computercriminaliteit III en de Wet op Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten voorop.

Op politiek vlak lijkt het soms een hopeloze situatie. Dat is de reden dat één van de belangrijkste privacyvoorvechters vorig jaar de Tweede Kamer verliet. Astrid Oosenbrug (PvdA) vertelt verderop in dit nummer hoe de politiek vaak privacy inruilt voor andere onderwerpen als veiligheid, en dat het door onwil of weinig kennis bijna onmogelijk is om privacy op de kaart te zetten.

De Wet op Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten werd vorig jaar opgezet. Met de wet krijgen de AIVD en de MIVD veel meer bevoegdheden. Zo mogen de inlichtingendiensten straks grote hoeveelheden data aftappen van brede groepen burgers, ook van mobiele communicatie.

Ook nam de Tweede Kamer de Wet Computercriminaliteit III vorig jaar aan. Die wordt ook wel de ‘terughackwet’ genoemd, omdat de politie volgens de wet mag inbreken op de computers van verdachten. Rechercheurs mogen zo keyloggers of andere malafide software installeren. Ook mag de politie gebruik maken van zero-days om op software in te breken.

Bits of Freedom

Toch lijkt niet alles verloren, want buiten de Tweede Kamer zijn er genoeg actiegroepen die heel effectief strijden voor privacy. Bits of Freedom vindt bij veel Kamerleden een luisterend oor en is een autoriteit met kennis, en de stichting Privacy First procedeert al jaren succesvol tegen grote inbreuken zoals de kentekenregistratie. “Dat zijn de mensen die het wél lukt om ergens voor te strijden”, zegt Oosenbrug.

Een andere belangrijke ontwikkeling is dat steeds meer mensen zich in ieder geval bewust worden van wat overheden en bedrijven allemaal weten. Dat bewustzijn groeit wel degelijk, zeggen experts. Het aantal diensten en apps dat zich richt op privacy en veiligheid groeit onmiskenbaar. “Na de Snowden-onthullingen zagen we ons verkeer haast verdubbelen”, zegt Christiaan Solcer van privacyvriendelijke zoekmachine Startpage verderop in dit nummer. Ook op onze website PCMweb.nl zien we dat de bezoekcijfers op artikelen over vpn’s of anoniem surfen omhoog gaan.

Media has no description

© PXimport

Niet alleen consumenten houden zich meer en meer bezig met privacy. Ook voor bedrijven blijkt dat een steeds belangrijker ideaal te worden. Dat is zelfs het geval bij Facebook of Google, wat paradoxaal lijkt omdat die bedrijven groot zijn geworden met het aanleggen van gebruikersprofielen. Een recent voorbeeld is het juridische gevecht tussen Apple en de FBI.

De rol van techbedrijven

De Amerikaanse politiedienst wilde dat de iPhone-fabrikant toegang zou geven tot één telefoon, van een overleden terrorist. Apple weigerde, omdat het niet wilde dat de FBI daarmee een achterdeur zou krijgen waarmee het in de toekomst nóg meer burgers kon afluisteren. De smartphonemaker won het gevecht, al wist de FBI uiteindelijk toch het ene toestel te kraken met een dure en ingewikkelde methode.

Niet alleen Apple komt op voor de privacy van zijn gebruikers. Facebook, één van de meest agressieve bedrijven op het gebied van dataverzameling, voegde ijzersterke encryptie toe aan WhatsApp. De meest persoonlijke app die ruim 10 miljoen Nederlanders gebruiken is daardoor door niemand af te luisteren. Google voegde een soortgelijke functie schoorvoetend toe aan nieuwe chat-app Allo, maakte schijfencryptie ook standaard op Android en maakt zich sterk om websites te belonen die via https lopen.

Privacy is een fenomeen dat al duizenden jaren bestaat, maar door de snelle technologische vooruitgang verandert de invulling van het begrip in rap tempo. Dat betekent gelukkig ook dat privacy niet snel ‘dood’ zal zijn. Wel krijgt het een andere vorm. Welke dat is, is nu nog niet te voorspellen.

Deel dit artikel
Voeg toe aan favorieten